TOEN DE SPECULAASPOP NOQ
VERGULD WERD
Genoeglijk theekransjeging
vooraf aan „pakjenavond"
ZWARTE
PIETEN
ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE ZATERDAG 3 DECEMBER 1955 No. 17857
/s er in deze tijd van snelheid, haast en voortschrijdende teclinische
ontwikkeling een genoeglijker huiselijker avondje te bedenken dan
de St.-Nicolaasavond, waarop de huisgenoten elkaar verrassen roet
geschenken en waarop de kinderen veelal met velerlei soorten
snoepgoed worden verwend? Misschien zou het de avond zijn, die
aan „pakjesavond" voorafgaat, de avond, waarop bijna elk lid van
het huisgezin geheimzinnig te werk gaat en zich reeds verkneutert
in het vooruitzicht, welke verbaasde gezichten hij de volgende
avond te zien zal krijgen.
Als wij enige tijd in de geschiedenis teruggaan, zo rond het jaar
1800, dan zien wij hoe ook toen de avond voor St.-Nicolaas een
zeer genoeglijke avond moet zijn geweest en vooral voor de vrou
wen van de destijds meer gegoede stand, als de bakkersvrouw, de
vrouw van de slager en de vrouwen van enige vooraanstaande fi
guren uit dorp en stad. Zij immers waren het, die de avond voor
St.-Nicolaas bij de bakkers vrouw op bezoek gingen om „te ver
gulden".
De dames zijn druk bezig de koeken te vergulden.
Penselen en potjes staan op tafel. Vol trots toont de
ene dame haar vergulde koek aan de ander, die inge
spannen bezig is om ook van haar koek een kunstwerk
te maken.
Spanje, November 1955.
BESTE KINDEREN!
Jullie hebt je natuurlijk allemaal wel eens afgevraagd, hoe ik toch
aan al die Zwarte Pieten kom, als ik omstreeks de 5e en 6e December
de kinderen in jullie land bezoek. Want jullie hebt natuurlijk wel ge
merkt, dat ik meer dan één knecht bij me heb. En dat is ook begrijpelijk,
want al is Nederland niet zo groot, toch moet ik in die paar dagen een
berg werk verzetten en dat zou ik alleen nooit af kunnen. Ik word ook
een dagje ouder, moet je rekenen
Het is evenwel nog niet zo lang geleden, dat ik maar één knecht in
dienst had, Pieterbaas, mijn bekende zwarte helper, die jullie zo dik
wijls op plaatjes hebben afgebeeld gezien. Hij is ook de hoofdman van
al mijn knechten gebleven.
Hoe ik nu mijn andere Zwarte Pieten gekregen heb (om jullie een ge
heim te verklappen: het zijn er, Pieterbaas zelf meegerekend, precies
twintig in getal), ddt zal jullie in onderstaand verhaal verteld worden.
Met vele groeten van jullie oude vriend,
SINT NICOLAAS.
werden enkele vooraanstaande da- de bakkers met veel trots ten toon
mes uit de dorps- of stadsgemeen- spreidden,
schap uitgenodigd en wanneer een
Als ongezond verdwenen
De koekenbakkers zijn druk in de/weer. Een plaat
met koeken heeft juist de oven verlaten. Hoeveel
zullen de dames er breken?
TT et zal misschien een jaar of tien
geleden zijn, toen het in het
paleis van Sint Nicolaas in Spanje
een drukte van belang was. Alle
voorbereidingen werden getroffen
voor het bezoek van Sinterklaas
aan Nederland, waar hij geschen
ken zou gaan uitreiken aan die kin
deren, die gedurende het afgelopen
jaar braaf hadden opgepast. En
waar die jongens en meisjes, die
minder braaf waren geweest, mis
schien met de roe zouden krijgen
of in de zak zouden worden ge
stopt.
Het was een drukte van belang.
Het was al 4 December en anders
was Sinterklaas omstreeks deze tijd
reeds hoog en breed in Nederland
aangekomen en nu zat hij nog al
tijd in Spanje. Of hij nu moeilijk
heden had ondervonden, met het
verzamelen van cadeaux of niet op
tijd*aan suikergoed, marsepein en
pepernoten had kunnen komen, ik
weet het niet, maar in ieder geval,
de grijze kindervriend zat nog
steeds in Spanje en was nog altijd
niet vertrokken. Hij was er zenuw
achtig van geworden. Zoiets was
hem nu die vele, vele jaren, dat hij
reeds naar Holland kwam, nog
nooit gebeurd. Als het een beetje
tegenliep, kwam hij niet eens op
tijd en zouden al die kinderen daar
in het klein land bij de zee tever
geefs naar hem uitzien.
