TWEEDE BLAD Zierikzeesche Nieuwsbode J T behoorende bij de van Dincdag 31 Dec. 1940, No. 14531 HET JAAR 1940 Januari leverde een record aan koude, sneeuw en ijs. Gemiddeld over de heele maand, en over de periodes van drie maal tien dagen, waren de af wijkingen ver beneden normaal. De laagste stand werd te Sittard genoteerd op den 23en en wel —20.8 C. Wat dit beteekend heeft weet menigeen zich nog wel of niet te herinneren. Koude, vorst, enorm kolenverbruik, slech te verbindingen te land en te water; ijzel, zoodat de straat een ijsvloer werd; hooge waterstand op de rivieren en bij dooi kruien van het zware ijs tegen de dijken. De R.T.M, heeft met opofferin gen van veel tijd en materieel, hoewel niet geregeld, kunnen zorgen dat Schou- wen-Duiveland niet geheel werd geïso leerd. De Bilt had het laagterecord sedert het begin der waarnemingen in 1849. Kouder dan Januari was alleen Februari 1855; na Januari 1940 volgt dan Februari 1929 en December 1890. Merk waardig was, dat, niettegenstaande de strenge koude, geen bizonder gure dagen voorkwamen. De beroemde F r i e s c h e Elfstedentocht kon 30 Jan. wor den volbracht, zij het niet door alle honderden deelnemers. Ook. een tweetal bewoners van ons eiland namen aan dien tocht deel. De „Stad Zierikzee" lag weken lang ingevroren bij den Moer dijk, tot welke plaats ze in het begin van de vorst -had kunnen komen. De Provinciale boot moest den dienst ook opgeven, door de groote ijsmassa's in de Zandkreek. Een week lang heeft ze nog verbinding gegeven naar Stavenisse, om de reizigers in de gelegenheid te stellen, met de bus StavenisseTholen, Bergen op Zoom te kunnen bereiken om daar den trein te nemen. De W a d- deneilanden waren weken van de bewoonde wereld afgesloten en slechts per vliegmachine te bereiken, waarmede passagiers werden vervoerd, alsmede kolen en levensmiddelen voor de be volking der Friesche eilanden. Sinds 1829—1830 was het in ons land niet zoo koud geweest; de winter van 1890 was voorbij gestreefd! Februari was niet bij machte om de vorst spoedig te verdrijven. Vorst en sneeuw hield land en rivieren in de kluisters van den winterkoning. Eerst in de derde week van deze maand zette de dooi voorgoed in, toegejuicht door allen, die nu over een zeer kouden winte* kunnen meepraten en de vertel lers van den whiter van negentig kun nen overtroeven. Maart gleed kalm voorbij met weinig merkwaardigs dat bizondere vermelding verdient. Op het eind van April werd het nieuwe S t.-C ornelia Liefde huis aan het Kraanplein te Zierik zee plechtig ingewijd. Op de plaats van het oude huis „te Mossel", dat reeds keizer Karei V tot tijdelijk verblijfplaats had gediend bij zijn bezoek aan Schou wen en later aan den Spaanschen be velhebber Mondragon na de belegering der stad in 1576, staat nu een fraai gebouw, dat dit stadsbeeld siert. De maand Mei bracht de grootste schok, die ons land, sedert meer dan een eeuw geleden, heeft opgevangen. Deze Bloeimaand van 1 9 4 0 zal nimmer uit het huidige geslacht kunnen worden weggewischt. De geschiedschrijver zal la ter wellicht het licht der historie op de gebeurtenissen van die fatale maand kunnen laten vallen. Thans is het daar voor niet de tijd. In vijf dagen tijds werd ons heele land bezet. Maar niet tegenstaande de bezetting ging het leven door en bouwde men voort aan het geen in vredestijd begonnen was. Zoo kwam