Hoe zal Schouwen-Duiveland zich in de toekomst oriënteren? EENS KOMT HET GELUK HET DELTA PLAN Verbetering der verbindingen is buiten kijf Hoe men verder ook deuken mag over het 'Deltaplan - waartoe het wetsontwerp in 1953 werd aange boden - een verbetering der ver bindingen staat zeker te wachten. Schouwen-Duiveland zal op snel lere w\jze bereikbaar worden zowel voor de randstad Holland als het provinciale centrum. De op het kaartje geschetste wegen geven in dit opzicht een duidelijk inzicht. Sterkere oriëntering respectieve lijk heroriëntering zal van het reu zenplan derhalve het gevolg zijn. Doorslaggevend voor een betere oriëntering op de rest van Zeeland is naar ons gevoel de aanleg van de dam Zierikzee-Colijnsplaat. De andere en reeds „geplande" dam ligt altijd nog sterk excentrisch. Komt deze dam er exclusief dan is een sterke oriëntering van het eiland op de randstad Holland met name Rotterdam te verwachten, met alle konsekwentles daaraan verbonden. De Zeeuwse eenheid, feitelijk al een oud historisch „probleem", zal juist door het Deltaplan in de smeltkroes der beproeving komen. Hierover voorspellingen te doen is zeer gevaarlijk en feitelijk ook een beetje voorbarig, want in 1956 komt tenslotte de dam er nog niet. Maar wij leven snel en zich te be zinnen op toekomstige ontwikkelin gen is stellig zinvol bij de kanteling van oud naar nieuw. NIEUWE WEGEN NA UITVOERING DELTAPLAN Zij die van ons gingen Op 12 Februari overleed de heer R. Gerritsen, in leven wethouder der gemeente Zie- rikzee en prominent lid van talrijke colleges, verenigingen en corporaties. Op 28 April overleed te Oos- terland de heer M. G. bij de Vaate, in leven wethouder dei- gemeente en kerkeraadslid der Ger. Gemeente. Op 13 Augustus overleed te Bruinisse dokter A. J. de Koek die gedurende 43 jaar werk zaam was als arts in die ge meente. Op 3 November overleed te Amsterdam Jhr. mr. J. Schuur- beque Boeye, in leven burge meester der gemeente Zierik- zee, gedurende een periode van 21 jaar. IJsland bedolven onder sneeuw In geen twintig jaar is er op IJs- lan zoveel sneeuw gevallen als de zer dagen. Op sommige plaatsen ligt de sneeuw ter hoogte van een huis van twee etages. Twee perso nen zijn in de sneeuwstormen om gekomen. Alle wegen zijn door de sneeuw versperd. Gebed voor V.N.- vergaderingen De permanente Amerikaanse ver tegenwoordiger bij de Verenigde Naties, Henry Cabot Lodge, heeft de leden van de Verenigde Naties schriftelijk voorgesteld de vergade ringen van de algemene vergade ring met een gebed te beginnen. Tot dusver zijn de vergaderingen begonnen met een minuut stilte voor gebed of overdenking, aldus de Amerikaan. Hij stelde voor God voortaan met luider stemme aan te roepen, door ieder op de wijze van de godsdienst waartoe hij behoort. Ingezonden mededeling WIJ OUDERS Sprookjes, vertellen of niet Kalenders voor 1956 weerspiegelen welvaart die het land doormaakt Er zijn voortreffelijke kunstzinnige producten bij De welvaart des lands weerspie gelt zich op duidelyke wijze in de fraaie kalenders die talrijke be drijven voor 1956 hebben uitge geven. Traditiegetrouw brengen de Ne derlandse Spoorwegen een kalender uit met reproducties van schilde rijs, met een „spooronderwerp" als motief. De voorplaat wordt gesierd met een karakteristieke reproductie van het schilderij „Bon Voyage" (goede reis) van Terence Cuneo. Monet is vertegenwoordigd met „Brug bij Argenteuil". „Station Sè vres" is van "de impressionist Sisley. Schilderijen van John en Pissaro completeren de fraaie kalender. De „Nederlandsche Lloyd" gaf een kalender uit met getekende Nederl. motieven ,als de haven te Hindelopen, vestingstad Naarden, Oosterleek, haven te Hoorn, Dur- gerdam e.d. De treffende tekenin gen zijn van J. M. Luttge. De N.V. Philips Roxane Pharma- ceutisch-chemische industrie brengt een prachtige Van Gogh-kalender uit met reproducties in kleuren. Wij