O int zette zijn mijter af en zuchtte
a-5 diep. „Zeg, Piet!" riep hij toen
tot zijn knecht, „zijn die zakken
met geschenken nu nog niet klaar?
Waar wachten we op?"
Zwarte Piet was helemaal de
kluts kwijt. Hij had zijn grijze
meester de gehele dag reeds voor
de voeten gelopen en alle dingen
verkeerd gedaan. Hij wist van lou
ter verbouwereerdheid niet wat hij
moest antwoorden.
„Oei, oei, oei, Sintermeklaassie!"
stotterde hij eindelijk in zijn brab
beltaaltje. „Ikke moeten nog een
paar zakken in de geschenken doen
enne wat dozen in de pepernoten
vullen. O nee, o nee, oei, oei
Ike bedoel, ikke moeten nog een
paar geschenken in de zakken doen
en nog wat dozen met pepernoten
vullen. Ikke.ikke.
„Ja, 't Is goed", antwoordde Sint
Nicolasa op strenge toon. „Ik zal
jou eens wat zeggen. Nu moet je
heel vlug voortmaken en erg snel
klaar zijn, anders laat ik jou thuis,
dan blijf je hier in Spanje, begre
pen? Dan ga ik maar zonder jou en
zonder geschenken naar Holland!"
Piet's idee
TT at hielp! Zwarte Piet wilde niet
graag alleen achterblijven en
dus legde hij er een schepje op. In
een paar uur stond alles vobr het
vertrek gereed. „Sintermeklaassie,
ikke zijn klaar!", riep Piet.
Sint Nicolaas ontwaakte uit het
gepeins, waarin hij verzonken was
en schudde droef het hoofd. „Te
laat, Piet, te laatzei hij. „Als
we nu op onze stoomboot stappen,
dan zijn we veel en veel te laat in
Nederland. Ik heb het juist uitge
rekend; we zouden daarop z'n
vroegst een week na mijn verjaar
dag kunnen zijn en dan rekent nie
mand meer op ons".
„Oei, oei, oeibromde Piet.
„Datte zijn heel, héél verschrikke
lijk!" Hij dacht diep na en maakte
zulke gekke grimassen, waarbij er
wel duizenden kleine rimpeltjes in
zijn zwarte gezicht verschenen, dat
Sint Nicolaas onwillekeurig moest
lachen.
Maar plotseling verhelderde Piet's
gelaat; hij scheen er iets op gevon
den te hebben. Van opwinding
duwde hij zijn baret met de mooie
veer schuin naar voren op zijn
voorhoofd. „Ikke hebben het, ikke
hebben het!" juichte Piet en danste
van het ene been op het andere.
„Kalm aan", bedaarde Sint Nico
laas hem. „Vertel eens".
„Waarom wij niet met vliegma
chine gaan? Dan wij nog gemakke
lijk op tijd zijn!"
„Dat is 'n idee!" antwoordde hij.
„Per vliegmachine komen we in
derdaad nog op tijd in Nederland.
Maarwie zal ons vliegen?"
„Ikke, Sinterklaassie, ikke", ant
woordde Piet opgewonden en knikte
nadrukkelijk. „Ikke zijn een heel
goed vlieger".
„Ja, ik weet dat je wel eens een
vliegmachine bestuurd hebt, maar...
Nu ja, er ziet niets anders op, het
moet maar. Jij vliegt mij naar Ne
derland!"
Een domme piloot
Zo gezegd, zo gedaan. Een vlieg
tuig was ter beschikking van de
grijze kindervriend gesteld en alles
Koekenbakker en gezellen
"Begrijpelijkerwijs hadden dekoe-
kenbakkers ook toen heel wat
arbeid te verrichten om de Sint Ni-
colaasavond tot een genoegen te
maken. In die tijd werkten echter
vele dames voor hem, want op vele
plaatsen werd de vergulde specu
laas verkocht aan een ieder, die het
kon betalen. Voor onze begrippen
was deze vergulde speculaas goed
koop, maar in die dagen was de
somma van vier-en-twintig stui
vers een heel bedrag.
De koekenbakker en zijn gezellen
waren dagen lang druk bezig met
het bakken van de vrijers, vrijsters,
schepen, paradijzen, dagbroers, rui
ters en rijtuigen. In hun wit linnen
pakjes verrichtten zij wonderen van
bakkunst door het kneden, duimen
en schikken van het deeg en even
als heden ten dage bleek het een
lust voor de straatjongens om door
een keldergat een blik te werpen
in de bakkerij.
De oven zorgde ervoor dat de
kunstig uitgevoerde figuren er als
ware kunstwerken uit kwamen te
zien en dan was het de beurt aan
de vrouwen om deze figuren te
gaan vergulden.
