Sowjet experiment? ,n Zuid-Amerika en de West liggen
handelsmogelijkheden voor Nederland
IN HET BETOVERDE BOS
Tasmanië waar de meest tevreden
Australiërs wonen
Naar verluidt zou Elsenhower plan
nen koesteren die van verstrekkende
gevolgen zouden zijn voor de alge
mene wereldtoeatand, maar het ac
cent ligt op de verhoudingen in Oost-
Aziö, waarin Korea de oorlogstoe
stand nog steeds voortduurt en da
gelijks slachtoffers eist.
In de Assemblee van de V.N. op
23 November verwierp Wysjinaki niet
alleen het voorstel van India tot het
regelen van het vraagstuk der krijgs
gevangenen. HIJ deed dit op zo'n ma
nier, dat er geen twijfel over kon
bestaan dat Moskou niet van plan
was een schikking in welke vorm ook
te aanvaarden en ook de regering
van Peking niet zou toestaan hierop
in te gaan. Als de strijd in Korea
beëindigd moest worden, dan zou
zulks op Russische voorwaarden
moeten geschieden en anders moest
de strijd maar voortduren.
De Russische politiek is gebaseerd
op de wetenschap dat er in de vrUe
wereld een diep en groeiend verlan
gen is naar vrede en naar het einde
van het bloedvergieten. Daarom ge
looft en hoopt het Kremlin dat er
spoedig stemmen zullen opgaan, die
er op zullen aandringen dat, als we
vrede kunnen hebben en wij het le
ven van onze eigen mensen kunnen
sparen door het leven van een paar
Chinezen op te offeren, het wel zo
verstandig zou zijn dit aanbod te
aanvaarden en de prijs te betalen.
In het geval van Etheopië en Tsje-
cho-Slowakije werd in de jaren vóór
de wereldoorlog de prijs betaald.
De landen die hem betaalden hadden
daarna een gemengd gevoel van op
luchting en van angst. En toen ont
dekten ze dat ze geen vrede, doch
slechts een kort uitstel hadden ge
kocht. De overwinning die de Duce
en Hitier hadden behaald, stimu
leerden en moedigden hen aan tot
nieuwe avonturen.
De verleiding om een vernederde
en verdeelde vrije wereld uit te da
gen zou voor Stalin net zo sterk zijn
als voor zijn nazistische en fascis
tische voorgangers. De bedoeling van
de Russische manoeuvre is dan ook
een psychologische verkenning om
het moreel en de vastberadenheid
van de vrije volken te testen. Dit was
al een van de oogmerken van de oor
spronkelijke aanval op Korea in 1950
Het antwoord hierop was toen on
verwacht. En Rusland trok daaruit
de noodzakelijke gevolgtrekking. Zijn
buitenlandse politiek werd ondanks
dat zijn uitingen even heftig bleven,
beslist voorzichtiger. Nu vindt het
dat de tijd rijp is voor een nieuw ex
periment.
Hebben de voortdurende spanning
en het verlies aan levens en de af
keer van de schier eindeloze oorlog
de vastberadenheid en het moreel
verzwakt? Is er opnieuw een ver
langen om te „sussen" en een bereid
heid om daar zelfs een beschamende
en vernederende prijs voor te beta
len? Op deze vragen wil Moskou het
antwoord weten. Men kan er zeker
van zijn dat de politiek van Moskou
in grote mate door dit antwoord zal
worden bepaald 1
Zuid.-Korea kan het
niet alleen
Nu opnieuw duidelijk is gebleken
dat Moskou noch Peking de vrede in
Korea wensen op de voor de Ver.
Naties aanvaardbare voorwaarden,
houdt de Amerikaanse pers zich be
zig met de vraag: zal het Zuidkore-
aanse leger binnen afzienbare tijd zo
versterkt kunnen worden dat het de
taak van de troepen van de Ver. Na
ties over kan nemen? Leest men de
beschouwingen hierover na, dan
krijgt men sterk de indruk dat er
bitter weinig kans bestaat dat de
Amerikanen een geringe kans heb
ben een oorlog te voeren waarbij
zoals de Russen de eigen soldaten
buiten schot blijven.
