College van G+S+ en Prov* Staten
hielden besprekingen te Zierikzee
Stad en Provincie
ZONDER GELUK
HET EILAND LIET ZIJN STEM HOREN
Ingezonden mededeling
Reconstructieplan in de smeltkroes
van de critiek
Xoordat op 23 Maart a.s. Provinciale Staten van Zeeland het stellig
van zorgen gerimpelde hoofd zullen buigen over het Reconstructie-
rapport van Schouwen-Duiveland, staken Maandag de leden en het col
lege van G.S. over naar het getroffen Schouwen-Duiveland, om zich ter
plaatse meer vertrouwd te maken met de problemen om straks beter be
slagen op het gladde Reconstructieijs te komen.
Na een trip over het eiland werd in de late middag, onder presidium
van de Commissaris der Koningin in Zeeland, Jhr Mr A. F. C. de Ca-
sembroot, een bijeenkomst belegd In de stijlvolle nieuwe zaal van „Con
cordia", waar de „hearings" werden gehouden met vertegenwoordigers
van dc Stichting voor de Landbouw, de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor de Zeeuwse eilanden, de gemeenteraden, vertegenwoordi
gers van de Nederlands Hervormde Kerk en de Stichting „Nieuw Schou
wen-Duiveland.
Na het openingswoord van de Com
missaris der Koningin, waarin hij
wees op de nuttigheid dat de leden
van G.S. en Prov. Staten ter plaatse
zich met vertegenwoordigers van het
eiland onderhouden over de Verschil
lende aspecten van het Reconstructie
plan, voerde een groot aantal spre
kers het woord. Er bestond geen een
heid van critiek en ook geen eenheid
in bewondering voor het Reconstruc
tieplan, al bleek ook hier dat de
„bottleneck" van de zaak wordt ge
vormd door de voorgenomen bevrie
zing van dorpskernen.
Voor Dreischor bepleitte de heer
L. M. Moermond de inpoldering van
het Dijkwater, waarmede bet land
bouwbelang zal zijn gediend en de
veiligheid voor de polder Dreischor
en de daarachter liggende polders zal
toenemen. In aansluiting daarop zou
Dreischor de beschikking dienen te
krijgen over een buitenhaven voor
afvoer van de landbouwproducten.
De Commissaris der Koningin deelde
mede, dat hierover reeds besprekin
gen zijn gevoerd met minister Algera
en hij alle vertrouwen heeft, dat het
Dijkwater inderdaad zal worden in
gedijkt. Ook aan de havenkwestie is
en zal aandacht worden besteed.
Namens de Ned. Herv. Kerk voerde
Ds C. J. van Royen te Zierikzee het
Woord, die de keuze van Seroos-
kerke als centrumgemeente voor mid
den-Schouwen, als buitengewoon on
gelukkig kwalificeerde. Serooskerke
is zeer excentrisch gelegen en z.i. zou
het van grote wijsheid getuigen als
G.S. deze zaak opnieuw in ogen
schouw zouden nemen. Wat de be
vriezing betreft, zag hij gevaar, dat
nieuwe, weinig levenskrachtige ge
huchten ontstaan, met nieuwe pro
blemen. „Het is voor de bevolking",
aldus spr., „moeilijk het heden te be
grijpen, dooreengeworpen als zij is,
maar het is nog veel moeilijker de
toekomst te begrijpen". Ds van Royen
achtte het niet mogelijk dat de be
volking wijs worden kan uit de vage
warwinkel van problemen. Hij be
pleitte daarom een voorlichting in
de persoonlijke sfeer, desnoods door
aan te stellen consulenten, die in de
diverse gemeenten de mensen voor
lichting kunhen geven. Uiting gevend
aan de bereidheid van de Stichting
voor Maatschappelijk Werk, te spre
ken over de problemen van Schou
wen-Duiveland, gaf Ds van Royen
als zijn visie, dat onvoldoende aan
dacht is besteed aan de recrutering
van een leiderscorps voor de jeugd-
opvoeding uit de mensen zelf. De
„zwakke polsslag" van het jeugdle
ven achtte hij niet alleen typisch voor
Schouwen-Duiveland, maar een meer
algemeen verschijnsel. Wanneer bin
nen het kader van het bestaande
jeugdwerk aanknopingspunten wor
den gevonden voor de vorming van
jeugdleiders, moet nog blijken of er
wel sprake zal zijn van verstarring
der methodiek.
