Zierikzeaschi Nieuwsbode
DERDE BLAD
Uit Stad en Provlnoie.
FEUILLETON.
EEN WONDERLIJKE GELIIKENIS.
bahoorendt DIJ da
»aa Vrijdag 28 April 1833, ia. 12458.
0»«r rijkdamman dia opgestipald
liggao.
Door A. van HoogstratenSohooh.
Ik heb ze nog gekend de nvenschen
die niet lezen konden. Ik herinner me
nog den stoeren, flinken iman, een reus
van een kerel die alleszins bekwaam was
voor zijn wierk en dagelijks heel wat
arbeid verzette, en een goed stuk brood
voor zijn vrouw en kinderen verdiende.
Je kon zoo prettig im'et hem praten over
zijn werk de paarden, de vrachten,
d'e goede en kwade tijden. Hij kon niet
lezen of schrijven.
Dan was er de boerinne weer heel
ergens anders vandaan, zoo appetijtelijk
als die er uitzag met haar blonde haren
en roodie opgepoetste koonen en mooie
lichtblauwe oogen. Ze 'bracht meer van
het boerenbedrijf terecht dan ik, met
al mijn leerjaren het ooit zou kunnen;
ze kon karnen en melken, ze hield' het
mjalkgterij zuiver en frisc.i en het was
ongeloofelijk wat ze met die paar handen
verzette.
Ze klaagde nooit, ze nam het leven aan
zoo als het kwam >en werken, dat kon
ze 'en deed ze, en ze beschikte over
een dosis gezond verstand. Haar vee
stapel was ter een voorbeeld van.
Ik heb teen wel eens heel verstolen
gedacht „is het niet dwaas om de
imlenschien allemaal zooveel geleerdheid
en wetenschap te willen bijbrengen, wek
ken we niet allerlei begeertjgn op bij de
ïmenschheid, die nooit gestild wor|d|t...
ook niet kan weden? Is het .eenvoudige
leven met zijn poëzie en stille geneugten
niet verkieselijker dan het zich geestelijk
En daarachter zal mijn Cechino alles hebben. Ik hoop dat wij, die lezen kunnen
zien wat er te zien valt!" j 'en boeken kunnen koopen, dit groote
Wat heeft die oude Mino dat eigenlijk j voordeel op prijs stellen en niet ver
bezig houden en vermoeien met vele e
zaken? Is het wel de bedoeling dat Wij, waarde in letrekking tot de oostersche
goed gezegd, wat heeft hij 'het goed
begrepen, wat missen de rrfenschen die
niet lezen Willen ot niet lezen kunnen
toch pen boel. Is het niet precies zoo,
dat tielkens een deur opengaat en door
het binnentreden van die deur het leven
al rijkjer ien mooier wordt?
Ik Ijees de „roep der velden" de
man ien de vrouw, die niet lezen, staan
voor de gesloten deur; zeker, ze weten
allerlei te vertellen van het voor en
tegen van het bedrijl, maar weten ze
ook van de rapunzels, van de veronica's,
die ©gelskop en de lischdodde, de we
derik ;en de kattenstaarten-, en de drie
kleurige viooltjes, die onder het sneeuw
kleed groeien? Een dichte deur sluit
de natuur af, ,als ge er niet van gelezen
hebt, een -dichte deur ook van de dieren
wereld, als |ge u niet hebt laten vertellen
van de kraaien, de uiLemoeders en de
gaaien, de olifanten en de kameelen.
Ik hoor praten over ide menschen, moei
lijk zijn ze om' te begrijpen, moeilijk
ook je zelf om er iets uit .wijs te
Wordien. Daar sla ik' boeken over
menschkun'de op, over karakterkennis, ik
denk hier bijzonder aan de werken van
Künkiel, Wat een rijkdom! Ach, Mino! wat
heb' je het goed gezien, ik begin .mezelf
een 'heel klein beetje te begrijpen, ik
zie 'dat ik -waken moet voor geestelijke
vergroeiing.
