TWEEDE BLAD Jeugddroom GAAN EN KOMEN Nog korten tijd rest ons, en het jaar 1941 zal weer tot het verleden behooren. 1942 staat voor de deur; weldra zal een nieuw jaar aanvangen, een jaar met vele mogelijkheden, met wensdhen, met leed en vreugde. Wanneer een jaar bijna verstreken is, dan zetten we ons onwillekeurig even neer om een terugblik te werpen op den weg achter ons. Evenals 1940 was 1941 een veelbewo gen jaar in ons leven. Veelbewogen in ieder opzicht. We leven nu eenmaal on der bizondere omstandigheden en die om standigheden zijn vaak moeilijk en zwaar De perspectieven vSor het nieuwe jaar zijn daarom dan ook verre van hoopvol. Want welke beperkingen moeten we ons zelf niet opleggen. Er is rantsóeneering, en het noodzakelijke voedsel wordt zoo danig verdeeld, dat alle menschen rela tief evenveel krijgen. Voor den een is dat genoeg, voor den ander piet. I>at is nu eenmaal het onvermijdelijke ge volg van voedselrantsoeneering. Vele an dere beperkingen moeten we onszelf op leggen. We denken maar aan de distri butie van andere artikelen, zooals tex tiel. schoenen e.d. We moetin züinig zijn in ieder opzicht, ook met de stroom en het gas. We moeten er voor zorgen, dat onze woningen des avonds en 's nachts behoorlijk verduisterd zijn. Ons rookertje is schaarsch; snoeperij is schaarsch; drank is schaarsch, ja, wat is er niet schaarsch Zoo hebben we 1941 doorleefd en zoo zullen we ,ook aan 1942 beginnen en het ligt voor de hand, dat we in $it nieuwe jaar in menig opzicht nog! meer zullen moeten bezuinigen ,en beperken. Want we leven nu eenmaal nog altijd in oor logstijd en daaraan zijn nu eenmaal zeer harde consequenties verbonden. Neen, de, perspectieven voor 1942 zijn niet bepaald rooskleurig!^ Het is dan ook in het geheel niet te verwonderen:, wanneer wij op den laatsten dag van het jaar min of meer in een mineur stemming zijn. Het jaar, dat zoo goed! als geheel verstreken is, heeft een wrangé bijsmaak; hoe zal het nieuwe jaar voor ons worden? Al zijn de perspectieven dan niet bij zonder mooi, misschien wel donker, eu al leven wij dan op het oogenblik liï moeilijke omstandigheden en in de we tenschap, dat die omstandigheden nog benarder kunnen worden, toch is dat nog geen reden om met een somber ge zicht. met de handen onder het hoofd) .terneer te zitten en te zuchten: „Wai| zal het nieuwe jaar ons brengen?,, Want dat getuigt niet van energie en wils kracht en men zal toch niet willen zeg gen, dat een tijdvak van 11/2 jaar moei lijkheden reeds in staat is om ons voor goed in den put te drukken. Kom, kom; zóó erg is het toch ook niet. Tenslotte! zijn wij toch zonen van een fier volk, vön een groote natie, die op een roem-) rijk verleden kan terugzien. Ons voorgeslacht heeft, net als wij, onder deze- omstandigheden geleefd en... het hééft geleefd! Dat wil zeggen: Men zat niet bij de pakken neer, maar bood de moeilijkheden moedig het hoofd. Draagt niet ons Zeeuwsche volk als devies in het wapen: „Luctor et Emer- go"? „Ik worstel ep ontzwem"? Ons voorgeslacht heeft nog wel voor heeter vuren gestaan dan wij thans. En dan zouden wij het bijltje er «1 bij neer gooien? Neen, dat doen we niet. Zoof spoedig Jaten wij ons niet door de om standigheden terneer slaan. Nederland en zijn volk hebben een grootsch verleden. Wij mogen ons land en dat verleden niet ten schande maken. Wij moeten moedig de moeilijkheden on der het oog zien en ze overwinnen. En dat kunnen we, want wij, Nederlanders^ hebben nog ruggegraat. We laten ons niet ontmoedigen door distributie en rant- 1 I —ay soeneering en verduistering en bezuini ging en schaarsehte. Want wij weten, dat dezen oorlogstijd niet eeuwig zal duren. Dat dé beperkingen, die ons op gelegd zijn, maar van tijdelijken aard zijn, hoe onaangenaam ze overigens ook voor ons zijd. Met moed en geloof in betere tijden gaan wij dan ook weer aan een nieuw) jaar beginnen. Want moeilijkheden zijn 'er om overwonnen te worden en een' leven zonder moeilijkheden is als een wagen zonder wielen. Tegenstand zal ons stalen en ons sterker doen worden. Met de tanden op elkaar en met een! onverzettelijken wil zullen we er ons ook in 1942 doorheen slaan. Ook al we ten wij, dat we opnieuw een jaar vafl zorgen, distributiemoeilijkheden en an dere narigheden tegemoet gaan en te doorworstelen zullen hebben. ,,Ik wor stel en ontzwenk! Dat moge de leuze zijn van iederen Nederlander voor het nieuwe jaar.Dan zullen wij moedig aan dit jaar kunnen) beginnen en dan zullen wij, wat er ook moge komen, niet vreezen of terneerge slagen worden. Want na iederen nacht volgt weer een dag. En al duurt kiel nacht misschien wat lang, eenmaal zal de dageraad weer kómen en zal hot licht door de duisternis heendringen. En daarom zal het ook grootendeels van onszelf afhangen, of 1942 een „voor spoedig en gelukkig nieuwjaar" wordt. Want voorspoed en geluk moeten we zelf scheppen. Dat wordt niet toegewor pen, zooals velen wel eens denken. En het geluk is ook in dezen donkeren tijd' te vinden. Alleen de wetenschap, dat er na den macht weer een nieuwen dag komt, kan ,ons reeds gelukkig makers 1942 zal weldra beginnen; maak er het goede van pn houdt het hoofd fier om hoog; pen )g,oed begin is reeds het halve werk! Onzen lezers heil en zegen toe- gewenscht! DE NOORDGROEP IN 1941 In dit kort overzicht mogen eenige fata en data worden gereleveerd* die in het af gel oppen jaar onze aandacht trok ken. Het jaar 1941 begon met scherpe kou de en vorst. Reeds 9 Januari moést de R.T.M. bekend maken, dat de „Maas- nymph" den dienst tusschen Zierikzee en Rotterdam wegens ij s g a n g moest staken. De „Maasnymph" is intusschen uit de haven verdwenen en vervangen door de getrouwe Zzeesche boot, die keurig opgeknapt van de werf is terugh gekomen. Den 2en Januari had aan de N.O.-zijde van Noord-Beveel and een dijkval plaats, in de Leendert Abrahampolder, waar over 100 M. lengte de zeewering wegviel. Op 26 Januari was het ijs ,oep de Eendracht zoo sterk, dat de overtocht van Oud- naar Nieuw-Vosmeer te voert kon worden afgelegd. Dit was de 3e winter in successie dat zulks moge lijk was. Den 4en Februari werd te Stave- nissejde nieuw benoemde burgemeester de heer W. Hanssens, plechfig geïnstal leerd. Het oude postkantoor te Zierikzee werd den 13 Febr. een nieuwe bestem ming gegeven en wel als distributiekan toor, dat voordien in het perceel Mol) A 306 - was gevestigd, maar veel te klein werd. De heer -P. F. Wittermans, secretaris der gemeente Zierikzee, vroeg en ver kreeg eervol ontslag als zoodanig, terwijl in diens plaats werd benoemd de heer F. Naerebout, die ontslag nam als secre taris der gemeenten Nieuwerkerk en Ouwerkerk. In die gemeenten werden be noemd de heer A. A. van Eeten en de heer R. J. A. den Boer. Den 3 Juli overleed te Middelburg de heer C. J. Reisinger, oud-hoofd der school te Ha amst e.d e, in welke plaats zijn •stoffelijk overschot ter ruste werd gelegd. Den 6 Juli nam de heer W. den Boer ontslag als voorzitter en bestuurslid der Coop. Veilingsvereeniging te Zierikzee. Ook de directeur-veilingmeester, de heer A. D. Constandse nam rijn