Op de bres voor het Zeeuwse belang
Stichting Zeeland voor Maatschappelijk
en Cultureel Werk
SECTIE ONTWIKKELING ZEELAND INGESTELD
Economische overtredingen
in September
OVERDENKING
Zeeland heeft op velerlei gebie
den een „achterstand". Een feit dat
men kan constateren, maar daarmee
mag niet volstaan worden. De oor
zaken daarvan moeten worden op
gespoord en de wegen naar verbe
tering moeten worden uitgestippeld.
Dit is een taak, die is weggelegd
voor mensen, die Zeeland kennen
en in het openbare leven een voor
aanstaande positie bekleden. Met
dit doel voor ogen is van de zijde
van de Stichting voor Maatschap
pelijk en Cultureel werk, onder di
rectoraat van de heer C. Lij zaad,
het initiatief genomen tot oprich
ting van een Sectie Ontwikkeling
Zeeland, waartoe Donderdag 21 Oc
tober een vergadering werd belegd
in het „Schuttershof" te Middelburg.
Rede Mr. Dr. Mes
De vice-voorzitter van de Stich
ting, de heer A. Schout, lid van Ge
deputeerde Staten, sprak, bij ont
stentenis van de Commissaris der
Koningin, een welkomstwoord tot
de aanwezigen en verleende daarop
het woord aan Mr. Dr. A. J. J. M.
Mes, lid van G.S. en voorzitter der
Sectie, die het doel, de betekenis,
de taak en de werkwijze van de in
gestelde Sectie binnen het raam van
een diepgaand betoog ter sprake
bracht. Er zijn, aldus de heer Mes,
verschillende factoren, die de be
lemmering van de ontwikkeling der
provincie Zeeland tegenhouden en
het is de taak van de Sectie om de
feiten en verschijnselen na te gaan,
die hieraan schuldig zijn. Reeds
voor de oorlog was er in de rand-
gewesten een gevoel van onbehagen
te constateren. Men voelde zich ach
tergesteld bij de centrale provin
cies. Na de oorlog is dit gevoel nog
in sterkte toegenomen, in de eerste
plaats veroorzaakt door de aanzien
lijke oorlogsschade, die de provin
cie opliep. De Zeeuwen voelen zich
min of meer gedupeerd en als wij
zien, hoe verschillende vitale be
drijven na de bevrijding uit Zee
land wegbleven (Maatschappij Zee
land en de Koninklijke Marine te
Vlissingen), dan is dit gevoel alles
zins begrijpelijk. Het veelal bekrom
pen leven in de dorpen en het van
schoonheid beroofde landschap
werkten er aan mee, om deze niet
op suggestie berustende gedachten
te voeden. Toch zullen de Zeeuwen
zich de vraag moeten stellen in hoe
verre zij zelf schuldig zijn aan eigen
achterstand in vergelijking met an
dere provincies. Bestaat er wel vol
doende regionaal zelfbewustzijn en
wordt het volkseigene en de pro
vinciale cultuur in genoegzame
mate bevorderd, vroeg spr. zich af.
De vraag stellen is haar beantwoor
den.
In de bekende brochure „Er op
of er onder" van Jhr. de Ranitz,
wordt er' reeds op gewezen, dat het
de Zeeuwen nog teveel ontbreekt
aan energie om te komen uit de
apathie. De drang naar het volks
eigene en de ontplooiing van initia
tieven moeten sterker worden. Ze
ker wordt in deze provincie het na
deel van de Massificatie ondervon
den en de afdeling Zeeland van de
Ver. van Nederlandse Gemeenten
voert op haar wijze reeds een strijd
voor de rechtsgelijkheid van stad
en platteland. Al buigen mensen
met kennis het hoofd over de pro
blemen, het ontbrak tot nu toe aan
apparaat, dat dienstig kan worden
gemaakt om de bestaande proble
men tot oplossing te brengen. De
directeur van de Stichting Zeeland
voor Maatschappelijk en Cultureel
Werk, komt daarom lof toe, dat hij
het initiatief heeft genomen tot op
richting van de Sectie Ontwikkeling
Zeeland, die zal trachten een weg
te vinden waarlangs de moeilijk
heden tot oplossing gebracht kunnen
worden.