het nieuwe postkantoor te Zierikzee gereed. Den 27en Juli werd het officieel in gebruik gesteld. Al zal niet iedereen de uiterlijke bouw kunnen waardeeren, van binnen ziet 't er alles even keurig uit. Zierikzee heeft als kleine stad een modern geoutilleerd P.T.T. gebouw, dat menige grootere haar kan benijden. In het Vrije verrees in den loop van dit jaar een nieuw Prot. Rusthuis, „Ons H u i s", dat op den 31 Augustus met eenige plechtigheden werd geopend. Met dit fraaie gebouw is Zierikzee een inrich ting rijk geworden, waaraan al jaren be hoefte bestaat en dat het stadsdeel, waar het verrees, siert. De Concertzaal onderging een zoo danige inwendige verandering, dat de oude zaal niet meer voor te stellen is. Uitvoerig is van de feestelijke ingebruik stelling op 12 November verslag gegeven, zoodat hier alleen het feit wordt ver meld. Er zullen niet vele steden van den omvang als Zierikzee zijn, die op zoo'n fraaie en doeltreffende concert-, tooneel- en filmzaal kunnen bogen. Jam mer alleen dat de heer E. J. Gelderman de ingebruikstelling niet mocht beleven. In Juli werd hij aan dit leven ontrukt. In de maand November werd de her benoeming van onzen burgemeester, Jhr. Mr. J. Schuurbeque Boe ij e bekend, welk feit velen met genoegen vernamen en waarvan de raad vertegenwoordi gend de burgerij op ondubbelzinnige wijze blijk gaf. Ook de burgemeesters van Duivendijke en Nieuwerkerk werden in hunne functies bestendigd. Op den 19en December werd te St.- Annaland het nieuwe raadhuis in ge bruik gesteld in het bijzijn van vele ge- noodigden. Het fraaie gemeentehuis is een aanwinst voor die gemeente. Met deze fata en data zijn eenige voorvallen in stad en eiland aan de vergetelheid ontrukt. Nog korten tijd rest ons en het jaar 1940 zal weer tot het verleden behooren; een nieuw jaar zal aanvangen en we zul len opnieuw beginnen driehondervijfen- zestig dagen te doorworstelen. De toekomst is nog donker als de vele lichtlooze nachten, die er achter ons liggen. Wie vermag er hoopvol een blik in deze toekomst te werpen? Wat zal zij ons Nederlandsche volk brengen? En toch, zonder hoop mogen wij het nieuwe jaar niet ingaan. Het jaar 1941 kan ons den vurig verlangden vrede brengén. Men verlieze daarom den moed niet. Wel is ons land bezet, doch de ver schrikkingen van den geweldigen tita nenstrijd gaan thans voor het grootste gedeelte langs ons heen. De brandhaard van dezen krijg is gelukkig niet meer in ons land. En dat moge ons althans tot dankbaarheid stemmen. Moge het zoo in het komende jaar blijven. Het Neder landsche volk is een vredelievend volk, altijd geweest. Daarom is het onzen vu- rigsten wensch, dat het nieuwe jaar den zoozeer begeerden vrede zal mogen bren gen. En daarmede zouden wij dit artikel willen besluiten. Een jaar, vol met ver schrikkingen, ligt achter ons. Een nieuw jaar %zal weldra zijn aangebroken, een jaar, waarvan wij niet weten, wat het ons zal brengen. Doch het is onzen plicht, om' het nieuwe jaar vol nieuwen moed in te gaan, vertrouwende op de toekomst, een toekomst, die ook veel schoons voor ons volk in zich verborgen kan hebben. UIT VROEGER DAGEN Een landbouwon-inventaris in het jaar 1800 Onlangs kwam mij in handen de „In ventaris van de nalatenschap van wijlen in in leven echtelieden" De man is overleden in het laatst van 1800 of in het begin van 1801. Het was een eenvoudig