Daar Zijn de paedagogische boeken!
heeft iemand me ooit zoo goed kunnen
duidelijk Im'aken, hoe geduldig ik zijn
'moet met een kind, dat zich moeizaam
'doorvecht naar het groote leven?
Daar Was -een roman, die een ongeluk
kig 'huwelijk behandelde. Vroeger heb
ik dat zoo hard veroordeeld, nu begin
ik te 'begrijpen, Wat er geleden en .ge
streden 'wlord't een rijkdom.' aan men-
schenkennis en aan erbarmen heb ik
achter die deur verzameld, die openging
toen ik het boek ter hand nam.
I Vaak hebben w'ij, Europeeërs, een
groote dosis misplaatst gevoel van eigen-
menschen, een gezichtsveld zullen heb
ben, dat zich uitstrekt over de geheele
aarde van de stratosfeer "tot in de
diepten ider zeeën? Is men niet ge-
gelukkiger -met zijn koeien en paarden,
imlet zijn ploeg en met de wederwaardig
heden van een stukje grond waarop men
woont
Ik ben niet de eenigste, die voor een
oogenblik wel eens zoo iets gedacht heeft.
Ik 'ben in goed gezelschapnog wel
in dat van dien pastoor uit 'het boek van
de Schart en-Antinks „de jeugd van Fran
cesco Campana!"
De pastoor komt langs het huisje van
dien ouden Mino! Hij heeft hooren ver
tellen, dat deze er over denkt, zijn klein
zoon zijn Cechino te laten leeren.
De pastoor vindt het heelemiaal on-
noodig. Hij gaat het Mino zeggen.
Zoo vergenoegd zit deze v.oor zijn
ideur op ide steenen bank op het terrasje
voor zijn huis in de zonnige schaduw
van idien grooten kronkelknoestigen m!oe-
reiboom.
Mino zat in zijn roste katoenen hetmld
en las zijn krantje.
De pastoor vraagt of het waar is, -dat
ide jongen naar ide stad zal gezonden
worden om verder te leeren.
Mino zegt voorzichtig, dat hij er wel
over 'denkt. De pastoor verheft een waar
schuwende stem en zegt „het is alleen
maar de vraag, of zoo'n vracht geleerd
heid gelukkiger im'aakt. Wat moet hij
aanvangen imet al idie wetenschap? Als
hij jweet wat ieder weet hoe hij koper-
sulphaat op zijn druiven irnoet spfuiten en
zijn moestuin en vee verzorgen wat
doe je dan met den verderen ballast?..."
„Veel Weten", antwoordt grootvader
„is rijkdom). Ik het' maar zoo eens een
en landier gelezen, wiat ik krijgen kon
of eris koopen. Dikwijls begrijp ik ihet
niet of half. Ik ben maar een oude dom
oor, maar dat ben ik dan toch te w-eten
gekomten, hoe mooi 't moet zijn dat .alles
wiel te weten en te begrijpen. Ik kijk
maar door een kiertje van de deujr.
giet-en zullen anderen ook van die zege
ning te laten genieten.
Ik loop dbzer dagen langs den weg.
Een arbeider, 'die op het oogenblik vrijen
tijd heeft, houdt me staande. „Als je
nou nog eens een boekie voor me
hiebt!"... zegt hij eenigszins verlegen.
i,Ja zeker, heb ik een boeki-e!" Ik haal
heml dien roman van de beste soort
ik Weet, dat wat Mino zegt, waar is
en dat je 'met vreugde de deur, 'die voor
een ander vaak op een kier staat, een
krachtigen duw 'moet gev-en opdat ook
hij" kan verzamelen al wat er aan rijk
dom! achter opgestapeld ligt.
vplken. Nu ze boeken de wereld'
zenden, vangen we aan te begrijpen.
Wat totaal andere mentaliteiten ze heb
ben en hoe ze zich stooten aan onze
lpmlpe gedragingen en handelingen, hoe
leelijk ze ons vinden, met onze spitse
'gezichten, ronde pogen en puntige neuzen.
Hoe anders loop je na het lezen van
zoo'n boek in een land, dat je vreemd
is, roind nu Imfet een ootmoedig hart,
dat openstaat om te leeren en te luiste
ren. Die 'wijsheid heb je verzameld, achter
die deur die openging na het lezen van
die boeken van oostersche schrijvers.
