ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE WOENSDAG 4 MAART 1942 OPOE HOI ZIERSKZEESCHE COULANT 1797 - 1689 ABONNEMENT Prijs: in Zierikzee 'J 1.60, elders 'j l.M per kwartaal. Weekabonnementen reap. 18 en 15 cents. Losse nummers 5 cents. Verschijnt lederen werkdag. Uitgave: N.V. Zierikzeeaohe Nieuwsbode, Zierikzee, Schnith. B 94, Tel.ü2 Giro no. 137677 - Dir.: A. J. deLooze - Hoofdred.: M. J. Kosten, Zierikzee 98STB JAARGANG No. 14875 ADVERTENTIES Prijs: 23 cents per regel, minimaal 88 cents. Bij contract speciale prijzen. Suc cesje* op Maandag, Dinsdag, Woensdag en Donderdag: 70 cents. Inzending tof 's morgens 9 uur. DE STRIJD OM JAVA De berichten over de militaire situatie in Oost-Azië behooren tot de meest tra gische, die óóit in onze geschiedenis aan het Nederlandsche volk bekend zijn ge maakt! Java, het hoofdeiland van den Indischen Archipel en tevens het laatste belang rijke bolwerk van ons Imperium in Oost en West, dat nog niet bezet was, weri gedurende de laatste weken systema tisch door de oprukkende Japansche weermacht, na landingen op Sumatra, Borneo, Celebes en Bali, van alle zijden ingesloten. Thans is, blijkens de jongste berichten, sedert Zaterdag de beslissen de slag om Het eiland begonnen. Japansche troepen zijn voorloopig op drie plaatsen geland in Bantam, aan de uiterste Westzijde en op twee plaatsen aan de Noordkust: bij Idiramajoe, 200 km Oostelijk van Batavia, en bij Rembang op Midden-Java. Omtrent de verwachte lan ding aan de uiterste Oostkust, bij Straat Bali, zijn tot nu toe geen berichten bin nen gekomen. Aan deze landingen zijn hevige zeegevechten voorafgegaan, waar bij de Nederlandsche en Geallieerde es kaders, onder het opperbevel van vice- admiraal Helferich en klaarblijkelijk niet in geslaagd zijn, de Japansche transport- vloten te vernietigen t>f tegen te houden. Bij dezen zeeslag ter hoogte van Bata via zouden vijf kruisers en zes torpedo jagers tot zinken gebracht zijn en ver schillende .andere zwaar beschadigd. Later is van Engelsche zijde bekend gemaakt, dat zich onder de tot zinken gebrachte schepen o.m. twee Nederland sche kruisers bevonden. Voegt men deze verliezen bij de slagen, die de Ned. In dische vloot en het Oost-Aziatische es kader der Geallieerden reeds bij andere gevechten in de laatste weken hebben geleden, verliezen die blijkens het be richt, dat thans nog twee Nederlandsche kruisers tot zinken gebracht konden wor den, niet zóó groot kunnen zijn geweest, als aanvankelijk werd opgegeven, maar die toch aanmerkelijk moeten zijn ge weest, dan komt men tot de 9lotsoim, dat ter zee de strijd in de Indische/ en Noord-Australische wateren thans uit gevochten is. In dezen strijd heeft de Nederlandsche Marine, ondanks de ongunstige omstan digheden die men zich kan denken, on getwijfeld met groote dapperheid ge vochten. Doch het eindresultaat is toen, dat de Japanners de onbeperkte mees ters zijn van de Oost-Aziatische zee ruimte, d.w.z. van het gehééle uitge strekte gebied dat gevormd wordt door het Oostelijke gedeelte van den Stillen Oceaan, de Chineesche zee, het geheel zeegebied van den 'Indischen Archipel, de Golf van Bengalen, een deel van den - Indischen Oceaan en de Alfoeren- en Koraalzee. Door deze Japansche heerschappij ter zee waarmee een heerschappij in de lucht gepaard gaat is de einduitslag van den nog resteerenden strijd te land, niet twijfelachtig meer. Tenzij de Geallieerden er in zouden slagen, zóóveel oorlogs schepen elders los te maken en naar Oost-Azië te zenden, dat de Japanners ter zee opnieuw ernstiigen tegenstand zouden ontmoeten, moet de strijd te land, in het bijzonder die op Java, na kbrteren of langoren tijd en ondanks den hald- hafsügsten tegenstand, .in een Japansche overwinning eindigen, daar alle toevoer is afgesneden: En dat de Geallieerden opnieuw een groot eskader naar Oost- Azië zullen zenden .is, gezien hun positie in andere zeeën, die dan érnstig gevaar zou gaan loopen op zijn minst twijfel