TWEEDE BLAD, [behoorende bij de Zlerlkzeesche Nieuwsbode van Zaterdag 29 Februari 1936. No. 12956.
ONZE DEFENSIE.
De behandeling van het zoo
genaamde „Defensiefonds", in de
Staten-Generaal, gaf aanleiding
tot opmerkelijke conclusies.
Het is vanzelfsprekend, dat
ieder land op geregelde tijden
zijn- bestaande bewapening moet
moderniseeren, want niets is zoo
zeer onderhevig aan veranderin
gen en verbeteringen, als de mi
litaire wapenen. Van oudshei
hebben tal van geleerden hun
talenten verkeerd aangewend en
inplaats van aan de verheffing
der Menschheid besteed aan
de vernietiging van leven en
goederen
Het behoeft ons daarom nog
heelemaal niet te verontrusten,
dat men nu eindelijk het initiatief
heeft genomen met het verbete
ren, aanvullen en moderniseeren
van ons defensief materiaal. En.,
zelfs van ons offensief materiaal,
want nog steeds doet het spreek
woord opgeld, dat „de beste ver
dediging de aanval is 1"
Hoewel we natuurlijk niet mo
gen ontkennen, dat de internatio
nale toestand een en ander
eenigszins bespoedigd heeft en
dat misschien de Kamer-meerder
heid voor dit ontwerp niet te
vinden ware geweest, als die in
ternationale toestand niet een
zónder die prachtige koloniën
nooit gekend zouden hebben!
In den aanvang van dit artikel
heb ik het immers reeds gezegd:
het is eenvoudig slechts een pe
riodieke verbetering en aanvul
ling van ons defensief en offen
sief materiaal 1 En dat de buiten-
landsche toestanden het raad
zaam maken, die aanvulling te
verhaasten, is slechts de schuld
van dat buitenland zélf, dus kan
men óns niets verwijten!
Duitschland behoeft zich niet ge
troffen te voelen; de handelsbe
trekkingen met dit land zijn uiterst
goe.d; de andere betrekkingen
laten evenmin te wenschen over.
Wij zijn nooit ingegaan op Zui
delijke wenschen, die de forten
gordel door Frankrijk en België
wilden doortrekken tot het Noor
den van Groningen toe.... De
weermachtsversterking is tegen
geen enkel land in het bijzonder
gericht.
En mocht de ramp Europa weer
treffen, dat de toestand van 22
jaar geleden zich herhalen, dan
zullen we trachten onze neutrali
teit wéér te handhaven, hoé
moeilijk dat ook zal zijn en zul
len we de gevaarlijke punt van
Limburg bezetten, om het door
trekken van troepen van wélk
land ook te beletten!
DE LUCHTHAVEN FRANKFORT A/D. MAIN IN AANBOUW.
In verband met de verdubbeling van den transatlantischen Zeppelindienst, die
met de ingebruikneming van het nieuwe verkeersluchtschip de LZ 129 nog dit
jaar een feit zal worden, wordt thans met den meesten spoed gewerkt aan de
voltooiing van de reusachtige nieuwe luchthaven Rijn-Main bij Frankfort a/d.
Main, die het uitgangspunt van het transatlantisch luchtvaartverkeer zal worden.
Men ziet hier de geweldige Zeppelinhangar in aanbouw.
duit in het zakje had gedaan,
werd .het buitendien toch reeds
dringend tijd voor Nederland om
eens het oude en verouderde ma
teriaal te gaan nakijken en her
zien: het luchtwapen, het lucht-
afweerwapen, waarvan het laatste
het belangrijkste voor ons is,
waren nog maar in het geboorte-
stadium, terwijl deze wapenen
in alle omringende landen reeds
vrijwel vervolmaakt waren. Tanks
of tankafweergeschut (het zooge
naamde „infanteriegeschut") had
den we nog steeds „pro memorie"
in onze reglementen en voor
schriften van den militairen dienst
staan.