Ik ben 'misschien iemand, die een ver
velend, saai leven heeft wat nood!
Met een boek reis ik naar de meest
interessante landen, ik heb' de meest
avontuurlijke 'Ontmoetingen, ik hoor en
zie ide Im'ooiste 'dingen; met de kleine
Johannes ga ik op zwerftocht en ik kom
terug uit het land -der fantasie verrijkt,
versterkt, bemoedigd.
„Maar er zijn o;ok slechte boeken",
bijt iemand me toe, „onzegbaar is het
kw'aad 'dat door ze -gedaan is. Ze hebben
het jonge bloed- in 'brand gezet, de ver
beelding met obscene tafereelen verhit,
de prikkellectuur heeft hun zin voor
de verrijking van hun geest bedorven."
Zeker zijn er slechte toeken, hoe arm
maken ze de menschen id-oor hen
gaat geen enkele -deur open, slechts 'die
eene naar -de wereld van de sexueele
afdwalingen. H-et is voor die menschen
alsof -d'e natuur ni:et roept, de zon niet
schijnt, ide wetenschap niet noodt, de
historie niet bestaat, alsof ze te gronde
moeten gaan aan ziekelijke overspanning
-oververzadiging van hetgeen -de
miensch ten 'z©ge was bedpeld.
Maar die soort boeken kunnen Wij boy
cotten, iwe kunnen ze zelfs uit onlze
woonkaimfers houden, als ze zich aan
dienen in een artistiek gewaald.
Ik voel voor een boekenweek, ik ben
blij, als dankbare 'menschen eens uitspre
ken wat boeken voor ze zijn, wat rijkdom
len (vreugde ze in hun leven gebracht
Uit het Engelsch
van
JOSEPH HOCKING.
11 (Nadruk verboden).
De uitspraak van den halts-chef was
beslissend voor den loop, die Endelli-on's
leven verder nemen zou".
,.Z;e schijnen allemaal samen te span
nen oim mij, of ik w'il of niet, tof Ro
bert Dulverton te bombardeeren", ©pins-
de hij. „We zullen ide dingen dan m|a;ar
nemen, zooals ze znij". En daarop luid
den halte-chef (de hand toestekend„Wel
Henry, hoe gaat het? Aardig dat jij de
eerste bent o-m me te verwelkomen".
„Weten ze op het huis dat u komt,
mieneer?"
„Neen Henry, ik Wilde ze verrassen"
„Echt iets vo.or u, meneer Rojbert! Uw
oom en u'w'. neef zullen wel igaluw hun
biezen pakken als ze u zien. Het zal
een heele schok voor ze zijn".
„Dacht je dat,, Henry?"
„Nou, en pf! Maar jdat kan geen kwaad-
er zal tenminste !weer wat leven in de
brouwerij kolmen, nu u thuis bent".
„Kun je (mij een rijtuig bezorgen,,
Henry?"
„Zonder imankeerenn meneer Robert,
Henny Yellan-d leeft nogdat had
Waarschijnlijk niiet gedacht.... en Katern
Ann ook! Hij rijdt pog altijd lustig imet
KERKWERVE. Openbare raadsvergade
ring op 22 April j.l. Aanwezig alle leden.
Voorzitter de burgemeester. Deze opent
op de gebruikelijke wijze de vergadering.
Na het lezen der notulen ko|m!t eerst in
behandeling; het verzoek van het comité
inZake de R.T.M. om 2 cent per inwoner
te Imogen ontvangen, waarover in de vo
rige vergadering de stemmen staakten.
Het wordt thans lm|öt 5 tiegeln 2 stetomen
Gravelijn en v. Linde) toegestaan.
Van het Centraal Bureau voor de Stati
stiek was ontvangen een staat, waaruit
bleek, dat volgens de jongste volkstelling
in deze gemeente waren: 487 N-ed. Herv.
