kUfhUacdi's V&edus uudtijmt aMe. pipien. ABONNEMENT: dags. ireL No. si. Postgiro 187877. Woensdag 10 Mei 1933. ZIERIKZEESCHE COURANT. ADVERTENTIEN Inzending Advertentiën Zij, die nog niet DRANKWET. INGANG ZOMERTIJDT FEUILLETON. EEN W0NDERLI1KE GELIJKENIS. BUITENLAND. BINNENLAND. Zierikzeesche Nieuwsbode Prijs p. S maanden 'JHO, franco p- pdst 1/1.80. Voor het bultenl. per Jaar 'f 10.—. Afzonderlijke nummers S cent Verschijnt des Maandags, Woensdags en Vrij- - van 1—8 regels 60 ets., van 4 regels en daarboven 20 ets. per regel. Reclames 80 ets. per regel Bij contract belangrijke korting. Inzending op den dag van alt* gave vó6r 10 ore. Uiterlijk 10 uur op dan dag v uitgaaf op ons blad geabonneerd zijn buiten Zierikzee en toch de courant graag zouden willen lezen maar 90 ets. p<er 6 weken of J 1.80 peri 3 maan den in ieens te veel vinden, worden vanaf 15 Mei in de gelegenheid gesteld zich tegen betaling van 14 ets. per week op ons blad' te <abon- neeren. Dit geldt alleen voor ide dorpen op Schouwen-Duiveland en Tholen waar een agentschap ge vestigd is. Men kan zich alleen bij het begin van iedere week ,als abonné bij den agent opgeven, de betaling dient geregeld iedere week te geschieden. DE DIRECTEUR. De eerstvolgende zitting van het Plaatselijk Crisiscomité ■wordt gehouden op VRIJDAG 19 MEI a.s., des morgens van 10—12 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekiend, dat ter ge- meente-secretari© ter inzage zijn gelegd, tegen betaling der kosten in afschrik verkrijgbaar zijn gesteld en aan het aan plakbord van het Raadhuis zijn aange plakt de opgaven bedoeld in de artikelen 35 en 51 der Drankwet (Staatsblad 1931, no. 476). Zierikzee, 9 Mei 1933. Burgemeester en Wethouders voornoemd A. TIMMERMAN Cz., wnd'. Burgem. F. F. WITTERMANS, Secretaris. De BURGEMEESTER van Zierikzee maakt bekend, dat in 1933 fde vervroeging met één uur van den wettelijken tijd zal aanvangen den vijftienden Mei. De overgang geschiedt in jdier voföge, dat Wanneer de middelbare Zonnetijd pp den dag, waarop de vervroeging aanvangt, twee uur aanwijst, in den voormiddag, het wordt geacht te zijn drie uur pp dien voormiddag. Zierikzee, 9 Miei 1933. De wnd. Burgemeester voorn ofetmld, A. TIMMERMAN CZ. VIJFTIG JAAR A.N.W.B. Zooals reeds bekend is gewordjefn, zal het op 1 Juli van dit jaar vijftig jaar geleden zij'n, dat de A.N.W.B.-Toeristjen- bond voor Nederland werd opgericht Vijftig jaarj Een menschenleeftijd, waarin zoo duidelijk is aangetoond, dat arbeid jong en frisch houdt, krachtig en doelbewust. Want ondanks de vijftig jaren, welke ide A.N.W.B. torst, is hij in Zijn arbeid, in al Zijn uitingen naar buiten een organi satie gebleven, waarin het jeugdig vuur en de overtuigde geestdrift voor haar idealen onverminderd zijn gebleven. Wanneer wij terugzien, op haar eervol verleden, dan blijkt weer ©ens duidelijk, van Welk belang de vorming van heb jonge, wordende geslacht is. Dit jonge geslacht, eenmaal tot rijpheid gekomen, zal de jrólceilijke verantwoor delijke en eervolle taak in gezin en maat schappij van de ouderen en hp&ngeganen Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. 