ontslag. Hij werd opgevolgd door dhr. P. v. d. Welle. Den 12en Juli had te Schudde- beurs im de theetuin van den heer Cannoo, een muzikale samenkomst plaats van den Bond van Muziek- en Zangge zelschappen op Schouwen-Duiveland. De bouw van het nieuwe Ziekenhuis: huis, te Noordgouwe, dit jaar begon nen,' vordert, hoewel nog niet hard. Een aanbad dhi het ziekenhuis te Schudde- beurs te stichten, waarvoor bouwgrond beschikbaar werd "gesteld, werd niet aan vaard. In het gebouw van het Waterschap Schouwen te Zierikzee had 26 Juli de alg. vergadering van den Zeeuwschen Polder- en Waterschapsbond plaats, waar belangwekkende referaten werden gehou den. Met 1 September werden de werkzaam heden van de Prov. Staten en Gemeente raden .op nonactief gesteld. Te Burgh overleed op 74-jarigenleef tijd de heer G. A. van Zuijen, oud-ge- meentê-ontvanger en ontvanger van het B.A., alsmede raadslid en wethouder. xDe burgemeester van Haamstede, Jhr. R. Roëll, herdacht op 29 Aug. rijn 10-jarig ambtsjubileum, onder talrijke blij- ken; van belangstelling van de zijde der burgerij. Den 23 Sept. herdacht „Accelerando" te -S t.-Aimaland in intieme kring haar 60-jarig bestaan. v De vereeniging van oud-leerlingen van den tuinbouwcursus te O os te rl and or ganiseerde een tentoonstelling van groen te, fruit en bloemen, welke exp^itie uit stekend slaagde. Op 22 en 23 October werd in de socië teit „Concordia" te Z i e r k z e e een druk bezochte tentoonstelling gehouden voor „Onze voeding in dezen tijd", welke ge opend werd door den wnd. commissaris onzer provincie. Den 10 November nam de heer C. I. Serlé, afscheid als hoofd der openbare school der igemeente Zonnemaire, na een 10-jarig verblijf aldaar. Hét muziekgezelschap „Oefening en Uit spanning" te Nieuwerkerk herdacht op 22 Nov. zijn 40-jarig bestaan. Op 30 November overleed de heer C. J.' Bo,ogeTd, oud-burgemeester-secretaris der gemeente Kerkwerve en oué- hoofdingeland en heemraad van het Wa terschap Schouwen. DE SOCIALE COMMISSIE ZEELAND W.ocnsdag heeft de w.n. commissaris der provincie Zeeland, mr. P. Dieleman, te Middelburg de sociale commissie Zee land geïnstalleerd. In deze commissie hebben personen uit alle deelen der prOr vincie zitting. Mr. Dieleman zeide o.m. dat hei in dezen tijd meer 'dan ooit noodig is dat alle organisaties, die zich bewegen op het gebied -van sociale ver zorging, met elkander voeling houden om gezamenlijk het eene doel na te streven, de verheffing van den socialen toestand van ons volk, het wederkeerig hulp- en dienstbetoon en daardoor het welvaren van de bevolking in zijn geheel. Spr. weidde uit over de afzijdigheid van sommige instellingen «pm op sociaal gebied mede te werken. Hij zeide dat geenszins te kunnen waardeeren, omdat zij niet strekt in het belang van ons volk. Z.i. spruit zij slechts voort uit on bekendheid met de bedoeling of kenne lijke vijandschap tegen instellingen als Winterhulp Nederland en Nederlandschen Volksdienst,. hoe oneindig veel goeds deze ook nu reeds in den korten tijd van hun bestaan in Zeeland onder tal loos velen hebben gewrocht. Het' zal de taak der commissie zijn om hem en de gemeentelijke overheid en in bepaalde gevallen de rijksoverheid van advies te dienen bij de uitvoering of voorbereiding van sociale maatregelen, ook aan de kerkelijke en andere instel lingen op sociaal en charitatief gebied I in den ruimsten zin des woords. De taak der commissie zal dtfs zijn ordenend te werken, te coördineeren en een brug te vormen tusschen de oude organisatie vormen en de nieuwe en er voor te waken dat tengevolge van vele veran deringen, welke het maatschappelijk leven in onze dagen ondergaat, de verzorging van wié verzorging behoeven, niet slech ter wordt en de oeconomisch minsjt draagkrachtigen niet de dupe worden van den strijd van allerlei belangen en rich tingen.