College van G+S+ en Prov* Staten hielden besprekingen te Zierikzee Stad en Provincie ZONDER GELUK HET EILAND LIET ZIJN STEM HOREN Ingezonden mededeling Reconstructieplan in de smeltkroes van de critiek Xoordat op 23 Maart a.s. Provinciale Staten van Zeeland het stellig van zorgen gerimpelde hoofd zullen buigen over het Reconstructie- rapport van Schouwen-Duiveland, staken Maandag de leden en het col lege van G.S. over naar het getroffen Schouwen-Duiveland, om zich ter plaatse meer vertrouwd te maken met de problemen om straks beter be slagen op het gladde Reconstructieijs te komen. Na een trip over het eiland werd in de late middag, onder presidium van de Commissaris der Koningin in Zeeland, Jhr Mr A. F. C. de Ca- sembroot, een bijeenkomst belegd In de stijlvolle nieuwe zaal van „Con cordia", waar de „hearings" werden gehouden met vertegenwoordigers van dc Stichting voor de Landbouw, de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor de Zeeuwse eilanden, de gemeenteraden, vertegenwoordi gers van de Nederlands Hervormde Kerk en de Stichting „Nieuw Schou wen-Duiveland. Na het openingswoord van de Com missaris der Koningin, waarin hij wees op de nuttigheid dat de leden van G.S. en Prov. Staten ter plaatse zich met vertegenwoordigers van het eiland onderhouden over de Verschil lende aspecten van het Reconstructie plan, voerde een groot aantal spre kers het woord. Er bestond geen een heid van critiek en ook geen eenheid in bewondering voor het Reconstruc tieplan, al bleek ook hier dat de „bottleneck" van de zaak wordt ge vormd door de voorgenomen bevrie zing van dorpskernen. Voor Dreischor bepleitte de heer L. M. Moermond de inpoldering van het Dijkwater, waarmede bet land bouwbelang zal zijn gediend en de veiligheid voor de polder Dreischor en de daarachter liggende polders zal toenemen. In aansluiting daarop zou Dreischor de beschikking dienen te krijgen over een buitenhaven voor afvoer van de landbouwproducten. De Commissaris der Koningin deelde mede, dat hierover reeds besprekin gen zijn gevoerd met minister Algera en hij alle vertrouwen heeft, dat het Dijkwater inderdaad zal worden in gedijkt. Ook aan de havenkwestie is en zal aandacht worden besteed. Namens de Ned. Herv. Kerk voerde Ds C. J. van Royen te Zierikzee het Woord, die de keuze van Seroos- kerke als centrumgemeente voor mid den-Schouwen, als buitengewoon on gelukkig kwalificeerde. Serooskerke is zeer excentrisch gelegen en z.i. zou het van grote wijsheid getuigen als G.S. deze zaak opnieuw in ogen schouw zouden nemen. Wat de be vriezing betreft, zag hij gevaar, dat nieuwe, weinig levenskrachtige ge huchten ontstaan, met nieuwe pro blemen. „Het is voor de bevolking", aldus spr., „moeilijk het heden te be grijpen, dooreengeworpen als zij is, maar het is nog veel moeilijker de toekomst te begrijpen". Ds van Royen achtte het niet mogelijk dat de be volking wijs worden kan uit de vage warwinkel van problemen. Hij be pleitte daarom een voorlichting in de persoonlijke sfeer, desnoods door aan te stellen consulenten, die in de diverse gemeenten de mensen voor lichting kunhen geven. Uiting gevend aan de bereidheid van de Stichting voor Maatschappelijk Werk, te spre ken over de problemen van Schou wen-Duiveland, gaf Ds van Royen als zijn visie, dat onvoldoende aan dacht is besteed aan de recrutering van een leiderscorps voor de jeugd- opvoeding uit de mensen zelf. De „zwakke polsslag" van het jeugdle ven achtte hij niet alleen typisch voor Schouwen-Duiveland, maar een meer algemeen verschijnsel. Wanneer bin nen het kader van het bestaande jeugdwerk aanknopingspunten wor den gevonden voor de vorming van jeugdleiders, moet nog blijken of er wel sprake zal zijn van verstarring der methodiek. Na het Drie-Eilandenplan De heer A. M. Geluk, Kringvoor zitter van de Z.L.M., had aanvanke lijk bezwaren tegen het feit, dat geen vertegenwoordigers van de Stichting voor de Landbouw in de Reconstruc tiecommissie waren vertegenwoor digd. Hij vreesde dat het Recon structierapport