achtig. De vooruitzichten ten aanzien van den slag om Java zijn op het oogenblik, dat deze door drie Japansche landingen fei telijk is begonnen, dus wel zéér ongun stig voor de Nederlandsche verdedigers. Klaarblijkelijk passen de Japanners op Java opnieuw hun klassieke aanvalsstra- tegie toe, die neerkomt op omsingeling en afsnijding. In een werk over Japan heeft de bekende beoefenaar der geopo litiek en kenner van Oost-Azië, generaal prof. Haushofer, er eens op gewezen, dat deze aanvalsstrategie voortkomt uit den duizendjarigen groei der Japanners als eilandvolk, welks rijkskem zich ont wikkelde rondom een binnenzee, en dat zoo izoowel hun sterkte als bij te verre sprongen, waarvan in Indië echter waar schijnlijk nog geen sprake is ook hun zwakke zijde vormt. Hoe de strijd verder zal verloopen, is moeilijk uit te maken, schrijft het Hbl. Men neemt aan, dat de Japanners zullen trachten Java door de landing bij Rem bang in twee deelen te splitsen en dat zij vervolgens zoowel Batavia en Ban doeng, als Soerabaja zullen trachten te omsingelen. De verdediging zal echter on getwijfeld met deze mogelijkheden re kening houden en, waar de Nederland- landsche troepen thans onder Neder- landsch bevel eenmaal bevel hebben gekregen, Java tot het uiterste te ver dedigen, staat het wel vast, dat ide tegen stand, dien de Japanners zullen ontmoe ten, uiterst taai zal zijn! Ongetwijfeld in aan Nederlandsche zijde het geloof in doeltreffende ondersteuning va,n En gelsche en Amerikaansche zijde niet meer aanwezig. Daarop wijzen zoowel die ver vanging van dqn Amerikaan Hart als opperbevelhebber der geallieerde vloot door den Nederla,ndsehen marine-com mandant vice-admiraal Helferich, als de commando-wisseling bij de landmacht op Java, waar generaal-majoor Ter Poorten, de bevelhebber van de Ned.-Lndische landmacht, blijkens enkele dagen' gele den ontvangen telegrammen het „opper bevel" van generaal Wavell heeft over genomen. VERBITTERDE GEVECHTEN IN HET DONETZGEBIED DUITSCHLAND STRIJDT VOOR EUROPA Het opperbevel van de weer macht maakte gisteren Ihet volgen de bekend: Op de Krim en in het Donetz- gebied zijn krachtige aanvallen van den vijand, gesteund door tanks, in verbitterde gevechten, afgesla- ;gien. Door onze luchtaanvallen op de stad Kertsj en een haven in de buurt; ontstonden branden van vrij grooten omvang. Ook in de overige sectoren van het Oostelijk front mislukten talrijke vijandelijke aanvallen. Onze offensieve onder nemingen brachten plaatselijke suc cessen. In Noord-Afrika hebben Duitsche stuka's en lichte gevechts vliegtuigen succesvolle aanvallen gedaan op Britsche autopaden en tentenkampen in Marmarica. De haven van La Valetta op Malta werd door Duitsche gevechtsforma ties voortdurend met bommen be stookt. Voltreffers op de installa ties veroorzaakten omvangrijke ver woestingen en uitgestrekte bran den. De vliegvelden van het eiland werden overdag en des nachts ge bombardeerd. Tijdens een gewapen de zeeverkenning zijn in de Engel sche wateren 'ten Oosten van Dun- dey twee giroote koopvaarders door voltreffers zwaar beschadigd. Italiaansch weermachtsbericht De strijd in Noord-Afrika Het 640e communiqué van het Italiaan- sche opperbevel luidt als volgt: In Cyrenaïca aan weerszijden nor male bedrijvigheid van verkenningsafdee- Üngen. Onze luchtformaties bestookten herhaaldelijk vijandelijke kolonnes krach tig met machinegeweervuur en bommen, ondanks de hevige afweeractie van den vijand, met groot succes. Talrijke geme chaniseerde strijdmiddelen werden ver nield. Anderen, die met munitie geladen waren, ontploften. Een van onze vlieg tuigen is niet teruggekeerd. Talrijke Duit sche vliegtuigen hebben met bommen van het zwaarste kaliber de vlootbasis Ma- noel op Malta aangevallen. In de doe len werden ontploffingen en branden waaigenojnen. Jachtvliegtuigen schoten in luchtgevechten twee Hurricanes neer. Vij andelijke vliegtuigen ondernamen in den afgeloopen nacht tweemaal een aanval