ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE DONDERDAG 25 JUNI 1936 OPGENOI ZIERIKZEESCHE COURANT KENNISGEVING. De Kern ABONNEMENT! Prya per 3 maanden 11,50, buiten Zierikxee i 1,80 Voor het buiteni. p, jaar f 10,—. Alxonderlijke nummers 5 cent Versohijnt dagelijks. Tel. No. 32. Giro 137677 1797 - 1889 Directeur: A. J. DE LOOZE Uitgever-Redacteur: M J. KOSTEN Uitgave: N.V. ZIERIKZEESCHE NIEUWSBODE, ZIERIKZEE 92STE JAARGANG No 13153 ADVERTENTIENi ran 13 regel» 60 oent, ran 4 regels ea daarboven 20 oent per regel Reclame» 40 oent per regel. Bij oontraot belangrijke korting Inzending op den dag van uitgave vóór 10 uur Benoeming lid van den Gemeenteraad. De VOORZITTER van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van den Raad der gemeente Zie- rikzee maakt bekend, dat vanaf heden ter secretarie der gemeente voor een ieder ter inzage is nedergelegd zijn be sluit ter benoeming van een lid van den Gemeenteraad, noodzakelijk geworden door de ontslagneming van den heer W. Versteeg. Zierikzee, 25 Juni 1956. De Voorzitter voornoemd, J. SCHUURBEQUE BOEIJE. De BURGEMEESTER van Zierikzee brengt ter kennis van de Ingezetenen, dat er op Dinsdag den 30en Juni as., des nam. te 2 uur, op het Raadhuis een openbare Vergadering van den Ge meenteraad zal gehouden worden. Agenda: 1. Vaststelling notulen. 2. Ingekomen stukken en mededeelinlgien. 3. Vaststelling begrooting Vleeschkeu- ringsdienst 1937. 4. Vaststelling rekening 1935 der Ver- eeniging „Het Groene Kruis". 5. Wijziging Algemeene Politieverorde ning. 6. Verlaging huren woningen der Ver- eeniging „Volkswoningen". 7. Verzoek bestuur Chr. School in het Vrije tot beschikbaarstellen van gel den voofr verbioiuiwi sdhofol. 8. Wijziging schoolgeldverordening. 9. Eervol ontslag onderwijzer U. L. O.- school, wegens opheffing betrekking. 10. Wijziging begrooting 1935 en 1936c 11. Benoeming regentessen Burgerwees huis. 12. Benoeming geneesheer belast met de kosteloioae inenting en herinenting. 13. Reclames straatbelasting 1935. Zierikzee, den 24 Juni 1936. De Burgemeester, J. SCHUURBEQUE BOEIJE. Nog steeds Japansche dumping Groot gevaar voor Europa Het leven der Japansche arbeiders Een paar maanden geleden verschenen in Schaffhausen, in het centrum van de Zwitsersche horloge-industrie, werkwaar- dige bezoekers. Zij waren klein, hoffe lijk, wat schuw en droegen zware acten- tasschen. In het begin behandelde men hen met een welwillende reserve. Men had ook in Zwitserland wel van de Japansche dumping gehoord maar waar ligt Zwitserland en waar ligt Ja pan? De welwillendheid ging in spot over, toen men zag, wat de Japansche heeren $n hun tasschen hadden: hor loges! Had men ooit zoo iets gehoord: horloges naar Schaffhausen brengen? Vergelijkende beelden werden gemaakt van een reiziger, die met een flesch bier in Pilsen komt of een man, die met zijn eigen vrouw te Parijs verschijnt. Maar al spoedig verging den Zwitsers de lust tot het maken van humoristische verge lijkingen. Want de Japanners begonnen de horloges te verkoopen: tegen 18 gul den per kilogram. Dat is ongeveer één achtste van den Zwitserschen prijs. Goed zal men zeggen, Zwitsersche horloges zijn kwaliteitswerk, de Japansche.... Maar al spoedig bleek, dat de Japansche hor loges goed waren; en zij kostten slechts een achtste deel Afzetmarkten voor Japansche producten Dat is slechts een voorbeeld uit velen. Nog slechts enkele jaren geleden lachte men om de pogingen van de Japansche industrie. Heden is de wereld het lachen wel vergaan. In korten tijd hebben de Japanners afzetmarkten veroverd, die reeds tientallen jaren in handen van En- gelschen, Amerikanen en Nederlanders waren. Zij hebben in Britsch-Indië tex- tieltjes