Onze socialisten hebben zich
bij de behandeling van het De
fensiefonds van hun conservatie
ven kant laten zien; in tegenstel
ling met hun partijgenooten in
andere landen, die niet alleen
Ivan stem aan de aldaar gepro
jecteerde legeruitbreiding gege
ven hebben, doch zelfs herhaal
delijk met eigen voorstellen in
die richting voor den dag kwa
men 1 Daarbij wijzen we op de
Scandinavische landen, waar de
socialisten het ontwapenings
standpunt geheel hebben laten
varen,-terecht inziende, dat het
thans geen tijd meer is om daar
aan mee te blijven doen.
He e fraai het positieve ontwa
peningsstandpunt, zooals de heer
van Houten inneemt, ook klinkt,
de practische zijde van het leven
eiscl t thans meer dan ooit haar
rechten op en die rechten omvat
ten o.a. de versterking van onze
weermiddelen. Versterken we die
middelen niet, dan worden we
onder de voet geloopen en we
hebben den laatsten tijd genoeg
gezien, hoe weinig consideratie
men met de hulpeloosheid van
een land heeft; hoe hulpeloozer,
hoe beterdes te minder moeite
kost het de een of andere groote
mogenheid om zich „over ons te
ontfermen".
Over ons, Hollanders, over ons
onafhankelijke landje, dat we
eeuwen hebben weten te behou
den Of over ons Indië, waar
ontelbare Nederlanders wonen
en dat ons jaren heeft geschon
ken van een welvaart, die we
BINNENLANDSCH OVERZICHT.
De rampenlijst. Met een
bolhoed onder de woestijn-
zon. St. Vitus in Neder
land Een zeer belangwek
kende proefl Geen gratie
voor plichtvergeten officieren.
Honderd maal naar West-
Indië.
Nauwelijks zijn de slachtoffers
van de ramp in Amsterdam be
graven.... de noodlottige brand
of reeds wordt onze aandacht
opgeëischt voor een tweede
ramp, welhaast even tragisch, die
gelukkig echter minder slacht
offers heeft gemaaktTe Heesch
bij Oss daalde een der jongsten
van een landbouwershuisgezin,
nadat een der broers zich ver
wijderd had om 'n schop te halen,
langs een laddertje in de gierput
af. Toen de inmiddels terugge
keerde broer hem eruit wilde
trekken, sloeg het kind in de
gierput, bedwelmd door de scha
delijke dampen. De broer, die
onmiddellijk in de put afdaalde,
sloeg eveneens bewusteloos
neer, een door het schreeuwen
van de boerenvrouw gealarmeer
de broer werd ook slachtoffer en
de boer zelf, die zonder zich te
bedenken, onmiddellijk de kin
deren te hulp kwam, gewaar
schuwd door de kreten van zijn
vrouw, sloeg ook in de gierput
neer. Met veel moeite slaagde
men erin met een haak een vooi
een de s!|chtoffers uit de put te
trekken, en de levensgeesten
weer op te wekken. Desondanks
stierf een 12-jarige jongen aan
dit ongeval, terwijl de scherpe
stoffen in de gierput de oogen
van den boer hebben aangetast,
zoodat men vreest, dat hij heele-
maaL blind zal worden 1
Een bolhoed ln de Britsch-In-
dische woestijn....? Is dat niet
hetzelfde als een ijsbeer in de
Sahara, of een kameel aan den
Noordpool
Geen wonder, dat de Europea
nen even goed met open mond
het wonder aanstaarden, als de
inlanders van de vlakte van Rai-
outana bij Jodhpur! De „Kievit"
stond met mankement in dit land
van helzohen zonneschijnen
slechts een vakman in de kunst
van het klinken kon het toestel
weer repareer^n.
Op zekeren morgen, voor dag
en voor dauw, wofdt een koper
slager van de K.L.M. uit zijn bed
gebeld: „Opstaan, j^ moet op
karwei 1" „Waarzoo „O,
een heel eind weg in Jodhpur".