Waf IS vergulden eigenlijk? Is het vreemd, dat, waar vrou
wen bij elkaar zijn, allerlei dorps-
en stadsnieuwtjes worden uitgewis
seld? Wij kennen het uit onze da
gen voor de vrouwen zo gezellige
theekransje. Voor de verguldpartij
slechts diegenen die konden bogen
op een jarenlange ervaring, werden
ware meesteressen in dit vak en
wisten de reeds sierlijke figuren
door het beplakken met bladgoud
een nog fraaier aanzicht te geven.
Voor het koekvergulden moest
men naast de te vergulden koek
over drie zaken de beschikking
hebben. Op de eerste plaats het
verguldsel zelf, dat uit reepjes blad
goud bestond met daarnaast een
nat penseeltje en een haze- of ko-
nijnestaart. Deze laatste diende om,
nadat het reepje bladgoud was op
geplakt, het voorzichtig vast te du
wen zonder dat hierbij schilfers van
het verguldsel zouden loslaten. Met
het natte penseeltje werd de onder
kant van het verguldsel, dat in
grote en kleine reepjes was ge
knipt, bevochtigd en aldus voor
zichtig op de koek bevestigd.
Dat dit een secuur werkje was,
valt te begrijpen, als men bedenkt
dat de kunstig gebakken figuren
hun vorm moesten behouden. Voor
al het vergulden van de plooien van
de rok van een vrijster bleek een
heksentoer.
Gezelligheid kent geen tijd
Gezeten rond de tafel werden de
koeken uitgedeeld en het benodigde
materiaal verstrekt. De bakjes wa
ter werden op tafel gezet, waarin
de penseeltjes nat werden gehou
den. Met engelengeduld werden de
figuurtjes van de koek beplakt:
Eva uit het paradijs, compleet met
appelboom en slang, een compleet
oorlogsschip, de plooitjes van de
kragen van deftige vrijers en vrij
sters en koetsen compleet met paar
den, koetsier en zweepkoord. Is het
verwonderlijk, dat sommige koe
ken de handeling niet doorstonden
en door de lustig pratende en
nieuwtjes uitwisselende dames on
der het genot van een kopje thee
werden opgepeuzeld?
Het boze gezicht van de bakker,
als hij kwam kijken hoe het er
voor stond, hield reeds een waar
schuwing in om niet te veel te bre
ken. Van groot belang was ook dat
de plaats, waarop het verguldsel
moest worden beplakt, niet te droog
werd gehouden, want dan kreeg het
verguldsel een doffe kleur en paste
niet in de schitterende collectie, die
Het St. Nicolaasgebak, zoals deze
vergulde speculaas dikwijls werd
genoemd, is practisch geheel „uit
de mode' 'geraakt. Naar het schijnt
zijn velen na het eten van deze
vergulde speculaas ziek geworden,
maar het heeft toch wel enige tijd
geduurd voordat een officieel ver
bod tot het vervaardigen van deze
vergulde koeken werd uitgevaar
digd. Voordien werden echter bij
deze verguldpartijen loterijen door
het gehele land gehouden en deden
de koek-en-zopies, de tenten op het
ijs voor chocolade en koek, goede
zaken omdat er veelal gedobbeld
werd om de vergulde koeken.
In 1905 werd deze vorm van lo
terij bij de wet verboden en sinds
dien is ook het vergulden van spe
culaas mede door het verbod om
gezondheidsredenen helaas in on
bruik geraakt. Helaas, want het
moet amusant zijn in deze tijd het
koekvergulden eens na te doen, zo
als onze voorouders het ruim 150
jaar geleden in die „goeie ouwe
tijd" deden.
(Nadruk verboden).
Degene, die meent dat dit ver
gulden een kinderspelletje is, komt
wel zeer bedrogen uit. Het was
een zeer nauwkeurige bezigheid en
Ook in 1800 deelde de Sint reeds zijn goede gaven uit. Vol ver
wachting klopte het hart van jong en oud: wie krijgt de vergulde
koek en wie de gard?
werd ingeladen; ook de trouwe
schimmel werd niet vergeten. Piet
nam achter de stuurknuppel plaats,
de motoren begonnen te ronken en
daar ging het de lucht in!
Het waren vermoeiende dagen
voor Sint Nicolaas geweest en het
duurde dan ook niet lang, of bij
het gezoem van de motoren dom
melde hij in slaap. Enkele uren la
ter werd hij met een schok wakker!
De motoren stonden stil en het
vliegtuig bewoog niet meer. De Sint
keek uit een raampje en: „Wat
drommel!" riep hij. „Waar zijn we
nu? Piet, waar zit je?"
Doch hij kreeg geen antwoord.
