l
S
LET OP!
„GROTE SCHOOL"
ROMANCE
KOMT BIJ
U THUIS!
Overdenking
1957 was voor Groene Kruis afdeling Zeeland
belangrijk jaar
Huidgenezing
Moeder hield toch van haar
GEROBBBEBSl
DE JUFFER VAN 'tHOOGE
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1958 No. 18420
Nog geen reorganisatie wijkverpleging in Schouwen
„Wij mogen 1957 zonder overdrij
ving of grootspraak als een voor het
Groene Kruis in Zeeland bijzonder
belangrijk jaar noemen", dit schrijft
de heer A. de Lange, secretaris van
de Provinciale Zeeuwse Vereniging
„Het Groene Kruis" in zijn jaar
verslag in het dezer dagen versche
nen Jaarboekje 1958. Hij herinnert
daarbij aan de op 12 september '57
in Kruiningen gehouden landelijke
Groene Kruisdag, die door enkele
honderden personen uit alle pro
vincies werd bijgewoond en aan de
viering van het 50-jarig bestaan in
de laatste maand van het vorige
jaar.
In zijn verslag durft de heer de
Lange overigens de vraag of het
Groene Kruiswerk wel voldoende
leeft onder het publiek niet zonder
meer bevestigend te beantwoorden
maar hij is er wel van overtuigd
dat door de jubileumviering het
werk van de vereniging toch weer
meer in de Zeeuwse samenleving
is genoemd.
Polio-vaccinatie
Een van de nieuwe taken die op
vrij korte termijn moest worden
uitgevoerd was de vaccinatie tegen
de zo gevreesde kinderverlamming.
De federatieve commissie voor de
hygiëne van het kind in Zeeland
werd aangewezen als ent-organi
satie en het omvangrijk werk hier
aan verbonden werd in vlotte sa
menwerking verricht door artsen,
gemeentebesturen, plaatselijke
kruisverenigingen, wijkverpleeg
sters en vooral door de districts
verpleegsters van de kinderhygiëne.
Het opkomst-percentage was voor
de jaarklasse 1955 ongeveer 80 pro
cent, voor de jaarklassen '57, '56,
'54, '53 en '52 (twee prikken) even
eens ongeveer 80 procent.
Het aantal aangesloten vereni
gingen bedroeg per 31-12-'57: 76.
Het aantal leden op deze datum
was: gewone leden 46.515, dat van
de zelfstandig contribuerende in
wonende gezinsleden 905, totaal
47.420 (vorig jaar 46.089), alzo een
ledenwinst van 1331.
Vergaderingen te Zierlkzee
Het dagelijks bestuur vergaderde
in 1957 tweemaal te Zierikzee met
Ingezonden mededeling
de besturen van de Groene Kruis
verenigingen in Schouwen over een
reorganisatie van de wijkverpleging
in dit district. Een studiecommissie
heeft zich veel moeite gegeven aan
de opstelling van een uitvoerig rap
port, waarin verschillende moge
lijkheden werden aangegeven, maar
alles bleef bij het oude en veran
deringen bleven tot heden achter
wege.
Het aantal districts-verpleegsters
voor de kinderhygiëne in dienst
van het Groene Kruis bleef onge
wijzigd (3). Het aantal wijkver
pleegsters bedroeg per 31-12-57: 63.
Het aantal zuigelingenbureaus in
Zeeland bedraagt 90, dat van de
kleuter-bureaus: 53. Het aantal
kraamverzorgsters bedroeg per 31
december 1957: 75 gediplomeerden
en 18 leerlingen. Het aantal zuige
lingenbureaus kwam tot 24. De uit
breiding was in Sirjansland en in
Noordwelle wegens heroprichting
voor aanwezigheid van zuigelingen.
OOK GEWELDDADEN
IN ALGERIJE
ALGIERS, 28-8. Algerijnse op
standelingen hebben donderdag tus
sen El Kantara en El Oetaja een
Franse trein met militairen en mu
nitie opgeblazen. Volgens de eerste
berichten werden twee militairen
en twee burgers gewond.
Een gedeelte van de munitie ont
plofte doordat de ontspoorde wa
gons in brand vlogen.
Volgens de Franse autoriteiten
zijn bij gevechten in de a/gelopen
24 uur veertig opstandelingen bui
ten gevecht gesteld.
