kUfhUacdi's V&edus
uudtijmt aMe. pipien.
ABONNEMENT:
dags. ireL No. si. Postgiro 187877. Woensdag 10 Mei 1933. ZIERIKZEESCHE COURANT.
ADVERTENTIEN
Inzending Advertentiën
Zij, die nog niet
DRANKWET.
INGANG ZOMERTIJDT
FEUILLETON.
EEN W0NDERLI1KE GELIJKENIS.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Zierikzeesche Nieuwsbode
Prijs p. S maanden 'JHO, franco
p- pdst 1/1.80. Voor het bultenl.
per Jaar 'f 10.—. Afzonderlijke
nummers S cent Verschijnt des
Maandags, Woensdags en Vrij- -
van 1—8 regels 60 ets., van 4
regels en daarboven 20 ets. per
regel. Reclames 80 ets. per regel
Bij contract belangrijke korting.
Inzending op den dag van alt*
gave vó6r 10 ore.
Uiterlijk 10 uur op dan dag v uitgaaf
op ons blad geabonneerd zijn buiten
Zierikzee en toch de courant graag
zouden willen lezen maar 90 ets.
p<er 6 weken of J 1.80 peri 3 maan
den in ieens te veel vinden, worden
vanaf 15 Mei in de gelegenheid
gesteld zich tegen betaling van 14
ets. per week op ons blad' te <abon-
neeren. Dit geldt alleen voor ide
dorpen op Schouwen-Duiveland en
Tholen waar een agentschap ge
vestigd is. Men kan zich alleen
bij het begin van iedere week ,als
abonné bij den agent opgeven, de
betaling dient geregeld iedere week
te geschieden.
DE DIRECTEUR.
De eerstvolgende zitting van
het Plaatselijk Crisiscomité
■wordt gehouden op VRIJDAG 19 MEI a.s.,
des morgens van 10—12 uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Zierikzee maken bekiend, dat ter ge-
meente-secretari© ter inzage zijn gelegd,
tegen betaling der kosten in afschrik
verkrijgbaar zijn gesteld en aan het aan
plakbord van het Raadhuis zijn aange
plakt de opgaven bedoeld in de artikelen
35 en 51 der Drankwet (Staatsblad 1931,
no. 476).
Zierikzee, 9 Mei 1933.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. TIMMERMAN Cz., wnd'. Burgem.
F. F. WITTERMANS, Secretaris.
De BURGEMEESTER van Zierikzee
maakt bekend, dat in 1933 fde vervroeging
met één uur van den wettelijken tijd
zal aanvangen den vijftienden Mei.
De overgang geschiedt in jdier voföge,
dat Wanneer de middelbare Zonnetijd pp
den dag, waarop de vervroeging aanvangt,
twee uur aanwijst, in den voormiddag,
het wordt geacht te zijn drie uur pp
dien voormiddag.
Zierikzee, 9 Miei 1933.
De wnd. Burgemeester voorn ofetmld,
A. TIMMERMAN CZ.
VIJFTIG JAAR A.N.W.B.
Zooals reeds bekend is gewordjefn, zal
het op 1 Juli van dit jaar vijftig jaar
geleden zij'n, dat de A.N.W.B.-Toeristjen-
bond voor Nederland werd opgericht
Vijftig jaarj
Een menschenleeftijd, waarin zoo
duidelijk is aangetoond, dat arbeid jong
en frisch houdt, krachtig en doelbewust.
Want ondanks de vijftig jaren, welke ide
A.N.W.B. torst, is hij in Zijn arbeid, in
al Zijn uitingen naar buiten een organi
satie gebleven, waarin het jeugdig vuur
en de overtuigde geestdrift voor haar
idealen onverminderd zijn gebleven.
Wanneer wij terugzien, op haar eervol
verleden, dan blijkt weer ©ens duidelijk,
van Welk belang de vorming van heb
jonge, wordende geslacht is.
Dit jonge geslacht, eenmaal tot rijpheid
gekomen, zal de jrólceilijke verantwoor
delijke en eervolle taak in gezin en maat
schappij van de ouderen en hp&ngeganen
Uit het Engelsch
van
JOSEPH HOCKING.
14 (Nadruk verboden).
„Wel Arthur!" riep Endellion opge
wekt; „hoe gaat het met jou? Dacht je
heusch dat ik je neef niet was? Ben ik
zoo veranderd? Ik geloof warempel dat
ik nog een litteekenen heb aan mijn
rechter scheenbeen, op de plaats waar
jij me eens een trap hebt gegeven....
dat zal een jaar of twaalf geleden zijn.
