Raadsel in Nijmegen PHILIPS Philips radiotoestellen cadeau! Nimmer getrouwd let kind en zijn spel ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE vrijdag is februari 1957 no. isios uit Duizetid-en-één-Nacht Ga vlug naar uw Philips handelaar Doe mee aan de grote Philips prijsvraag Als u nu een Philips radiotoestel of radiogrammofoon koopt, kunt u deelnemen aan een geweldige prijsvraag. Want Philips geeft aan 501 kopers de contante prüs terug, terwijl 500 andere kopers een tweede toestel cadeau krijgen. Grijp deze unieke kansGa het prgsvraag-vouwblad vragen aan uw Philips handelaar, die u gaarne alle gegevens verstrekt. Een Duitse moeder van 15 kinderen heeft eerst nu ont dekt, nimmer getrouwd te zijn geweest. Zij werd in 1928 door een zekere Johann Sulzinger, die reeds was ge trouwd, zogenaamd naar het stadhuis geleid. Doch in wer kelijkheid was het een café, waarvan een achterzaaltje voor de gelegenheid in een trouwzaal was getransfor meerd. Vrienden van Sulzin ger vervulden de rol van burgemeester en ambtena ren. De jonge argeloze bruid kreeg zelfs een „trouwboek je". Kort geleden echter wilde „mevrouw Sulzinger" een duplicaat hebben van haar trouwboekje. Nu weet zij, dat haar 15 kinderen niet wettig zijn en dat zij eigen lijk geen recht heeft op een weduwenpensioen, dat haar reeds vier jaar, na de dood van haar echtgenootis uitgekeerd. „M.U.K." ZEGGEN DE HONGAREN Ingezonden mededeling I Kerknieuws IJSSrT,, LotxixemairG Aan de Technische Hogeschool te Delft slaagde voor het ingeni eurs-examen werktuigkundig inge nieur, de heer J. de Visser, afkom stig van Zonnemaire. Op 15 maart viert het Hongaarse volk de opstand van 1848 Coop. Tuinbouwveiling der Z.H.E. „Ja, ja, het geld zit raar ver deeld", gaf haar broer toe. Terwijl zij even stonden te kij ken, bemerkten zij, dat de grote auto, die langzaam voortreed, het hek binnen ging van de tuin der Nabarescu's. Voor het huis bleef de wagen staan, terwijl de bestuurder, die er in bleef, de klakson even liet werken. „Komaan", zei Ernst, „dat is iets ongewoons". „Hoe dat zo?" informeerde zijn zwager. „Ernst heeft gelijk", stemde Else toe. „Het is nog niet vertoond, dat de Van der Zuyden's en de Naba rescu's omgang met elkaar hebben. Zowel de familie Nabarescu als de Voerendaels hebben tot nu toe de Van der Zuyden's links laten lig gen". De voordeur was open gegaan. Een betrekkelijk kleine, donkere heer in het grijs kwam naar buiten en liep op de wagen toe De be stuurder had het voorportier ge opend en er scheen een gesprek te worden gevoerd. „Het is misschien onbescheiden", zei Sven, „maar ik ben nu eenmaal erg nieuwsgierig Zijn dat de heren Van der Zuyden en Nabarescu?" „Nee", antwoordde Else. „De man in de auto is mij onbekend en de ander ook. Maar de wagen is wel degelijk van Van der Zuyden". „En het huis is van Nabarescu", vulde de inspekteur droog aan. Zij zagen, hoe uit het huis al gauw een dame kwam, het was de zelfde jonge vrouw, die zij eerst met de kleine Nadia hadden gezien. Ze ging naar de wagen en reikte de bestuurder de hand. Toen de drie wandelaars verder gingen, stonden de jonge vrouw en de donkere man in het grijs naast de auto in druk gesprek met de bestuurder. Blijk baar kenden zij elkaar, want niets wees er op, dat het hier een ont moeting tussen vreemden betrof. „Welnu", stelde Ohlquist vast, „al gaan dus de families Nabarescu en Van der Zuyden niet met elkaar om, met hun gasten schijnt dat toch wel het geval te zijn. Het bekende spreekwoord van les amis, die ook mes amis zijn, gaat dus vermoede lijk niet altijd op". Met belangstelling keek hij en kele minuten later naar het gróte buitenhuis, dat Frau Eschenbach bewoonde. Er was een