ingevoerd, die ondanks de hooge beschermende rechten nog steeds goed- kooper zijn dan de Lancashire-fabrica- ten! Zij hebben den Twentschen fabrikant uit onze koloniën verdrongen. Zij hebben Afrika en Zuid-Amerika overstroomd met goedkoope papierwaren, gloeilampen, fietsen, zeep en spotgoedkoope zijde. i Naar Italië exporteeren zij macaroni en naar Amerika thans ook auto's. „Wij hebben lang met de auto-export ge- wacht", vertelde een Japansch industrieel, Aan den vooravond van de Volkenbondszitting Frankrijk's buitenlandsche politiek Op het oogenblik, nu de diplomaten en journalisten weer hun koffers pakken, om zich naar Genève te begeven, waar „over het lot van den Volkenbond zal worden beslist", ziet Frankrijk zich ge plaatst voor een buitenlandsch politiek vacuum. Met mag het woord vacuuni niet, zooals in deze tijden gebruikelijk is, met „verwarring" omschrijven het be- teekent „leegte", die door mooie woor den niet meer opgevuld kan worden. Het is niet Frankrijk's schuld, dat het tot dit vacuum gekomen is. Weliswaar heeft ongelukkigerwijze Frankrijk zich in de laatste maanden tengevolge van ver kiezingen, regeeringswisseling en stakin gen in zijn buitenlandsche politieke vrij heid van handelen bijna volkomen ver lamd gezien. Het was zelfs zoo erg, dat men in Italië en Engeland met de ge dachte speelde, dat er op Frankrijk niet meer te rekenen zou zijn. Nog slechts weinige dagen geleden schreef de „Daily Herald" woordelijk: „Frankrijk is nog slechts een onbelangrijke factor van het Europeesche evenwicht". Deze woorden hebben intusschen ge heel Frankrijk er toe gebracht, zich weer met problemen van buitenlandsche poli tiek bezig te houden. Onmiddellijk voor de afreis naar Genève hebben Léon Blum en de nieuwe minister van Buitenland sche Zaken Yvon Delbos de lijnen van de Fransche buitenlandsche politiek voor de kamer uitgestippeld. Samenwerking met Engeland De toestand heeft zich in de laatste weken en dagen gevaarlijk verward. Men weet op het oogenblik zeer precies, waaraan men toe is. Maar niemand weet^ wat er uit de huidige situatie eigenlijk zal worden. Het beëindigen van de sanc tie-politiek werd door Frankrijk niet on gaarne gezien. Om begrijpelijke redenen heeft Frankrijk het initiatief aan Enge land overgelaten. De erkende Volken- bondstrouw van Léon Blum hepft hem verhinderd, de debacle van de politiek der collectieve veiligheid openlijk toe te geven. Hij1 heeft het aan Edefn. overgela ten. Maar dit aarzelen van Frankrijk heeft de „beide latijnsche zusters" zeer van elkaar vervreemd. Eenigen tijd ge leden meende de „Temps" er nog ge ruststellend op te moeten wijzen, dat er nog geen verbindende afspraken tus- schen Mussolini en Duitschland beston den; maar ook dit blad kon niet meer ontkennen, dat onderhandelingen daar over reeds vergevorderd waren. Engeland heeft zich van de affaire afgemaakt met de belofte, een onder zoek in te stellen naar een mogelijke hervorming van den Volkenbond. Maar practisch loopen alle hervormingsplannen na de gewelddadige annexatie van Abes- sinië uit, op het vinden van nieuwe krukken voor een kreupele. En niemand gelooft ernstig, dat de Europeesche vrede pp- krukken tV|qldio|epde stajndviastigheid aou bezitten. Het gevaarlijkste van den huidigen toe stand is voor Frankrijk het Engelsche voorstel, dat de collectieve veiligheids pacten door regionale pacten wil ver vangen. In begrijpelijke woorden uitge drukt, wil dit voorstel zeggen, dat En geland hoogstens nog aan de veiligheid in West-Europa wil medewerken, maar Oost- en Midden-Europa geheel aan eigen lot overlaat. YVON DELBOS „want wij wisten, dat wij slechts dan j zouden kunnen uitvoeren, indien wij 50 i pet. goedkooper zijn dan de