Chinees protest bij
Engeland
HONGKONG, 27-8. Het ministe-
rie van buitenlandse zaken van
'communistisch China heeft woens
dag de Britse zaakgelastigde in Pe
king een „krachtig protest" doen
overhandigen tegen schending van
het Chinese luchtruim door een
Brits militair verkenningsvliegtuig
uit Hongkong.
Volgens het persbureau „Nieuw
China" wordt in de nota ook ge
zegd, dat de Britse antwoorden op
vorige protesten tegen schendin
gen van luchtgebied niet bevredi
gend waren.
Koninklijk gezin
terug in Nederland
'S-GRAVENHAGE, 28-8. - Van-
ochtend omstreeks half twaalf is
de koninklijke familie op paleis
Soestdijk aangekomen na een drie
daags onofficieel bezoek aan de we
reldtentoonstelling in Brussel.
Het koninklijk gezin arriveerde
per vliegtuig op het vliegveld Soes-
terberg.
Ingezonden mededeling
Huidzuiverheid Huidgezondheid
IJIIrl.il»
Puislies verdrooen door Purol-poedei
Prof. L. Sedov heeft meegedeeld,
dat er in de Sow jet-Unie tot nu
toe geen pogingen zijn gedaan een
raket naar de maan te lanceren.
Prof. Sedov is leider van de Rus
sische delegatie op het ruimte
vaartcongres te Amsterdam.
Bij het vliegveld van Minneapo
lis is donderdagochtend vroeg een
DC-6b van de Northwest Airlines
neergstort. Geen van de 60 inzit
tenden van het toestel, dat op weg
was naar Seattle, kwam om het le
ven. Slechts enkelen werden ge
wond.
FINANCIEN EN ECONOMIE
AAN DE VOORAVOND VAN DE JAARBEURS
„Zekere mate van recessie
in feite geen ongezond verschijnsel"
Noodzakelijke ontnuchtering: na overspannen periode
UTRECHT, 28-8. De voorzitter
van de Raad van Beheer der Ko
ninklijke Nederlandse Jaarbeurs,
dr. G. van der Wal, heeft aan de
vooravond van de komende Na-
jaarsbeurs een blik geworpen op
de huidige economische situatie. De
zekere mate van recessie, die deze
situatie momenteel kenmerkt, is
volgens hem geen ongezond ver
schijnsel, eerder een noodzakelijke
ontnuchtering op een toestand van
een lang overspannen economie.
Investeringsaftrek en vervroegde
afschrijvingen waren, volgens hem,
WIJ OUDERS
Er zullen maar zelden twee zus
jes zijn. die zo weinig op elkaar
lijken als Toetie en Noortje. Toetie,
de jongste, is een klein beeldje, dat
door haar charmante maniertjes en
mooi gezichtje iedereen voor zich
inneemt; al op en top een klein ko
ket vrouwtje, weet zij precies hoe
zij haar bekoorlijkheid uit moet
buiten. Noortje is onhandig, dood
verlegen, blinkt in niets uit en
sleept als een loden last het besef
van haar lelijkheid overal mee. Ze
draagt een bril en heeft rood haar.
Misschien zou het zo erg niet ge
weest zijn, als ze niet altijd de ver
gelijking met Toetie vlak naast zich
had. Een vergelijking, die hopeloos
in haar eigen nadeel moet uitval
len. Hoe vaak ze het al niet heeft
moeten horen, als vreemde mensen
hen samen zagen: „Zijn jullie zus
jes?" In de ongelovige verbazing
lag voor haar het lelijke eendje, het
ontzaglijk krenkende. Temeer om
dat ze dan telkens de plagend spot
tende blik in de ogen van haar
mooie zusje opving.
Toetie kon harteloos zijn. Als er
nieuwe kleren voor de kinderen
gekocht moesten worden, koos zij
met groot raffinement altijd kleu
ren, die Noortje met haar rode haar
niet dragen kon. Liefjes zei ze dan:
„Noortje moet maar wat anders
nemen, mam. Maar ik wil dit zo
graag. Het zal me zo snoezig staan".
En omdat alles haar inderdaad
snoezig stond en het een genot was,
om naar haar te kijken in die lieve
kleurtjes, zwichtte moeder elke
keer weer, zonder te beseffen, wat
zc haar oudste aandeed. Noortje
werd dan afgescheept met iets wat
ze in haar hart verfoeide en moe
der zuchtte: „Het is ook zó moei
lijk met dat bijzondere haar van
jou".