Na het Drie-Eilandenplan
De heer A. M. Geluk, Kringvoor
zitter van de Z.L.M., had aanvanke
lijk bezwaren tegen het feit, dat geen
vertegenwoordigers van de Stichting
voor de Landbouw in de Reconstruc
tiecommissie waren vertegenwoor
digd. Hij vreesde dat het Recon
structierapport zou doodlopen op de
problemen van bevriezing en samen
voeging. Als toekomstige ontwikke
ling verwachtte hij dat Schouwen-
Duiveland zal overblijven als enig
Zeeuws eiland, na voltooiing van het
Drie-Eilandenplan. Het kwam hem
waarschijnlijk voor, dat dit eiland
een hand naar het Noorden zal uit
steken voor het ontvangen van hulp.
Nuttig is dat het Reconstructierap
port geen twistappel wordt, maar een
perspectief dient te openen voor het
eiland. Spr. vond het fout dat in het
R.P. voor de mannelijke bevolking
gebruik is gemaakt van cijfers van
1947. Hij had recentere cijfers ge
wenst. Spr. verwachtte een loonder
ving in agrarische sector van f 4-
5.000.000, ondanks vergoedingsnor
men en oogsttaxaties. Na algehele
aansluiting der woningen enz. op wa
ter en licht te hebben bepleit, waar
schuwde spr. er voor de herverka
veling niet te gebruiken als kapstok
waaraan alles kan worden opgehan
gen. Spr. bepleitte verder instelling
van een landbouwwinterschool en
achtte voor de toekomst ook het in
leggen van een tweede boot met kop-
lading nodig voor de spitsuren op het
veer Zijpe-A.J. Polder. Verlaging van
de tarieven op de Oosterschelde en
een voldoend aantal arbeiderswonin
gen stonden verder op zijn verlang
lijstje. Spr. riep allen op gezamen
lijk te bouwen aan de toekomst van
Schouwen-Duiveland,
Het lid van G.S., de heer C. Phi-
lipse, bestreed de mening, als zou de
landbouw onvoldoende in de R.C. zijn
vertegenwoordigd geweest.
De heer C. A. Boogerd kantte zich
tegen de voorgenomen bevriezing
van Noordwelle. Functieverlies en
spreiding der bevolking vond hij geen
voldoende argumenten om Noord
welle te bevriezen. Spr. nam het
kwalijk, dat de opstellers van het
rapport hun beweringen op dit punt
niet met cijfers hebben gestaafd. Vol
gens een beroepstelling moesten zelfs
nog een 27-tal arbeiders worden aan
getrokken door Noordwelle, zulks in
tegenstelling met de volgens het R.P.
verwachte kwijning. Spr. kantte zich
tegen het rapport en vond het het
papier niet waard waarop het is ge
schreven.
Te radicaal
Ds F. A. van Liere te Renesse
meende dat juist door de bevrie
zingsplannen het R.P. reeds tot een
twistappel is geworden. Met de rest
van het rapport zou men zich even
tueel nog wel kunnen verenigen. Hem
kwam het rapport onnodig i'adicaal
voor. Bovendien berust het op onvol
doend onderzoek ter plaatse. De aan
gevoerde argumenten zou men nog
wel kunnen aanvaarden, maar spr.
vond het fout, dat andere (ook be
langrijke) argumenten eenvoudig zijn
weggelaten. Z.i. zijn algemene richt
lijnen toegepast op het „platte van
Schouwen", maar „conclusies van en
kelingen hebben niet de waarde van
'n natuurwet", aldus spr., die meende
dat men met de bevriezing juist het
doel voorbij schiet. Anderzijds kan
men ook zeggen, naar inzicht van
spr., dat het rapport niet radicaal
genoeg is. Men zou ook geschon
den dorpskernen met de grond gelijk
kunnen maken, want door de bevrie
zing ontstaan nieuwe kwijnende ge
meenschappen. Spr. bepleitte het
vrijgeven van de bebouwing van
Noordwelle en Ellemeet en vroeg spe
ciaal aandacht voor de kerk van Ei
kerzee, die bij uitvoering van de voor
gestelde plannen eenzaam zal komen
te staan.