zou doodlopen op de problemen van bevriezing en samen voeging. Als toekomstige ontwikke ling verwachtte hij dat Schouwen- Duiveland zal overblijven als enig Zeeuws eiland, na voltooiing van het Drie-Eilandenplan. Het kwam hem waarschijnlijk voor, dat dit eiland een hand naar het Noorden zal uit steken voor het ontvangen van hulp. Nuttig is dat het Reconstructierap port geen twistappel wordt, maar een perspectief dient te openen voor het eiland. Spr. vond het fout dat in het R.P. voor de mannelijke bevolking gebruik is gemaakt van cijfers van 1947. Hij had recentere cijfers ge wenst. Spr. verwachtte een loonder ving in agrarische sector van f 4- 5.000.000, ondanks vergoedingsnor men en oogsttaxaties. Na algehele aansluiting der woningen enz. op wa ter en licht te hebben bepleit, waar schuwde spr. er voor de herverka veling niet te gebruiken als kapstok waaraan alles kan worden opgehan gen. Spr. bepleitte verder instelling van een landbouwwinterschool en achtte voor de toekomst ook het in leggen van een tweede boot met kop- lading nodig voor de spitsuren op het veer Zijpe-A.J. Polder. Verlaging van de tarieven op de Oosterschelde en een voldoend aantal arbeiderswonin gen stonden verder op zijn verlang lijstje. Spr. riep allen op gezamen lijk te bouwen aan de toekomst van Schouwen-Duiveland, Het lid van G.S., de heer C. Phi- lipse, bestreed de mening, als zou de landbouw onvoldoende in de R.C. zijn vertegenwoordigd geweest. De heer C. A. Boogerd kantte zich tegen de voorgenomen bevriezing van Noordwelle. Functieverlies en spreiding der bevolking vond hij geen voldoende argumenten om Noord welle te bevriezen. Spr. nam het kwalijk, dat de opstellers van het rapport hun beweringen op dit punt niet met cijfers hebben gestaafd. Vol gens een beroepstelling moesten zelfs nog een 27-tal arbeiders worden aan getrokken door Noordwelle, zulks in tegenstelling met de volgens het R.P. verwachte kwijning. Spr. kantte zich tegen het rapport en vond het het papier niet waard waarop het is ge schreven. Te radicaal Ds F. A. van Liere te Renesse meende dat juist door de bevrie zingsplannen het R.P. reeds tot een twistappel is geworden. Met de rest van het rapport zou men zich even tueel nog wel kunnen verenigen. Hem kwam het rapport onnodig i'adicaal voor. Bovendien berust het op onvol doend onderzoek ter plaatse. De aan gevoerde argumenten zou men nog wel kunnen aanvaarden, maar spr. vond het fout, dat andere (ook be langrijke) argumenten eenvoudig zijn weggelaten. Z.i. zijn algemene richt lijnen toegepast op het „platte van Schouwen", maar „conclusies van en kelingen hebben niet de waarde van 'n natuurwet", aldus spr., die meende dat men met de bevriezing juist het doel voorbij schiet. Anderzijds kan men ook zeggen, naar inzicht van spr., dat het rapport niet radicaal genoeg is. Men zou ook geschon den dorpskernen met de grond gelijk kunnen maken, want door de bevrie zing ontstaan nieuwe kwijnende ge meenschappen. Spr. bepleitte het vrijgeven van de bebouwing van Noordwelle en Ellemeet en vroeg spe ciaal aandacht voor de kerk van Ei kerzee, die bij uitvoering van de voor gestelde plannen eenzaam zal komen te staan. Burgemeester Schuurbeque Boeije van Zierikzee deelde namens de Raad mede, dat prijs wordt gesteld op het blijven varen van de Prov. boot tot het Luitje. De gemeente ziet in dat de voorhaven niet deugt als aanleg plaats voor de Prov. boot, maar acht grote bezwaren verbonden aan „De Val" als aanlegplaats, want wie zal b.v. de autobusverbinding moeten fi nancier-en. Ook wordt van Zierikzeese zijde een veerboot met koplading voor het Zuiden niet noodzakelijk ge acht, gelet op de grotere verkeersin tensiteit via Zijpe-A. J. Polder. Bedreigde middenstand De heer C. A. Kammeraad, voor zitter van de Kamer van Koophandel te Middelburg, vroeg speciale aan dacht voor de niet-agrarische mid denstand in de plaatsen die aan een bouwbeperking worden onderwor pen. Wat zal er van de middenstan ders in de verzorgende bedrijven te recht