Polder „Schouwen" krijgt uit wateringscapaciteit van 900 m3 per minuut Dreischor's vlasindustrie in de knel De betekenis van het Landbouwhuishoudonderwijs De paardenfokkerij op Schouwen-Duiveland Als alles gereed is Ontwatering in het ver'eden liet veel te wensen or er In het verleden Uet de ontwatering van de grote polder Schouwen nog veel te wensen over. Het overtollige water moest via de zeesluizen de polder verlaten. Dit was zeer bezwaarlik, als men nagaat dat bet grootste deel van de polder 1 a VA meter beneden N.A.P. ligt. Aan vankelijk ging men, om hierin verbetering aan te brengen, molens plaatsen, echter met weinig resultaat. In 1875, toen het stoomwezen 2\jn intrede had gedaan, besloot men tot de stichting van een stoom gemaal. Dit kon al in 1877 in werking worden gesteld. Bij grote regenval kwamen ech ter nog grote en laaggelegen ge deelten van Schouwen onder water te staan. Daarom werd een schei ding gemaakt tussen Hoog- en Laag Schouwen. Bij veel regenval werd Hoog Schouwen tijdelijk afgesloten door middel van sluisjes in de wa terleidingen. Als het water in Laag Schouwen weer wat was gedaald werden deze weer geopend. Ook in hoog-Schouwen De lage gebieden in Hoog Schou wen verdwenen ook (te) dikwijls onder water, inzonderheid het ge bied van „Den Osse". Door prof. Visser uit Wageningen werden (kosteloze) adviezen gegeven. Het was deze geleerde die met een aan vaardbaar plan voor een gemaal voor de dag kwam. Het gemaal („Den Osse") kwam in 1927 tot stand en bleek al spoedig een grote verbetering voor de waterbeheer sing van geheel Schouwen. De watertoevoer De aanvoer van het water naar de gemalen was soms nog zo mi nimaal dat het kon gebeuren dat de gemalen „waterloos" waren, ter wijl op geringe afstand nog zeer veel water aanwezig was. Om hier in verbetering te brengen nam men kontakt op met de Cutuurtechni- sche Dienst. Op handen zijnde ver beteringen konden door het uitbre ken van de oorlog niet doorgaan. Na de bevrijding in 1945 was de toestand op Schouwen treurig te noemen. Opnieuw werd kontakt opgenomen met de C.D. om tot een algehele verbetering van de water- aanvoer te komen. Wijlen de heer Breeman van deze dienst ontwierp de plannen waarvan de kosten be groot werden op 3 miljoen gulden. Tweederde van dit bedrag werd rekening Rijk, één derde gedeelte kwam ten laste van de polder. In '46 werd met het graven van een grotere waterleiding een aanvang gemaakt. In aansluiting hierop kwam in 1951 het gemaal Schelp- hoek tot stand. De Prunje Een klein gemaaltje werd opge richt voor de ongeveer 800 ha. van het laagste deel van Schouwen: het gemaal Prunje. „De Schelphoek" Met de huisnijverheid van Drei- schor: de vlasindustrie, dreigt het spaak te lopen, gezien de moeilijke afzet en de lage marktprijs. Sinds mensenheugenis is Drei- schor het centrum van de vlasnij verheid van het eiland geweest. In de kinderjaren van opa Kip was de vlasindustrie reeds van beteke nis voor vele kleine vlassers. De bewerking ging toen nog zeer ouderwets; het zwingelen ging toen nog allemaal met de hand. Het ge rote vlas werd toen nog bewerkt met de zg. „spoane" of wel spaan geheten, d.i. een houten plankje met een enigszins gescherpte onderkant waarmee het vlas werd geslagen totdat alle scheven er uit geslagen waren. Een zeer tijdrovend werk. Zwingelmolens Omstreeks de eeuwwisseling kwamen de trapmolens in zwang. Dit gaf een grote verbetering wat betreft de opvoering van de pro ductie, doch voor de vlasser was het een zeer zwaar werk daar hij door middel van een hefboom de kon in 1951 in werking worden ge steld. Hierdoor was het nieuwe ontwa teringsplan zo ver gevorderd dat alleen nog in de Westhoek de wa terleidingen moesten worden ver beterd. Voor dit gebied (ruim 2000 ha.) werd een ruilverkaveling aan gevraagd, waarmee in '52 werd be gonnen. door: J. KLOMPE voorzitter Waterschap „Schouwen" te Serooskerke Het streven: „een betere ontwa tering van Schouwen" was vrijwel bereikt toen alles op de le febru ari '53 totaal vernield werd door de watersnood: „De Schelphoek" werd buitengedijkt, de boezems van „Flaauwers" gingen door dakdich ting verloren. Schouwen werd her- verkavelingsgebied. J. KLOMPE Schouwse dijk goede tweede waterkering Na de laatste dakdichting Na de sluiting op 27 augustus van