DODAT
Een goed aangelegde boomgaard
heeft nog volop zin in Zeeland
BEDREIGING
voorspelling
Jaarvergadering Zeeuwse C.B.T.B.
Causerie van Ir. van Soest
Nog tijdens de ochtendvergade
ring kreeg Ir. van Soest gelegen
heid voor zijn causerie „Teeltplan
en rassenkeuze", waarin hij een hel
der inzicht gaf in de moeilijkheden
en vraagstukken rond de fruitteelt,
speciaal in Zeeland.
De fruitteelt in Nederland is na
de oorlog wel uitermate populair ge
worden. Dit vond zijn oorzaak in
de zeer grote winsten, die de kwe
kers in de afgelopen jaren konden
maken. Inderdaad was de fruitteelt
zeer lucratief en daar komt nog by
dat de overbezetting van arbeids
krachten in de landbouw vele boe
ren doet uitzien naar expansiemo
gelijkheden voor hun zoons. Het
eerste argument, n.l. de hoge win
sten is intussen, aldus spr., geen
voldoende motief, om de fruitteelt
aan te pakken. Het is immers zeer
waarschijnlijk, dat er een norma
lisatie van de prijzen zal komen,
die het beeld geheel wijzigt. Voor
dat een geplante boomgaard vruch
ten afwerpt, zijn ettelijke jaren ver
lopen en er bestaat geen enkele
garantie, dat de hoge prijzen by het
begin, nog zullen gelden ophet
ogenblik, dat de nieuwe bongerd
een oogst oplevert. Over het alge
meen geldt nog steeds de stelregel:
dure bomen, goedkoop fruit en om
gekeerd. Nog steeds kan men deze
oude wysheid als stelregel accep
teren. Bij de aanplant van een
boomgaard moet men verder goed
de konsekwenties overdenken. De
omstandigheden zijn wel gunstig,
want de mensen in Nederland wil
len graag fruit eten. Zij stellen ech
ter eisen aan de prijs en aan de
kwaliteit. Over het algemeen mag
gezegd, dat Nederland geschikt is
voor de fruitteelt. Men zag zich niet
blind staren op de hoge exploitatie
kosten, want deze bestaan elders
ook. Er is verder voldoende oogst-
zekerheid voor de Nederlandse
boomgaarden en speciaal voor de
Zeeuwse, die wegens de omringende
zeearmen, weinig of niet van nacht
vorst hebben te lijden. Ook de
Zeeuwse grond is geschikt De lichte
zavel maakt de cultuur nog eenvou
diger dan op de zware rivierklei
van de Betuwe. De uiterst vrucht
bare zavelgrond garandeert een
snelle productie, hetgeen de be
drijfszekerheid verhoogt. Tenslotte
beschikt Zeeland over een goed
functionnerend veilingssysteem, iets
waarop men elders in den lande ja
loers kan zijn,
Hoe planten?
Uitvoerig besprak ir. van Soest
daarop de verschillende plantmo-
gelijkheden. Het oude systeem, van
netjes alle bomen in het gelid, is
verouderd en andere en betera
systemen zijn er voor in de piaats
gekomen. Vele wegen leiden naar
het doel. Aanbevelenswaardig blijft
het z.g.n. blijver- en wij kersysteem,
waarbij reeds na drie vier jaar
van de bomen kan worden geplukt.
Bij andere systemen, komt het tijd
stip van de oogst eerst na zes a
zeven jaar. De keuze van systeem
is ook afhankelijk van de vakbe
kwaamheid der mensen. Doorgewin
terde telers zullen het zoeken in de
richting van intensieve systemen.
Landbouwers, die additioneel tot
aanplant overgaan, kunnen beter
kalm-aan doen. Belangrijk is ook
de voorlichting. Het is onjuist en
gevaarlijk op het advies van de eer
ste de beste reiziger in bomen af te
gaan. Het is de veiligste weg voor
lichting te vragen aan een objec
tieve deskundige instantie.