Met dat „bijzondere haar" be
doelde moeder natuurlijk dat „af
schuwelijke haar", dacht Noortje
bezeerd. Met Toetie kon moeder
eer in leggen. Aan Noortje was
niets besteed.
„Moeder houdt niet van me",
begon ze bitter te denken. Moeder
wist, hoe onbarmhartig Toetie haar
soms plagen kon en ze er steeds op
uit was, haar zusje met alles t>e
overtroeven. Waarom hielp moeder
haar dan nooit? Waarom kwam ze
niet voor haar op en zette Toetie
eens flink op haar plaats?
Omdat Toetie mooi en aantrekke
lijk was, omdat alles haar lief
stond en ze met haar charmante
maniertjes ieder om haar pink wist
te winden, terwijl zij, Noortje, le
lijk was en niemand graag naar
haar keek
Al vroeg leerde Noortje begrij
pen, dat de weg, die de lelijken en
onaantrekkelijken in het leven af
te leggen hebben, de weg van de
eenzaamheid is. En zeker als je een
zusje had, die zo verlammend op
je inwerkte, omdat je in alles bij
haar achter stond.
Op een dag, dat Toetie in een bij
zonder plagerige bui was, riep ze,
„Ik geloof nooit, dat jij bij ons
hoort. Je bent vast een onderge
schoven kind met je rode haar".
Eén ogenblik was het of Noortjes
hart stilstond. Maar op hetzelfde
moment kwam moeders hand op
Toetie's wang neer. „Hoe durf je
dat tegen je zusje te zeggen, har
teloos kind", zei moeder bleek van
boosheid. In Noortjes hart smolt
alle schrik en angst en eenzaam
heid weg voor een groot gevoel van
geluk. Moeder had partij voor haar
getrokken. Moeder hield tóch van
haar.
MARCELLE.
de bronnen voor de zelf-financie-
ring, waarmede men zich meende
te kunnen onttrekken aan de greep
van de fiscus door een wedloop van
zich steeds weer herhalende ex
pansie. In enkele gevallen ervaart
men nu, dat er in een aantal be
drijfstakken overcapaciteit is ont
staan, die een belangrijke druk op
de markt uitoefent.
De wederinvoering van de inves
teringsaftrek noemde de heer Van
der Wal voor een stimuleren van
de opgang van het bedrijfsleven
van groot belang, maar - zo zei hij
- een aantal bedrijven ervaart dat
belastingfaciliteiten alleen hun be
tekenis hebben als er inderdaad ook
winst gemaakt wordt, waar tegen
over deze faciliteiten gesteld kun
nen worden.
In dit verband wees de Jaar
beursvoorzitter erop, dat in het be
drijfsleven een zekere bezinning
valt waar te nemen. Men ziet zich
reeds geruime tijd gesteld voor de
taak de onkosten uit te wieden en
gelijktijdig zijn efficiëncy te ver
beteren. Dr. van der Wal juicht dit
toe, omdat, volgens hem, slechts
tegenover een gezond winstresul
taat, mede bereikt door kostenbe
heersing, fiscale faciliteiten hun
stimulerende betekenis voor de we
deropbouw hebben.
De bedrijfsvoorraden hebben on
der de drang naar grotere liquidi
teit welhaast een laagtepunt be
reikt. De gespannen toestand rond
om het Nabije Oosten doet echter,
volgens dr. van der Wal, beseffen,
dat een zekere aanvulling tegen
mogelijke onzekerheden der nabije
toekomst in vele gevallen dienstig
zal kunnen zijn. Dr. van der Wal
verwacht dan ook een extra op
leving in een aantal branches.
Een aspect van onze economie
der laatste jaren noemde dr. van
der Wal verder, dat de ontwikke
ling van het loonpeil in Nederland
is afgestemd op de stijging van de
algemene arbeidsproduktiviteit. Be
drijfstakken die de ontwikkeling
van deze algemene stijging als ge
middelde niet hebben kunnen bij
houden zijn daardoor, volgens hem,
in een relatief ongunstige positie
komen te vervallen. Hun kosten
worden te hoog of hun produkt
naar verhouding te duur.
President Eisenhower is van
plan om vrijdag met zijn vrouw uit
Washington te vertrekken voor een
vakantie te Newport, Rhode Island,
zo is woensdag in Washington be
kend gemaakt. Er werd niet bij ge
zegd, hoelang de vakantie duren
zal. Volgens Eisenhowers perschef,
James Hagerty zal dit afhangen
van de politieke ontwikkelingen in
binnen- en buitenland.