De grote ziekte van de tijd
Bij het onderzoek of Zeeland is
achtergesteld, zal de Sectie zich niet
louter mogen bepalen tot een optel
som. De vraag zal moeten worden
beantwoord in hoeverre men zelf
is tekort geschoten. Een voordeel
achtte spr. het, dat de Zeeuwse
mens minder is aangetast, door, wat
hij zou willen noemen, de grote
ziekte van de tijd, het materialisme.
Er zijn nog vele goede krachten,
die het idiële hoger stellen, dan de
stof. Dit overwegende zal de Sectie
met verantwoordelijkheid haar taak
moeten aanvaarden en zich moeten
concentreren op een gedegen studie.
Het Zeeuwse volk is religieus gedif
ferentieerd, maar dit betekent ook
een gebondenheid aan het geloof,
het sluit in een naar juiste waarde
schatten van de menselijke waar
digheid en sluit nauwe samenwer
king niet uit. Bevordering van de
volkscultuur zal slechts mogelijk
zijn onder erkenning van de men
selijke waardigheid. Spr. achtte de
technische civilisatie strikt onper
soonlijk. De wereld ontmenselijkt
zich door de techniek. De stad
kweekte de machine-mens, de pas
sieve mens. Dit is echter niet het
prototype van de Zeeuw. Bij het on
derstrepen van de noodzakelijkheid
van industrialisatie zullen deze over
wegingen krachtig moeten gelden.
Bij alles wat ondernomen wordt, sta
de waarde van de mens als zelfwer
kende persoonlijkheid voorop. Het
gezonde en eigene dezer provincie
moet behouden worden, gereser
veerd, mede voor behoud van de
Nederlandse cultuur. Ook bij de be
staande verscheidenheid in religie,
zal de Sectie de mogelijkheden
moeten onderzoeken, die kunnen
leiden tot samenwerking van de
onderscheidene groepen in het
Zeeuwse volksleven. Het doel moet
zijn: de achterstand in te halen. Die
achterstand is een feit. Het werd
treffend gezegd in een artikelen
reeks gepubliceerd in de N.R.C.
Zeeland bestaat niet
In Zeeland is 't gewestelijk volks
besef zonder hartstocht. Dit leidt tot
de niet van waarheid ontblote op
merking, dat Zeeland feitelijk niet
bestaat. Er bestaan zeven Zeeuwse
eilanden, die ieder in zichzelf ge
keerd leven, denken en werken. Er
is geen algemeen (Zeeuws) doel,
dat appeleert aan aller ondersteu
ning. Er is, in ongunstige onder
scheiding met andere provincies,
zelfs geen bescherming van de dia
lecten, er is geen volkstrots en geen
belangstelling voor dienende instel
lingen ter bevordering van de volks
cultuur. Aparte bestudering vergt
het voor Zeeland wel uitermate be
treurenswaardige verschijnsel van
het wegvloeien der intellectuele
krachten. De bestudeerde Zeeuwen
vertrokken of vertrekken. In hun
plaatsen komen vreemden, die vaak
op voortreffelijke wijze de Zeeuwse
belangen dienen, maar die toch niet
de typisch Zeeuwse volkstrekken
kennen. Bij de vele opmerkingen,
die dienaangaande worden gemaakt,
zal uitgemaakt moeten worden, wat
schijn en wat werkelijkheid is. Een
groot geestelijk terrein ligt braak en
het is de taak van de Sectie dit ter
rein te bewerken.