het laatste dijkgat in Schouwen konden de pas nieuwe of vernieuw de gemalen bij de droogmaling gem dienst doen. Eind september kon de bemaling met noodpompen eerst beginnen. Eerder liet de toestand van „de dijken" niet toe. De gema len „Den Osse" en „Flaauwers" konden worden hersteld. Het bui- tengedijkte gemaal „Schelphoek" werd gedemonteerd en verplaatst naar „Den Osse". Bij „Prommel- sluis" verrees een nieuw gemaal met twee pompen van 250 en 300 m3 waterverplaatsing per minuut. Van Haamstede naar „Den Osse" Thans loopt een grote water leiding vanaf de Meeldijk bij Haamstede door Schouwen naar „Den Osse", met een af takking naar „Flaauwers". De ze leiding voert ook het water van de Burgh- en Westland- polder af en heeft een vari ërende breedte tot 30 m. toe. Ook de onderbemaling van Prun je werd verplaatst en brengt zijn afvoer thans op de grote leiding. Het water van de middenpolders (1200 ha.) heeft een eigen afvoer en Zal Novivlas uitkomst brengen zwingelmolen met de voet in be weging moest brengen. De trapmo- len had een groot ijzeren wiel met een middellijn van plm. 1.20 m., waaraan 12 houten spanen beves tigd waren, welke dan de scheven uit het vlas sloegen. Na de eerste wereldoorlog deden de explosie-motoren hun intrede, hetgeen een gehele modernisering van de vlasbewerking ten gevolge had. De trapmolens verdwenen en werden omgebouwd om met „stoom" aangedreven te worden, hetgeen een aanmerkelijke produc tieverhoging ten gevolge had. In 1920 werd de Coöperatieve Vlasroterij opgericht. "Werd het ro ten van het vlas tot nu toe groten deels in de sloten rond het dorp toegepast, thans wordt dit rotings- proces in de roterij te Schudde- beurs verricht. Verkreeg men met het sloot-roten het zg. witte vlas, in de roterij te Schuddebeurs vindt het roten in de putten plaats. Vlaszwingelturbine Het duurde echter nog tot na de watersnoodramp van 1953 alvorens de vlassers op Dreischor zich ge heel omschakelden op de modern ste wijze van het zwingelen van het vlas. Toen is men nl. tot de op richting gekomen van de Coöpera tieve Vlaszwingelturbine. In deze fabriek wordt het vlas op de mo dernste wijze gezwingeld. Wat de toekomst op het gebied van de vlasindustrie brengen zal is zeer duister. De grootste concur renten van het vlaslint zijn de ka toenen garens, de nylons, perlons en andere kunstmatig verkregen vezels. Door het T.N.O. te Delft is er éen nieuwe bewerkingswijze ontwik keld, welke zich in een vergevor derd stadium bevindt. De proefne mingen waren eind 1953 zover ge vorderd dat er besloten werd om te proberen een stichting op te richten waarin de vlassers, vlas handelaren, de spinners, wevers en de landbouwers vertegenwoordigd waren om gezamenlijk tot de op richting van een proeffabriek te komen teneinde de experimenten in het groot voort té zetten. Deze fabriek is dan ook tot stand geko men en onder de naam Novivlas is de fabriek te Delft gebouwd. Novivlas Mocht deze nieuwe bewerkings wijze slagen, dan zal het bewerken van het vlas veel minder arbeid vragen. Het roten vervalt dan. Bij de nieuwe bewerkings-methode gaat men uit van gerepeld vlas. Dit wordt gelijkmatig in een inge nieuze machine gevoerd en 't komt er als lint uit, dus gezwingeld en gehekeld en wel. Tevens is het ge heel ontdaan van de scheven, dus direct geschikt om tot garens ge sponnen te worden. Of deze nieuwe bewerkingswijze zal slagen moeten wij afwachten. Zo er echter per spectief in blijkt te zitten zal dit voor de vlassers grote financiële inspanning vragen daar de thans gebruikte machines dan geheel buiten gebruik komen en men zich van geheel nieuwe machines moet voorzien wil men het vlas op de nieuwe wijze kunnen bewerken. gemaal gekregen bij het Sas te Zierikzee. J)e „Schouwse dijk" In de Schouwse dijk komt nu geen enkele duiker meer voor, zo dat deze een goede tweede kering genoemd kan worden. Het gemaal in den Osse is bedrijfsklaar met een capaciteit van 300 ms. per minuut. Het oude staat er ook nog met 125 m3. Dit zal worden afgebroken als het nieuwe gemaal „De Prommel" klaar is. Verwacht wordt dat dit over een jaar het geval zal zijn. Ook het oude gemaal te Flaauwers zal dan buiten dienst gesteld wor den. Als alles gereed is beschikt Schouwen over een uitwateringsca paciteit van 8 a 900 ra3, per minuut