i
w
WORDT Oi HULP GEVRAAGD
EEN EIERWARMER.
T
Een aardige manier
em plaatjes te ieekenen
V
1
L
i
1
l)
I
Oplossing Mozaïkirazzle.
\2/
3
IA x*
Mijnheer Spijker was een bekwaam
timmerman. Hoewel hij nog jong was.
woonde hij in een huisje dat hijzelf had
getimmerd en dat hij heeletna.nl had in
gericht zooals hij dat had willen heb
ben. Hij woonde daar dus erg naar zijn
zin. Vrienden en kennissen had hij niet,
hoewel de menschen geen hekel aan
hem hadden. Maar hij was een stille
man, en bleef maar liever alleen in zijn
eigen huisje zitten; hij hield erg veel van
lezen en als hij dan bij een heerlijke
warme kachel zoo rustig zat te lezen,
dan kon hij erg tevreden zijn met zijn
lot.
Toch had hij een vriend, en wel een
heele groote vriend, namelijk een klei
ne grijze muis, die al dadelijk toen hij
zijn huisje gebouwd had, zijn intrek bij
meneer Spijker had genomen. Toen deze
dan ook voor zichzelf een gemakkelijke
leunstoel had gemaakt, besloot hij ook
voor zijn muizenvriend net zoo'n stoel,
maar dan een verkleinde uitgave te ma
ken. Daar was het muisje heel blij mee
en 's avonds zaten zij dan beiden rustig
samen.
Natuurlijk kon de muis niet lezen of
schrijven, maar dat was geen bezwaar,
omdat meneer Spijker dat alleen wel
kon. Hij las dan zijn vriendje soms een
stukje, dat heel mooi was, uit eon hoek
\oor en de muis, die met zijn kopje
scheef naar hem luisterde, zei dan als
meneer Spijker ophield: Piep, piep. Dat
wilde zooveel zeggen als: „Dat was heel
mooi."
Op zekeren avond, het was huiten
stormweer en het water viel met dikke
stralen op de aarde, dat zij weer samen
rustig zaten te lezen, hij de warme
kachel. Opeens werd er hard tegen de
deur gebonsd en meneer Spijker, .een
beetje hoos over deze rustverstoring,
stond op en keek door het luikje in de
straatdeur, om te zien, wie daar stond
te kloppen.
Het was een arme man, die riep: Ach
meneer Spijker, zoudt U niet even met
me mee willen gaan, het dak is bijna
van mijn hutje-afgewaaid.
Meneer Spijker voelde er eigenlijk niet
veel voor om met zulk weer zijn warme
huis te verlaten en zei: Dat kan toch
wel tot morgen wachten, het is veel te
slecht weer.
Maar de arme man jammerde: Toe
meneer Spijker, helpt u mij alsjeblieft
nu dadelijk, want mijn kinderen slapen
vlak onder het dak en nu vatten zij kou
en kunnen niet in een nat bed slapen.
Toen begon het goede hart van me
neer Spijker weer te spreken. Hij trok
een paar waterlaarzen aan, en een
flinke regenjas, en ging toen, nadat hij
zijn gereedschap had opgezocht, met
den armen man mee. Dat was hoog
rioodig, want werkelijk, verschillende
planken van het dak waren losgewron
gen door den storm en misschien zou
het heele dak wel naar beneden geko
men zijn, als hij tot morgen had ge
wacht. Vlug maakte hij het weer in or
de en een uurtje later was alles weer
klaar. De arme man vroeg hoeveel hij
hiervoor moest betalen, maar meneer
Spijker zei: Wel, mijn beste man, na
tuurlijk niets, je kon toch zoo niet blij
ven wonen.
Voordat de arme man hem had kun
nen bedanken, was meneer Sijpker ver
dwenen en toen deze thuis kwam en de
muis nog rustig in zijn stoeltje op hem
zat te wachten, zei hij: Ja, ja, als een
mensch een goed werk verricht heeft,
dan is het in zijn huis eigenlijk nog
prettiger. Piep, piep, zei de muis, wat na
tuurlijk beteekende: i.Ja, daar heb je
gelijk in."