^ Mr. Dieleman zeide de commissie te stellen onder leiding van den heer Goos- sens, energiek en actief fungeerend be- bestuursraad der provincie, die ook in het verleétën getoond heeft een warm voorvechter voor de rechten en belangen der minder goed bedeelden in ons ge west te zijn De heeren Goossens, Welle- man en W. K. H. Dieleman vormen het Dag. Bestuur. DE R.T.M. EEN STREEKBELANG Buiten {ten kring van obligatiehouders aandeelhouders en een kleine groep direct geïnteresseerden bij de Rotterdamsche Tramweg-Mij. zullen er misschien maar weinigen zijn, die de eindelooze discussies en het geharrewar tusschende verschil lende belangen bij deze instelling hebben gevolgd en voor zoover men dat wel heeft gedaan, werd vermoedelijk de in druk gevestigd, dat het hier zoo niet uit sluitend, dan tock in hoofdzaak een fi nancieel geschilpunt betreft. Toch is dit niet het geval. Immers achter het conflict, dat tusschen enkele groote groepen van obligatiehouders en het be stuur der maatschappij is gerezen en dat na het afstemmen der nieuwe voorstel len van het bestuur, nog altijd onopge lost is gebleven, staat het groote ver voersprobleem. Weliswaar vormt dit hier een streekbelang, maar de strijd die hier bij1 wordt„ gevoerd is zoo kenmerkerid voor de moeilijkheden, die zich bij de vraag: rail of wegverkeer kunnen voordoen, dat deze ongetwijfeld waard is, om in breederen Aring belangstelling te trekken. •De directeur van de R.T.M., ir. A. J. Kuiper, stelt zich pp het standpunt, dat het vervoersbelang op de Zuid-Holland- sche en Zeeuwsche eilanden de in stand houding vereischt van de stoomtram, aan- gevuld op sommige trajecten door auto-, busdiensten. Op lijnen, waar autobussen reden, verzorgt de tram, waar noodig, het massa- goederenvervoer. Maar zelfs al zou de tram niet gehandhaafd behoeven te blijven voor het transport van goe deren en producten (o.a. bieten), dan nog. zou naar het oordeel van ir. Kuiper de tram niet gemist kunnen wor den voor het verwerken van het reizi- gersvervoer op bepaalde spitsdagen. Wie Dinsdagsochtends de reizigers aan het tramstation aan de Rosestraat ziet aankom men om de markt in Rotterdam te be zoeken, zal beseffèn, dat dit vervoer slechts tegen belangrijk hoogere kosten per autobus zou kunnen geschieden. De heer Kuiper, die bereid was een onderhoud toe te staan over d e f i n a n- ci'eele- en vervoersproblemen van rijn maatschappij aan den beursre- dacteur van hét Hbl., verwierp met na druk de beschuldiging door oppositioneele belangen teiglen hem ingebracht, als zou deze directeur moderniseering en in het algemeen autobusvervoer willen tegen houden. Het feit, dat tot aan den tijd, toen er benzinegebrek ontstond, autobus sen op sommige trajecten werden gé bruikt, aldus de directeur, bewijst het tegendeel. Ook sprak de directeur over de proefneming met een hypermodernen Amerikaanschen wagen, die zoowel op den weg als op de rails kan dienst; doen en waarvan de exploitatie geen al te beste resultaten had- opgeleverd. Indien men het gemeenschapsbelang op den voorgrond wil plaatsen en daarnaast wil zoeken naar "een toekomstige exploi tatie op commercieele basis, dan dienen naar onze meening voor na den oorlog plannen te worden ontworpen voor een gemoderniséerde tram