Ingezonden mededeling
VAAK ZIJN WIJ HET MOE
het dolle gedoe van een waanzinnige
wereld. Een jonge mondaine vrouw
vluchtte terug naar huis in de
Puszta. Daar, in de oernatuur, bij
primitieve mensen, vindt zij de be
stemming van haar leven. Vraagt
Uw boekverkoper STERREN GLAN
ZEN OVER DE PUSZTA, het boei
ende boek van Juliana v. Zaigray.
Ambtenaren van ide centrale con
troledienst maakten in September
1948 in totaal 3493 processeaver-
baal op. Hierbij: waren 4972 ver
dachten betrokken, van wie er 179
in vertekerde bewaring wierden ge
steld.
De meeste overtredingen werden
geconstateerd op het gebied van
vee en vlees, hl. 1456. In 1128 ge
vallen werden onregelmatigheden
met akkerbouwproducten waarge
nomen, terwijl 487 verdachten had
den gefraudeerd op zuivelgebied.
In 621 gevallen werd tot inbe
slagneming van goederen overge
gaan. In'beslaggenomen werd o.m.
32.586 kg. granen, zaden en peul
vruchten, 6062 kg. vlees en spek,
65.647 eieren, 11 runderen en 205
varkens.
Vele vragen
Zo rijzen er vele vragen en de
Sectie zal deze zo goed mogelijk
moeten beantwoorden. Spr. stipte
van deze te behandelen vragen en
kele aan. Niet met de bedoeling een
volledige omschrijving van de taak
der Sectie te geven, maar schema
tisch enkele belangrijke punten aan
te geven. Is er weinig gewestelijke
saamhorigheid en zo ja, hoe kan
hierin een verandering ten goede
worden gebracht? Staat Zeeland
achter bij de eisen van de moderne
tijd? Waarom vloeien de intellec
tuele krachten uit Zeeland weg?
Nauwkeurig zal de positie van de
Randgewesten tegenover de centrale
gemeenten nagegaan moeten wor
den. De Sectie zal bij dit onderzoek
moeten steunen op belangrijke reeds
verschenen publicaties en brochu
res. Het decentralisatie-vraagstuk
vergt nauwkeurig onderzoek. Nage
gaan zal verder moeten worden, de
positie van de arbeidsmarkt. Be
langrijk is de vraag waar de ver
trokken Zeeuwen zich vestigen en
welke positie zij in de maaaschappij
bekleden. Spr. was van mening, dat
een niet gering aantal Zeeuwen el
ders zeer vooraanstaande posities
bekleden. De toekomstkansen, bin
nen het raam van de sociale wet
geving, voor de werknemer zullen
moeten worden bepaald. In het al
gemeen was spr. van oordeel, dat
de zucht naar centralisatie in Den
Haag mede remmend werkte op de
ontwikkeling van Zeeland.
Door het opheffen van allerlei
openbare instellingen weet Den
Haag niet hoeveel schade zij aan
de Randgewesten berokkent. Ver
der is van overheidswege nog veel
te verbeteren. Er zijn in Zeeland
vele slecht ingerichte postkantoren
en verkeersverbindingen, die niet
de gewenste freqentie hebben. Hoe
is de klassebezetting in Zeeland en
wat zal het gevolg zijn van centra
lisatie van scholen bij samenvoe
ging van gemeenten? Is het onder
wijs geschikt en werkt het beurzen
stelsel voor Zeeland billijk? Zo rijen
de vragen zich aaneen. Door een
methodische verwerking van de stof
zal de Sectie tot een juist en goed
gefundeerd oordeel moeten komen.
Zeeland heeft een achterstand, maar
„En het Licht schij nt
in de duisternis en
de duisternis heeft
het niet over mo c h t".
Joh. 15.
