DODAT Een goed aangelegde boomgaard heeft nog volop zin in Zeeland BEDREIGING voorspelling Jaarvergadering Zeeuwse C.B.T.B. Causerie van Ir. van Soest Nog tijdens de ochtendvergade ring kreeg Ir. van Soest gelegen heid voor zijn causerie „Teeltplan en rassenkeuze", waarin hij een hel der inzicht gaf in de moeilijkheden en vraagstukken rond de fruitteelt, speciaal in Zeeland. De fruitteelt in Nederland is na de oorlog wel uitermate populair ge worden. Dit vond zijn oorzaak in de zeer grote winsten, die de kwe kers in de afgelopen jaren konden maken. Inderdaad was de fruitteelt zeer lucratief en daar komt nog by dat de overbezetting van arbeids krachten in de landbouw vele boe ren doet uitzien naar expansiemo gelijkheden voor hun zoons. Het eerste argument, n.l. de hoge win sten is intussen, aldus spr., geen voldoende motief, om de fruitteelt aan te pakken. Het is immers zeer waarschijnlijk, dat er een norma lisatie van de prijzen zal komen, die het beeld geheel wijzigt. Voor dat een geplante boomgaard vruch ten afwerpt, zijn ettelijke jaren ver lopen en er bestaat geen enkele garantie, dat de hoge prijzen by het begin, nog zullen gelden ophet ogenblik, dat de nieuwe bongerd een oogst oplevert. Over het alge meen geldt nog steeds de stelregel: dure bomen, goedkoop fruit en om gekeerd. Nog steeds kan men deze oude wysheid als stelregel accep teren. Bij de aanplant van een boomgaard moet men verder goed de konsekwenties overdenken. De omstandigheden zijn wel gunstig, want de mensen in Nederland wil len graag fruit eten. Zij stellen ech ter eisen aan de prijs en aan de kwaliteit. Over het algemeen mag gezegd, dat Nederland geschikt is voor de fruitteelt. Men zag zich niet blind staren op de hoge exploitatie kosten, want deze bestaan elders ook. Er is verder voldoende oogst- zekerheid voor de Nederlandse boomgaarden en speciaal voor de Zeeuwse, die wegens de omringende zeearmen, weinig of niet van nacht vorst hebben te lijden. Ook de Zeeuwse grond is geschikt De lichte zavel maakt de cultuur nog eenvou diger dan op de zware rivierklei van de Betuwe. De uiterst vrucht bare zavelgrond garandeert een snelle productie, hetgeen de be drijfszekerheid verhoogt. Tenslotte beschikt Zeeland over een goed functionnerend veilingssysteem, iets waarop men elders in den lande ja loers kan zijn, Hoe planten? Uitvoerig besprak ir. van Soest daarop de verschillende plantmo- gelijkheden. Het oude systeem, van netjes alle bomen in het gelid, is verouderd en andere en betera systemen zijn er voor in de piaats gekomen. Vele wegen leiden naar het doel. Aanbevelenswaardig blijft het z.g.n. blijver- en wij kersysteem, waarbij reeds na drie vier jaar van de bomen kan worden geplukt. Bij andere systemen, komt het tijd stip van de oogst eerst na zes a zeven jaar. De keuze van systeem is ook afhankelijk van de vakbe kwaamheid der mensen. Doorgewin terde telers zullen het zoeken in de richting van intensieve systemen. Landbouwers, die additioneel tot aanplant overgaan, kunnen beter kalm-aan doen. Belangrijk is ook de voorlichting. Het is onjuist en gevaarlijk op het advies van de eer ste de beste reiziger in bomen af te gaan. Het is de veiligste weg voor lichting te vragen aan een objec tieve deskundige instantie. Ter zake heeft „Zeelands proef tuin" alle wijsheid in pacht, want de onderzoekingen van de grond zijn zeer intensief ter hand genomen, zodat men over veel wetenschappe lijk materiaal, wat de samenstelling betreft, beschikt. De verschillen in de grond zijn groot, hetgeen zich mede illustreert in de opbrengsten, die kunen variëren van 8 tot-20.000 kg per ha. Van grote invloed