Bruintje en sneeuwbal.
Werken,
het beste geneesmiddel.
Slangenleer.
PRACTISCHE WENKEN.
MODEWENKEN.
De twee veulens die
vriendschap sloten
FORSYTHIA.
EEN RAAM-TRANSPARANT
„Ook dit zal voorby gaan."
Wanneer men droevige ervaringen heeft
opgedaan of erger nog, een groot verlies heeft
geleden, dan klinken raadgevingen veelal
hard en koel, hoewel zij veelal met de beste
bedoeling gegeven worden.
Het meest verkeerde is bij de pakken neer
te blijven zitten en toegeven aan het ver
driet. Zich hieraan onttrekken kost inderdaad
moeite en inspanning.
Het beste, wat men kan doen is echter be
zigheid te zoeken; het geeft niet alleen vol
doening, doch het besef een opgenomen taak
te moeten volbrengen, staalt den wil en
leidt de gedachten af, geeft kracht.
Het komt er niet op aan, weften arbeid
men verricht of deze van huishoudelijken
aard is, dan wel intellectueele of- handenar
beid. Het doet de gedachte aan eigen lijden
q\ verdriet minder sterk op den voorgrond
traden.
Het lidteeken der geslagen wonde blijft
wellicht bestaan, de schrijnende pijn der
wonde vermindert echter naarmate deze ge
neest. Het geneesmiddel is voor ieder, die
dit wil, te vinden, hetzij in eigen of andere
omgeving.
Een wijze koning, die heel veel moeite en
zorgen in zijn leven ondervonden had, tracht
te deze eveneens door hard werken te over
winnen en dacht hij dan somwijlen, dat het
hem te machtig werd, dan keek hij even naar
zijn ring, waaraan een wondermooie steen
flikkerde en dacht: „Ook dit zal voorbij
gaan."
Zeer zeker spreekt hieruit een groote le
venswijsheid, want inderdaad is niets blijvend
en heelt de tijd alle wonden.
In ieder menschenleven komen moeilijkhe
den voor, die overwonnen moeten worden.
Welnu, ook voor hen is een geneesmiddel te
vinden in den vorm van werken, terwijl te
vens kracht geput kan worden uit de wijze
woorden: „Ook dit zal voorbij gaan!"
COMPLET
voor eisjes van 2—6 jaar.
Dit allerliefste complet bestaat uit mantel,
muts en slobbroek, en zal in zachte tinten een
lief geheel geven. Bleu, zacht groen, bois de
rose, beige e.a., terwijl een warme tint rood
ook heel goed kleedt.
gende kraag, die hoog aansluit, mouwen met
kleine opslagen. Sluiting met drie knoopen.
Het model Is vlot, even aangesloten en naar
onderen toe een weinig klokkend.
Het mutsje bestaat uit de bol, waartegen
de ronde band gestikt wordt, terwijl een
boordje om het hoofd sluit.
Het slobbroekje sluit met een elastiek om
het midden, terwijl aan de zijkanten als gar
neering (bij den enkel) kleine knoopjes wor
den aangezet.
Naar verkiezing kan men ook een ritsslui
ting aanbrengen op zijde van de broek.
Het geheele patroon ziet men op bijgaand
plaatje uitgelegd, zoodat zelfs minder erva
ren moeders een leiddraad hebben betreffen
de de verschillende deelen.
De mantel heeft ten kleine cape en omlig
30 van alle damesschoenen
van dit materiaal.
Jaren geleden werd door een Zwitsersche
schoenenfabrikant voor het eerst slangenleer
verwerkt tot schoenen, hetgeen als een groote
bijzonderheid gold.
Thans worden alleen in Engeland 40 milli-
oen paar schoenen van slangenleer gemaakt.
Meer dan 30 van het aantal damesschoe
nen is er van gemaakt en 35 gedeeltelijk.
In 1925 was er in Engeland slechts één fir
ma, die dit leer verwerkte en in 1928 werden
er 2.500.000 slangen om der wille van de huid
gedood.
In 1932 leverde alleen Britsch-Indië 4 mil-
lioen slangen en de gezamenlijke uitvoer over
den geheelen wereld naar Engeland bedroeg
meer dan 11 millioen.
Ongeveer 2000 menschen oefènen in Bra
zilië het beroep van slangendooder uit; in
Britsch Indië 3000; in Ned. Indië 2000; in Zui-
Amerika 3000 en' in Ohina 1000.