De geallieerde legers hebben in
Korea om zich staande te houden,
op het ogenblik 18 divisies nodig,
alsmede een grote luchtvloot en een
moderne oorlogsvloot. Alles wat de
Zuidkoreanen daartegenover kunnen
stellen zijn 10 divisies, een klein aan
tal ouderwetse jachtvliegtuigen en
een vlootje waarvan het machtigste
schip een torpedojager is.
Enorme moeite hebben de mili
taire instructeurs der Ver. Naties
zich moeten getroosten voordat ze de
Zuidkoreanen zover hadden dat men
hen tenminste in zekere delen van de
frontlijn zonder direct toezicht kon
laten opereren. En nog altijd ont
breekt het het Zuidkoreaanse leger
aan leiderschap, geduld en voorzich
tigheid.
Militaire waarnemers zijn van me
ning dat er ten minste 20 Zuidkore
aanse divisies nodig zijn om de ver
dediging van hun land over te ne
men, zelfs indien er een wapenstil
stand zou worden gesloten. En bij
handhaving van het huidige tempo
van training en uitrusting zou het
tot 1957 duren aleer het Zuidkore
aanse leger op de vereiste sterkte zou
zijn gebracht. Zelfs dan zouden de
strijdkrachten der Ver. Naties Zuid-
Korea niet veilig kunnen verlaten.
Want Korea in enkele jaren ook nog
te voorzien van een sterke vloot en
dito luchtsrljdkrachten, is een onmo
gelijkheid. En zonder de steun van
die twee wapens gaat het niet.
Maar de zakenlieden moeten er zelf op af gaan
Tentoonstelling in Mexico een succes
De Directeur van de Kon. Neder
landse Jaarbeun, Mr. J. Milius, die
ale een soort reizend Nederlands am
bassadeur een bezoek 'beeft gebracht
aan Mexico, Venezuela, Suriname en
de Antillen, is na een reis van cirjo
twee maanden in ons land terugge
keerd. Hij liet zich optimistisch uit
over de Nederlandse handelsmogelijk
heden in de door hem bezochte landen.
Zoals bekend vertrok Mr. MUius op
20 October uit Neder Urnd met bet
vliegtuig, waarin ook Prins Bern hard
zijn tocht naar Mexico maakte.
De Nederlandse tentoonetelling in
Mexico City noemde Mr. Milius zo
wel in kwaliteit als in verzorging een
voortreffelijke manifestatie >an hpt Ne-
derlandae kunnen. Het allerbeste visite
kaartje, dat ons land in de loop der
jaren heeft afgegeven".
Het bezoek aan do tentoonstelling
was heel groot. Evenzo de zakelijke
belangstelling. Van nog groter belang
echter achtte Mr. Milius het, wat er
nu moet gaan gebeuren. De contacten
moeten worden vastgehouden. Moge
lijkheden voor onze economische ex
pansie bestaan er z.i. zeker.
Geweldig snelle ontwikkeling
Mexico en Venezuela zijn landen, die
met een enorme vaart oghoog gaan
en znh economisch ontwikkelen op
een wijzo, waarvan wij hier nog geen
voorstelling hebben, zo was zijn me
ning. Dezo landen gebruiken hiertoo
grote middelen. In Mexico-City en do
hoofdstad van Venezuela, Carracas,
worden oude stadsdelen in zijn geheel
opgeruimd. Op de verrezen brede Ave-
nu's is hot vorkeer enorm. Het ver
plaatst zich met Ongelimiteerde snol-
eid. Alleen in Carrncas zijn 20.000
automobielen, waarvan 6000 taxi's.
Mexico en Venezuela streven naar de
opbouw van een eigen kleine industrie.
Hot is volgons do directeur van do
jaarbeurs Ncdcrland's taak hiertoe bij
te dragen door het leveren van kapi
taalgoederen en van leiding door be
voegde en desknudige krachten. Bij de
oprichting van kleine industrieën op
uonsunipticgcbicd in Veuezuola, dat ge
combineerd met buitenlands kapitaal
kan geschieden, heeft Nederland zeker
kansen. De belangstelling is er bier
voor, onder voorwaarde dat men niet
in concurrentie treedt met reeds be
staande industrieën.