,Weet ik veel!" denkt de koper
slager, pakt z'n gereedschaps-
tasch en.... rrrt: per auto gaat
't naar Schiphol, waar men over
stapt in de „Nachtegaal", die 2lU
dag de lucht doorklieft. Op een
tropischen avond daalt de „Nach
tegaal" te Jodhpur,.... met een
koperslager aan boord, gekleed
in zwart pak enbolhoed! Een
bolhoed
Den volgenden morgen is de
hitte op het vliegveld kokend,
zengt de zon de eindelooze
woestijnen van Rajputana. Maar
....midden op het veld slaat de
koperslager klinknageltjes in. De
jas heeft hij op de machine ge
legd. hij heeft een net-gestre-
ken overhemd aan en een stijf
boord.... en zijn bolhoed heeft
hij op het hoofd gehouden....
voor de tochtDe koperslager
begrijpt niet, waarom die zwarte
kerels om hem heen zich zoo ver
bazen. Hij vindt die gekke witte
kleeren en hoofddoeken maar
raar. Hij is op karwei, achtdui
zend kilometer van huis, van de
Kalverstraat,en de Dam. En
tegen van Veenendaal zegt hij
,,'n Heet dagje vandaag, meneer!"
Twee dagen later stapt hij weel
te Amsterdam uitMaar in
Jodhpur spreken ze nóg over die
bolhoed
In Weesp heeft men verschil
lende gevallen van St. Vitusdans
geobserveerd; meestal bestond
het uit bewegingen met de hand,
die de kinderen niet onderdruk
ken konden. Vijf kinderen zijn
reeds naar huis gezonden, een
der leerlingen wordt echter van
simulatie verdacht. Dét moet ge
zegd worden: het is een uiterst
verleidelijke kwaal voor simulan
ten. Inmiddels hebben de dok
toren aan deze weinig of nooit
voorkomende kwaal een moeilijk
arbeidsterrein.
Dr. Prins, de beken-de Roode-
Kruis-arts te Utrecht, redacteur
van het Roode Kruis-orgaan, heeft
naar aanleiding van de herhaalde
bombardementen van Ambulan
cen in Abessynië eens nagegaan,
hoe het stond met de zichtbaar
heid van de Roode-Kruis-emble-
men vanuit vliegtuigen op ver
schillende hoogten vliegend
Daarbij kwam hij tot „ietwat ver
bijsterende" resultaten. Er is ge
bleken, dat men om „opvallend"
te zijn, de beschikking zou moe
ten hebben over een wit veld van
50 meter zijde (1), waarop een
rood kruis stond, waarvan de ar
men minstens 10 meter breedte
zouden moeten hebben! Bij de
proeven werd gebruik gemaakt
van een kruis van 6 meter door
snede en 80 cM. armbreedte, het
geen nog tweemaal zoo groot is,
als de in Abessynië op 't oogen-
blik gebruikte emblemen. De
proeven werden genomen bij
goed zicht, om 12 uur, onder de
beste weersomstandigheden, ter
wijl de piloot de aanwezigheid
van het embleem wist. Bedenke
men daarbij dat de piloot in oor
logstijd, waarbij beschietingsmo
gelijkheid bestaat, niet zoo ge
makkelijk en rustig kan waarne
men, dan ziet men, hoe beslist-
onvoldoende de emblemen zijn
Het 8 meter kruis was op 1500
meter pas zichtbaar voor iemand,
die de aanwezigheid ervan ken
de. Daar de hoogten van bom-
bardementsvlieqtuigen tusschen
1000 en 3000 M. liggen, begrijpt
men, wat er van de waarneming
bij *n luchtbombardement terecht
komtBovendien is verlichting
met schijnwerpers, bij donker
weer of slecht zicht, een gebie
dende eisch 1
Het gratieverzoek van den ge
wezen luitenant ter zae 2e klasse
