VVD
i.jst 5
Een wagenbestuurder erft een villa
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE MAANDAG 4 jUNI 1956 No. 17961
NEDERLAND WORDT TE KLEIN
Duizend personen per vierkante kilometer
Er blijft geen ongerepte natuur meer over
Wanneer w(j in verband met onze bevolkingsaanwas eens een blik
slaan in de nab(je toekomst, dan slaat ons de schrik om het hart. Wei
nigen geven zich rekenschap van de snelheid waarmede onze bevolking
toeneemt, doch een kleine opsomming van cijfers helpt ons uit de droom.
Omstreeks het jaar 1800 telde Nederland ruim twee miljoen inwoners.
In 1900 reeds v|jf miljoen en (schrik niet) slechts vijftig jaar later in
1950 ruim tien miljoen, dus in vyftig jaar verdubbelde de bevolking zich.
Het aantal inwoners van ons land vermeerdert zich per jaar met on
geveer 250.000 mensen, hetgeen neerkomt op ongeveer één miljoen in
de vier jaar, waarbij we er rekening mee moeten houden dat de ver
meerdering per jaar op de duur nog zal toenemen.
Wat is de oorzaak van deze snelle
toeneming, zal men zich afvragen.
Deze cijfers staan in nauw verband
met de sterfte- en geboortecijfers.
Het sterftecijfer in Nederland is in
verhouding tot andere landen altijd
zeer laag geweest. Het ligt om
streeks de acht personen per jaar
per duizend inwoners. In 1948 boek
ten we een record met een cijfer
van 7.4, het laagste dat ooit ter we
reld werd genoteerd. De kinder
sterfte vooral van die onder het
jaar is in alle landen altijd vrij
hoog, doch ook wat dit betreft staat
Nederland hoog geclassificeerd en
wel met ongeveer 29 per 1.000 zui
gelingen.
Vóór 1940 hadden wij in ons land
een huwelijkscijfer van ongeveer
acht huwelijken op 1.000 inwoners.
Kort na de oorlog is hierin een
sterke stijging gekomen en wel
tot 11.4 in 1946, waarna dit cij
fer weer daalde tot vrijwel nor
maal na enkele jaren. Hiermee
verband houdende hebben we te
maken met het geboortecijfer, dat
vóór de oorlog omstreeks twintig
per 1.000 inwoners lag, doch dat
na de oorlog is gestegen en nu vrij
wel op normaal peil is aangeland.
Stellen wij nu het geboortecijfer
tegenover het sterftecijfer, dan zien
wij een groot verschil van twintig
tegenover acht (ongeveer). Hieruit
is op duidelijke wijze onze bevol
kingstoeneming te verklaren.
Problemen
Waar halen we de ruimte van
daan om op de duur al deze men
sen te herbergen? Vooral wanneer
we een honderd jaar verder zijn?
Stevftevergroting is iets, waarover
we zelfs niet willen praten. We zou
den de klok terugzetten, gewoon
te mal om over te denken. Ge
boortebeperking? Theoretisch is dat
een mogelijkheid, maar.... een
vraagstuk waarbij men in strijd
komt met moraal en religie.
Meer ruimte zou inderdaad een
goede oplossing zijn, doch voor zo-
zer wij dat momenteel kunnen be
kijken slechts een tijdelijke oplos
sing, want waar blijven we over
driehonderd of vijfhonderd jaar?
Nederland heeft geen oppervlakte
over. We kunnen nog enkele gebie
den droogmaken en inpolderen,
maar de ten koste van tientallen
miljoenen guldens gewonnen grond
is nog een druppel op een gloeiende
plaat vergeleken bij de enorme be
hoefte.
Massale emigratie zou inderdaad
ook een mogelijkheid zijn. Maar
waarheen? Een en ander zou pas
mogelijk zijn na een grondige en
grootscheepse voorbereiding in in
ternationale samenwerking, waar
bij kosten noch moeite gespaard
mogen worden om de massa Neder
landse emigranten een nieuw va
derland en.goede toekomstmo
gelijkheden te bezorgen.