Burgemeester Schuurbeque Boeije
van Zierikzee deelde namens de Raad
mede, dat prijs wordt gesteld op het
blijven varen van de Prov. boot tot
het Luitje. De gemeente ziet in dat
de voorhaven niet deugt als aanleg
plaats voor de Prov. boot, maar acht
grote bezwaren verbonden aan „De
Val" als aanlegplaats, want wie zal
b.v. de autobusverbinding moeten fi
nancier-en. Ook wordt van Zierikzeese
zijde een veerboot met koplading
voor het Zuiden niet noodzakelijk ge
acht, gelet op de grotere verkeersin
tensiteit via Zijpe-A. J. Polder.
Bedreigde middenstand
De heer C. A. Kammeraad, voor
zitter van de Kamer van Koophandel
te Middelburg, vroeg speciale aan
dacht voor de niet-agrarische mid
denstand in de plaatsen die aan een
bouwbeperking worden onderwor
pen. Wat zal er van de middenstan
ders in de verzorgende bedrijven te
recht komen, vroeg spr. zich af, die
daarop aandrong tot het scheppen
van een blijvend bestaan voor deze
mensen.
Burgemeester Michaëlis van Brui-
nisse stelde de dreiging voor de mos
sel- en oestercultuur aan de orde, ge
zien tegen de achtergrond van het
enthousiasme voor het Delta-plan.
Het gaat hier om millioenenbelangen,
aldus spr., die de belangen van de
visserij in de voortdurende aandacht
der autoriteiten aanbeval.
De duinstreek
Burgemeester Lunsingh Tonckens
van Renesse vond het geen axioma,
dat een grotere gemeente beter moet
zijn dan een kleine. Een dijk zag spr.
niél als een belemmering voor ge
meentelijke eenheid. „Niemand wil
Serooskerke hebben en de gemeenten
stellen een geheel andere indeling
voor", aldus burgemeester Tonckens,
die verwachtte dat Renesse groeien
zal tot een gemeente van duizend in
woners, een gemeente die niet te
klein is om alleen te bestaan. Kust-
beveiliging, recreatieve mogelijkhe
den en de doortrekking van een weg
(J. J. Boeyesweg) vond hij onrede
lijke motieven voor samenvoeging der
duingemeenten. De bevriezing komt
neer op het vernietigen van het ene
dorp ten koste van een ander. Spr.
bepleitte tenslotte de toestemming
vijf geschenkwoningen voor Noord
welle ter plaatse op te bouwen en
niet tegen Renesse aan.
De heer C. Hoek, sprekend namens
de Besturenbond van het N.V.V.,
achtte het nodig te komen tot een
zekere samenvoeging, ondanks het
verzet in de eerste tijd. Spr. ging er
van uit, dat de mens op Schouwen-
Duiveland een behoorlijke ontplooi
ingskans moet krijgen. Deze dingen
dienen in opbouwende zin te worden
benaderd en niet in plaatselijk chau
vinistische zin.
Onheuse critiek op Serooskerke
De heer J. Klompe te Serooskerke
vond het onredelijk dat er zo geful
mineerd wordt tegen Serooskerke. In
dien Noordwelle als centrumge
meente was aangewezen, hoe zou men
dan gereageerd hebben? vroeg spr.
zich af. Een aannemer wil zich op
Serooskerke vestigen en ook nog an
deren. Het motief „men wil niet op
Serooskerke wonen", vond spr. der
halve onjuist. Dat het op Serooskerke
„gevaarlijk wonen" zou zijn, vond hij
dwaasheid. In het algemeen vond hij
dat de kwestie der samenvoeging on
juist wordt gezien. Bij samenvoeging
van enkele gemeenten ontstaat er een
grotere gemeente. In één der samen
voegende delen moet tenslotte een
gemeentehuis staan.