H .L. van Boven, wegens zijn ge
drag bij de muiterij op de „Zeven
Provinciën" tot 3 maanden ge
vangenisstraf met aftrek van een
maand voorarrest veroordeeld,
met ontslag uit den militairen
dienst, zonder ontzetting uit de
bevoegdheid om bij de gewapen
de macht te dienen, is afgewezen,
o.i. zeer terecht. Waar op een
dergelijke wijze met de eer van
een heele natie is omgesprongen
zou elke vorm van gratie of ver
zachting misplaatst zijn Een .offi
cier behoort de consequenties
van zijn beroep te aanvaarden
Het mailschip „Oranje-Nassau"
van de Koninkl. Nederlandsche
Stoombootmaatschappij is onder
weg op zijn 100ste reis naar West-
Indië! Het schip staat onder com
mando van kapitein B. Klip. Deze
boot werd in 1911 gebouwd voor
den Kon. West-Indischen Mail
dienst, die thans reeds vele jaren
in het bedrijf van de K.N.S.M. is
opgenomen. Ondanks zijn
voor een schip reeds respecta
belen leeftijd van 25 jaar, ver
keert het schip nog steeds in uit
stekenden staatinwendig is het
schip in den loop van de jaren
geheel aangepast aan de elschen,
die het moderne comfort stelt 1
We wenschen het schip een voor
spoedige 100ste reis en de maat
schappij evenveel succes met
haar andere booten, als met de
„Oranje-Nassau"!
BUITENLANDSCH OVERZICHT.
Het militaire plan Devèze
heeft weinig uitzicht op suc
ces. Het Donauplan van
Hodza mislukt? Minister Goe-
rfng's Poolsche reis. De
tijden van Warren Hastings
zijn voorbij
De Belgische minister van oor
log Devèze, heeft weinig succes
met zijn militaire plan tot uitbrei
ding van den diensttijd. In de
eerste plaats heeft dit plan de
niet gewenschte belangstelling
van het volk voor de Fransch-
Belgische militaire overeenkomst
opgewekt en in de tweede plaats
begint het meer meer waarschijn
lijk te worden, dat Devèze voor
zijn plan in de Kamer geen meer
derheid zal kunnen vinden. Be
gin dezer week kwam b.v. het
buitengewone congres van de
Belgische socialistische partij, be
last met de behandeling van het
militaire wetsvoorstel, bijeen. Ook
hier bleken de meeste heeren
weinig voor het regeeringsvoor-
stel tot verlenging van den dienst-,
tijd te gevoelen. De motie welke
het congres tenslotte aannam
luidt voor wat het voornaamste
gedeelte betreft:
„overwegende, dat de opge
worpen maatregelen slechts een
gedeeltelijke en onvoldoende op
lossing behelzen;"
Zooals men ziet verwerpt de
Belgische socialistische partij
geenszins alle plannen tot ver
sterking van het leger. Men weet
ook hier zeer goed dat al deze
olannen eigenlijk tegen Duitsch
land gericht zijn en de socialis
ten denken er natiiurlijk niet over
een kans van strijd tegen het na-
tionaal-socialisme voorbij te laten
qaan. Het baart dan ook nog
eenigszins verwondering, dat een
gedelegeerde van de socialisti
sche jeugdorganisatie zoo veel
succes wist te boeken, met een
qloelend anti-milltairlstlsche re
de, waarin hij zich tegen allen
oorlog en alle landsverdediging
verklaarde.
ITALIAANSCHE LOOPGRAVEN AAN HET ZUIDELIJK FRONT.
Intusschen blijft de vraag open,
of minister Devèze thans nog in
de regeering zal kunnen blijven.
