ZIERIKZEESCHE
NIEUWSBODE
Ruwe Handen, Ruwe Huid Purol
DONDERDAG 1 FEBRUARI 1940
OPGEHOI
ZlEftlKZEESOE COURANT
De Kern
ABONNEMENT
1707-1880
Prijs fl.50 p. kwartaal, buiten Zierikzee
fl.80. Voor het buitenland' f 10-p. jaar
Afzonderlijke nummers 5 cent. Ver
schijnt dagelijks, behalve 's Zondags.
Uitgave: N.V. de Zierikzeesche Nieuwsbode, Zierikzee, Schuithaven B 94
Tel. 32, Postgiro 137677 - Dir.: A. J. de Looze - Ui tg.-Red.: M. J, Kosten
96STE JAARGANG No. 14253
ADVERTENTIES
Prijs: 20 cents p. regel, minimum 80 cents
Bij contract special© prijzen. Grootte der
letters naar plaatsruimte. „Sucoesjes" 60
cents. Inzending tot 's morgens 10 uur
MANNERHEIM WILDE NIET
IN EEN SCHUILKELDER.
Een Lotta bleef dienen
Veldmaarschalk Mannerheim is op het
oogenblik in geheel Scandinavië en wel
haast in de geheele wereld een symbo
lische figuur geworden. Hij verpersoon
lijkt voor de buitenstaanders den Fin-
schen moed en den Finschen vrijheids
zin.
Mennerheim, die zijn militaire oplei
ding in Rusland genoten heeft om later
zijn kennis te gebruiken om zijn eigen
land met de hulp der Duitschers vrij
te maken van datzelfde Rusland is ook
wel een figuur, die de belangstelling be
zig houdt. Vele en velerlei verhalen doen
over zijn moed de ronde. Een uit de
laatsten tijd is het volgende:
De Russen bombardeerden een klein
Finsch stadje in het binnenland. In dit
stadje had de Finsehe opperbevelhebber
tijdelijk zijn hoofdkwartier opgeslagen.
Mannerheim zat juist met zijn staf aan
het noenmaal toen de alarmsirenes hun
onheilspellend geluid lieten hooren.
Iedereen begaf zich snel naar de schuil
plaatsen, of naar den kelder, behalve
de maarschalk.
Toen zijn officieren er bij hem op
aandrongen, zeide hij: „Indien Finland
mij noodig heeft, zal ik leven, indien
niet, waarom naar de schuilkelders gaan"
en hij zette zijn maaltijd verder voort.
Explosies deden het gebouw op zijn
grondvesten trillen en sommige ruiten
vielen aan stukken. Alle lotta's, die als
diensters werkzaam waren, waren even
eens naar de schuilkelders gegaan, met
één uitzondering. Dit meisje stond erop
den veldmaarschalk te blijven bedienen.
Toen de maaltijd en ook het bombar
dement voorbij was, riep de maarschalk
het meisje en spelde haar persoonlijk de
medaille voor moed op haar uniform.
Zij is het eerste Finsehe meisje, dat in
dezen oorlog voor moed gedecoreerd
werd.
De Friesche Elfstedentocht.
Chaotische verwarring bij de finish
Tegen het vallen van de duisternis
hebben Dinsdagavond duizenden in Fries-
lands hoofdstad met daverende toejui
chingen de eerstaankomenden itn den Elf-
Steden-wedstrijd begroet en geëerd: 1.
Keizer uit de Lier (West-Friesland), A.
Adema uit Franeker, C. Jongert uit Alk
maar. D. van der Duim uit Warga en
S. Westra uit Warmenhuizen, het 5-tal,
dat vrijwel gedurende den geheel©n tocht
den kop had gehad. Zij kwamen min iof
meer tegelijk over de eindstreep.
Zij waren dqoidelijk vermoeid, maar
de geestdrift van het publiek moet hen
uit hun schaatsensleur van uren-achtereen
hebben gewekt tot de realiteit: de over
winning! Meer nog het volbrengen' van
een waarlijk teveel.eisehende prestatie.
Ondersteund werden zij naar den Jwal
en door een haag van juichende menj-
schen naar den laatsten controlepost in
restaurant „Groeneweide" geleid. En na
een kwartier fwaren de ppoitige kerels
zich zelf al weer geheel meester.