Weet ja het nog, Arthur? Ik wilde een
robbertje met je vechten omdat je...
Maar laat ik idie oude koeien liever niet
uit de sloot halen. Hier sta ik voor je....
gezond en wel
Advocaat Dulverton luisterde als in
een droom. De komst van zijn neef was
zoo plotseling, zoo onverwacht, dat hij
geheel van zijn stuk was gebracht. Het
leek niet werkelijk.... en toch stond' Ro
bert daar, geen schim, maar een ntensch
van vleesch en bloed.
„Hij is het!" hijgde hij.
„Ja, hij is bet, oom"', hertaalde Endel
lion. „Onkruid vergaat niet, zullen we
maar zeggen. Ik weet dat ik me krank
zinnig gedragen heb en dat de menschen
geen ongelijk hadden met hun bewering,
Idat ik hard op weg was mezelf naar
iden keldier te helpen. Maar wij de Dul-
vertons zijn van een taai ras. Bovendien!,
pom, heb ik een nieuw blad! omgeslagen...
Pet stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
moeten overnemen jen voortzetten.
Zal het hiertoe in staat zijn, dan is
vroegtijdig ontwakende belangstelling
voor een of ander idieaal onontbeerlijk,
want de strijd om (dit te beneiken schoolt
den geest, kwieekt Zelfrespect en ver
trouwen, gevoel van saamhporigheid en
eensgezindheid'.
De jongens, die dien A.N.W.B. opricht
ten, hadden een ideaal, hetwelk voor hen
het kompas was, dat den te volgen weg
wees. Zij ondervonden en aanvaardden
ook de waarheid, idat de wieg tot slagen
door moeilijkheden gaat en tmdn idloor
onverpposden, eervpjlen strijd groot
wordt.
Deze jonge, mienschen, van wi© velen
niet ouder waren dan 16 17 jaar,
slechts enkelen boven d© 20, waren door
drongen van de groote beteekenis van
het zich eendrachtig geven aan pen taak,
welke, zoowel individueel als voor falen
gezamenlijk, van practischen, tniaatschap-
pelijken en ideëelpn aard was.
Zij waren de pioniers, die rusteloos
voortarbeidden en na het bereiken van
bet eerste ideaal zich pen volgend' kozen
dat zij met toenemend élan nastreefden.
Met hun werk, dat steeds grooter pin
omvangrijker wierd, in beteelqenis won en
meer .en linieer aandacht trok jen waar
deering genoot, groeiden Zij pp tot bruik
bare staatsburgers, door hun ervarin
gen beseffend, dat in eenheid en eensge
zindheid id© geheime kracht ligt besloten,
welke bindt en niet scheidt.
Zoo groeide het werk van den A. N.
W. B., dank Zij het onverpoosde werk!
der pioniers, waarvan velen thans ver
grijsd zijn en anderen (door jongeren Wier
den opgevolgd. Die ouden, van wie Öjö
voorzitter, de heer Edo J. Bergsma, bijna
49 jaar aan het hoofd der vereeniging
staat, de heer G. A. Pos 40 jaar deel
heeft uitgemaakt, van het Dagelijksch Bij
stuur, het pas afgetreden lid van feilt
college, thans eerelid, dp heer J. C, Re-
delé, 36 jaar om ons tot di£ drietal
te bepalen hebben nimmer den arbeid
als een last, doch imïn'er als een lust
beschouwd. Zij hebben met Zooveel an
deren van iden beginne af hun levens
periode in iden Bond beschouwd als e(en
praeludium tot groot-ene uitbreiding en
volmaking door anderen van hetgeen djoor
hen tot stand was gebracht.
Zonder -de gezonde eigenschappen van
deze gave jonge menschpn zou de A.
N.W. B. nooit geworden zijn de krach
tige, stuwende verepniging, welke pen
zegen is geworden voor eins land en ons
volk, want men mag peggen, dat tie
Bondsbelangen in iden waren Zin Volks
belangen zijn geworden.
We leven in een moeilijken tijd, waar
van ook de A.N.W.B. de gevolgen onder
vindt, evenals zopvfele andere vereeni-
gingen.
Ten deel© zijn dezfe gevolgen toe te
schrijven aan de v-erandierde mentaliteit
der menschheiri, aan het verndndferde
maatschappelijk besef en aan de toe
neming van egoïsme en onverschillig
heid, van zin naar genot.
