Het huwelijk
van onze vorstin
op 7 Januari 1937
Herinneringen aan de blijde huwelijksdagen
van Koningin Juliana
Een teer moment op een gelukkige dag
De nieuwe Koningin
Prinses Juliana's sociaal
medeleven
van diners, etentjes en weer diners
en nog eens etentjes, als het foto
album van onze jonge Koningin Ju
liana, dat betrekking heeft op haar
studententijd. Maar het was behalve
'n genoeglijke tijd, ook een tijd van
gedegen studie. De Prinses zelf
wenste niet anders, dan dat ze echt
gewoon tentamens zou doen, in de
vakken, die haar het meest interes
seerden. Zo heeft zij dan ook aan
het eind van haar studie uitnemende
tentamen afgelegd in de vakken
godsdienstgeschiedenis, moderne
Nederlandse letterkunde en volke
renrecht. Wij moeten ons de Prin
ses als studente dus voorstellen als
een heel gewone meisjesstudente,
die alles doet wat andere meisjes
studenten doen. Zeker, haar omge
ving weet wie zij is, maar haar om
geving noemt haar gewoon bij de
voornaam en in het „Waerle,, heerst
de ongedwongen toon, die er pleegt
te heersen in huizen waar veel stu
dentes bij elkaar wonen.
(Met toestemming van de uitge
ver, N.V. Gebr. Zomer Keuning,
Wageningen, overgenomen uit het
herdenkingsboek „Onze jonge Ko
ningin thuis", door Dr. J. Waterink
m.m.v. Dr. H. Smitskamp).
De Lage Landen bloeiden, mid
den in de winter van 1936, aan alle
kant, in alle gewesten. Zij bloeiden
in kleuren, de kleuren van rood,
wit en blauw en van oranje, de kleu
ren van het geel-rood, de kleuren
van het geurige dennen- en spar-
regroen. Al deze kleuren overheer
sten onze steden, onze dorpen, onze
gouwen en onze rivieren. Zo lagen
de landen als in kleuren besloten
te bloeien ter ere van Hollands
Bruidspaar. En, boven dat kleurige,
bloeiende land uit, golfden de brede
galmen van onze klokken, spran
kelden de fijne klanken van onze
carillons.
Prinses Juliana was de bruid en
Prins Bernhard de bruidegom. En
kele dagen voor Kerstmis waren zij
in ondertrouw opgenomen. Ze zou
den drie weken onder de geboden
staan. En wanneer het nieuwe jaar
1937 een week oud is, dan zouden
ze rijden naar de oude kathedraal
in het hart van Den Haag, om er
hun huwelijk te laten wijden en het
te stellen in eeuwigheidslicht. Op
Donderdag 7 Januari precies 58
jaar nadat Koningin Emma in Arol-
sen (Waldeck) in het huwelijk trad
met koning Willem III trouwden
Juliana en Bernhard. Ze reden in
de Gouden Koets door Den Haag,
als bruidsstad opgesierd.
Eerst naar het stadhuis, waar het
burgerlijk huwelijk werd voltrok
ken door burgemeester De Monchy,
die het vorstelijk echtpaar en de
Koningin ontroerend toesprak.
Slechts een korte stonde later
klonk, nu in de Grote- of St.-Ja-
cobskerk, opnieuw de bevestiging
en droeg het jonge paar zijn leven,
zijn huwelijk, zijn lot op aan Hem
die vorsten en volken regeert. Prof.
Dr. H. Th. Obbink hield een pre
dikatie uit het laatste gedeelte van
vers 8 uit Psalm 32: „Mijn oog zal
op U zijn".
De hoogbejaarde vroegere hofpre
diker Ds. W. L. Weiter, verrichtte
de inzegening. Onmiddellijk hierop
en nadat het jonge paar de ringen
verwisseld had, sprak Prof. Obbink
de bede uit, dat de ringen het sym
bool mochten zijn van de onver
brekelijke trouw, door beiden elkan
der beloofd.
Toen volgde de tocht in de Gou
den Koets door de Residentie, langs
juichende schapen, onder een stra
lende hemel, die een gouden zonne
lach neerzond en daarmede de
schone stoet overglansde. Prins
Bernhard en Prinses Juliana waren
man en vrouw!
7 Januari 1937.
Het was midden in de winter,
maar wat een stralende dag! Een
dag, vol van zon en lichtglanzen. Te
klokke elf reed de gouden koets
het geschenk van Amsterdam's bur
gerij ter gelegenheid van het hu
welijk van Koningin Wilhelmina
met acht zwarte paarden bespannen
bij het paleis voor, om het blijde
bruidspaar naar het stadhuis te
brengen. Hierachter volgde de his
torische glazen koets, getrokken
door vier paarden. In deze koets na
men plaats de beide moeders van
het vorstelijk bruidspaar: H.M. de
Koningin en prinses Armgard. Daar
achter volgde het militaire Huis van
H.M. de Koningin en een lange rij
van hofrijtuigen, alle met vier paar
den bespannen; familieleden en ge
tuigen reden met het jonge paar
mee. De stoet werd voorafgegaan
door militaire corpsen en andermaal
door militaire corpsen besloten, ter
wijl in totaal vijfduizend soldaten
de rijweg afzetten.
Na de huwelijksvoltrekking op
het stadhuis, waar de burgemeester
een treffende toespraak hield, volg
de de plechtige huwelijksbevesti
ging in de Grote- of St. Jacobskerk.