Ingezonden mededeling
t de cassette gratis bij aankoop complete inhoud!
Voor het eerst naar de
Troost voor moeders: onderwijs is een zegen
v
Omstreeks het zesde levensjaar
voltrekken zich bij het kind aan
merkelijke veranderingen naar li
chaam en geest. De kinderen wor
den langer en magerder. Ze verlie
zen de kleuterproporties van hoofd,
romp en ledematen.
Dit gaat samen met een rijping
in psychisch opzicht, die hen ge
schikt maakt voor het schoolgaan
en de daaraan verbonden ver-
staqdsoefening. De heftige bewo
genheid van het gevoelsleven,
waardoor de kleuterjaren worden
gekenmerkt, ligt nu achter hen.
Ze willen iets leren!
De schooltijd is in geestelijk op
zicht een rustige periode, nieuwe
onrust komt eigenlijk pas weer in
de puberteit. Niet bij alle kinderen
treedt de „schoolrijpheid" op het
zelfde ogenblik in. De een bereikt
dat punt veel eerder dan de ander.
Sommigen zijn op hun vijfde jaar
al echte schoolkinderen om te zien
en ook in hun manier van doen; ze
willen dan graag ook wat „lezen".
Het zou goed zijn als hun geest dan
werkelijk voedsel kon krijgen,
maar jammer genoeg is ons onder
wijs over het algemeen niet zo soe
pel ingericht, dat hiertoe mogelijk
heid bestaat. Arme madame Curie,
die als klein meisje ontzettend bang
was iets heel ondeugends te hebben
gedaan, omdat zij zichzelf leerde
lezen!
Ook latertjes
Omgekeerd blijven een aantal
jongens en meisjes nog tot in de
tweede of derde klas van de lagere
school echte kleuters in hun doen
Ingezonden mededeling
en laten. Hun molligheid en hun
algehele lichaamsbouw zijn daar
mee in overeenstemming. Men be
hoeft geen arts te zijn om deze kin
deren er zo uit te pikken! Voor een
ieder is het nodig, allerlei dingen
te leren, die later in een werkkring
en in het eigen gezinsleven te pas
kunnen komen. Die dingen bestaan
niet alleen uit rekenen, taal, aard
rijkskunde, geschiedenis en kennis
van de natuur.
Het is zeker van even groot be
lang, dat men er aan went deel uit
te maken van een groep, te wed
ijveren met anderen, leiding te ge
ven en te volgen.
Onderwijs een zegen
Op school is volop gelegenheid
tot het verwerven van dergelijke
vaardigheden. Onderwijs kan om al
die redenen gerust een zegen wor
den genoemd.
Bij ons te lande is er gelukkig,
ondanks de vele tekortkomingen,
toch een aantal zeer goede scholen,
waar door leerkrachten en kinde
ren met toewijding wordt gewerkt.
Het verplichte schoolbezoek met
zijn vaste tijden heeft verder nog
het voordeel, dat het de kinderen
zelf en de gezinnen, waaruit zij
voortkomen, een regelmatige inde
ling van de dag bezorgt.
Dr. H. W. SCALONGNE.
LAND- EN TUINBOUW
N a jaarsbemesting
biedt vele voordelen
Nu het najaar weer in zicht komt,
de akkers hun oogst gaan leveren
en de ploeg er weer ingaat, nu de
boomgaarden geplukt worden en de
koeien straks weer verlangend gaan
uitzien naar hun warm en beschut
plaatsje in de stal - nu komt de
tijd weer te gaan denken aan de
bemesting. De bemesting met de zo
genaamde „basis" meststoffen:
kalk, fosfaat en kali.
Een najaarsbemesting biedt vele
voordelen. Het werk dat gedaan
is, is gedaan. We weten niet hoe
straks het voorjaar zijn zal. Het
kan mooi en droog zijn en dan is
er genoeg ander werk te doen. Het
kan ook lang nat zijn, zodat de
meststoffen( indien men ze niet in
het najaar heeft gestrooid) moge
lijk wat laat in de grond komen en
dan niet meer hun volle profijt aan
het opgroeiende gewas kunnen
geven.
De prijzen van de meststoffen
liggen in het najaar doorgaans la
ger, de winteropslag behoeft niet
te worden vergoed en dit geeft
naast de betere arbeidsspreiding
nog een niet te verwaarlozen pro
fijt, dat men allicht kan meepikken.
