GELDIGE BONNEN VOOR VOEDINGSMIDDELEN
Elk der
volgende
bonnen
Beschikbaar per persoon
Geeft recht op het koopen van;
0 t/m.
3 Jaar
t/m.
13
Jaar
u
t/m.
20
Jaar
Vol
was
senen
Een*
held
22 Febr. t/m. 28 Febr. 1942
in tijdvak van één week
10 A brood
10 B brood
4 rants.
]/i rantsoen
brood ol gebak
9
18
22
18
rants.
10 A vleesoh
10 B vleesoh
1 rantsoen 1
i/4 rantsoen
vleesoh of vl.waren
■VI,
2 V.
2'/»
2'/.
rants.
10 A aardapp.
i8/.
aardappelen
VI,
3'/,
5>/a
3 V.
kg
10 B aardapp.
Vi kg
aardappelen
V»
V,
kg
22 Febr. t/m. 21 Mrt. 1942
in tijdvak van vier weken
213 algemetn
kg
suiker
i
1
1
1
kg
lOt10D Reserve
50 gram
oaoao
50
.50
gram
214 algemeen
250 gram
koffiesurrogaat
250
250
250
250
gram
215 algemeen
500 gram
j»m
500
500
500
500
gram
221 t/m. 224
algemeen
1 rantsoen
bloem, brood of gebak
4
4
■4
4
rants
11D12D Reserve
250 gram
rijst
500
-
-
gram
225 algemeen
250 gram
panlvruohten
250
250
250
250
gram
226 algemeen
250 gram
gort
250
250
250
250
gram
227 algemeen
100 gram
vermioelli of maïzena
100
100
100
100
gram
2'6 t/m. 220
algemeeD
100 gram
kaas
500
500
500
500
gram
10 A t/m 13 A
melk I
31/» liter
melk
28
14
liter
10 B t/m 13 B
melk I
1 s/4 liter
melk j
7
7
liter
19 Febr. t/m. 27 Febr. 1942
in tijdvak ven 9
dagen
09 boter
t/i rants.
boter of rundvet
09 vet
1jt rants.
boter of margarine
1
1
1
rants.
Kaarskenswaler (1761). Aannemelijker lijkt
liet den naam te verklaren uit de aan
duiding van 1625, het water bij of langs
de kade: Caadens Waater.
Kaaskenswater en Ronde Weel, beide
roepen de herinnering op aan een zeer
bewogen tijd in de geschiedenis van
onze goede, oude stad.
TELEGRAMMEN
KAASKENSWATER EN
DE RONDE WEEL
Na de capitulatie van de stad, 2 Juli
1576, gaat men spreken over het herstel
der dijken. Om een onderzoek naar de
gesteldheid der gaten in te stellen, voer I
men „óp 't groote gat en op 't sluisgat". j
Bij deze gaten wilde men „eenige schaap
stallen" maken, dus omdijkte putten op
de schorren, om aarde voor het dicht
maken der gaten te verkrijgen. Er „was
geen middel olm rijs of steen uijt Bra-
band te krijgen, nog en waren alhier
geen kleijne schuijten of schepen te be
komen, nog weijnig arbeijders, etc.". Na
lange beraadslagingen werd besloten,
„dat men in Noortgouwe en Duijveland
tot veel plaatsen rijs dede kappen en
maken en omtrent die gaten brengen". In
het begin van September begon men in
het groote gat te werken. De steenen
werden met schouwen te Borrendamme
van den dijk gehaald, .„'twelk niet meer
helpen en konde dan een bone in een
brouwketel". Aan weerszijden werd rijs
werk in Jiet gat gemaakt, maar bij "den
eersten springvloed „berstede hetzelve
en ging wentelen te lantwaart in, ge
lijk of het een deel bruijnvisschen waren
geweestHet land bleef dus onder
water, i
Het bestuur van Zierikzee en „der
dijkagie 's lands van Schouwen" wilde j
echter al het mogelijke doen om vóór j
het komende seizoen de dijken hersteld J
te hebben. In Februari 1577 begon men
een kade te ipaken „met vletschuijten
van de Nobelpoorte tot aan den deyk
t' eynde de keete, om 'twater uijt de
lande te mogen weeren". Toen deze kade
klaar was en men het sluisgat meende
te stoppen, woedde op St. Jansavond
(24 Juni) een hevige storm. Het water
liep zoo hoog op, als men in dezen tijd
van het jaar nog nooit gezien had'.
