TWEEDE BLAD
Zierikzeesche Nieuwsbode
J
T
behoorende bij de
van Dincdag 31 Dec. 1940, No. 14531
HET JAAR 1940
Januari leverde een record aan koude,
sneeuw en ijs. Gemiddeld over de
heele maand, en over de periodes van
drie maal tien dagen, waren de af
wijkingen ver beneden normaal. De
laagste stand werd te Sittard genoteerd
op den 23en en wel —20.8 C. Wat dit
beteekend heeft weet menigeen zich nog
wel of niet te herinneren. Koude,
vorst, enorm kolenverbruik, slech
te verbindingen te land en te water;
ijzel, zoodat de straat een ijsvloer werd;
hooge waterstand op de rivieren en bij
dooi kruien van het zware ijs tegen de
dijken. De R.T.M, heeft met opofferin
gen van veel tijd en materieel, hoewel
niet geregeld, kunnen zorgen dat Schou-
wen-Duiveland niet geheel werd geïso
leerd. De Bilt had het laagterecord
sedert het begin der waarnemingen in
1849. Kouder dan Januari was alleen
Februari 1855; na Januari 1940 volgt dan
Februari 1929 en December 1890. Merk
waardig was, dat, niettegenstaande de
strenge koude, geen bizonder gure dagen
voorkwamen. De beroemde F r i e s c h e
Elfstedentocht kon 30 Jan. wor
den volbracht, zij het niet door alle
honderden deelnemers. Ook. een tweetal
bewoners van ons eiland namen aan
dien tocht deel. De „Stad Zierikzee"
lag weken lang ingevroren bij den Moer
dijk, tot welke plaats ze in het begin
van de vorst -had kunnen komen. De
Provinciale boot moest den dienst ook
opgeven, door de groote ijsmassa's in
de Zandkreek. Een week lang heeft ze
nog verbinding gegeven naar Stavenisse,
om de reizigers in de gelegenheid te
stellen, met de bus StavenisseTholen,
Bergen op Zoom te kunnen bereiken
om daar den trein te nemen. De W a d-
deneilanden waren weken van de
bewoonde wereld afgesloten en slechts
per vliegmachine te bereiken, waarmede
passagiers werden vervoerd, alsmede
kolen en levensmiddelen voor de be
volking der Friesche eilanden. Sinds
1829—1830 was het in ons land niet
zoo koud geweest; de winter van 1890
was voorbij gestreefd!
Februari was niet bij machte om de
vorst spoedig te verdrijven. Vorst en
sneeuw hield land en rivieren in de
kluisters van den winterkoning. Eerst
in de derde week van deze maand zette
de dooi voorgoed in, toegejuicht door
allen, die nu over een zeer kouden
winte* kunnen meepraten en de vertel
lers van den whiter van negentig kun
nen overtroeven.
Maart gleed kalm voorbij met weinig
merkwaardigs dat bizondere vermelding
verdient. Op het eind van April werd
het nieuwe S t.-C ornelia Liefde
huis aan het Kraanplein te Zierik
zee plechtig ingewijd. Op de plaats
van het oude huis „te Mossel", dat reeds
keizer Karei V tot tijdelijk verblijfplaats
had gediend bij zijn bezoek aan Schou
wen en later aan den Spaanschen be
velhebber Mondragon na de belegering
der stad in 1576, staat nu een fraai
gebouw, dat dit stadsbeeld siert.
De maand Mei bracht de grootste
schok, die ons land, sedert meer dan
een eeuw geleden, heeft opgevangen. Deze
Bloeimaand van 1 9 4 0 zal nimmer
uit het huidige geslacht kunnen worden
weggewischt. De geschiedschrijver zal la
ter wellicht het licht der historie op
de gebeurtenissen van die fatale maand
kunnen laten vallen. Thans is het daar
voor niet de tijd. In vijf dagen tijds
werd ons heele land bezet. Maar niet
tegenstaande de bezetting ging het leven
door en bouwde men voort aan het
geen in vredestijd begonnen was. Zoo
kwam het nieuwe postkantoor te
Zierikzee gereed. Den 27en Juli werd
het officieel in gebruik gesteld. Al zal
niet iedereen de uiterlijke bouw kunnen
waardeeren, van binnen ziet 't er alles
even keurig uit. Zierikzee heeft als
kleine stad een modern geoutilleerd
P.T.T. gebouw, dat menige grootere haar
kan benijden.