Ter zake heeft „Zeelands proef
tuin" alle wijsheid in pacht, want
de onderzoekingen van de grond
zijn zeer intensief ter hand genomen,
zodat men over veel wetenschappe
lijk materiaal, wat de samenstelling
betreft, beschikt. De verschillen in
de grond zijn groot, hetgeen zich
mede illustreert in de opbrengsten,
die kunen variëren van 8 tot-20.000
kg per ha. Van grote invloed is
ook de kosten, die aan de aan te
planten boomgaard worden besteed.
Een nieuwe boomgaard kan f 500,
maar ook f 4000 per ha kosten. De
voorziening van personeel ia 'n fac
tor, die in het oog gevat worden
moet. Spr. besloot zijn logisch be
toog, met een korte bespreking van
de rassenkeuze. Algemeen moet
vooral de landbouwer worden gead
viseerd, gemengde bedrijven aan te
leggen en niet alles op één kaart te
zetten.
Andere sprekers
Tussen de bedrijven door ver
kreeg de Commissaris der Koningin
gelegenheid enkele woorden tot de
vergadering te richten. De Commis
saris weet steeds direct tot de har
ten van zijn toehoorders door te drin
gen en dit was ook nu weer het ge
val. Spr. dankte hartelijk voor de
uitnodiging en beloofde, dat hij zo
wel als G.S. aandacht zullen beste
den aan de verlangen* van de
Zeeuwse C.B.T.B. met betrekking
tto de Chr. Landbouwwinterschool.
Tenslotte sprak de Commissaris de
wens uit, dat de C.B.T.B. gezegend
werk mag verrichten ten behoeve
van de Zeeuwse landbouw. Spon
taan werden na de hartelijke woor
den van de Commissaris door de
aanwezigen twee coupletten van het
Wilhelmus gezongen.
Tussentijds voerde ook, namens
het bondssécretariaat, de heer El-
fring het woord, die een warm plei
dooi hield voor instandhouding van
de Stichting van de Landbouw. In
afwachting van de totstandkoming
van een publiekrechtelijk lichaam,
is de Stichting van de Landbouw
een onmisbare schakel tussen over
heid en werkgevers. Hij vertrouwde
er op, dat de Zeeuwen tegenover
deze organisatie.een positieve hou
ding zullen weten aan te nemen.
Middagvergadering
Na de heropening van de verga
dering met het zingen van het
Zeeuwse volkslied, verkreeg ir.
Smeenk het woord, die sprak over
de „Toekomstige landbouwpolitiek".
Spr. ging ter inleiding van zijn vlot
betoog, de landbouwpolitieke ge
schiedenis in korte trekken na.
Eerst na 1880, toen de grote impor
ten van Amerikaanse granen, de
markt in Nederland bedierven, ging
de regering over tot het beschermen
van deze markt en werd de eerste
schrede gezet op de weg van de land
bouwpolitiek. Belangrijk was ook de
periode rond 1930, toen alweer een
geweldige import van granen de
binnenlandse markt bedierf. In te
genstelling met de eerste periode
kon toen intensivering van de be
drijven geen baat meer brengen.
Allerlei subsidiemaatregelen werden
noodzakelijk. Belangrijk is de op
richting van het Landbouw Econo
misch Instituut, waar nauwkeurig
de kostprijzen voor verschillende
artikelen worden berekend en dat
na de bevrijding werd gecontinu
eerd.
Om weer economisch op de been
te kunnen komen zal men in het
sterk verarmde Nederland hard en
oordeelkundig moeten werken en
sober leven. In dit verband behan
delde spr. de betekenis van de
Marshall-hulp en de Benelux voor
de landbouw. Het .teveel aan ar
beidskrachten zal verhoogd indu
strialiseren nodig maken en Neder
land staat voor de keuze: exporte
ren of sterven. Daarom moeten de
te exporteren goederen van de beste
kwaliteit zijn en in prijs concur
rerend. Hiermede hangt weer ten
nauwste de loonpolitiek samen.