Nu ga ik deze week een aardige eier-
warmer met jullie breien. Je kunt twee
kluwen wol gebruiken, maar ik vind hol
heel mooi om h.v. wit en oranjeachtig
geel te gebruiken; dat doet jo zoo den
ken aan het eiwit en het geel van het ei.
dat er onder komt, vind je niet? Jullie
hebt dus witte wol en oranje en bijpas
sende naalden. Mooi, we beginnen dan
met 20 steken op te zetten met witte wol
pn breien daarna:
le toer recht, tweede toer averecht, oe
toer recht, 4e toer averecht. Nu knoo-
pen we de gele wol aan de witte draad,
vlak hij het werk en breien verder, 5e
toer (geel) recht, 6e toer recht, 7e toer
averecht en 8e toer recht. De 9e toer als
de eerste, de 10e toer als de tweede, enz.
We zien clan, dat we streepjes wit en
geel krijgen en het geel staat iets bol,
doordat het alle averechte steken zijn op
den goeden kant. We breien nu steeds
niet 2 kluwen aan het werk; omdat we
anders allemaal knoopen zouden krij
gen van het telkens aanhechten, bij het
verwisselen der kleuren.
We gaan verder tot we 9 strepen wit
en 9 ribbeltjes geel hebben en kanten
af. Nu naaien we het dicht; (de opzet-
steken tegen de afkant-steken) en ha
len het aan den bovenkant bij elkander,
maar laten een kleine opening waar het
kwastje, waarmee we hel afmaken, n
doorgehaald kan worden en aan thm
binnenkant vastgehecht wordt. Vont I i
kwastje neem je een reepje karton \an
ongeveer 3 c.M. breedte en windt daar
h.v. 15 of 20 maal de gele wol om,
schuift het van het karton af, terwijl je
do. onderkant nog eens 'n keer of 6 om
windt en den bovenkant van de draad
jes doorknipt en wat uithaalt en gelijk
afknipt.
Nu de onderkant. Hiervoor gebrui
ken we een niet te fijne haaknaald; ne
men witte wol en hechten aan, maken
een vaste, daarna 5 losse, een halven
vasten en den 2en lossen steek en 1 cM.
vanwaar we begonnen zijn weer een
vasten; 5 losse in de 2e, een halven vas
ten 1 c.M. verder een vaste, zoo gaan we
verder tot de geheele onderkant omge-
haakt is en het door de grove picots als
een geschulpt onderkantje uitziet; zie
zoo nu de draadjes afhechten en onze
ei er warmer is klaar! Vindt jullie niet,
dat het er aardig uitziet? Ik weet zeker
dat jullie er nu meer gaat maken en
dat de koffietafel met Pasclien versierd
wordt met jullie zelfgemaakte eierwar-
mers. Nu, meisjes, flink aan liet werk!
Het zal wel niemand
moeilijk vallen de ijsbeer in
het onderste hokje na te
teekenen, als je vierkantje
voor vierkantje nauwkeu
rig nateekent. Zoo kun je
alle teekeningen nateeke-
nen, door 't origineel eerst
in gelijke ruitjes te verclee-
len en te nummeren. Ook
vergrooten kan je een tee-
kening, dor b.v. de onder
ste ruitjes tweemaal zoo
groot te nemen. Hoe meer
vakjes je op de origineele
teekening maakt, hoe fijner
ie eigen teekening wordt.
1
2
3.
4
5
6
7
8
9
'O
ij
12
'4
2
3
N
-\
u.
ftt
X
6
Cu
•s
8
s*
9
-Jfi
Sw
J
2
4
5
6
7
8
9
IO
12
13
14
2
3
4
5
6
7
8
9
(Van de vorige week.)