In het Vrije verrees in den loop van
dit jaar een nieuw Prot. Rusthuis, „Ons
H u i s", dat op den 31 Augustus met
eenige plechtigheden werd geopend. Met
dit fraaie gebouw is Zierikzee een inrich
ting rijk geworden, waaraan al jaren be
hoefte bestaat en dat het stadsdeel, waar
het verrees, siert.
De Concertzaal onderging een zoo
danige inwendige verandering, dat de
oude zaal niet meer voor te stellen is.
Uitvoerig is van de feestelijke ingebruik
stelling op 12 November verslag gegeven,
zoodat hier alleen het feit wordt ver
meld. Er zullen niet vele steden van
den omvang als Zierikzee zijn, die op
zoo'n fraaie en doeltreffende concert-,
tooneel- en filmzaal kunnen bogen. Jam
mer alleen dat de heer E. J. Gelderman
de ingebruikstelling niet mocht beleven.
In Juli werd hij aan dit leven ontrukt.
In de maand November werd de her
benoeming van onzen burgemeester, Jhr.
Mr. J. Schuurbeque Boe ij e bekend,
welk feit velen met genoegen vernamen
en waarvan de raad vertegenwoordi
gend de burgerij op ondubbelzinnige
wijze blijk gaf. Ook de burgemeesters
van Duivendijke en Nieuwerkerk
werden in hunne functies bestendigd.
Op den 19en December werd te St.-
Annaland het nieuwe raadhuis in ge
bruik gesteld in het bijzijn van vele ge-
noodigden. Het fraaie gemeentehuis is
een aanwinst voor die gemeente.
Met deze fata en data zijn eenige
voorvallen in stad en eiland aan de
vergetelheid ontrukt.
Nog korten tijd rest ons en het jaar
1940 zal weer tot het verleden behooren;
een nieuw jaar zal aanvangen en we zul
len opnieuw beginnen driehondervijfen-
zestig dagen te doorworstelen.
De toekomst is nog donker als de
vele lichtlooze nachten, die er achter
ons liggen. Wie vermag er hoopvol een
blik in deze toekomst te werpen? Wat
zal zij ons Nederlandsche volk brengen?
En toch, zonder hoop mogen wij het
nieuwe jaar niet ingaan. Het jaar 1941
kan ons den vurig verlangden vrede
brengén.
Men verlieze daarom den moed niet.
Wel is ons land bezet, doch de ver
schrikkingen van den geweldigen tita
nenstrijd gaan thans voor het grootste
gedeelte langs ons heen. De brandhaard
van dezen krijg is gelukkig niet meer in
ons land. En dat moge ons althans tot
dankbaarheid stemmen. Moge het zoo in
het komende jaar blijven. Het Neder
landsche volk is een vredelievend volk,
altijd geweest. Daarom is het onzen vu-
rigsten wensch, dat het nieuwe jaar den
zoozeer begeerden vrede zal mogen bren
gen.
En daarmede zouden wij dit artikel
willen besluiten. Een jaar, vol met ver
schrikkingen, ligt achter ons. Een nieuw
jaar %zal weldra zijn aangebroken, een
jaar, waarvan wij niet weten, wat het
ons zal brengen. Doch het is onzen
plicht, om' het nieuwe jaar vol nieuwen
moed in te gaan, vertrouwende op de
toekomst, een toekomst, die ook veel
schoons voor ons volk in zich verborgen
kan hebben.
UIT VROEGER DAGEN
Een landbouwon-inventaris
in het jaar 1800
Onlangs kwam mij in handen de „In
ventaris van de nalatenschap van wijlen
in in leven echtelieden"
De man is overleden in het laatst van
1800 of in het begin van 1801. Het was
een eenvoudig boerengezin; de destijds
door de familie bewoonde hofstede is nog
in één van de dorpen van Westelijk
Schouwen aanwezig; het oude woonhuis
is nog hecht en sterk.