Handel en industrie zullen er op
uit zijn de prys van de landbouw
producten zo laag mogelijk te hou
den en daarmede moet bij de te vol
gen landbouwpolitiek terdege reke
ning worden gehouden.
Redelijk bestaan voor de boer
De Landbouw moet evenwel niet
te veel steunen op de overheid en
de boer moet niet denken dat die
voor hem zal zorgen, maar via de
landbouworganisaties en de volks
vertegenwoordiging dient hij er wel
voor te zorgen, dat er een goede
landbouwpolitiek wordt gevolgd,
een landbouwpolitiek die inderdaad
mogelijkheid geeft op een redelijk
bestaan. Deze mag evenwel niet
worden losgemaakt van de alge
mene politiek van ons land en spe
ciaal niet van de economische, daar
de in- en uitvoer hier een belang
rijke rol spelen.
Een tweede factor van belang in
dit verband is het feit, dat omtrent
de te voeren politiek, de landbou
wers zelf het lang niet altijd eens
zyn. De verschillende bedrijfstak
ken kunnen verschillende belangen
hebben en ook de gebieden spreken
een woordje mee. Als voorbeeld
noemde spr. hier het pootgoed, de
pluimvee- en varkenshouderij.
Invloed wordt voorts uitgeoefend
door de vele onzekerheden en span
ningen, die er heden ten dage heer
sen, zowel op nationaal als op in
ternationaal gebied, wat o.m. tot
uiting kan komen in de grootte van
de veestapel, de import van vee
voeder, de afzet van producten enz.
Van de twee voor ons van belang
zijnde landen voert Engeland een
eigen landbouwpolitiek en heerst in
Duitsland nog een chaos.
Als verdere invloedrijke factoren
noemde ir. Smeenk nog het hinken
op twee gedachten in de landbouw
organisaties, n.l. het streven naar
vrijheid en de angst voor vrijheid,
zomede de Benelux-overeenkomst,
waardoor Nederland geen eigen
landbouwpolitiek kan voeren, doch
een Benelux-landbouwpolitiek.
Maar hoe het zij, het uitgangs
punt moet steeds dit zijn, dat er be
staanszekerheid is voor onze land
bouw, dus dat de landbouwer voor
zijn arbeid een redelijke beloning
ontvangt, gelijkwaardig met die in
andere gelijksoortige arbeid.
Dit kan evenwel slechts bereikt
worden als de landbouwer zijn pro
ductie zo hoog mogelijk opvoert en
de arbeid redelijk wordt beloond.
Zo is ook de nieuwe kocra die de
regering gaat varen en die de volks
vertegenwoordiging heeft aanvaard.
Het concretiseren van deze uit
spraak brengt evenwel diverse
moeilijkheden met zich mede. Het
begrip „redelijk bestaan" is zeer
rekbaar, zo ook „een goed geleid
economisch verantwoord bedrijf"
dat geëist wordt. Verder moet het
bedrijf ook „sociaal verantwoord"
zyn.
De regeringspolitiek
De kern van de in de toekomst
door de regering te voeren land
bouwpolitiek is nu, dat zij de voor
waarden schept voor een redelijk
bestaan en dus de grote lijnen trekt,
waarbinnen het mogelijk is voor
de landbouw zich een bestaan te
veroveren. Zij laat zich daarbij lei
den door: le minder overheidsbe
moeienis, dus minder maatregelen
en minder ambtenaren (bezuini
ging!) en 2e door de Benelux-ge-
dachte (afschaffing subsidies e.d.)
en bepaalt zich tot het prys-vast-
stellen van eindproducten, wat spr.
