Op 1 laatste ogenblik. Een leg= spelletje De nieuwerwetse Jachthond. m De Duivelsviool. SM *- Ia de donkere kamer. HET DIKKE SNEEUW KLEED. Hoe er nog redding mogelijk was. it Harm had zijn skiën ondergebonden en had reeds een flinke tocht achter de rug, toen hij boven aan de top van een niet te hoge berg gekomen, rond zich heen keek. Hij kende hier elke vierkante meter grond in de hele omgeving, maar toch bleef hij even betoverd staan kijken naar de witte uitge strektheid daar voor hem, die altijd weer even mooi en altijd weer helemaal nieuw was. Daarna wilde hij van de helling afglij den om dwars over het sneeuwveld heen te komen en zo het laatste stuk van de zig zag-lopende weg te bereiken, die naar het dorp voerde, waar hij woonde. Daar ver scheen aan de overkant van het sneeuw veld een donker lichaam, dat steeds snel ler naar beneden kwam glijden. Dat kon slechts een vreemdeling zijn, omdat hij an ders geweten zou hebben, dat het eind van de helling, waarvan hij met zo'n vaart af gleed, regelrecht in de afgrond uitliep. Als de vreemdeling zo'n vaart bleef houden en ook in dezelfde richting door bleef glijden, zou hij de afgrond pas zien, als het te laat was om in te houden, dan stortte hij dus onherroepelijk naar bene den. de afgrond in en dat betekende een zekere dood. Zo hard hij kon begon Harm nu tegen den vreemdeling te roepen en te schreeu wen als hem mogelijk was, maar de wind was van hem af, zodat de vreemdeling niets hoorde. Toen staakte Harm zijn nut teloze geroep. Er was slechts een middel, waarbij de ge volgen echter zo gevaarlijk waren, dat hun beider leven aan een zijden draad hing. Maar dat stuitte hem niet in zijn besluit. Hij zette zich in beweging en met grote snelheid skide hij naar de rand van de af grond, die precies in de richting van de weg van den vreemdeling lag. Hij was maar juist op tijd, want nauwe lijks had hij zichzelf stevig op de grond geplant, of de vreemdeling, die zijn vaart niet tijdig in kon houden, vloog in volle vaart tegen hem aan. De beide paren ski latten kraakten en de stukken vlogen er door de hevigheid van de botsing af, maar Harm hield den vreemde stevig vast, waar door zij samen het evenwicht verloren, maar nog voldoende ruimte over hadden om niet in de afgrond te storten. De vreemde wilde, na weer te zijn opge krabbeld, juist een grote mond tegen Harm opzetten, toen hij plotseling de diepe ra vijn voor zich zag en nu begreep hij, dat hij slechts aan het koel bloedige optreden van Harm zijn leven te danken had. Dankbaar drukte hjj Harm de hand. Toen liepen zij beiden op hun zwaar beschadigde skiën naar de eerste de beste herberg in de buurt, waar zij verder met een wagen naar het dorp van Harm gebracht werden. En terwijl zij langs de bergwanden reden, ging de zon onder en wierp haar laatste gou den stralen op het wit te sneeuwkleed. De vreemdeling zuchtte diep en voelde, met grote verlichting, hoe mooi het leven toch eigenlijk is. Herta had vier mooie kinderen, waarop zij vreselijk trots was. Het waren gehoor zame, lieve kinderen, iets wat heus niet elke hondemoeder zeggen kan en als zij met hun viertjes aan het spelen waren, ging Herta er op haar gemak bij liggen, om zo nodig, toch een oogje in het zeil te kun nen houden. Op zekere dag was de trap geverfd, ten minste langs een kant, want anders konden de mensen niet naar boven. De schilder zou de volgende dag terug komen om te zien of de verf al droog genoeg was om de andere'kant ook te schilderen. De kleine kindertjes van Herta waren voor den schilder een beetje bang geweest, maar toen die vreemde man weg was, gin gen zij in de gang weer lustig aan het spe len en stoeien en sprongen ook op en af de treden, terwijl zij, als domme kleine die ren, helemaal niet begrepen, dat zij verf aan hun pootje* kregen. Toen zij het wat al te bont maakten en een van hen even jankte, riep Herta haar kroost bij zich, die alle vier aangestoven kwamen en over en op hun moeder spron gen. Maar ach, wat was er van die mooie wit te Herta over gebleven? Zij wist zelf niet, dat zij er zo dwaas uitzag, maar kleine zus, die de jachthond van een van de bu ren kende, riep opeens naar.haar moeder: „Moeder, kom eens kijken, Herta is een groene jachthond geworden." Moeder kwam dadelijk kijken, wat er aan de hand was en zag toen ook, dat haar hele trap bedorven was en vanzelfspre kend ook de gang. O, wat was zij boos, maar aan de andere kant was het zo'n dwaas gezicht, Herta met al die groene vlekken, dat zij toch weer lachen moest. Herta kreeg nu een flink bad, wat zij hele maal niet prettig vond, maar daar trok moeder zich niets van aan en ook al de kin deren moesten van de verf gereinigd wor den. Het was een heel werk en moeder zorgde er dan ook voor, dat Herta met haar kinderen niet meer in de gang kwam, tot dat de trap geverfd en weer helemaal droog was. Een muzikaal grapje. Muziek is iets, dat men in alle landen en bij alle volkeren terugvindt. Als het werk achter de rug is, zullen velen naar hun muziekinstrumenten grijpen en vooral de genen, die piano spelen, zijn er in grote getale. Ook de viool of heel oneerbiedig gezegd „het jammerhout" heeft vele be oefenaars, terwijl blaasinstrumenten zeer geliefd zijn als verenigingsmuziek. Maar de „duivelsviool", dat is een in strument, wat men niet zo dikwijls tegen- komt. De toon, die het voortbrengt vult het orkest bepaald aan, en indien mogelijk, moeten jullie zorgen zo'n duivelsviool er bij te krijgen. Het is heel gemakkelijk te bespelen en iedereen, die maatgevoel en rhythme in zijn bloed heeft, kan het leren en dat kan men van de leden van een orkest toch ze ker wel veronderstellen aanwezig te zijn. Ook het bouwen van het instrument is een kleinigheid en uiterst goedkoop! „Men neemt", zo lezen wij in moeders kookboek een beetje gebogen lat van gewoon hout, het buigen kan men ook zelf doen. Zorg er maar voor, dat vader niet merkt, dat je een lat van het hek in de tuin hebt afge haald, want dan zou die lat wel eens voor een ander muziekinstrument gebruikt kun nen worden, dat nogal pijnlijk is. Dus, we hebben de smalle lat en om zo ongeveer de lengte aan te geven, moet deze tot oog hoogte komen. Dan hebben wij een breed rond conservenblik nodig en drie dunne draden van ijzer- of koperdraad, maar denk er om, niet moeders waslijnen gebruiken, hoor! een paar spijkers, een paar lege schoensmeerdozen en dan gaan we aan het werk. De lat wordt op de grond gelegd, het ron de blik er op, met de open kant naar de lat gekeerd, dan worden de drie draden Hier zien jullie een grappig spelletje. De bedoeling is n.l., dat jullie het plaatje eerst op een dun stukje car ton plakt en als de lijm goed droog is, de koppen precies langs de omtrek uitknipt. Nu zien jullie, dat elke kop uit vier delen bestaat, ook dat knip je zo overlangs door. Nu heb je dus vier maal acht is 32 stukjes gekregen. Je kunt de stukken nu op allerlei manieren samenvoegen en dan krijg je natuurlijk de gekste combina ties. Maar zelfs om de 32 stukken weer ieder op zijn goede plaats te krijgen, is Heldere nagatieven krijgt men slechts bij een goede donkere kamerlamp, die wer kelijk rood licht geeft. Het spetroscopisch onderzoek van de lamp kan men heel ge makkelijk verrichten; men legt ongeveer dertig centimeter van de rode donkere ka merlamp verwijderd een plaats van mid delmatige gevoeligheid neer met de gevoe lige kant naar boven op de werktafel. Dan bedekt men de helft van de plaats met een stuk karton en schakelt het rode licht in. Nu laat men het rode licht ongeveer een minuut op de onbedekte kant van de plaat inwerken, die men nu ontwikkelt. Vertoont de onbedekte helft een grijze sluier, dan bewijst dat, dat de inwerking van 't licht op het broomzilver plaats gevonden heeft Door het uitschakelen van de lampbescher mer en met de rode filterschijf kan men bij herhaling vaststellen, welke van beide on deugdelijk is en vervangen moet worden. Zeer gevoelige filmen en platen sluieren ook enigszins zelfs bij de meest feilloze donkere kamer, als zij te dicht in de nabij heid van de rode lamp komen. Daarom moet men deze filmen en platen minstens een meter van het licht verwijderd hou den en zo mogelijk in het begin de ontwik - kelingsbaden half afdekken met karton. heel strak over de bus getrokken en van boven zowel als van onderen goed strak vastgemaakt, liet