Ik heb uit dien inventaris het een en
ander overgenomen om te doen zien uit
welke artikelen nu 140 jaren geleden een
landbouwersinspan bestond. Wellicht is
er bij onze landbouwers wel belangstel
ling voor dezen inventaris.
De geschatte waarde is uitgedrukt in
Ponden, enz. 1 Pond Vlaams was f6,—,
1 Pond had 20 Schellingen; 1 Schelling
had 12 Grooten, 1 Schelling is 30 cent,
1 Groote is V-/% cent.
Vooreerst 2 werkpaarden, een oud 7
jaaren, een oud 9 jaar 40; 1 jaarling
paard 10; 1 vaare koe 7:; 5 melkkoeijen
50; 2 tweejarige vaarzen 8; 1000 schove
paardeboonen a f9 het 100 15; 15 zakken
gedorse paardeboonen 9; hooij in de
schuur 13:5; stro© en mestpunt 6:13:4;
22 -zakken tarwe a f9,— 33; 7 zakken
rogge a f7,— 8:3:4; 6 zakken gerst a
f4,— 4; 6 gem, tarwe en rogge te velde
30; 3 gem. mee te velde 75 Pond Vlms.
Landerijen en bos. 9 gem. 30
roeden korenland in Burg Ambagt vol
gens de laatste waardschap, benevens
de geregtelijke onkosten 270:2:10; 1 gem.
242 roeden weije a idem 29; 1 gem.
20 roeden eisen bos 21 Pond Vlaams.
Bouwgereedschap. 1 oude boe
renwagen 6; een speelwagen 6:6:8; 2
karren of brewette 5; 2 ploegen 3; 3
eggen in soort 2; de helft in een mee-
hegge —:10; den helft in een molbord
1:3:4; een vierde portie in een rolblok
:B :4een brugge :10; een landsleper
:6:8; 2 oude baksleen :13:4; de helft
in een dekploeg paardetuigen 3;
4 Noordsche balken 12 voet :8; brand
hout 10; restanten van bouwgereedschap
en rommel 4:10 Pond Vlaams.
Molkengereedschap. Een karen,
boterbak enz. enz. 1; 3 bielktonnen :6:8;
vier emmers :4; 10 melktesten :3:4
Pond Vlaams.
Goud en zilver van de vader,
welke de moeder belooft uijt te deelen
aan haare kinderen.
2 paan zilvere schoengespen, 1 paar
kuQjt- of brloeksgespon, 1 paar goud'©
doonlugtige knoopen, 1 paar brokstuk
ken, 2 ditoi klapstukjes, 1 zilver loirloge,
1 dx> ketting. 1 'd.io hegt voor ©en mes,
1 d.o tabaksdloiois, 1 oud en nieu'wi Tes
tament met djOi knippen lenz. enz.
Het huisraad Iwias zeer eenvoudig; „1
Friese Klok" iwerd geschat iop L 2.—
B. I W. R. B.
DE PROVINCIALE BIBLIOTHEEK
VAN ZEELAND
Herstel der Boeker ij is
Gemeenschap s-P. licht.
Een lid van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen schrijft ons:
De laaiende brand van den 17en Mei
dezes, jaars heeft van de binnenstad van
Zeelands hoofdstad vrijwel geen steen
op den anderen gelaten. Een der weinige
indrukwekkend fraaie gevels, die weer
stand aan den vuurgloed hebben kunnen
bieden, was die van het oude patriciërs
gebouw, waarin sinds jaar en dag de
voortreffelijke Provinciale Bibliotheek van
Zeeland gevestigd' was. Maar ook niet
méér dan de gevel bleef behouden; van
het gebouw daarachter is niets meer
over.
En van zijn inhoud?
Vuur en bluschwater hebben ook aan
hiet puikje d©r bibliotheek gpoiote schade
aangericht. Slechts een deel der boekerij
kon plaats vinden in de gewelven onder
het gebouw en zelfs die plaats bleek
niet veilig.