„In dier voegen dat de voorszegde kade
berstede .en doorbrak". Hierdoor moet
de Ronde Weel ontstaan zijn, waarover
beneden een nadere verklaring volgt.
De kade moet gelegen hebben buiten
de geul, die door het binnenstroomende
water was gevormd. Aldus deelde de
heer J. M. T. Hefting1, die van een en
ander een speciale studie heeft glemaakt,
ons in een onderhoud mede. De platte
grond van Van Deventer, plm. 1550, geeft
buiten de stad het noord-zuid lbopende
deel van d en Kadewég! wel aan, het loopt
ononderbroken door tot den Scheeps-
timmerdijk; het westelijk afbuigende stuk
geeft hij echter niet. Blijkens den platte
grond van Blaeu, 1645, bestond dit wel.
Het ligt voor de hand aan te nemen,
dat dit deel in 1577 is aangelegd. Hoe
nu liet andere stuk geloopen heeft, is
minder duidelijk. Dat dit een oostelijke
voortzetting van het eerste geweest is,
dus ook aan de noordzijde van het
Kaaskenswater geloopen heeft, is niet
aan te toonen. 't Kan zijn dat het zuide
lijke deel van den noord-zuid strekkenden
Kadeweg met den verbindingsweg van
den laatsten naar den Leverdijk daartoe
verhoogd is. De verkaveling van het
hierdoor ingesloten land is wat ratio-
neeler dan de verkaveling van het land
ten noorden van den verbindingsweg,
de perceelen zijn wat groioter en liggen
op één uitzondering na direct aan de
wegen of den Leverdijk. Dit kan op
herverkaveling wijzen, noodig door het
langer en intensiever blootgesteld zijn
aan het binnenstroomende, woelende wa
ter. Meer aannemelijk is echter, dat het
geheele noord-zuid loopende deel van
den Kadeweg tot kade is verhoogd.
Dit klopt niet met de hierboven aan
gegeven plaatsbepaling; althans, men zou
daaruit kunnen opmaken, dat de kade
liep naar het dijkstuk tusschen het groote
gat en het sluisgat. Doch de kade was
noodig om het watéf uit het land te
houden, door het leggen van de binnen-
kade kwam minder water naar binnen
en ging bij eb minder naar buiten; de
doorstrooming in de gaten werd dus
beperkt. Door nu de kade langs den
geheelen Kadeweg te leggen, was het
sluisgat bok binnen de „agterkade" be
grepen.
Hierboven zeiden we, dat 24 Juni 1577
de kade doorgebroken is. Bij een door
braak kolkt het binnenstroomende water
aan de binnenzijde van den dijk of
de kade een weel uit. Door deze door
braak moet de Ronde Weel ont-'
staan zijn. Om de breuk 'te stoppen,
legt men buiten om de- weel een nieuwen
dijk of kade. De twee wegstukken aan
zuid-westzijde en oostzijde van 'de weel
moeten oorspronkelijk door een recht
stuk met elkander verbonden geweest
zijn. Na de doorbraak kreeg deweg,
toen nog kade, zijn ronde uitbuiging.
Om den Leverdijk hersteld te krijgen,
werden zware arbeidsprestaties van de
bevolking gevergd, groote bedragen wa
ren er mee gemoeid. Hierover zijn ver
schillende gegevens beschikbaar. We vol
staan echter met de mededeeling, dat
einde Juni 1587 tenslotte de herstelwerk
zaamheden af geloopen waren.