Wethouder Dalebout van Ellemeet
vond het volkomen fout dat aange
boden geschenkwoningen niet te El
lemeet mogen worden gebouwd. In
die plaats zal door bevriezing het ver
enigingswerk geheel stuk gaan. Hij
bepleitte toestemming tot herbouw.
Ook wethouder Kuyper van Ouwer-
kerk pleitte hartstochtelijk voor het
behoud van de zelfstandigheid van
zijn gemeente. Spr. wees. er op hoe
Ouwerkerk wijd en zijn vermaard is
geworden door de dijkdichting. Het
zou niet goed zijn dit dorp als zelf
standige gemeente op te heffen. Bo
vendien wees spr. op de sterk ver
schillende geestelijke structuur van
de bevolking der samen te voegen
dorpen in Duiveland.
Ook burgemeester Jhr. A. van Cit-
ters van Burgh deed een duit in het
anti-samenvoegingszakje. De burge
meester ageerde tegen de verlam
mende onzekerheid waarin Burgh
verkeert ten aanzien van de plannen
die in de boezem van G.S. leven. „Het
is hard", aldus deze spr., „zelfs t e
hard, om het rampgebeuren de gele
genheid te doen zijn om samenvoe
gingsplannen acuut te maken". Spr.
had ook geen bewondering voor het
streven van de buurgemeente Haam
stede, die maar al te gaarne de sa
menvoeging van Burgh met Haam
stede zag bewerkstelligd en deze
plannen niet gelijk Nieuwerkerk
deed loyaal van de hand wijst.
Voorstanders van samenvoeging
bleken de heer C. v. d. Hulle te
Ouwerkerk en de heer L. v. d. Kloos
ter te Burgh. De laatste verwachtte
zelfs een naar elkaar toegroeien van
de bevolking, zodat samenvoeging tot
één gemeente een realiseerbare mo
gelijkheid zou worden.
„Bodemverbondenheid"
van de Schouwse mens
Wethouder Padmos keerde zich te
gen het herbouwverbod van Eiker
zee en de heer Jac. van Splunder van
Zonnemaire zou gaarne zien dat G.S.
uitsluitsel geven inzake de vermeende
financiële voordelen die samenvoe
ging van gemeenten met zich bren
gen. De heer Slager van Haamstede
vond het oorspronkelijke plan tot sa
menvoeging van gemeenten accepta
beler dan het thans aan de orde
zijnde. Burgemeester Francke van
Kerkwerve sloeg het verlangen om
op Serooskerke te gaan wonen, niet
hoog aan. Citerend het eerste cou
plet van het Zeeuwse volkslied, wees
hij op de bodemverbondenheid van
de Schouwse mens en waarschuwde
ervoor geen plan aan de bevolking
op te leggen tegen de wil des volks.
Het Statenlid de heer Van Oor
schot zeide diep onder de indruk te
zijn gekomen van de verwoestingen
op het eiland. Alle begrip hebbend
voor de menselijke kant van de zaak
vroeg spr. zich toch af of het wel
economisch verantwoord mag wor
den genoemd sommige vrijwel ver
woeste kernen weer te gaan op
bouwen. Enkele andere Statenleden
vroegen daarop nog nadere infor
maties. De predikanten Nauta en Van
Liere lichtten hun standpunten op
enkele onderdelen nader toe.
De heer M. Doeleman vond
het Reconstructieplan niet ideaal
maar z.i .bood het een reeële kans
aan Schouwen-Duiveland. „Over
tien jaar is er weer geen Recon
structieplan", aldus spr., die ern
stig aandrong er „uit te slepen
wat er uit te slepen is", want
het gaat niet alleen om onze toe
komst, maar ook om die van onze
kinderen.
De heer J. Catshoek te Zierikzee
bepleitte opneming van een vertegen
woordiger van Schouwen-Duiveland
in het college van G.S. Hij verzocht
bij de samenstelling van het college
hiermede wel rekening te willen hou
den. Burgemeester Nieborg van Dui-
vendijke wees op de noodzakelijkheid
dat de landbouw altijd over vol
doende arbeidskrachten kan beschik
ken. Ook keerde hij zich tegen ver
dwijning van kleine havens.