De huwelijksinzegening geschiedde
door professor Obbink, de hofpredi
ker, die op zeer bijzondere fijne
wijze de Konigin en het jonge paar
toesprak. Na de kerkdienst maakte
de stoet een rijtoer van ongeveer
vijf kilometer door Den Haag. Uit
bundige geestdriftWij zullen
hier niet in herinnering brengen
alle bijzonderheden van deze dag.
De honderdduizenden warme vrien
den van onze jonge Koningin en
Het Vorstelijk Bruidspaar na de huwelijksvoltrekking op 7 Januari 1937
in de Grote- of St.-Jacobskerk te s-Gravenhage
van het Huis van Oranje herinne
ren zich dit alles nog tot in alle bij
zonderheden. Er was grote vreugde
in het land. Men was blij met het
jonge paar en blij ook met Konin
gin Wilhelmina. Ook de Koninklijke
Moeder beleefde immers deze dag
als een dag van intense vreugde.
Juliana Koningin
Vorstin der lage landen,
Hoe hecht zijn reeds de banden
Juliana Koningin!
Uw volk werd door een Vrouw
Bestuurd in 50 jaren
't Zal ook om U zich scharen
In onverbreek'bre trouw.
Luidt nu in heel het land
De bronzen vreugde-klokken,
De vlaggen aan de stokken
Van grens tot aan het strand.
In dorp, in stad, gehucht,
Van Dollard tot de Schelde
Van Middelburg tot Delden,
Hoort men een blij gerucht.
Als 't stormd', Oranje hield stand
Juliana van Nassouwe
Daarom geeft met vertrouwen
Men U het roer in hand.
Neem dan, o Koningin
Het roer in Uwe handen,
Tot heil der Nederlanden
Juliana Koningin!
Als door de eeuwen heen,
Bij vreugde en gevaren
Zo blijv' het al Uw jaren:
Oranje en Neerland één.
Het vorstelijk gezin op het bordes van het Paleis Soestdijk
Voor het monument
van grootmoeder
Als Nederland feest viert, als van
alle torens de vlaggen wapperen en
als de huizen en straten baden in
zeeën van licht, dan komt er een ge
fluister onder het volk en men
vraagt zich af, waar de huwelijks
reis heen zal gaan. Men wacht in
spanning af en verdiept zich in gis
singen. In de na-middag, na afloop
van de plechtigheden, staan er dui
zenden mensen in de omgeving van
het paleis. Men wil het jonge paar
zien wegrijden, men wil de beide
gelukkige jonge mensen toejuichen.
Het wordt donkerEr gaan ge
ruchten, dat zij nu heus zullen ko
menEr komen andere geruch
ten, die zeggen, dat het nog wel
even duren kanMen zegt, dat
er een vliegtuig gereed staat op
Ypenburg. Men beweert, dat de
tocht per auto gemaakt zal worden.
Weer anderen zeggen, dat er een
speciale trein is gereed gemaakt
En terwijl de mensen, zingend
en wachtend voor het paleis staan,
terwijl heel Nederland uitbundig
feest viert, gaat, door een zijuit
gang, de bruid haar ouderlijk hius
verlatenHet is vroeg schemer
donker op deze 7e Januari. De prin
ses gaat, alleen, naar buiten. Onher-
kend begeeft zij zich naar het ro
sarium op het Jozef Israëlsplein.
Daar staat het standbeeld van haar
grootmoeder, Koningin Emma. Zij
gaathet is bijna donker nu
naar het monument en legt er voor
zichtig een ruiker neer van paarse
tulpen en witte aronskelken, bij
eengebonden door een wit lint. Dan
richt zij zich op. Enige stille ogen
blikken blijft zij staan. Het is, ais-
of hel; kleinkind aan grootmoeder
vertelt van haar groot geluk. Welk
een fijn ogenblik op deze gelukkige
dag. Dan, nog even omziende, gaat
de bruid weer henenKoningin
Juliana, al wisten wij niets anders
van U dan dit, dan kenden wij toch
Uw hart.
De gemiddelde Nederlander schept
zichzelf weinig gelegenheden om
zijn diepste innerlijk uit te leven.
Zijn liefde, aanhankelijkheid en
trouw leven latent en er is meer
dan een gewone gelegenheid voor
nodig om dit sluimerend leven te
wekken tot een bruisende manifes
tatie. Over het algemeen komt hij
niet tot deze vitaliteit, doch blijft
hij nuchter, kalm en onverstoor
baar. De krater van zijn enthousi
asme opent zich maar zelden, maar
als hij zich opent is er ook reden
toe.
Het staat onoinstootbaar vast: Ne
derland en Oranje zijn één en on
deelbaar. vormen tezamen één li
chaam. Een dynastie, welke vier
eeuwen lang met een volk is ver
bonden, heeft tot in de diepste bo
dem wortel geschoten. Er zijn pe
rioden geweest, dat er geen Oranje
aan het hoofd stond, maar immer
weer is het volk zelf teruggekeerd
naar het Vorstenhuis. Het bezit
wordt dan weer het bezit van alle
dagen, het wordt iets vanzelfspre
kends en voor deze dingen loopt
de Nederlander niet direct merk
baar warm. Totdat de bezinning
komt, plotseling en als door de
harde noodzakelijkheid gedreven.
Men weet hoe zorgvuldig Prinses
Juliana is opgevoed en hoe zeer zij
de voetstappen van haar Moeder
volgt. Het is daarom niet te ver
wonderen, dat het juist de Prinses
is geweest, die het prachtig initia
tief nam tot het oprichten van het
Nationaal Crisis-Comité na de eer-