De tyd dringt
Inderdaad wordt het hoog tijd,
dat men dit netelige en dringende
probleem, dat ons land als een
zwaard van Damocles boven het
hoofd hangt, eens terdege onder
ogen ziet en maar niet het principe
hudigt „na ons de zondvloed". Wij
zijn verantwoordelijk voor de ge
neraties die door ons en uit ons
bestaan. Hebben wij niet de morele
plicht te doen wat in ons vermogen
ligt om voor hen een zo gunstig
mogelijke -toekomst te scheppen?
Zoals het nu gaat, zitten wij wat
dit probleem betreft vrijwel bij de
pakken neer, ja, steken zelfs soms
de kop in het zand om niet gecon
fronteerd te worden met de drei
gende werkelijkheid.
Want laten wij eens zien hoe de
toestand over ongeveer 45 jaar, dus
omstreeks 2000, zal zijn. Dan zal
Nederland misschien een bevolking
tellen van minstens twintig miljoen
inwoners, met een cijfer van plaat
selijk gemiddeld duizend personen
per vierkante kilometer in de drie
provincies Noord-, Zuid-Holland en
Utrecht. En er zal nergens nog een
stukje ongerepte natuur te vinden
zijn en een groot tekort aan bouw
land ontstaan. Wij zullen econo
misch en militair zeer kwetsbaar
zijn, want het grootste deel van ons
voedsel zullen wij van buitenaf
moeten betrekken. Om over de
werkgelegenheid maar niet te spre
ken. Ernstige aandacht voor dit na
tionale probleem is zeker gewenst.
(Nadruk verboden).
Krachtige taal
van Montgomery
Veldmaarschalk Montgomery, de
plaatsvervangend opperbevelhebber
der NAVO-strijdkrachten in Euro
pa, heeft op een persconferentie in
Brits-Columbia verklaard: „Indien
iemand waar ook ter wereld agres
sie zou plegen, zouden wij hem met
atoombommen, waterstofbommen,
met het grootste en alles wat wij
hebben bestoken".
Hij zei dat hij sprak als militair
en niet wist wat zijn „politieke
meesters" ervan zouden zeggen.
Montgomery brengt op het ogen
blik een bezoek aan het westen van
Canada.
Vorige week woensdag, op „Memorial Day", is des middags op het
Amerikaanse militaire kerkhof te Margraten in Limburg, waar 8.300
in de tweede wereld-oorlog gesneuvelde Amerikanen een laatste rust
plaats vonden, de jaarlijkse plechtige dodenherdenking gehouden, welke
o.a. werd bijgewoond door de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag,
Z.Ê. H. Freeman Matthews en de Commissaris der Koningin in Limburg,
dr. F. Houben. - De foto laat zien hoe voor het enorme monument dat
op de begraafplaats is verrezen, en dat weldra zal zijn voltooid, kransen
worden gelegd ter ere van de gevallenen. De foto werd gemaakt vanaf
de top van de hoge toren van het monument.
„Hollandse nieuwe"
voor de Koningin
Door de hoofdcontroleur der Ne
derlandse haringcontrole, de heer
W. J. van der Windt, is uit een la
ding haring, aangevoerd door het
motorloggerschip VI. 142 „Voor
waarts", schipper A. Rog, de haring
uitgekeurd, welke zal worden aan
geboden aan Koningin Juliana en
Prinses Wilhelmina. Deze haring is
gevangen door het stoomloggerschip
VI. 29 „Oranje Nassau", schipper
D. van Haren. Beide schepen zijn
van de N.V. de Doggermaatschappij
te Vlaardingen. De uitgekeurde ha
ring is inmiddels op de gebruike
lijke wijze in een met vlaggen ver
sierde auto, naar het paleis ge
bracht en daar, onder rijkscertifi
caat, in oranje geverfde vaatjes
overhandigd.
120.000 Nederlanders
inunigreerden in Canada
De 120.000ste Nederlandse emi
grant sedert de oorlog is afgelopen
week in Canada aangekomen. De
naam van de immigrant, die in
Montreal aankwam, werd niet be
kend gemaakt.
Dr. ir. A. S. Tuinman, landbouw-
en immigratie-attaché van de Ne
derlandse ambassade te Ottawa,
begroette de nieuwe Nederlandse
ynmigranten. Hij verklaarde, dat
ongeveer dertig procent zich op
boerderijen zullen vestigen.