is ook de kosten, die aan de aan te planten boomgaard worden besteed. Een nieuwe boomgaard kan f 500, maar ook f 4000 per ha kosten. De voorziening van personeel ia 'n fac tor, die in het oog gevat worden moet. Spr. besloot zijn logisch be toog, met een korte bespreking van de rassenkeuze. Algemeen moet vooral de landbouwer worden gead viseerd, gemengde bedrijven aan te leggen en niet alles op één kaart te zetten. Andere sprekers Tussen de bedrijven door ver kreeg de Commissaris der Koningin gelegenheid enkele woorden tot de vergadering te richten. De Commis saris weet steeds direct tot de har ten van zijn toehoorders door te drin gen en dit was ook nu weer het ge val. Spr. dankte hartelijk voor de uitnodiging en beloofde, dat hij zo wel als G.S. aandacht zullen beste den aan de verlangen* van de Zeeuwse C.B.T.B. met betrekking tto de Chr. Landbouwwinterschool. Tenslotte sprak de Commissaris de wens uit, dat de C.B.T.B. gezegend werk mag verrichten ten behoeve van de Zeeuwse landbouw. Spon taan werden na de hartelijke woor den van de Commissaris door de aanwezigen twee coupletten van het Wilhelmus gezongen. Tussentijds voerde ook, namens het bondssécretariaat, de heer El- fring het woord, die een warm plei dooi hield voor instandhouding van de Stichting van de Landbouw. In afwachting van de totstandkoming van een publiekrechtelijk lichaam, is de Stichting van de Landbouw een onmisbare schakel tussen over heid en werkgevers. Hij vertrouwde er op, dat de Zeeuwen tegenover deze organisatie.een positieve hou ding zullen weten aan te nemen. Middagvergadering Na de heropening van de verga dering met het zingen van het Zeeuwse volkslied, verkreeg ir. Smeenk het woord, die sprak over de „Toekomstige landbouwpolitiek". Spr. ging ter inleiding van zijn vlot betoog, de landbouwpolitieke ge schiedenis in korte trekken na. Eerst na 1880, toen de grote impor ten van Amerikaanse granen, de markt in Nederland bedierven, ging de regering over tot het beschermen van deze markt en werd de eerste schrede gezet op de weg van de land bouwpolitiek. Belangrijk was ook de periode rond 1930, toen alweer een geweldige import van granen de binnenlandse markt bedierf. In te genstelling met de eerste periode kon toen intensivering van de be drijven geen baat meer brengen. Allerlei subsidiemaatregelen werden noodzakelijk. Belangrijk is de op richting van het Landbouw Econo misch Instituut, waar nauwkeurig de kostprijzen voor verschillende artikelen worden berekend en dat na de bevrijding werd gecontinu eerd. Om weer economisch op de been te kunnen komen zal men in het sterk verarmde Nederland hard en oordeelkundig moeten werken en sober leven. In dit verband behan delde spr. de betekenis van de Marshall-hulp en de Benelux voor de landbouw. Het .teveel aan ar beidskrachten zal verhoogd indu strialiseren nodig maken en Neder land staat voor de keuze: exporte ren of sterven. Daarom moeten de te exporteren goederen van de beste kwaliteit zijn en in prijs concur rerend. Hiermede hangt weer ten nauwste de loonpolitiek samen. Handel en industrie zullen er op uit zijn de prys van de landbouw producten zo laag mogelijk te hou den en daarmede moet bij de te vol gen landbouwpolitiek terdege reke ning worden gehouden. Redelijk bestaan voor de boer De Landbouw moet evenwel niet te veel steunen op de overheid en de boer moet niet denken dat die voor hem zal zorgen, maar via de landbouworganisaties en de volks vertegenwoordiging dient hij er wel voor te zorgen, dat er een goede landbouwpolitiek wordt gevolgd, een landbouwpolitiek die inderdaad mogelijkheid geeft op een redelijk bestaan. Deze