met enige voorbeelden toelichtte,
om daarna in den brede in te gaan
op de moeilijkheden, die zich kunr
nen voordoen o.a. by het aangaan
van overeenkomsten tussen de land
bouw en andere bedrijfstakken (als
b.v. de maalindustrie). In dit ver
band gaf spr. als zijn oordeel te
kennen, dat de tyd weer ongeveer
rijp is voor het heroprichten der ge
westelijke tarwe-organisaties en
legde hij er de nadruk op, dat, waar
de landbouw hier op zichzelf is aan
gewezen, daar de regering er zich
niet mede bemoeit, zij ook één lijn
moet trekken. Spr. besprak hierna
de prijsvorming van het broodgraan,
het koolzaad, de brouwgerat, de con-
sumptieraardappelen en de voer-
aardappelen. Voor de aardappelen
beval hy fondsvorming aan, opdat
eventueel tijdig voorraden uit de
markt genomen kunnen worden.
Voor de pootaardappelen was men
daarmede reeds bezig, doch de z.g.
areaalheffing daarop achtte spr. te
laag.
Alles samen genomen komt het
dus hierop neer, dat de regering
de voorwaarden schept waaronder
de landbouw kan werken, maar de-
,ze moet daarvan dan ook gebruik
maken door bepaalde maatregelen.
Bedrijfsvrijheid is een utopie, ten
zij dat men de konsekwentie aan
vaardt dat een groot gedeelte van
de landbouwersstand wordt opge
offerd. Wel moet de landbouwer
echter de vrijheid hebben om zich
als zodanig een bestaan te kunnen
verwerven voor zichzelf, zijn gezin
en zijn nageslacht, doch er zal steeds
een zekere binding moeten zijn.
De landbouw moet zoveel moge
lijk gebruik maken van de mogelijk4
heden die de regering haaf biedt.
Dit „zelf doen" vereist evenwel
krachtige landbouworganisaties en
spr. deed dan ook een ernstig be,-
roep op zyn gehoor om alle krach
ten in te spannen, en om alle moei
lijkheden krachtig onder het oog te
zién, want dan zal het met God's
hulp zijn: ^uctor et Emergo"
(applaus).
Samenwerking gevraagd
Nadat de voorzitter ir. Smeenk
dank had gebracht voor zyn boei
ende en duidelijke uiteenzetting,
deed de Prov. Voedselcommissaris,
de heer Lindenbergh, enkele zake
lijke mededelingen. Spr. wees er
o.m. op, dat, nu het aantal maat
regelen gaat minderen, ook het ap
paraat kleiner wordt. Toch blijven
er dit jaar nog maatregelen van
kracht, zoals b.v. de graanregeling,
zodat de bekende „dorsbriefjes" nog
niet weggaan. Er is echter verschil
met vorig jaar, doordat bedrijven
tot 50 a vry zyn van levering. Wat
de vleesregeling betreft, worden on
derhandelingen gevoerd over de
aankoop van koeien in Ierland. Ko
men er daar vandaan voldoende,
dan verdwijnt de vleesdistributie
binnen afzienbare tijd en komt ook
de huisslachtingsregeling te verval
len. Of er nog een regeling komt
voor de fokkerij van varkens en
kippen, hangt af van de toekomst.
De heer Phaff, technisch ambte
naar van de Plantenziektekundige
Dienst, legde de nadruk op de kwa
liteit van het product, dat geleverd
wordt en wees op de noodzaak, dat,
nog meer dan voorheen, in de toe
komst daaraan de aandacht moet
worden besteed. De Plantenziekte-
kundige Dienst ziet het ook als haar
taak de mensen in deze te helpen
bij het verkrijgen van een zo goed
mogelijk gewas, dat aan eisen, die
het buitenland stelt, voldoet. Spr.
deelde mede, dat men ook op het
gebied van de ziektebestrijding naar
vereenvoudiging streeft en eindigde
met het uitspreken van de hoop dat
het contact tussen de dienst en de
landbouworganisaties verstevigd zal
worden, opdat beide in het belang
van de Zeeuwse en de Nederlandse
tuinbouw prettig mogen samenwer
ken.