(262 iml. en 225 vr.); 198 Chr. Geref. (100
tml. en 118 vr.); 118 van de Ger. Kerken
(56 pi en 62 vr.); Roomlsch Kath. (1 vr.);
17 van -andere Kerkgenootschappen (12 ml.
en 5 vr.) en 18 die tot geen Kerk be
hoorden (7 ml. en 11 vr.) Uit de voorge
lezen rekening der Gezondheidcommissies
bleek, dat de ontvangsten Waren f 156,01;
de uitgaven f 1043,25; iderhalve imlet een
goed sl-ot van f521,76. Komt thans in
behandeling het verzoek van het school
bestuur „Sam-uiel" -om aansluiting der wa
terleiding op de W.C. in de school te
Moriaanshoofd. Nadat adres, plain en kos
tenberekening is voorgelezen, wiordt zon
der bespreking en z.'h.s. het verzoek toe
gestaan, onder vporw'aardle, opmerking
van dhr. van -der Wekken, dat Idle
noemde som niet zal worden te boven
gegaan. Volgt -een met reden omkleed
v e r z o e k van de K e r k v ,o o 'g d ij der
Nederlamdsche Hervormde Gembentje dm
-een bijdrage in de afheining van den tuin
der pastorie. De voorzitter doet imiede-
deeling wat aan de indiening van idit
verzoek is voorafgegaan. Zij zelf zijn
wel er voor om te steunen Waar hebben
geen bepaald voorstel. De heer Bopt zou
de helft willen geven, maar dan niet
vpor dit gedeelte, maar eerst geheel
afwerken. De heer Gravelijn vraagt of
dit geen precedent kan worden. Met voor
beelden tpont de voorzitter aan, 'dat daar
geen gevaar voor is. Z.h.s. wordt ten
slotte gewijzigd voorstel Boot onder
steund door Dalebout en van der Wekken,
aangenomen f150 te geven, (onder voor
waarde, dat het eerst geheel moet afge
werkt Zijn. Het verzoek van M. Hpger-
heide om ontheffing, van hondenbelasting
over '32 en '33 wprdfc, (na toelichting: door
den voorzitter, dat hij de hond tot in
'33 heeft gehouden, z.-h.s. afgewezen.
B-ij de omlvraag 'deelt de voorzitter een
verzoek van W. Lemisojm' Jr. mede, om
voor zijn bemoeiingen voor de straatver
lichting hier en te Schutje, wat hij tol
nog to,e voor niets heeft gedaan, eenige
vergoeding te mogen ontvangen. Z.'h.s.
wordt besloiten voor 1934 Jdiaarvpor f 10
uit te trekken en voor '33 evenveel betaal
baar te stellen. Tot uitvoering van een
besluit in een vorige vergadering geno
men, krijg,t Bi. en W. sanctie, om' dit met
de vlassers van Burg en Gravelijn te rege
len op de manier zooals de vporz. thans
voorstelt.
Voorts deelt 'de voorzitter nog mede,
dat te Flaauwiers een betonbaan zal wor
den gemaakt en dit gedaan Zal worden
dpor tmlenschen, die daarvoor beschikbaar
zijn. De heer v. d. Linde vraagt of dit
niet door werkloozen kan worden gedaan.
De voorzitter zegt, dat niet elke werk-
looze daarvoor geschikt is. De heer Van
der Sluis vraagt vervolgens pf het ver
zoek van den Chr. Landarbeidersbond in
de vorige vergadering nu niet behandeld
Imloet worden. Ter bespreking hiervan gaat
de raad over in besloten vergadering.
Na heropening zegt de heer Boot, dat
heim! is overgebracht, dat kleeding en I
imlantel ten dienste der begrafenissen nijeft
meer in orde zijn. Devoorz. zegt dat dan de
desbetreffende persoon zich tot B. en
W. (mOet wenden en tot particulieren om
het over te brengen. De heer v. d. Sluis
yraagt nog of de grond te FJaauwers voor
de wegen kan worden gebruikt pf ver
kocht. Zal door B. en W. worden onder
zocht. De heer Dalebout vraagt naar re
ductie bij het betonwerk. De voorzitter:
dat is voor den werkgever. Nadat hij
nog heeft medegedeeld dat de lijkwaglep
voortaan door C. v. d. Wekken Mz. in-
plaats van St. bij' de Vaate Sz. zal worden j
gereden, wordt de vergadering gesloten.
zijn ouden knol... die schijnt net als z'n
:s het eeuwige leven te hebben. Het
gaat twiel op een sukkeldrafje, maar het
gaat toch! U bent toch niet te gnpbtslch
oim met Henry zijn rammelenden bokke-
wagen te rijden, meneer Rpbert Vroe
ger bad' u er schik genoeg in ,om er
stiekuimi achteraan te hangen".