komen, vroeg spr. zich af, die daarop aandrong tot het scheppen van een blijvend bestaan voor deze mensen. Burgemeester Michaëlis van Brui- nisse stelde de dreiging voor de mos sel- en oestercultuur aan de orde, ge zien tegen de achtergrond van het enthousiasme voor het Delta-plan. Het gaat hier om millioenenbelangen, aldus spr., die de belangen van de visserij in de voortdurende aandacht der autoriteiten aanbeval. De duinstreek Burgemeester Lunsingh Tonckens van Renesse vond het geen axioma, dat een grotere gemeente beter moet zijn dan een kleine. Een dijk zag spr. niél als een belemmering voor ge meentelijke eenheid. „Niemand wil Serooskerke hebben en de gemeenten stellen een geheel andere indeling voor", aldus burgemeester Tonckens, die verwachtte dat Renesse groeien zal tot een gemeente van duizend in woners, een gemeente die niet te klein is om alleen te bestaan. Kust- beveiliging, recreatieve mogelijkhe den en de doortrekking van een weg (J. J. Boeyesweg) vond hij onrede lijke motieven voor samenvoeging der duingemeenten. De bevriezing komt neer op het vernietigen van het ene dorp ten koste van een ander. Spr. bepleitte tenslotte de toestemming vijf geschenkwoningen voor Noord welle ter plaatse op te bouwen en niet tegen Renesse aan. De heer C. Hoek, sprekend namens de Besturenbond van het N.V.V., achtte het nodig te komen tot een zekere samenvoeging, ondanks het verzet in de eerste tijd. Spr. ging er van uit, dat de mens op Schouwen- Duiveland een behoorlijke ontplooi ingskans moet krijgen. Deze dingen dienen in opbouwende zin te worden benaderd en niet in plaatselijk chau vinistische zin. Onheuse critiek op Serooskerke De heer J. Klompe te Serooskerke vond het onredelijk dat er zo geful mineerd wordt tegen Serooskerke. In dien Noordwelle als centrumge meente was aangewezen, hoe zou men dan gereageerd hebben? vroeg spr. zich af. Een aannemer wil zich op Serooskerke vestigen en ook nog an deren. Het motief „men wil niet op Serooskerke wonen", vond spr. der halve onjuist. Dat het op Serooskerke „gevaarlijk wonen" zou zijn, vond hij dwaasheid. In het algemeen vond hij dat de kwestie der samenvoeging on juist wordt gezien. Bij samenvoeging van enkele gemeenten ontstaat er een grotere gemeente. In één der samen voegende delen moet tenslotte een gemeentehuis staan. Wethouder Dalebout van Ellemeet vond het volkomen fout dat aange boden geschenkwoningen niet te El lemeet mogen worden gebouwd. In die plaats zal door bevriezing het ver enigingswerk geheel stuk gaan. Hij bepleitte toestemming tot herbouw. Ook wethouder Kuyper van Ouwer- kerk pleitte hartstochtelijk voor het behoud van de zelfstandigheid van zijn gemeente. Spr. wees. er op hoe Ouwerkerk wijd en zijn vermaard is geworden door de dijkdichting. Het zou niet goed zijn dit dorp als zelf standige gemeente op te heffen. Bo vendien wees spr. op de sterk ver schillende geestelijke structuur van de bevolking der samen te voegen dorpen in Duiveland. Ook burgemeester Jhr. A. van Cit- ters van Burgh deed een duit in het anti-samenvoegingszakje. De burge meester ageerde tegen de verlam mende onzekerheid waarin Burgh verkeert ten aanzien van de plannen die in de boezem van G.S. leven. „Het is hard", aldus deze spr., „zelfs t e hard, om het rampgebeuren de gele genheid te doen zijn om samenvoe gingsplannen acuut te maken". Spr. had ook geen bewondering voor het streven van de buurgemeente Haam stede, die maar al te gaarne de sa menvoeging van Burgh met Haam stede zag bewerkstelligd en deze plannen niet gelijk Nieuwerkerk deed loyaal van de hand wijst. Voorstanders van samenvoeging bleken de heer C. v. d. Hulle te Ouwerkerk en de heer L. v. d. Kloos ter te Burgh. De laatste verwachtte zelfs een naar elkaar toegroeien van de bevolking, zodat samenvoeging tot één gemeente een realiseerbare mo gelijkheid zou worden. „Bodemverbondenheid" van de Schouwse mens Wethouder Padmos keerde zich te gen het herbouwverbod van Eiker zee en de heer Jac. van Splunder van Zonnemaire zou