TWEEDE BLAD
Jeugddroom
GAAN EN KOMEN
Nog korten tijd rest ons, en het jaar
1941 zal weer tot het verleden behooren.
1942 staat voor de deur; weldra zal een
nieuw jaar aanvangen, een jaar met vele
mogelijkheden, met wensdhen, met leed
en vreugde.
Wanneer een jaar bijna verstreken is,
dan zetten we ons onwillekeurig even
neer om een terugblik te werpen op
den weg achter ons.
Evenals 1940 was 1941 een veelbewo
gen jaar in ons leven. Veelbewogen in
ieder opzicht. We leven nu eenmaal on
der bizondere omstandigheden en die om
standigheden zijn vaak moeilijk en zwaar
De perspectieven vSor het nieuwe jaar
zijn daarom dan ook verre van hoopvol.
Want welke beperkingen moeten we ons
zelf niet opleggen. Er is rantsóeneering,
en het noodzakelijke voedsel wordt zoo
danig verdeeld, dat alle menschen rela
tief evenveel krijgen. Voor den een is
dat genoeg, voor den ander piet. I>at
is nu eenmaal het onvermijdelijke ge
volg van voedselrantsoeneering. Vele an
dere beperkingen moeten we onszelf op
leggen. We denken maar aan de distri
butie van andere artikelen, zooals tex
tiel. schoenen e.d. We moetin züinig zijn
in ieder opzicht, ook met de stroom
en het gas. We moeten er voor zorgen,
dat onze woningen des avonds en 's
nachts behoorlijk verduisterd zijn. Ons
rookertje is schaarsch; snoeperij is
schaarsch; drank is schaarsch, ja, wat
is er niet schaarsch
Zoo hebben we 1941 doorleefd en zoo
zullen we ,ook aan 1942 beginnen en het
ligt voor de hand, dat we in $it nieuwe
jaar in menig opzicht nog! meer zullen
moeten bezuinigen ,en beperken. Want
we leven nu eenmaal nog altijd in oor
logstijd en daaraan zijn nu eenmaal zeer
harde consequenties verbonden.
Neen, de, perspectieven voor 1942 zijn
niet bepaald rooskleurig!^ Het is dan
ook in het geheel niet te verwonderen:,
wanneer wij op den laatsten dag van
het jaar min of meer in een mineur
stemming zijn. Het jaar, dat zoo goed!
als geheel verstreken is, heeft een wrangé
bijsmaak; hoe zal het nieuwe jaar voor
ons worden?
Al zijn de perspectieven dan niet bij
zonder mooi, misschien wel donker, eu
al leven wij dan op het oogenblik liï
moeilijke omstandigheden en in de we
tenschap, dat die omstandigheden nog
benarder kunnen worden, toch is dat
nog geen reden om met een somber ge
zicht. met de handen onder het hoofd)
.terneer te zitten en te zuchten: „Wai|
zal het nieuwe jaar ons brengen?,, Want
dat getuigt niet van energie en wils
kracht en men zal toch niet willen zeg
gen, dat een tijdvak van 11/2 jaar moei
lijkheden reeds in staat is om ons voor
goed in den put te drukken. Kom, kom;
zóó erg is het toch ook niet. Tenslotte!
zijn wij toch zonen van een fier volk,
vön een groote natie, die op een roem-)
rijk verleden kan terugzien.
Ons voorgeslacht heeft, net als wij,
onder deze- omstandigheden geleefd en...
het hééft geleefd! Dat wil zeggen: Men
zat niet bij de pakken neer, maar bood
de moeilijkheden moedig het hoofd.
Draagt niet ons Zeeuwsche volk als
devies in het wapen: „Luctor et Emer-
go"? „Ik worstel ep ontzwem"?
Ons voorgeslacht heeft nog wel voor
heeter vuren gestaan dan wij thans. En
dan zouden wij het bijltje er «1 bij neer
gooien? Neen, dat doen we niet. Zoof
spoedig Jaten wij ons niet door de om
standigheden terneer slaan.
Nederland en zijn volk hebben een
grootsch verleden. Wij mogen ons land
en dat verleden niet ten schande maken.
Wij moeten moedig de moeilijkheden on
der het oog zien en ze overwinnen. En
dat kunnen we, want wij, Nederlanders^
hebben nog ruggegraat. We laten ons
niet ontmoedigen door distributie en rant-
1 I —ay
soeneering en verduistering en bezuini
ging en schaarsehte. Want wij weten,
dat dezen oorlogstijd niet eeuwig zal
duren. Dat dé beperkingen, die ons op
gelegd zijn, maar van tijdelijken aard
zijn, hoe onaangenaam ze overigens ook
voor ons zijd.