Dat is een felle antithese: die van
Licht en duisternis. En een felle
strijd tussen die twee, en in die
strijd lijdt de duisternis de neder
laag. Misschien voelen wij ons be
ledigd, dat wij bij dat rijk der duis
ternis geteld worden. Of dat wij een
strijd voeren tegen het Licht. Wij
denken immers al heel gauw, dat
het met ons, geestelijk gesproken,
wel gaan zal. Wij strijden toch niet
tegen God? Wij zijn op z'n hoogst
onverschillig, maar om ons leven
te zien als een strijd tegen God, wil
er niet zo gemakkelijk in. „Ik doe
toch mijn plicht". „Ik geef ieder het
zijne". „Ik doe geen grove zonden,
steel niet, drink niet, vloek niet".
„Ik ga elke Zondag, of tenminste
heel dikwijls, naar de kerk". In die
geest horen wij de mensen vaak
praten. Ze zijn er zo zeker van. Ze
hebben zichzelf ingedeeld bij het
Licht. „Wij staan hier, de anderen
daar. Wij staan aan de goede en zij
aan de verkeerde kant". Daar heb
je die eigengemaakte ingebeelde an
tithese. Dat is nu de hoogmoed van
de zelfverzekerde mens. De Fari
zeeërs van Jezus' tijd hadden zich
ook in diezelfde hoogmoedswaanzin
ingedeeld bij de Licht-partij. En
diezelfde Farizeese hoogmoed schept
ook in onze tijd de valse antithese,
de valse onderscheiding van Licht
en duisternis, bij niet-kerkgangers
zowel als bij kerkgangers, bij wat
wij noemen ongelovigen zowel als
bij de zogenaamde Christenen. Want
ook de Christenen delen zichzelf zo
graag in en menen de „andere par
tij" dood te mogen gooien met de
begrippen goddeloos, onfatsoenlijk,
misdadig, zondig, enz., als die an
deren zich tenminste niet tot hun
eigen „partij" willen bekeren. We
ten de „Christenen" wel, dat zij
hiermee velen in wanhoop en ellen
de hebben gebracht en misschien
(want wie zal dit uitmaken) tot echt
ongeloof? En 't is ook geen wonder.
Want de Christenen leven in de
duisternis en men kan van hen het
ergste verwachten! En zij moeten
hand in hand met de „andere par
tij" sidderen voor dat Licht, dat
geen mensenoog ter wereld verdra
gen kan, sidderen voor het Kruis
waaruit wij mensen, allemaal en
één voor één zonder onderscheid,
onze straf, onze hellevaart, onze
duisternis kunnen aflezen. Dat is
de antithese! Die zich Christenen
noemen, moeten zich schamen voor
die naam, die bezoedeld is door ge
noemde hoogmoedswaanzin! 't Is
hun eigen schuld dat de anderen
op hen afgeven. Maar die anderen
zullen eveneens hun hoogmoed heb
ben op te geven! En zo zullen wij
het Licht moeten staken en ons alle-
allemaal samen onze strijd tegen
maal samen door het Licht laten
overwinnen, om elke dag de Ge
nade en de Christen-naam als een
geschenk uit God's hand te mogen
ontvangen. E. J. v. T.
het regionale leven moet in de toe
komst zo worden, dat deze kwalifi
catie steeds meer onjuist wordt. Om
te komen tot een goede werkwijze
stelde spr. tenslotte voor de ple
naire Sectie te splitsen in een aan
tal sub-Secties, die ieder op eigen
terrein de gestelde vragen moeten
beantwoorden en een onderzoek
naar de moeilijkheden en mogelijk
heden instellen.
Na een aangename en verhelde
rende discussie op deze rede in grote
stijl, zoals de heer Schout het in zijn
dankwoord uitdrukte, ging de voor
zitter van de Sectie over tot het in
stellen van de sub-Secties. Een be
langrijk apparaat is in onze provin
cie in gèsteld, dat zeker met alle
mogelijke middelen de zo zeer ge
wenste vooruitgang van onze pro
vincie zal trachten te bevorderen.
Zij zal de diagnose stellen en de
therapie toepassen, die het „achter
lijke" Zeeland behoeft.