De heer Lijnzaad, hierop 't woord
verkrijgende, zeide het te kunnen
waarderen dat deze dag in een be
paald teken is gezet en een bepaalde
achtergrond heeft. De Stichting voor
Maatschappelijk en Cultureel werk
beoogt een band te leggen tussen
de overheid en het particulier initi
atief ter bevordering van maat
schappelijk werk. Als de samenstel
lende delen van het volk gezond
zijn werkt de stichting gemakkelijk
en spr. noemde het een prettige ge
dachte hier te mogen constateren,
dat een deel van de bevolking van
Zeeland inderdaad een gezonde staat
voert, hetgeen blijkt uit het feit, dat
de C.B.T.B. van haar ruim 1100 le
den er 600 in Zierikzee kon verza
melen, hetgeen hij een compliment
waard achtte. Met het uitspreken
van de wens dat de band tussen bei
de organisaties vrucht zou mogen
dragen, eindigde spreker.
Namens het hoofdbestuur van de
Nederlandse Christelijke Landarbei-
dersbond bood de heer Vingerling
gelukwensen aan met deze goedge
slaagde jaarvergadering. Spr. wees
op de grote moeilijkheden waarmee
vooral de Christelijke organisaties
te kampen hebben, moeilijkheden
die nog steeds groter worden, daar
de organisaties uit geloofsovertui
ging willen komen tot geloofsprac-
tijk. Spr. hoopte dat beide organisa
ties alles zouden mogen doen wat
zij kunnen om in goede samenwer
king tot dit laatste te geraken, ten
zegen van de bedrijven, de gezinnen
het vaderland en het volk.
Ds. M. v. d. Klis, Chr. Geref. pre
dikant te Zierikzee, achtte het een
moeilijke taak in- een vergadering
van landbouwers het woord te voe
ren. Z.Eerw. herinnerde aan de oude
methoden van bemesting en ziekte
bestrijding en de roep naar het
nieuwe op dit gebied, zomede de tal
rijke vragen, die telkens opnieuw
rijzen. Ook op godsdienstig gebied
is er steeds een roep naar het nieu
we en weet men het vaak beter dan
de oude bijbel. Naar aanleiding van
Hosea 10 12 „Zaait U tot gerech
tigheid, maait tot weldadigheid,
braakt een braakland: dewijl het
tijd is de Here te zoeken totdat hij
kome en over u de gerechtigheid
regene", sprak Z.Eerw. een kort wij
dingswoord, waarin hy zijn gehoor
op het hart bond God te verheer
lijken en het leven te stellen in Zijn
dienst. Gemeenschappelijk werd
vervolgens het 4e vers van de Mor
genzang gezongen.
De sluiting
De voorzitter sprak hierna een al
gemeen dankwoord, tot de aanwezi
gen voor hun opkomst en aandacht
en tot de sprekers voor hun woor
den. Hulde bracht spr. aan de rege
lingscommissie voor haar werk
zaamheden, waarbij hy het betreur
de dat de voorzitter van de afd.
Schouwen-Duiveland, de heer A. M.
den Boer, door familie-omstandig
heden verhinderd was aanwezig te
zijn. Mevr. Joppe-Gunst dankte hy
voor haar medewerking als bege
leidster bij het zingen. De voorzitter
eindigde met een krachtige opwek
king om de landelijke vergadering
op 29 Juni a.s. te Middelburg te be
zoeken.
Nadat de secretaris, drs. Knibbe,
nog enige mededelingen had gedaan
over de rijtoer, richtte de heer Bos-
selaar woorden van dank tot de
voorzitter voor zyn prettige leiding
van deze vergadering en voor al het
geen hij voor de Zeeuwse landbouw
en de C.B.T.B. doet, wat de verga
dering met applaus onderstreepte.
Het oud-bestuurslid, dhr. Oele, haal
de nog herinneringen op uit vroeger
dagen en drukte de hoop uit, dat
het de C.B.T.B. in alle opzichten
gbed moge gaan.