op P a 1 e r m o. In het centrum der stad werden woonhuizen getroffen en in de haven werden enkele koopvaardijschepen getroffen, waarvan er 1 gezonken is. Naar tot dusver bevestigd wordt, zijn 2 personen gedood en een tiental ge wond. Een der Engelsche vliegtuigen ■werd door het afweervuur getroffen en stortte brandend neer. Onze lucht- en vlootstrijdkrachten hebben een vijande lijke duikboot tot zinken gebracht. DAG VAN DEN .OMROEP Aantal luisteraars stijgt Aandacht voor televisie Toekomstplannen Ondanks de groote veranderingen, die de sociale omwentebag van heden, de volksche herwording en de vrijheidsstrijd vau Europa, ook op omroepgebied heb ben gebracht, is de Ned^landsche luiste raar na een aanvankelijk lichte aarzeling trouw gebleven aan zijn omroep. Dr. ir. W. A Herweijer kon Zondag tot zijn :groote voldoening mededeelen, dat het aantal ontvanginrichtingen on danks de moeilijke materiaalpositie, op 31 Jan. j.l. grooter was dan ooit te voren, zelfs is het vooroologische cijfer overtroffen. Het totaal aantal aangeslo tenen bedroeg 31 Januari 1.437.839. Van September 1941 tot 31 Januari 1942 is het totaal aantal aanslui tingen met ongeveer 50.000 stuks ge stegen. Het kenmerkende hierbij is, dat hiervan circa 35.000 nieuwe aansluitin gen bij de radiooentrales zijn en 15.000 nieuwe toestelbezitters. zoodat dus blijkt, dat de aantrekkingskracht van onze eigen uitzendingen grooter is dan de aantrek kingskracht van de Engelsche zenders, j Spreker wierp een blik in de igesehie- denis van den radio-omroep, welke in ons land geheel is voortgekomen uit het particuliere initiatief. Na Mei 1940 is een eind gemaakt aan de funeste vier- zuilen-theorie. Ook de invloed van de overheid, die verplicht is leiding te geven aan de uit zendingen, daar men deze niet aan par ticulier of groepsinzicht kan overlaten, is verzekerd. Een zeer belangrijk onderdeel wordt :gevormd door den B N O. De Neder landsche Omroep heeft dezen berichten- dienst geheel aan zic& getrokken, dit in tegenstelling met den toestand, zooals deze vroeger bij de omroeporganisaties bestond. De oplage van den luistergids bedraagt nu circa 100.000 stuks en kan voor het begin als bevredigend worden beschouwd In het afgeloopen jaar is gestreefd naar uniformeering voor de in gebruik .zijnde studiogebouwen, zoowel in outil lage als in" werkwijzen, terwijl gewerkt wordt aan een centraliseering van de eindregeling. Van 1930—1940 is in Ne derland voor ongeveer zes millioen gul den geïnvesteerd in studiogebouwen. Het mag niet onze bedoeling zijn hier op nu maar voort te vegeteeren. Plan nen voor de noodzakelijkste studio's zijn derhalve in bestudeering genomen. Aan dacht wordt ook geschonken aan de te levisie, die straks ook uitzendruimten en technische apparatuur zal gaan ver- eischen. Wat betreft de toekomstplan nen, dient allereerst te worden vermeld de aanstaande uitvoering van „Parclval" van Richard Wagner op 5 April, ter gelegenheid van het Paaschfeest, waar bij het de bedoeling is een traditie te scheppen. In Juni zal een groot opge zette openlucht-uitvoering van de Fest- wiese van Wagners' „Meistersinger" vol gen. Debussy's ,,Pelleas et Melisande" is in voorbereiding. Naast deze zuiver muzikale uitzendin gen zal worden gepoogd ëenige series lezingen te doen verzorgen op het ge bied der muziek. In het afgeloopen jaar is verder veel aandacht besteed aan orgelconcerten. Veel van den zendtijd door muziek wordt gevuld door kamermuziek, zooals vocale en instrumentale voordrachten. Voor de 17e en 18e eeuwsche instrumentale mu ziek staan ons enkele ensembles ter be schikking. Ook de koorzang leent zich fzeer goed voor radio-uitzendingen, doch de keuze van medewerkende koorvereenigingsn moest in het afgeloopen seizoen zeer streng zijn. Volgens de jongste volkstelling, op 1 December 1941 gehouden, telt Zwitser land momenteel 4.26 mill, inwoners of slechts 190.000 meer dan bij de vorige telling van 1930. De natuurlijke bevolkingsaanwas