Kennis van Spaans noodzakelijk
Maar dan dienen de Nederlandse
handelsmensen er persoonlijk heen te
gsao. Met kennis van zaken en met
kennis van de taal, want de Spaanse
taal is noodzakelijk voor een snel re
sultaat. Duitsland ontwikkelt op dit
punt volgens Mr. MUius een grote
activiteit. Wel w>u hij tr voor willen
waarschuwen, dat men niet met inzet
van veel geld (want het is in Mexioo
en Venezuela naar onze begrippen ont
zettend duur) tracht zelf alleen suc
cessen te behalen. Dat kan z.i. beter
in kleine combinaties gebeuren, in sa
menwerking Viet de handel van hot
land zelf.
Hij heeft de indruk gekregen, dat
men niet over voldoende krochten be
schikt om de Nederlandse industrial
goed voor te lichten. Naar zijn mening
kunnen voor dit doel ook speciale
diensten worden ingericht.
Suriname en de Antillen
Ook wat de AntÜlen betreft .zullen
do Nederlandse handelsmensen or zelf
op uit moeten trekken. Doen wij dat
niet, dan zuilon anderen het wol doen,
voornamelijk Duitsland. Vergroting van
do Nederlandse import zal hier moeite
kosten. Tijdens de oorlog heeft uien
zich tot Amerika gewend en do Ameri
kaanse producten zitten er nog goed
iu. Daarnaast hokt het nog al eens
mot onze service. Voor do vorderin
gen van het welvaartsplan voor Su
riname had hij de grootste bewonde
ring. De aanleg van wegen vordsrt
gestaag en met de aanleg van polders
is het nu zover, dat, de eerste boer
derij In de polder „Wagtnlngen" kan
worden uitgegeven. De verwachting be-
etaat door deze polders te kunnen ko
men tot een behoorlijke rijstopbrengst.
hetgeen voor de economische ontwik
keling van Suriname van het groot
ste belang is.
Controleer voor 1 Jan.
llw achterlicht
Achterlicht met Rfjkakeor
is tevens reflector
Het Wegenverkeersreglement schrijft
voor, dat fietsers per 1 Januari 1953
in het bezit moeten zijn van een goed
gekeurd achterlicht, benevens een rode
reflector met rijkskeur. Deze bepa
ling, waarvan de tekst verre 'van dui
delijk ie, blijkt aanleiding te geven tot
grote verwarring, aldus de A.N.W.B.
Het achterlicht tegelijk reflector, bet
geheel met rijkskeur, was namelijk
ook reeds vóór de oorlog verplicht;
Daarenboven zal men tevergeefs zoe
ken naar een Iewe reflector met
pijkskeur.
Vooruitlopende op een verduidelij
king welke in deze bepaling van het
Wegenverkeersreglement zal worden
aangebracht, wijst de A.N.W.B. er op.
dut do bedoeling van dit voorschrift
slechts is, dat uitsluitend achterlich
ten mogen worden gebruikt, welke
van een rijkskeur zijn voorzien. Dezo
achterlichten zijn dan nJ. tegelijk re
flector.
Dit is ook reeds het geval met
vóór de oorlog goedgekeurde achter
lichten, daar de technische e!sen voir
hot verlenen van het rijkskeur nimmer
zijn gewijzigd.
Dit rijkskeur bestaat uit een recht
hoek of een cirkel met het woerd
,.HIJKSKEUR'\ alsmede enige letters
cn oijfors en is aan de buitenzijde van
de huls zichtbaar.
De A.N.W.B. raadt do fietsers don
ook aan, even te controleren cf het
achterlioht van dit keur «s voorzien
en zich in goede staat bevindt.
VOOR DE JEUGD
Een den werd ontvoerd
Een transportvliegtuig van de
Griekse luchtmacht is kort na het
opstijgen van een vliegveld in Zuid-
Korea neergestort. Veertien personen
zijn om het leven gekomen.