„Wat idlenk je iwel van me,- man! Ik
kan mie geen luisterrijker intocht voor
stellen Idan in Henry's oude rammel
kast!" -antwoordde- Endellion vrpolijk. De
manier Waarop ide halte-chef hem zondier
een spoor van -aarzeling als den erf
genaam van Dulvierton Manor gea.ccep
teerd had-, had hem: niet weinig opge
monterd.
Enkele minuten later, met de uitb|un-
digie dankbetuigingen van het stations-
personeel npg naklinkend in zijn opren,
want hij hald deze hartelijke lieden inder
daad! vorstelijk bedacht, zat hij in Henry
Yielland's aftan-dsch vehikel, op wpg naar
Dulverton Manor.
VII. Het oordeel van Peters.
Henny Yelland', of „(Enny" zopals hij
gewoonlijk werd genoemd, was een klein
uitgedroogd manneke, dat een schamel
stuk brood verdiende met het bewerken
van zijn lapje grond en het verrichten
van all'e voorkomende transport-!w|erk-
zaaimh'edien met zijn in den heelen om
trek 'bekenden rossinant, al even oud
en verschrompeld als hijzelf. Enny wias
oml drie dingen vermaard: eerstens om
zijn eigenaarschap van het bovengenoem
de iouide beestje, waarschijnlijk de Nestor
idler paarden uit ihet Graafschap, ten twee-
die oimi het bezit van een echtgenopte,
HAAMSTEDE. Op initiatief van den bur
gemeester Jhr. Röell werd Maandagavond
j.l. in de Nedi. Herv. Kerk de Willem
de Zwijger-herden king dehoudien.
Het ruimte laat-Gotische kerkgebouw was
geheel gevuld; ditmaal geen moderne,
tmlaar de oude kaarsenverlichting, stralend
uit de tmloioie antieke koperen kroonluch
ters en kandelaars, zoo geheel passend'
aan het interieur van dit oude gebouw
en den herdenkingsavond.
Na [goed vertolkten zang van Mevr.
Kentie en Ds. Saraber van „Wilt heden
nu treden", met begeleidend orgelspel van
dhr. P. J. v. d. Berg, sprak dhr. Röell een
openingswoord.
Spr. Zegt, dat, waar in alle deelen des
lands Ide 400ste geboortedag van Prins
Willeml van Oranje wordt herdacht, pok
Haalmistede niet achterblijft. Het doet hemi
goed, dat zoovelen zijn saimlengekdmen
ter herdenking van het 4de eeuwfeest
van -den grooten Vaderlander, pan wien
Nederland en het Ned-erlandsch-e VoJk zpo
oneindig veel tie danken hebben. Het gjaeft
een bewijs, dat in dezte ernstige tijden
noig Imtenig dankbaar hart vo,or Oranje
klopt. Hij releveert de geschiedkundige
beteekenis van de herdenking van hem,
die op de toenmalige beschaving Zijn
stetmlpel drukte en hoopt, dat deze avonid)
moge bijdragen tot nog toteerdere ver
sterking van den band tusschen Vorsten
huis en Volk. Hij dankt het comité voor
de Voorbereiding en allen, 'die (mteegte!werkt
hebben 'om djezen avond te organiseeren.