Ongeveer 5.500 Nederlandse fa
milies zijn in verschillende delen
van Canada in staat gesteld land
eigenaars te worden.
Drama op
Indische oceaan
Er zijn thans bijzonderheden be
kend geworden over een scheeps-
drama dat zich vorige maand in de
Indische Oceaan heeft afgespeeld.
Op 3 mei strandde de 120 ton me
tende schoener „Hiariako" op een
koraalrif in het westelijk deel van
de Indische Oceaan. De Britse ka
pitein-eigenaar Eric Hunt gaf de
bemanning en de 11 passagiers be
vel aan boord te blijven, terwijl hij
zelf met enkele metgezellen in een
motorsloep naar de Komono-eilan-
den vertrok om hulp te halen. De
omgeslagen sloep is gevonden,
doch van de inzittenden was geen
spoor te ontdekken.
De rest der 25 opvarenden van
de „Hiariako" besloot na drie dagen
zelf te trachten land te bereiken.
Negen van hen namen plaats in een
sloep, die een vlot op sleep nam
waarop zich de rest van de schip
breukelingen bevond. Het schijnt
dat er onderweg ruzie is ontstaan,
waarbij de tros tussen de sloep en
het vlot gebroken of losgeraakt is.
Het vlot dreef weg en men be
schouwt de opvarenden als verlo
ren. Van de negen inzittenden van
de sloep stierven er vijf aan uit
putting voordat er redding kwam,
zodat er in totaal slechts vier overz
ie venden zijn.
De kosten van de
Delta-werken
De colleges van Gedeputeerde
Staten van Friesland, Groningen,
Noord-Brabant, Zeeland, Noord
en Zuid-Holland, hebben een adres
tot de ministerraad gericht met het
verzoek om het ontwerp-Deltawet
zo te wijzigen, dat de kosten van
alle werken in eerste instantie door
het rijk worden gedragen. De eigen
lijke Deltawerken - het maken van
afsluitdammen - aldus het adres,
zullen op kosten van het Rijk wor
den uitgevoerd.
De kosten van de versterking der
overige waterkeringen zullen naar
gelang en draagkracht mede door
de beheerders daarvan moeten wor
den gedragen. Het splitsen van deze
werken in twee groepen komt de
genoemde colleges van Gedepu
teerde Staten niet redelijk voor.
Vandaar dat zij een adres tot de
ministerraad hebben gericht.
De industrie in Zeeland
Essentieel aandeel van het E.T.I.
in vele investeringen
In het verslag over 1955 van het
Economisch Technologisch Insti
tuut voor Zeeland wordt medege
deeld, dat het instituut ook in 1955
een essentieel aandeel had in de
volgende vestigingen:
Een metaalbedrijf werd in 1954
aangetrokken. In het verslagjaar
vond de opening van het nieuwe
bedrijf plaats. De ontwikkeling laat
zich zeer gunstig aanzien.
De vestiging van een nieuwe
coöperatieve roterij te Dreischor,
kreeg in 1955 zijn beslag.
Een viszilver- en vismeelfabriek
heeft zich gevestigd.
Een bouwplatenfabriek uit Bel
gië vestigde zich in Zeeuwsch-
yiaanderen. De definitieve beslis
sing werd in 1956 genomen.
In Zeeuwsch-Vlaanderen werden
medewerking en adviezen gegeven
inzake de oprichting van een nieuwe
coöperatieve roterij en zwingeltur-
bine-onderneming.
Voorts werd medewerking en ad
viezen verleend voor de vestiging
van een keramisch bedrijf te Ter-
neuzen en aan het instituut werd
advies gevraagd over de vestiging
van een toeleveringsbedrijf voor de
scheepvaart, dat in 1956 zijn beslag
krijgt.
Ingezonden mededeling
Een leder moet zijn kans hebben
hoger te komen op de maatschap
pelijke ladder.
Landbouw en Veeteelt
Dit jaar meer eieren
In de periode van november 1955
tot mei 1956 zijn in Nederland
81.970.000 eieren uitgebroed. Dit is
ruim 20 miljoen meer dan tijdens
de broedperiode van het vorige
jaar.
Dit verklaarde ir. J. G. Tukker
van het Bedrijfschap Pluimvee en
Eieren tijdens een te Utrecht ge
houden jaarvergadering van de Ne
derlandse Pluimvee Organisatie.