boerengezin; de destijds door de familie bewoonde hofstede is nog in één van de dorpen van Westelijk Schouwen aanwezig; het oude woonhuis is nog hecht en sterk. Ik heb uit dien inventaris het een en ander overgenomen om te doen zien uit welke artikelen nu 140 jaren geleden een landbouwersinspan bestond. Wellicht is er bij onze landbouwers wel belangstel ling voor dezen inventaris. De geschatte waarde is uitgedrukt in Ponden, enz. 1 Pond Vlaams was f6,—, 1 Pond had 20 Schellingen; 1 Schelling had 12 Grooten, 1 Schelling is 30 cent, 1 Groote is V-/% cent. Vooreerst 2 werkpaarden, een oud 7 jaaren, een oud 9 jaar 40; 1 jaarling paard 10; 1 vaare koe 7:; 5 melkkoeijen 50; 2 tweejarige vaarzen 8; 1000 schove paardeboonen a f9 het 100 15; 15 zakken gedorse paardeboonen 9; hooij in de schuur 13:5; stro© en mestpunt 6:13:4; 22 -zakken tarwe a f9,— 33; 7 zakken rogge a f7,— 8:3:4; 6 zakken gerst a f4,— 4; 6 gem, tarwe en rogge te velde 30; 3 gem. mee te velde 75 Pond Vlms. Landerijen en bos. 9 gem. 30 roeden korenland in Burg Ambagt vol gens de laatste waardschap, benevens de geregtelijke onkosten 270:2:10; 1 gem. 242 roeden weije a idem 29; 1 gem. 20 roeden eisen bos 21 Pond Vlaams. Bouwgereedschap. 1 oude boe renwagen 6; een speelwagen 6:6:8; 2 karren of brewette 5; 2 ploegen 3; 3 eggen in soort 2; de helft in een mee- hegge —:10; den helft in een molbord 1:3:4; een vierde portie in een rolblok :B :4een brugge :10; een landsleper :6:8; 2 oude baksleen :13:4; de helft in een dekploeg paardetuigen 3; 4 Noordsche balken 12 voet :8; brand hout 10; restanten van bouwgereedschap en rommel 4:10 Pond Vlaams. Molkengereedschap. Een karen, boterbak enz. enz. 1; 3 bielktonnen :6:8; vier emmers :4; 10 melktesten :3:4 Pond Vlaams. Goud en zilver van de vader, welke de moeder belooft uijt te deelen aan haare kinderen. 2 paan zilvere schoengespen, 1 paar kuQjt- of brloeksgespon, 1 paar goud'© doonlugtige knoopen, 1 paar brokstuk ken, 2 ditoi klapstukjes, 1 zilver loirloge, 1 dx> ketting. 1 'd.io hegt voor ©en mes, 1 d.o tabaksdloiois, 1 oud en nieu'wi Tes tament met djOi knippen lenz. enz. Het huisraad Iwias zeer eenvoudig; „1 Friese Klok" iwerd geschat iop L 2.— B. I W. R. B. DE PROVINCIALE BIBLIOTHEEK VAN ZEELAND Herstel der Boeker ij is Gemeenschap s-P. licht. Een lid van het Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen schrijft ons: De laaiende brand van den 17en Mei dezes, jaars heeft van de binnenstad van Zeelands hoofdstad vrijwel geen steen op den anderen gelaten. Een der weinige indrukwekkend fraaie gevels, die weer stand aan den vuurgloed hebben kunnen bieden, was die van het oude patriciërs gebouw, waarin sinds jaar en dag de voortreffelijke Provinciale Bibliotheek van Zeeland gevestigd' was. Maar ook niet méér dan de gevel bleef behouden; van het gebouw daarachter is niets meer over. En van zijn inhoud? Vuur en bluschwater hebben ook aan hiet puikje d©r bibliotheek gpoiote schade aangericht. Slechts een deel der boekerij kon plaats vinden in de gewelven onder het gebouw en zelfs die plaats bleek niet veilig. Van den eens 150.000 deelen rijken boekenschat is nu nog slechts het voor 'een bilblioheek schamel© getal van een 20.000 over; de totale boordlengte slonk van 3000 m. tot 600 m.! Vernieling van huis en have is, voor •men het trof, héél erg. Maar deze ver liezen zijn niet volstrekt