Waar kan men met vrucht de ba
sisbemesting (kalk, fosfaat en kali)
het beste in het najaar geven?
In de akkerbouw op alle niet te
lichte gronden. Voor kalk geldt dit
altijd, voor fosfaat ook en kali sluit
zich daar goed bij aan. Op niet te
lichte grond behoeft men voor uit
spoeling niet te vrezen.
Op grasland geeft een kalibemes
ting in het najaar bovendien nog
het voordeel, dat de zode krachti
ger de winter ingaat. Er is minder
kans op uitvriezen, er is meer kans
op een beter bestand in het voor
jaar, met meer kans dat er ook wat
klaver opkomt!
„HET SLECHTE WEER"
De zomertijd is zo ongeveer weer
voorbij. Het kan nog wel zomers
worden, en meer dan ooit hoopt
ieder mens dit jaar daarop, doch de
tijd is als zodanig verstreken.
Wat jammer! We waren allen zo
verlangend naar de warme zonne
stralen! Mens en dier en plant
wachtte er op, maar op een enkele
dag na was het alsmaar regen en
wind. Alles en allen lijdt daaronder.
Er behoeft niet opgesomd te wor
den, waaruit dat lijden bestaat, en
straks, als het winter is, bestaan
zal. Toch is het goed, eens over de
ze dingen na te denken, en zulks
bybels te doen.
In Rom. 8 18-24a wordt hier
over duidelijke taal gesproken. Er
blijkt verband tussen de natuur en
ons, mensen, te zijn. Niet alleen
dat andere mensen moeten mee
lijden door de zonde, die wij be
drijven, ook de natuur doet dat.
Ook door middel van de natuur
spreekt God Zijn Woord. De Bijbel
zegt, dat ook de natuur meelijdt,
meezucht, meeveriangt, meehoopt,
meestrijdt met ons, onderworpen
als zij is aan de vergankelijkheid.
Wij hebben het op ons geweten,
dat de natuur verstoord is. Daarom
past het eigenlijk niemand om te
spreken en te klagen over „het
slechte weer".
Een ieder klage vanwege zijn
zonden. God hanteert de natuur. In
laatste instantie is het geen natuur-
duivel, die grimlacht, dat wij bv.
dit jaar zo slecht getroffen hebben.
Neen, God wijst met Zijn Woord
rechtstreeks op ons, als de schuldi
gen. En God wijst ook op Zichzelf,
zeggende dat die natuur door Hem
wordt beheerst.
Nu moeten wij §ens goed opletten
want de Here Jezus Christus is ge
komen om ook aan de natuur te
sterven. En zó heeft Hij ook haar
bevrijd. Van toen af heerst Hij over
haar. Hij is onzichtbaar geworden,
omdat Hij niet meer aan haar is
onderworpen. Hij vervult met Zijn
heerlijkheid „hemel en aarde". Bo
ven de natuur verheven, werkt Hij
verlossend in haar. En nu is de na
tuur zó hopende geworden, zó zuch
tende en strijdende, als verwach
tende die nieuwe hemel en aarde.
Dit kind draagt de natuur reeds in
haar schoot.
Aldus ziet de ganse schepping sa
men met ons uit naar het uur der
volkomen vrijheid der kinderen
Gods, dat Jezus Christus terugkeert
en alle dingen wedergeboren in vol
maakte, ongerepte heerlijkheid
openbaar worden.
Daarom gaat het in Rom. 8. En
zó moeten wij de Bijbel lezen. Het
doet ons allereerst onze zonden be
lijden, inplaats van te schelden op
dat „nare" weer.
Maar dan zien wij ook de ge
stalte van Jezus Christus oprijzen
als de Koning van het heelal, Die
ons troost en bemoedigt, wijzende
op onze verzoening en volkomen
verlossing, opdat wij eenmaal in
volmaakte harmonie met de ganse
schepping waarlijk zullen leven in
aanbidding en dank voor deze Ko
ning der ere.
Zierikzee. A. VAN PEL.
FEUILLETON
door HENK VAN HEESWIJK
„Ja, centrale post, hier wagen
twaalf met inspekteur Stellinga.
Komt u maar door. Over".
„Hallo, wagen twaalf, hallo in
spekteur, wagen één heeft de boer
derij bereikt, nagenoeg gelijk met
G.G.D.-wagen, die even verkeerd
was gereden. Aangeschoten arres
tant is Willem Benninga, bekend
onder de naam van lange Willem.