tegelterras voor en daarop stonden enige lig stoelen. Hierin hadden zich drie meisjes in fleurige jurkjes neerge vleid, terwijl twee opgeschoten jongens met sporthemden en flanel len broeken er bij stonden, de han den in de zakken en een sigaret in de mond. Vrolijk gelach steeg op. De zomergasten van de Duitse pen sionhoudster hadden blijkbaar pret. Langs verschillende buitenwegen brachten de Verhagens hun Deense gast. Hij toonde interesse voor de huizen en voor de bossen, hij keek naar enkele mensen, die zich in de tuinen en bij de woningen lieten zien en hij was de eerste, die de grote auto van de familie Van dar Zuyden opmerkte, toen deze hem voorbijreed Achter het stuur zat de onbekende heer, die de wagen naar het huis van de Nabarescu's had gereden en achterin zaten de beide gasten van deze laatste familie. De jonge vrouw van wie zij door de snelheid van de wagen slechts een glimp kónden opvangen, had in ieder geval een andere japon aan getrokken De wagen reed weg in de richting van de stad. En toen Ohlquist dit merkte, toonde hij plotseling lust om ook naar de stad te gaan. „Is er niet een plekje om rustig te zitten, te luisteren naar wat mu ziek en zoiets?" vroeg hij. „Ik wil niet zeggen, dat ik het niet kan uit houden in jullie aardige woning, maar een mens heeft af en toe be hoefte aan een verzetje". „Ik vermoed, dat je tegelijk een plaats bedoelt, waar de zomergas ten nogal eens plegen te komen", veronderstelde Ernst. „Tja", gaf de inspekteur toe. „Al le Nijmegenaren zijn natuurlijk vreemd voor mij, zodat het me niet kan schelen om die rond me te zien. Maar ik kan me voorstellen, dat doorgewinterde Nijmegenaren als jullie graag eens de gezichten van onbekenden willen zien. Dat geeft je zo'n beetje het gevoel, of je in een internationaal verkeerscentrum zit". „Per slot van rekening is je wens om ergens heen te gaan dus niets anders dan een menslievende nei ging ten opzichte van ons", stelde zijn zwager vast. „Maar je begrijpt dat wij dit erg op prijs stellen en wensen van onze gast zijn wet voor ons. Moet jij nog een andere japon aantrekken, Else?" „Ja, ik kan toch hierin niet uit gaan I" riep zijn vrouw. (Wordt vervolgd). Sandor Petöfi volksheld en dichter (Van een speciale medewerker) Door geheel Hongarije gonzen ge ruchten, dat men van plan is op 15 maart, bij de herdenking van de op stand In 1848, de opstand van okto ber voort te zetten. In ieder geval is men reeds bezig met een fluister campagne tegen de regering Kadar. Een fluistercampagne, die gevoerd wordt onder de codewoorden M U. K., de eerste letters van de Hon gaarse woorden: „In maart begin nen we weer". Deze fluistercam pagne is een soort ketting-propa- ganda, waarbij men anonieme brie ven rondstuurt, die door de ontvan gers overgeschreven en weer ver spreid worden. Want ieder jaar, op 15 maart, viert het Hongaarse volk de op stand van 1848, de eerste grote vrij heidsstrijd van het Hongaarse volk. De ziel van deze Hongaarse opstand was Sandor Petrovics, beter bekend onder de naam Sandor Petöfi, een naam die hij om politieke redenen aangenomen had. Midden in Boedapest staat een groot standbeeld van deze vrij heidsstrijder en aan de voet van dit monument brak ook de oktober-re- volutie van 1956 uit. Petöfi was ook de dichter en componist van het Hongaarse vrijheidslied: Talpa, Ma gyar! (Op, Hongaar!), dat men ook in Nederland de laatste malen meer dan eenmaal heeft kunnen horen. Sandor Petöfi was de zoon van arme ouders. Zijn vader was slager, zijn moeder een eenvoudige was vrouw. Als knaap bezocht hij het college te Papa, maar op zestien jarige leeftijd verdween hij, na een hevige ruzie met zijn vader. Hij kwam bij een rondtrekkend