\2/
4 A
3
y 1
•/X
3
3
4 Y 4
/2\
/2\.
Hierboven zien jullie het vierkant
dat samengesteld moest worden uit
de drie figuren, die we de vorige
week gaven.
Yoldoende voorraad.
Twee leren zoeken werk en staan bij
den ingang van een mijnschacht te
wachten, toen er een liftkooi vol men
schen naar boven kwam.
De eerste Ier: Kom, laten we maar
weggaan, hier is voor ons toch niets te
doen.
De tweede Ier: Waarom niet?
Eerste Ier: Ach, als ze menschen noo-
clig hebben, dan halen ze ze immers uit
den grond, dat zie je toch?
het U..C.B. is nog nimmer zulk een
groote hoeveelheid in één maand ge
ëxporteerd. Het noodzakelijk gevolg van
deze hause is geweest, dat de Engel-
sche markt met uien is overstroomd. Het
evenwicht tusschen vraag en aanbod werd
verbroken, met als noodzakelijk gevolg,
dat de prijzen geweldig kelderden! Een
meer regelmatige export, om daardoor
de prijzen stabieler te houden, is ten
zeerste gewenscht. Bij den thans heer-
schenden ongebreidelden export met als
gevolg de zeer schommelende prijzen,
brengt noch de exporteur noch de pro
ducent eenig voordeel,
Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschap
In het jaarverslag van het Zeeuwsch
Genootschap over 1932-'33, uitgebracht
door den secretaris, mr. A. Meerkamp
van Embden, wordt vermeld, dat aan de
bekende penningkundige, Mej. M. J. A.
de Man ontslag verleend is als conser-
feuilleto^T
Een meisje en een man
Naar het Engelsch, van Curtis Yorke.
7 (Nadruk verboden).
„Ik heb een troep Mexicanen van de
mijnen in Zuid-Caiilornfë", was 't eenigs-
zins gedwongen antwoord.
„Nu, mijn waarde heer, die zullen alle
maal binnen de zes weken staken", zei
de eigenaar van de Curlow kolenvelden,
minachtend glimlachend.
Warwick haalde zijn schouders op.
„Dat moet ik er op wagen", antwoordde
hij, bewust, dat zijn afkeer voor dien
man met de seconde to mam.
„O1, u zult het wel ondervinden ik
ken die schooiers. Zorg, dat u de baas
blijft, anders zijn zij 't, vooo u h&t weet.
Behandel ze als honden, tra,p ze, sla
er op, dat is de manier waarop ik met
dat gespuis om ga; maak hen doodsbang
en ze knielen en likken uw laarzen".
Wat dit betreft sprak mottige Sam
niets meer dan de waarheid. Zijn onder
geschikten waren bang voor hem en
haatten hem, maar ze gehoorzaamden
hem op 'n schuchtere, slaafsche wijze,
die een gevoeliger man niet aangenaam
zou aandoen.
Warwick gaf geen antwoord. Met Iden
besten wil van de wereld, kon hij niet
meer dan de gewone beleefdheid in acht
nemen tegenover dezen ongenooien
gast. De ander vermoedde dit wel, maar
scheen er zich niets van aan te trekken,
het gaf hem nu eenmaal een zeldzame
voldoening, zijn medemenschen afkeer in
te boezemen. Beesten krompen voor hem
in elka,ar en topnden hun vijandigheid
vatrice ider munten en penningen en dat
zij benoemd is tot eerelid van het Ge
nootschap. Zjj is vervangen door mr. J.
W. H. de Veer. De heer S. Berdenis van
Berlekom vermaakte f 5000 aan de ver-
eeniging. Ontvangen werden eenige Bel-
lamy-reliquieën. Het Genootschap telt
thans 4 eereleden, 41 directeuren en 602
leden. Verder bevat de afleveringen een
bijdrage over „De Arno en het Arne-
muidsche voetpad", (met een kaart) van
den landbouwer historicus F. P- Polder
dijk, getuigend van zeer nauwkeurige ar
chiefstudiën en groote plaatselijke kennis.