14 (Nadruk verboden). „Wel Arthur!" riep Endellion opge wekt; „hoe gaat het met jou? Dacht je heusch dat ik je neef niet was? Ben ik zoo veranderd? Ik geloof warempel dat ik nog een litteekenen heb aan mijn rechter scheenbeen, op de plaats waar jij me eens een trap hebt gegeven.... dat zal een jaar of twaalf geleden zijn. Weet ja het nog, Arthur? Ik wilde een robbertje met je vechten omdat je... Maar laat ik idie oude koeien liever niet uit de sloot halen. Hier sta ik voor je.... gezond en wel Advocaat Dulverton luisterde als in een droom. De komst van zijn neef was zoo plotseling, zoo onverwacht, dat hij geheel van zijn stuk was gebracht. Het leek niet werkelijk.... en toch stond' Ro bert daar, geen schim, maar een ntensch van vleesch en bloed. „Hij is het!" hijgde hij. „Ja, hij is bet, oom"', hertaalde Endel lion. „Onkruid vergaat niet, zullen we maar zeggen. Ik weet dat ik me krank zinnig gedragen heb en dat de menschen geen ongelijk hadden met hun bewering, Idat ik hard op weg was mezelf naar iden keldier te helpen. Maar wij de Dul- vertons zijn van een taai ras. Bovendien!, pom, heb ik een nieuw blad! omgeslagen... Pet stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist moeten overnemen jen voortzetten. Zal het hiertoe in staat zijn, dan is vroegtijdig ontwakende belangstelling voor een of ander idieaal onontbeerlijk, want de strijd om (dit te beneiken schoolt den geest, kwieekt Zelfrespect en ver trouwen, gevoel van saamhporigheid en eensgezindheid'. De jongens, die dien A.N.W.B. opricht ten, hadden een ideaal, hetwelk voor hen het kompas was, dat den te volgen weg wees. Zij ondervonden en aanvaardden ook de waarheid, idat de wieg tot slagen door moeilijkheden gaat en tmdn idloor onverpposden, eervpjlen strijd groot wordt. Deze jonge, mienschen, van wi© velen niet ouder waren dan 16 17 jaar, slechts enkelen boven d© 20, waren door drongen van de groote beteekenis van het zich eendrachtig geven aan pen taak, welke, zoowel individueel als voor falen gezamenlijk, van practischen, tniaatschap- pelijken en ideëelpn aard was. Zij waren de pioniers, die rusteloos voortarbeidden en na het bereiken van bet eerste ideaal zich pen volgend' kozen dat zij met toenemend élan nastreefden. Met hun werk, dat steeds grooter pin omvangrijker wierd, in beteelqenis won en meer .en linieer aandacht trok jen waar deering genoot, groeiden Zij pp tot bruik bare staatsburgers, door hun ervarin gen beseffend, dat in eenheid en eensge zindheid id© geheime kracht ligt besloten, welke bindt en niet scheidt. Zoo groeide het werk van den A. N. W. B., dank Zij het onverpoosde werk! der pioniers, waarvan velen thans ver grijsd zijn en anderen (door jongeren Wier den opgevolgd. Die ouden, van wie Öjö voorzitter, de heer Edo J. Bergsma, bijna 49 jaar aan het hoofd der vereeniging staat, de heer G. A. Pos 40 jaar deel heeft uitgemaakt, van het Dagelijksch Bij stuur, het pas afgetreden lid van feilt college, thans eerelid, dp heer J. C, Re- delé, 36 jaar om ons tot di£ drietal te bepalen hebben nimmer den arbeid als een last, doch imïn'er als een lust beschouwd. Zij hebben met Zooveel an deren van iden beginne af hun levens periode in iden Bond beschouwd als e(en praeludium tot groot-ene uitbreiding en volmaking door anderen van hetgeen djoor hen tot stand was gebracht. Zonder -de gezonde eigenschappen van deze gave jonge menschpn zou de A. N.W. B. nooit geworden zijn de krach tige, stuwende verepniging, welke pen zegen is geworden voor eins land en ons volk, want men mag peggen, dat tie Bondsbelangen in iden waren Zin Volks belangen zijn geworden. We leven in een moeilijken tijd, waar van ook de A.N.W.B. de gevolgen onder vindt, evenals zopvfele andere vereeni- gingen. Ten deel© zijn dezfe gevolgen toe te schrijven aan de v-erandierde mentaliteit der menschheiri, aan het verndndferde maatschappelijk besef en aan de toe neming van egoïsme en onverschillig heid, van zin naar genot. Talloos velen zijn er nog, die wel in staat zijn in deze benarde tijden te hel" ik hen totaal veranderd en u zult zien, dat ik iden ouden naam eer zal aandoen. Wilt u mij een hand geven?" „N-een", antwoordde advocaat Duiver tan kwaadaardig, „dat