Amerika- nen!" Ik heb indertijd de fietsen gezien, l die men in Nederland naar ik meen voor ongeveer 6 gulden verkoopt. Waar schijnlijk zijn onze inheemsche merken aanzienlijk beter, maar: zes gulden. Sinds jaren nu ligt de Japansche dum ping als een steen op de borst van de Europeesche industrie. Men denkt er nog slechts over, hoe men deze dumping* van haar scherpte kan berooven. Vergel dingsmaatregelen Dat is een tweesnij dend zwaard. Een internationaal optre- .den tegen Japan? De ervaringen van de laatste jaren hebben aangetoond, wat men hiervan verwachten kan. En daar de Europeesche industrieën ook hun produc tie-proces niet radicaal kunnen verande ren, zooals de Japanners indertijd deden, ziet men de toekomst nog steeds don ker in. De positie van den Japanschen arbeider Men kan dezen grooten economischen strijd eerst goed begrijpen, indien men de Japanners heeft zien werken. Wat de tegenstanders van Japan aanvoeren, den 12- en 16-urigen arbeidsdag, is waar. Een Japansch textiel-arbeider werkt 17 uren per dag en verdient het zevende deel van het loon van den Europeeschen arbeider. Hier ligt het geheim van het Japansche succes. Wat men echter in Europa niet weet, is het feit, dat de Japansche arbeider ondanks deze honger- loonen niet al te ontevreden is. Men kan izftdh daarviajn gemakkelijk overtuigen^ in dien men eens een kijkje neemt in de groote Japansche industriecentra; Osaka b.v., de millioenenstad der hoogovens en staalfabrieken. De arbeiders gaan netjes gekleed (hoe zou het in Japar^ ook anders kunnen) en zij Zijn tevreden met wat zij hebben. „Wij hebben weinig behoeften", vertelde een werkmeester in afschuwelijk Engelsch, „wij eten geen vleesch, geen brood, geen vet, geen groen ten en drinken geen koffie. Wij geven slechts 35 pet. van ons loon voor eten; uit en vergenoegen ons met thee, rijst, Visch en fruit. De mieesten. va|n oiöis heb ben gas, electriciteit en een badkamer. De fabriek is ons eigenlijk tehuis. Daar hebben wij recreatiezalen, bibliotheken, tuinen, tempels, scholen, tennisbanen. Dat zijn niet de woorden van een Ja pansch diplomaat, doch van een een- voudigen voorman in een staalfabriek te Osaka. De Fransche regeering heeft wel her haaldelijk verklaard, dat zij „in nauwe samenwerkingmet Engeland handelt, maar er valt niets van eenige samen werking te bespeuren. In ieder geval kan Frankrijk den, door Ejngelaind aangewe zen weg niet volgen. Ondanks alle tegenspraken, hecht men in Frankrijk groote beteekenis aan de reis, dat dr. Schacht de vorige week naar den Balkan heeft gemaakt. Politiek mag het daarmee staan zoo men wil, zeker is, dat Frankrijk's economische be langen in het Donaubekken door de ac tiviteit van de Duitsche politiek deerlijk in het nauw zijn gebracht. Dit brengt voor Frankrijk een verlies varr "prestige mede, dat slechts ongedaan kan worden gemaakt door een nieuwe vastbesloten politiek van Frankrijk ten aanzien van Midden-Europa d.w.z. garantie van de Oostenrijksche onafhankelijkheid om de voortzetting van de verdragspolitiek met de Kleine Entente. Ontwapening Intusschen is Blum blijven veAlaren, dat voor hem nog steeds de hoop op collectieve veiligheid lowder een gelijktij dig voortschrijdende ontwapening het bui tenlandsche politieke credo vormt. Het tweede punt is thans ook door Baldwin: aanvaard. Men mag dus veronderstellen, dat te Genève weer over ontwapening zal worden gesproken, maar reeds nu staat vast, dat al deze onderhandelingen jammerlijk zullen mislukken, omdat ideeën en principes nu eenmaal niet met politieke realiteiten in overeenstemming kunnen worden gebracht. De Engelsche regeering zelf is dan ook wel zoo wijs, niet te ontwapenen. En er zal den prin- cipeelen tegeoistajnders