mag evenwel niet worden losgemaakt van de alge mene politiek van ons land en spe ciaal niet van de economische, daar de in- en uitvoer hier een belang rijke rol spelen. Een tweede factor van belang in dit verband is het feit, dat omtrent de te voeren politiek, de landbou wers zelf het lang niet altijd eens zyn. De verschillende bedrijfstak ken kunnen verschillende belangen hebben en ook de gebieden spreken een woordje mee. Als voorbeeld noemde spr. hier het pootgoed, de pluimvee- en varkenshouderij. Invloed wordt voorts uitgeoefend door de vele onzekerheden en span ningen, die er heden ten dage heer sen, zowel op nationaal als op in ternationaal gebied, wat o.m. tot uiting kan komen in de grootte van de veestapel, de import van vee voeder, de afzet van producten enz. Van de twee voor ons van belang zijnde landen voert Engeland een eigen landbouwpolitiek en heerst in Duitsland nog een chaos. Als verdere invloedrijke factoren noemde ir. Smeenk nog het hinken op twee gedachten in de landbouw organisaties, n.l. het streven naar vrijheid en de angst voor vrijheid, zomede de Benelux-overeenkomst, waardoor Nederland geen eigen landbouwpolitiek kan voeren, doch een Benelux-landbouwpolitiek. Maar hoe het zij, het uitgangs punt moet steeds dit zijn, dat er be staanszekerheid is voor onze land bouw, dus dat de landbouwer voor zijn arbeid een redelijke beloning ontvangt, gelijkwaardig met die in andere gelijksoortige arbeid. Dit kan evenwel slechts bereikt worden als de landbouwer zijn pro ductie zo hoog mogelijk opvoert en de arbeid redelijk wordt beloond. Zo is ook de nieuwe kocra die de regering gaat varen en die de volks vertegenwoordiging heeft aanvaard. Het concretiseren van deze uit spraak brengt evenwel diverse moeilijkheden met zich mede. Het begrip „redelijk bestaan" is zeer rekbaar, zo ook „een goed geleid economisch verantwoord bedrijf" dat geëist wordt. Verder moet het bedrijf ook „sociaal verantwoord" zyn. De regeringspolitiek De kern van de in de toekomst door de regering te voeren land bouwpolitiek is nu, dat zij de voor waarden schept voor een redelijk bestaan en dus de grote lijnen trekt, waarbinnen het mogelijk is voor de landbouw zich een bestaan te veroveren. Zij laat zich daarbij lei den door: le minder overheidsbe moeienis, dus minder maatregelen en minder ambtenaren (bezuini ging!) en 2e door de Benelux-ge- dachte (afschaffing subsidies e.d.) en bepaalt zich tot het prys-vast- stellen van eindproducten, wat spr. met enige voorbeelden toelichtte, om daarna in den brede in te gaan op de moeilijkheden, die zich kunr nen voordoen o.a. by het aangaan van overeenkomsten tussen de land bouw en andere bedrijfstakken (als b.v. de maalindustrie). In dit ver band gaf spr. als zijn oordeel te kennen, dat de tyd weer ongeveer rijp is voor het heroprichten der ge westelijke tarwe-organisaties en legde hij er de nadruk op, dat, waar de landbouw hier op zichzelf is aan gewezen, daar de regering er zich niet mede bemoeit, zij ook één lijn moet trekken. Spr. besprak hierna de prijsvorming van het broodgraan, het koolzaad, de brouwgerat, de con- sumptieraardappelen en de voer- aardappelen. Voor de aardappelen beval hy fondsvorming aan, opdat eventueel tijdig voorraden uit de markt genomen kunnen worden. Voor de pootaardappelen was men daarmede reeds bezig, doch de z.g. areaalheffing daarop achtte spr. te laag. Alles samen genomen komt het dus hierop neer, dat de regering de voorwaarden schept waaronder de landbouw kan werken, maar de- ,ze moet daarvan dan ook gebruik maken door bepaalde maatregelen. Bedrijfsvrijheid is een utopie, ten zij dat men