Met moed en geloof in betere tijden
gaan wij dan ook weer aan een nieuw)
jaar beginnen. Want moeilijkheden zijn
'er om overwonnen te worden en een'
leven zonder moeilijkheden is als een
wagen zonder wielen. Tegenstand zal
ons stalen en ons sterker doen worden.
Met de tanden op elkaar en met een!
onverzettelijken wil zullen we er ons
ook in 1942 doorheen slaan. Ook al we
ten wij, dat we opnieuw een jaar vafl
zorgen, distributiemoeilijkheden en an
dere narigheden tegemoet gaan en te
doorworstelen zullen hebben. ,,Ik wor
stel en ontzwenk!
Dat moge de leuze zijn van iederen
Nederlander voor het nieuwe jaar.Dan
zullen wij moedig aan dit jaar kunnen)
beginnen en dan zullen wij, wat er ook
moge komen, niet vreezen of terneerge
slagen worden. Want na iederen nacht
volgt weer een dag. En al duurt kiel
nacht misschien wat lang, eenmaal zal
de dageraad weer kómen en zal hot licht
door de duisternis heendringen.
En daarom zal het ook grootendeels
van onszelf afhangen, of 1942 een „voor
spoedig en gelukkig nieuwjaar" wordt.
Want voorspoed en geluk moeten we
zelf scheppen. Dat wordt niet toegewor
pen, zooals velen wel eens denken. En
het geluk is ook in dezen donkeren tijd'
te vinden. Alleen de wetenschap, dat
er na den macht weer een nieuwen dag
komt, kan ,ons reeds gelukkig makers
1942 zal weldra beginnen; maak er het
goede van pn houdt het hoofd fier om
hoog; pen )g,oed begin is reeds het halve
werk! Onzen lezers heil en zegen toe-
gewenscht!
DE NOORDGROEP IN 1941
In dit kort overzicht mogen eenige
fata en data worden gereleveerd* die in
het af gel oppen jaar onze aandacht trok
ken.
Het jaar 1941 begon met scherpe kou
de en vorst. Reeds 9 Januari moést de
R.T.M. bekend maken, dat de „Maas-
nymph" den dienst tusschen Zierikzee
en Rotterdam wegens ij s g a n g moest
staken. De „Maasnymph" is intusschen
uit de haven verdwenen en vervangen
door de getrouwe Zzeesche boot, die
keurig opgeknapt van de werf is terugh
gekomen.
Den 2en Januari had aan de N.O.-zijde
van Noord-Beveel and een dijkval
plaats, in de Leendert Abrahampolder,
waar over 100 M. lengte de zeewering
wegviel.
Op 26 Januari was het ijs ,oep de
Eendracht zoo sterk, dat de overtocht
van Oud- naar Nieuw-Vosmeer te
voert kon worden afgelegd. Dit was de
3e winter in successie dat zulks moge
lijk was.
Den 4en Februari werd te Stave-
nissejde nieuw benoemde burgemeester
de heer W. Hanssens, plechfig geïnstal
leerd.
Het oude postkantoor te Zierikzee
werd den 13 Febr. een nieuwe bestem
ming gegeven en wel als distributiekan
toor, dat voordien in het perceel Mol)
A 306 - was gevestigd, maar veel te klein
werd.
De heer -P. F. Wittermans, secretaris
der gemeente Zierikzee, vroeg en ver
kreeg eervol ontslag als zoodanig, terwijl
in diens plaats werd benoemd de heer
F. Naerebout, die ontslag nam als secre
taris der gemeenten Nieuwerkerk en
Ouwerkerk. In die gemeenten werden be
noemd de heer A. A. van Eeten en de
heer R. J. A. den Boer.
Den 3 Juli overleed te Middelburg de
heer C. J. Reisinger, oud-hoofd der school
te Ha amst e.d e, in welke plaats zijn
•stoffelijk overschot ter ruste werd gelegd.
Den 6 Juli nam de heer W. den Boer
ontslag als voorzitter en bestuurslid der
Coop. Veilingsvereeniging te Zierikzee.
Ook de directeur-veilingmeester, de heer
A. D. Constandse nam rijn ontslag. Hij
werd opgevolgd door dhr. P. v. d. Welle.