Hoe de Nederlandse gemeenschap op dat
eiland zich ontwikkelt
(Van onze correspondent in Australië)
Do bewoners van het eiland Tasuia-
niö genieten do reputatie, dat zij de
meest tevreden Australiërs binnen de
Commonwealth zijn. Met locaal-patriot-
tische ingenomenheid, knikken de „Tas-
sios" bevestigend, als ik hen vraag
of die reputatie ten rechte is,
„Er is maar één Tasmania" zeggen
ze mot waardigheid.
Praat hen niet over „de overkant"^
bet grote Australië, want op hun eiland
is het véél boter.
Wat zegt onze Nederlandse gemeen
schap welke zich op Tasmanië bezig
is te ontwikkelen, van do mogelijkhe
den op dat Australische grondgebied?
Het kost per vliegtuig maar enig5
uren om van de Maquoric-strcet in
Sydniê naar de Maquario Street in
Hobart, de hoofdstad van Tasman'.ö
te komen. Over heel wat kleiner af
standjes in de rimboe heb ik langer
tijd nodig gehad. Maar Australië be
zit uitnemende vliegdiensten, welke ste
den en stadjes een prima verbinding
geven.
Per boot kost het een stevige dag
om de „Bas Street", zoals het stukje
ze© tussen Australië en Tasmanië heet,
over te steken.
Laat ik hier m'eteen vertellen dat
Hobart lang geen Sydney of Melbourne
is. In elk van bcido laatstgenoemde
steden wonen vijfmaal zoveel mensen
als op heel Tasmanië en twintig maal
zoveel als in Hobart. Waarover do
bewoners van het eiland erg blij zijn...
„We hebben hier mensen genoeg"^
vertellen ze mij.
Doch er kan nog gemakkelijk oen
millioentje bewoners bij, want ook Tas
manië beschikt nog over nimmer be
treden gebieden.
Over de eer van ons Lutjegast
Ere wien ere toekomt, maar de „Tns-
sies", zoals men deze eilandhewonen»
wel noemt, hebben het aan iemaid
uit het Nederlandse dorpje Lutjegast
te danken, dat zij op hun eiland zitten.
Zij zijn hem er trouwens ook dank
baar voorj dc rogcring van Tasmanië
overweegt zelfs in ons Lutjogost oen
gedenkteken tc doen plnntson.
Toen n.l. in 1642 de oud-Lutjegastcr
Abel Tasman, in opdracht van do toen
malige Gouverneur-Generaal van Ncd.
Oost-ïndiC, van Dicmnn, op zoek ging
naar Australië'» oostkust, kwam hij
terecht op een eiland, hetwelk hij naar
zijn opdrachtgever „Van Diemon's
Land" noemde.
Het eerste Engelse Gouvernement in
1855 verwisselde deze naam voor die
vim de ontdekker zelf.
De verdere geschiedonU omtrent de
ontwikkeling van het leven op dit
eiland U minder stijlvol. De strafgs-
vaogenen die iu 1805 uit Engeland
eo Ierland naar „Van Diemen's Land"
waren gedeporteerd, hebben min of
meer jacht gemaakt op de inboorlin
gen; in 1876 stierf de laatste van de
oorspronkelijke eilandbewoners. Io 60
jaar tijds had men allen „geliquideerd"
Goud, zilver, tin, appelen, hop
en touristen
Wat ik reeds eerder over Australië
vertelde, kan ook over Tasmanië wor
den gezegd: het is een rijk land.
Zo omstreeks de zestiger jaren be
gon 'men do minerale sohatten er te
ontdekken; in 1877 werd in de Daily
Brothers Brandy Creek een goudader
gevonden, welke voor ruim 25 niillioen
gulden aan goud opleverde. Bij Mount
Lyell trof men eerst een goudmijn
aan, die later 's werelds rijkste koper
mijn werd, tetwijl bij Mount Bisschoff
enorme tinvoorraden werden bloct ge
legd. En thans tracht men uranium
te vindon. Men weet eigenlijk niet hoe
rijk dit eiland wel is, want hot gebied
dat in de volksmond „The lost pro
vince" wordt genoemd en zeer ontoe-
gaakelijk is, werd nog nimmer door
iemand betreden. Men vindt er oer
oud gebergto en dichte wouden.