(Buitr-n verantwoordelijkheid der redactie)
Cortie irordt. niet teruggezonden
Mijnheer de Redacteur,
Het zal dezer dagen juist een jaar
geleden zijn, dat Kommandant Boa we Vlas
de groote samenkomst, waarin ook het
woord werd gevoerd door Ds. Gerritsen,
voor zoover ze durfden. Ook dit gaf hem
groote voldoening.
Hij nam Warwick's ietwat koel aanbod
van een whiskey aan, stak een nieuwe
pijp op en vertrok, na aangeboden te
hebben, om op 'n goeden dag de boel
eens te komen „inspacteeren", zooals hij
't noemde.
Warwick vergezelde hem tot aan het
hek buiten zijn primitïieve won,ing en
zei „loop naar de maan", toen zijn be
zoeker uit het gezicht verdween.
Op de een of andere wijze echter, kon
hij de gedachte aan den pafferiger) op
schepper niet scheiden van die aan Chris
tian Cunninghame. Er was een onuitstaan
baar air van ingebeeldheid in zijn stem en
uitdrukking geweest, toen hij 't over haar
had.
Natuurlijk zou Warwick zich daarvan
niets van hebben moeten aantrekken.
De eigenares van Caroley was allesbe
halve verzoenend tegero/er haar onwel-
komen buurman op Barnethan. Maar toch,
de gedachte aan haar, de klank; van haar
stem, het afwenden van haar hoofd', de
onvriendelijke woorden hinderden en
kwelden hem en hij kon dit gevoel maar
niet van zich afzetten.
Aan den anderen kant dacht Christian
ook vaak aan hem, maar niet op een
vriendelijke manjer, en misschien niet
zonder reden.
Toen haar onhandelbare, maar goed
hartige oom gestorven was, en haar al
zijn bezittingen had nagelaten, onder die
bedinging, dat ze 't geld moest gebruiken,
om de verloren ader van de Carolsy te
vinden, had zo zich in 't gareel geworpen
en onverzettelijk besloten de plannen van
den ouden man uit te voeren.
Maar 't was wel wat erg hard, id'at juist,
toen ze den lflop van d|ei ader hap Vjftst-
alhier, en Majoor Buiterman uit Den Faag,
leidde in de Nieuwe Kerk. j
Het bijwonen van deze dienst zal voor
velen het begin zijn geweest van een
beter begrijpen van den Leger des Heils-
arbeid '©n het volgen van de[ verschillende
berichten en mededeelingen in de plaat
selijke bladen en in de „Strijdkreet" be
treffende het werk op geestelijk en, maat
schappelijk gebied in Nederland zoowei
als daarbuiten (het Leger des Heils» werkt
thans in 86 landen 1) zal in het sindsdien
voorbijgegane jaar de opgewekte belang
stelling en sympathie zeer zeker slechts
hebben vergroot.
Het is daarom dat ik, waar ions als
plaatselijke afdeeling door den Komman
dant is opgedragen voor Schouwen en
Duiveland de belangen daarvan te be
hartigen en dei toestemmingen der be
trokken gemeentelijke au'oriteiten hier
voor bereids zijn verleend, met vrijmoe
digheid Uw vriendelijke aandacht vraag
voor de jaarlijksche Zelfverloochenings
gesteld, en besloten had langzamerhand
genoeg geld te sparen, om de Barnethan
claim te koopen, Warwick was korren
opdagen en al haar hoop den bodem
had ingeslagen.
„O, Milly", zei ze 's avonds na die hon
denvechtpartij, „het lijkt alles zooi ho
peloos. We kunnen evengoed naar Enge
land teruggaan, 't Is nutteloos, tegen
dien man te vechten".