voor een gebied van 9000 ha. (met nog wat water uit de duinen), het geen voldoet aan de eisen die men tegenwoordig aan een goede water beheersing stelt. De pas vernieuwde en uitgebreide Landbouwhuishoudschool Prinses Julianate Zierikzee voor stad en eiland De Coöperatieve Vlaszwingelturbine te Dreischor Wanneer hun dochter de lagere school gaat verlaten en ook als het oudere meisje in het bezit van het Mulo-diploma komt of 3-jarige R. H E.S., komen vele ouders voor de vraag te staan: „wat nu?" Voor sommige is dit niet moeilijk omdat men reeds een vermoeden heeft in welke richting de beroeps keuze gaat. Vanzelfsprekend spelen aanleg, interesse, intellect hierbij een grote rol. Voor meisjes die 6 klassen der lagere school hebben doorlopen is een mooie en nuttige, vervolgopleiding de landbouwhuis houdschool. Daar ook de leerplichtige leerlin gen tot de landbouwhuishoudschool kunnen worden toegelaten heeft het onderwijs zich hierbij aan moe ten passen en zal in de toekomst blijvend aanpassing gezocht moe ten worden aan de wisselende om standigheden van de milieus waar uit de leerlingen komen. Deze leerplichtinge meisjes nu komen op de zg. primaire opleiding. Deze cursus duurt 2 jaar. Er wordt lesgegeven in algemeen vormend onderwijs, koken en huishoudelijke vakken, naaldvallen, tekenen, zin gen, gymnastiek, tuinbouw, Engels, kindei-verzorging en opvoeding. door mej. C. N. VAN LIERE directrice Landbouwhuishoudschool te Zierikzee De leerlingen ontvangen dus een algemeen vormende opleiding. Niet altijd wordt dit ten volle gewaar deerd. Het komt nog wel eens voor dat men het heel belangrijk vindt dat de meisjes naaien en koken le ren, maar dat men eigenlijk Neder landse taal, rekenen e.d. niet zo no dig vindt. Gelukkig gaat men ge leidelijk aan toch begrijpen dat het van groot belang is wanneer het meisje zich later gemakkelijker kan aanpassen aan de verschillende omstandigheden. Doordat deze meisjes op een leef tijd zijn dat zé graag zelf bezig zijn, heeft men hiermede met de lessen rekening gehouden. Het is anime rend wanneer ze later de zelfge- kookte maaltijden mogen gebruiken in een daarvoor gezellig ingericht eetzaaltje waardoor de huiselijke sfeer bevorderd wordt. Bij de school is een mooie bloemen- en groentetuin, waar de leerlingen zelf in werken en waaruit ze de bloemen halen om de school een fleuriger aanzien te geven, waar door ze meteen leren, hoe ze aar dige bloemstukjes kunnen maken, terwijl ze de groente weer op de kookles klaarmaken. Assistente huishouding Na de primaire opleiding bestaat de mogelijkheid de éénjarige cur sus voor „Assistente Huishouding" te volgen. De in de vorige jaren op gedane kennis kan nu meer aan de practijk worden toegepast, waarbij de meisjes zelfstandiger worden. Men tracht dit te bereiken door de meisjes enige uren per week in ge zinnen te laten werken. Meisjes die tVvee jaar Mulo hebben gevolgd kunnen ook tot deze opleiding wor den toegelaten, maar dan duurt de cursus twee jaar. Men tracht de meisjes een zo al gemeen mogelijke vorming te ge ven, daar zij straks als huisvrouw niet alleen de materiële, doch ook de geestelijke verzorging van haar gezinsleden zal dienen te beharti gen. Voor diegenen die geen eigen gezin te verzorgen krijgen is het eveneens van belang de specifiek vrouwelijke leant van haar wezen tot ontwikkeling te brengen. Men mag verwachten dat meisjes met een getuigschrift „Assistente Huis houding" de voorkeur verdienen voor diverse huishoudelijke beroe pen. De „Inas"-opleiding In september 1955 is men gestart met een heel nieuwe opleiding en wel de zg. Inas of „Inrichtings-As sistente". Voor toelating tot deze opleiding moet men het diploma „Assistente Huishouding" hebben. Deze opleiding heeft ten doel meis jes een opleiding en vorming te ge ven die haar in staat stellen ver schillende functies in ziekenhuizen, inrichtingen, internaten e.d. te ver vullen. De opleiding duurt 2 jaren. Eerst hebben de leerlingen 9 maanden op school onderwijs, daarna gaan ze 1 jaar in de practijk en wel 2 maan den in gezin, 6 maanden in een ziekenhuis, 3 maanden in een door de Geneeskundig Hoofdinspekteur goedgekeurde inrichting, 1 maand vacantie en daarna weer 3 maan den onderwijs. Gedurende de practijk verdienen de leerlingen reeds, boven vergoe