Voorts deelde hij mede, dat dit jaar
belangrijk meer eieren aan de
markt zullen komen dan het vorig
jaar. Voor de export voert Neder
land momenteel samen met Dene
marken, Zweden en Noorwegen een
grootscheepse propaganda voor het
ei in Duitsland.
TONEEL EN FILM
Centrale commissie voor de
filmkeuring
In haar verslag over het jaar
1955, zegt de centrale commissie
voor de filmkeuring, dat zij haar
taak vooral ziet als een preventie
ve, om te bereiken, dat films die
naar Nederlandse beginselen on
toelaatbaar zijn, zo min mogelijk
kans tot vertoning wordt gegeven.
De commissie blijft zich steeds
geroepen achten, zoveel als in haar
vermogen ligt, de jeugd te bescher
men tegen de nadelige invloed die
bepaalde films op haar zouden kun
nen uitoefenen. Wel spreekt de
commissie slechts sporadisch haar
veto uit over de openbare verto
ning van een film.
'In 1955 heeft de commissie 272
smalfilms, 276 filmjournaals, en 646
speel- en documentaire films goed
gekeurd. Op een totaal aantal ge
keurde meters film van 1.460.681
meter, is 903 meter gecoupeerd.
Actie „Plein Azië"
(Ingezonden).
In 1954 werd een actie gestart
voor de onderontwikkelde gebieden
onder de naam „Plein Azië". Reeds
na enige weken werd deze actie in
verband met pogingen om tot een
verbreding over het* gehele Neder
landse volk te komen opgehouden.
Deze verbreding is korte tijd gele
den tot stand gekomen via de con
stitutie van de Nederlandse Orga
nisatie voor Internationale Bijstand
onder voorzitterschap van Z.K.H.
Prins Bernhard.
Nu dus Plein Azië in de N.O.V.
I.B. is opgegaan hebben de organi
satoren van Plein Azië gemeend
het destijds ontvangen bedrag (ruim
f 14.000) te moeten overdragen aan
het Nederlands Comité Unicef; de
inzameling vond namelijk plaats
ten behoeve van het kinderfonds
van de Verenigde Naties. De over
dracht van dit geld heeft te Den
Haag plaats gevonden. De girore
kening van Plein Azië is thans op
geheven.
Prov. Schoonheidscom
missie wordl vaak
gepasseerd
Tijdens het in Middelburg gehou
den jaarlijkse congres van de Fe
deratie Welstandstoezicht (waarbij
de verschillende provinc. schoon
heidscommissies zijn aangesloten)
is opgemerkt, dat nog te weinig ge
meentebesturen adviezen vragen
aan deze commissie om allerlei
vaak onbegrijpelijke redenen. Vaak
worden adviezen, die eerst zijn ge
vraagd, niet opgevolgd, maar ook
gebeurt het dikwijls, dat de ge
meentebesturen de schoonheids
commissies geheel passeren. Als
één der middelen om hierin verbe
tering te brengen zag men een in
tensiever voorlichting aan het pu
bliek en aan de gemeentebesturen.
LAND- EN TUINBOUW
Landbouw-arbcidswet
heden in werking getreden
De Landbouwarbeidswet treedt
4 juni in werking. Dit heeft tot ge
volg, zo wordt van de zijde van het
ministerie van Sociale Zaken en
Volksgezondheid medegedeeld, dat
enkele bepalingen van de Arbeids
wet 1919 aanstonds van toepassing
worden op de arbeid in de land
bouw. Deze bepalingen zijn: jon
gens beneden veertien jaar of nog
leerplichtig, en meisjes beneden
vijftien jaar mogen niet meer in de
landbouw werken. Personen die el
ders (bijvoorbeeld in een industri
ële onderneming) reeds een volle
dagtaak in loondienst hebben, mo
gen daarnaast geen landbouwarbeid
meer als nevenwerkzaamheid ver
richten, tenzij met vergunning van
de arbeidsinspectie. Uiteraard val
len werkzaamheden op een eigen
bedrijfje buiten deze bepalingen.
