Sowjet experiment? ,n Zuid-Amerika en de West liggen handelsmogelijkheden voor Nederland IN HET BETOVERDE BOS Tasmanië waar de meest tevreden Australiërs wonen Naar verluidt zou Elsenhower plan nen koesteren die van verstrekkende gevolgen zouden zijn voor de alge mene wereldtoeatand, maar het ac cent ligt op de verhoudingen in Oost- Aziö, waarin Korea de oorlogstoe stand nog steeds voortduurt en da gelijks slachtoffers eist. In de Assemblee van de V.N. op 23 November verwierp Wysjinaki niet alleen het voorstel van India tot het regelen van het vraagstuk der krijgs gevangenen. HIJ deed dit op zo'n ma nier, dat er geen twijfel over kon bestaan dat Moskou niet van plan was een schikking in welke vorm ook te aanvaarden en ook de regering van Peking niet zou toestaan hierop in te gaan. Als de strijd in Korea beëindigd moest worden, dan zou zulks op Russische voorwaarden moeten geschieden en anders moest de strijd maar voortduren. De Russische politiek is gebaseerd op de wetenschap dat er in de vrUe wereld een diep en groeiend verlan gen is naar vrede en naar het einde van het bloedvergieten. Daarom ge looft en hoopt het Kremlin dat er spoedig stemmen zullen opgaan, die er op zullen aandringen dat, als we vrede kunnen hebben en wij het le ven van onze eigen mensen kunnen sparen door het leven van een paar Chinezen op te offeren, het wel zo verstandig zou zijn dit aanbod te aanvaarden en de prijs te betalen. In het geval van Etheopië en Tsje- cho-Slowakije werd in de jaren vóór de wereldoorlog de prijs betaald. De landen die hem betaalden hadden daarna een gemengd gevoel van op luchting en van angst. En toen ont dekten ze dat ze geen vrede, doch slechts een kort uitstel hadden ge kocht. De overwinning die de Duce en Hitier hadden behaald, stimu leerden en moedigden hen aan tot nieuwe avonturen. De verleiding om een vernederde en verdeelde vrije wereld uit te da gen zou voor Stalin net zo sterk zijn als voor zijn nazistische en fascis tische voorgangers. De bedoeling van de Russische manoeuvre is dan ook een psychologische verkenning om het moreel en de vastberadenheid van de vrije volken te testen. Dit was al een van de oogmerken van de oor spronkelijke aanval op Korea in 1950 Het antwoord hierop was toen on verwacht. En Rusland trok daaruit de noodzakelijke gevolgtrekking. Zijn buitenlandse politiek werd ondanks dat zijn uitingen even heftig bleven, beslist voorzichtiger. Nu vindt het dat de tijd rijp is voor een nieuw ex periment. Hebben de voortdurende spanning en het verlies aan levens en de af keer van de schier eindeloze oorlog de vastberadenheid en het moreel verzwakt? Is er opnieuw een ver langen om te „sussen" en een bereid heid om daar zelfs een beschamende en vernederende prijs voor te beta len? Op deze vragen wil Moskou het antwoord weten. Men kan er zeker van zijn dat de politiek van Moskou in grote mate door dit antwoord zal worden bepaald 1 Zuid.-Korea kan het niet alleen Nu opnieuw duidelijk is gebleken dat Moskou noch Peking de vrede in Korea wensen op de voor de Ver. Naties aanvaardbare voorwaarden, houdt de Amerikaanse pers zich be zig met de vraag: zal het Zuidkore- aanse leger binnen afzienbare tijd zo versterkt kunnen worden dat het de taak van de troepen van de Ver. Na ties over kan nemen? Leest men de beschouwingen hierover na, dan krijgt men sterk de indruk dat er bitter weinig kans bestaat dat de Amerikanen een geringe kans heb ben een oorlog te voeren waarbij zoals de Russen de eigen soldaten buiten schot blijven. De geallieerde legers hebben in Korea om zich staande te houden, op het ogenblik 18 divisies nodig, alsmede een grote luchtvloot en een moderne oorlogsvloot. Alles wat de Zuidkoreanen daartegenover kunnen stellen zijn 10 divisies, een klein aan tal ouderwetse jachtvliegtuigen en een vlootje waarvan het machtigste schip een torpedojager is. Enorme moeite hebben de mili taire instructeurs der Ver. Naties