De vijf kameraden hadden elkaar in
Dokkum (op handslag beloofd, dat zij
gezamenlijk dus tegelijk zouden binnen
komen. Keurt voor het einde zou Adema
zijn woord hebben gebroken door te gaan
spurten, waarop Keizer, deze pntrou/wf
ziende, er ook een spurt inzette en het
eerst zou zijn gegaan |0tver de nauwe
lijks zichtbare eindstreep, juist OjOk op
het OiOigenblik, dat het publiek de or
delijke afzetting daar prijs gaf.
Er heerschte een werkelijk onbeschrijf
lijke verwarring.
Vragen 'en antwoorden en beweringen
alles kris kras door elkaar. En de be
roering was zoo hevig, dat het den hier
verzamelden meer of minder tofficieelen
Elf-Sted en-persoonlijkheden ontging, dat
er intusschen weer vier rijders wapen
binnengekomen. Tnouwens om die mamr
nen, die uren achtereen op de schaats
hadden gezwoegd, bekommerde zich nie
mand.
Deze chaos duurde een kwartier, een
half uur en langer nog! Maar in derf
loop van den avond nam het Centraal!
Bestuur een wijs besluit: alle vijf rijders.
Keijzer, Adema, Westra, van der Duim
en Jongert werden tot winnaars vain den
Elfstedentcoht 1940 verklaard, zooals reeds
gisteren door ons werd meegedeeld.
DE WINTER HOUDT AAN.
Een record In langdurigheid
Omstreeks 26 Januari was de weers-
toestand in Noordwest Eurpoa zoodanig,
dat de diepe depressie, welke daar lag,
wel eens aanleiding zou kunnen geven tot
een weersomslag. Die kans schijnt nu
weer verkeken te zijn, daar de depressie
zich naar het Noord-Oosten verplaatst,
terwijl een nieuwe polaire luchtstroom
over IJsland is doorgekomen, die daar
in sterke daling der temperatuur heeft
gebracht.
Op 27 Januari bleek, dat het gebied
van hooigen druk over Noordoost Euro
pa groQtere stabiliteit had verkregen,
waardoor een nieuwe vorstperiode bij
ons kon worden voorspeld, doordat de
aanvoer van koude lucht uit het Oosten
weer zou versterkt worden. Aanvanke
lijk was het te verwachten dat het hier
vooirloopig matig zou blijven vriezen.
In het Oosten zijn nu de temperaturen
weer veel lager geworden, merkt het
Vod. op. Waarnemingsstations in de
kleine Oostzeestaten vermelden nu tem
peraturen tot 15 graden onder 0, ten-
wijl over het algemeen in het geheele.
gebied over en rond de Oostzee de ther
mometer langzaam daalt als gevolg van
den voortdurenden aanvoer van zeer
koude lucht met den krachtigen Oosten
wind. die daar heerscht. De nieuwe vorst
periode zet dus flink door.
Verder zullen wij er rekening mee moe
ten houden, dat in dezen tijd van het}
jaar zoogenaamde Biscaye-depressies,
waarvan er nu een verschenen is, ge
woonlijk over Zuid-Frankrijk naar het
Oosten trekken, waardoor de Oostenwind
over het Oostzeegebied versterkt wordt
en in de landen ten Zuiden en ten Zuid'-
Oosten van Nederland, soms ook in Ne
derland zelf, veel sneeuw valt.
We moeten dus nu nok onzen blik
naar het Zuiden richten en wij zien dan
dat ons nog heel wat lwinterverschijnse>-
Ien te wachten staan en dat hierdomr
de tegenwoordige winter geheel aan de
spits zal komen te staan van de reeks!
der koudste winters, zoowel wat betreft
den duur als wat betreft de som van
de negatieve temperaturen gedurende de
vorstperiode.
De Ooster- en Westerschelde
in de kluisters van het ijs.