In die buurt, nJ. het westen van
bot eiland, is een „nationaal parkf'y
dat maar liefst 54.000 H.A. beslaat.
Daar is men zo nog niet „uitgewan
deld".
Behalve al die minoralen, beschikt
Tasmanië over uitstekende land- en
tuinbouwmogelijkheden, als gevolg van
het gunstige klimaat cn het ontbreken
van ernstigo droogte-perioden.
Belangrijk is er o.a. de teelt van
aardappelen, appelen en hop, wolk
laatstgenoemd product een goede af
zetmogelijkheid heeft bij de talrijke
bierbrouwerijen ook in Australië zelf.
En alsof dat alles niet genoeg is;
Tnsmonió trekt vnoantiegnngers waar
van naar eohatting ieder jaar 100.000
arriveren.
Al met alt een eiland dnt er wezen
inng cn niet ten onrechte dc aandacht
van duizenden emigranten trekt, waar
bij vooral do Nederlanders zich niet
onbetuigd latent
Waar zit do Nederlandse kolonie?
Hobart is een gezellige stad; bezit
ruime straten cn ccn druk winkelcen
trum. De stad tolt ruim 00.000 in
woners. De Dcrwcbt Hivcr dringt tot
ver in dc stad cn heeft een natuur
lijke haven gemaakt, waar rondom
vele scheepswerven zijn gelegen. In
dezo «tad hebben zich thans pl.m. 200
Nedcrlinders gevestigd. In Lnuceaton.
do tweede grote stad van het eiland
met 40.000 inwoners, groepen een 250
Nederlanders bijeen. In de stad Penquin
treft men 200 vau onze oud-1 ondgsno
ten aan. in Uverstone. zeven mijl ver
derop, een gelijk aantal. Een groep
van vijftig Groningers, die elkaar tij
dens het verzet iu de oorlogsjaren
leerden kennen, koos Kingston als
woonplaats.
En dan heb ik in diverse kleine
plaatsen of op het platteland „ver
strooide" Nederlanders aangetroffen,
die soms reeds op hun eigen, „spul
letje" zaten.
Het was indertijd de schrijver Piet
Maróe die het plan had op Tasmanië
een Nederlandse nederzetting te vor
men; door allerlei oorzaken is hii
daarin niet geslaagd. Maar uit hiervoor
genoemde cijfers kan men constateren,
dat er toch een flinke kolonie aan
het groeien is op Tasmanië.
Men heeft er slagers, bakkers, tim
merlieden. winkeliers, land- en tuin
bouwers als emigranten zien arrive
ren en de secretaris van de Nedetloud-
se vereniging op Tasmanië, de heer J.
de Vries, vertelde mij, dat velen van
hen er in zijn geslaagd zich een goed
bestaan op dit eiland te verwerven.
„En er zijn hier nog vele moge
lijkheden", zo voegde hij er aan toe.
Er is ccn Nederlander gestart met
een confectiefabriek; een slager die het
in do worstmakerii heeft gevonden;
er is een Nederlands bouwbedrijf.
Er wordt door onze emigranten cp
Tasmanië heus nog niet zo kwaad
geboerd, al gaat het uiteraard niet bii
een ieder even vlotl
Het was atU in het betoverde bos.
Veel dieren waren in hun wiuterslaap
en de anderen, die daar niet aan
deden, zaten gezellig bijeen in hun
hol of nest, want buiten was het
koud en een gure wind blies door
de takken in de kale bomen.
Het was de dag voor Kerstmis en
Oehoe de uil zat als van ouds op
de tak van de oude eik aan de rand
van het bos. Hij knipperde eens met
zijn ogen. Wat was dat nu? Wie
kwamen daar aan? Oehoe zag twee
mannen het pad opkomen, dat naar
het betoverde bos voerde. Zij hadden
spaden in de hand en keken spiedend
in het rond. Het waren boer Ger
ritsen en zijn oudste zoon. „Wat moe
ten die nu in ons bos?" dacht Oehoe
„Zij voeren eelcer niet# goeds in hun
schild". Voorzichtig fladderdo hij wiet
de twe» wannen wee.