De Commissaris der Koningin her
haalde hierna de toezegging, dat over
de gemeentelijke samenvoeging nog
nader contact met de gemeentebestu
ren zal worden opgenomen. Er was
toen nog gelegenheid voor de leden
van Pov. Staten zich ongedwongen
met de vertegenwoordigers van het
eiland te onderhouden.
BROUWERSHAVEN
Maatschappelijk werk
en Gezinsverzorging
Maandag werd in de consistorie
der Ned. Herv. kerk alhier een ge
meente-avond gehouden, waarvoor
goede belangstelling bestond. Dr
Sperna Weiland opende deze met het
lezen van Psalm 146, naar aanleiding
waarvan hij een inleiding hield. Ver
volgens hield de plaatselijke maat
schappelijke werkster, mej. Hesse-
link, een causerie over „Maatschap
pelijk werk en gezinsverzorging".
Spreekster gaf een opsomming van
de kenmerken van het maatschappe
lijk werk en schetste het ontstaan
hiervan, waaruit bleek, dat reeds in
de' Griekse oudheid de wezen en we
duwen der omgekomen krijgers door
Solon werden ondersteund. Als één
der grote voorvechters van deze in
stantie kan Karl Marx genoemd wor
den, de grondlegger van het moderne
wetenschappelijke socialisme, die het
proletarische massaleed in de negen
tiende eeuw als basis aanvoerde voor
daadwerkelijke steun. Duidelijk werd
door spreekster uiteengezet het werk
van een maatschappelijk werkster en
een gezinsverzorgster, waarin tot
uiting kwam de verschillende, doch
ineenvloeiende werkzaamheden van
deze twee beroepen. Voor de jnaat-
schappelijk werkster ten plattelande
liggen de werkzaamheden anders dan
in de grote stad, daar zij de verschil
lende problemen allemaal zelfstandig
moeten behandelen, hetgeen in een
stad anders ligt, daar hier voor iedere
behoefte een andere maatschappelijk
werkster kan worden ingeschakeld.
In de pauze werden diverse vragen
door mej. Hesselink beantwoord,
waarna een film vertoond werd over
de opleiding tot gezinsverzorgster en
de plaatsing en werkzaamheden in
een gezin. Deze film bewees de on
schatbare waarde van de Stichting
voor Gezinsverzorging, omdat vele
gezinnen, die in daadwerkelijke be
hoeften verkeren, niet tevergeefs bij
deze instantie aankloppen.
Dr Sperna Weiland dankte aan het
eind van de avond de spreekster voor
haar duidelijke uiteenzetting en sprak
de hoop uit dat dit werk de aandacht
die ze nodig heeft, zal krijgen en dat
er ook op ons eiland bij jonge meisjes
de roeping zal doordringen tot de
Stichting als gezinsverzorgster toe te
treden. Na het zingen van Gezang 282
werd deze zeer leerzame avond be
sloten.
Aanrijding
Maandagmiddag had aan de Lan-
gendijk een aanrijding plaats tussen
een vrachtauto van de heer Vaane en
de personenauto van dokter Terpstra.
De schade aan de personenwagen is
aanzienlijk. Persoonlijke ongelukken
deden zich niet voor. Naar de oorzaak
en schuld wordt door de Rijkspolitie
een onderzoek ingesteld.
OUWERKERK
Uitvoering wederopbouwplan
Op het terrein „Schippersboogerd"
heerst momenteel grote activiteit. In
het kader van het wederopbouwplan
worden grote hoeveelheden zand af-
en aangevoerd voor egalisering.
De heer J. J. Hendrikse, afkom
stig van hier (thans nog verblijvende
te Yerseke) slaagde een dezer dagen
te Rotterdam voor het diploma Ban
ketbakker. Een groot percentage van
de opgekomen candidaten voor dit
examen werd afgewezen.
Er is een begin gemaakt met
het slopen van de barak van hët
Ingezonden mededeling
Een NIEUWE
zware shag
m
D.U.W.-lcamp, dat reeds enige tijd is
opgeheven.