Ds. van der Klis sloot tenslotte
de welgeslaagde vergadering met
dankgebed.
Na de vergadering maakten de
vergaderingbezoeker(ster)s een ex
cursie door Schouwen, met als eind-'
punt „De Schouwse Boer", waar
enige tijd gepauzeerd werd, waarna
men via de Noordkant, Brou
wershaven, Zonnemaire en Noord-
gouwe naar Zierikzee terugkeerde.
Ondanks het ongunstige weer had
deze rijtoer een vlot en prettig ver
loop en allen keerden voldaan huis
waarts.
Sproeten? SPRUTGL
Terroristische activiteit
in Indonesië
De hoofdafvoerbuis van de water
leiding van Medan is in de nacht
van Maandag op Dinsdag opgebla
zen, waardoor Medan Dinsdag zon
der water zat.
Te Besuki had een overval plaats
door een 30 man sterke bende, wel
ke drie agenten ontvoerde.
Een bende trachtte een feest op
de suikerfabriek „De Maas" te ver-^
storen en loste 15 schoten. Er vielen
geen slachtoffers. In de buurt van
Probolinggo werd een auto, waaarin
de eerste employé van de onderne
ming „Kertowono", de heer Snijts-
heuvel, en familie waren gezeten,
onder vuur genomen. De heer
Snijtsheuvel werd gedood.
Ten Oosten van Poerwokerto heb
ben tèrroristen twee scholen te Soe-
kemadja in brand gestoken.
Het overlijden van
generaal Spoor
Toen mevrouw Spoor Woensdag
morgen wachtte-op het vertrek van
het vliegtuig waarmede zij naar In
donesië zou vertrekken, werd haar
de droeve tijding medegedeeld. Bij
het vertrek van mevrouw Spoor
was o.m. de minister van Oorlog en
Marine mr. Schokking, aanwezig,
die namens de regering aan me
vrouw Spoor deelneming betuigde
bij het overlijden van haar echtge
noot.
Het Franse persbureau A.F.P.
seinde vóór het overlijden nog, dat
generaal Spoor bij tijden bij ken
nis was. Hij reageerde slechts zwak,
toen dr. Beel hem zijn benoeming
tot generaal mededeelde.
Het was tijdens het dicteren van
brieven aan zijn secretaresse, Maan
dagmorgen, dat generaal Spoor plot
seling ineenzakte. Hij had nog de
kracht om öm een dokter te vragen.
RADIOPROGRAMMA
Zaterdag 28 Mei
HILVERSUM I. 801 M.
i..euws; .16 gymn.; 7.80 strijdlied;
.33 <ouin.; 8 nieuws; 8.16 grainy
Russische muziek; 10 toespraak;
.0.05 morgenwijding; 10,20 voor
bracht; 10.36 vo/or de ogwtinubedLriJ-
en; 11.20 buitenlands weekover-
icnt; 11.35 pianorecital; 12 orkest
an Vogel; 12.30 land- en tulaibiouw;
2.33 bariton en orgel; 1 voor do
hjdkrachten; 1.30 VinoentinoA 2
.euenaindse liederen; 2.20 Franse
mziekuitzendlhg; 2.50 Twentse uit-,
■ending; 8.16 'kamerorkest en solist;
komt u binnen; 4.15 Metropole-
>rkest; 4.45 sportpraatje; 6 gram.;
.30 om en nabij de twintig; 6
neuws; 6.15 gram.; 6.80 vopr de
.ijdkrachten; 7 actualiteiten; 7.30
ezen in de bijbel; 7.45 voor de
Jederlanders In Duitsland; 8nieuw»
05 dingen van de dag; 8.12 varia;
i.15 toespraak; 8.20 prpmenadeor-
est en solisten; 9 commentaar; 9.10
le winkel van Sinkel; 10 Vindobpna
-Pu rammel'.n; 10.25 schets; 10,40 con-
■erlorgel; 11 nieuws; 11.15 ensemble
e.rge Helvdlrt; 11.40—12 Engels
•abarel op de schijf.