gaarne zien dat G.S. uitsluitsel geven inzake de vermeende financiële voordelen die samenvoe ging van gemeenten met zich bren gen. De heer Slager van Haamstede vond het oorspronkelijke plan tot sa menvoeging van gemeenten accepta beler dan het thans aan de orde zijnde. Burgemeester Francke van Kerkwerve sloeg het verlangen om op Serooskerke te gaan wonen, niet hoog aan. Citerend het eerste cou plet van het Zeeuwse volkslied, wees hij op de bodemverbondenheid van de Schouwse mens en waarschuwde ervoor geen plan aan de bevolking op te leggen tegen de wil des volks. Het Statenlid de heer Van Oor schot zeide diep onder de indruk te zijn gekomen van de verwoestingen op het eiland. Alle begrip hebbend voor de menselijke kant van de zaak vroeg spr. zich toch af of het wel economisch verantwoord mag wor den genoemd sommige vrijwel ver woeste kernen weer te gaan op bouwen. Enkele andere Statenleden vroegen daarop nog nadere infor maties. De predikanten Nauta en Van Liere lichtten hun standpunten op enkele onderdelen nader toe. De heer M. Doeleman vond het Reconstructieplan niet ideaal maar z.i .bood het een reeële kans aan Schouwen-Duiveland. „Over tien jaar is er weer geen Recon structieplan", aldus spr., die ern stig aandrong er „uit te slepen wat er uit te slepen is", want het gaat niet alleen om onze toe komst, maar ook om die van onze kinderen. De heer J. Catshoek te Zierikzee bepleitte opneming van een vertegen woordiger van Schouwen-Duiveland in het college van G.S. Hij verzocht bij de samenstelling van het college hiermede wel rekening te willen hou den. Burgemeester Nieborg van Dui- vendijke wees op de noodzakelijkheid dat de landbouw altijd over vol doende arbeidskrachten kan beschik ken. Ook keerde hij zich tegen ver dwijning van kleine havens. De Commissaris der Koningin her haalde hierna de toezegging, dat over de gemeentelijke samenvoeging nog nader contact met de gemeentebestu ren zal worden opgenomen. Er was toen nog gelegenheid voor de leden van Pov. Staten zich ongedwongen met de vertegenwoordigers van het eiland te onderhouden. BROUWERSHAVEN Maatschappelijk werk en Gezinsverzorging Maandag werd in de consistorie der Ned. Herv. kerk alhier een ge meente-avond gehouden, waarvoor goede belangstelling bestond. Dr Sperna Weiland opende deze met het lezen van Psalm 146, naar aanleiding waarvan hij een inleiding hield. Ver volgens hield de plaatselijke maat schappelijke werkster, mej. Hesse- link, een causerie over „Maatschap pelijk werk en gezinsverzorging". Spreekster gaf een opsomming van de kenmerken van het maatschappe lijk werk en schetste het ontstaan hiervan, waaruit bleek, dat reeds in de' Griekse oudheid de wezen en we duwen der omgekomen krijgers door Solon werden ondersteund. Als één der grote voorvechters van deze in stantie kan Karl Marx genoemd wor den, de grondlegger van het moderne wetenschappelijke socialisme, die het proletarische massaleed in de negen tiende eeuw als basis aanvoerde voor daadwerkelijke steun. Duidelijk werd door spreekster uiteengezet het werk van een maatschappelijk werkster en een gezinsverzorgster, waarin tot uiting kwam de verschillende, doch ineenvloeiende werkzaamheden van deze twee beroepen. Voor de jnaat- schappelijk werkster ten plattelande liggen de werkzaamheden anders dan in de grote stad, daar zij de verschil lende problemen allemaal zelfstandig moeten behandelen, hetgeen in een stad anders ligt, daar hier voor iedere behoefte een andere maatschappelijk werkster kan worden ingeschakeld. In de pauze werden diverse vragen door mej. Hesselink beantwoord, waarna een film vertoond werd over de opleiding tot gezinsverzorgster en de plaatsing en werkzaamheden in een gezin. Deze film bewees de on schatbare waarde van de Stichting voor Gezinsverzorging, omdat vele gezinnen, die in daadwerkelijke be hoeften verkeren, niet tevergeefs bij deze instantie aankloppen. Dr Sperna Weiland dankte aan het eind van de avond de spreekster voor haar duidelijke uiteenzetting en sprak de hoop uit dat dit werk de aandacht die ze nodig heeft, zal krijgen en dat er ook op ons eiland bij jonge meisjes de roeping zal doordringen tot de Stichting als gezinsverzorgster toe te treden. Na het zingen van Gezang 282 werd deze zeer leerzame avond be sloten. Aanrijding Maandagmiddag had aan de Lan- gendijk een aanrijding plaats tussen een vrachtauto van de heer Vaane en de personenauto van dokter Terpstra. De schade aan de personenwagen is aanzienlijk. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor. Naar de oorzaak en schuld wordt door de Rijkspolitie een onderzoek ingesteld. OUWERKERK Uitvoering wederopbouwplan Op het terrein „Schippersboogerd" heerst momenteel grote activiteit. In het kader van het wederopbouwplan worden grote hoeveelheden zand af- en aangevoerd voor egalisering. De heer J. J. Hendrikse, afkom stig van hier (thans nog verblijvende te Yerseke) slaagde een dezer dagen te Rotterdam voor het diploma Ban ketbakker. Een groot percentage van de opgekomen candidaten voor dit examen werd afgewezen. Er is een begin gemaakt met het slopen van de barak van hët Ingezonden mededeling Een NIEUWE zware shag m D.U.W.-lcamp, dat reeds enige tijd is opgeheven. Oosterland en Nieuwerkerk hebben weer leidingwater De gemeenten Oosterland en Nieu werkerk tappen hun water weer uit de kraan, evenals vóór 1 Februari 1953. Dit heugelijke feit heeft tot ge volg dat een aantal tankauto's, die eerst vanuit de „Olievos" en later vanuit Zierikzee deze gemeenten van water voorzagen, overbodig is ge worden. De tanks, die in bruikleen waren ontvangen, worden „thuisbe zorgd". En zo maakten de auto's rei zen naar Apeldoorn, Middelburg, Oudenbosch en Rotterdam, waar le dige tanks werden of worden afge leverd. Slechts één auto is thans nog in bedrijf, om Ouwerkerk en Sirjans- land van water te voorzien en voorts water af te leveren aan wie daaraan behoefte heeft. BRUINISSE Sloping van wrakken De ramp van 1 Februari '53 maakte onder veel ook een einde aan de car rière van de heer Van der Marei als sloper van de wrakken van de Duit se landingsboten voor de wal van Bruinisse. De heer Van der Marei zocht en vond ander werk en maakte zich met zijn scheepje verdienstelijk bij het dijkherstel, o.a. te Burghsluis. Vorige week is het scheepje echter weer op zijn basis teruggekeerd en werden de sloopwerkzaamheden her vat. Door vier verschillende aanne mers wordt nu reeds, zij het met on derbreking, vier jaar lang aan deze landingsboten „gesloopt". Maandag overleed alhier op 87-jarige leeftijd de heer Joh. Muller Sz., bekend mosselkweker. Hij was vele jaren lang als diaken lid van de kerkeraad der Gereformeerde Kerk. KERKNIEUWS De godsdienstige situatie in Russische krijgsgevangen kampen Een Duits predikaat, Karl Eurskeu, die juist in Duitsland is teruggekeerd na vele jaren in een Hussisch krijgsge vangenkamp te hebben doorgebracht, beeft in een radio-causerie gezegd, dat er in de kampen een krachtig geeste lijk leven heerst. Pfarrer Eursken ver deelde do gevangenen waarvan er velen veroordeeld waren tot 25 jaar dwangarbeid in drie groepen: de genen, die van God waren afgedwaald en later tot geloof waren gekomen; zij, die volkomen onverschillig waren geworden en zij die van het begin af zonder godsdienst waren geweest. De predikant hield diensten op plaat sen, die allerminst voor dit doel ge schikt waren en doopte daar vele van zijn kameraden. De groep gevangenen, die van huis uit gelovig waren, vorm den de kern van do kampgemeente- De trouw waarmee zij de diensten bij woonden was de voornaamste reden, dat alle diensten in 1951 verboden werden. Na die tijd werden er alleen diensten gehouden en Heilig Avond maal gevierd op feestdagen en dan nog met kleine groepen. „Kameraden, die zelf geheel afzijdig stonden van de godsdienst hielden gedurende die tijd de wacht". AMSTERDAM. In de Ziekenver pleging te Amsterdam is na een lang durig ziekbed, in de leeftijd van 78 jaar, overleden, de oud-verpleegster A. E. Schipper. Zij was de enige Ne