Hebben de veelal fijngevoelige dames met
hare elegant geschoeide voetjes van slangen
leer wel eens gedacht aan de consequenties,
die deze mode mét zich brengt?
MODERNE JAPON VAN WOLLEN
STOF.
In groote verscheidenheid brengt het nieu
we seizoen ons een
overgroote keuz9
van weefsels, die
niet behoeven on
der te doen voor
zijden of fluweelen
stoffen.
Deze moderne
japon met garnee
ring van smalle
plissé's, heeft drie
kwart lange mou
wen met breede
manchetten. De
plissé garneering
wordt langs de
punthals en het
voorpand aange
bracht en loopt tot
even onder de tail
le tot de midden
naad der rok door.
De rok heeft
midden voor en
achter een naar
binnengaande stolp
plooi, die aan de
onderzijde uit
springt.
Patronen verkrijgbaar in alle gewenschte
maten onder vermelding Nr. 2015.
Veelal wordt de hals van japonnen iets la
ger uitgeknipt dan de onderjurken, waardoor
de laatste geregeld te zien komt. Men kan
dit euvel verhelpen, door in de voorzijde der
onderjurk een stukje kant in V-vorm in te
zetten, b.v. met feston steken. Men kan dit
laatste zoo noodig wasschen en opnieuw in
zetten.
Indien een onderjurk te lang is en men er
de voorkeur aan geeft niets af te knippen
dan maakt men aan de binnenzijde een op-
riig, zóó, dat deze gelijk met de zoom valt en
de kleine rijgsteken juist onder de zoomste-
ken.
-=*r-
HET AANVRAGEN VAN KNIP
PATRONEN.
Om het onze lezeressen gemakkelijk te ma
ken kunnen patronen voortaan ook per brief
onder bijsluitin.g van f 0.58 in postzegels voor
japonnen en f 0.30 voor breipatronen worden
aangevraagd bij de moderedactrice van dit
blad, Muzenstraat 5 b, 's-Gravenhage.
Patronen worden ook toegezonden na over
schrijving van het bedrag op postrekening
191919 ten name van den knippatronendienst
te 's-Gravenhage.
De maat en het nummer van het patroon
met uw volledig adres vooral duidelijk ver
melden.
-ai-
Indien men een lang, slank figuur heeft,
kleedt een avondjapon, die een weinig uit
staat, bijzonder goed. Men kan dit verkrijgen
door op de onderjurk op kniehoogte twee
zijden (b.v. taf) strookjes te zetten. Bij het
heen en weer gaan hoort men thans tevens
het eigenaardige frou-frou der zijde.
Indien men een organdië avondjaponnetje
heeft met gebloemde of andere motieven, dan
kan men hierbij afwisselend een witte- of
gekleurde .organdië cape dragen, b.v. bestaan
de uit twee ruime volants over elkander. De
kleur moet evenwel overeenstemmen met de
hoofdtint der ianon.
Wist gij, dat blikjes sardines, die men ge
durende langeren tijd bewaren wil in kelder
of provisiekast, wekelijks gekeerd moeten
worden? De olie kan dan in beide zijden van
de vischjes inwerken.
Modewenk*
Indien rnen zomerkleeren maakt van
waschbare weefsels met pofmouwen, dan
wordt aan de onderzijde hiervan een zoom
gemaakt met aan beide zijden van de naad
een inknip aan de binnenzijde, die gefeston
neerd wordt. Door de verkregen opening
wordt het elastiek geschoven, waarbij aan
dc einden een haakje en een oogje is gezet
en hiermede dicht gehaakt wordt. Bij het
wasschen wordt het elastiek uit de mouw ge
nomen, zoodat deze heel gemakkelijk gestie
ken kan worden.
Een ander idee is de openingen aan den bo
venkant van den zoom te maken en een
reepje blouse-materiaal door te schuiven, dat
gestrikt wordt,
Wasschen van gems leeren hand
schoenen.
Men neemt lauw zeepwater, waarbij men
een eetlepel slaolie voegt, hierin legt men de
handschoenen en knijpt ze, vooral niet wrij
ven, zoodat het vuil verwijderd wordt.
Overspoelen, zoo noodig eenige malen in
schoon, lauw water, daarna buiten in de
schaduw laten drogen, niet wringen.