heeft hiermede een nieuw laagterecord bereikt. Het geboorteoverschot is nog slechts half zoo groot als het gemiddelde van de jaren 1900—1910 en vergeleken bij de tellingsperiode van 1920—1930 is het met een derde gedaald. De deskundigen wij zen er op, dat het sinds lang gevreesde oogenblik van stilstand in den natuur lijken bevolkingsgroei opnieuw meer na bij is gekomen. De oorzaken zijn ook hier de ontvolking van het platteland, welke parallel loopt met den trek naar de groote steden. TABAK ZONDER KOOPERS De tabaksteelt in Ned. Indië heeft, in Sterke mate invloed van den oorlog ondergaan. In normale tijden voerde Ned. Indië 50.000 a 60 000 ton tabak per jaar uit, die voor een aanzienlijk deel door Duitschland werden afgenomen. Reeds in 1989 daalde de yitvoer, die in 1938 nog ruim 50.000 ton bedroeg, tot 29.000 ton en de opbrengst dienovereenkomstig van 36 millioen tot 25 millioen gulden. Zeer critiek werd de situatie echter, toen het moederland in den oorlog werd betrok ken en marktorganisatie zoodoende ver loren ging. De vier groote Sumatra-tabakmaat schappijen richtten de Netherland Pro duce Corporation op, die als verkoopar- ganisatie fungeert en- ruim 20 pet. van de oogst 1940 wist te verkoopen. De rest werd in de New Yorksche vrijhaven Staten Island opgeslagen. Als reden hier voor werd opgegeven, dat langdurige opslag in de tropen kwaliteitsverminde ring teil gevolge zou hebben, maar waar schijnlijk heeft ook angst voor oorlogs verwikkelingen een rol gespeeld. De Java- tabak daarentegen, waarvan de productie en verkoop niet straf is gecentraliseerd, bleef grootendeels onverkocht in Java De oogst 1941 is uiteraard door het uitbreken der vijandelijkheden in den Stil len Oceaan eveneens in Ned. Indië ge bleven. Bovendien zijn de cultures, *daar het technische personeel opgeroepen is en de inlanders zich op vergrooten aan plant van voedselgewassen' toeleggen, eenigszins verwaarloosd. De aanpassing van de Indische tabaks teelt aan den nieuwen toestand zal niet zander moeilijkheden verloopen. Oost- Azië. voerde weliswaar jaarlijks ruim 60.000 ton tabak in, maar voor de dure sigarentabak uit Ned. Indië bestaat geen belangstelling. In hetzelfde geval ver- keeren de Philippij'nen, die overwegend sigarentabak voor den export voort brachten. Hoe het met de ondernemingen zelf zal afloopen, is een nog veel duisterder probleem. Wordt de praktijk van de verbrande aarde toegepast, dan zullen er kapitaalverliezen kunnen ontstaan, die moeilijk onder cijfers zijn te brengen. Betrouwbare berichten daaromtrent ont breken echter. Het is mogelijk, dat de tabakscultuur ontzien wordt, omdat het een cultuur betreft, waarvan het product geen enkel strategisch belang vertegen woordigt, zooals dat uit den aard van de zaak met petroleum, tin en rubber wel het geval is. Wanneer verduisteren? Heden (Woensdag): zon onder 19.24 Morgen (Donderdag) zon op 8.19; zon onder 19.25. Tnssehen zonsondergang en zonsopgang moet worden ver duisterd. Maan onder 9.29; op 22,39 Laatste kwartier Maandag 9 Maart. Nieuwe maan Maandag 16 Maart. Eerste kwartier Woensdag 25 Maart. Volle maan Woensdag 1 April. Waarom tabaksaandeelen niettemin even sterk im koers gedaald zijn als rubber- aandeelen en aandeelen Billiton, zal men vermoedelijk in hoofdzaak mogen toe schrijven aan de vgeheel andere oecono- mische oriënteering, welke de tabakscul tuur tegemoet gaat. Was het al moeilijk om in de achter ons liggende crisisjaren voldoende reëele vraag in de Europee- sche industrielanden voor de dure tabak te vinden, in verband met de gedaalde koopkracht, het is stellig niet te ver wachten, dat hierin na den oorlog verbe tering zal komen en wanneer Japan er in slaagt,' de Oost-Aziatische levensruimte te consolideeren, dan ziet het er voor de tabak eerst recht niet best uit. De wereldproductie van ruwe petro leum wordt op grond van de productie cijfers, welke voor de eerste elf maanden van het jaar bekend zijn, doch die ten deele werden