Zierikzeaschi Nieuwsbode DERDE BLAD Uit Stad en Provlnoie. FEUILLETON. EEN WONDERLIJKE GELIIKENIS. bahoorendt DIJ da »aa Vrijdag 28 April 1833, ia. 12458. 0»«r rijkdamman dia opgestipald liggao. Door A. van HoogstratenSohooh. Ik heb ze nog gekend de nvenschen die niet lezen konden. Ik herinner me nog den stoeren, flinken iman, een reus van een kerel die alleszins bekwaam was voor zijn wierk en dagelijks heel wat arbeid verzette, en een goed stuk brood voor zijn vrouw en kinderen verdiende. Je kon zoo prettig im'et hem praten over zijn werk de paarden, de vrachten, d'e goede en kwade tijden. Hij kon niet lezen of schrijven. Dan was er de boerinne weer heel ergens anders vandaan, zoo appetijtelijk als die er uitzag met haar blonde haren en roodie opgepoetste koonen en mooie lichtblauwe oogen. Ze 'bracht meer van het boerenbedrijf terecht dan ik, met al mijn leerjaren het ooit zou kunnen; ze kon karnen en melken, ze hield' het mjalkgterij zuiver en frisc.i en het was ongeloofelijk wat ze met die paar handen verzette. Ze klaagde nooit, ze nam het leven aan zoo als het kwam >en werken, dat kon ze 'en deed ze, en ze beschikte over een dosis gezond verstand. Haar vee stapel was ter een voorbeeld van. Ik heb teen wel eens heel verstolen gedacht „is het niet dwaas om de imlenschien allemaal zooveel geleerdheid en wetenschap te willen bijbrengen, wek ken we niet allerlei begeertjgn op bij de ïmenschheid, die nooit gestild wor|d|t... ook niet kan weden? Is het .eenvoudige leven met zijn poëzie en stille geneugten niet verkieselijker dan het zich geestelijk En daarachter zal mijn Cechino alles hebben. Ik hoop dat wij, die lezen kunnen zien wat er te zien valt!" j 'en boeken kunnen koopen, dit groote Wat heeft die oude Mino dat eigenlijk j voordeel op prijs stellen en niet ver bezig houden en vermoeien met vele e zaken? Is het wel de bedoeling dat Wij, waarde in letrekking tot de oostersche goed gezegd, wat heeft hij 'het goed begrepen, wat missen de rrfenschen die niet lezen Willen ot niet lezen kunnen toch pen boel. Is het niet precies zoo, dat tielkens een deur opengaat en door het binnentreden van die deur het leven al rijkjer ien mooier wordt? Ik Ijees de „roep der velden" de man ien de vrouw, die niet lezen, staan voor de gesloten deur; zeker, ze weten allerlei te vertellen van het voor en tegen van het bedrijl, maar weten ze ook van de rapunzels, van de veronica's, die ©gelskop en de lischdodde, de we derik ;en de kattenstaarten-, en de drie kleurige viooltjes, die onder het sneeuw kleed groeien? Een dichte deur sluit de natuur af, ,als ge er niet van gelezen hebt, een -dichte deur ook van de dieren wereld, als |ge u niet hebt laten vertellen van de kraaien, de uiLemoeders en de gaaien, de olifanten en de kameelen. Ik hoor praten over ide menschen, moei lijk zijn ze om' te begrijpen, moeilijk ook je zelf om er iets uit .wijs te Wordien. Daar sla ik' boeken over menschkun'de op, over karakterkennis, ik denk hier bijzonder aan de werken van Künkiel, Wat een rijkdom! Ach, Mino! wat heb' je het goed gezien, ik begin .mezelf een 'heel klein beetje te begrijpen, ik zie 'dat ik -waken moet voor geestelijke vergroeiing. Daar Zijn de paedagogische boeken! heeft iemand me ooit zoo goed kunnen duidelijk Im'aken, hoe geduldig ik zijn 'moet met een kind, dat zich moeizaam 'doorvecht naar het groote leven? Daar Was -een roman, die een ongeluk kig 'huwelijk behandelde. Vroeger heb ik dat zoo hard veroordeeld, nu begin ik te 'begrijpen, Wat