Melk-vlekken verwijdert men uit zijde, door
gelijke deelen warm water en glycerine in
een kommetje te doen en de plek hierin te
leggen, daarna, met een zacht borsteltje er
over heen gaan en uitspoelen met water,
daarna uitstriiken.
door
TINE BREEBAART.
Een paar. dagen na de geboorte van
de twee veulens, in denzelfden stal yan
Boer Klaas hadden de moeders de klein
tjes met elkaar laten kennis maken. De
veulens keken elkaar eerst heel verwon
derd aan, doch de kennismaking viel
nogal mee en zij wreven hun kleine
^neusjes eens tegen elkaar, wat in de die
renwereld beteekent dat de dieren el
kaar zeer genegen zijn. Zij besloten voor
hun heele verdere leven gezworen vrien
den te zijn.
De veulens groeiden en groeiden en
waren heel gezond.
Zij maakten de gekste sprongen om
hun moeders heen, doch hoe ouder- ze
werden, hoe meer zij van elkaar gingen
houden. Eenige weken na hun geboorte
kwam de lente en al spoedig mochten
zij overdag met hun moeders de wei in,
wat zij heerlijk vonden. Daar speelden
zij samen, graasden samen, holden sa
men over het veld en als hun moeders
hen nu en dan riepen om hen les te ge
ven, dan leerden zij samen, hoe je moet
doen om een gewillig en gehoorzaam,
maar vooral een dienstvaardig paard te
worden. Bruintje hielp Sneeuwbal en
'deze hielp zijn vriendje weer, als zij
soms iets niet begrepen. Zij vonden
trouwens, dat samen leeren veel gemak
kelijker was.
Op zekeren morgen, toen de belde
veulens al veel grooter waren, maar nog
niet groot genoeg om voor zichzelf te
kunnen zorgen, zei de moeder van
Bruintje: „Mijn zoon, ik ga vanmorgen
naar het dorp, om melk te brengen bij
jfe Bipnsclien."
,,En ik", zei de moeder van Sneeuw
bal, „ik moet ook weer aan het werk.
Ik ga straks met onzen baas naar hef
hooiveld, want het hooi moet gekeerd
worden."
„Maar we vertrouwen erop, dat jullie
brave kinderen zullen zijn en dat jullie
op elkaar zult letten, terwijl wij aan ons
werk zijn," hernam Bruinje's moeder
het woord.
s,Natuurlijk, lieve moeder," antwoord
den Bruintje en Sneeuwbal vroolijk.
Zij wuifden met hun staart naar Hun
lieve moeders en lagen samen in een
hoek van de weide, elkaar de lessen te
overhooren die zij voor dien dag leeren
moesten. Zij hadden vastbesloten werke
lijk gehoorzaam to zijn. Na het leeren
der lessen besloten zij een paar keer de
weide om te draven, daarna gingen zij
grazen; nu, het gras was heerlijk frisch
en sappig.
Terwijl zij zoo aan het eten waren,
vond Sneeuwbal, dat zij na den maal
tijd den rijweg moesten oploopen en
naar de zee wandelen. Dat vond Bruin
tje ook een pracht idee en béiden ver
heugden zich zeer op dat uitstapje. Even
later waren zij op weg.
Net toen de moeder van Bruintje even
thuis kwam met een zwaar beladen wa
gen heerlijk geurend hooi, kwam Bruin
tje gejaagd aanhollen en sprong zenuw
achtig om haar heen. 5,Kind", vroeg ze,
„wat is er, je bent al je. goede manieren
vergeten!" 'i
?,Neen,- moeder, heusch niet," ant
woordde Bruintje, 5,maar ik ben zoo ge
schrokken, toe vertel gauw aan den boer,
dat hij met me mee moet". Hij draaide
zich plotseling om en li'ep naar den uit
gang van de weide, kwam daarna weer
terug naar zijn moeder, liep weer naar
den boer, duwde zijn klein neusje tegen
diens arm aan en smeekte hem te vol
gen. Eindelijk slaagde Bruintje er in
den boer duidelijk te maken, dat er iets
niet in orde was en liep met het veulen
mee, de weide uit, over den straatweg
tot vlak bij de zee, waar het strand was.
Door de vloed, waren er diepe kuilen in
het zand, die vol zeewater stonden en
met' eb bleven deze kuilen dan ook vol
water staan.