De overlevering verklaart den naam
Kaaskenswater aldus. Het bij den
doorsteek gevormde gat was aanvankelijk
van geringen omvang. De uitbreiding was
éen gevolg van een hoogen vloed in- den
Kerstnacht 1575. Door deze doorbraak
zou het water den naam Kerstnachtwater
gekregen hebben. Deze naam leidde over
Kerskenswater, Karskensvvater tot Kaas
kenswater, een naamafleiding die er be
denkelijk uitziet. En met welk recht
neemt men een hoogen vloed met Kerst
mis 1575 aan? Meer grond zou er zijn
zoo'n vloed op Keristmis van het vol
gend jaar te stellen. 25 December 1576
was het Nieuwe Maan; ongeveer twee
etmalen na deze maanphase is het op
onze kusten springtij, dus met Kerstmis
1576 kwam de vloed al hoog. De door
braak jnj de herstelwerkzaamheden tij
dens springvloed nog in het jaar 1576,
waarvan hier vóór verhaald is, zou
eenige onnauwkeurigheid bij den schrij
ver aannemend in den Kerstnacht van
1576 kunnen hebben plaats gehad. 'Maar
de naamafleiding blijft daardoor toch van
bedenkelijk allooi. Ook beweert men wel,
dat de naam in verband staat met een
op dit water gezonken schip met kaas.
Deze bewering is het weerleggen niet
waard: Kaaskenswater deed nooit dienst
voor het scheepvaartverkeer. Van de
verschillende namen,, waarmee het aan
geduid werd, volgen hier eenige:
Caadens Waater (1625), Kaadewater
(1662), Caaskenswater (1686), Caasjens-
water (1718), Kaaskenswater (1718),
LANDBOUWVRAAGSTUKKEN
DOOR IR. DORST BELICHT
In een te Oostburg, gehouden verga
dering heeft de heer ir. J. P. Dorst, voed-
selcommissaris in Zeeland een uiteenzet
ting gegeven over de crisismaatregelen.
Aan een verslag "der vergadering ontlee-
nen wé aan de PZC het volgende:
In verband met de vraag of er weder
om vergunningen zullen worden gegeven
voor het dorschen met den vlegel voor
-bruine boonen en erwten, maakte spr.
op, dat dé situatie in Zeeuwsch-Vlaande-
ren, in vergelijking met de rest van Zee
land, niet ongunstig is. De moeilijkheden
zijn hier aan den anderen kant echter
weer grooter, wegens de geringe mo
gelijkheid om electrisch te dorschen, ter
wijl er weinig generatoren zijn. Er moet
niet op gerekend worden dat er dit jaar j"
voor het dorschen en zeker niet voor
grondwerk, benzine beschikbaar komt. In
Zeeland is groote vrijheidgelaten voor
het loondorschen. In het vervolg, zal dat
J niet meer -gaan. Het heen en weer rijden
van dorschmachines zal zooveel mogelijk
worden voorkomen om materiaal en
brandstof te besparen. Dat zal zeker
groote moeilijkheden veroorzaken, doch
daarom mpet men probeeren' voor de
kleinere bedrijven z.g. zetplaatsen te krij
gen, benevens stapels van stroo.
Er is nog niet besloten of het vlas
dezen zomer te velde verkocht zal mo
gen worden, doch mocht dit toegestaan
worden, dan zullen de prijzen worden
vastgesteld.
Wat het bindertouw betreft de
beschikbaarstelling is gebaseerd op de
inlevering van oud touw. Bij inlevering
van 40 pet. oud touw, ontvangt men 100
pet. nieuw.
Wat het scheuren van grasland
betreft, merkte spr. op, dat in Zeeland
geen gedwongen scheuring behoefde te
-worden opgelegd, omdat hier al het land
dat voor scheuren geschikt is, praktisch
reeds in vorige jaren is gescheurd.
Richtlijnen akkerbouwproducten
Gevraagd werd wat de r i c h t p r ij z e n
zullen zijn voor de akkerbouwproducten
1942 en of daarbij rekening zal worden
gehouden met de verhoogde arbeidsloo-
nen en sociale lasten. De heer Dorst
antwoordde, dat daaromtrent hem nog
niets bekend was, doch dat hij wel een
prijsverhooging verwachtte, speciaal voor
aardappelen en suikerbieten. Prijsverhoo
ging zal echter alleen worden toegestaan
wanneer men daarvoor gegronde argu
menten kan aanvoeren. Daarbij mag men
niet komen boven het Duitsdie prijsni
veau. Gelukkig bestaat het landbouw-
economisch instituut in Den Haag, waar
men alles nauwkeurig nagaat. Wanneer
men b.v. dit jaar evenveel suiker wil
hebben als het vorige jaar, dan zal|
men verplicht zijn meer suikerbieten te
verbouwen, omdat er minder stikstof is.