zich moeten getroosten voordat ze de Zuidkoreanen zover hadden dat men hen tenminste in zekere delen van de frontlijn zonder direct toezicht kon laten opereren. En nog altijd ont breekt het het Zuidkoreaanse leger aan leiderschap, geduld en voorzich tigheid. Militaire waarnemers zijn van me ning dat er ten minste 20 Zuidkore aanse divisies nodig zijn om de ver dediging van hun land over te ne men, zelfs indien er een wapenstil stand zou worden gesloten. En bij handhaving van het huidige tempo van training en uitrusting zou het tot 1957 duren aleer het Zuidkore aanse leger op de vereiste sterkte zou zijn gebracht. Zelfs dan zouden de strijdkrachten der Ver. Naties Zuid- Korea niet veilig kunnen verlaten. Want Korea in enkele jaren ook nog te voorzien van een sterke vloot en dito luchtsrljdkrachten, is een onmo gelijkheid. En zonder de steun van die twee wapens gaat het niet. Maar de zakenlieden moeten er zelf op af gaan Tentoonstelling in Mexico een succes De Directeur van de Kon. Neder landse Jaarbeun, Mr. J. Milius, die ale een soort reizend Nederlands am bassadeur een bezoek 'beeft gebracht aan Mexico, Venezuela, Suriname en de Antillen, is na een reis van cirjo twee maanden in ons land terugge keerd. Hij liet zich optimistisch uit over de Nederlandse handelsmogelijk heden in de door hem bezochte landen. Zoals bekend vertrok Mr. MUius op 20 October uit Neder Urnd met bet vliegtuig, waarin ook Prins Bern hard zijn tocht naar Mexico maakte. De Nederlandse tentoonetelling in Mexico City noemde Mr. Milius zo wel in kwaliteit als in verzorging een voortreffelijke manifestatie >an hpt Ne- derlandae kunnen. Het allerbeste visite kaartje, dat ons land in de loop der jaren heeft afgegeven". Het bezoek aan do tentoonstelling was heel groot. Evenzo de zakelijke belangstelling. Van nog groter belang echter achtte Mr. Milius het, wat er nu moet gaan gebeuren. De contacten moeten worden vastgehouden. Moge lijkheden voor onze economische ex pansie bestaan er z.i. zeker. Geweldig snelle ontwikkeling Mexico en Venezuela zijn landen, die met een enorme vaart oghoog gaan en znh economisch ontwikkelen op een wijzo, waarvan wij hier nog geen voorstelling hebben, zo was zijn me ning. Dezo landen gebruiken hiertoo grote middelen. In Mexico-City en do hoofdstad van Venezuela, Carracas, worden oude stadsdelen in zijn geheel opgeruimd. Op de verrezen brede Ave- nu's is hot vorkeer enorm. Het ver plaatst zich met Ongelimiteerde snol- eid. Alleen in Carrncas zijn 20.000 automobielen, waarvan 6000 taxi's. Mexico en Venezuela streven naar de opbouw van een eigen kleine industrie. Hot is volgons do directeur van do jaarbeurs Ncdcrland's taak hiertoe bij te dragen door het leveren van kapi taalgoederen en van leiding door be voegde en desknudige krachten. Bij de oprichting van kleine industrieën op uonsunipticgcbicd in Veuezuola, dat ge combineerd met buitenlands kapitaal kan geschieden, heeft Nederland zeker kansen. De belangstelling is er bier voor, onder voorwaarde dat men niet in concurrentie treedt met reeds be staande industrieën. Kennis van Spaans noodzakelijk Maar dan dienen de Nederlandse handelsmensen er persoonlijk heen te gsao. Met kennis van zaken en met kennis van de taal, want de Spaanse taal is noodzakelijk voor een snel re sultaat. Duitsland ontwikkelt op dit punt volgens Mr. MUius een grote activiteit. Wel w>u hij tr voor willen waarschuwen, dat men niet met inzet van veel geld (want het is in Mexioo en Venezuela naar onze begrippen ont zettend duur) tracht zelf alleen suc cessen te behalen. Dat kan z.i. beter in kleine combinaties gebeuren, in sa menwerking Viet de handel van hot land zelf. Hij heeft de indruk gekregen, dat men niet over voldoende krochten be schikt om de Nederlandse industrial goed voor te lichten. Naar zijn mening kunnen voor dit doel ook speciale diensten worden ingericht. Suriname en de Antillen Ook wat de AntÜlen