Van den eens 150.000 deelen rijken
boekenschat is nu nog slechts het voor
'een bilblioheek schamel© getal van een
20.000 over; de totale boordlengte slonk
van 3000 m. tot 600 m.!
Vernieling van huis en have is, voor
•men het trof, héél erg. Maar deze ver
liezen zijn niet volstrekt onherstelbaar;
vernietiging van cultureele waarden is
erger, veel erger, want die zijn meestal
onherstelbaar en daardoor lijdt dan de
gemeenschap groote schade.
Evenwel: schokkende gebeurtenissen van
een omvang als wij in dit tijdsgewricht
beleven wekken in het menschdom slui
merende, onvermoede krachten op. De
gemeenschap heeft een latent regeneratie
vermogen hetwelk, tot werkdadigheid ge
rakende, verbluffende kracht kan ont
plooien. Mil
Doel dezer regelen .is allen die dit
aangaat, tot de vereischte werkdadigheid
op te wekken. Niet in de eerste plaats
om een groot óf klein bedrag in geld
op de postrekening nr. 45327 van mr.
P. C. de Jonge, te Middelburg, pen
ningmeester van het Comité tot Herstel
der bibliotheek, te storten, maar aller
eerst: tot het brengen van een offer uit
wat voor den gestudeerden menschzijn
kostbaarste bezit is: zijn boekerij.
De gemeenschap moet voor den enke
ling gaan.
Dat Gemeen belang heeft voorrang op
dat van den eenling.
Artsen en Apothekers, Ingenieurs, van
Wageningen en van Delft, Leeraren, Pre
dikanten en Pastoors, Letterkundigen,
Burgers en Boeren, in ruste of no?
werkzaam in 't volle leven: ziet Uw
boekerij na en stuurt daaruit, wat Ge
maar eenigszins kunt missen, van weten
schappelijke waarde is> op Zeeland be
trekking heeft, of door Zeeuwen geschre
ven werd; handboeken, jaargangen van
tijdschriften, voortbrengselen vanZeeuw-
sche letterkunde, uit heden of verleden,
aan de Provinciale Bibliotheek van Zee
land, thans: Spanjaardstraat 74, te
MIDDELBURG.
Al wat de menschheid heeft gedaan,
gedacht, gewonnen, of is geweest, dat
ligt als door tooverktaeht vastgelegd in
boeken zoo schreef Carlyle destijds
de ziel van vergane eeuwen ligt in de
boeken; laat ons er aan toe voegen,
dat die ziel voor Zeeland weer tot leven
gewekt en' haar ingeblazen kan worden,
wanneer velen daartoe de handen aan
den ploeg slaan.
FOUTEN BIJ DE BEHANDELING
VAN MELK
Melk is niet alleen het meest volledige
voedingsmiddel voor den mensch, dóch
ook voor lagere organisme. Daarom
moet met melk zorgvuldig worden omge
gaan. Bovendien neemt ze gemakkelijk
den geur over van andere voedingsmidde
len en stoffen, die zich in de nabijheid
bevinden, zoodat het ook uit dat oog
punt niet onverschillig is waar men ze
neerzet.
Het vaatwerk, dat voor melk gebruikt
wordt, moet gaaf zijn, aangezien pannen
en kannen anders moeilijk schoongemaakt
kunnen worden. Er zijn nog veel kannen
in omloop, met scherpe hoeken en een
nauwen hals, waardoor werkelijk grondig
reinigen moeilijkheden oplevert. Het ge
bruik van vaatwerk, waaraan dergelijke
fouten kleven, is voor melk ondeugdelijk.
Ook bij het koken van melk in de
flesch gepasteuriseerde melk behoeft niet
gekookt te worden! worden dikwijls
fouten gemaakt. „Los" gekochte melk
dient direct na ontvangst gekookt te wor
den, maar dat is dan ook de eenige keer,
dat ze gekookt mag worden; later, is
het voldoende deze gekookte melk tot
de gewenschte temperatuur te verwannen
In het belang van het behoud der
volledige voedingswaarde kunnen vele
fouten gemakkelijk worden voorkomen;
men neme dus de volgende wenken in
acht: '..ij j
1. Plaats de melk op een koele, stof
vrije, donkere plaats en niet in de na
bijheid van visch, uien, appelen of andere
stoffen met scherpen geur.