er geleden en .ge streden 'wlord't een rijkdom.' aan men- schenkennis en aan erbarmen heb ik achter die deur verzameld, die openging toen ik het boek ter hand nam. I Vaak hebben w'ij, Europeeërs, een groote dosis misplaatst gevoel van eigen- menschen, een gezichtsveld zullen heb ben, dat zich uitstrekt over de geheele aarde van de stratosfeer "tot in de diepten ider zeeën? Is men niet ge- gelukkiger -met zijn koeien en paarden, imlet zijn ploeg en met de wederwaardig heden van een stukje grond waarop men woont Ik ben niet de eenigste, die voor een oogenblik wel eens zoo iets gedacht heeft. Ik 'ben in goed gezelschapnog wel in dat van dien pastoor uit 'het boek van de Schart en-Antinks „de jeugd van Fran cesco Campana!" De pastoor komt langs het huisje van dien ouden Mino! Hij heeft hooren ver tellen, dat deze er over denkt, zijn klein zoon zijn Cechino te laten leeren. De pastoor vindt het heelemiaal on- noodig. Hij gaat het Mino zeggen. Zoo vergenoegd zit deze v.oor zijn ideur op ide steenen bank op het terrasje voor zijn huis in de zonnige schaduw van idien grooten kronkelknoestigen m!oe- reiboom. Mino zat in zijn roste katoenen hetmld en las zijn krantje. De pastoor vraagt of het waar is, -dat ide jongen naar ide stad zal gezonden worden om verder te leeren. Mino zegt voorzichtig, dat hij er wel over 'denkt. De pastoor verheft een waar schuwende stem en zegt „het is alleen maar de vraag, of zoo'n vracht geleerd heid gelukkiger im'aakt. Wat moet hij aanvangen imet al idie wetenschap? Als hij jweet wat ieder weet hoe hij koper- sulphaat op zijn druiven irnoet spfuiten en zijn moestuin en vee verzorgen wat doe je dan met den verderen ballast?..." „Veel Weten", antwoordt grootvader „is rijkdom). Ik het' maar zoo eens een en landier gelezen, wiat ik krijgen kon of eris koopen. Dikwijls begrijp ik ihet niet of half. Ik ben maar een oude dom oor, maar dat ben ik dan toch te w-eten gekomten, hoe mooi 't moet zijn dat .alles wiel te weten en te begrijpen. Ik kijk maar door een kiertje van de deujr. giet-en zullen anderen ook van die zege ning te laten genieten. Ik loop dbzer dagen langs den weg. Een arbeider, 'die op het oogenblik vrijen tijd heeft, houdt me staande. „Als je nou nog eens een boekie voor me hiebt!"... zegt hij eenigszins verlegen. i,Ja zeker, heb ik een boeki-e!" Ik haal heml dien roman van de beste soort ik Weet, dat wat Mino zegt, waar is en dat je 'met vreugde de deur, 'die voor een ander vaak op een kier staat, een krachtigen duw 'moet gev-en opdat ook hij" kan verzamelen al wat er aan rijk dom! achter opgestapeld ligt. vplken. Nu ze boeken de wereld' zenden, vangen we aan te begrijpen. Wat totaal andere mentaliteiten ze heb ben en hoe ze zich stooten aan onze lpmlpe gedragingen en handelingen, hoe leelijk ze ons vinden, met onze spitse 'gezichten, ronde pogen en puntige neuzen. Hoe anders loop je na het lezen van zoo'n boek in een land, dat je vreemd is, roind nu Imfet een ootmoedig hart, dat openstaat om te leeren en te luiste ren. Die 'wijsheid heb je verzameld, achter die deur die openging na het lezen van die boeken van oostersche schrijvers. Ik ben 'misschien iemand, die een ver velend, saai leven heeft wat nood! Met een boek reis ik naar de meest interessante landen, ik heb' de meest avontuurlijke 'Ontmoetingen, ik hoor en zie ide Im'ooiste 'dingen; met de kleine Johannes ga ik op zwerftocht en ik kom terug uit het land -der fantasie verrijkt, versterkt, bemoedigd. „Maar er zijn o;ok slechte boeken", bijt