„Kom, kom, juffrouw Chrissie", troostte
Milly haar. „Ik zou niet iei de put zitten,
alsi k u was. U weet hoe 't miet die
aders gaat, wat voor bochten en kronke
lingen zij maken; ze zijn als krampen
zoo zijn zij er - en zoo zijn ze weg.
Word niet moedeloos, hartje, 't Zal alles
in orde komen".
Even daarna kwam Raeburn, Christi
an's meesterknecht binnen, na 'n korten
achleloozon tik, eigenlijk maar een stomp,
op de deur. Hij was eer.t man van midjdel-
niatige lengte, met een slecht ontwikkelde
neus en kleine, diepliggende oogen. Zijn
kleeren ware.i hier en daar met stukken
grof touw samengebonden ,en klaarblij
kelijk oorspronkelijk voor een veei grop-
teren man gemaakt.
„Buiten is een man om u te spreken,
juffrouw, „zei hij, met een gemelijke, stemt,
die in overeenstemming was met zijn
gelaatsuitdrukking. „Hij komt van Vent-
ney, ten noorden van Calgary; hij be
weert hier vroeger in den tijd1 van uw
oom gewerkt te hebben".
„Vraagt hij om werk", vroeg Christian.
„We kunnen nog wel iemand gebruiken,
is 't niet? nu Pote weggaat". Hoe zjiet
hij er uit?"
„Hij lijkt een behoorlijke kerel, een
beetje in de narigheid zou ik zeggen",
antwoordde Raeburn.
„Wel, ik kan hem in elk gevat even
Aanvrage, welke gedurende de maanjd
Maart over geheel ons land z&i worden
gehouden door de Heilsoldaten (welke
allrm geheel belangeloos collecteeren) ten
einde "het Leger des Heils in staat te
stellen zijn arbeid voort te zetten.
Onderstaande gegevens zullen U aan-
toonen, dat het Leger in dezem tijd, waar
in meer dan ooiit in hei: verleden, een
beroep op zijn hulp wordt gedaan, dit
gezegend werk onder behoeftigen en ge
vallenen slechts izal kunnen voortzetten
dank zij krachtigen steun van helt publiek,
dat ons echter steeds nog prachtig heeft
geholpen.
Gaarne beveel ik dan ook deze; collecte,
welk© 1, 2 en 3 Maart te Zierikzee en
daarna in de lander© gemeenten van het
eiland zal worden gehouden, ten zeerste
aan en vraag U vriendelijk, wanneer wij
dezer dagen met de collectebus bij U
aankloppen, ons niet teleur te stellen,
doch naar Uw vermogen bij te dragen.
U vergemakkelijkt daardoor ten zeerste
onze taak en maakt, dat wij voor dit
te woord staan. Laat hem maar binnen".
Raeburn vertrok ien meteen stond in
zijn plaats een groote, magere, smalge-
bouwde man.
„Goedenavond", zer Christian met een
ongedwongen glimlach, die oorzaak was
van haar popu auleit onder de mijnwer
kers en de meeste menschen met wie zij
in aanraking kwam. „Mijn meesterknecht
vertelde me, idat je, toen mijn 0,0m1 nog
leefde, hier gewerkt hebt?"
„Ja", antwoordde d© man, met een lage
eentonige stem, „ik heb ongeveer twee
jaar in de Carolay gewerkt".
„En waarom ben je weggegaan?" vroeg
't meisje, hem met vaste, vriendelijke
cogen aanziend.
„Ik ging weg om te trouwen". Ter
wijl hij sprak scheen zijn gezicht le ver-
bleeken en hij legde een hand op idle
tafel, als wilde hij steun zoeken.
„Hoe heet je?"
„Mijn naam is Fraser, Joseph Fraser",
antwoordde hij zwak.
Christian keek hem nog steeds gespan
nen aan.
„Arme kerel, je bent uitgehongerd", zei
ze met een stem, zoo vriendelijk dat
Warwick, die nauwelijks herkend zou heb
ben. „Wanneer heb je voor 't laatst iets
te eten gehad".