Daarna wordt gezamenlijk Ps. 103 vers 1
Ogen en bad Ds. Heuseveldt het
~Onze Vader". Djieze spreker hield ver
volgens een diep" gevoelde en alleszins
correcte geschiedkundige rede over h(2(t
onderwerp: „Willem de Zwijiger in zijn
tijd". Mooi s chetst-e spreker leven en 'werk
van dezen grooten en godsdienstigen
staatsman, den stoeren strijder voor lands-
en gewetensvrijheid. Na deze red(e werd
gemeenschappelijk gezongen het 1ste v,ers
van het Wilhelmus en volgde wederom
zapg van Mevr. Kentie en 'Ds. Saraber „O;,
Heer die daar" en „Gelukkig Vaderland!"
imiet 'Orgelspel, een en ander evenals het
beginnumlmler op verdienstelijke wij'ze uit
gevoerd.
Alsnu hield Ds. Kentie een zeer bevatte
lijke rede over: „De beteekenis van Willem1
van Oranje voor Land en Volk". Spr.
toonde daarbij' de parallel aan tusschen
Mozes en Oranje, Mazes aan 'het hof van
den Pharao, Oranje aan het hof van Karei
de Vijfde, beiden leiders van een volk
worstelend imlet laksheid' en tegenslag,
imiaar beiden ook imlet een onwankelbaar
geloof en een rostvast vertrouwen, en het
welzijn van hun volk behartigende boven
eigen belangen. Daarna werd gezamenlijk
het 6e vers van het Wilhelm'us gezongen
en Gezang, 96, waarna Ds. Kentie een
Blotw|0|Ord sprak, tmlet idank aan Idön burge
meester npor diens initiatief en voor de
gez'amlenlij'k© medewerking en de opkomst.
Wij 'hebben ziegt spr. nog (a,ltij'd IdenZelfden
God als Oranje en gelukkig nog altijd
ons geliefd Vorstenhuis. Met God en
Oranje k'waiml Nederland' steeds uit die
verdrukking. Zeer zeker zal deze hi'opie
herdenkingsavond indruk gemaakt hebben
op het aandachtig gehoor.
ST.-PHILIPSLAND. Op de alhier ge
houden vergadering van den Gemeente
raad was imet kennisgeving dhr. A. M.
v. Dijke afwezig. Op de gebruikelijke wijze
opent de voorzitter, dhr. Burgemeester, de
vergadering. Met -den Minister van Binnen -
Iandsche Zaken is geconfereerd over de
steunregeling, die wordt goedgekeurd.
Omtrent de Rijkssubsidie voor de werk
verschaffing zal nader bericht worden
ontvangen. Vervolgens worden enkele op
merkingen van algemeenen aard over de
werkloozenzorg gelezen, waarbij er na
drukkelijk op gewezen wordt, dat er bij
verkrijging van Rijkssubsidie die nauwste
overeenkomst moet bestaan tusschen Rijk
en Gemeente en niets mag gedaan wordjejn
zonder gemeenschappelijk overleg. Weth.
de Ruijter inforimteert of verlenging van
de steunregeling is aangevraagd',
daar deze slechts liep tot 1 April. De
voorz. zegt, dat dit gelukkig niet noodig
is, temeer niet als de werkobjecten door
gang zullen hebben. Hiervan zijn echter
enkele afgevallen. Op de demping van
den z.g. tramput is nog geen beslissing
ingekomen. Overgegaan is tot dem'ping
van leen kreek, waarvoor een overeen
komst is getroffen tusschen het Gemeente
bestuur ien dhr. Dceleman. Dhr. Doeleman
betaalt 25 o/0 van het weekloon, terwijl
hij de materialen levert voor ziektewet
zorgt enz. Het loon wordt berekend op
24 cent per uur; regenverlet op 20 cent
per uur. De eerste week zijn 20, de
tweedie week 14 menschen te werk ge
steld. De overige werkloozen zijn bezig
met het uitdiepen van de havengeul en
ophooging van het kerkhof. Dhr. Neele
informeert of de werkloozen tevreden zijn
met de loonen bij de demlpingswerken.
De voorzitter zegt, dat hem geen klachten
dienaangaande hebben bereikt. Uitgere
kend is, dat het loon gemiddeld 23 24
cent per uur bedraagt. Dhr. de Ruij'ter
zegt, dat de oppositie koimlt van de zijde
waar het meest verdiend wordt. De voor
zitter zegt, dat heim) bij een bezoek aan de
werken, werd toegevoegd, dat minstens
30 cent per uur hioest worden verdiend.