2. Open de flesschen gepasteuriseerde
melk niet voordat de melk noodig is en
sluit een flesch, waarin nog melk over
is, niet van de lucht af, doch leg er
liever een los doeltje over.
3. Ontvang „losse" melk in een gave,
gladde, goed schoongemaakte pan, die
het best alleen voor melk wordt gebruikt
en die voordat de melk er in gaat, even
met koud water wordt omgespoeld.
4. Kook losse melk liefst dadelijk;
vooral in het begin een kleine vlam
gebruiken en er in roeren als ze flink
warm is geworden o.m. om aanbranden
te voorkomen.
5. Bij het „opkomen" nog even door
roeren; laat de melk dan nog 1 2
minuten doorkoken.
6. Direct na het koken afkoelen, liefst
in koud, stroom end watér; het best door
de pan open weg te zetten in een teil
in den gootsteen onder de kalm door-
loopende waterkraan; of wel in een teil
met koud water en dit een paar maal
te ververschen. Door af en toe te roe
ren, wordt ook de vorming van een vlies
bij het afkoelen voorkomen.
7. Spoel het vaatw&rk (pannen, kan
nen, flesschen), eerst met koud water
om en gebruik pas daarna een sopje
van warm water.
De huisvrouw die eenige keeren de
moeite neemt deze wenken toe te pas
sen, zal ze daarna verder zonder eenige
[moeite kunn©n lopvolgenten gerieve
van zichzelf en in het besef dat de smaak
en de voedingswaarde van „het meest
volledige voedsel" op deze wijze zoo
goed mogelijk tot [hun irecJht kunnen
komen. i Ll 1 - tl
HET BEHOUD VAN HET GEBIT
Bij het bouwen van een huis begint
men met het leggen van een stevig fun
dament, waarop het gebouw aan v/or
den opgetrokken. Zoo moet ook bij het
herstellen van het gebit, wanneer het
door het zoo zeer verbreide tandbederf
is aangetast, een fundament worden ge
legd, waarop de gezondheid van het
gebit in de toekomst verzekerd kanwor-
den. ,1,111
Een dergelijke fundeering kan alleen
verkregen worden, door de ziekte ge
heel uit te roeien, door het gebit té
saneeren, dat wil zeggen alle aange
stoken tanden en kiezen gezond te ma
ken en de onherstelbare te verwijderen.
Half werk doen is daarvoor onvoldoende,
want dan breidt de ziekte zich binnen
korten tijd opnieuw uit. Van uit de
overgebleven haarden worden de met
veel mooeite herstelde tanden en kiezen
spoedig opnieuw door de ziekte aange
tast.
Een tandarts met veel ervaring ver
telde, dat hij zijn patiënten daarom voor
de keuze steldealles of niets. Hij
wilde geen half werk doen, wetende
hoe weinig succes daarvan het gevolg
zou zijn; hij had dan ook als stelregel,
systematische saneering van de gebitten,
die aan zijn zorg werden toevertrouwd.
En nu hij na vele jaren de goede resul
taten daarvan kon overzien, bleek, dat dit
het eenige juiste standpunt was.
Het gebit saneeren wil zeggen, het ge
bit weer volkomen gezond maken, zoo
dat er geen enkele slechte plek of wor-
telrest overblijft, van waaruit de ziekte
zich opnieuw kan verbreiden.
Op een dergelijke fundeering heeft het
slechts zin, om verder te bouwen aan de
gezondheid van het gebit. Door gere
gelde controle minstens tweemaal
per jaar is het dan mogelijk, een
gesaneerd gebit met weinig moeite ge
zond te houden. Hoe vroeger men tot
algeheels saneering van het gebit over
gaat, hoe beter de fundeering is, waarop
de gezondheid van het gebit kan wor
den gehandhaafd, door middel van ge
regelde controle.
„De cost gaet voor de baet uyt"i,
geldt zeker ook voor de gebitssaneering.