betreft .zullen do Nederlandse handelsmensen or zelf op uit moeten trekken. Doen wij dat niet, dan zuilon anderen het wol doen, voornamelijk Duitsland. Vergroting van do Nederlandse import zal hier moeite kosten. Tijdens de oorlog heeft uien zich tot Amerika gewend en do Ameri kaanse producten zitten er nog goed iu. Daarnaast hokt het nog al eens mot onze service. Voor do vorderin gen van het welvaartsplan voor Su riname had hij de grootste bewonde ring. De aanleg van wegen vordsrt gestaag en met de aanleg van polders is het nu zover, dat, de eerste boer derij In de polder „Wagtnlngen" kan worden uitgegeven. De verwachting be- etaat door deze polders te kunnen ko men tot een behoorlijke rijstopbrengst. hetgeen voor de economische ontwik keling van Suriname van het groot ste belang is. Controleer voor 1 Jan. llw achterlicht Achterlicht met Rfjkakeor is tevens reflector Het Wegenverkeersreglement schrijft voor, dat fietsers per 1 Januari 1953 in het bezit moeten zijn van een goed gekeurd achterlicht, benevens een rode reflector met rijkskeur. Deze bepa ling, waarvan de tekst verre 'van dui delijk ie, blijkt aanleiding te geven tot grote verwarring, aldus de A.N.W.B. Het achterlicht tegelijk reflector, bet geheel met rijkskeur, was namelijk ook reeds vóór de oorlog verplicht; Daarenboven zal men tevergeefs zoe ken naar een Iewe reflector met pijkskeur. Vooruitlopende op een verduidelij king welke in deze bepaling van het Wegenverkeersreglement zal worden aangebracht, wijst de A.N.W.B. er op. dut do bedoeling van dit voorschrift slechts is, dat uitsluitend achterlich ten mogen worden gebruikt, welke van een rijkskeur zijn voorzien. Dezo achterlichten zijn dan nJ. tegelijk re flector. Dit is ook reeds het geval met vóór de oorlog goedgekeurde achter lichten, daar de technische e!sen voir hot verlenen van het rijkskeur nimmer zijn gewijzigd. Dit rijkskeur bestaat uit een recht hoek of een cirkel met het woerd ,.HIJKSKEUR'\ alsmede enige letters cn oijfors en is aan de buitenzijde van de huls zichtbaar. De A.N.W.B. raadt do fietsers don ook aan, even te controleren cf het achterlioht van dit keur «s voorzien en zich in goede staat bevindt. VOOR DE JEUGD Een den werd ontvoerd Een transportvliegtuig van de Griekse luchtmacht is kort na het opstijgen van een vliegveld in Zuid- Korea neergestort. Veertien personen zijn om het leven gekomen. Hoe de Nederlandse gemeenschap op dat eiland zich ontwikkelt (Van onze correspondent in Australië) Do bewoners van het eiland Tasuia- niö genieten do reputatie, dat zij de meest tevreden Australiërs binnen de Commonwealth zijn. Met locaal-patriot- tische ingenomenheid, knikken de „Tas- sios" bevestigend, als ik hen vraag of die reputatie ten rechte is, „Er is maar één Tasmania" zeggen ze mot waardigheid. Praat hen niet over „de overkant"^ bet grote Australië, want op hun eiland is het véél boter. Wat zegt onze Nederlandse gemeen schap welke zich op Tasmanië bezig is te ontwikkelen, van do mogelijkhe den op dat Australische grondgebied? Het kost per vliegtuig maar enig5 uren om van de Maquoric-strcet in Sydniê naar de Maquario Street in Hobart, de hoofdstad van Tasman'.ö te komen. Over heel wat kleiner af standjes in de rimboe heb ik langer tijd nodig gehad. Maar Australië be zit uitnemende vliegdiensten, welke ste den en stadjes een prima verbinding geven. Per boot kost het een stevige dag om de „Bas Street", zoals het stukje ze© tussen Australië en Tasmanië heet, over te steken. Laat ik hier m'eteen vertellen dat Hobart lang geen Sydney of Melbourne is. In elk van bcido laatstgenoemde steden wonen vijfmaal zoveel mensen als op heel Tasmanië en twintig maal zoveel als in Hobart. Waarover do bewoners van het eiland erg blij zijn... „We hebben hier mensen genoeg"^ vertellen ze mij. Doch er kan nog gemakkelijk oen millioentje bewoners bij, want ook Tas manië beschikt nog over nimmer be treden gebieden. Over