Den 12en Juli had te Schudde-
beurs im de theetuin van den heer
Cannoo, een muzikale samenkomst plaats
van den Bond van Muziek- en Zangge
zelschappen op Schouwen-Duiveland.
De bouw van het nieuwe Ziekenhuis:
huis, te Noordgouwe, dit jaar begon
nen,' vordert, hoewel nog niet hard. Een
aanbad dhi het ziekenhuis te Schudde-
beurs te stichten, waarvoor bouwgrond
beschikbaar werd "gesteld, werd niet aan
vaard.
In het gebouw van het Waterschap
Schouwen te Zierikzee had 26 Juli
de alg. vergadering van den Zeeuwschen
Polder- en Waterschapsbond plaats, waar
belangwekkende referaten werden gehou
den.
Met 1 September werden de werkzaam
heden van de Prov. Staten en Gemeente
raden .op nonactief gesteld.
Te Burgh overleed op 74-jarigenleef
tijd de heer G. A. van Zuijen, oud-ge-
meentê-ontvanger en ontvanger van het
B.A., alsmede raadslid en wethouder.
xDe burgemeester van Haamstede,
Jhr. R. Roëll, herdacht op 29 Aug. rijn
10-jarig ambtsjubileum, onder talrijke blij-
ken; van belangstelling van de zijde der
burgerij.
Den 23 Sept. herdacht „Accelerando"
te -S t.-Aimaland in intieme kring haar
60-jarig bestaan. v
De vereeniging van oud-leerlingen van
den tuinbouwcursus te O os te rl and or
ganiseerde een tentoonstelling van groen
te, fruit en bloemen, welke exp^itie uit
stekend slaagde.
Op 22 en 23 October werd in de socië
teit „Concordia" te Z i e r k z e e een druk
bezochte tentoonstelling gehouden voor
„Onze voeding in dezen tijd", welke ge
opend werd door den wnd. commissaris
onzer provincie.
Den 10 November nam de heer C. I.
Serlé, afscheid als hoofd der openbare
school der igemeente Zonnemaire, na
een 10-jarig verblijf aldaar.
Hét muziekgezelschap „Oefening en Uit
spanning" te Nieuwerkerk herdacht
op 22 Nov. zijn 40-jarig bestaan.
Op 30 November overleed de heer C.
J.' Bo,ogeTd, oud-burgemeester-secretaris
der gemeente Kerkwerve en oué-
hoofdingeland en heemraad van het Wa
terschap Schouwen.
DE SOCIALE COMMISSIE ZEELAND
W.ocnsdag heeft de w.n. commissaris
der provincie Zeeland, mr. P. Dieleman,
te Middelburg de sociale commissie Zee
land geïnstalleerd. In deze commissie
hebben personen uit alle deelen der prOr
vincie zitting. Mr. Dieleman zeide o.m.
dat hei in dezen tijd meer 'dan ooit
noodig is dat alle organisaties, die zich
bewegen op het gebied -van sociale ver
zorging, met elkander voeling houden om
gezamenlijk het eene doel na te streven,
de verheffing van den socialen toestand
van ons volk, het wederkeerig hulp- en
dienstbetoon en daardoor het welvaren
van de bevolking in zijn geheel.
Spr. weidde uit over de afzijdigheid
van sommige instellingen «pm op sociaal
gebied mede te werken. Hij zeide dat
geenszins te kunnen waardeeren, omdat
zij niet strekt in het belang van ons
volk. Z.i. spruit zij slechts voort uit on
bekendheid met de bedoeling of kenne
lijke vijandschap tegen instellingen als
Winterhulp Nederland en Nederlandschen
Volksdienst,. hoe oneindig veel goeds
deze ook nu reeds in den korten tijd
van hun bestaan in Zeeland onder tal
loos velen hebben gewrocht.