wil ik niet". „Maar waarom niet?" Endellion was niet blinidl voor de gevaren van de situ atie, maar hij 'bleef koel en beheerscfat. „Ómdat... omdat... wel, als je 't weten wilt, omdat het beter was geweest, wan neer je niet terug was gekomen", ant woordde hij, en in zijn boosheid niet aan idenKend, dat zijn woorden voor tweeërlei uitleggingen vatbaar waren, „Je bent met schande beladen weggegaan en iedereen herinnert zich dat. Je hebt je vaidier's hart gebroken, een smet ge worpen op Iden ongerepten naam van da Dulvertons. Als je.... als je ook maar een greintje begrip van fatsoen bezat, zou je weggebleven zijn, was je niet teruggekomen om opnieuw schande te brengen over iden naam van je familie, die ondanks jouw wangedrag toch overal in het land hoog gerespecteerd wordt". „Uw oordeel komt hierop neer, dat het -een fout van me is geweest te blijven leven", klonk het ironisch. „Mis schien hebt u gelijk, maar u weet, idat ik altijd 'n beetje dwars-tegen-den-draad-in lebn geweest. En nu ik] hier toch een maal, 'ben, (deed u verstandiger me maar een hand te geven". „Ik geef geen hand ,aan de schandvlek van ide familie, die.... die mijn brqer vermoord heeft", hield de advocaat norsch vol. „Och, misschien is het niet zoo onbe grijpelijk, dat u er zoo -over denkt", merkte Endellion op met een sotort sar castische gelatenheid in Zijn stem. pen nuttige instellingen in stand te hou den, maar niet schijnen te beseffen, dat negatief blijven een factor is tot ver dere verwording van land en volk. Wie de maatschappij niet verder wil doen zinken en begrip heeft van die eischen, waaraan de samenleving behoort te vol doen, zal ten volle bereid moeten zijn offers te brengen om in deze tijden te helpen, nuttige instellingen in stand te houden. Tot deze instellingien behoort (ongetwij feld de A.N.W.B. Er bestaan geen slechte planten en geen slechte kinderen. Wel slechte kweekers. De storm tegen den Gulden De Nederlandsche Bank blijft onwrikbaar. Voor de derde maal binnen twe(e| jaar tijds richten zich het internationaal wan trouwen en de internationale speculatie tqgen den gulden. De (eerste beer Was kort nadat Engeland iden gouden stan daard in September 1931 had' verlaten, en men vooral in Frankrijk bevreesd" was-, dat ons land, dat daar ginds nog vaak als een economisch aanhangsel van onzen over-buur aan gene zijde van ide Noord/zeie wordt beschouwd, (dit voorbeeld zou vol gen. To-en deze storm bedaard was, beeft zich, thans omtrent een -half jaar (ge leden, deze beweging herhaald, door ge stook van Engelsche zijde, waar men zich blijkbaar maar niet g-oed bon begrijpen, dat Nederland) hoegenaamd niets mio.est hebben van het „goede" voorbeeld van Albion. Ook deze storm is afgestuit pp, den onverzettelijken wil van de Nederl. Bank om den gou-den standaard te hand haven en zich door geen groep speculan ten en beangst geworden landgenootem, of door internationale suggestie van de wijs te laten brengen. Thans is het Amerika, dat er althans moreel voordeel van Zou hebben, in dien wij zijn voorbeeld voLgdlen. Het is natuurlijk wel te begrijpen, dat men zich hier te lande ongerust maakt, evenals men bevrqsisd kan Zijn voor het instorten van zijn huis, wanneer dat vanl Zijn buurman zich begeeft. Maar wanneer het eigen huis stevig gefundeerd is, doch in dat van den buurman 'de binten reeds verrot was, is die angst niet op zijn plaats. Onze fundamenten zijn slevig; ©en goud dekking van practisch 100 pCt. en een overliquide bankwezen, terwijl Am!e(rika door al het gepruts mét Zijn geidwezjen de kiemen en den voedingsbodem vpor het besluit om den g-o-udien standaard te verlaten reeds had geleigid toen het ge praat