Dit zou hij ook wel willen, maar het kan
niet. Nog enkele besprekingen volgen hier
over. Vervolgens wordt besproken een
schrijven van den Minister van Binnenl.
Zaken, waarbij wordt meegedeeld, dat de
werkverschaffingsregeling dezelfde blijft,
imaar dat het uurloon voortaan moet wor
den vastgesteld op 22 cent en het regen
verlet op 18 cent. De verlenging loopt
tot 18 Mei a.s. Een en ander wordt met
algemeene stemmen goedgevonden. Een
regeling zal worden getroffen met de
gemeente Steenbergen voor hulpvelrlee-
ning bij brand. Goedgevonden wordt de
kasgeldbeening aan -de gemeente Clingje
op dezelfde voorwaarden te deen voort
duren. Adhesiebetuiging wordt verleend
aan een adres van de N.V. Waterleiding
Mij. W.-N. Brabant, waarbij den betrokken
Minister verzocht wordt de rente der
geleende gelden te brengen van 6 op
4 o/0. De gemleente Hooge-Lage Zwaluwe
maakt aanmerking op de samenstelling
der z.g. Waterleiding-Commissie, waarin
volgens haar ook wethouders en raads
leden moeten zitten en niet zoo als nu
bijna uitsluitend burgemeesters. Besloten
wordt hieraan geen adhesie te verlejehen.
Wat St.-Philipsland betreft kan de ker
mis te Scherpenisse verdwijnen. Ter in
zage worden gelegd de jaarverslagen der
Commissie tot Wering van Schoolverzuim.
Enkele ingekomen stukken, waaronder ver
schillende dankbetuigingen voor gratifi
caties enz., worden voor kennisgeving
aangenomen. Een nieuwe overeen
komst wordt gesloten met de P.Z.E.M.
vpor de straatverlichting. Deze zal
f 28 vermindering geven. Besloten wordt
de verlichting aan „de Sluis" te bespoe
digen en te trachten opk „de Lange Weg"
te doen aansluiten. In principe wordt be
sloten tot uitvoering ziekenbarak en hier
voor aan te sluiten bij Bergen op Zoom1.
Daarna volgt uitvoerige bespreking pver
het nemlen van een proef met a s p h a 1-
t e e r i n g voor het gedeelte van den
S t a t i o n s 'w e g, tusschen de opritten.
Deze proef zou plml. f 420 kosten, tenmin
ste als het wegdek voldoende verhard
vpor wie hij in bestendige en dloodelijke
vrees verkeerde, in (d|e d-erdie, -en laatste
plaats als een niets- en niemand ont-
zienden kletskous.
T.oien Endellioin instapte, hald de diorps-
koetsier-landbouwer verscheidene scOop-
'dien zijn slimme oogjes uitviorschenid laten
rusten ,op het gelaat en de gestalte van
zijn passagier en nauwelijks had het rij
tuigje zich in beweging gezet of hij be
gon 'die conversatie:
„Het 'dioiet 'me plezier dat u me nog
kende, meneer Robert".
„Alsof imlen iemand als jou zou kun
nen vergeten, Enny! Hoe gaat het met
Katern Ann?"
„Dat is aardig van u, dat u aan haar
ook npg denkt. Ze zal er machtig tro,tsch
op wlezen als ze het hoort".
„Ik komi haar eens gauw opzoeken,
hoor", hernam Endellion. Hij dacht er
ook (over pirn naar de kinderen te info.r-
mieeren, maar 'hij Wist niet zeker of hij
zich daarbij niet op glas ijs waagde..
Maar dank zij ide (miededeelingen van "'den
halte-ehief, 'wlas er niet het minste
vaar aan verbonden naar den welstand
van Katern Ann, ontwijfelbaar Enny's
Wederhelft te vragen.