Het' zal de taak der commissie zijn
om hem en de gemeentelijke overheid en
in bepaalde gevallen de rijksoverheid van
advies te dienen bij de uitvoering of
voorbereiding van sociale maatregelen,
ook aan de kerkelijke en andere instel
lingen op sociaal en charitatief gebied
I
in den ruimsten zin des woords. De taak
der commissie zal dtfs zijn ordenend te
werken, te coördineeren en een brug te
vormen tusschen de oude organisatie
vormen en de nieuwe en er voor te
waken dat tengevolge van vele veran
deringen, welke het maatschappelijk leven
in onze dagen ondergaat, de verzorging
van wié verzorging behoeven, niet slech
ter wordt en de oeconomisch minsjt
draagkrachtigen niet de dupe worden van
den strijd van allerlei belangen en rich
tingen.^
Mr. Dieleman zeide de commissie te
stellen onder leiding van den heer Goos-
sens, energiek en actief fungeerend be-
bestuursraad der provincie, die ook in
het verleétën getoond heeft een warm
voorvechter voor de rechten en belangen
der minder goed bedeelden in ons ge
west te zijn De heeren Goossens, Welle-
man en W. K. H. Dieleman vormen het
Dag. Bestuur.
DE R.T.M. EEN STREEKBELANG
Buiten {ten kring van obligatiehouders
aandeelhouders en een kleine groep direct
geïnteresseerden bij de Rotterdamsche
Tramweg-Mij. zullen er misschien maar
weinigen zijn, die de eindelooze discussies
en het geharrewar tusschende verschil
lende belangen bij deze instelling hebben
gevolgd en voor zoover men dat wel
heeft gedaan, werd vermoedelijk de in
druk gevestigd, dat het hier zoo niet uit
sluitend, dan tock in hoofdzaak een fi
nancieel geschilpunt betreft. Toch
is dit niet het geval. Immers achter
het conflict, dat tusschen enkele groote
groepen van obligatiehouders en het be
stuur der maatschappij is gerezen en dat
na het afstemmen der nieuwe voorstel
len van het bestuur, nog altijd onopge
lost is gebleven, staat het groote ver
voersprobleem. Weliswaar vormt dit hier
een streekbelang, maar de strijd die hier
bij1 wordt„ gevoerd is zoo kenmerkerid
voor de moeilijkheden, die zich bij de
vraag: rail of wegverkeer kunnen
voordoen, dat deze ongetwijfeld waard is,
om in breederen Aring belangstelling te
trekken.
•De directeur van de R.T.M., ir. A. J.
Kuiper, stelt zich pp het standpunt, dat
het vervoersbelang op de Zuid-Holland-
sche en Zeeuwsche eilanden de in stand
houding vereischt van de stoomtram, aan-
gevuld op sommige trajecten door auto-,
busdiensten. Op lijnen, waar autobussen
reden, verzorgt de tram, waar noodig, het
massa- goederenvervoer. Maar zelfs al zou
de tram niet gehandhaafd behoeven te
blijven voor het transport van goe
deren en producten (o.a. bieten), dan
nog. zou naar het oordeel van ir.
Kuiper de tram niet gemist kunnen wor
den voor het verwerken van het reizi-
gersvervoer op bepaalde spitsdagen. Wie
Dinsdagsochtends de reizigers aan het
tramstation aan de Rosestraat ziet aankom
men om de markt in Rotterdam te be
zoeken, zal beseffèn, dat dit vervoer
slechts tegen belangrijk hoogere kosten
per autobus zou kunnen geschieden.
De heer Kuiper, die bereid was een
onderhoud toe te staan over d e f i n a n-
ci'eele- en vervoersproblemen
van rijn maatschappij aan den beursre-
dacteur van hét Hbl., verwierp met na
druk de beschuldiging door oppositioneele
belangen teiglen hem ingebracht, als zou
deze directeur moderniseering en in het
algemeen autobusvervoer willen tegen
houden. Het feit, dat tot aan den tijd,
toen er benzinegebrek ontstond, autobus
sen op sommige trajecten werden gé
bruikt, aldus de directeur, bewijst het
tegendeel. Ook sprak de directeur over
de proefneming met een hypermodernen
Amerikaanschen wagen, die zoowel op
den weg als op de rails kan dienst;
doen en waarvan de exploitatie geen al
te beste resultaten had- opgeleverd.
Indien men het gemeenschapsbelang op
den voorgrond wil plaatsen en daarnaast
wil zoeken naar "een toekomstige exploi
tatie op commercieele basis, dan dienen
naar onze meening voor na den oorlog
plannen te worden ontworpen voor een
gemoderniséerde tram hetzij met
benzinemotor dan wel electrische tractie.
Om tot een dergelijke technische reor
ganisatie te geraken, is het noodzakelijk
dat hieraan een grondige financieel©
reorganisatie voorafgaat, waarbij
de tegenwoordige obligatiehouders geheel
in de rechten treden van aandeelhouders
Deze laatsten zouden dan voor hun stuk
ken eventueele winstbewijzen kunnen ont
vangen, waardoor «zij bij een beterei^gang
van zaken in de toekomst, een recht
zouden krijgen op een aandeel in de
overwinst.