Maar hoe eerder men hiertoe overgaat,
des te lager zullen de kosten zijn, die
aan deze noodzakelijke verzorging van
het gebit verbonden zijn. Want door
een vroegtijdige saneering voorkomt men
kostbare handelingen op latere tijdstip
pen. Bovendien en dat is het hoofd
doel behoudt men daardoor zijn eigen
natuurlijke tanden en kiezen tot op hoo-
gen leeftijd. Een gesaneerd gebit is nu
eenmaal ook voor de algemeene gezond
heid van het grootste belang.
VERSCHILLENDE BERICHTEN
Nieuwe haven (e Bergen-op-Zoom
In den loop van het volgend jaar
vermoedelijk in den nazomer zal te
Bergen op Zoom worden begonnen
met den aanleg van een nieuwe haven.
Dat deze er komt, kan men wel als zeker
aannemen. De voorbereidingen, metingen
enz., zijn in vollen gang.
Bergen op Zoom genoot in vroeger
eeuwen aanzien en welvaart door zijn
ligging aan en verbinding met de open
zee. Door verzanding van het vaarwater
en later door de afsluiting van de ver
binding met de Westerschelde is er van
Bergen op Zoom's beteekenis als haven
niet veel meer overgebleven. Hoe gunstig
ook gelegen aan Brabant's westwal, heeft
de stad zich in de laatste eeuwen, wel
licht vooral hierdoor, niet kunnen ont
plooien.
Thans wordt echter het „venster naar
de zee" weer opengestooten. Bergen krijgt
een mooie, flinke haven, geschikt voor
kleine zeeschepen tot ongeveer 2000 ton.
Om ten allen tijde voor de schepen van
open water uit bereikbaar te zijn, wordt
een sluis gebouwd, welke zoo dicht mo
gelijk bij diep water zal komen te lig
gen.
KALENDERS
Van de Vereeniging „Nederlandsch Fa
brikaat" ontvingen wij een bijzonder
mooien Nederlandsch en Industriekalender
voor het jaar 1941. De kalender is ver
lucht met 26 keurige en kleurige repro
ducties van pastelteekeningen van den
bekenden Larenschen kunstschilder H.
Heijenbrock. Elke plaat geeft een beeld
van een Nederlandsch bedrijf, terwijl op
de achterzijde der kalenderbladen korte
maar instructieve beschrijvingen voorko
men van de afgebeelde industrieën. De
kalender is dan ook niet alleen van be
lang als kunstuiting, maar ook als mid
del om de bekendheid met onze natio
nale nijverheid in al haar veelzijdigheid
te bevorderen. jAi
ARBEID IN
JOODSCHE HUISGEZINNEN
slaat allaen op Duitscha Staatsburgers
Naar is gebleken, bestaat er eenige
onzekerheid over de vraag, wat de be
teekenis is van de Vrijdag afgekondigde
verordening van den rijkscommissaris in
zake te doen verrichten van arbeid door
Duilschers in Joodsche huishoudingen en
met name van de in artikel 1 gebezigde
woorden: „personen van Duitsche natio
naliteit, van Duitschen of stamverwanten
bloede". Men heeft zich in het bijzonder
afgevraagd, wat onder „stamverwanten
bloede" moet worden verstaan. Het ant
woord hierop is, dat als zoodanig vol
gens de Duitsche raswetgeving worden
beschouwd personen, die in het bezit
zijn van een Duitschen pas en die vier
niet-Joodsche grootouders hebben, waar
bij het onverschillig is of deze groot
ouders van Duitsche of van andere natio
naliteit zijn. De verordening in kwestie
heeft, zooals hieruit reeds blijkt, voor
het Nederlandsche publiek weinig belang
daar zij alleen slaat op Duitsche staats
burgers.
DE OMZETBELASTING
Ge*n zegels meer
De bepalingen over de wijze van be
taling der omzetbelasting zijn in zoo
verre gewijzigd, dat thans geen omzet
belastingzegels meer worden ge
bruikt. Alle omzetbelasting moet worden
voldaan bij de ontvangers der accijnzen
of op de postkantoren, terwijl voorts
aangifteformulieren moeten worden inge
leverd volgens vastgestelde modellen. Nog
in voorraad zijnde zegels mogen worden
opgebruikt door hechting aan de in te
leveren aangiftebiljetten.