hetzij met benzinemotor dan wel electrische tractie. Om tot een dergelijke technische reor ganisatie te geraken, is het noodzakelijk dat hieraan een grondige financieel© reorganisatie voorafgaat, waarbij de tegenwoordige obligatiehouders geheel in de rechten treden van aandeelhouders Deze laatsten zouden dan voor hun stuk ken eventueele winstbewijzen kunnen ont vangen, waardoor «zij bij een beterei^gang van zaken in de toekomst, een recht zouden krijgen op een aandeel in de overwinst. VERPACHTING VAN VlSCHWATER De gemachtigde voor de prijzen deelt mede, dat Maandag in de. Staatscourant een Besluit is afgekondigd, waarin de verpachting van vischrecht is geregeld, zoowel wat de pachtprijs betreft als de continuïteit van de op 9 Mei 1940 be staande pachtoveréenkomsten. Omtrent den pachtprijs is bepaald, dat als de hoogst toelaatbare, die prijs is te beschouwen, waarvoor het vischrecht fop 9 Mei 1940 was verpacht. Was het op dien datum evenwel niet verpacht, maar voordien in het tijdvak van 1 Januari 1935 Jtoit 9 Mei wel, dan is de laatstelijk in dat tijdsbestek geldende pachtprijs de hoogst toelaatbare. In qïïe andere gevallen, dus bv. wanneer vischrecht, dat tot op heden ih het geheel nog niet verpacht is ge weest, nu .voor het eerst wordt verpacht, is de verpachter verplicht den Secretaris- Generaal van het Departement van Land bouw en Visscherij om vaststelling van den maximalen pachtprijs te verzoeken. De bepalingen ten aanzien van den pacht prijs geiden eveneens voor de vergoe dingen wegens uitgereikte schriftelijke vergunningen, onverschillig of deze door den eigenaar, dan wel door den pachter worden afgegeven. Wat de continuïteit van de pachtover eenkomsten betreft, hiervoor is bepaald, dat de éigenaar van een, vischrecht de verplichting heeft, dit vischrecht te blij ven verpachten, indien hij dit op 9 Mei 1940 reeds verpachtte. Hij heeft echter niet alleen de verplichting tot verpach ting, maar ook de verplichting, deze doem plaats vinden aan denzelfden pach ter, die ,op( 9 Mei 1940 van hem pachtte DAMRUBRIEK Corespondentie: Bureau van dit blad, onder motto: „Damrubriek". Damcursus voor beginners. Hier voïgt het tweede tiental nieuw jaars-opgaven voor beginners. De eerste tien stonden in onze vorige rubriek met uitvoerige bespreking. No. 11. Zwart: 6, 8, 10, 13, 26. 30. Wit: 22; 27—29, 32, 37.' No. 12. Zwart: 6, 8, 10, 13, 17. 30. Wit: 28, 29, 32, 33, 37,. 38. No. 13. Zwart: 6, 8, 10, 13, 19. 30. Wit: 28, 29, 32, 33 37. 38 Deze verschilt maar één schijf met de vorige. No. 14. ^wart: 6, 8, 10, U, 13. 19, 30. Wit: 22, 28, 32, 33, 37. 38, 40. No 15. Zwart:' 3, 7, 8r 10, 13, 19. Wit: 17, 21, 27, 28. 32, 37. No 16. Zwart: 3, 8—10,' 12, 17. Wit: 19, 24, 27, 29. 32, 37. No. 17. Zwart: 3, 6, 7, 9, 10, 19. Wit: 17, 21, 27, 28, 32, 37. No 18. Zwart: 12, 16, 17„ 19,-21. Wit: 26, 29, 31—33, 39. No. 19. Zwart: 2, 7, 12, 15, 23. Wit: 25, 26, 30, 31, 33. 35. No. 20. Zwart: 7, 8, 12, 18, 23. 29. Wit: 26, 27, 32, 34, 40 Voor alle vraagstukjes van deze serie geldt: Wit speelt en voert een slag uit. Ze klimmen langzaam lh moeilijkheid op Een zeer nuttige oefening voor beginnen de spelers. Gaarne ontvangen we de oplossing van het geplaatste 20-tal vóór 6 Januari 1942 Veel succes 1 MIJNHEER PIMPELMANS HEEFT§ALWEERgPECH door Q. Th. Rotman (Nadruk verboden) Feuilleton Ifoman van Christel Broehl-Delhaes 31 Nadruk verboden Alsof het jonge meisje zijn peinzenden blik op zich gericht had gevoeld, zoo plotseling verontschuldigt ze zich bijh aaar partner, een wat slungelachtijgen jonge