onherstelbaar; vernietiging van cultureele waarden is erger, veel erger, want die zijn meestal onherstelbaar en daardoor lijdt dan de gemeenschap groote schade. Evenwel: schokkende gebeurtenissen van een omvang als wij in dit tijdsgewricht beleven wekken in het menschdom slui merende, onvermoede krachten op. De gemeenschap heeft een latent regeneratie vermogen hetwelk, tot werkdadigheid ge rakende, verbluffende kracht kan ont plooien. Mil Doel dezer regelen .is allen die dit aangaat, tot de vereischte werkdadigheid op te wekken. Niet in de eerste plaats om een groot óf klein bedrag in geld op de postrekening nr. 45327 van mr. P. C. de Jonge, te Middelburg, pen ningmeester van het Comité tot Herstel der bibliotheek, te storten, maar aller eerst: tot het brengen van een offer uit wat voor den gestudeerden menschzijn kostbaarste bezit is: zijn boekerij. De gemeenschap moet voor den enke ling gaan. Dat Gemeen belang heeft voorrang op dat van den eenling. Artsen en Apothekers, Ingenieurs, van Wageningen en van Delft, Leeraren, Pre dikanten en Pastoors, Letterkundigen, Burgers en Boeren, in ruste of no? werkzaam in 't volle leven: ziet Uw boekerij na en stuurt daaruit, wat Ge maar eenigszins kunt missen, van weten schappelijke waarde is> op Zeeland be trekking heeft, of door Zeeuwen geschre ven werd; handboeken, jaargangen van tijdschriften, voortbrengselen vanZeeuw- sche letterkunde, uit heden of verleden, aan de Provinciale Bibliotheek van Zee land, thans: Spanjaardstraat 74, te MIDDELBURG. Al wat de menschheid heeft gedaan, gedacht, gewonnen, of is geweest, dat ligt als door tooverktaeht vastgelegd in boeken zoo schreef Carlyle destijds de ziel van vergane eeuwen ligt in de boeken; laat ons er aan toe voegen, dat die ziel voor Zeeland weer tot leven gewekt en' haar ingeblazen kan worden, wanneer velen daartoe de handen aan den ploeg slaan. FOUTEN BIJ DE BEHANDELING VAN MELK Melk is niet alleen het meest volledige voedingsmiddel voor den mensch, dóch ook voor lagere organisme. Daarom moet met melk zorgvuldig worden omge gaan. Bovendien neemt ze gemakkelijk den geur over van andere voedingsmidde len en stoffen, die zich in de nabijheid bevinden, zoodat het ook uit dat oog punt niet onverschillig is waar men ze neerzet. Het vaatwerk, dat voor melk gebruikt wordt, moet gaaf zijn, aangezien pannen en kannen anders moeilijk schoongemaakt kunnen worden. Er zijn nog veel kannen in omloop, met scherpe hoeken en een nauwen hals, waardoor werkelijk grondig reinigen moeilijkheden oplevert. Het ge bruik van vaatwerk, waaraan dergelijke fouten kleven, is voor melk ondeugdelijk. Ook bij het koken van melk in de flesch gepasteuriseerde melk behoeft niet gekookt te worden! worden dikwijls fouten gemaakt. „Los" gekochte melk dient direct na ontvangst gekookt te wor den, maar dat is dan ook de eenige keer, dat ze gekookt mag worden; later, is het voldoende deze gekookte melk tot de gewenschte temperatuur te verwannen In het belang van het behoud der volledige voedingswaarde kunnen vele fouten gemakkelijk worden voorkomen; men neme dus de volgende wenken in acht: '..ij j 1. Plaats de melk op een koele, stof vrije, donkere plaats en niet in de na bijheid van visch, uien, appelen of andere stoffen met scherpen geur. 2. Open de flesschen gepasteuriseerde melk niet voordat de melk noodig is en sluit een flesch, waarin nog melk over is, niet van de lucht af, doch leg er liever een los doeltje over. 3. Ontvang „losse" melk in een gave, gladde, goed schoongemaakte pan, die het best alleen voor melk wordt gebruikt en die voordat de melk er in gaat, even met koud water wordt omgespoeld. 