Voorts treedt 4 juni een Konink-
lijk Besluit in werking, waarbij uit
zonderingen worden toegestaan op
het verbod van kinderarbeid in de
landbouw. Inwonende kinderen van
het hoofd of de bestuurder der on
derneming mogen, wanneer zij min
stens twaalf jaar zijn, ten hoogste
vijf uur per dag werken, maar niet
tijdens de schooluren. Ook is het
verboden hen in de ochtenduren
koeien te laten melken.
KERKNIEUWS
De oude Bijbelrollen
van de Dode zee
Gegevens over goudschatten
Twee van de 2.000 jaar oude rol
len, die de afgelopen jaren in het
gebied van de Dode Zee zijn ge
vonden,blijken een lijst te bevat
ten van zestig bergplaatsen van
schatten, waaronder tweehonderd
ton goud en zilver in het gebied van
de Dode Zee, zo is te Manchester
bekend gemaakt, waar de rollen
zijn ontcijferd.
Volgens prof. Wright-Baker van
de universiteit van Manchester, die
het toezicht heeft gehad over het
ontrollen van de op koper gegrifte
teksten, is Ket mogelijk, dat de
schatten zich nog gedeeltelijk ter
plaatse bevinden. Hij achtte het
zeer waarschijnlijk, dat de Jor
daanse autoriteiten al met een on
derzoek zijn begonnen.
Naar verluidt zijn de schatten
begraven door de geheimzinnige
Joodse sekte der Essenen of Esseërs,
die steeds beschouwd zijn als men
sen die geld onbelangrijk achtten.
Prof. Wright-Baker zei dat er een
theorie is, dat de rollen door de
Essenen in haast zijn gemaakt, om
dat zij vreesden dat de Romeinen
spoedig hun nederzetting zouden
verwoesten. Men neemt aan, dat
dit in 68 voor Christus inderdaad
gebeurd is.
Russische delegatie naar Amerika
Een acht man sterke delegatie,
die de orthodoxe, de Lutherse, de
Armeense en de Doopsgezinde kerk
in de Sowjet-Unie vertegenwoor
digt, zal onder leiding van de
plaatsvervangende patriarch van de
Russische orthodoxe kerk, metro
poliet Nikolai (die vier jaar geleden
de Amerikanen beschuldigde van
het voeren van een bacteriënoorlog
in Korea), een bezoek van elf dagen
aan de Verenigde Staten brengen.
Het betreft hier een tegenbezoek
voor de reis, die een Ameiikaanse
protestantse delegatie in maart jl-
naar de Sowjet-Unie heeft ge
maakt.
ONDERWIJS
De grootte van de B.L.O.-scholen
De grootte van een school voor
buitengewoon lager onderwijs kan
variëren tussen 6 en 8 groepen,
maar mag de grootte van 10 groe
pen zeker niet overschrijden. Voorts
is het ten zeerste ongewenst, dat
een hoofd van een b.l.o.-school,
vrijgemaakt wordt ten koste van
overbezetting van de overige klas
sen der school.
Tot deze conclusies komt de
commissie van onderzoek betref
fende de grootte van b.l.o.-scholen
en de wenselijkheid om de taak van
het hoofd der school te verlichten,
die ingesteld is door o.m. de Ne
derlandse onderwijzersvereniging.
Het rapport van deze commissie
besluit met de opmerking, dat de
minister van Onderwijs en de ge
meentebesturen er van overtuigd
zullen dienen te worden, dat het
belang van de b.l.o.-scholen eist, en
dat het zowel voor de kleine, als
voor de grote scholen op de ideale
grootte, volkomen verantwoord is
een extra leerkracht aan te stellen,
om de taak van het hoofd der school
- en mede daardoor die van het ge
hele personeel - niet te verlichten,
maar uitvoerbaar te maken.
FEUILLETON
„Juist, knikte de notaris behoed
zaam", meer tot zich' zelf dan tot
de bezoeker. „Uw mededelingen
kloppen en bevestigen tevens nog
eens uw verwantschap met de over
ledene. Wat is uw beroep?"
„Ik ben wagenbestuurder op de
tram, mijnheer de notaris".