Talloos velen zijn er nog, die wel in
staat zijn in deze benarde tijden te hel"
ik hen totaal veranderd en u zult zien,
dat ik iden ouden naam eer zal aandoen.
Wilt u mij een hand geven?"
„N-een", antwoordde advocaat Duiver
tan kwaadaardig, „dat wil ik niet".
„Maar waarom niet?" Endellion was
niet blinidl voor de gevaren van de situ
atie, maar hij 'bleef koel en beheerscfat.
„Ómdat... omdat... wel, als je 't weten
wilt, omdat het beter was geweest, wan
neer je niet terug was gekomen", ant
woordde hij, en in zijn boosheid niet
aan idenKend, dat zijn woorden voor
tweeërlei uitleggingen vatbaar waren, „Je
bent met schande beladen weggegaan
en iedereen herinnert zich dat. Je hebt
je vaidier's hart gebroken, een smet ge
worpen op Iden ongerepten naam van
da Dulvertons. Als je.... als je ook maar
een greintje begrip van fatsoen bezat,
zou je weggebleven zijn, was je niet
teruggekomen om opnieuw schande te
brengen over iden naam van je familie,
die ondanks jouw wangedrag toch overal
in het land hoog gerespecteerd wordt".
„Uw oordeel komt hierop neer, dat
het -een fout van me is geweest te
blijven leven", klonk het ironisch. „Mis
schien hebt u gelijk, maar u weet, idat ik
altijd 'n beetje dwars-tegen-den-draad-in
lebn geweest. En nu ik] hier toch een
maal, 'ben, (deed u verstandiger me maar
een hand te geven".
„Ik geef geen hand ,aan de schandvlek
van ide familie, die.... die mijn brqer
vermoord heeft", hield de advocaat
norsch vol.
„Och, misschien is het niet zoo onbe
grijpelijk, dat u er zoo -over denkt",
merkte Endellion op met een sotort sar
castische gelatenheid in Zijn stem.
pen nuttige instellingen in stand te hou
den, maar niet schijnen te beseffen, dat
negatief blijven een factor is tot ver
dere verwording van land en volk. Wie
de maatschappij niet verder wil doen
zinken en begrip heeft van die eischen,
waaraan de samenleving behoort te vol
doen, zal ten volle bereid moeten zijn
offers te brengen om in deze tijden te
helpen, nuttige instellingen in stand te
houden.
Tot deze instellingien behoort (ongetwij
feld de A.N.W.B.
Er bestaan geen slechte planten en geen
slechte kinderen. Wel slechte kweekers.
De storm tegen den Gulden
De Nederlandsche Bank blijft
onwrikbaar.
Voor de derde maal binnen twe(e| jaar
tijds richten zich het internationaal wan
trouwen en de internationale speculatie
tqgen den gulden. De (eerste beer Was
kort nadat Engeland iden gouden stan
daard in September 1931 had' verlaten,
en men vooral in Frankrijk bevreesd" was-,
dat ons land, dat daar ginds nog vaak
als een economisch aanhangsel van onzen
over-buur aan gene zijde van ide Noord/zeie
wordt beschouwd, (dit voorbeeld zou vol
gen. To-en deze storm bedaard was, beeft
zich, thans omtrent een -half jaar (ge
leden, deze beweging herhaald, door ge
stook van Engelsche zijde, waar men zich
blijkbaar maar niet g-oed bon begrijpen,
dat Nederland) hoegenaamd niets mio.est
hebben van het „goede" voorbeeld van
Albion. Ook deze storm is afgestuit pp,
den onverzettelijken wil van de Nederl.
Bank om den gou-den standaard te hand
haven en zich door geen groep speculan
ten en beangst geworden landgenootem, of
door internationale suggestie van de wijs
te laten brengen.
Thans is het Amerika, dat er althans
moreel voordeel van Zou hebben, in
dien wij zijn voorbeeld voLgdlen.
Het is natuurlijk wel te begrijpen, dat
men zich hier te lande ongerust maakt,
evenals men bevrqsisd kan Zijn voor het
instorten van zijn huis, wanneer dat vanl
Zijn buurman zich begeeft. Maar wanneer
het eigen huis stevig gefundeerd is, doch
in dat van den buurman 'de binten reeds
verrot was, is die angst niet op zijn plaats.