de konsekwentie aan vaardt dat een groot gedeelte van de landbouwersstand wordt opge offerd. Wel moet de landbouwer echter de vrijheid hebben om zich als zodanig een bestaan te kunnen verwerven voor zichzelf, zijn gezin en zijn nageslacht, doch er zal steeds een zekere binding moeten zijn. De landbouw moet zoveel moge lijk gebruik maken van de mogelijk4 heden die de regering haaf biedt. Dit „zelf doen" vereist evenwel krachtige landbouworganisaties en spr. deed dan ook een ernstig be,- roep op zyn gehoor om alle krach ten in te spannen, en om alle moei lijkheden krachtig onder het oog te zién, want dan zal het met God's hulp zijn: ^uctor et Emergo" (applaus). Samenwerking gevraagd Nadat de voorzitter ir. Smeenk dank had gebracht voor zyn boei ende en duidelijke uiteenzetting, deed de Prov. Voedselcommissaris, de heer Lindenbergh, enkele zake lijke mededelingen. Spr. wees er o.m. op, dat, nu het aantal maat regelen gaat minderen, ook het ap paraat kleiner wordt. Toch blijven er dit jaar nog maatregelen van kracht, zoals b.v. de graanregeling, zodat de bekende „dorsbriefjes" nog niet weggaan. Er is echter verschil met vorig jaar, doordat bedrijven tot 50 a vry zyn van levering. Wat de vleesregeling betreft, worden on derhandelingen gevoerd over de aankoop van koeien in Ierland. Ko men er daar vandaan voldoende, dan verdwijnt de vleesdistributie binnen afzienbare tijd en komt ook de huisslachtingsregeling te verval len. Of er nog een regeling komt voor de fokkerij van varkens en kippen, hangt af van de toekomst. De heer Phaff, technisch ambte naar van de Plantenziektekundige Dienst, legde de nadruk op de kwa liteit van het product, dat geleverd wordt en wees op de noodzaak, dat, nog meer dan voorheen, in de toe komst daaraan de aandacht moet worden besteed. De Plantenziekte- kundige Dienst ziet het ook als haar taak de mensen in deze te helpen bij het verkrijgen van een zo goed mogelijk gewas, dat aan eisen, die het buitenland stelt, voldoet. Spr. deelde mede, dat men ook op het gebied van de ziektebestrijding naar vereenvoudiging streeft en eindigde met het uitspreken van de hoop dat het contact tussen de dienst en de landbouworganisaties verstevigd zal worden, opdat beide in het belang van de Zeeuwse en de Nederlandse tuinbouw prettig mogen samenwer ken. De heer Lijnzaad, hierop 't woord verkrijgende, zeide het te kunnen waarderen dat deze dag in een be paald teken is gezet en een bepaalde achtergrond heeft. De Stichting voor Maatschappelijk en Cultureel werk beoogt een band te leggen tussen de overheid en het particulier initi atief ter bevordering van maat schappelijk werk. Als de samenstel lende delen van het volk gezond zijn werkt de stichting gemakkelijk en spr. noemde het een prettige ge dachte hier te mogen constateren, dat een deel van de bevolking van Zeeland inderdaad een gezonde staat voert, hetgeen blijkt uit het feit, dat de C.B.T.B. van haar ruim 1100 le den er 600 in Zierikzee kon verza melen, hetgeen hij een compliment waard achtte. Met het uitspreken van de wens dat de band tussen bei de organisaties vrucht zou mogen dragen, eindigde spreker. Namens het hoofdbestuur van de Nederlandse Christelijke Landarbei- dersbond bood de heer Vingerling gelukwensen aan met deze goedge slaagde jaarvergadering. Spr. wees op de grote moeilijkheden waarmee vooral de Christelijke organisaties te kampen hebben, moeilijkheden die nog steeds groter worden, daar de organisaties uit geloofsovertui ging willen komen tot geloofsprac- tijk. Spr. hoopte dat beide organisa ties alles zouden mogen doen wat zij kunnen om in goede samenwer king tot dit laatste