De moeder van Bruintje was zoo ge
schrokken, dat zij even later, toen zij
haar kind met den boer zag verdwijnen,
hen achterna ging, hoewel ze nog altijd
den volgeladen hooiwagen achter zich
gespannen had. Aan het eind van den
straatweg gekomen, liep het veulen hard
van den boer weg, die het dier, hoe hard
hij ook holde, niet kon bijhouden. Daar
zag hij in de verte Bruintje om Sneeuw
bal heendansen, die arme Sneeuwbal,
die al spelende in een diepen kuil vol
water terecht was gekomen met haar
achterpootjes en nu de meest wanhopige
pogingen deed om weer op het droge te
komen.
i,Nu, help hem gauw," hinnikte
Bruintje, „maar vlug wat". De boer, 't
gevaar ziende, waarin zijn kostbaar veu
len zich bevond, vloog naar het arme
dier toe. Bruintje sprak zijn vriendje
moed in en zei, dat hij direct geholpen
zou worden.
Met veel moeite slaagde de boer er in,
Sneeuwbal te redden. Juist toen de boer
hem op het droge trok, kwam de moe
der van Bruintje aan den weg te voor
schijn. Zij hinnikte angstig, doch nu
Bruintje zag, dat zijn vriendje weer ge
red was, sprong hij vlug naar zijn moe
der toe, zoodat deze tenminste niet met
dien zwaren wagen achter zich, door
het zand heen hoefde.
Vlug bracht de boer alle drie de paar
den terug naar ile weide. Bruintjes moe
der was doodmioe en zoo geschrokken
dat de boer haar uitspande en zij voor
dien dag verder niet meer behoefde le
werken.
Sneeuwbal wreef zijn neusje tegen die
van Bruintje en zei: „Dank je wel voor
je hulp, ho.orl"
«5
Bruintje wuifde met zijn fraaie staart
en zei, dat iedere andere vriend het
zelfde zou hebben gedaan in dezelfde
omstandigheden.
Zoo bleek het hun, dat het goed was
geweest, dat zij vriendschap hadden ge
sloten en hun neusjes tegen elkaar had
den gewreven, toen zij nog maar heele
kleine veulentjes waren.
De Forsythia is een struik, die men
tegenwoordig veel ziet. Aan het eind
van de achttiende eeuw bracht William
Forsyth eenige stekken mee uit China
en trachtte deze in Engeland in leven
te houden. Dat is hem bijzonder goed
gelukt en al spoedig was deze heester
geheel bij het klimaat aangepast. In het
voorjaar komen aan de kale takken het
allereerst de gele stervormige bloemen,
die vlak tegen den tak aanzitten. Pas als
de bloemen uitgebloeid zijn komen de
blaadjes te voorschijn. Men kan de For
sythia vrij gemakkelijk stekken door de
jonge scheuten, nadat deze krachtig in
het groen zitten, af te snijden en in het
water wortel te laten trekken, waarna
men ze gewoon in den tuin kan zetten.
De goudgele bloemen zijn niet alle
maal gelijk, men heeft ze met drie, vier
en vijf blaadjes, hoewel de plant met
vierbladige bloemen hier het meest voor
komt. Zoo is het ook met het blad. Som
mige struiken hebben bladeren die ge
tand zijn, terwijl andere struiken blade
ren met gladde randen hebben, doch bij
allemaal heeft men in het voorjaar eerst
de bloemen en daarna pas de bladeren.
Als de bloem uitgebloeid is ontstaat er
'n klein peultje, waarin de zaadjes zit
ten, die in den zomer moeten worden
uitgezaaid.
Eün voorwerp dat transparant is be
tcekent, dat men er door heen kan zien.
Hier zien jullie een leekening van een
tijger in het oerwoud. Knip de tee-
kening uit en plak hem op een dun
stukje karton, terwijl de randen netjes
recht worden afgesneden. Snijdt nu al
de dikke zwarte stukken, op de leeke
ning uit en zorg er voor dat de witte
verbindingsstukken niet beschadigd
worden. Als jullie den tijger on het
bosch netjes: hebben uitgesneden, kleur
dan den tijger bruin en geel en het gras
groen. Maak er" van boven een paar
kleine gaatjes in, waardoor een bandje
kan worden gehaald en hang de leeke
ning voor liet raam, dan komt de tijger
goed tot zijn rjpht,