Midden iu het boo bleven zij «taai
bij een mooie jonge den. Zij bekeken
die van onder' tot boven en toen
zetten zij de spaden in de grond en
begonnen de boom uit te gravoa De
uil streek op een tak neer en keek
met een scheef kopje naar de beide
mannen Wwarvoor deden ze dot?
Na een poosje haddon zij de den
uitgegraven en namen hem samen op
de schouders. Daar wandeldon zij het
bos uit. Wat werd Oehoe kwaad, dat
was diefstal. Do den hoorde in het
betoverde bos. Dadelijk vloog hij mét
do grootste 6poed naar het bureau
van de kabouterpolitie, waar hij ver
telde wat hij gezien had. Ook de
kabouters werden vreselijk kwaad,
maar wat konden rij tegen do mensen
beginnen? „Wij kunnen niets doen",
zei de commissaris. Maar Oehoe liet het
er niet bij zitten. Hij vloog het bos
in en vertelde aan alle dieren, wat
hij gezien had. Groot was de veront
waardiging en het duurde niet long
of het gonsde in hot betoverde bo»
van de stemmen, die hot geval be
spraken. Overal stonden grpepjes die
ren on overal werd gesproken over
de ontvoerde den.
De vos weet raad
Ook Rekel de vos stond bij zo'n
groepje en. hij had het hoogste weerd.
„Het is een schande", sprak hij, „dat
men ons zo besteelt I Hier dienen maat
regelen tegen te worden genomen. Als
alle mensen dat gaan doen zitten wii
in minder dan geen tijd zonder bomen
in ons bos. Ik kan het terrein op
mijn duimpje en ik ga op onderzoek
uit. Blijven jullie hier en wacht tot
ik terug ben!" zei hij op bevelende
toon. Rekel wist dat hij door al zijn
streken wel wat had goed te maken
bij de dieren van het betoverde bo® en
hij was vast besloten do leiding te
nemen in dit gcvaL
Het was inmiddels donker gewor
den en voorzichtig sloop Rekel naar
de boerderij van boer Gerretsen. Het
was koud en guur weer en zoals dat
in do winter meestal het geval is,
had Rekel niet veel in zijn maag
zitten. Toen hij dan ook langs het
kippenhok kwam, moest hij zich ge-'
weid aandoen om' er niet even binnen
te stappen. De kippen zagen er best
uit, maar de vos begreep, dat hij in
dit geval geen risico mocht nemen.
Dus liet hij do kippen met rust en
öpoeddo zich naar ccn raam van do
boerderij, waarachtor hij lioht zag
brandgen.
Voorzichtig ging hij tegen de ven
sterbank staan en toen.... zag hij de
don. Midden in de kamer stond do
sierlijke boom en hij was opgetuigd
met glimmende ballen en schitteren
de slingers. Boven op de top 6tond een
prachtig gekleurde piek. Rekel kon niet
nalaten even te lachen om die pot
sierlijk aangeklede den. Toch had hij
medelijden met de boom en het voor
naamste was wel, dat de boom gestolen
was uit zijn bos. Daar moest iets
aan gedaan worden.
Zachtjes sloop de vos van het
raam eo ging met zijn rug tegen
het kippenhok zitten om d:ep na te
denken. Hoe kwam die boom weer te
rug op rijn plaats in het bos? Ineens
vond hij de oplossing van dit zware
probleem. Zo vlug als hii ken rende
hij terug naar het bos en riep alle
dieren bii elkaar. Hii vertelde zijn plan
en in een grote opt-coht trokken zij
naar de boerderij.
Een onderaardse gang
Aan de rond van het bos verscholen
de dieren zich onder de bomen en
wachtten op de bevelen van de vos.