te geraken, ten zegen van de bedrijven, de gezinnen het vaderland en het volk. Ds. M. v. d. Klis, Chr. Geref. pre dikant te Zierikzee, achtte het een moeilijke taak in- een vergadering van landbouwers het woord te voe ren. Z.Eerw. herinnerde aan de oude methoden van bemesting en ziekte bestrijding en de roep naar het nieuwe op dit gebied, zomede de tal rijke vragen, die telkens opnieuw rijzen. Ook op godsdienstig gebied is er steeds een roep naar het nieu we en weet men het vaak beter dan de oude bijbel. Naar aanleiding van Hosea 10 12 „Zaait U tot gerech tigheid, maait tot weldadigheid, braakt een braakland: dewijl het tijd is de Here te zoeken totdat hij kome en over u de gerechtigheid regene", sprak Z.Eerw. een kort wij dingswoord, waarin hy zijn gehoor op het hart bond God te verheer lijken en het leven te stellen in Zijn dienst. Gemeenschappelijk werd vervolgens het 4e vers van de Mor genzang gezongen. De sluiting De voorzitter sprak hierna een al gemeen dankwoord, tot de aanwezi gen voor hun opkomst en aandacht en tot de sprekers voor hun woor den. Hulde bracht spr. aan de rege lingscommissie voor haar werk zaamheden, waarbij hy het betreur de dat de voorzitter van de afd. Schouwen-Duiveland, de heer A. M. den Boer, door familie-omstandig heden verhinderd was aanwezig te zijn. Mevr. Joppe-Gunst dankte hy voor haar medewerking als bege leidster bij het zingen. De voorzitter eindigde met een krachtige opwek king om de landelijke vergadering op 29 Juni a.s. te Middelburg te be zoeken. Nadat de secretaris, drs. Knibbe, nog enige mededelingen had gedaan over de rijtoer, richtte de heer Bos- selaar woorden van dank tot de voorzitter voor zyn prettige leiding van deze vergadering en voor al het geen hij voor de Zeeuwse landbouw en de C.B.T.B. doet, wat de verga dering met applaus onderstreepte. Het oud-bestuurslid, dhr. Oele, haal de nog herinneringen op uit vroeger dagen en drukte de hoop uit, dat het de C.B.T.B. in alle opzichten gbed moge gaan. Ds. van der Klis sloot tenslotte de welgeslaagde vergadering met dankgebed. Na de vergadering maakten de vergaderingbezoeker(ster)s een ex cursie door Schouwen, met als eind-' punt „De Schouwse Boer", waar enige tijd gepauzeerd werd, waarna men via de Noordkant, Brou wershaven, Zonnemaire en Noord- gouwe naar Zierikzee terugkeerde. Ondanks het ongunstige weer had deze rijtoer een vlot en prettig ver loop en allen keerden voldaan huis waarts. Sproeten? SPRUTGL Terroristische activiteit in Indonesië De hoofdafvoerbuis van de water leiding van Medan is in de nacht van Maandag op Dinsdag opgebla zen, waardoor Medan Dinsdag zon der water zat. Te Besuki had een overval plaats door een 30 man sterke bende, wel ke drie agenten ontvoerde. Een bende trachtte een feest op de suikerfabriek „De Maas" te ver-^ storen en loste 15 schoten. Er vielen geen slachtoffers. In de buurt van Probolinggo werd een auto, waaarin de eerste employé van de onderne ming „Kertowono", de heer Snijts- heuvel, en familie waren gezeten, onder vuur genomen. De heer Snijtsheuvel werd gedood. Ten Oosten van Poerwokerto heb ben tèrroristen twee scholen te Soe- kemadja in brand gestoken. Het overlijden van generaal Spoor Toen mevrouw Spoor Woensdag morgen wachtte-op het vertrek van het vliegtuig waarmede zij naar In donesië zou vertrekken, werd haar de droeve tijding medegedeeld. Bij het vertrek van mevrouw Spoor was o.m. de minister van Oorlog en Marine mr. Schokking, aanwezig, die namens de regering aan me vrouw Spoor deelneming betuigde bij het overlijden van haar echtge noot. Het Franse persbureau A.F.P. seinde vóór het overlijden nog, dat