toneel gezelschap terecht en hield het daar als helper enkele maanden vol. Het armoedige bestaan van dit gezel schap was niet naar zijn zin en hij meldde zich op zekere dag bij het Habsburgse leger. Op grond van zijn zwakke gezondheid werd hij niet aangenomen en Petöfi ging weer toneelspelen. Maar zijn suc ces lag in een andere richting: hij werd volksdichter. In 1842 werd zijn eerste gedicht gepubliceerd in een vooraanstaand letterkundig tijdschrift. Na dit succes volgden er meer en de grote Hongaarse dichter Vörösmarty noemde hem „de eerste grote volksdichter van Hongarije". Zijn bundels gedichten werden dan ook vlot verkocht. In 1846 werd Petöfi verliefd op Julia Szendrey, de dochter van een graaf. Maar deze liefde weerhield hem niet om te schrijven Het ene boek na het andere verscheen; ver zen, toneelstukken, korte verhalen en romans. Meestal voor de jeugd en die jeugd keek naar hem op Hij bracht de jongens en meisjes in be- DE HULPVERLENING AAN HONGARIJE geestering en zijn literaire produc tie groeide steeds, vooral toen hij zich liet inspireren door de schrij vers van de Franse revolutie. Talpa Magyar Dan komt de dag van de vijf tiende maart 1848. Voor het eerst zingt hij voor een aantal studenten zijn nieuwste vrijheidszang: „Talpa Magyar!" Nog is het lied niet ten einde of de studenten zijn door de tekst en de muziek zo enthousiast, dat ze schreeuwen: „Naar de druk kerij! Weg met de censuur! Weg met de politie!" De studenten trekken naar bui ten, door de straten, uit volle borst het lied zingend Grote groepen studenten sluiten zich bij hen aan. Tenslotte ook mannen, vrouwen en kinderen. Het is een eindeloze stoet die naar de Oostenrijkse Drukkerij trekt. De drukkerij wordt door de opstandelingen bezet. De tekst „Op, Hongaar" wordt gezet, alsmede een proclamatie in twaalf punten, nl. afschaffing van de censuur, een de mocratische regering, een jaarlijk se landdag, vrijheid van godsdienst, een nationaal leger, rechtvaardige verdeling der heldingen, nieuwe wetten, een nationale bank, vrijla ting van politieke gevangenen, enz. In massa's stromen de biljetten uit de Hongaarse staatsdrukkerij en overal weerklinkt de kreet: „Op, Hongaar!" De revolutie overspoelde h'et Hongaarse land. De vrijheidsstrijd duurt maanden en maanden. De Hongaren strijden hardnekkig tegen de dwingelandij der Habsburgers. Als de Oostenrij kers het niet meer tegen hen kun nen bolwerken roepen ze de hulp in van de Russen. Nu weten de Hongaren dat hun strijd vergeefs is geweest. Maar moedig strijden ze door, tot de laatste druppel bloed Op 31 juli 1849 woedt de slag bij Schassburg in Zevenburgen. Voor aan leidt Petöfi zijn mannen naar het gevecht. Voor hun ogen ver dwijnt hij in het oorlogsrumoer. Nooit meer zal men iets van hem terugvinden. Zijn verdwijnen in 1849 betekende het einde van de Hongaarse vrijheidsstrijd, het ein de van een illusie. De geschiedenis van deze vrij heidsheld, gezien in het licht der geschiedenissen van de laatste tijd, is frappant en benauwend. Want Petöfi heeft ook de revolutie van oktober 1J. scheen het of de opstandelingen het zouden halen. Maar ook in 1956 werd de hulp van de Russen inge roepen, waardoor de dageraad van een nieuwe dag voor de Hongaren werd verschoven. Zal er op 15 maart a.s. opnieuw bloed gaan vloeien? Het Hongaarse volk heeft wèl verloren, maar het is niet ver slagen! b De ministers van Handel en van Financiën van zeventien Europese landen hebben op de conferentie te Parijs, in beginsel overeenstem ming bereikt over het onmiddellijk doen aanvangen van onderhande lingen voor het opstellen van een conventie voor een vrijhandelszone, aldus wordt uit conferentiekringen vernomen. 