„Dat weet ik niet", mompelde hij. „Een
heele tijd niet, geloof ik, maar dat hjn,-
dert niets 1"
„Welzeker hindert idai", klonk het vast
beraden. „Ga met me mee, dan zal mijn
huishoudster je wat te eten geven; Daarna
kunnen we de zaken bespreken".
Een half uur later verscheen Fraser,
versterkt door een stevig avondmaal en
e©n kan bier, weer in Christian's; zitkamer.
„Dank u, juffrouw", sprak hij min «of
meer besohqamd, toen 't meisje haar) boek
collecteeren zoo weinig mogelijk tijd aan
onze eigenlijke arbeid behoeven *te ont
trekken. Bij voorbaat vriendelijk dank.
Het Leger des Heils onderhoudt in Ne
derland thans o.a.:
8 Barmhartigheidsposten; 2 K'.cuderhifi-
zen1 (Meisjeshuis1 JcngenShujiis1 Rust
huis; 1 Vacianiieoord v. kinderen; 3 Avond
stondtehuizen; 2 Tehuizen v. Ouden. v.
dagen; 2 Reddingshuizen1 Tehuis voor
Ongeh. moeders; 1 Laodkolonie; 1 Jon-
genstoevlucht5 Tehuizen v. Vrouwen en
Kinderen; 4 Gosdkoope Volkslogementen;
3 Hotels met Restaurant; 7 Industrieel©
mricntmgen1 Middernacht post; 6 Nacht-
asyls; 13 Reclasseeringsbrigades.
In deze tehuizen zijn verpleegden uit
alle provincies en zonder onderscheid van
richting of godsdienst.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor
de verleende plaatsruimte, verblijve,
Hoogachtend,
Kapitein DE PREE,
Bevelvoerend Officier afd. Zierikzee.
neerlegde en ernstig glimlachte, „damk
u en God zegene u".
„Ga zitten", verzocht ze, „je ziet er
zwak en ziek uit. Ik heb besloten je een
maand op proef aan te nemen; mijn
meesterknecht, Raeburn, zal je je werk
wijzen 'en je joon. dat hij' met je zal over
eenkomen, wekelijks uitbetalen. A propos,
je ging weg van mijn oom, om1 te trou
wen, zei je. Is je vrouw bij je?"
„Ik ging weg om te trouwen", zei 'hij,
langzaam en blijkbaar met inspanning
sprekend, maar maar".
„Ik begrijp 't", zei ze haastig. „Je vrouw
heb je haar verionen?"
„Ik heb haar nooit gehad", zei hij, met
verstikte slem. „Och, weet u", vervolgde
hij na enkele oogenblikken, „ik ben er
kapot van geweest en heelemaal er over
heen ben ik eigenlijk nog niet. Maar
zij was een wispelturige meid en toen
puntje bij paaltje kwam, gaf ze me den
bons. Ze had een jongen leeren kennem,
die erg veel notitie van haar nam; pen
opschepper, die veel geld' verdiende en
verteerde en dat bracht haar het hoofd
op hol. Ze is niet met hem getrouwd en
heeft nu een leven als een hel. Die ge
schiedenis heeft me heelemaal uit m'ijn
evenwicht gebracht, ea ik ben een poos
aan de zwerf geraakt. Ten slotte ben
ik nu weer hier in de buurt beland' en
het was alsof een inwendige stem; me zeo,
bij u aam te gaan. Ik heb hier een besten
tijd gehad, ziet u —uw 00111 is altijd erg
goed voior mij geweest. U zouidt een
trouwe dienaar aan mij hebben, juffrouw,
I als u mij gebruiken kon".
Christian stond op.
I „Nu Fraser, ik vind het prettig dial je
zoo vertrouwelijk legen me geweest bent.
Dus morgenochtend ga je maar aan oen
I slagi" (Wordt vervolgd)