generaal Spoor bij tijden bij ken nis was. Hij reageerde slechts zwak, toen dr. Beel hem zijn benoeming tot generaal mededeelde. Het was tijdens het dicteren van brieven aan zijn secretaresse, Maan dagmorgen, dat generaal Spoor plot seling ineenzakte. Hij had nog de kracht om öm een dokter te vragen. RADIOPROGRAMMA Zaterdag 28 Mei HILVERSUM I. 801 M. i..euws; .16 gymn.; 7.80 strijdlied; .33 <ouin.; 8 nieuws; 8.16 grainy Russische muziek; 10 toespraak; .0.05 morgenwijding; 10,20 voor bracht; 10.36 vo/or de ogwtinubedLriJ- en; 11.20 buitenlands weekover- icnt; 11.35 pianorecital; 12 orkest an Vogel; 12.30 land- en tulaibiouw; 2.33 bariton en orgel; 1 voor do hjdkrachten; 1.30 VinoentinoA 2 .euenaindse liederen; 2.20 Franse mziekuitzendlhg; 2.50 Twentse uit-, ■ending; 8.16 'kamerorkest en solist; komt u binnen; 4.15 Metropole- >rkest; 4.45 sportpraatje; 6 gram.; .30 om en nabij de twintig; 6 neuws; 6.15 gram.; 6.80 vopr de .ijdkrachten; 7 actualiteiten; 7.30 ezen in de bijbel; 7.45 voor de Jederlanders In Duitsland; 8nieuw» 05 dingen van de dag; 8.12 varia; i.15 toespraak; 8.20 prpmenadeor- est en solisten; 9 commentaar; 9.10 le winkel van Sinkel; 10 Vindobpna -Pu rammel'.n; 10.25 schets; 10,40 con- ■erlorgel; 11 nieuws; 11.15 ensemble e.rge Helvdlrt; 11.40—12 Engels •abarel op de schijf. IILVERSUM II. 415, 245 en 1875 M. 7 nieuws; 7.15 gram.; 7.38 kamer- jpr; 7.45 gebed en kalender; 8 iOUW's; 8.15 pluk de dagf; 9 vopfr de vrouw; 9.05 gram.; 9.30 waterstan- lein; 9.35 operaplaten; 10 klein, klein kleutertje; 10.15 gram.; 11 de zonnebloem; 11.45 schoolradio; 12 Angelus; 12.16 muzikale melange; 12.30 land- en tuinbouw; 12.33 ze en klapper; 12.55 zonnewijzer; 1.00 nieuws; 1.20 septet Johnny Ombach; 1.50 film en toneel; 2.10 gram.i 2.50 boekennieuws; 3 gram.; 8.10 muziekcursus; 8.30 koor, orkest en solisten; 4 praatje over T.R.Q.; 4.10 gram.; 4.30 het Gregoriaans; 5 de Wigwam; 6 gram.; 6.30 wleekover- ziicht; 6.45 piano, en orgefl; 7 nieuws; 7.15 actualiteiten; 7.20 sextet; 7.45 kampvuren langs de evenaar; 8.00 nieuws; 8.05 de gewbne man; 812 gram.; 8.20 lichtbaken; 8.45 luister- wedstrijd; 9 finale inegen heit de klok; 9.45 voetbal; 10 orkest zonder naam; 10.30 inluiding Zondag; 11 nieuws; 11.15 Utrechts stedelijk or kest en solisten; 11.50—12 gram. Generaal Spoor in de Eerste Kamer herdacht Alvorens de Eerste Kamer Woens dag de behandeling van de begro ting van Overzeese Gebiedsdelen voortzette, heeft de minister van Overzeese Gebiedsdelen, de heer v. Maarseveen, de overleden leger commandant in Indonesië, generaal Spoor, herdacht. De voorzitter van de Eerste Ka mer, de heer Kranenburg, gaf te kennen dat het bericht van het over lijden van generaal Spoor ons volk diep heeft geschokt. Spr. herinnerde aan de verantwoordelijke post, wel ke generaal Spoor heeft vervuld. Ook de koningin en het vaderland verliezen in hem een trouw dienaar. De weduwe moge de kracht gege ven worden dit grote leed te dragen. Ingezonden mededeling middel, dat MUGGEN VLIEGEN radicaal uitroeit J D.D.T.-POEDER in de pradische. voordelige duilzak 65 eert» FEUILLETON of naar het Engels door Virginia Taylor 2 Het water kookte bijna, toen de butler aandiende: „Kolonel Maun- seL" De bezoeker trad binnen, gevolgd door een jonge man met' donker haar en ogen van een Spaans type, zoals dit zo dikwijls gezien wordt in sommige streken van Ierland. De vreemde keek vol belangstelling naar het jonge meisje, dat zyn vriend zo hartelijk verwelkomde. „Mr. Byrne", stelde nu de kolonel zyn logé voor. ,.Uw vader telegra feerde mij, om iemand mee te bren gen die een goed jager was en ik verzek^p