Eindelijk gingen do I'chten in de boer
derij uit eo toen konden do dieren
beginnen.
De mol, die er speciaal voor u't rijn
winteifclaap was gehaald en de hele
familie van Flap. het konijn, begon
nen eon gang te graven onder de
drempel van de deur door. Ongeduldig
wachtten de andere, dieren, totdat zii
eruieo klaar waren en toeu kropen
zii één voor één door bet gat naar
binnen. Alleen Bruintje Beer kwam
klem te zitten, maar voir hem werd
het gat nog eVen groter gemaakt.
Snel gingen zij nu naar de kamer waar
de den stond en Rekel gaf zijn bevelen.
In korte tijd lag de den op rijn
kant, maar nu kwam het grote pro
bleem; hoe kregen ze die grote den
de deur uit? Mistroostig zaten dc die
ren bijeen. Alles was zo g)cd gegaan
en nu kenden zo do bo)m niet eens
naar huiten krijgen. De deur zat op
slot cn do sleutels zaten natuurlijk in
do broekzak van dc boer. „Hoe ko
men wij aan die sleutels?" verzucht
te Rekel.
Even halen
De veldmui.» wist raad. Hil was
klein en kon overal doorheen. „Ik
zal zo wel even halen!" riep hij cn
weg was hii al. Op de slaapkamer van
do boer en de boerin dook hii in de
zak van do broek die op eea stoel
lag.
Wat viel het de veldmuis tegen. Die
sleutels waren vreselijk zwaar en voor
dat hij ze de kamer uit had stonden
do druppeltjes van inspanning op zijn
neu»>. Nu de trap af met die grote
aingen. Maar „boem. boem, boem"
daar had je het al. De sleutels rolden
do trap af en maakten een vreselijk
lawaai in het stille huis. Rekel, die
onder aan de trap stond, greep de sleu
tels en maakte snel de deur open. Ge
zamenlijk namen de dieren de den
op cn droegen hem naar de deur.
Boven hoorden zii al gestommel cn
praten. De trap kraakte en dc boer
kwam naar beneden. Angstig keken de
dieren om. De boom moest zc snel
mogelijk do deur uit. Bruintje Beer
als de sterkste van dc dieren voelde
zich verplicht de aftocht te dekken
en hii 6telde zich bij de trap op.
Toen de boer beneden kwam nam de
beer hem in zijn sterke orman en
gromde vervaarlijk. Toen liet hii de
boer even los en die holde de trap
op. rende de slaapkamer binnen en
grendelde de deur, terwijl hii alsmaar
riep: „een beer in huig. een beer in
huis!"
De dieren hadden au tijd genoeg
om do den weg te brengen en het
duurde dan ook niet lang of hii stend
weer op zijn oude plaatsje in het be
toverde bos. Hier en daar hing er
nog een schitterende 6linger aan een
tak. Die herinnerde aan zijn avontuur.
Do dieren waren tevreden en ieder
kon nu naar bed gaan om uit te
rusten van de vermoeienissen van deze
nacht.
BIM EN BAM
„Help, help! Kom toch gauw! Jumbo verkeert
in gevaar, want de krokodil heeft zijn slurf te
pakken gekregen en wil hem de rivier ln trek
ken", roept het aapje tegen Blm en Bam. Blm
heeft een doos sigaren bij zich en zij rennen naar
de rivieroever, waar zij Jumbo een sigaar geven.
Zodra Bam die aangestoken heeft, haalt Jumbo
een geweldige hoeveelheid rook ln en blaast dan
de rook door zijn slurf ln de muil van de kro
kodil. De sigaar ls erg zwaar en de rook kriebelt
in diens keel. HIJ begint te hoesten en moet zo
Jumbo's slurf loslaten. Vriend olifant haalt gauw
zijn slurf ln en maakt dat hij wegkomt, met het
trotse aapje op z'n rug. Blm en Bam zijn erg blij
dat ze Jumbo hebben kunnen helpen, maar de
krokodil brult en hoest, zodat het ver in de om
trek te horen is. Maar Jumbo is zodoende aan
een groot gevaar ontsnapt.