Onze fundamenten zijn slevig; ©en goud
dekking van practisch 100 pCt. en een
overliquide bankwezen, terwijl Am!e(rika
door al het gepruts mét Zijn geidwezjen
de kiemen en den voedingsbodem vpor
het besluit om den g-o-udien standaard te
verlaten reeds had geleigid toen het ge
praat over „inflatie" daarginds begon, en
ten slotte de dollar gemakkelijk van dan
gouden standaard was af te „politisee-
ren".
Gelukkig toonen de hoeders van pns
geldwezen teen gezondere opvatting te
bezitten van hun taak, aldus het Hbl.
„Wij zijn nog geen geldverval-
sehers", zeide mr. Trip en dit is vol
doende. De Niederlanidsche B-ank
z a i haar taak b l ij v le n vervul
len. Dieze taak, neergelegd in de bank-
wet, is samen te vatten in éen zin: Dfef
NederLandsche Bank heeft tiletn plicht te
zorgen, dat ide waarde van den gulden
blijft 0.6048 gram goud. En Zij is in staat
die taak te blijven vervullen. Haar
goudvoorraad is vioilld!oenide om
„Mijn terugkomst brengt een onver-
wachten en waarschijnlijk minder ple-
zierigen ommekeer in, wel laat ik zeg
gen, in uw vooruitzichten teweeg. Maar
mag ik vragen wat ai -die boeken en
paperassen te be teek/enen hebben? En
waar u zich in mijn bibliotheek bevindt,
zou ik graag weten, wat het doel van
deze plechtige vergadering is. Dat inte
resseert mij bijzonder".
Een oogenblik bleef het stil in de
kamer. Endellion's bijna laat-dunkende
kalmte liet niet na indruk te maken'.
Advocaat D-ulverton en zijn zoon begon
nen hun weinig-rooskleurige positie steeids
duidelijker in te zien en waren niet bij'
machte iets te zeggen. En de beide
andere heeren volgden met zooveel ge
spannen belangstelling het drama, dat
zich voor hun oogen afspeelde, dat ze
evenmin woorden vonden.
Het was Mr. Binns, ide rentmeester, dije
ten laatste -een eind aan 't zwijgen maakt©.
„De kwestie is deze, meneer... meneer...
Robert", zei hij (diplomatiek, „dat we
u niet verwachtten en meneer Dulverton,
als (de -eenige broer van wijlen1 uw vader,
wilde natuurlijk dat er orde op de zaken
werd gesteld. Dat is de reden waar om
ik, idie jarenlang het beheer van het
landgoed gevoerd heb, aanbood alle ad
ministratieve bescheiden over te leggen".
„Dat is heel vriendelijk van mijn oom",
antwoordde Endellion op schertsend-pla-
genden toon, „werkelijk heel vriendelijk.
Ik ste'. zijn 'belangstelling in het landgoed
zeer op prijs. Maar ik ben op het oogen
blik niet erg in de stemming voor zake
lijke 'besprekingenen ik geloof wel in
staat te zijn alles na te gaan zonder zijn
hulp".
alle bankbiljetten, welke prac
tisch bij haar kunnen worden aangeboden
in te wisselen in goud. Dit, ge
voegd bij -den duidelijk blijkenden onver
zettelijken wil der Bankleiding om dit
standpunt te handhaven, is de rots, waar
op de actie tegen den guldjefn pok ditmaal
zal breken.
AAN HET NED. VOLK.
Nu de herdenking van Iden 24sten April
Zoowei hier te lande als in het Rijk
buiten Europa en bij onze landgenooten
in den vreemde tot het verleden behoort,
wensch Ik tot allen een enkel woord
te richten.
Waar ontelbare scharen uit verschil
lende en uitloopende doelen dier bevol
king zich als leden van een groot gezin
vereenigden om de figuur van dien Vader
des Vaderlands, is op treffende wijz^a
gebleken, dat hij' voor ons allen g©sn
nevelige historische persoon uit pen. ver
verleden is, doch werkelijk in ons hart
voortleeft.
Deze aanhankelijkheid en vereering is
onafscheidelijk verbonden met onzje ver
knochtheid aan de beginselen van ons
staatsbesef, waarvan hij zoo meesterlijk
de grondslagen gelegd! hpgft, en welke
in het heden zooals in het verladen zoo
uitnemend bij onzen volksaard passen en
een waarborg voor de toekomst vormen.