over „inflatie" daarginds begon, en ten slotte de dollar gemakkelijk van dan gouden standaard was af te „politisee- ren". Gelukkig toonen de hoeders van pns geldwezen teen gezondere opvatting te bezitten van hun taak, aldus het Hbl. „Wij zijn nog geen geldverval- sehers", zeide mr. Trip en dit is vol doende. De Niederlanidsche B-ank z a i haar taak b l ij v le n vervul len. Dieze taak, neergelegd in de bank- wet, is samen te vatten in éen zin: Dfef NederLandsche Bank heeft tiletn plicht te zorgen, dat ide waarde van den gulden blijft 0.6048 gram goud. En Zij is in staat die taak te blijven vervullen. Haar goudvoorraad is vioilld!oenide om „Mijn terugkomst brengt een onver- wachten en waarschijnlijk minder ple- zierigen ommekeer in, wel laat ik zeg gen, in uw vooruitzichten teweeg. Maar mag ik vragen wat ai -die boeken en paperassen te be teek/enen hebben? En waar u zich in mijn bibliotheek bevindt, zou ik graag weten, wat het doel van deze plechtige vergadering is. Dat inte resseert mij bijzonder". Een oogenblik bleef het stil in de kamer. Endellion's bijna laat-dunkende kalmte liet niet na indruk te maken'. Advocaat D-ulverton en zijn zoon begon nen hun weinig-rooskleurige positie steeids duidelijker in te zien en waren niet bij' machte iets te zeggen. En de beide andere heeren volgden met zooveel ge spannen belangstelling het drama, dat zich voor hun oogen afspeelde, dat ze evenmin woorden vonden. Het was Mr. Binns, ide rentmeester, dije ten laatste -een eind aan 't zwijgen maakt©. „De kwestie is deze, meneer... meneer... Robert", zei hij (diplomatiek, „dat we u niet verwachtten en meneer Dulverton, als (de -eenige broer van wijlen1 uw vader, wilde natuurlijk dat er orde op de zaken werd gesteld. Dat is de reden waar om ik, idie jarenlang het beheer van het landgoed gevoerd heb, aanbood alle ad ministratieve bescheiden over te leggen". „Dat is heel vriendelijk van mijn oom", antwoordde Endellion op schertsend-pla- genden toon, „werkelijk heel vriendelijk. Ik ste'. zijn 'belangstelling in het landgoed zeer op prijs. Maar ik ben op het oogen blik niet erg in de stemming voor zake lijke 'besprekingenen ik geloof wel in staat te zijn alles na te gaan zonder zijn hulp". alle bankbiljetten, welke prac tisch bij haar kunnen worden aangeboden in te wisselen in goud. Dit, ge voegd bij -den duidelijk blijkenden onver zettelijken wil der Bankleiding om dit standpunt te handhaven, is de rots, waar op de actie tegen den guldjefn pok ditmaal zal breken. AAN HET NED. VOLK. Nu de herdenking van Iden 24sten April Zoowei hier te lande als in het Rijk buiten Europa en bij onze landgenooten in den vreemde tot het verleden behoort, wensch Ik tot allen een enkel woord te richten. Waar ontelbare scharen uit verschil lende en uitloopende doelen dier bevol king zich als leden van een groot gezin vereenigden om de figuur van dien Vader des Vaderlands, is op treffende wijz^a gebleken, dat hij' voor ons allen g©sn nevelige historische persoon uit pen. ver verleden is, doch werkelijk in ons hart voortleeft. Deze aanhankelijkheid en vereering is onafscheidelijk verbonden met onzje ver knochtheid aan de beginselen van ons staatsbesef, waarvan hij zoo meesterlijk de grondslagen gelegd! hpgft, en welke in het heden zooals in het verladen zoo uitnemend bij onzen volksaard passen en een waarborg voor de toekomst vormen. Tijdens ide herdenking toefden mijne gedachten menigmaal bij den langen wor stelstrijd met zijn zware beproevingen, Zoowel door iedier persoonlijk als door .ons geheel© volk met zooveel offervaar digheid ien taaie volharding gedragen. Be proevingen waarin de leider van onzje onafhankelijkheidsbeweging