Hij heeft er geen geheim van ge
maakt, dat zijn lot als minister
afhangt van het feit, hoe men zijn
voorstel zal ontvangen. Treedt
minister Devèze af, dan zouden
zijn liberale collega's in het ka
binet hem naar alle waarschijn
lijkheid volgen, zoodat het ge
vaar voor een kabinetscrisis in
België zeer groot is.
Hodza, de nieuwe Tsjechische
minister van Buitenlandsche Za
ken, heeft al evenmin als zijn
Belgische collega Devèze succes
met zijn plannen. Men weet, dat
Hodza Oostenrijk, dat dringend
economischen steun behoeft, wil
de opnemen ln het kader van de
Kleine Entente.Een groot deel van
de vele besprekingen te Parijs
was aan dit plan gewijd, en eer
lijk gezegd scheen het er in den
beginne niet slecht met Hodza's
idee voor te staan, al waren
er natuurlijk allerhand bezwaren,
o.a. dit, dat Duitschland tenslotte
de grootste afnemer van de Do-
naulanden is en deze landen te
zamen nog geen economisch zelf
standig geheel vormen. Boven
dien was er in Oostenrijk nog de
legitimistische beweging, die
vooral in Zuid-Slavië met al heel
weinig .plezier wordt gezien. Uit
Belgrado kwamen dan ook de
meeste bezwaren en Hodza heeft
deze bij zijn bezoek aan de Zuid-
Slavische hoofdstad, ondanks de
allervriendelijkste ontvangst, die
hem daar ten deel viel, niet uit
den weg kunnen ruimen. Naar al
les, wat men over dit bezoek ge
hoord heeft, bestaat er in de
Kleine Entente nog allesbehalve
overeenstemming ten aanzien
van een opname van Oostenrijk
in dit statenblok. Men mag dan
ook wel aannemen, dat het plan
Hodza voorloopig van de baan is.
Ook Goering heeft zich aan de
algemeene reiswoede, die op het
oogenblik in de Europeesche
staatslieden schijnt gevaren te
zijn, niet kunnen onttrekken. Hij
is naar Polen getogen om daar
te jagen en eens met de Poolsche
vrienden te spreken. Het botert
in de laatste maanden niet zoo
heel erg meer tusschen deze
beide bu\rlanden, al bestaan er
nog altijd banden, die hun poli
tiek aan eikkaar binden. B.v. het
Fransch-Russisch militaire ver
drag, dat nog maar steeds niet
VERSCH BROOD!
Guus Betlem Jr.
Opgericht is een comité van
actie voor* versch brood aan
het ontbijt 1
Hebt u 't groote nieuws gelezen?
(Nü is het feit direct beslecht I)
Er is een comité verrezen,
Dat hevig voor ons.... broodje
vecht!
Nou, dat is préchtig! zult u zeggen,
Dat wordt een zorgeloos verschiet.
Helaas, ik moet het gauw weer
leggen,
Want zóó bedoelde ik het niet
Het gaat hier niet om bet're tijden,
Het gaat hier niet om bitt're nood,
Het gaat hier enkel om te strijden
Voor 't échte en wel., 't versch®
brood 1
Hetgeen we nü slechts kunnen
krijgen
Als., iédereen ontbeten hééft,
Wat (waarom zooiets te ver
zwijgen?)
Veel ontevreden zielen geeft.
Och., niet direct om 't versch
kadetje,
We wéten al niet beter meer,
Maar dat bespottelijke wetje,
Dat is een knauw aan onze eer
En dan, nou, laat ons eerlijk
wezen,
Dat versche brood, dat plakt en
klééft....
Maar., 't is een schande, om te
lezen,
Dat men het óv'ral elders heeft!
En niemand zou mij kunnen
dwingen,
Om versch te eten, eiken dag...
Maar 't is om uit je vel te springen
Dat hetdan nü toch maar niet
még 1
Wij zijn een volk van kalme
menschen.
Niet heetgebakerd, lichtgeraakt..
Maar., overschrijdt men zek're
grenzen,
Dan is 't.of de leeuw ontwaakt!