Oosterland en Nieuwerkerk
hebben weer leidingwater
De gemeenten Oosterland en Nieu
werkerk tappen hun water weer uit
de kraan, evenals vóór 1 Februari
1953. Dit heugelijke feit heeft tot ge
volg dat een aantal tankauto's, die
eerst vanuit de „Olievos" en later
vanuit Zierikzee deze gemeenten van
water voorzagen, overbodig is ge
worden. De tanks, die in bruikleen
waren ontvangen, worden „thuisbe
zorgd". En zo maakten de auto's rei
zen naar Apeldoorn, Middelburg,
Oudenbosch en Rotterdam, waar le
dige tanks werden of worden afge
leverd. Slechts één auto is thans nog
in bedrijf, om Ouwerkerk en Sirjans-
land van water te voorzien en voorts
water af te leveren aan wie daaraan
behoefte heeft.
BRUINISSE
Sloping van wrakken
De ramp van 1 Februari '53 maakte
onder veel ook een einde aan de car
rière van de heer Van der Marei als
sloper van de wrakken van de Duit
se landingsboten voor de wal van
Bruinisse. De heer Van der Marei
zocht en vond ander werk en maakte
zich met zijn scheepje verdienstelijk
bij het dijkherstel, o.a. te Burghsluis.
Vorige week is het scheepje echter
weer op zijn basis teruggekeerd en
werden de sloopwerkzaamheden her
vat. Door vier verschillende aanne
mers wordt nu reeds, zij het met on
derbreking, vier jaar lang aan deze
landingsboten „gesloopt".
Maandag overleed alhier op
87-jarige leeftijd de heer Joh. Muller
Sz., bekend mosselkweker. Hij was
vele jaren lang als diaken lid van de
kerkeraad der Gereformeerde Kerk.
KERKNIEUWS
De godsdienstige situatie in
Russische krijgsgevangen
kampen
Een Duits predikaat, Karl Eurskeu,
die juist in Duitsland is teruggekeerd
na vele jaren in een Hussisch krijgsge
vangenkamp te hebben doorgebracht,
beeft in een radio-causerie gezegd, dat
er in de kampen een krachtig geeste
lijk leven heerst. Pfarrer Eursken ver
deelde do gevangenen waarvan er
velen veroordeeld waren tot 25 jaar
dwangarbeid in drie groepen: de
genen, die van God waren afgedwaald
en later tot geloof waren gekomen;
zij, die volkomen onverschillig waren
geworden en zij die van het begin
af zonder godsdienst waren geweest.
De predikant hield diensten op plaat
sen, die allerminst voor dit doel ge
schikt waren en doopte daar vele van
zijn kameraden. De groep gevangenen,
die van huis uit gelovig waren, vorm
den de kern van do kampgemeente- De
trouw waarmee zij de diensten bij
woonden was de voornaamste reden,
dat alle diensten in 1951 verboden
werden. Na die tijd werden er alleen
diensten gehouden en Heilig Avond
maal gevierd op feestdagen en dan
nog met kleine groepen. „Kameraden,
die zelf geheel afzijdig stonden van
de godsdienst hielden gedurende die
tijd de wacht".
AMSTERDAM. In de Ziekenver
pleging te Amsterdam is na een lang
durig ziekbed, in de leeftijd van 78
jaar, overleden, de oud-verpleegster
A. E. Schipper. Zij was de enige Ne
derlandse verpleegster, die was be
giftigd met de Florence Nightingale-
medaille. Mej. Schipper is o.a. werk
zaam geweest in de Boerenoorlog in
Transvaal en de eerste wereldoorlog.
FEUILLETON 4
VAART NIEMAND WEL
door
Henk van Heeswijk
De deur werd gesloten en Joop
stak een sigaret op, inwendig ver
heugd over zijn succes tot nu toe.
Hij keek eens naar zijn vriend, die
op een afstand nieuwsgierig de woor
denwisseling had gevolgd, maar er
natuurlijk niets van had kunnen ver
staan. Doch Joop knikte even beves
tigend, zodat Fred tevreden achter
over ging zitten om een sigaret te
draaien.