Groote schommelingten tusschen de prij
zen verwachtte spr. niet.
De huisslachtingen
De regeling van de huisslachting
was in de afgeloopen herfst buitenge
woon gunstig, doch momenteel worden
geen toewijzingen voor varkens verleend.
Alle varkens die meer dan40 kilogram
wegen, moeten geleverd worden. Alle
toewijzingen van varkens zullen binnen
kort ongeldig verklaard worden en al
leen aan hen, die voldoende ruwvoer
hebben, zullen nog toewijzingen verstrekt
worden. Per toegewezen zeug zal b.v.
voor 1942-'43 slechts één toom biggen
gemerkt worden. Volgens spr. kan het
in dezen tijd niet anders. Wij zullen
de groote verbruikers van het graan,
de kip en het varken, zooveel mogelijk
moeten afslachten. Het is intusschen goed,
dat het goede materiaal een kleinen
voorsprong heeft gekregen. Wat de huis
slachting, betreft, heeft de heer Dorst
echter zeer goede hoop dat er een
nieuwe regeling komt. Spr. zal trachten
te verkrijgen dat deze nieuwe regeling
zoo spoedig mogelijk bekend zal worden
gemaakt, .zulks in verband met het voe
deren der varkens met ruwvoeding.
JAPANSCHE VLOOT BIJ TIMOR.
Volgens den Britschen nieuwsdienst
zouden bij het eiland Timor sterke Ja
pansche zeestrijdkrachten zijn gesigna
leerd.
BESCHIETING VAN DE CALIFORNI-
SCHE KUST.
Het Japansche hoofdkwartier heeft he
den bevestigd, dat Japansche duikbooten
Dinsdag militaire installaties aan de kust
van Californië met gunstig resultaat heb
ben gebombardeerd.
Spr. behandelde vervolgens de vee
positie in het algiemeen en zeide dat
de melkveestapel in Zeeland zelfs is
gestègen, het mestvee liep terug, doch
het vrouwelijk jongvee is belangrijk toe
genomen. Dat de veelevering niet meer
in aantal stuks, doch in kilogrammen
wordt bepaald, noemde spr. billijker.
Voor de boer brengt dit voordeel, om
dat hij nu zelf kan beslissen welk vee
hij zal leveren.
Spr. is het er mee eens dat de prij
zen van het rundvee dat aan de oen^
trale wordt geleverd,, aan den lagen
kam is. Momenteel is men echter bezig
dit uit te rekenen en vermoedelijk zal
er ook hier wel wat gebeuren.
Te Amsterdam Ls prof. Huib Luns,
hoogleeraar aan de Technische Hooge-
school, kunsthistoricus en schilder, op
60-jarigen leeftijd overleden.
Veevoeding in den winter
lm de laatste jaren Waren onze vee
houders er meer en meer toe. overge
gaan om hun koeien in den voorwinter
(November, December) te laten kalveren.
Er was dan in den winter ruimschoots
melk, waarvoor zij teen hongeren prijs
maakten. Men was zich dus meer gaan
toeleggen op het „wintermelken". Natuur
lijk vereischte dit nog al 'krachtvoer,
doch dit was geen bezwaar. Er was
immers steeds meer dan voldoende. Tal
van veehouders' gaven te veel kracht
voer, wat niet alleen voor hun porte-
monnaie, maar ook voor de gezondheid
van de dieren schadelijk was.
Thans staat het daarmee wat anders
Het krachtvoer is isdiaarseh, zoo schaarsch
dat tal van veehouders thans hun koeien
laten kalveren in Februari en Maart. De
koeien zijn dus tijdens 't grootste deel
van den staltijd in de periode van wei
nig melk geven of van droogstani.
Krachtvoer is er dan niet veel noodig.