geraamd, op 2205 mill, vaten geschat tegen 1995 mill, in het voorafgaande jaar, zoo meldt Europa- pres uit Stockholm. De autoriteiten der Ver. Staten houden zich thans bezig met een onderzoek be treffende de juistheid van de mededee- lingen, dat in het stroomgebied van de Camacuan in den Braziliaanschen staat Rio Grande do Sul aanzienlijke tinerts- voorkomens zouden zijn ontdekt. Indien het onderzoek tot bevredigende resulta ten leidt, schijnt het in het voornemen te liggen Noord-Amerikaansch kapitaal bij de exploitatie dezer tinvoorkomens in te schakelen. SCHOLINGSDAG VAN NSDAP EN NSB Rede van ir. Mussert Zondag1 hebben de NSDAP en de NSB in den Dierentuin te Den Haag een ge- zamenlijken scholingsdag gehouden, die werd bijgewoond door vertegenwoordi gers van staat, weermacht en partij en door het kader van beide organisaties. Nadat General-Kommissar Oberdienst- leiter Schmidt en de leider der NSB, na buiten door een eerewacht en .de W A-harmonie te zijn opgewacht, de zaal hadden betreden, spraken dr. Sdhuon, Kreisinspektor der NSDAP en de gé- westelijke leider der NSB, Van Iersel, een kort openings- en welkomstwoord. Als eerste voerde Oberschulingsleiter Sommer het woord, die als thema voor zijn rede had gekozen: de historische verhouding tusschen de Nederlanden en het Rijk. Spreker schetste hoe die ver houding bepaald wordt door het lot, dat beide Germaansche volkeren te ver vullen hebben gekregen. Telkens in de geschiedenis bleek, dat in een zoo groot gebied als de Germaansche volkeren- igemeenschap omvat, de randvolkeren het niet kunnen stellen zonder de hulp van het natuurlijke middelpunt en omge keerd. Het hoofd der af deeling Vorming der NSB, dr. van Genechten, hekelde de houding van de heeren Gerbandy en Van Kleffens en stelde daarentegenover de houding der overtuigde nationaal-so- cialisten, die zich nimmer populair heb ben trachten te maken. Oberdienstleiter Schmidt wees er op, dat velen na Mei 1940 zich bereid ver klaarden tot samenwerking, maar de NSB werd uitverkoren omdat Duitsch land alleen kan vertrouwen op hen, die als nationaal-socialistische strijders be reid zijn tot het volbrengen der gemeen schappelijke taak en daarvan bewijzen hebben afgelegd. Wie getuige is ge weest van het jongste onderhoud tus schen Adolf Hitler en ir. Mussert, weet dan ook, dat op dat moment een nieuw tijdperk werd ingeluid, van samenwer king tusschen twee Germaansche volke ren en niet zooals de Londensche zender wist te vertellen: toen de Nederlandsche koloniën werden verkocht, v De leider der NSB, ir. Mussert, hield een rede, waarin hij zijn kader het pa rool uitgaf voor den komenden tijd. Ir. Mussert noemde de positie van ons volk allerminst benijdenswaardig. Nederland bezet en thans verwijlen onze gedachten bij het gebeuren in In dië. Grooter echter .dan de materieele nood is de geestelijke nood. Wanneer wij, aldus spreker, den weg zoeken tot het hart dier vele duizenden, die anders denken dan wij, moeten wij ons tevens rekenschap geven van hun ged achten - gang. Voor een groot deel wordt die beïnvloed door het stelselmatig gewekte wantrouwen tegen de bedoelingen van J Duitschland en van ons. Nederlandsche nationaal-socialisten. Spr. vroeg daarom ook den Duitschen kameraden, zooveel in hun vermogen lag, daarvoor iederen grond weg te nemen. In dit verband haalde ir. Mussert de woorden van den Fvihrer aan, die hem toevoegde: Het Nederlandsche volk zal ik niet meer ont nemen, dan noodig is, opdat wij samen kunnen gaan. Militair en economisch moeten wij ons volk brengen aan de goede zijde, het de schuldigen aan den neergang toonen, de goedwillenden rondom ons verzame len. ons volk moed en vertrouwen ge ven. zijn vertrouwen winnen en voor ons volk zorgen. Nadat spreker zijn vertrouwen had uit gesproken in den Führer als leider aller Germanen, werd de bijeenkomst door dr. Schuon met een kort woord besloten, (ANP.) i

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1942 | | pagina 1