viajn alle miilitaire credieten in Frankrijk, niets anders over blijven, dan denzelfden weg te bewande len. Er is voor Frankrijk slechts één, mogelijkheid, het vacuum te vullen: het in stand houden van de verdragen met Sovjet-Rusland en de Kleine Entente, ter wijl het verder de ontstemming in Italië zoo §poedig mogelijk moet trachten te overwinnen. i Van onderwijzer tot krantenkoning Seiji Noma, de Japansche persmagnaat Niet alleen de Vereenigde Statejn (hebben hun groote imianjneai, imilliiommairs, geleer den en politici, die, uit zeer bescheiden miilieu 'afkomstig, zdch dqqr eigen kracht oimhoiqg hebben wieten te wierkejni. De Japanner Seiji Noimia is het schitterend voorbeeld van. iemand, die het diqor zelf studie ver gebracht heeft. In zlijin jeugd Iwlas hij' eenvoudig iqnderwijlzier, thans is hij1 de oppermachtige krantenkoning van Japan. Seiji Notmla Iwlerd in 1878 lals zlo|o|ni van een verarmde adellijke familie geboren. Zijn ouders leefden in dqqrloopend geld gebrek en iwiaren gepoiodziaakt alle moge lijke beroepen aan te pakketo, iqm zich zjóiq goied en zoo klwiaad als het ging doiOir het leven te slaan. De jiopge Seiji toonde geen neiging "boft hard studeeren. Hij had het eenigsztos lichtzinnige, zor- gelooize karakter van zijn vader geërfd. Toch iwlas hij izieer intelligent en welbe spraakt. Zijn eigenlijke loopbaan begon hij ials schoolmeester in een klein Japan sch dorp. Van opvoeder tot redenaar Hij1 blijkt een goed paedagololg te zlijin en weet 'zich onder zijn leerlingen zeer bemind te imiaken. Na verscheidene jaren als onderwijzer aan deze schoiol te zijn Werkzaam, geweest, ontwaakt de lust Hat studeeren in hem'; hij' gaat izi'eh aafa de Keizerlijke Universiteit te Tokia bekwa men voioir het middelbaar iqnidenwlijs. Al 'zlijin vriendeln en kenhilssien moet de onder nemende Noma bedelbrieven schrijven iqm in zlijin leveinjsonderlhioiud te kunnen vioior- ZJien Doch hij slaagt en Iwlqrdt leeraat in Okinawa iini Zuid-Japa|n. Hier weet hij1 toegang te verkrijgen, tot de ttiiqogere kriinj- gen .©ni ,als hij' het leeraarsaimlbt eraan geeft om in Tioki|oi een betrekking als ipi- versiteitsambtenaar te aanvaarden, is hij' reeds in breeden kri|ng als redenaar be kend. Hij roept verschillende debating clubs in het leven c(ni houdt Zich bezig imiet het doen drukken ep uitgeven van de redevoeringen der leden. Dit is de eerste stap pp den rqeimirijken wieg, die Aan den vooravond van de Volkenbondszitting Hoe Japan overal afzetgebied kreeg Twee verloofden te IJsselmonde overreden Vervolg Classicale Vergadering Weinig verandering in den weerstoestand Barometerstand van hedenmiddag 2 uur. helm! tot krantdnkcntag maakte. In 1910 sticht hij izlijn eerste courant, „Yubep" genaamd, die reeds na luttele wieken een oplage van 14.000 exemplaren heeft. Da/nk ziij' een meesterlijk gevoerde reclame-cam pagne kan „Yuben" zich in enkele jaren tijds op >een geweldigen lezerskring iqver geiheel Japan berpemen. Zijn edel devies Terwüjl hij, weldra een tweede tijdschrift sticht, dat zich eveneens i]n een groiOte populariteit imiag verheugen, is „Yuben'' intusschen het eigendom) van den uitgever gewforden, die zich „Kqdapsha" nqemt. Vierduizend jaar zonnekroniek Astronomie en astrologie waren nooit streng gescheiden Van voorhistorische aanbidding tot moderne natuur- en scheikunde 1 Zooals men weet acht de moderne wetenschap de zon als de eigenlijke bron van het leven op aarde (zoo ver die bron door menschen is waar te nemen). Van de zon krijgt de aarde warmte en licht. Daardoor kan er plantengroei ont staan, zoodat er koolzuurassimilatie plaats heeft, hetgeen de menschen weer in de gelegenheid stelt adem te halen. Bovendien krijgen wij al