De melkvoorziening komt hierdoor ech
ter wel jwat in 't gedrang en vooral
de stedelingen ervaren thans, dat ide
melkboeren maar weinig voorraad hebben
De ervaring heeft geleerd, dat koeien,
die in den herfst of in d'en voorwinter
kalden, gedurende een meikperiode be
langrijk meer melk produceeren, dan
koeien, die in April, Mei of Juni kalven.
Dit kan per jaar wel 900 liter verschillen.
Hiervoor zijn verschillende oorzaken, die
we thans niet willen opsommen. Liever
willen we eens nagaan of onze veehou
ders ook nog wat meer kunnen doen',
om in den winter voor hun melkkoeien
goed voeder te hebben. Er is 's winters
vooral gebrek aan eiwit. De or een doel
matige bemesting en een goede verple
ging van het hooiland1 kunnen we hooi
krijgen met- een eiwitgehalte van 9 a 10
pot. Maken we bij het hooien gebruik van
ruiters, dan zal dit de voedingswaarde
ten goede komen. Het jonge voorjaargras
is rijk aan eiwit, vooral na een sterke
bemesting met stikstof meststoffen (chili-
salpeter, kalksalpeter, kalkammonsalpe-
ter, zwavelzure ammoniak, gier, enz.)
Wanneer men het kunstmatig droogt,
dan krijgt men in beide gevallen een
eiwitrijk voedermiddel. Heeft men dus
uitstekend hooi, goed kuilvoer en kunst
matig gedroogd gras met nog wat voe
derbieten, dan is dit voldoende voor
koeien, die tot 20 liter melk geven. Er
behoeft dan geen speciaal krachtvoeder
bij. We zouden dan de volgende com
binaties kunnen maken: 1. goed hooi en
kuilvoer en bieten of 2. goed hooi eni
kunstmatig gedroogd gras en bieten. Een
combinatie van kuilvoer en kunstmatig
gedroogd gras ls -veelal minder ge-
wenscht, doordat beide een hoog eiwit
gehalte (hebben.
VOOR KLEINE TUINEN
Fehruari-fcozigheden
In normale omstandigheden zouden we,
na half Februari, onze vroege jroot-
aardappelen gaan voorkiemen. "Om* twee
redenen kan dit nog niet "gebeuren: ten
eerste is het pootgoed nog niet vér
strekt en teil tweede „wintert" het nog
zóó, dat we niet weten hoe lang het
nog wel zou kunnen duren eer we onze
gekiemde aardappels zouden kunnen uil-
polen. De spruiten mogen immers niet
te lang worden! Nu is intusschen de ter
mijn, waarbinnen bij den Plaatselijken
Bureauhouder aanvraagformulieren voo.-
pootaardappelen moeten worden aange
vraagd en ingeleverd, gesteld tusschen
23 Februari en' 7 Maart; wie daarbij een
gedeelte vroege pootaardappelen opgeeit
sdviseeren we, zo;o mogelijk, een keus
te maken tusschen „Eersteling", een. der
vroegste soorten en „Eigenheimers", die
iets later komen. Om de oogst nog weel
een paar dagen te vervroegen kan men
aan den handelaar poters vragen van
groote afmeting, met het doel om ze
vóór het uitpoten door te snijden. Dit
geldt alleen voor vroege aardappelen.
Hierover binnen enkele weken uitvoeri
ger toelichting.
Alvorens verscheidene zaden te koopen
bedenke men eerst of er werkelijk nog
grond over kan blijven voor andere ge
wassen dan aardappelen. In het beves
tigend geval is er wellicht aanleiding
voer combinatieteelt, waarvan we ge
regeld eenige mogelijkheden zullen noe
men. B.v.
Staakboonen met tuinboonen, of
St&akboonen met doperwten/peulen,
een combinatie die ook door beroeps
tuinders vaak wordt toegepast. Tusschen
de rijen tuinboonen (die natuurlijk be
hoorlijke tusschenruimte moeten hebben)
worden begin Mei de staakboonen ge
legd. Tegen den tijd, dat de staakboonen
gaan klimmen en bloeien hebben
tuinboonen afgedragen en kunnen ze
plaats maken voer sla e.d. In plaats
'van tuinboonen kunnen doperwten en
peulen in combinatie met staakboonen
worden geteeld.