IILVERSUM II. 415, 245 en 1875 M.
7 nieuws; 7.15 gram.; 7.38 kamer-
jpr; 7.45 gebed en kalender; 8
iOUW's; 8.15 pluk de dagf; 9 vopfr de
vrouw; 9.05 gram.; 9.30 waterstan-
lein; 9.35 operaplaten; 10 klein,
klein kleutertje; 10.15 gram.; 11 de
zonnebloem; 11.45 schoolradio; 12
Angelus; 12.16 muzikale melange;
12.30 land- en tuinbouw; 12.33 ze
en klapper; 12.55 zonnewijzer; 1.00
nieuws; 1.20 septet Johnny Ombach;
1.50 film en toneel; 2.10 gram.i
2.50 boekennieuws; 3 gram.; 8.10
muziekcursus; 8.30 koor, orkest en
solisten; 4 praatje over T.R.Q.; 4.10
gram.; 4.30 het Gregoriaans; 5 de
Wigwam; 6 gram.; 6.30 wleekover-
ziicht; 6.45 piano, en orgefl; 7 nieuws;
7.15 actualiteiten; 7.20 sextet; 7.45
kampvuren langs de evenaar; 8.00
nieuws; 8.05 de gewbne man; 812
gram.; 8.20 lichtbaken; 8.45 luister-
wedstrijd; 9 finale inegen heit de
klok; 9.45 voetbal; 10 orkest zonder
naam; 10.30 inluiding Zondag; 11
nieuws; 11.15 Utrechts stedelijk or
kest en solisten; 11.50—12 gram.
Generaal Spoor in de
Eerste Kamer herdacht
Alvorens de Eerste Kamer Woens
dag de behandeling van de begro
ting van Overzeese Gebiedsdelen
voortzette, heeft de minister van
Overzeese Gebiedsdelen, de heer v.
Maarseveen, de overleden leger
commandant in Indonesië, generaal
Spoor, herdacht.
De voorzitter van de Eerste Ka
mer, de heer Kranenburg, gaf te
kennen dat het bericht van het over
lijden van generaal Spoor ons volk
diep heeft geschokt. Spr. herinnerde
aan de verantwoordelijke post, wel
ke generaal Spoor heeft vervuld.
Ook de koningin en het vaderland
verliezen in hem een trouw dienaar.
De weduwe moge de kracht gege
ven worden dit grote leed te dragen.
Ingezonden mededeling
middel, dat MUGGEN
VLIEGEN radicaal uitroeit
J D.D.T.-POEDER
in de pradische. voordelige duilzak 65 eert»
FEUILLETON
of
naar het Engels door Virginia Taylor
2
Het water kookte bijna, toen de
butler aandiende: „Kolonel Maun-
seL"
De bezoeker trad binnen, gevolgd
door een jonge man met' donker
haar en ogen van een Spaans type,
zoals dit zo dikwijls gezien wordt
in sommige streken van Ierland. De
vreemde keek vol belangstelling
naar het jonge meisje, dat zyn
vriend zo hartelijk verwelkomde.
„Mr. Byrne", stelde nu de kolonel
zyn logé voor. ,.Uw vader telegra
feerde mij, om iemand mee te bren
gen die een goed jager was en ik
verzek^p u, dat deze man de sport
verstaat!"
Evangeline stale Mr. Byrne vrien
delijk de hand toe.
„Dat zal vader genoegen doen",
sprak zij. „Hij was al bang dat hij
geen plaatsvervanger voor Mr.
Brown zou krygen en er schijnen
nu eenmaal zes jagers nodig te zijn!"
„Nu, eigenlijk zeven, heb ik uw
vader al zo dikwijls gezegd", ant
woordde de kolonel op een toon, of
het een oude grief van hem was,
dat de gastheer dit niet erkende!