100.000 ton graan nodig Een functionaris van het Inter nationale comité van het Rode Kruis, E. W. Meyer, die met de Hongaarse regering heeft onder handeld, heeft in de V.S. verklaard, dat Hongarije dringend 100.000 ton graan nodig heeft om de leemte te vullen tot de volgende oogst. Hongarije heeft ook steenkool nodig voor de ziekenhuizen en so ciale instellingen en veevoer. Volgens Meyer heeft de Hongaar se regering in geen enkel opzicht het werk van de commissie voor hulpverlening, die tot dusver 11 000 ton goederen, waaronder levens middelen, heeft verdeeld, gehin derd. De communistische landen had den de laatste weken Hongarije met 500.000 ton goederen geholpen De ze hulpverlening was niet geschied door bemiddeling van het interna tionale comité. „Uw lot is hun lot" (Ingezonden). Ten behoeve van de Nederlandse militaire oorlogsslachtoffers zal een financiële algemene actie worden gehouden. Doel: bouw van een moe derhuis met zeven dubbele bunga lows (Doorn). De heer A. M. Bergers, bekend door het leiden van geslaagde fi nanciële acties, zal ook deze actie, die gevoerd wordt met loten in 4 kleuren, oranje, rood, wit en blauw, organiseren. De loten die f 1 per stuk kosten en op duizenden ver kooppunten ln het land verkrijg baar worden gesteld, stellen bezit ters van prijsbepalende loten twee honderdduizend gulden aan prijzen waaronder vijf woonhuizen ieder van f 20.000 of goederen in het vooruitzicht. Ook de actie: „Appèl" betreft wederom een moderne con troleerbare collecte die dankbare Nederlanders in staat wenst te stellen een ere-plicht te vervullen tegenover hen die voor onze vrij heid validiteit hebben geofferd en thans zelf hulp nodig hebben. I WIJ OUDERS „Ik vind die tante niets lief", zei kleine Eddy, nadat moeder de be zoekster uitgelaten had. „Maar jon getje, waarom niet?" vroeg moeder verbaasd. „En ze heeft nog wel zul ke lekkere zuurtjes voor je meege bracht". „Toen ik haar mijn porte- monneetje liet zien, zei ze: „Och, jongen, dat is geen portemonnee. Dat is een papiertje", pruilde Eddy. Moeder trok het kereltje op haar schoot Ze begreep hem opeens zo goed. Ze bedacht, dat haar vrien din geen kinderen had en er daar om, hoe zeer ze haar best ook deed, om lief voor andermans kinderen te zijn, ook nooit in slagen zou, écht hun hart te winnen Eenvoudig, omdat ze in hun fantasieën niet vermocht te volgen. Toch hoeft dit vermogen niet af te hangen van het zelf al of niet hebben van kinderen. Er bestaan kinderloze vrouwen die geboren moeders zijn en het kleine kind tot in de finesses aanvoelen. Er zijn daarentegen ook moeders, die nooit zullen leren. Of omdat ze geen tijd of interesse hebben, zich m de kindergeest te verdiepen, óf omdat ze zelf te nuchter en te fan tasieloos zijn, om enige verbeel dingskracht op te brengen. Of om dat ze niet van die „onzin" houden en menen, het kind meer goed te doen, door hem zo vlug mogelijk met zijn twee beentjes stevig op de grond te planten. Zij beseffen helaas niet, hoe rijk gezegend kinderen zijn, die o.ver een grote, warme fantasie beschik ken. Kinderen uit arme gezinnen kunnen zich daardoor oneindig ge lukkiger voelen dan de spruiten uit een rijk milieu, wie het materieel aan niets ontbreekt, maar die geen dromen hebben om uit te putten. Men behoeft niet zo gauw mede lijden te hebben met kinderen, wier ouders hen in afgedragen kleertjes moeten laten lopen, omdat het geld voor nieuwe ontbreekt als ze er thuis maar iets anders voor in de plaats ontvangen. Ook de behoef tige moeder zelf, hoeft zich niet al te veel zorgen te maken, dat haar kinderen iets ontbreekt, wanneer het op tafel niet altijd vetpot is. Wanneer zij met haar kind kan „spelen", wanneer zij veel