noemen: „Bloemen" (Auvers 1890); „De Zaaier" (Arles 1888); „De oogst" (Arles 1888) en „Korenveld met maaier" (Saint Rémy 1889). De Levensverzekeringsmaatschap pijen Nillmij. en Arnhem brengen een kalender met aquarellen van F. D. J. Boers, meest van typische Hollandse landschappen, havens e.d. Een soortgelijke kalender is van de Nederlandse Verbruiksco öperaties. De kalender Pro Juventute 1956 munt weer uit door voortreffelijke foto's van de prinsessen, die wij zien te paard, op het ijs, thuis in de tuin, zowel in groepsverband als afzonderlijk. Tezamen geven de foto's een ongedwongen beeld van het leven in het „witte paleis". De N.V. Provinciale Electriciteits- maatschappij continueert de reeds enkele jaren gebrachte reproducties van schilderijen uit de collectie A. Scheen. Werken zijn aanwezig van W. Verschuur (1812-1874), J. C. K. Klinkenberg (1852-1924), J. W. van Borselen (1825-1892) en A. Schelf hout (1787-1870), de laatste met een fraai zeegezicht. Ook de andere re producties zijn opvallend van kleur. De schilderijen zelf zijn mi nutieuze „fotografische" werken uit de na-tijd van de Hollandse school; een verrukking voor het oog Kloek is de kalender van de D.A.F. te Eindhoven. In een zestal treffende kleurenbeelden wordt een indruk gegeven van de ont wikkeling van het vervoer in de loop der eeuwen. Die ontwikkeling wordt geschetst met overtuigende beelden vanaf de pyramidenbouw in Egypte tot en met de productie in de moderne automobielfabriek van de N.V. in de Brabantse licht stad. Een kalender om zich aan „op te trekken", zo inspirerend! Zeer afgestemd op de kunstac- tualiteit van 1956 is de kalender van de Kon. Zeelandia N.V. te Zie- rikzee. Deze kalender bevat repro ducties van Rembrandt-tekeningen zulks in verband met het Rem- brandt-jaar 1956. Bladzijde Voor bladzijde toont hoe geniaal de Hollandse meester ook de teken- stift kon hanteren. Tommy en An ja zouden met de Kerstvacantie bij oma gaan loge ren omdat vader en moeder naar de wintersport zouden gaan. Vader bracht hen zelf weg en bewonderde alle voorzieningen, die oma had getroffen voor de logeerpartij, die een groot feest voor haar was. Reeds tot gaan gewend, viel vader nog iets in. „O ja moeder,, wilt u me één plezier doen en de kinderen onder de Kerstboom geen sprookjes vertellen?" „Geen sprookjes!" her haalde oma verbaasd, „maar jon gen waarom niet?" „Omdat", ant woordde hij, „wij onze kinderen een opvoeding willen geven die op de werkelijkheid is afgestemd en al dat flauwe gedoe van heksen en feeën en aardmannetjes hoort niet meer thuis in deze tijd. Er komt toch altijd een ogenblik, dat zij be grijpen dat het toch alles maar on zin en verzinsels zijn, lariefarie en anders niet! En daarbij komt dat al die verhalen over spoken en gees ten en heksen de kinderen maar onnodig bang en nerveus maken". „Maarjij hebt er vroeger als kind toch erg van genoten", hielp oma herinneren. „Jij vond het prachtig!" VI „Ja, dat kan wel zijn. Maar wij willen het nu eenmaal niet en ik hoop dat je daarmee rekening zult houden moeder!" 'A De moeder zag de koppige trek om de trotse mond. Hoe goedlkende zij die uitdrukking van vroeger! „Goed jongen, goed, goed", suste zij. Hap! zei de wolf Zijn onze hedendaagse kleuters werkelijk zo teerhartig en zo on evenwichtig en tot zenuwachtigheid geneigd, dat een sprookje hun kwaad zou doen? Ieder die het gewone gezonde kind van nabij heeft meegemaakt weet beter. Iedereen die weieens Ingezonden mededeling sprookjes heeft verteld, heeft zich in stilte verbaasd over het gemak, waarmede de krankzinnige toestan den vanzelfsprekend worden geac cepteerd. Hap! zegt de wolf en grootmoeder zit in zijn bulk om er even later ongedeerd uit te voor schijn te wandelen. Hap! zegt de walvis en Prikkebeen en Dikkie zitten in de buik van de walvis als in een grote, hoge zaal. Waarom zou eigenlijk een walvis er van binnen niet uitzien