Het Prov. Bestuur van Zee
land schrijft ons:
Als gevolg van den ijsgang, zoowel
op de Wesler- als de Oosterschelde,
zijn de verbindingen tusschen de ver
schillende deeïen van onze provincie, voor
zoover die over het water onderhouden
plegen te worden, geheel of bijna ge
heel stilgelegd. Ongetwijfeld beteekent
dit voor het reizend publiek een groot
ongerief en het is begrijpelijk, dat men
zich afvraagt of wel alles gedaan wordt
om de aldus voor velen gerezen moei
lijkheden uit den weg te ruimen. In het
bijzonder wordt die vraag, openlijk of
binnenskamers, gericht tot het Provin
ciaal Bestuur, dat op de Westerschelde
vier, op de Oosterschelde één bootdienst
pleegt te onderhouden, naast de veren
Jusschen Kamperland en Veere en tus
schen Wolphaartsdijk en Kortgene.
Het kan daarom zijn nut hebben er
hier eens op te wijzen, dat van deze
zijde inderdaad alles gedaan wordt wat
met de beschikbare middelen mogelijk
is. Daarbij moge voorop gesteld worden,
dat de Provinciale vloot reeds in sterkte
verminderd is, doordat Defensie op twee
van de kleine motorbooten beslag heeft
gelegd. Voorts zijn niet alle overigens
beschikbare schepen geschikt om er zich
een weg mede door het ijs te banen. In
het bijzonder geldt dit voor de zg. ferry
booten, die door de schroeven onder
den voorsteven al te kwetsbaar zijn en
dientengevolge, zou men trachten met
een dezer booten zich een weg te ba
nen door eenigermate zwaar ijs, al zeer
spoedig in het ongereede zou geraken.
Dat desniettemin de dienst tusschen
Vlissingen en Breskens tot dusver
nog door het m.s. Prinses Juliana wordt
onderhouden, is een gevolg van de om
standigheid, dat de hoedanigheid van het
ijs hier ter plaatse nog geen ernstige
bezwaren oplevert. Hooger op de rivier,
waar meer en zwaarder ijs voorkomt,
zijn echter de ferry-booten, om de zoo
even aangeduide reden, volstrekt onbruik
baar. Men zou daar, wilde men de dien
sten trachten in stand te houden, der
halve aangewezen zijn op een der an
dere schepen, de Luctor et Emergo, de
Schouwen of de Oosterschelde. Doch,
daargelaten de vraag of deze schepen
Dr. MAX EUWE
gaat het onderwyé .verlaten, om oecono-
misch adviseur te worden by een groote
Am8terdamsche firma,
die het hem mogelijk zal maken veel
meer tijd dan thans aan het schaken te
besteden. Daardoor zal hij zich grondiger
op belangrijke wedstrijden kunnen voor
bereiden en vooral meer aan tournooien
kunnen deelnemen. Uit dit besluit van
Euwe Mieenen we te mogen opmaken
dat het hem ernst is niet alleen om
zich te handhaven in de hoogere regio
nen maar ook om wanneer de kans!
zich voordoet een nieuwen gooi te doen
naar den hooigsten titel in de schaak
wereld: wereldkampioen!
die nu eenmaal niet als ijsbrekers
gebouwd zijn op den duur bestand
zouden blijken tegen hun taak, doet zich
hier nog een andere moeilijkheid voor.
De Schelde „zit" niet
Ging het er enkel om door een vast
ijsdek een geul te breken en die open
te houden, dan zou dit, al dan niet
met behulp van een ijsbreker, wel mo
gelijk blijken. Doch de Schelde „zit" niet,
zooals thans met onze groote rivieren
het geval is. De ij s m a s s a's, die een
schip bij zijn vaart op de Schelde ont
moet, zijn geen vaste massa's, aan een
bepaalde plaats gebonden, doch, soms
zeer groote, ijsschotsen, die op het water
drijven en onderworpen zijn aan den
irnloed van eb en vloed. Daardoor ont
staat de mogelijkheid, dat een schip,
dat bezig is zich door zoo'n ijsveld
heen te werken, mét dat ijsveld zelf
door het getij wordt meegenomen. Zoo
zou het dus mogelijk zijn, om een voor
beeld te nemen, dat een schip van den
steiger te Walsoorden vertrekt, doch on
derweg op een ijsveld stuit, dat de ri
vier af komt drijven, om, terwijl het
bezig is zich daardoor een weg te ba
nen, door dat ijsveld op de eb te wor
den meegenomen, zoodat van het be
reiken van de haven van Hansweert geen
sprake kan zijn en men al tevreden mag
wezen, wanneer men op een meer stroom
afwaarts gelegen punt den overkant be
reikt.