ding van kost en inwoning. Momenteel zijn er 8 leerlingen van onze school in de practijk en ze voldoen heel goed. Tijdens het practijkjaar blijven ze onder gere gelde controle van de school. Voor meisjes die Mulo of middel baar onderwijs hebben genoten en later soms een werkkring vinden waarin geen sprake is van een vrouwelijke vorming, vindt men op verschillende landbouwhuishoud- scholen de „Vonningsklas". Ook al zou men reeds een beroep hebben gekozen, zou het gewenst zijn om deze meisjes eerst de kans te geven deze éénjarige cursus te laten volgen. Zij leren hier veel dingen waarvan ze hun gehele le ven nut en plezier hebben, terwijl meisjes die eigenlijk niet precies weten wat ze willen, hierdoor soms tot een keuze komen. Het diploma van de vormingsklas geeft de mogelijkheid tot opleiding lerares bij het huishoudonderwijs, maatschappelijk werkster, ver pleegster enz. Meisjes die een uitgesproken aanleg hebben voor de naaldvak ken, kunnen, als zij in het bezit zijn van het primair diploma, tot huis naaister en costumière-coupeuse worden opgeleid, waardoor zij latei- in staat zijn in eigen onderhoud te voorzien. De kleine boer toont meer belangstelling voor een goed trekdier Als gevolg van de buitengewone omstandigheden, met name de ramp van februari 1953, heeft zich op ons eiland de motorisatic wel zeer snel voltrokken. Bij de vloedramp verdronken 450 paarden, terwijl de rest moest worden afgevoerd en daarna verkocht. Toen de polders droogvielen gingen vele paardenhouders onmiddellijk tot mechanisatie over, zodat er maar een klein deel overbleef dat andere trekdieren aan schafte, die evenwel van hoger gehalte waren dan hun verdronken voorgangers. Na de tentoonstelling in juli 1937 verdwenen vele stallen, maar een oude gedegen kern van fokkers bleef bestaan, waarom zich nu de hele paardenfokkerij op het eiland beweegt. Na de ramp is het speciaal de kleine boer die meer belangstelling is gaan tonen voor een goed paard, in tegenstelling met vroeger toen de betere paarden meestal op de grotere bedrijven werden aange troffen. Het houden van een goed stamboekpaard wordt tegenwoor dig vergemakkelijkt daar er meer mogelijkheden zijn van een bekend stal een goed merriepaard aan te schaffen, terwijl men zich meer be wust is geworden van de waarde een goed paard te bezitten. Zag men voorheen weinig fok kers met veel paarden, thans zijn het veel fokkers met weinig paar den welke het peil der dieren kwa litatief hoog houden. De „Bond van Paardenfokkers" heeft nu meer leden dan voor 1940, terwijl de activiteit der vereniging niet onbelangrijk steeg. De jaar lijkse veulenkeuringen getuigen hiervan, waarvan de aantrekkelijk heid nog woi'dt verhoogd door het samengaan met de premiekeurin gen. Waar het aantal van 130 inzen dingen op de tentoonstelling goed genoemd mag worden, deze inzen dingen zullen kwalitatief niet onder doen voor hetgeen op de laatste ex positie werd getoond. Waren er voor 1940 nog verschil lende hengstenhouders, zoals L. P. Hanse, C. J. H. Koopman, L. J. Kooman, G. J. Klompe en C. Pad mos, na 1947 is dit aantal geslon ken tot enkele, welke besloten zich te associëren. Bij constant aantal dekkingen in de laatste drie jaar exploiteerde de hengstenhouders- combinatie als enigste hengsten- houder twee hengsten op het eiland nl. de 4-jarige bruinschimmel Da vid K 2485 welke afstamt van de kweekvader Nic van Ella en de prima fokkende moeder Clottilly van Brunswijk, welke het vorig jaar' tot elite-merrie werd verhe ven. Van de hengst David" K 2485 zijn dit jaar de eerste veulens ge boren, welke men op de tentoon- stelling zal kunnen aanschouwen. Als tweede hengst fungeert „Azur van Melo" van de fokstal fam. Steyaert te Grauw. De laatste jaren is er een kleine groep die zich op de warmbloed fokkerij heeft geworpen. Hiervoor vinden nu ook jaarlijks premiekeu ringen plaats. De producten van deze fokkers zal men ook op de ten toonstelling kunnen zien. De Landelijke Rijvereniging mag in dit korte relaas niet onvermeld blijven. „De Schouwse Ruiters", on der de bekwame leiding van de heer L. M. Moermond, hebben over verschillende jaren reeds vele successen in den lande kunnen boe ken. Stamboek en premie-hengst David K 2485

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1957 | | pagina 6