„U bent veranderd,, mieneer Robert,
maar ik herkenldie u ooglenblikkelijk. Even
een pauze, toten vervolgde de spraakzame
oude: „We dachten dat u nopit Wjeer
zoudt terugkomen.... -er wierd verteld dat
u |doo(d Iw'as.... en nog een heelebpel meer,
U moet niet vergeten, dat het alweer een
heeleboel geledien is, sinds de oude heer
stierf".
„Ja, ik zat 'diep in de wildernis
door puur toeval kreeg ik ieen pude
krant in handen, iwaarin het doodsbericht
stond0'.
„W|at u Zegt, Wlat u zegt, meneer Ro
bert! Hoe ver Iw'as u dan wel van 'het
naaste postkantoor?"
„Op z'n irr.'inst idtertig kilometer".
„Dat Was .dan ook 'n alle-mienschelijk
/diooie 'boel, 'waar u zat. Maar uw pom
heeft ondertusschen alles in handen ge
nomen".
„Oom Arthur?"
„Wie anders? Neemt u me niet kwa
lijk, dat ik zooi ronduit spreek, meneer
Robert, Waar hij Iwlil alle huren en pach
ten 'verhooigen. Hij doet alsofhij heer
en (meester van het landgoed ishet
zal he'm niks 'geen plezier doen, u zqo
onverwacht vpor zich te zien staan!"
„Niet?"
Endellion bepaalde zich tot een vage
vraag, omdat hij niet goed wist hoe hij
hij op Eïmy's -mededeelingen reageeren
meest. Maar hij iw'as dankbaar vpor ide
informatie, die hij zpo ongezocht ver
kreeg.
„U zult Imüjn pacht niet verhoogenwel
meneer Robert?" |ging Enny vertrouwe
lijk voort. „Misschien vindt u mie een
beetje vrijpostig, maar u moet maar den
ken, dat ik u van 'kind-af gekend heb,
ien dat het een harde dobber is pm' aan
den kost te kpmen".
„Ik zal zorgen dat je behoorlijk be
handeld Wordt, Enny", btelpofde En(d|el-
lion". Mijn obm heeft dus, pm zoo te
zeggen, bezit van ide Manor genomen'V
„Ja* hij en de jonge meneer Arthur.
Het praatje gaat, dat de oude heer de
advocatenpractijk eraan zal geven en op
Dulverton komen wionen. Ze zeiden alle-
ebi, dat u ergens verweg gestorven bent,
maar niemand van ide bedienden of de
pachters, -die er iets van gelooft heeft!
Ik zie, waar u naar uitkijkt, meneer Ro
bert", viel hij zichzelf opeens in de rede".
„Waarnaar dan?" vroeg Endellion, die
gedurende den rit 'met gretige opmerk
zaamheid alle details van het landschap
in zich opgenomen had".
„Naar het eerste gezicht op Dulver
ton! U kunt 'het zien als we aan den: rand
van de heuvels komen".
Een vreemlde spanning tintelde door
Endellion's zenuwen. Hij kreeg de -eigen
aardige gewaarwording in zekeren zin
werkelijk Robert Dulverton te zijn en
dat igevo-el maakte de rol, die nij te
spelen iha'd, minder moeilijk.
Na eenige minuten hadden ze den heu
veltop bereikt en tegen de helling van
de tegenovergestelde zijde van de val
lei, lag het huis, dat lange weken het
voorwerp van Ralph Endellion's dro.o-
imeti was geweest. Hij kreeg een schok,
toen het zich aan zijn 'betooverd-e pogen
opdeed'. Het overtrof zijn stoutste ver
wachtingen, het was veel mooier dan
zelfs de enthousiaste beschrijving van
'den gestorven erfgenaam had kunnen
idoen vermoeden. Hooge ,olmen en eiken
ontgaven het met een gordel van lom-
mver, schitterend-aangelegde tuinen en een
uitgestrekt park glooiden naar de rivier,
die zich als een breed lint van glinste
rend zilver -door het dal slingerde. Het
statige en tegelijk vriendelijke huis was
opgetrokken uit grijs graniet.... een ju
weel van oud-Engeischen kasteelenbouw.
(Wordt vei-uol^d).
1