iemand me toe, „onzegbaar is het kw'aad 'dat door ze -gedaan is. Ze hebben het jonge bloed- in 'brand gezet, de ver beelding met obscene tafereelen verhit, de prikkellectuur heeft hun zin voor de verrijking van hun geest bedorven." Zeker zijn er slechte toeken, hoe arm maken ze de menschen id-oor hen gaat geen enkele -deur open, slechts 'die eene naar -de wereld van de sexueele afdwalingen. H-et is voor die menschen alsof -d'e natuur ni:et roept, de zon niet schijnt, ide wetenschap niet noodt, de historie niet bestaat, alsof ze te gronde moeten gaan aan ziekelijke overspanning -oververzadiging van hetgeen -de miensch ten 'z©ge was bedpeld. Maar die soort boeken kunnen Wij boy cotten, iwe kunnen ze zelfs uit onlze woonkaimfers houden, als ze zich aan dienen in een artistiek gewaald. Ik voel voor een boekenweek, ik ben blij, als dankbare 'menschen eens uitspre ken wat boeken voor ze zijn, wat rijkdom len (vreugde ze in hun leven gebracht Uit het Engelsch van JOSEPH HOCKING. 11 (Nadruk verboden). De uitspraak van den halts-chef was beslissend voor den loop, die Endelli-on's leven verder nemen zou". ,.Z;e schijnen allemaal samen te span nen oim mij, of ik w'il of niet, tof Ro bert Dulverton te bombardeeren", ©pins- de hij. „We zullen ide dingen dan m|a;ar nemen, zooals ze znij". En daarop luid den halte-chef (de hand toestekend„Wel Henry, hoe gaat het? Aardig dat jij de eerste bent o-m me te verwelkomen". „Weten ze op het huis dat u komt, mieneer?" „Neen Henry, ik Wilde ze verrassen" „Echt iets vo.or u, meneer Rojbert! Uw oom en u'w'. neef zullen wel igaluw hun biezen pakken als ze u zien. Het zal een heele schok voor ze zijn". „Dacht je dat,, Henry?" „Nou, en pf! Maar jdat kan geen kwaad- er zal tenminste !weer wat leven in de brouwerij kolmen, nu u thuis bent". „Kun je (mij een rijtuig bezorgen,, Henry?" „Zonder imankeerenn meneer Robert, Henny Yellan-d leeft nogdat had Waarschijnlijk niiet gedacht.... en Katern Ann ook! Hij rijdt pog altijd lustig imet KERKWERVE. Openbare raadsvergade ring op 22 April j.l. Aanwezig alle leden. Voorzitter de burgemeester. Deze opent op de gebruikelijke wijze de vergadering. Na het lezen der notulen ko|m!t eerst in behandeling; het verzoek van het comité inZake de R.T.M. om 2 cent per inwoner te Imogen ontvangen, waarover in de vo rige vergadering de stemmen staakten. Het wordt thans lm|öt 5 tiegeln 2 stetomen Gravelijn en v. Linde) toegestaan. Van het Centraal Bureau voor de Stati stiek was ontvangen een staat, waaruit bleek, dat volgens de jongste volkstelling in deze gemeente waren: 487 N-ed. Herv. (262 iml. en 225 vr.); 198 Chr. Geref. (100 tml. en 118 vr.); 118 van de Ger. Kerken (56 pi en 62 vr.); Roomlsch Kath. (1 vr.); 17 van -andere Kerkgenootschappen (12 ml. en 5 vr.) en 18 die tot geen Kerk be hoorden (7 ml. en 11 vr.) Uit de voorge lezen rekening der Gezondheidcommissies bleek, dat de ontvangsten Waren f 156,01; de uitgaven f 1043,25; iderhalve imlet een goed sl-ot van f521,76. Komt thans in behandeling het verzoek van het school bestuur „Sam-uiel" -om aansluiting der wa terleiding op de W.C. in de school te Moriaanshoofd. Nadat adres, plain en kos tenberekening is voorgelezen, wiordt zon der bespreking en z.'h.s. het verzoek toe gestaan, onder vporw'aardle, opmerking van dhr. van -der Wekken, dat Idle noemde som niet zal worden te boven gegaan. Volgt -een met reden omkleed v e r z o e k van de K e r k v ,o o 'g d ij der Nederlamdsche Hervormde Gembentje dm -een bijdrage