st©:lds ge toond heeft met vaderlijke bezorgdheid '{te deelen, bouwenidjei op den „Potentaat (der Potentaten", onwrikbaar in zijn ge- Jloof aan uitredding, en betere tijidjen. Een moeilijke weg en ontberingen Zijn niet te vermijden voor een volk in nood, dat zich voor een beter© toekomst wil aangorden. Met bezorgdheid idlenk ik aan de on gunst der tijden waardoor alle deelen des Rijks getroffen zijn en ik ben mjet deernis vervuld over den zwarpn druk en de moeilijk te brengen offers, die ©en ieder opgelegd worden; een nood, welke het wereldgebeuren om ons, buiten ons toedoen, heeft in het leven geroepen. Ik voel de bezieling en (de kracht, die er van dat verleden uitgaan om ons door aanpassen, taaie volharding en eensj zindheid, (den greep van den tijd fa doen trotseeren en met dan ijver en de wils kracht die de omstandigheden gebieden, de handen ineen te slaan ten allen te zamen te offeren en te arbeiden voor, wat God geve, eenmaal ©en betere toe komst zal zijn. Moge de viering die achter pns ligt en de daarbij opnieuw aan iden dag ge treden aanhankelijkheid aan ti© figuur van den Vader des Vaderlands en aan hiel werk dat hij heeft mogen tot stand bren gen blijken een zegien voor ons allen te Zijn geweest. WILHELMINA. Opnieuw was er stilt®. Al was Endel lion kalm, de atmosfeer in het vertrek was met electriciteit geladen. „Dus, meneer Binns", ging de jongeman voort, „leg u al deze papieren voor- loopig maar ter zijde, >en als. ik een beetje uitgerust ben, morgen bijvoorbeeld, zal ik ze wel eens op mijn, gemak bekijken". Hiermedlö scheen hij de zaak als af gedaan te beschouwen en liep naar het venster, om te genieten van het prachtige uitzicht over het zonnige voor jaarslandschap. „Al die jaren heb ik zooiets moois niet gezien.... het is heerlijk om weer thuis te zijn...." zei hij voor ziCh heen, maar luid genoeg om voor de anderen verstaanbaar te zijn. Deze verzuchting bracht de advojcaat buiten zichzelf. „Hoe weten we, dat je inderdaad1 de zoon van mijn faroer bent", riep hij met een van woede overslaande stem" „en geen bedrieger, geen vreemde in dringer?" „Wat zegt u idaar?" Ralph Endellion keerde zich met fon kelende oogen naar den spreker. Hij wist zich meesterlijk te beheerschen, maar ide heftige spanning bleef toch niet geheel zonder invloed op zijn zenuwen „Je zult je identiteit hebben te bewij zen", luidde het scherpe bescheid. „Het is alles goed en wel om hier binnen te stappen en je uit te geven voo- den erfgenaam van een der rijkste landgoederen van Devonshire en.... en..." Er was iets zielig in de hulpelooZe manier, waarop hij plotseling den zin afbrak. Hij wist, dat hij voor ongeloovige ooren sprak. Slechts een paar minuten Het Duitsche fascisme. Een onweerstaanbare be weging. De zegetocht van de „nationale revo lutie" in Duitschland duurt onveranderd voort. Steeds grooter wordt het aantal hunner, die zich aanpassen aan de ge wijzigde omstandigheden en d© vlag van het verzet strijken. Maar ook wordt steeds grooter het aantal van hen, die door ©en wanhoopsdaad een einde maken aan dien strijd, zoodat ide zegetocht der nat.-soc. beweging een wel zeer luguber spoor achterlaat. Geen dag bijna gaat voorbij, of er komen berichten binnen over per sonen, die onder den druk der politieke of economische (omstandigheden zich het leven benemen ;en aldus op tragische wijze het „succes" van de revolutie jen de we dergeboorte van het Duitsche volk accen- tueeren. Met onweerstaanbare kracht zuigt de Hitleriaansche beweging alles wat zich nog daarbuiten bevindt, op, zoodat het tijdstip met snelle schreden schijnt t© naderen, waarop het geheele politieke leven bij onze oostelijke