„Mag ik u een kop thee inschen
ken?" vroeg Evangeline, op de thee
tafel toetredend.
Eer ze echter haar voornemen
ten uitvoer kon brengen, ging de
Jeu* open, om oen andere gast bin
nen te laten, een joviale man, met
een blozend gelaat, die Evangeline
begroette als iemand, die haar al
van kind-af had gekend, wat dan
ook, in waarheid, het geval was.
Evangeline stelde de laatst-geko-
mene aan Mr. Byrne voor en, ter
wijl zy dit deed, kookte het water
over, zodat de boterhammen op de
schaal lagen te drijven.
„Mijn hemel, hoe vervelend!" riep
zij.
„O, 't is niet erg", meende Mr.
Byrne, die onmiddellijk de spiritus
vlam gedoofd had. „Het brood is
wat vochtig, dat is al!"
„Hè, wilt u even bellen, dan krij
gen we ander brood", zei ze lachend
en de jonge man deed, gelijk hem
verzocht werd.
Evangeline gaf de thee rond, had
intussen nog eens gebeld en zei
toen:
„Ik vrees, dat Patrick ons geen
gehoor geeft; hy zal bezig zyn met
de valiezen van de heren en doet
nu zeker of hij de bel niet hoort.
Ja, dan zit er niet anders op, dan
dat ik zelf brood ga halen!"
„Mag ik de schaal voor u dra
gen?" vroeg Mr. Byrne, hoffelijk
de deur voor haar openhoudend.
„Zeker, maar dan moet u ook
meegaan naar de provisiekamer?"
„Graag. En dan mag ik ook wel
brood helpen snijden?" vroeg hij,
toen ze daar waren aangekomen.
„Ik ben er nogal handig mee, al
zeg ik het zelf!"
„En ik juist niet. Maar neemt u
niet dèt mes, als 't u blieft. Dat
hebben ze gebruikt voor uien!"
„Ja, daar ruikt het ook naar!"
Samen gingen ze aan het werk
en hadden een pret als een paar
schoolkinderen. Het was Evange
line net, of ze die Byrne al héél. haar
leven had gekend. Een gelukkige
inval was het geweest, kolonel
Maunsel te vragen om iemand mee
te brengen! Zij vond altijd die
jachtpartyen prettig, omdat zy een
maal een zonnige natuur had. Maar
de gasten waren tot nog toe steeds
dezelfde geweest: de meesten van
middelbare leeftijd en getrouwd; en
de jongeren waren vrienden waar
ze als kind al mee gespeeld had. Nu,
en je kunt geen romantische be-
langstelling voelen voor iemand met
wie je in bomen hebt geklommen
en allerlei kattekwaad hebt uitge
voerd, zo meende zij althans. Maar
deze jonge man, met de grote bruine
ogen en vriendelijke glimlach en
zijn prettige, gemakkelijke wijze
van omgaan, beloofde om haar deze
jachtpartij tot de aangenaamste te
maken, die ze ooit op „Drumcan-
try" had bijgewoond.
„Ik had het niet beter kunnen
treffen dan dat uw vader een jager
tekort kwam", zei hij, steeds ijverig
boterhammen snijdend en smerend.
„Toevallig was ik bij kolonel Maun
sel op bezoek en hij vroeg mij da
delijk of ik lust had, van de partij
te zijn. Nu, ik verzeker u, dat ik
deze uitnodiging niet afsloeg! Mijn
ergste vyand kan nog niet van mij
zeggen, dat ik blasé ben!"
„Neen, zeker niet, als u het ten
minste prettig vindt, om boterham
men te snijden. Maar nu hebben wij
er genoeg. Die beide oude heren zul
len wel naar een kop thee verlangen
en ik heb liever niet, dat ze de
trekpot behandelen."
„Gauw dit onheil dus verhoed!"
spotte hij en liep zó vlug met de
volgeladen broodschaal, dat Evan
geline moeite had hem bij te hou
den!
(Wordt vervolgd)