4. Kook losse melk liefst dadelijk; vooral in het begin een kleine vlam gebruiken en er in roeren als ze flink warm is geworden o.m. om aanbranden te voorkomen. 5. Bij het „opkomen" nog even door roeren; laat de melk dan nog 1 2 minuten doorkoken. 6. Direct na het koken afkoelen, liefst in koud, stroom end watér; het best door de pan open weg te zetten in een teil in den gootsteen onder de kalm door- loopende waterkraan; of wel in een teil met koud water en dit een paar maal te ververschen. Door af en toe te roe ren, wordt ook de vorming van een vlies bij het afkoelen voorkomen. 7. Spoel het vaatw&rk (pannen, kan nen, flesschen), eerst met koud water om en gebruik pas daarna een sopje van warm water. De huisvrouw die eenige keeren de moeite neemt deze wenken toe te pas sen, zal ze daarna verder zonder eenige [moeite kunn©n lopvolgenten gerieve van zichzelf en in het besef dat de smaak en de voedingswaarde van „het meest volledige voedsel" op deze wijze zoo goed mogelijk tot [hun irecJht kunnen komen. i Ll 1 - tl HET BEHOUD VAN HET GEBIT Bij het bouwen van een huis begint men met het leggen van een stevig fun dament, waarop het gebouw aan v/or den opgetrokken. Zoo moet ook bij het herstellen van het gebit, wanneer het door het zoo zeer verbreide tandbederf is aangetast, een fundament worden ge legd, waarop de gezondheid van het gebit in de toekomst verzekerd kanwor- den. ,1,111 Een dergelijke fundeering kan alleen verkregen worden, door de ziekte ge heel uit te roeien, door het gebit té saneeren, dat wil zeggen alle aange stoken tanden en kiezen gezond te ma ken en de onherstelbare te verwijderen. Half werk doen is daarvoor onvoldoende, want dan breidt de ziekte zich binnen korten tijd opnieuw uit. Van uit de overgebleven haarden worden de met veel mooeite herstelde tanden en kiezen spoedig opnieuw door de ziekte aange tast. Een tandarts met veel ervaring ver telde, dat hij zijn patiënten daarom voor de keuze steldealles of niets. Hij wilde geen half werk doen, wetende hoe weinig succes daarvan het gevolg zou zijn; hij had dan ook als stelregel, systematische saneering van de gebitten, die aan zijn zorg werden toevertrouwd. En nu hij na vele jaren de goede resul taten daarvan kon overzien, bleek, dat dit het eenige juiste standpunt was. Het gebit saneeren wil zeggen, het ge bit weer volkomen gezond maken, zoo dat er geen enkele slechte plek of wor- telrest overblijft, van waaruit de ziekte zich opnieuw kan verbreiden. Op een dergelijke fundeering heeft het slechts zin, om verder te bouwen aan de gezondheid van het gebit. Door gere gelde controle minstens tweemaal per jaar is het dan mogelijk, een gesaneerd gebit met weinig moeite ge zond te houden. Hoe vroeger men tot algeheels saneering van het gebit over gaat, hoe beter de fundeering is, waarop de gezondheid van het gebit kan wor den gehandhaafd, door middel van ge regelde controle. „De cost gaet voor de baet uyt"i, geldt zeker ook voor de gebitssaneering. Maar hoe eerder men hiertoe overgaat, des te lager zullen de kosten zijn, die aan deze noodzakelijke verzorging van