naburen zich zal hebben opgelost in éen groote partij, di© identiek is met dien staat en dje totaliteit van het Duitsche staatkundige leven b©- heerscht en controleert, naar 't voorbeeld van Italië en Rusland. Een belangrijke factor in het nivellee- ringsproces is ongetwijfeld de beslisising. welke de eens zoo machtige centrums- partij heeft genomen om den oud-rijks kanselier dr. Briining tot opvolger t© be noemen van den ©mi gezondheidsredenen afgetreden prelaat Kaas en hem aan het hoofd te stellen van de partij, met vol ledige volmachten teneindje dieze zich te doen aanpassen aan de gewijzigde 'om standigheden en alle partijfuncties zoo noodig met andere titularissen te bieizetten. Sinds ide manoeuvre, waardoor bij de vorming van de huidige regeeringseom- binatie de katholieke staatspartij, die tot dusver in elke regesring een min ofmieer belangrijk aandeel had, werd voorbij ge gaan, is deze steeds m©3j* in een geïso leerde positie gedrongen en werd zij voor de keuze gesteld om in onvruchtbare op positie te gaan dan wel zich aan t© passen, nu haar tegenstandster als de onmiskenbare overwinnaar uit het strijd perk was gekomen. In hoever het aan het centrum gegeven zal zijn in de toekomst werkelijk zich weer een invloed van ©enige beteekenis te verschaffen, zal moeten worden afge wacht. Een medewerking van 't Centrum onder de leiding van ©en beproefd poli ticus als dr. Brüning, kan intusschen een beweegkracht ten goede worden en er toe bijdragen extremistische excessen van ai te voortvarende nat.-soc. leiders ropd'om Hitier tegen te gaan. POLITIEK UIT DEN AETHER? Bij Kon. Besluit van 22 April jj. St.bl. 223,zijn thans de regelen vastgesteld welk© igelden ten aanzien van de z.g. politieke radio-uitzendingen. Deze regelen zijn op genomen in de wijziging van het radio reglement 1930. Bepaald is, dat d)e uitzendingen niet mogen inhouden een rechtstneeksche dan wel zijdelingsche of bedektle ondermijning van (godsdienst, zedelijkheid], gezag ,en volkskracht, noch kennelijk bestemd (mo gen zijn voor het buitenland, indien be kend is, dat zij in een bevriend|en staat niet rijn toegelaten. van politieken aard mo- ge'edei had ide ren meester den. jongeman met „Meneer Robert" aangesproken, ter wijl de uitdrukking op het gezicht van Mr. Dolgeth, idie tot Arthur Dulverton's onuitsprekelijke ergernis jarenlang de ju ridische adviseur van den overleden land heer was geweest, ook van duidelijkheid niets te wenschen overliet. Mr. Binns had in pijnlijke onzekerheid de gang van zaken gevolgd. Tot het moment van Endellion's binnenkomen, was liij het in alles met Arthur Dulverton eens geweest. Mr. Dolgeth had voor uit stel gepleit. Hij had betoogd, dat Robert's dood niet absoluut bewezen was en er daarom op aangedrongen, dat zijn con frere Dulverton nog ©enigen tijd zou laten verloopen e.er hij bezit nam van de nalatenschap van zijn broer. Maar de rentmeester had zich aan de zijdel gesteld van Iden man, die beloofd had hem in zijn positie te handhaven. De onverwachte verschijning van Endellion had hem dan ook eerst verbijsterd en besluiteloos ge maakt, maar langzamerhand, toen hij de situatie overzag, had hij Zijn besluit ge nomen. „Ik begrijp niet, hoe er ook maar de minste twijfel kan bestaan of dit meneer Robert is", verklaarde hij. „Ik hieb hem van jongs af aan gekend en ofschoon ide jaren dat hij.... ©h.... gereisfd heeft, hem natuurlijk hebben veranderd, is hel toch dwaasheid om...." „Laat ik hem eens goed bekijken! Kom bij het venster alsjeblieft". Het was ide jonge Arthur, die den rentmeester in de rede viel. (Wordt vervolffd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1933 | | pagina 1