De Leeuw, die in ons fiere waoen
Wel meestentijds te sluim'ren ligt,
Doch die dan eensklaps, uitge
slapen,
Luid brullend er z'n kop oplicht.
Welaan, ik wensch 't Comité dan
Hier graag een blijvend, goed
succes,
En 'k roep tot iedereen: Doe mee
dan 1
Voor onze broodjes op de bresl
'Oók, als u oud wilt blijven eten,
Want 't verbod al, is een smaad.-.
En wat ik bijna zou vergeten,
Bedenk, dat 't om. „den bróode"
gaat
IJSWONDEREN AAN DE OOSTZEEKUST.
In dc kustgebieden van de Oostzee is het nog volop winter. Er hcersdit een
strenge vorst, op sommige plaatsen zelfs tot 25 graden onder nul. IJsformatie6
als op bovenstaande foto, die genomen werd in het Oostzecbadplaatsjc Cranz,
zijn geen uitzondering. De tooverhand van Koning Winter maakte den nuchtexen
aanlegsteiger tot een onherkenbaar wonderwerk,
Aan het Zuidelijke front in Abesslnic hebben de Italianen eveneens een nicuv
offeuMF ingezet De foto geeft een overzicht van de Italiaansche loopgraven in
Somalilend, die door gekleurde troepen bezet zijn.
geratificeerd is en dat, als de
Fransche kamer naar den zin van
Berlijn en Warschau handelde,
ook nimmer geratificeerd zou
worden.
Maar afgezien daarvan, de Po-
ien hebben grieven, misschien
rel wat onrechtvaardig, want de
I Duitschers hebben In bijna alle
belangrijke aangelegenheden,
rooals b.v. de Dantzlgsche kwes-
'ie, voor Polen het hoofd gebo-
jen. Men weet, dat de huidige
j strubbelingen in hoofdzaak voort-
spruiten uit financieele geschil-
'en. Uit allerlei hoofden krijgt Po-
I len geld van Duitschland, welis
waar minder dan menig ander
buitenlandsch schuldeischer,
naar voor het arme Polen, dat
iet zoo goed gebruiken kan, in
:.vder geval een aanzienlijk be-
'rag. Bovendien Is men in War-
:hau Schachts rede nog niet ver
ten, waarin hij de hoop uit
brak, dat Poolsch Opper-Silezië
rer spoedig tot het rijk zou -te-
-rlceeren. Zooals men ziet, er
1 wonden ln overvloed. Of het
'nering gelukt is daarvoor de
te pleisters te vinden
j De Italianen zelf moeten toe-
I gaven, dat de Aboaeynen hun
zwarte huid zoo duur mogelijk
verkoopen. Hoewel onvoldoende
bewapend, leveren zij dapper te
genstand en zoo is het b.v. be
kend geworden, dat de zoon van
dpn door de Italianen verslagen
ras Kassa in de voorste linie ge
vallen is. De grootste moeilijk
heid bereidt de voedselvoorzie
ning aan de Abessynen. En met
een leege maag is het zelfs vooi
het dapperste leger moeilijk oor
logvoeren. De Italianen kunnen
hun voorste linies steeds door
middel van vliegtuigen met pro
viand voorzien en met hen is het
in dit op -*Vht dan ook veel beter
gesteld. Intusschen duren de Ita
liaansche troepen 'verschepingen
naar Afrika nog maar steeds voort.
Noq deze week hebben meer dan
1000 man Napels verlaten. Men
vraagt zich dan ook al meer en
meèr af of de winst den Inzet wel
waard i9, m.a.w. of men millioe-
r.en mag offeren, om een stuk
land te verkrijgen. De tijden van
Warren Hastinqs, de veroveraar
van Brltsch-Indlë zijn voorbij. En
reeds op het oogenblik "onder
vinden vele landen in hun kolo-
iiiën en mandaten meer onaange
naamheden dan zuivere vreugden.