Tijdens ide herdenking toefden mijne
gedachten menigmaal bij den langen wor
stelstrijd met zijn zware beproevingen,
Zoowel door iedier persoonlijk als door
.ons geheel© volk met zooveel offervaar
digheid ien taaie volharding gedragen. Be
proevingen waarin de leider van onzje
onafhankelijkheidsbeweging st©:lds ge
toond heeft met vaderlijke bezorgdheid
'{te deelen, bouwenidjei op den „Potentaat
(der Potentaten", onwrikbaar in zijn ge-
Jloof aan uitredding, en betere tijidjen.
Een moeilijke weg en ontberingen Zijn
niet te vermijden voor een volk in nood,
dat zich voor een beter© toekomst wil
aangorden.
Met bezorgdheid idlenk ik aan de on
gunst der tijden waardoor alle deelen
des Rijks getroffen zijn en ik ben mjet
deernis vervuld over den zwarpn druk
en de moeilijk te brengen offers, die ©en
ieder opgelegd worden; een nood, welke
het wereldgebeuren om ons, buiten ons
toedoen, heeft in het leven geroepen. Ik
voel de bezieling en (de kracht, die er
van dat verleden uitgaan om ons door
aanpassen, taaie volharding en eensj
zindheid, (den greep van den tijd fa doen
trotseeren en met dan ijver en de wils
kracht die de omstandigheden gebieden,
de handen ineen te slaan ten allen te
zamen te offeren en te arbeiden voor,
wat God geve, eenmaal ©en betere toe
komst zal zijn.
Moge de viering die achter pns ligt
en de daarbij opnieuw aan iden dag ge
treden aanhankelijkheid aan ti© figuur van
den Vader des Vaderlands en aan hiel
werk dat hij heeft mogen tot stand bren
gen blijken een zegien voor ons allen te
Zijn geweest.
WILHELMINA.
Opnieuw was er stilt®. Al was Endel
lion kalm, de atmosfeer in het vertrek
was met electriciteit geladen.
„Dus, meneer Binns", ging de jongeman
voort, „leg u al deze papieren voor-
loopig maar ter zijde, >en als. ik een beetje
uitgerust ben, morgen bijvoorbeeld, zal
ik ze wel eens op mijn, gemak bekijken".
Hiermedlö scheen hij de zaak als af
gedaan te beschouwen en liep naar
het venster, om te genieten van het
prachtige uitzicht over het zonnige voor
jaarslandschap.
„Al die jaren heb ik zooiets moois
niet gezien.... het is heerlijk om weer
thuis te zijn...." zei hij voor ziCh heen,
maar luid genoeg om voor de anderen
verstaanbaar te zijn.
Deze verzuchting bracht de advojcaat
buiten zichzelf.
„Hoe weten we, dat je inderdaad1 de
zoon van mijn faroer bent", riep hij
met een van woede overslaande stem"
„en geen bedrieger, geen vreemde in
dringer?"
„Wat zegt u idaar?"
Ralph Endellion keerde zich met fon
kelende oogen naar den spreker.
Hij wist zich meesterlijk te beheerschen,
maar ide heftige spanning bleef toch niet
geheel zonder invloed op zijn zenuwen
„Je zult je identiteit hebben te bewij
zen", luidde het scherpe bescheid.
„Het is alles goed en wel om hier
binnen te stappen en je uit te geven
voo- den erfgenaam van een der rijkste
landgoederen van Devonshire en.... en..."
Er was iets zielig in de hulpelooZe
manier, waarop hij plotseling den zin
afbrak. Hij wist, dat hij voor ongeloovige
ooren sprak. Slechts een paar minuten
Het Duitsche fascisme.
Een onweerstaanbare be
weging.
De zegetocht van de „nationale revo
lutie" in Duitschland duurt onveranderd
voort. Steeds grooter wordt het aantal
hunner, die zich aanpassen aan de ge
wijzigde omstandigheden en d© vlag van
het verzet strijken. Maar ook wordt steeds
grooter het aantal van hen, die door ©en
wanhoopsdaad een einde maken aan dien
strijd, zoodat ide zegetocht der nat.-soc.
beweging een wel zeer luguber spoor
achterlaat. Geen dag bijna gaat voorbij,
of er komen berichten binnen over per
sonen, die onder den druk der politieke
of economische (omstandigheden zich het
leven benemen ;en aldus op tragische wijze
het „succes" van de revolutie jen de we
dergeboorte van het Duitsche volk accen-
tueeren.