Zoowel erwten, peulen en tuinboonen
kunnen nu onder koud glas worden voor-
gekiemd om in Maart op rijen te worden
uitgeplant. Voor tuinboonen is het op
alle grondsoorten gewenscht deze voor
te kiemen en later uit te planten. Erw
ten en peulen kunnen op zand- of klei
grond beter bij gunstig weer direct in
den vollen grond worden gelegd; alleen
op veengronden heeft het nut .om ze
voor te kiemen en Uit te planten. Bij
het koopen van erwten dient natuurlijk
gerekend te worden met de hoogte van
het rijshout of gaas, waartegen het ge
was straks moet klimmen. De „Vlijmsche
Krombek", een der beste doperwten,
wordt gemiddeld 1.60 meter hoog; de
„Meidopper", een der vroegste soorten,
vraagt geen booger steunsel dan ca.
1.40 meter. Een uitstekend peul-soort is
de „Hendrikspeul" (hoogte ca. 1.40 m.).
Bij gebrek aan rijshout is men aange
wezen op stamdoperwten. De soorten
„Wonder van Amerika" of „Wonder van
Scheemda" zijn hiervoor het meest aan
gewezen.
OOK. De ReuAuoAMra Moeren 2U<NIG~ ZI)N!
(PolT8©on-L«emk tz)
DAMRUBRIEK
Correspondentie aan het Bureau van
dit blad onder motto,,Damrubriek".
Vraagstuk 9 ontleenden we aan een
partijfragment tusschen de spelers A. v.
d. Kreeke en 'A. Lefèvre te Bergen op
Zoom. De witspeler won door: 37—32,
48-43, 26—21 en 21x5!
Goede oplossingen ontvingen we van:
F. Btandenburg te IJmuiden, L. J. Schults
te Laren, W. v. d. Veer en A. J. v. d>
.Velde te Oosterland, W. Heuseveldt en
D. Kardol te Zierikzee.
Van een bekende dammer uit onze stre
ken ontvingen wé de volgende bijdrage
uit een door hem gespeelde partij.
Het is een zeer vaak voorkomende
stand. We raden dan ook al onze dam-
spelende lezers aan hun krachten hierop
eens te probeeren. Dit is door en door
praktijk!
Vraagstuk 12.
1 2 3 4 5
49 50
In deze stand besliste wit de partij-
in zijn voordeel.
Oplossingen uiterlijk 14 dagen na plaat
sing.
Verschillende malen hebben we er
reeds op gewezen, hoe gevaarlijk Jhet
is. achter een schijf te loopen, of an
ders gezegd een schijf te vragen. Dit
komt, omdat men zichzelf op de vol
gende zet een verplichting oplegt en on-
dertusschen heeft de tegenstander gele
genheid een formatie op te bouwen;,
waarmee hij zijn slag! kan slaan. B.v.:
Zwart 6, 10, 12, 14, 17, 19.
Wit 21, 25, 27, 28, 37, 38.
Zwart heeft als laatste zet 11—17 ge
speeld en vraagt dus schijf 21. Doch wit
heeft nu gelegenheid door 38—32 een
bekende stelling te vormen. Heeft zwart
nu geslagen, dan volgt 25—20, 27—21
28—22 en 32x5!
Een soortgelijk geval doet zich voor,
als zwart door het opschuiven een stand
inneemt, die goed is voor een slag,
doch d ie hij bij het slaan weer verbreekt.
Men kan dan trachten een stand op te
bouwen, die zwart op de volgende zet
doet terugslaan.
Ter verduidelijking de volgende stand:
Zwart 6, 8, 10, 18, 19, 26.
Wit 22, 24, 27, 32, 33, 37.
Het zal duidelijk zijn, dat zwart dreigt
schijf 24 te winnen. Na 24—20 volgt 10—
15! Doch wit redt zicl\ in deze stelling
door 33—29, 29—24, 27—21 en 32x5!
Dit is werkelijk een manier om te ont
houden. In de practijk zagen we reeds
vaak. met meer schijven op het bord dan,
dat een dergelijke slagwending over iiet
hoofd werd gezien.