„Ook dat klopt. Nu, mijnheer
Sweers, ik kan u feliciteren. Zo
als ik u reeds geschreven heb, bent
u de enige nog in leven zijnde
bloedverwant van de overledene,
dus volgens de Nederlandse wet
komt u de nalatenschap van mijn
cliënt geheel toe. Hoe wilt u, dat ik
het financiële deel van uw erfenis
behandel. De obligatiën en aande
len liggen op het ogenblik in een
banksafe".
,Stil laten liggen, mijnheer de
notaris. Ik vermoed, dat er ook nog
wel een klein banksaldo zal zijn?"
„Jawel, op de Rotterdamse Bank
staat ongeveer duizend gulden, die
volledig ter uwer beschikking zijn.
Ik zal u een chéqueboek geven en
een machtiging. De directie weet
morgen, dat u gerechtigd bent over
dit geld te beschikken".
„Nu, kijk eens aan, dan heb ik
voorlopig geld genoeg. Over die
andere papieren praten we nog wel
eens. Ik zou echter graag de wo
ning van oom Willem willen zien".
„Dat spreekt vanzelf, mijnheer
Sweers". De notaris trok een lade
open en haalde daaruit een bos
sleutels. „Ik moet u echter nog iets
meedelen ten aanzien van het huis.
Zoals ik u reeds schreef, is uw oom
op 23 juli overleden. Daar wij enige
tijd bezig zijn geweest om uit te
zoeken of er nog erfgenamen wa
ren, was het natuurlijk niet moge
lijk u uit te nodigen voor de be
grafenis. Wij wisten eerst sedert
gisteren van uw bestaan af. Na de
begrafenis heb ik persoonlijk het
huis gesloten, maar een beambte
van de nachtveiligheidsdienst heeft
geconstateerd, dat er na het over
lijden tweemaal is ingebroken in de
woning. Voor zover ik heb kunnen
nagaan, is er niets vermist, hoewel
een paar vertrekken overhoop zijn
gehaald. Het gebeurt wel meer, dat
er in die omgeving wordt ingebro
ken in leegstaande villa's en dat er
wat vermist wordt. Maar zoals ik
reeds zeide, is er beide malen niets
ontvreemd, zodat ik vermoed, dat
de inbrekers beide malen gestoord
zijn geworden en op de vlucht sloe
gen. Sindsdien heb ik het huis ex
tra laten bewaken en zal dit nog
laten doen zolang u zulks wenst.
Hier hebt u de sleutels van uw
woning. Deze lipssleutel is van de
voordeur. Met de andere sleutels
moet u maar op geluk af te werk
gaan. Na de eerste inbraak heb ik
alle vertrekken gesloten".
Klaas nam de sleutelbos in ont
vangst en stond op. „Mijnheer de
notaris, ik dank u hartelijk voor al
het werk dat u gedaan hebt en bo
vendien dank ik u voor deze erfe
nis. Ik zal haar blij aanvaarden en
dan ga ik nu eerst naar mijn villa
kijken!"
De notaris lachte, toen hij de uit
gestoken hand van de jonge man
drukte die zichtbaar verblijd was
met de schat, die hem plotseling in
de schoot was gevallen. Bij de deur
hoorde hij de notaris eensklaps nog.
vragen: „En wat denkt u nu te gaan
doen, mijnheer Sweers?"
Met een ruk draaide de jongeman
die de deurknop reeds in zijn hand
had, zich om. „Wat of ik nu ga
doen? Hoe bedoelt u dat?"
„Wel u bent nu, hoewel niet be
paald rijk, toch vanaf dit ogenblik
goed gesitueerd: een eigen huis,
een behoorlijk kapitaaltje, niet
waar? U zult toch geen wagenbe
stuurder bij de tram blijven?"
Klaas krabde zich eens achter het
oor en dacht na. „Lieve tijd", riep
hij verbaasd uit. „Daar had hij nog
helemaal niet over nagedacht. Ja,
eigenlijk is het wat gek voor een
villa-bezitter om trambestuurder
te zijn, niet? Maar ik denk, dat ik
voorlopig mijn werk toch maar zal
houden. Ik moet toch wat om han
den hebben!"
„Enfin, dat moet u natuurlijk zelf
maar zien, mijnheer Sweers. Ik
wens u het beste en u weet, wan
neer ik u nog op de één of andere
wijze van dienst kan zijn, komt u
me maar opzoeken".
(Wordt vervolgd).