als een ruime zaal? En waarom zou Holle Bolle Gijs niet een koe en een kalf en een heel paard half achter elkaar kun nen op peuzelen en dan nog hon ger hebben na een schipvol rapen? Het zou toch best kunnen! En als bij afspraak wordt er gespeeld van laten-we-doen-alsof. Kinderen zijn dol op comedie spelen en willen altijd iets voor stellen en dat is immers ook het sprookje! Is niet het hele leven van zo menig volwassene een doen-als- of Spelen wij niet voortdurend het sprookje en is het niet juist dat wat ons verzoent met het vaak zo harde leven? Weert hen niet uit droomland Het normale gezonde kind heeft een ongelooflijk aanpassingsvermo gen. De meest met de realiteit in strijd zijnde feiten accepteert het met een bereidwilligheid, die voort spruit uit de wens, dat het onmo gelijke waar zou zijn. Het is niet waar, dat een normaal kind ont goocheld en teleurgesteld zal wor den, want diep in zijn bewustzijn ligt het nuchtere besef verankerd, dat het-natuurlijk-niet-allemaal- echt-waar-is. Dat weten ze best, die kleine schelmen, maar het kind wil zo graag doen-alsof. Laten wij hem de gouden sleutel van het Toverland niet onthouden uit verkeerd begrepen bezorgdheid! Er is een tijd voor sprookjes en een tijd voor de realiteit en deze beide gaan logisch en vanzelf in elkander over. Laten we niet reeds begin nen met de harde realiteit als de tijd voor sprookjes nog niet voorbij is! Het duurt maar zo kort. Bij werkelijk nerveuze kinderen moet naturlijk worden geselecteerd maar onze geestelijk en lichamelijk gezonde en stoere robbedoezen zul len heus geen complexen krijgen door confrontatie met een paar op gepeuzelde grootmoeders en een stampende reus van Klein Duimpje! Amy Groskamp ten Have. (Nadruk verboden). Financiën en Economie Hoogcunjunctuur in Nederland duurde in 1955 overminderd voort Grote stabiliteit van binnenlandse prijzenniveau In het thans bijna verstreken jaar 1955 bleef de hoogconjunctuur in Nederland onverminderd voort duren. De productie is wederom toegenomen. De totale vraag naar arbeid overtrof ook in dit jaar het totale aanbod. Het algemene tekort aan werkkrachten bleef dan ook in 1955 voortbestaan. De heersende hoogconjunctuur wordt in stand ge houden door een grote vraag naar goederen en diensten zowel in bin nenland als in buitenland. In het binnenland vertoont het verbruik een stijgende lijn, terwijl de investeringsuitgaven, met name ook in de industrie, zich op een hoog niveau blijven bewegen. Daar naast heeft de Nederlandse uitvoer zich onder invloed van de gunstige wereldconjunctuur eveneens ver der uitgebreid, aldus een door de persdienst van het ministerie van Economische Zaken samengesteld overzicht. Het binnenlandse prijsniveau ver toonde een grote mate van stabili teit, tot uitdrukking komend in een vrijwel gelijkblijvend indexcijfer voor groothandelsprijzen. Het in dexcijfer voor de kosten van le vensonderhoud onderging eveneens slechts geringe veranderingen. De uitbreiding van de uitvoer en de grotere binnenlandse vraag leid den tot een stijging van de invoer. Het dekkingspercentage van de in voer door de uitvoer zal, daar de uitvoer eveneens is toegenomen, in vergelijking met 1954, naar ver wachting slechts weinig verande ring ondergaan. Gezien de hogere invoerwaarde betekent dit echter wel, dat het tekort op de handels balans in guldens hoger zal zijn dan in het voorgaande jaar. De beta lingsbalans blijft evenwel een even wichtig beeld vertonen, waarbij echter naar het zich laat aanzien, het overschot geringer zal zijn dan over 1954. In de goud- en deviezen reserves zijn slechts geringe wijzi gingen opgetreden. De productie in de industrie was in de eerste 10 maanden van 1955 8 pet. hoger dan in de overeenkom stige periode van 1954. De stijgings percentages in een aantal vooraf gaande jaren waren als volgt: 1954 t.o.v. 1953: 10 pet. en 1953 t.o.v. 1952: 9 pet. Deze