de eer van ons Lutjegast Ere wien ere toekomt, maar de „Tns- sies", zoals men deze eilandhewonen» wel noemt, hebben het aan iemaid uit het Nederlandse dorpje Lutjegast te danken, dat zij op hun eiland zitten. Zij zijn hem er trouwens ook dank baar voorj dc rogcring van Tasmanië overweegt zelfs in ons Lutjogost oen gedenkteken tc doen plnntson. Toen n.l. in 1642 de oud-Lutjegastcr Abel Tasman, in opdracht van do toen malige Gouverneur-Generaal van Ncd. Oost-ïndiC, van Dicmnn, op zoek ging naar Australië'» oostkust, kwam hij terecht op een eiland, hetwelk hij naar zijn opdrachtgever „Van Diemon's Land" noemde. Het eerste Engelse Gouvernement in 1855 verwisselde deze naam voor die vim de ontdekker zelf. De verdere geschiedonU omtrent de ontwikkeling van het leven op dit eiland U minder stijlvol. De strafgs- vaogenen die iu 1805 uit Engeland eo Ierland naar „Van Diemen's Land" waren gedeporteerd, hebben min of meer jacht gemaakt op de inboorlin gen; in 1876 stierf de laatste van de oorspronkelijke eilandbewoners. Io 60 jaar tijds had men allen „geliquideerd" Goud, zilver, tin, appelen, hop en touristen Wat ik reeds eerder over Australië vertelde, kan ook over Tasmanië wor den gezegd: het is een rijk land. Zo omstreeks de zestiger jaren be gon 'men do minerale sohatten er te ontdekken; in 1877 werd in de Daily Brothers Brandy Creek een goudader gevonden, welke voor ruim 25 niillioen gulden aan goud opleverde. Bij Mount Lyell trof men eerst een goudmijn aan, die later 's werelds rijkste koper mijn werd, tetwijl bij Mount Bisschoff enorme tinvoorraden werden bloct ge legd. En thans tracht men uranium te vindon. Men weet eigenlijk niet hoe rijk dit eiland wel is, want hot gebied dat in de volksmond „The lost pro vince" wordt genoemd en zeer ontoe- gaakelijk is, werd nog nimmer door iemand betreden. Men vindt er oer oud gebergto en dichte wouden. In die buurt, nJ. het westen van bot eiland, is een „nationaal parkf'y dat maar liefst 54.000 H.A. beslaat. Daar is men zo nog niet „uitgewan deld". Behalve al die minoralen, beschikt Tasmanië over uitstekende land- en tuinbouwmogelijkheden, als gevolg van het gunstige klimaat cn het ontbreken van ernstigo droogte-perioden. Belangrijk is er o.a. de teelt van aardappelen, appelen en hop, wolk laatstgenoemd product een goede af zetmogelijkheid heeft bij de talrijke bierbrouwerijen ook in Australië zelf. En alsof dat alles niet genoeg is; Tnsmonió trekt vnoantiegnngers waar van naar eohatting ieder jaar 100.000 arriveren. Al met alt een eiland dnt er wezen inng cn niet ten onrechte dc aandacht van duizenden emigranten trekt, waar bij vooral do Nederlanders zich niet onbetuigd latent Waar zit do Nederlandse kolonie? Hobart is een gezellige stad; bezit ruime straten cn ccn druk winkelcen trum. De stad tolt ruim 00.000 in woners. De Dcrwcbt Hivcr dringt tot ver in dc stad cn heeft een natuur lijke haven gemaakt, waar rondom vele scheepswerven zijn gelegen. In dezo «tad hebben zich thans pl.m. 200 Nedcrlinders gevestigd. In Lnuceaton. do tweede grote stad van het eiland met 40.000 inwoners, groepen een 250 Nederlanders bijeen. In de stad Penquin treft men 200 vau onze oud-1 ondgsno ten aan. in Uverstone. zeven mijl ver derop, een gelijk aantal. Een groep van vijftig Groningers, die elkaar tij dens het verzet iu de oorlogsjaren leerden kennen, koos Kingston als woonplaats. En dan heb ik in diverse kleine plaatsen of op het platteland „ver strooide" Nederlanders aangetroffen, die soms reeds op hun eigen, „spul letje" zaten. Het was indertijd de schrijver Piet Maróe die het plan had op Tasmanië een Nederlandse nederzetting te vor men; door allerlei oorzaken is hii daarin niet geslaagd. Maar uit hiervoor genoemde cijfers kan men constateren, dat er toch een flinke kolonie aan het groeien is op Tasmanië. Men heeft er slagers, bakkers, tim merlieden. winkeliers, land- en tuin bouwers als emigranten zien