Het spreekt wel vanzelf, dat het zóó
niet altijd gaat en dat het inderdaad
ook nu nog mogelijk is, met een vaar
tuig van Hansweert naar Walsoorden
of omgekeerd te komen, doch het spreekt
vanzelf, dat de kansen van het wel
slagen van zulk een tocht uiterst on
regelmatig over den tijd verdeeld zijn
en dat het Provinciaal Bestuur, aange
nomen al, dat het meende hierbij de
vloot der Provincie te mogen wa
gen, toch nimmer o|p deze wijze een
veerdienst zal gaan exploiteeren, waar
van slechts één ding zeker zou zijn:
dat het publiek in elk geval erdoor
zou worden gedupeerd, omdat op een
dergelijken dienst als schakel tusschen
andere verbindingen, in geen enkel op
zicht zou kunnen worden gerekend!
Men zal wellicht de vraag stellen, of
het niet mogelijk is door het in de
vaart brengen van andere booten de
hiervoor geschetste moeilijkheden te over
winnen. Doch daargelaten dat dergelijke
booten in of buiten de provincie niet
beschikbaar zijn, zou daarmee toch geen
vaste en regelmatige verbinding onder
houden kunnen worden, omdat voor een
dergelijke overtocht, gesteld al dat zij
tenslotte zou slagen, meer tijd noodig zal
zijn, als daarvoor binnen het kader der
dienstregeling beschikbaar kan worden
gesteld. Reizigers zouden, indien zij al
de overkant bereikten, toch in verreweg
de meeste gevallen elke aansluiting mis
sen.
Tender gecharterd als veerboot
Tenslotte nog twee opmerkingen. In
de eerste plaats dient er op gewezen te
worden, dat naast eb en vloed ook de
wind een belangrijke factor uit
maakt bij het vormen der ijsbarrières.
Waar op het eene oogenblik open water
ligt, kan op een volgend oogenblik een
meer of minder groot ijsveld komen te
liggen en aldus een onverwachte hin
derpaal voor de scheepvaart opleveren.
In de tweede paalts is op de geheele
rivier de betonning verdwenen, waar
door in elk geval de vaart in het donker
zelfs voor ter plaatse bekende varens
lieden praktisch onmogelijk wordt.
Uit dit alles blijkt wel, dat de ver
langens van het publiek, hoe begrijpelijk
overigens, bezwaarlijk in vervulling zul
len kunnen gaan, zoolang de huidige
weersomstandigheden aanhouden. Even
wel, de zaak heeft de volle aandacht
van het Provinciaal Bestuur, dat niets
zal nalaten om de verbindingen zoo goed
mogelijk in stand te houden.
Daartoe heeft het reeds beslag gelegd
op de „Koningsplaat", een gewezen ten
der van de Holland-Amerikalijn, die daar
heen gedirigeerd zal worden, waar hij
nuttig zal kunnen werken. De vraag,
of het mogelijk is, op nog andere zoo
danige schepen beslag te leggen, zal
ongetwijfeld worden overwogen, wan
neer daaraan blijkt behoefte te bestaan.
Men zal evenwel in het oog dienen te
houden, dat door het gebruik van deze
en dergelijke vaartuigen wel het rei
zigersverkeer eenigermate zal
kunnen worden g e h o 1 p e n, doch dat
het autoverkeer daarbij slechts weinig
of geen baat zal vinden. Voor automo
bilisten blijft daarom van en naar
Zeeuwsch-Vlaanderen de verbinding Vlis-
singen-Breskens en omgekeerd, van en
naar Schouw en-Duiveland die over Zijpe
aangewezen.
Tenslotte kan nog Worden medegedeeld,
dat het Provinciaal Bestuur zich tot den
Minister van Waterstaat heeft gewend
met het verzoek om, zoolang de weers
gesteldheid het onderhouden der ver
bindingen te water zoo bezwaarlijk maakt
de luchtlijn Rotterdam-Haamstede-Vlis
singen weder in werking te doen stellen.