productiestijging was het grootst in de metaalnijver heid, in welke bedrijfstak de pro ductie t.o.v. de overeenkomstige periode van 1954 met ruim 15 pet. is gestegen. De productie in de che mische industrie nam toe met bijna 8 pet., in de voedings- en genot middelenindustrie met 5 pet. In de textielindustrie week het produc tieniveau weinig af van dat in 1954. Deze productiestijging was in be langrijke mate het resultaat van een hogere productiviteit in de Ne derlandse industrie. FEUILLETON HAZETFABRIEKEN TE ZEVENBERGEN .50 Oliebollensmaak - Sintels - „En toch" Verwondering en Heilwens GESPREKKEN VAN EILANDMAN Nu precies te zeggen dat de smaak van de oliebollen van de vorige Oudejaarsavond een mens nog in de mond zit, is wel overdre ven, maar vlug gegaan is het jaar wel, vindt Eilandman, die altijd maar weer blij is als het er op zit. Zo'n enkele week maakt 'ook niets meer uit. Grote plannen zet je dan niet meer op en er komt iets onbe stemds in de atmosfeer. De oude jaarman zucht zwaar onder de last van de maanden. De ochtenden blijven maar even donker en dan begin je te hopen dat het kleine naakte mannetje 1956 maar vlug komt. Dan ligt er weer een nieuwe koek op tafel, waarin het mes moet. Eilandman is ook symbool van menselijk falen en van menselijke zwakheid, want niet zonder schaamte herinnert hij zich de goe de voornemens van de vorige Oude jaarsavond. Er is niet zo heel veel van terecht gekomen. Rond de olie bol en de appelbeignet wil er wel eens wat ontvonken, maar op een nuchtere Maandagmorgen met slecht nieuws in de kranten is de toestand heel anders. Ja, dat was zo wat de vorige Oudejaarsavond. Eindelek zou er nu eens een eind komen aan dat akelig nachtbraken, er zou niet meer worden gerookt, er zou eens een stevig marsje uit de benen ko men, ook al was het weer slecht, maar de voornemens zijn verbrand tot sintels en er is niet veel van terecht gekomen. Naarmate 12 uur nadert zal Eilandman weer verhevigd plannen smeden zich goede voornemens in te prenten, maar naarmate het jaar vordert zal er niet veel van terecht komen. Maar ondanks deze deceptie zou Eilandman de Oudejaarsavond niet graag willen missen. Hij houdt van de spanning rond twaalf uur, de zoen van ta.nte Truus en het si- renegeloei op 'de radio. O zeker, er zijn landen waar ze de wisselpret al achter de rug hebben, want tijd en tijd is niet overal hetzelfde, maar een groot deel van de „be schaafde" wereld heeft toch 12 uur op 12 uur. Het van emoties over volle gemoed ontlaadt zich in een geforceerde drukte en dan waagt men zich in het holst van de nacht nog op straat, aldus het nieuwe jaar alweer fout beginnend. De oud-burgemeester van Brui nisse wilde boven het nieuwe Groe ne Kruis ge bouw - dat 1955 bracht - „Dus toch" plaatsen, maar Eiland man wil de Oudejaarsavond bena deren met: „En toch". En toch zou den we de Oudejaarsavond niet willen missen, want een mens ziet terug. De beelden uit een al te snel vervlogen jaar nemen vaster vor men aan. Men ziet de contouren der gebeurtenissen en de dingen in het milde licht, waaraan de directe ac tualiteit de scherpte heeft ontno men. Langzaam komt dan groeien de verwondering over dit vreemde leven- Wij aanvaarden maar al te snel de existentie als iets vanzelf sprekends, maar bij de wisseling des jaars is daar die bezinning op de wonderlijke relatie tussen tijd en eeuwigheid. Dat gaat niet om buiten de diepste ervaringen van een mens. Het „van geslacht tot geslacht" is het rhythme der histo rie dat doortrilt in de Oudejaars avond. Daaruit wordt weer gebo ren de wil om alles opnieuw aan te pakken. De zak vol zorgen en het vreug deballonnetje van onze verrukking over een nieuwe levenskans, we nemen ze beide mee in het nieuwe jaar, waarvan Eilandman maar ho pen mag dat het voor alle eiland vrouwen en eilandmannen gelukkig en voorspoedig zal zijn! door HENK VAN HEESWIJK Eenmaal had hij haar gesproken; dat