arrive ren en de secretaris van de Nedetloud- se vereniging op Tasmanië, de heer J. de Vries, vertelde mij, dat velen van hen er in zijn geslaagd zich een goed bestaan op dit eiland te verwerven. „En er zijn hier nog vele moge lijkheden", zo voegde hij er aan toe. Er is ccn Nederlander gestart met een confectiefabriek; een slager die het in do worstmakerii heeft gevonden; er is een Nederlands bouwbedrijf. Er wordt door onze emigranten cp Tasmanië heus nog niet zo kwaad geboerd, al gaat het uiteraard niet bii een ieder even vlotl Het was atU in het betoverde bos. Veel dieren waren in hun wiuterslaap en de anderen, die daar niet aan deden, zaten gezellig bijeen in hun hol of nest, want buiten was het koud en een gure wind blies door de takken in de kale bomen. Het was de dag voor Kerstmis en Oehoe de uil zat als van ouds op de tak van de oude eik aan de rand van het bos. Hij knipperde eens met zijn ogen. Wat was dat nu? Wie kwamen daar aan? Oehoe zag twee mannen het pad opkomen, dat naar het betoverde bos voerde. Zij hadden spaden in de hand en keken spiedend in het rond. Het waren boer Ger ritsen en zijn oudste zoon. „Wat moe ten die nu in ons bos?" dacht Oehoe „Zij voeren eelcer niet# goeds in hun schild". Voorzichtig fladderdo hij wiet de twe» wannen wee. Midden iu het boo bleven zij «taai bij een mooie jonge den. Zij bekeken die van onder' tot boven en toen zetten zij de spaden in de grond en begonnen de boom uit te gravoa De uil streek op een tak neer en keek met een scheef kopje naar de beide mannen Wwarvoor deden ze dot? Na een poosje haddon zij de den uitgegraven en namen hem samen op de schouders. Daar wandeldon zij het bos uit. Wat werd Oehoe kwaad, dat was diefstal. Do den hoorde in het betoverde bos. Dadelijk vloog hij mét do grootste 6poed naar het bureau van de kabouterpolitie, waar hij ver telde wat hij gezien had. Ook de kabouters werden vreselijk kwaad, maar wat konden rij tegen do mensen beginnen? „Wij kunnen niets doen", zei de commissaris. Maar Oehoe liet het er niet bij zitten. Hij vloog het bos in en vertelde aan alle dieren, wat hij gezien had. Groot was de veront waardiging en het duurde niet long of het gonsde in hot betoverde bo» van de stemmen, die hot geval be spraken. Overal stonden grpepjes die ren on overal werd gesproken over de ontvoerde den. De vos weet raad Ook Rekel de vos stond bij zo'n groepje en. hij had het hoogste weerd. „Het is een schande", sprak hij, „dat men ons zo besteelt I Hier dienen maat regelen tegen te worden genomen. Als alle mensen dat gaan doen zitten wii in minder dan geen tijd zonder bomen in ons bos. Ik kan het terrein op mijn duimpje en ik ga op onderzoek uit. Blijven jullie hier en wacht tot ik terug ben!" zei hij op bevelende toon. Rekel wist dat hij door al zijn streken wel wat had goed te maken bij de dieren van het betoverde bo® en hij was vast besloten do leiding te nemen in dit gcvaL Het was inmiddels donker gewor den en voorzichtig sloop Rekel naar de boerderij van boer Gerretsen. Het was koud en guur weer en zoals dat in do winter meestal het geval is, had Rekel niet veel in zijn maag zitten. Toen hij dan ook langs het kippenhok kwam, moest hij zich ge-' weid aandoen om' er niet even binnen te stappen. De kippen zagen er best uit, maar de vos begreep, dat hij in dit geval geen risico mocht nemen. Dus liet hij do kippen met rust en öpoeddo zich naar ccn raam van do boerderij, waarachtor hij lioht zag brandgen. Voorzichtig ging hij tegen de ven sterbank staan en toen.... zag hij de don. Midden in de kamer stond do sierlijke boom en hij was opgetuigd met glimmende ballen en schitteren de slingers. Boven op de top 6tond een prachtig gekleurde piek. Rekel kon niet nalaten even te lachen om die pot sierlijk aangeklede den. Toch had hij medelijden met de boom en het voor naamste was wel, dat de boom gestolen was uit zijn bos. Daar moest iets aan gedaan worden. Zachtjes sloop