Met onweerstaanbare kracht zuigt de
Hitleriaansche beweging alles wat zich
nog daarbuiten bevindt, op, zoodat het
tijdstip met snelle schreden schijnt t©
naderen, waarop het geheele politieke
leven bij onze oostelijke naburen zich zal
hebben opgelost in éen groote partij, di©
identiek is met dien staat en dje totaliteit
van het Duitsche staatkundige leven b©-
heerscht en controleert, naar 't voorbeeld
van Italië en Rusland.
Een belangrijke factor in het nivellee-
ringsproces is ongetwijfeld de beslisising.
welke de eens zoo machtige centrums-
partij heeft genomen om den oud-rijks
kanselier dr. Briining tot opvolger t© be
noemen van den ©mi gezondheidsredenen
afgetreden prelaat Kaas en hem aan het
hoofd te stellen van de partij, met vol
ledige volmachten teneindje dieze zich te
doen aanpassen aan de gewijzigde 'om
standigheden en alle partijfuncties zoo
noodig met andere titularissen te bieizetten.
Sinds ide manoeuvre, waardoor bij de
vorming van de huidige regeeringseom-
binatie de katholieke staatspartij, die tot
dusver in elke regesring een min ofmieer
belangrijk aandeel had, werd voorbij ge
gaan, is deze steeds m©3j* in een geïso
leerde positie gedrongen en werd zij voor
de keuze gesteld om in onvruchtbare op
positie te gaan dan wel zich aan t©
passen, nu haar tegenstandster als de
onmiskenbare overwinnaar uit het strijd
perk was gekomen.
In hoever het aan het centrum gegeven
zal zijn in de toekomst werkelijk zich
weer een invloed van ©enige beteekenis
te verschaffen, zal moeten worden afge
wacht. Een medewerking van 't Centrum
onder de leiding van ©en beproefd poli
ticus als dr. Brüning, kan intusschen een
beweegkracht ten goede worden en er
toe bijdragen extremistische excessen van
ai te voortvarende nat.-soc. leiders ropd'om
Hitier tegen te gaan.
POLITIEK UIT DEN AETHER?
Bij Kon. Besluit van 22 April jj. St.bl.
223,zijn thans de regelen vastgesteld welk©
igelden ten aanzien van de z.g. politieke
radio-uitzendingen. Deze regelen zijn op
genomen in de wijziging van het radio
reglement 1930.
Bepaald is, dat d)e uitzendingen niet
mogen inhouden een rechtstneeksche dan
wel zijdelingsche of bedektle ondermijning
van (godsdienst, zedelijkheid], gezag ,en
volkskracht, noch kennelijk bestemd (mo
gen zijn voor het buitenland, indien be
kend is, dat zij in een bevriend|en staat
niet rijn toegelaten.
van politieken aard mo-
ge'edei had ide ren meester den. jongeman
met „Meneer Robert" aangesproken, ter
wijl de uitdrukking op het gezicht van
Mr. Dolgeth, idie tot Arthur Dulverton's
onuitsprekelijke ergernis jarenlang de ju
ridische adviseur van den overleden land
heer was geweest, ook van duidelijkheid
niets te wenschen overliet.
Mr. Binns had in pijnlijke onzekerheid
de gang van zaken gevolgd. Tot het
moment van Endellion's binnenkomen, was
liij het in alles met Arthur Dulverton
eens geweest. Mr. Dolgeth had voor uit
stel gepleit. Hij had betoogd, dat Robert's
dood niet absoluut bewezen was en er
daarom op aangedrongen, dat zijn con
frere Dulverton nog ©enigen tijd zou
laten verloopen e.er hij bezit nam van de
nalatenschap van zijn broer. Maar de
rentmeester had zich aan de zijdel gesteld
van Iden man, die beloofd had hem in
zijn positie te handhaven. De onverwachte
verschijning van Endellion had hem dan
ook eerst verbijsterd en besluiteloos ge
maakt, maar langzamerhand, toen hij de
situatie overzag, had hij Zijn besluit ge
nomen.
„Ik begrijp niet, hoe er ook maar
de minste twijfel kan bestaan of dit
meneer Robert is", verklaarde hij. „Ik
hieb hem van jongs af aan gekend en
ofschoon ide jaren dat hij.... ©h.... gereisfd
heeft, hem natuurlijk hebben veranderd,
is hel toch dwaasheid om...."
„Laat ik hem eens goed bekijken! Kom
bij het venster alsjeblieft".
Het was ide jonge Arthur, die den
rentmeester in de rede viel.
(Wordt vervolffd