Een paar minuten verstreken voor
dat de huisbewaarder om de villa
heen kwam met een ring met drie
sleutels in zijn hand.
„Kijk eens, mijnheer Van Kampen,
„dit zijn de sleutels van de schuur.
De grote is van de voordeur, de mid
delste is van de achterdeur en de
kleinste is van het kantoortje boven."
Tjonge, dacht Joop, nog een kan
toortje ook. Boffen wij even!
Neerbuigend nam hij de ring met
sleutels aan en antwoordde: „Voor
uw behulpzaamheid ben ik U zeer
dankbaar. Ik zal niet nalaten uw
goede zorgen in deze aan mijnheer
Van der Berg te vertellen, als hij te
rug is van zijn vacantie. Apropos,
wanneer komt hij weer?"
„O, pas aan het einde van deze
maand, mijnheer. De familie blijft
vier weken weg."
Hebben wij vier weken de tijd om
de zaak op te bouwen, dacht Joop
verheugd, en hij vervolgde: „Wij ves
tigen ons in Doornenberg, zoals U
weet. O nee, dat weet U natuurlijk
niet. Kijk eens, wij hebben die schuur
gehuurd omdat wij er een garage van
gaan maken. Een bedrijf, dat in dit
dorp zeer nodig en nuttig zal blijken
te zijn. En waarmee mijnheer Van der
Berg het volkomen eens was. Zodra
de familie weer thuis is, laat U het
me wel weten, nietwaar? Opdat ik
mijn opwachting kan maken."
„Ik zal er voor zorgen, mijnheer.
In kan U zeker altijd in de schuui-,
pardon, de garage vinden?"
„Overdag altijd", antwoordde de
nieuwe garagehouder zelfverzekerd.
Tien minuten later stond de jeep
opnieuw voor de schuur stil. Onder
weg vertelde Joop aan zijn vriend op
welke wijze hij aan de sleutels was
gekomen en eindigde: „Ziezo, beste
jongen, de eerste vier weken hebben
we in ieder geval geen huur te be
talen. Dat staat als een paal boven
water. Ach ja, zonder geluk vaart
niemand wel."
Op plechtige wijze nam Joop de
grote sleutel in de hand en opende
de dubbele voordeur.
Inwoners van Doornenberg", zei
hij, staande in de deuropening, „wees
getuige van dit historische ogenblik,
waarop de firma Strijbos en Van
Kampen de sleutel in het slot heeft
gestoken als symbolische handeling
van de opening van hun nieuwe be
drijf. Eenmaal zal Nederland de fir
ma Strijbos en Van Kampen eren om
het initiatief, dat zij heden, de tweede
Augustus, heeft genomen. Ik heb ge
zegd."
Fred schoot in een lach. „Schiet
op, zwamneus, geen mens luistert im
mers naar je? Laten we ons bezit
maar eens in ogenschouw gaan ne
men."
In de halfduistere schuur, die een
betonnen vloer had, scharrelden de
beide jongelieden even rond, totdat
Fred's ogen enigszins aan de duister
nis gewend geraakt waren en een
knopje ontwaarden. Hij draaide het
om en toen baadde de schuur in een
zee van licht.
„Drommels", zei Joop waarderend,
„we hebben nog electrisch licht ook.
Is-ie effe fijn? Maar wat een rommel
daar in die hoek."
Beiden bekeken de hoop, die achter
in de schuur lag: een aantal lege ben-
zinebliklcen, enkele glasplaten, plan
ken, een half-verroeste zaag, een ha
mer zonder steel, stroomdraad, een
lege gieter en een paar emmers. Ver
der wat gereedschap, alles zwaar on
der de roest.
„Wie weet, hoe ons dit nog te pas
kan komen. Laten we nu eens naar
boven gaan", stelde Joop voor. „Er
moet daar ergens een kamertje zijn.
We kunnen ons hier dus ook gaan
vestigen."
„Is het werkelijk?" vroeg Fred ver
rast, En uit pure nieuwsgierigheid
sprong hij met twee treden tegelijk
de min of meer gammele ladder op,
op de voet gevolgd door zijn vriend.
(Wordt vervolgd)