liefde en warme belangstelling voor hem heeft, geeft zij hem méér en kost baarder gave dan de lekkerste ver snaperingen. „Met moeder kun je het fijnste spelen", zegt Eddy, over wie we het zoeven hadden, altijd. Dat betekent helemaal niet, dat zijn moeder steeds met hem bezig is en aan de gewone spelletjes al tijd mee moet doen. Daar zou Eddy's moeder, die alles zelf op moet knappen, trouwens geen tijd voor hebben. Nee, ze speelt met Eddy onder haar werk. Als moeder bv. bezig is de kachel aan te ma ken, kun je Eddy naast haar zien zitten, druk bezig met het bouwen van een huisje van kachelhoutjes „Dat is een paleis, waar jij later in komt te wonen", vertelt hij. En onder de bedrijven door fantaseert moeder met hem mee en overleg gen ze samen, hoe ze de kamers in zullen richten en de mooie, grote tuin aanleggen met een grote vij ver met eendjes, die ze samen elke dag heerlijk kunnen gaan voeren En zo gaat het met alles. Moeder vangt Eddy altijd op. Ze laat hem nooit in de steek en zeker zal ze zijn fantasieën nooit belachelijk maken of ze afbreken. Dit is het verschil tussen Eddy's moeder en de tante, die in zijn „portemon- neetje" niets anders dan een dood gewoon stukje papier kon zien MARCELLE. (Nadruk verboden). Veiling van 13 februari 1957 >*XMX"X"X«»X44X**X"X"X"X"X"X"X"X"X~X*X"X"X~X**X*4X«X"X,*X«X~X*«X4X**X44X«X~>**X"X*4X'' FEUILLETON door G. PLANTEMA Moet in Nederland anders worden gepreekt De organisatie voor Hervormde gemeenteleden „In dienst der Kerk" gaat op 27 maart een toogdag hou den in Apeldoorn, waar men zich zal bezinnen over de vraag of er in Nederland niet anders moet wor den gepreekt. Uitgangspunt daarbij is, dat de preek in de reformatori sche eredienst belangrijk is en moet blijven, maar dat men zich moet afvragen of de wijze van prediking nu wel weerklank vindt De avond voor de toogdag zal prof. dr E. L. Smelik een inleiding over dit vraagstuk houden. Op de toogdag zelf zal een en ander worden be sproken door een forum, waarin ?en aantal predikanten en leken zitting heeft. De bezittingen van de bemanning van de Nederlandse kustvaarder „Breezand" die maandag vijf kilometer van Bayonne in Frankrijk (bij Boucau-Tarnos) is gestrand, worden met behulp van lange lijnen aan land gebracht. De bemanning van het schip is aan land, doch de kapi tein is aan boord gebleven. Op het ogenblik ligt het schip bij eb geheel droog, zodat het op het strand gerepareerd kan worden. Het aantal draadomroep-aanslui tingen kwam in dezelfde maand op 544.132. De moord te Nieuw en Sint Joosland Rode kool f 9-15; Witte kool f 5,50; Boerenkool f 15; Gele kool f 17; Breekpeen f 5-6; Prei f 30; Witlof f 21-38; Spruiten f 36-39; St. Remy f 23-30; Pondspeer f 17- 24; Gieser Wildeman f 15; Comtesse de Paris f 17; Cox Orange f 12-35; Jonathan f 17-33; Goudreinetten f 18-42; per 100 kg. Bosselderij f 16; Bloemkool afw. f 40; per 100 bos en stuks. Ingezonden mededeling De televisie wint veld In de maand januari zijn door de Dienst Luister- en Kijkgelden voor het eerst meer nieuwe televisietoe stellen dan radio's geregistreerd nl. 12.610 tegen 11.830. Het totaal aantal aangegeven ra dio-ontvangtoestellen bedroeg op 1 februari 1957 2.246.882, het aantal der aangegeven televisietoestellen 112.076. In de zaak rond de mysterieuze dood van de weduwe K. R. te Nieuw en Sint Joosland op Walche ren zijn wederom twee arrestaties verricht. Het onderzoek heeft er toe geleid dat thans ook in verzekerde bewaring zijn gesteld de echtgenote van de taxichauffeur L. H. uit Nieuw en Sint Joosland, en de hor logemaker G. N. uit Middelburg, met wie H. allerlei zaakjes op knapte.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1957 | | pagina 5