beste "gaat dit met draad nagels. Boven aan de hals van het instrument worden blikranden over en boven elkaar met een spijker vastgemaakt, zodat zij ge makkelijk tegen elkaar aan kunnen slaan en zo een oorverdovend geluid maken. Bij het oefenen thuis brengen wij tussen de dozen wat gummiringen aan, want anders maken wij zo'n leven, dat moeder ons met instrument en al de straat op stuurt, maar bij het orkest kunnen wij de gummiringen er af halen, want dan komt het er juist op aan veel leven te maken. Maatgevoel, dat is de hele techniek. De strijkstok, een buigzame, dunne tak, die mooi gelijk afgeschild moet worden, wordt nu over de snaren gestreken. De ramme lende blikken doosjes bovenaan en het ge- strijk over de snaren geven dan de maat aan. „Een, twee, drie, vier", hoor ik jullie al tellen en dat is goed als er marsen gespeeld worden. Voor een dansje is een driekwartsmaat beter geschikt. Nu oefenen jullie maar goed op dit nieu we instrument, ik weet zeker, dat je er heel wat van terecht brengt en dat men jullie zeker boven alles uit zullen horen. nog een hele toer en een aardig tijdver drijf. Wil je het spelletje heel mooi ma ken, dan kun je de gezichten ook nog kleuren. HOE EEN CENT DOORBOORD KAN WORDEN. Het is heus niet zo moeilijk als het schijnt. Men neemt een kurk, waarin men middendoor een naainaald steekt, waarvan de punt juist te zien moet komen. Van bo ven knijpt men nu de naald met een nijp tang door, zodat deze gelijk komt met de bovenkant van de kurk. Nu nemen wij een cent, leggen die op een stuk stevig hout, en geven dan op de kurk met een flinke hamer een vaste, harde slag op de kurk. Jullie zult zien, dat de naald zonder enige moeite door de cent heengegaan is. w. 650 WONDERKINDEREN VERDIENEN GELD VOOR HUN OUDERS. In 'n Amerikaans tijdschrift stond een artikel over ""de rol, die de wonderkinde ren in de Verenigde Staten spelen, en het vertelde, dat 650 gezinnen onderhouden worden door wonderkinderen. De meeste wonderkinderen spelen op concerten. Ver der spelen veel kinderen bij de film. Twee kinderen verdienen veel geld door schaak wedstrijden in het openbaar te spelen, net zoals Euwe en Aljechin. Ze zijn 8 en 9 jaren oud niet Euwe en Aljechin, maar de kinderen! DONIZETTI EEN DIEF? De Italiaanse componist Donizetti had de gewoonte, als hij opeens een muzikale in geving kreeg, om dan ergens onbewegelijk en in gedachten verzonken te blijven staan. Zo gebeurde het dat hij voor een Parijse Modewinkel stond en naar de geëtaleerde hoedjes keek, dat er plotseling enige mooie melodiën door het hoofd gingen. Hij bleef geruime tijd staan, ging toen naar huis om de melodiën op te schrijven en kwam de volgende dag terug en jawel, opnieuw hoorde hij nieuwe muziek. Zo keerde hij al ongeveer een week lang iedere dag terug. Dat kwam den eigenaar van de Modezaak verdacht voor en ten einde raad besloot de ze de politie in de arm te nemen. Toen Do nizetti de volgende dag weer terug kwam, stapte een agent op hem af en vroeg: „Wat doet U hier aldoor voor de winkel, U moet doorlopen." Donizetti schrok van den agent en zei toen verontschuldigend: „Ik zoek hier het slot van de derde acte van Lucia." De agent keek hem eens aan en ging toen naar den eigenaar waar hij zei: „U hoeft niet bang te zijn, die man is alleen maar niet erg goed bij zijn hoofd." EEN PRACHTIG VOORBEELD. Een vader en zijn zoon zaten samen over allerlei te praten, toen de jongen opeens vroeg: „Vader, wat betekent „voorschot"? Vader: „Voorschot, dat is geld, dat je aan een advocaat betaalt, wanneer hij een pro ces voor iemand gaat voeren." Zoon (na even te hebben nagedacht): „Oh! Dus voorschot is eigenlijk hetzelfde als bij de gasmeter. Eerst moet je een penning in de gasmeter doen en dan komt het gas. EEN KORTE NACHT. Willy ging met zijn ouders voor het eerst mee op reis en toen zij in Zwitser land waren aangekomen, ging de trein op eens door een tunnel. In de hoek waar Willy zat, was het opeens doodstil. Na een kwartiertje kwam de trein weer in het vol le daglicht. Verbaasd keek* Willy naar bui ten en riep uit; „Opstaan, 't is al morgenl"

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1936 | | pagina 6