de vos van het raam eo ging met zijn rug tegen het kippenhok zitten om d:ep na te denken. Hoe kwam die boom weer te rug op rijn plaats in het bos? Ineens vond hij de oplossing van dit zware probleem. Zo vlug als hii ken rende hij terug naar het bos en riep alle dieren bii elkaar. Hii vertelde zijn plan en in een grote opt-coht trokken zij naar de boerderij. Een onderaardse gang Aan de rond van het bos verscholen de dieren zich onder de bomen en wachtten op de bevelen van de vos. Eindelijk gingen do I'chten in de boer derij uit eo toen konden do dieren beginnen. De mol, die er speciaal voor u't rijn winteifclaap was gehaald en de hele familie van Flap. het konijn, begon nen eon gang te graven onder de drempel van de deur door. Ongeduldig wachtten de andere, dieren, totdat zii eruieo klaar waren en toeu kropen zii één voor één door bet gat naar binnen. Alleen Bruintje Beer kwam klem te zitten, maar voir hem werd het gat nog eVen groter gemaakt. Snel gingen zij nu naar de kamer waar de den stond en Rekel gaf zijn bevelen. In korte tijd lag de den op rijn kant, maar nu kwam het grote pro bleem; hoe kregen ze die grote den de deur uit? Mistroostig zaten dc die ren bijeen. Alles was zo g)cd gegaan en nu kenden zo do bo)m niet eens naar huiten krijgen. De deur zat op slot cn do sleutels zaten natuurlijk in do broekzak van dc boer. „Hoe ko men wij aan die sleutels?" verzucht te Rekel. Even halen De veldmui.» wist raad. Hil was klein en kon overal doorheen. „Ik zal zo wel even halen!" riep hij cn weg was hii al. Op de slaapkamer van do boer en de boerin dook hii in de zak van do broek die op eea stoel lag. Wat viel het de veldmuis tegen. Die sleutels waren vreselijk zwaar en voor dat hij ze de kamer uit had stonden do druppeltjes van inspanning op zijn neu»>. Nu de trap af met die grote aingen. Maar „boem. boem, boem" daar had je het al. De sleutels rolden do trap af en maakten een vreselijk lawaai in het stille huis. Rekel, die onder aan de trap stond, greep de sleu tels en maakte snel de deur open. Ge zamenlijk namen de dieren de den op cn droegen hem naar de deur. Boven hoorden zii al gestommel cn praten. De trap kraakte en dc boer kwam naar beneden. Angstig keken de dieren om. De boom moest zc snel mogelijk do deur uit. Bruintje Beer als de sterkste van dc dieren voelde zich verplicht de aftocht te dekken en hii 6telde zich bij de trap op. Toen de boer beneden kwam nam de beer hem in zijn sterke orman en gromde vervaarlijk. Toen liet hii de boer even los en die holde de trap op. rende de slaapkamer binnen en grendelde de deur, terwijl hii alsmaar riep: „een beer in huig. een beer in huis!" De dieren hadden au tijd genoeg om do den weg te brengen en het duurde dan ook niet lang of hii stend weer op zijn oude plaatsje in het be toverde bos. Hier en daar hing er nog een schitterende 6linger aan een tak. Die herinnerde aan zijn avontuur. Do dieren waren tevreden en ieder kon nu naar bed gaan om uit te rusten van de vermoeienissen van deze nacht. BIM EN BAM „Help, help! Kom toch gauw! Jumbo verkeert in gevaar, want de krokodil heeft zijn slurf te pakken gekregen en wil hem de rivier ln trek ken", roept het aapje tegen Blm en Bam. Blm heeft een doos sigaren bij zich en zij rennen naar de rivieroever, waar zij Jumbo een sigaar geven. Zodra Bam die aangestoken heeft, haalt Jumbo een geweldige hoeveelheid rook ln en blaast dan de rook door zijn slurf ln de muil van de kro kodil. De sigaar ls erg zwaar en de rook kriebelt in diens keel. HIJ begint te hoesten en moet zo Jumbo's slurf loslaten. Vriend olifant haalt gauw zijn slurf ln en maakt dat hij wegkomt, met het trotse aapje op z'n rug. Blm en Bam zijn erg blij dat ze Jumbo hebben kunnen helpen, maar de krokodil brult en hoest, zodat het ver in de om trek te horen is. Maar Jumbo is zodoende aan een groot gevaar ontsnapt.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1952 | | pagina 3