was geweest op de avond van Nel's verjaardag, toen Geert zoda nig had gedronken, dat Nel zijn hulp had ingeroepen om Geert naar boven te brengen. Toen Geert rus tig en wel op zijn bed lag, waren beiden nog even in de keuken blij ven zitten en Aris had verontwaar digd uitgeroepen: „Nel, Nel, wat een zund, dat je aan zo'n kerel vastzit". Maar Nel had de vinger op zijn lippen gelegd, de wenkbrauwen ge fronst en zacht, doch vast geant woord: „Zeg zulke dingen niet meer Aris, anders kunnen wij geen vrienden blijven". Aris was echter koppig geweest. „Dan maar geen vrienden meer", zei hij verontwaardigd, „maar je zult mij toch niet willen wijsmaken dat je geen spijt van je huwelijk met hem hebt? Of denk je, dat ik mijn ogen in m'n zak heb?" „Toch heb ik er geen spijt van". „Maar lieve help, hoe kun je nu met zo'n man gelukkig zijn?" „En toch ben ik niet ongelukkig". Hij keek haar diep in de ogen, maar zij sloeg de blik niet voor hem neer. Nee, dat was oprechte waarheid, wat ze sprak. Hij schud de, niet begrijpend, het hoofd. „Je houdt dus nog van hem?" „Meer nog dan ooit tevoren". Toen was hij opgestaan. Nee, daar stond z'n verstand bij stil. Lachend was ze hem gevolgd tot de buiten deur. „Misschien zul je later, als je zelf getrouwd bent, nog wel eens beseffen, wat het betekent, Aris. Maak je over mij maar geen zorg, want ik zou Geert toch niet willen missen". Aan deze woorden dacht de jonge visser nog dikwijls terug, vooral als hij dan weer van deze of gene hoor de ,dat Nel en Geert-glaassie-melk weer zo'n ruzie met elkaar hadden gehad. Intussen lekte het langzaam door tot Den Burg, dat die man van Blonde Nel van 't „Skil" (Texelse benaming voor 't dorp Oude Schild) niet goed voor haar was. En hoe komen geruchten in de wereld? Wie zal het zeggen? Maar op ze kere dag kwam het de weesvader ter ore, dat Geert z'n vrouw had geslagen en wel zo, dat ze een dikke buil boven haar oog had. De waar heid was, dat Nel over een mat ge struikeld was en toen met het hoofd tegen de deurknop terecht was ge komen. Toen dit gebeurde, was Geert juist het dorp in een bood schap doen, dus hij had er part noch deel aan. Maar het praatje was nu eenmaal rondgestrooid en toen de oude heer het hoorde, be sloot deze zijn gewezen pupil en haar man eens op te zoeken. Te meer, omdat hij al meerdere vreem de geruchten over belden had ge hoord. Op een Maandagmorgen in het begin van December stapte hij op z'n fiets en reed de weg af naar de haven, waar hij het smalle straatje insloeg naar het- café. Het toeval wilde, dat Geert alleen thuis was en Nel juist met de tweede boot naar Den Helder was gegaan om enkele inkopen te doen. Geert was in een allesbehalve vriendelijke stemming; hij had de avond tevo ren tamelijk stevig gedronken en had zodoende weer een flinke ka ter, zodat hij weinig gesticht was over het bezoek van de oude heer. Hij stak dat dan ook niet onder stoelen of banken, toen deze de zaak was binnengestapt en ouder gewoonte was doorgelopen naar de keuken en vroeg: „Nel niet thuis?" Geert keek de bezoeker nors aan en schudde slechts ontkennend het hoofd. Hij stond bij het raam en rookte een pijp tabak. „Zo", sprak de ander, „en blijft ze lang weg?" „Dat zou 'k denken", antwoordde Geert nu. „Ze is naar Den Helder en komt pas met de avondboot te rug". „Nou", zei de vader, die inmiddels een stoel had genomen en was gaan zitten, „dat is ook eigenlijk niet zo erg, want wat ik te zeggen heb, kan ik net zo goed aan jou vertel len, want jij bent nu de baas in huis, nietwaar?" En de oude heer lachte om z'n eigen scherts. Geert antwoordde niet en bleef stuurs met de handen in de zak bij het raam staan, met sombere blik de bezoeker aanstarende. Deze haalde op z'n gemak een sigarenkoker uit de zak en presen teerde de jongeman een sigaar: „Roken?" „Merci". (Wordt varvolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1955 | | pagina 2