derlandse verpleegster, die was be giftigd met de Florence Nightingale- medaille. Mej. Schipper is o.a. werk zaam geweest in de Boerenoorlog in Transvaal en de eerste wereldoorlog. FEUILLETON 4 VAART NIEMAND WEL door Henk van Heeswijk De deur werd gesloten en Joop stak een sigaret op, inwendig ver heugd over zijn succes tot nu toe. Hij keek eens naar zijn vriend, die op een afstand nieuwsgierig de woor denwisseling had gevolgd, maar er natuurlijk niets van had kunnen ver staan. Doch Joop knikte even beves tigend, zodat Fred tevreden achter over ging zitten om een sigaret te draaien. Een paar minuten verstreken voor dat de huisbewaarder om de villa heen kwam met een ring met drie sleutels in zijn hand. „Kijk eens, mijnheer Van Kampen, „dit zijn de sleutels van de schuur. De grote is van de voordeur, de mid delste is van de achterdeur en de kleinste is van het kantoortje boven." Tjonge, dacht Joop, nog een kan toortje ook. Boffen wij even! Neerbuigend nam hij de ring met sleutels aan en antwoordde: „Voor uw behulpzaamheid ben ik U zeer dankbaar. Ik zal niet nalaten uw goede zorgen in deze aan mijnheer Van der Berg te vertellen, als hij te rug is van zijn vacantie. Apropos, wanneer komt hij weer?" „O, pas aan het einde van deze maand, mijnheer. De familie blijft vier weken weg." Hebben wij vier weken de tijd om de zaak op te bouwen, dacht Joop verheugd, en hij vervolgde: „Wij ves tigen ons in Doornenberg, zoals U weet. O nee, dat weet U natuurlijk niet. Kijk eens, wij hebben die schuur gehuurd omdat wij er een garage van gaan maken. Een bedrijf, dat in dit dorp zeer nodig en nuttig zal blijken te zijn. En waarmee mijnheer Van der Berg het volkomen eens was. Zodra de familie weer thuis is, laat U het me wel weten, nietwaar? Opdat ik mijn opwachting kan maken." „Ik zal er voor zorgen, mijnheer. In kan U zeker altijd in de schuui-, pardon, de garage vinden?" „Overdag altijd", antwoordde de nieuwe garagehouder zelfverzekerd. Tien minuten later stond de jeep opnieuw voor de schuur stil. Onder weg vertelde Joop aan zijn vriend op welke wijze hij aan de sleutels was gekomen en eindigde: „Ziezo, beste jongen, de eerste vier weken hebben we in ieder geval geen huur te be talen. Dat staat als een paal boven water. Ach ja, zonder geluk vaart niemand wel." Op plechtige wijze nam Joop de grote sleutel in de hand en opende de dubbele voordeur. Inwoners van Doornenberg", zei hij, staande in de deuropening, „wees getuige van dit historische ogenblik, waarop de firma Strijbos en Van Kampen de sleutel in het slot heeft gestoken als symbolische handeling van de opening van hun nieuwe be drijf. Eenmaal zal Nederland de fir ma Strijbos en Van Kampen eren om het initiatief, dat zij heden, de tweede Augustus, heeft genomen. Ik heb ge zegd." Fred schoot in een lach. „Schiet op, zwamneus, geen mens luistert im mers naar je? Laten we ons bezit maar eens in ogenschouw gaan ne men." In de halfduistere schuur, die een betonnen vloer had, scharrelden de beide jongelieden even rond, totdat Fred's ogen enigszins aan de duister nis gewend geraakt waren en een knopje ontwaarden. Hij draaide het om en toen baadde de schuur in een zee van licht. „Drommels", zei Joop waarderend, „we hebben nog electrisch licht ook. Is-ie effe fijn? Maar wat een rommel daar in die hoek." Beiden bekeken de hoop, die achter in de schuur lag: een aantal lege ben- zinebliklcen, enkele glasplaten, plan ken, een half-verroeste zaag, een ha mer zonder steel, stroomdraad, een lege gieter en een paar emmers. Ver der wat gereedschap, alles zwaar on der de roest. „Wie weet, hoe ons dit nog te pas kan komen. Laten we nu eens naar boven gaan", stelde Joop voor. „Er moet daar ergens een kamertje zijn. We kunnen ons hier dus ook gaan vestigen." „Is het werkelijk?" vroeg Fred ver rast, En uit pure nieuwsgierigheid sprong hij met twee treden tegelijk de min of meer gammele ladder op, op de voet gevolgd door zijn vriend. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1954 | | pagina 5