VERPACHTING VAN VlSCHWATER
De gemachtigde voor de prijzen deelt
mede, dat Maandag in de. Staatscourant
een Besluit is afgekondigd, waarin de
verpachting van vischrecht is geregeld,
zoowel wat de pachtprijs betreft als de
continuïteit van de op 9 Mei 1940 be
staande pachtoveréenkomsten.
Omtrent den pachtprijs is bepaald, dat
als de hoogst toelaatbare, die prijs is
te beschouwen, waarvoor het vischrecht
fop 9 Mei 1940 was verpacht. Was het op
dien datum evenwel niet verpacht, maar
voordien in het tijdvak van 1 Januari 1935
Jtoit 9 Mei wel, dan is de laatstelijk in dat
tijdsbestek geldende pachtprijs de hoogst
toelaatbare. In qïïe andere gevallen, dus
bv. wanneer vischrecht, dat tot op heden
ih het geheel nog niet verpacht is ge
weest, nu .voor het eerst wordt verpacht,
is de verpachter verplicht den Secretaris-
Generaal van het Departement van Land
bouw en Visscherij om vaststelling van
den maximalen pachtprijs te verzoeken.
De bepalingen ten aanzien van den pacht
prijs geiden eveneens voor de vergoe
dingen wegens uitgereikte schriftelijke
vergunningen, onverschillig of deze door
den eigenaar, dan wel door den pachter
worden afgegeven.
Wat de continuïteit van de pachtover
eenkomsten betreft, hiervoor is bepaald,
dat de éigenaar van een, vischrecht de
verplichting heeft, dit vischrecht te blij
ven verpachten, indien hij dit op 9 Mei
1940 reeds verpachtte. Hij heeft echter
niet alleen de verplichting tot verpach
ting, maar ook de verplichting, deze
doem plaats vinden aan denzelfden pach
ter, die ,op( 9 Mei 1940 van hem pachtte
DAMRUBRIEK
Corespondentie: Bureau van dit blad,
onder motto: „Damrubriek".
Damcursus voor beginners.
Hier voïgt het tweede tiental nieuw
jaars-opgaven voor beginners. De eerste
tien stonden in onze vorige rubriek met
uitvoerige bespreking.
No. 11. Zwart: 6, 8, 10, 13, 26. 30.
Wit: 22; 27—29, 32, 37.'
No. 12. Zwart: 6, 8, 10, 13, 17. 30.
Wit: 28, 29, 32, 33, 37,. 38.
No. 13. Zwart: 6, 8, 10, 13, 19. 30.
Wit: 28, 29, 32, 33 37. 38 Deze
verschilt maar één schijf met de
vorige.
No. 14. ^wart: 6, 8, 10, U, 13. 19, 30.
Wit: 22, 28, 32, 33, 37. 38, 40.
No 15. Zwart:' 3, 7, 8r 10, 13, 19.
Wit: 17, 21, 27, 28. 32, 37.
No 16. Zwart: 3, 8—10,' 12, 17.
Wit: 19, 24, 27, 29. 32, 37.
No. 17. Zwart: 3, 6, 7, 9, 10, 19.
Wit: 17, 21, 27, 28, 32, 37.
No 18. Zwart: 12, 16, 17„ 19,-21.
Wit: 26, 29, 31—33, 39.
No. 19. Zwart: 2, 7, 12, 15, 23.
Wit: 25, 26, 30, 31, 33. 35.
No. 20. Zwart: 7, 8, 12, 18, 23. 29.
Wit: 26, 27, 32, 34, 40
Voor alle vraagstukjes van deze serie
geldt: Wit speelt en voert een slag uit.
Ze klimmen langzaam lh moeilijkheid op
Een zeer nuttige oefening voor beginnen
de spelers.
Gaarne ontvangen we de oplossing van
het geplaatste 20-tal vóór 6 Januari 1942
Veel succes 1
MIJNHEER PIMPELMANS HEEFT§ALWEERgPECH
door Q. Th. Rotman (Nadruk verboden)
Feuilleton
Ifoman van Christel Broehl-Delhaes
31 Nadruk verboden
Alsof het jonge meisje zijn peinzenden
blik op zich gericht had gevoeld, zoo
plotseling verontschuldigt ze zich bijh aaar
partner, een wat slungelachtijgen jonge
man, om zich de weinige treden naar
het terras op te spoeden.