Het als afzonderlijk bedrag in rekening
brengen van de omzetbelasting is voort
aan niet meer toegestaan. Deze bepaling
blijft intusschen tot 1 Februari 1941 bui
ten toepassing voor ondernemers die tot
1 Januari 1941 de omzetbelasting afzon
derlijk in rekening hebben gebracht. Om
trent de wijze, waarop na 1 Januari 1941
de prijzen kunnen worden bepaald, kun
nen spoedig nadere aanwijzingen worden
tegemoet gezien.
De z.g. bijzondere regelingen voor apo
thekers, bakkers, consumptie-ijsbereiders,
restaurants, slagers en tandartsen blijven,
zij het in eenigzins gewijzigden vorm,
bertaan.
Aan fabrikanten ingevolge artikel 4
der omzetbelastingwet 1933 verleende ver
gunningen tot splitsing van het bedrijf
in een fabriehsafdeeling en een handels-
afdeeling zijn met ingang van 1 Januari
a.s. vervallen.
TIEN GEBODEN VOOR DE KACHEL
1. De winter kan lang en hard
zijn, er kunnen tijden komen, waarin we
meer warmte noodig hebben en minder
brandstof krijgen. Laten we spaarzaam
zijn. Dat is óók een Hollandsche eigen
schap! Daarom, laten we de kachel nog
wat uit en laten we ons liever wat war
mer kleeden.
2. En als we de kachel toch wil
len aanmaken, dan eerst den schoorsteen
laten vegen. Wat we aan den schoor
steenveger uitgeven, besparen we dub
bel en dwars op onze brandstofrekening.
3. Er zijn kachels, die onverza
digbaar zijn die kolen „vreten". Dan
helpt ons de grootste spaarzaamheid niet!
Daarom, als we de gelegenheid hebben,
laten we dan nu een zuinige kachel kie
zen.
4. Een zuinige kachel is eengoed
regelbare kachel, een kachel, die nauw
keurig luistert naar den toevoer van de
versche lucht; een kachel met schuifjes
en klepjes onder het rooster, waarbij
men den sleutel in de kachelpijp nauwe
lijks noodig heeft.
5. Zuinig is ook een groote kachel,
een zóó groote kachel, dat men
nooit hard hoeft te stoken, waarin een
zacht vuurtje uren lang kan blijven lig
gen, die 's nachts door kan smeulen. Be
denk namelijk, dat doorbranden voor-
deeliger is dan iederen avond uit laten
gaan en 's morgens vroeg weer aanmaken
6. Kies een kachel met een fijn
rooster, en als we een grof hebben,
laten we het dan vervangen door een
fijner. We kunnen dan alles stoken, zoo
wel grof als fijn, zonder dat te veel
in de aschla verdwijnt.
7. En al is ons rooster nog zoo
fijn, laten we de asch zeven! We zullen
zien, hoeveel bruikbare kooltjes we zoo
nog uit den vuilnisbak redden. Kolen-
zeefjes zijn voor weinig geld in den
winkel verkrijgbaar.
8. Plaatsen we de kachel niet te
dicht bij den schoorsteen, maar liever
wat verder in de kamer. Maken we een
lange kachelpijp en profiteeren zoo nog
van de afvoerwarmte, die anders zonder
meer in den schoorsteen verdwijnt.
9. Gebruik een kachel waar een
waterketel of een pannetje op kan staan!
Steeds warm water bij de hand, dat
misschien alleen nog even in de keuken
opgekookt moet worden, geeft meer pro
fijt van onze kolen en spaart gas.
10. En ten slotte; spaar de warmte
Zorg, dat ze niet door de vensters ont
glipt, vooral 's avonds niet, als het bui
ten het koudst is. Daarom: verduister met
overleg! Niet met een dun papiertje,
maar bijvoorbeeld met luiken van vezel
platen.