ons voedsel gelijk het heele dierenrijk tenslotte van de planten: zij zijn de wezens, die in staat zijn om de zonne-energie te comserveereni. Ook iqnize verwarming, de krachten, die wij uit het water weten te halen, de winden, die door ons voor voortbeweging worden gebruikt en alles, vfat wij aan energie weten op te wek ken, «anken wij aan de zon, hetzij di rect, hetzij doordat de in ons door toe doen van de zon opgestapelde levens kracht, ons in staat stelt nieuwe ter reinen te ontginnen. Of men dit in de oudheid onbewust geweten heeft, is voorloopig niet na te gaan, maar zeker is, dat geen object meer aangebeden is dan de zon. Eigen- aardigerwijze zijn astronomie en astro logie nooit gescheiden geweest en ook tegenwoordig zijn ze dat nog niet. In de tijd, dat de menschelijke soort zich het eerst vertoonde, was misschien van sterrekunde geen sprake. Bij de antie ken was dat reeds wèl het geval. On der sterrekunde is te verstaan het vast stellen van wetmatigheden met betrek king tot de hemellichamen, welke wet matigheden onmiddellijk berusten op met het oog waargenomen bewegingen dier hemellichamen. Iets anders is astrologie. Ook hier is sprake van het vaststellen van wetmatigheden met betrekking tot de hemellichamen, maar deze betreffen niet alleen de bewegingen, maar ook de invloeden van die bewegingen op het organisch leven. Vroeger waren astrono mie en astrologie viojlkoimien met elkaar vereenigd. Egyptenaren, Babyloniërs en Chineezen waren knappe astronomen, maar al hun waarnemingen gingen ver gezeld van etnologische toelrahtingeja'. Doch de astrologie is ook weer een ver dichtingsverschijnsel gebleken. Gedeelte lijk ging hij over in biologie, gedeeltelijk werd hij natuur- en scheikunde. De eigen lijke astrologie bepaalt zich tot het vin den der bovengenoemde wetmatigheden met betrekking tot het organisch leven, daarbij echter alleen gebruik makend van de waarneming van leven en dood, zon der daarbij eenig ander middel te be- benutten dan het directe eigen voordeel. Het meerendeel der onderzoekers ver klaart astrologie uit wetenschappelijk oog punt dan ook voor ©en bezigheid van zenuwzieken. Onfortuinlijke sterrenwichelaars De oudste genoteerde zonsverduistering die wij kennen, is die van 22 October 2137 voor Christus. Bij die gelegenheid verloren twee hofsterrekundigen het le ven. Zooals gezegd waren de Chineezen kundige astronomen en zij wisten, hoe zij het optreden van zon- en maan- eclipseir imloesteni berekenen. Tevens ech ter waren zij er van overtuigd, dat de zon bij dergelijke gelegenheden door een draak bedreigd werd, die hem trachtte te verslinden. Dies werd, wanneer een zonsverduistering plaats had, in het ge- heele rijk een bijzonder ceremoniëel toe gepast, waarbij o.m. door het maken van parverdjaovend lajwiaiaa de draalt ver jaagd werd. In het genoemde jaar even wel hadden de twee hofastronomen van keizer Tsjoeng Kang in Peking hoogloo- pende ruzie. Deze duurde al lang en de heeren verwaarloosden hun plichten en vergaten melding te maken van de zonsverduistering, die zij overigens al jaren tevoren hadden berekend. Het ge volg was, dat de draak, die de zon wenschte te verzwelgen, om zoo te zeg gen een open deur vond. Geen enkele priester en geen enkele gewone burger stond klaar om hem zijn snood bedrijf te beletten. Vreeselijk was de toorn van den keizer en onder de bevolking ont stond een paniek. De twee overtreders werden onthoofd. In plaats daarvan had men de conclusie kunnen trekken, dat het geschreeuw tijdens de verschijning van de zwarte draak niets omhanden had althans niet wat betreft het plaatsgrijpen van het natuurverschijnsel.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1936 | | pagina 1