het gebit verbonden zijn. Want door een vroegtijdige saneering voorkomt men kostbare handelingen op latere tijdstip pen. Bovendien en dat is het hoofd doel behoudt men daardoor zijn eigen natuurlijke tanden en kiezen tot op hoo- gen leeftijd. Een gesaneerd gebit is nu eenmaal ook voor de algemeene gezond heid van het grootste belang. VERSCHILLENDE BERICHTEN Nieuwe haven (e Bergen-op-Zoom In den loop van het volgend jaar vermoedelijk in den nazomer zal te Bergen op Zoom worden begonnen met den aanleg van een nieuwe haven. Dat deze er komt, kan men wel als zeker aannemen. De voorbereidingen, metingen enz., zijn in vollen gang. Bergen op Zoom genoot in vroeger eeuwen aanzien en welvaart door zijn ligging aan en verbinding met de open zee. Door verzanding van het vaarwater en later door de afsluiting van de ver binding met de Westerschelde is er van Bergen op Zoom's beteekenis als haven niet veel meer overgebleven. Hoe gunstig ook gelegen aan Brabant's westwal, heeft de stad zich in de laatste eeuwen, wel licht vooral hierdoor, niet kunnen ont plooien. Thans wordt echter het „venster naar de zee" weer opengestooten. Bergen krijgt een mooie, flinke haven, geschikt voor kleine zeeschepen tot ongeveer 2000 ton. Om ten allen tijde voor de schepen van open water uit bereikbaar te zijn, wordt een sluis gebouwd, welke zoo dicht mo gelijk bij diep water zal komen te lig gen. KALENDERS Van de Vereeniging „Nederlandsch Fa brikaat" ontvingen wij een bijzonder mooien Nederlandsch en Industriekalender voor het jaar 1941. De kalender is ver lucht met 26 keurige en kleurige repro ducties van pastelteekeningen van den bekenden Larenschen kunstschilder H. Heijenbrock. Elke plaat geeft een beeld van een Nederlandsch bedrijf, terwijl op de achterzijde der kalenderbladen korte maar instructieve beschrijvingen voorko men van de afgebeelde industrieën. De kalender is dan ook niet alleen van be lang als kunstuiting, maar ook als mid del om de bekendheid met onze natio nale nijverheid in al haar veelzijdigheid te bevorderen. jAi ARBEID IN JOODSCHE HUISGEZINNEN slaat allaen op Duitscha Staatsburgers Naar is gebleken, bestaat er eenige onzekerheid over de vraag, wat de be teekenis is van de Vrijdag afgekondigde verordening van den rijkscommissaris in zake te doen verrichten van arbeid door Duilschers in Joodsche huishoudingen en met name van de in artikel 1 gebezigde woorden: „personen van Duitsche natio naliteit, van Duitschen of stamverwanten bloede". Men heeft zich in het bijzonder afgevraagd, wat onder „stamverwanten bloede" moet worden verstaan. Het ant woord hierop is, dat als zoodanig vol gens de Duitsche raswetgeving worden beschouwd personen, die in het bezit zijn van een Duitschen pas en die vier niet-Joodsche grootouders hebben, waar bij het onverschillig is of deze groot ouders van Duitsche of van andere natio naliteit zijn. De verordening in kwestie heeft, zooals hieruit reeds blijkt, voor het Nederlandsche publiek weinig belang daar zij alleen slaat op Duitsche staats burgers. DE OMZETBELASTING Ge*n zegels meer De bepalingen over de wijze van be taling der omzetbelasting zijn in zoo verre gewijzigd, dat thans geen omzet belastingzegels meer worden ge bruikt. Alle omzetbelasting moet worden voldaan bij de ontvangers der accijnzen of op de postkantoren, terwijl voorts aangifteformulieren moeten worden