Papanln over zijn tocht met de
„Stalin" naar de „Sedow"
Dezen winter schijnt het record
van langen duur te breken
De Ooster- en Westerschelde ln
de kluisters van Koning Winter
De R.T.M.-verbindingen op Flak-
kee en op Schouwen-Duiveland
Strijd om de overwinning bij den
Frleschen Elfstedentocht
Om het vriespunt
Zon op Zon onder:
2 Febr. 7,43 16,44
Maan op: Maan onder:
2 Febr. 2.50 1148
Hoog- en laagwater te Zierikzee
Hoogwater: Laaigwater:
2 Febr. 9,05 21,55 2.41 15.21
RECHTZAKEN
De «Adelaar» dagvaart den staat.
De Utrechtsche Veevoederfabriek „De
Adelaar" heeft den Staat der Nederlan
den in kort geding gedagvaard ter zake
van onrechtmatige daad. Z.ooals men weet
heeft de Staat de fabriek „De Adelaar"
laten sluiten en de sleutels bij de politie
in bewaring gegeven, een en ander naar
aanleiding van het feit, dat de Veeartsen
nijkundige dienst veronderstelt, dat deze
fabriek de haard zou zijn van de milt
vuur-epidemie.
DE „STALIN" BEVRIJDT
DE „SEDOW" UIT HET IJS
Een pooltocht met hindernissen
door ijs van drie jaar oud
tusschen twee cyionen.
Papanin, de Russische Po,olvorscher, die
in 1938 met 3 anderen van een ijsschots
in de Poolzee werden gered, nadat zij per
vliegtuig naar de Poiol werden gebracht,
heeft in een bijeenkomst met journalis
ten eenige bijzonderheden verteld van
de ontmoeting met de ijsbrekers Stalin
en Sedow. De bemanning van dein ijs-
breker Jozef Stalin heeft met geestdrift
aan haar taak gewerkt, verklaarde hij,
zonder de moeilijkheden, die zich zou
den voordoen, te onderschatten. Wij ont
moetten de Sedow in hoogst ongunstige
omstandigheden, want er wioedde juist
een zware storm. Het schip bev.ond zich
op 80 graden 32 min. Noorderbreedte,
toen het enorme ijsvelden ontmoette,
waar het zich geen weg doorheen kon
banen zander den s teenkoJefiw oarr a ad
volkomen uit te putten.
Wij keerden daarom terug naar Ba-
rentsburg om te bunkeren en daarna)
vertrokken wie weer in noordelijke rich
ting. Op 3 Januari zagen de manned
van de Sedow lomze zoeklichten en twee
dagen later zagen we de lichten van
de Sedow in de diepe duisternis. Gedu
rende tien dagen vocht de Stalin nu om
dichterbij te komen, nu eens recht iop|
haar doel afgaand, dan weer bonkende
op de flanken. Het ijs, waardoorheen een
weg gebaand moest worden, was 3 jaar
oud. Het was een moeilijk en gevaarlijk
werk en er moesten maatregelen getrof
fen worden lom in geval van nood het
schip onmiddellijk te kunnen verlaten.
Het schip hield het echter en 7 min,
over 12 des middags werd (op den der
tienden Januari de Sedow bereikt. Wij
I. D. PAPANIN
bleven drie dagen op dezelfde plaats,
doch wij moesten haast maken, want
de weerdeskundigen voorspelden hevig©
stormen. Eerst ging het weer naar Ba,d
rentsburg, waar vandaan de schepen op
25 Januari vertrokken en toen volgde
een uiterst moeilijke reis naar Mioermansk.
De schepen voeren in een mauwen. cor
ridor tusschen twee cyclonen en moes
ten herhaaldelijk van koers veranderen
iom de cyclonen te ontloofpen.
De eigenlijke taak was het escorteerAn
van de Sedow, die was vastgevroren.
De methode, die we volgden, bestand
uit het verwarmen van de huid van de
Sedow en het topblazen van de ijsvelden
rondom het schip. Niettemin konden wij
slechts een deel van het ijs, waarin
het schip' vastzat, losmaken. Er werden
vervolgens trossen uitgebracht, doch zij
Waren alle te zwak en de een na de
ander brak. Op weg naar Ba rentsburg
kon pas de ijskoek om de Sedow heenl
worden losgescheurd.