man, om zich de weinige treden naar het terras op te spoeden. Lieve meneer Braubach, zegt ze met alle charme van haar bekoorlijke ver schijning, ik heb reden om ernstig boos op u te zijn. Boos? Op mij? vraagt Braubaéto, zich oprichtend, terwijl hij zich tegelij kertijd weer tot een glimlach dwingt. U hebt me den onnoozelsten tafel heer gegeven, die in het heele gezelschap - te vinden was, zegt ze pruilend. Daar Tien ik toch heusch onschuldig aan, m'n beste Gitta. Ik had je oorspron kelijk een zeer interessanten jongeman toegedacht, iemand, van wien we wel spoedig meer zullen hooren: den pbs ontdekten architect Kybér. En waar blijft hij? Hij heeft af Gitta Menschlin is zoo verrast, dat ze een opgenblik vergeet haar mond te sluiten. f Heeft hij afgezegd, die kleine Kyber? vraagt ze, alsof ze hem niet goed ver staan heeft. Ja, hij heeft afgezegd, Gitta. Overi- gens, „klein" is hij nu niet bepaald! j Ze moest zich bedwingen om niet met haar voet te stampen, zoo verontwaar- digd is ze. Wat voor excuus heeft hij dan aangevoerd? Hij moet werken. De ee/volle op dracht van het gemeentebestuur dwingt hem zijn beste beentje voor te zetten. Hij is bovendien verder gaan studeeren en volgt dagelijks na zijn diensturen* nog colleges aan de Technische Hoogeschool Daarbij heeft hij zijn handen vol aan de illustratie van het boek van Johanne Gahl „De Grond der vaderen". En zegt hij daarvoor af? Gitta Menschlin beeft van ingehouden woede: Vindt u dat niet een heel sterk staal tje van zoo'n nul? Braubach lacht. Gitta Menschlin vindt dat hij een zeer irriteerende manier van lachen heeft. En hij wacht zoolang, voor hij haar antwoordt geeft. Of vindt u niet, dat het, zachter gezegd, wel zeldzaam onhebbelijk van hem is om voor dergelijke pietlutt-' Vlw zen? herhaalt ze haar vraag, wanneer hij nog steeds blijft zwijgen. Nee, dat vind ik niet, Gitta'tje, laat Braubach -haar nu niet langer in het onzekere. Integendeel, ik bewonder dien jongeman, omdat hij zijn werk voorop stelt. Het bedanken zal hem zeker niet gemakkelijk zijn gevallen. Hij is toch ook jong en levenslustig Ik zou hem nooit meer vragen, als lik u was, «zegt Gitta, die er nu wat ver slagen bij staat, maar Braubach heeft geen medelijden met haar. Integendeel, ik hoop hem steeds weer opnieuw uit te noodigen, Gitta en het zal mij buitengewoon genoegen doen, als hij nog eens in de gelegenheid is mijn invitatie te aftcepteeren. Ik begrijp u niet, zegt ze geërgerd, tegelijkertijd trachtend langs hem heen te komen. Hij houdt haar met een Vaderlijk ge baar bij hagr schouders terug. Je bent nog maar een kind, Gitta" en daarotm iweet je nog niet, -dat het er bij een man in de eerste plaats op aankomt, hoe nij zijn beroep opvat. En daarbij ons vergeet, antwoordt Gitta, zich noode onderwerpend aan de j manier, waarop hij haar dwingt hem aan te hooren. (Wordi vervol' 59. Boem! Daar schoot meneer Pimpel mans onderuit en kwam zittend op de baan terecht; een hevig gekraak volgde, want de dunne planken waren niet op een gewicht van honderd kilo berekend; het vloertje bezweek en meneer Pimpel- mans ging er glad door heen. 60. De eigenaar van de speeltuin kwam. op het lawaai aanloopen. Z'n booze bui zakte echter terstond, toeiy hij zag, dat meneer Pimpelmans net zoo dik was als hij, want dikke menschen waren volgens hem de beste, dat wist hij bij ondervin ding. En vooral toen meneer Pimpelmam zei, dat alles zoor zijn rekening gerepa reerd kon worden, was hij de tevreden-

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1941 | | pagina 3