inge leverd volgens vastgestelde modellen. Nog in voorraad zijnde zegels mogen worden opgebruikt door hechting aan de in te leveren aangiftebiljetten. Het als afzonderlijk bedrag in rekening brengen van de omzetbelasting is voort aan niet meer toegestaan. Deze bepaling blijft intusschen tot 1 Februari 1941 bui ten toepassing voor ondernemers die tot 1 Januari 1941 de omzetbelasting afzon derlijk in rekening hebben gebracht. Om trent de wijze, waarop na 1 Januari 1941 de prijzen kunnen worden bepaald, kun nen spoedig nadere aanwijzingen worden tegemoet gezien. De z.g. bijzondere regelingen voor apo thekers, bakkers, consumptie-ijsbereiders, restaurants, slagers en tandartsen blijven, zij het in eenigzins gewijzigden vorm, bertaan. Aan fabrikanten ingevolge artikel 4 der omzetbelastingwet 1933 verleende ver gunningen tot splitsing van het bedrijf in een fabriehsafdeeling en een handels- afdeeling zijn met ingang van 1 Januari a.s. vervallen. TIEN GEBODEN VOOR DE KACHEL 1. De winter kan lang en hard zijn, er kunnen tijden komen, waarin we meer warmte noodig hebben en minder brandstof krijgen. Laten we spaarzaam zijn. Dat is óók een Hollandsche eigen schap! Daarom, laten we de kachel nog wat uit en laten we ons liever wat war mer kleeden. 2. En als we de kachel toch wil len aanmaken, dan eerst den schoorsteen laten vegen. Wat we aan den schoor steenveger uitgeven, besparen we dub bel en dwars op onze brandstofrekening. 3. Er zijn kachels, die onverza digbaar zijn die kolen „vreten". Dan helpt ons de grootste spaarzaamheid niet! Daarom, als we de gelegenheid hebben, laten we dan nu een zuinige kachel kie zen. 4. Een zuinige kachel is eengoed regelbare kachel, een kachel, die nauw keurig luistert naar den toevoer van de versche lucht; een kachel met schuifjes en klepjes onder het rooster, waarbij men den sleutel in de kachelpijp nauwe lijks noodig heeft. 5. Zuinig is ook een groote kachel, een zóó groote kachel, dat men nooit hard hoeft te stoken, waarin een zacht vuurtje uren lang kan blijven lig gen, die 's nachts door kan smeulen. Be denk namelijk, dat doorbranden voor- deeliger is dan iederen avond uit laten gaan en 's morgens vroeg weer aanmaken 6. Kies een kachel met een fijn rooster, en als we een grof hebben, laten we het dan vervangen door een fijner. We kunnen dan alles stoken, zoo wel grof als fijn, zonder dat te veel in de aschla verdwijnt. 7. En al is ons rooster nog zoo fijn, laten we de asch zeven! We zullen zien, hoeveel bruikbare kooltjes we zoo nog uit den vuilnisbak redden. Kolen- zeefjes zijn voor weinig geld in den winkel verkrijgbaar. 8. Plaatsen we de kachel niet te dicht bij den schoorsteen, maar liever wat verder in de kamer. Maken we een lange kachelpijp en profiteeren zoo nog van de afvoerwarmte, die anders zonder meer in den schoorsteen verdwijnt. 9. Gebruik een kachel waar een waterketel of een pannetje op kan staan! Steeds warm water bij de hand, dat misschien alleen nog even in de keuken opgekookt moet worden, geeft meer pro fijt van onze kolen en spaart gas. 10. En ten slotte; spaar de warmte Zorg, dat ze niet door de vensters ont glipt, vooral 's avonds niet, als het bui ten het koudst is. Daarom: verduister met overleg! Niet met een dun papiertje, maar bijvoorbeeld met luiken van vezel platen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1940 | | pagina 5