Lieve meneer Braubach, zegt ze met
alle charme van haar bekoorlijke ver
schijning, ik heb reden om ernstig boos
op u te zijn.
Boos? Op mij? vraagt Braubaéto,
zich oprichtend, terwijl hij zich tegelij
kertijd weer tot een glimlach dwingt.
U hebt me den onnoozelsten tafel
heer gegeven, die in het heele gezelschap -
te vinden was, zegt ze pruilend.
Daar Tien ik toch heusch onschuldig
aan, m'n beste Gitta. Ik had je oorspron
kelijk een zeer interessanten jongeman
toegedacht, iemand, van wien we wel
spoedig meer zullen hooren: den pbs
ontdekten architect Kybér.
En waar blijft hij?
Hij heeft af
Gitta Menschlin is zoo verrast, dat ze
een opgenblik vergeet haar mond te
sluiten. f
Heeft hij afgezegd, die kleine Kyber?
vraagt ze, alsof ze hem niet goed ver
staan heeft.
Ja, hij heeft afgezegd, Gitta. Overi-
gens, „klein" is hij nu niet bepaald! j
Ze moest zich bedwingen om niet met
haar voet te stampen, zoo verontwaar-
digd is ze. Wat voor excuus heeft hij
dan aangevoerd?
Hij moet werken. De ee/volle op
dracht van het gemeentebestuur dwingt
hem zijn beste beentje voor te zetten. Hij
is bovendien verder gaan studeeren en
volgt dagelijks na zijn diensturen* nog
colleges aan de Technische Hoogeschool
Daarbij heeft hij zijn handen vol aan de
illustratie van het boek van Johanne
Gahl „De Grond der vaderen".
En zegt hij daarvoor af? Gitta
Menschlin beeft van ingehouden woede:
Vindt u dat niet een heel sterk staal
tje van zoo'n nul?
Braubach lacht. Gitta Menschlin vindt
dat hij een zeer irriteerende manier van
lachen heeft. En hij wacht zoolang, voor
hij haar antwoordt geeft.
Of vindt u niet, dat het, zachter
gezegd, wel zeldzaam onhebbelijk van
hem is om voor dergelijke pietlutt-' Vlw
zen? herhaalt ze haar vraag, wanneer
hij nog steeds blijft zwijgen.
Nee, dat vind ik niet, Gitta'tje, laat
Braubach -haar nu niet langer in het
onzekere. Integendeel, ik bewonder dien
jongeman, omdat hij zijn werk voorop
stelt. Het bedanken zal hem zeker niet
gemakkelijk zijn gevallen. Hij is toch
ook jong en levenslustig
Ik zou hem nooit meer vragen, als
lik u was, «zegt Gitta, die er nu wat ver
slagen bij staat, maar Braubach heeft
geen medelijden met haar.
Integendeel, ik hoop hem steeds
weer opnieuw uit te noodigen, Gitta en
het zal mij buitengewoon genoegen doen,
als hij nog eens in de gelegenheid is
mijn invitatie te aftcepteeren.
Ik begrijp u niet, zegt ze geërgerd,
tegelijkertijd trachtend langs hem heen
te komen.
Hij houdt haar met een Vaderlijk ge
baar bij hagr schouders terug. Je bent
nog maar een kind, Gitta" en daarotm
iweet je nog niet, -dat het er bij een man
in de eerste plaats op aankomt, hoe nij
zijn beroep opvat.
En daarbij ons vergeet, antwoordt
Gitta, zich noode onderwerpend aan de j
manier, waarop hij haar dwingt hem aan
te hooren.
(Wordi vervol'
59. Boem! Daar schoot meneer Pimpel
mans onderuit en kwam zittend op de
baan terecht; een hevig gekraak volgde,
want de dunne planken waren niet op
een gewicht van honderd kilo berekend;
het vloertje bezweek en meneer Pimpel-
mans ging er glad door heen.
60. De eigenaar van de speeltuin kwam.
op het lawaai aanloopen. Z'n booze bui
zakte echter terstond, toeiy hij zag, dat
meneer Pimpelmans net zoo dik was als
hij, want dikke menschen waren volgens
hem de beste, dat wist hij bij ondervin
ding. En vooral toen meneer Pimpelmam
zei, dat alles zoor zijn rekening gerepa
reerd kon worden, was hij de tevreden-