u, dat deze man de sport verstaat!" Evangeline stale Mr. Byrne vrien delijk de hand toe. „Dat zal vader genoegen doen", sprak zij. „Hij was al bang dat hij geen plaatsvervanger voor Mr. Brown zou krygen en er schijnen nu eenmaal zes jagers nodig te zijn!" „Nu, eigenlijk zeven, heb ik uw vader al zo dikwijls gezegd", ant woordde de kolonel op een toon, of het een oude grief van hem was, dat de gastheer dit niet erkende! „Mag ik u een kop thee inschen ken?" vroeg Evangeline, op de thee tafel toetredend. Eer ze echter haar voornemen ten uitvoer kon brengen, ging de Jeu* open, om oen andere gast bin nen te laten, een joviale man, met een blozend gelaat, die Evangeline begroette als iemand, die haar al van kind-af had gekend, wat dan ook, in waarheid, het geval was. Evangeline stelde de laatst-geko- mene aan Mr. Byrne voor en, ter wijl zy dit deed, kookte het water over, zodat de boterhammen op de schaal lagen te drijven. „Mijn hemel, hoe vervelend!" riep zij. „O, 't is niet erg", meende Mr. Byrne, die onmiddellijk de spiritus vlam gedoofd had. „Het brood is wat vochtig, dat is al!" „Hè, wilt u even bellen, dan krij gen we ander brood", zei ze lachend en de jonge man deed, gelijk hem verzocht werd. Evangeline gaf de thee rond, had intussen nog eens gebeld en zei toen: „Ik vrees, dat Patrick ons geen gehoor geeft; hy zal bezig zyn met de valiezen van de heren en doet nu zeker of hij de bel niet hoort. Ja, dan zit er niet anders op, dan dat ik zelf brood ga halen!" „Mag ik de schaal voor u dra gen?" vroeg Mr. Byrne, hoffelijk de deur voor haar openhoudend. „Zeker, maar dan moet u ook meegaan naar de provisiekamer?" „Graag. En dan mag ik ook wel brood helpen snijden?" vroeg hij, toen ze daar waren aangekomen. „Ik ben er nogal handig mee, al zeg ik het zelf!" „En ik juist niet. Maar neemt u niet dèt mes, als 't u blieft. Dat hebben ze gebruikt voor uien!" „Ja, daar ruikt het ook naar!" Samen gingen ze aan het werk en hadden een pret als een paar schoolkinderen. Het was Evange line net, of ze die Byrne al héél. haar leven had gekend. Een gelukkige inval was het geweest, kolonel Maunsel te vragen om iemand mee te brengen! Zij vond altijd die jachtpartyen prettig, omdat zy een maal een zonnige natuur had. Maar de gasten waren tot nog toe steeds dezelfde geweest: de meesten van middelbare leeftijd en getrouwd; en de jongeren waren vrienden waar ze als kind al mee gespeeld had. Nu, en je kunt geen romantische be- langstelling voelen voor iemand met wie je in bomen hebt geklommen en allerlei kattekwaad hebt uitge voerd, zo meende zij althans. Maar deze jonge man, met de grote bruine ogen en vriendelijke glimlach en zijn prettige, gemakkelijke wijze van omgaan, beloofde om haar deze jachtpartij tot de aangenaamste te maken, die ze ooit op „Drumcan- try" had bijgewoond. „Ik had het niet beter kunnen treffen dan dat uw vader een jager tekort kwam", zei hij, steeds ijverig boterhammen snijdend en smerend. „Toevallig was ik bij kolonel Maun sel op bezoek en hij vroeg mij da delijk of ik lust had, van de partij te zijn. Nu, ik verzeker u, dat ik deze uitnodiging niet afsloeg! Mijn ergste vyand kan nog niet van mij zeggen, dat ik blasé ben!" „Neen, zeker niet, als u het ten minste prettig vindt, om boterham men te snijden. Maar nu hebben wij er genoeg. Die beide oude heren zul len wel naar een kop thee verlangen en ik heb liever niet, dat ze de trekpot behandelen." „Gauw dit onheil dus verhoed!" spotte hij en liep zó vlug met de volgeladen broodschaal, dat Evan geline moeite had hem bij te hou den! (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1949 | | pagina 2