Piet was nergens te vinden. Sinter
klaas stapte uit en keek eens om
zich heen. Juist wilde hij op onder
zoek uitgaan, toen in de verte een
aantal mannen kwamen aanhollen.
De mannen hadden een pikzwarte
huid en maar weinig kleren aan.
Toen zij wat dichterbij kwamen en
Sint Nicolaas goed keek, zag hij:
het waren allemaal negers! Hij was
in Afrika beland! In plaats van
naar het Noorden te vliegen, had
die domme Piet koers gezet naar
het Zuiden.
De negers waren nu vlakbij ge
komen en bleken eigenlijk nog maar
negerjongens te zijn. Toen zij za
gen, wie daar uit het vliegtuig
was gestapt, begonnen zij luid te
juichen: „Daar zijn Sintermeklaas
sie! Daar zijn Sintermeklaassie!"
Ze hadden Sint Nicolaas dadelijk
herkend aan zijn lange baard, zijn
staf, zijn mijter en zijn rode tab
berd. Er was reden voor hun pret,
want zij dachten dat dit een extra-
bezoek van Sinterklaas was met
extra cadeautjes en snoepgoed. Sin
terklaas komt namelijk op een heel
andere tijd in Afrika dan in ons
land. Hij kan nu eenmaal niet over
al tegelijk zijn. De grijze kinder
vriend maakte evenwel spoedig een
einde aan hun plezier.
„Neen, neen", zei hij, „ik ben hier
niet voor jullie gekomen, ik moet
naar Nederland, een land hier ver
vandaan. Wij zijn verdwaaald en
ik zoek mijn knecht Zwarte Piet.
Weten jullie ook, waar Zwarte Piet
is?"
Even was het stil. Toen sprong
een flinke negerjongen naar voren:
„Ikke heten Piet. En ikke ben
zwart. Ikke zijn dus Zwarte Piet!"
Allemaal Zwarte Pleten
jongens niet op zich zitten. Zij
drongen naar voren en begonnen
alemaal door elkaar te schreeuwen:
„Ikke ook Zwarte Piet zijn. Ikke
ook! Ikke Zwarte Piet!"
Sinterklaas hief zijn hand op:
„Stilte! Ik geloof, dat jullie alle
maal Zwarte Pieten zijn".
Het rumoer begon opnieuw. „Dat
zijn wij ook. Allemaal Zwarte Piet!"
Sint lachte: „Tja, wat moet ik nu
met jullie beginnen? Zoveel Zwarte
Pieten, maar mijn echter Zwarte
Piet kan ik niet vinden".
„Neem ons dan mee, Sinterme
klaassie", riepen de negerjongens.
Sinterklaas stampte met zijn staf
op de grond. Hij had een goede ge
dachte gekregen: „Aangenomen!
Jullie gaan allemaal mee naar Ne
derland om mij te helpen. Vooruit,
vlug in de machine!"
Dat had Sint aan geen dove-
negersoren gezegd. Zij verdrongen
elkander om het eerst in het vlieg
tuig te komen. Sinterklaas, die als
laatste instapte, zag juist, hoe de
echte Zwarte Piet, zijn knecht,
schuldbewust het hoofd onder de
stuurstoel uitstak om te zien, wat
al dat lawaai te beduiden had. Met
een stevige ruk trok Sinterklaas
hem te voorschijn en zette hem op
de stoel en niet zo zacht!
„Als de drommel, domme Pieter
baas, de lucht in met het vliegtuig!
Naar Nederland, naar 't Noorden!"
Piet trok aan de stuurknuppel en
daar ging het weer omhoog, maar
natuurlijkweer de verkeerde
kant op!
„Domoorl" roept Sint Nicolaas.
„Ken je niet eens het verschil tus
sen Noord en Zuid! Die kant op!"
Hij stak zijn staf door de voorruit
en duidde Piet de goede richting
aan. Zo vloog Piet de staf van Sin
terklaas achterna en na zes uren
vliegen landde het hele gezelschap
onder luid gejuich van de neger
jongens, In Nederland. De Sint was
wel laat, maar dank zij de flinke
hulp van zijn negentien nieuwe
Zwarte Pieten kwam alles toch nog
op tijd in orde.
Tja kinderenen dat is dan
de geschiedenis. Zo heeft Sint Ni
colaas zijn Zwarte Pieten gekregen
en je begrijpt, dat onze goede kin
dervriend hen nooit meer heeft af
geschaft. De oude heilige heeft al
heel veel hulp van hen ondervon
den en zij zijn hem nog altijd tot
grote steun, als hij tegen 5 Decem
ber naar Nederland komt. In ieder
geval weten jullie nu, hoe Sinter
klaas aan zijn vele knechten is ge
komen.