Heeft een schotwond in de kuit. De
andere persoon, die verschillende
verwondingen en inwendige kneu
zingen heeft, is blijkens zijn pas
Antonius Koenders, woonachtig te
Utrecht, Sint Jakobsstraat 87. Hij
was bewusteloos, toen hij in de wa
gen werd gedragen. De G.G.D.-wa
gen is op weg naar het ziekenhuis.
De arrestanten zijn op weg naar
het bureau. Over".
„Wel verdraaid", mompelde de
inspekteur, terwijl hij de knop om
draaide, „nu is die arme jongen
het kind van de rekening gewor
den.
HOOFDSTUK 19.
De beste vis, ooit gevangen.
Een uur later was het grootste
deel der cellen op het hoofdbureau
van politie in Groningen bezet. De
buit van deze nacht was zes man
nen en twee vrouwen, terwijl een
negende arrestant in het zieken
huis werd behandeld, en daarna
naar de ziekenzaal van het Huis
van Bewaring was gebracht. De
commissaris had beslist: geen enkel
risico nemen. Dus de arrestant
bleef niet in het ziekenhuis. Men
kende Lange Willem blijkbaar al
te best.
Na de mededeling van de cen
trale post, liep Stellinga terug
naar de villa en gaf order de arres
tanten naar Groningen te transpor
teren. Met twee agenten bleef hij
achter en het eerste wat hij deed
was het ziekenhuis opbellen. Hij
maakte zich bekend en vroeg naar
de toestand van de gewonde Koen
ders. Maar men kon hem nog geen
nadere inlichtingen geven, aange
zien de patiënt zo juist was binnen
gebracht. Het onderzoek zou ter
stond plaats vinden.
„Is het ook een arrestant?" vroeg
de ziekenhuisportier.
„Nee, integendeel" .antwoordde
de inspekteur. „Hij is iemand, die
de justitie belangrijke diensten be
wezen heeft. Er moet bijzondere
zorg aan hem worden besteed. Eer
ste klas ligging en verzorging. Ik
ko mmorgen in de loop van de dag,
zodra mijn dienst het toelaat wel
even op de administratie. Alle te
maken kosten zijn voor rekening
van de politie, althans voorlopig".
„In orde, meneer, ik zal het door
geven. Belt u over een half uurtje
of zo nog eens op, dan weten we
misschien meer".
Stellinga legde de telefoon neer
en keek beide mannen aan. „Zo,
jongens, nu hebben we de handen
vrij. Tamminga, ga jij eens naar
die motorboot en kijk, of er geen
moeilijkheden zijn. Zeg tegen de
jongens, dat ze de schuit zorgvuldig
bewaken. Zodra het daglicht door
breekt, komen we ook en gaan we
die boot eens radicaal doorzoeken.
En wij gaan hier in huis eens neu
zen.
Gedurende ruim twee uren werd
de grote villa vertrek voor vertrek
minutieus doorzocht, maar er werd
niets gevonden, dat ook maar
enigszins verdacht leek. In ieder
geval was er in huis geen spoortje
van smokkelwaar te vinden.
In die tijd belde Stellinga nog
eens het ziekenhuis op. Om half
twee kreeg hij de mededeling, dat
patiënt Koenders enkele gekneus
de ribben had, een kaakfractuur en
een hersenschudding. Bovendien
een gebroken bovenarm. De patiënt
was tot bewustzijn gekomen en
klaagde over veel pijn. Men had
hem een verdovend middel gegeven
en daarna was hij in een onrustige
slaap gevallen. De toestand was
ernstig, maar niet bepaald zorg
wekkend. Er bleef een verpleegster
aan zijn bed en in de vroege mor
gen zou zijn toestand opnieuw on
der de loupe genomen worden. Dat
wat alles, wat voorlopig kon wor
den gedaan.
Stellinga dankt de portier voor
zijn inlichtingen en legde de tele
foon neer. „Help me onthouden,
Tamminga", zei hij, „dat ik mor
genvroeg zijn familie in Utrecht
waarschuw. En ook die mensen in
Wilschoten, waar hij logeert".
„Ik zal er aan denken inspekteur,
maar het is eigenlijk nu al „mor
genvroeg".
De ander lachte. „Ach ja, dat
gaat zo in ons vak, als je dag en
nacht werkt".
(Wordt vervolgd)