in de afheining van den tuin der pastorie. De voorzitter doet imiede- deeling wat aan de indiening van idit verzoek is voorafgegaan. Zij zelf zijn wel er voor om te steunen Waar hebben geen bepaald voorstel. De heer Bopt zou de helft willen geven, maar dan niet vpor dit gedeelte, maar eerst geheel afwerken. De heer Gravelijn vraagt of dit geen precedent kan worden. Met voor beelden tpont de voorzitter aan, 'dat daar geen gevaar voor is. Z.h.s. wordt ten slotte gewijzigd voorstel Boot onder steund door Dalebout en van der Wekken, aangenomen f150 te geven, (onder voor waarde, dat het eerst geheel moet afge werkt Zijn. Het verzoek van M. Hpger- heide om ontheffing, van hondenbelasting over '32 en '33 wprdfc, (na toelichting: door den voorzitter, dat hij de hond tot in '33 heeft gehouden, z.-h.s. afgewezen. B-ij de omlvraag 'deelt de voorzitter een verzoek van W. Lemisojm' Jr. mede, om voor zijn bemoeiingen voor de straatver lichting hier en te Schutje, wat hij tol nog to,e voor niets heeft gedaan, eenige vergoeding te mogen ontvangen. Z.'h.s. wordt besloiten voor 1934 Jdiaarvpor f 10 uit te trekken en voor '33 evenveel betaal baar te stellen. Tot uitvoering van een besluit in een vorige vergadering geno men, krijg,t Bi. en W. sanctie, om' dit met de vlassers van Burg en Gravelijn te rege len op de manier zooals de vporz. thans voorstelt. Voorts deelt 'de voorzitter nog mede, dat te Flaauwiers een betonbaan zal wor den gemaakt en dit gedaan Zal worden dpor tmlenschen, die daarvoor beschikbaar zijn. De heer v. d. Linde vraagt of dit niet door werkloozen kan worden gedaan. De voorzitter zegt, dat niet elke werk- looze daarvoor geschikt is. De heer Van der Sluis vraagt vervolgens pf het ver zoek van den Chr. Landarbeidersbond in de vorige vergadering nu niet behandeld Imloet worden. Ter bespreking hiervan gaat de raad over in besloten vergadering. Na heropening zegt de heer Boot, dat heim! is overgebracht, dat kleeding en I imlantel ten dienste der begrafenissen nijeft meer in orde zijn. Devoorz. zegt dat dan de desbetreffende persoon zich tot B. en W. (mOet wenden en tot particulieren om het over te brengen. De heer v. d. Sluis yraagt nog of de grond te FJaauwers voor de wegen kan worden gebruikt pf ver kocht. Zal door B. en W. worden onder zocht. De heer Dalebout vraagt naar re ductie bij het betonwerk. De voorzitter: dat is voor den werkgever. Nadat hij nog heeft medegedeeld dat de lijkwaglep voortaan door C. v. d. Wekken Mz. in- plaats van St. bij' de Vaate Sz. zal worden j gereden, wordt de vergadering gesloten. zijn ouden knol... die schijnt net als z'n :s het eeuwige leven te hebben. Het gaat twiel op een sukkeldrafje, maar het gaat toch! U bent toch niet te gnpbtslch oim met Henry zijn rammelenden bokke- wagen te rijden, meneer Rpbert Vroe ger bad' u er schik genoeg in ,om er stiekuimi achteraan te hangen". „Wat idlenk je iwel van me,- man! Ik kan mie geen luisterrijker intocht voor stellen Idan in Henry's oude rammel kast!" -antwoordde- Endellion vrpolijk. De manier Waarop ide halte-chef hem zondier een spoor van -aarzeling als den erf genaam van Dulvierton Manor gea.ccep teerd had-, had hem: niet weinig opge monterd. Enkele minuten later, met de uitb|un- digie dankbetuigingen van het stations- personeel npg naklinkend in zijn opren, want hij hald deze hartelijke lieden inder daad! vorstelijk bedacht, zat hij in Henry Yielland's aftan-dsch vehikel, op wpg naar Dulverton Manor. VII. Het oordeel van Peters. Henny Yelland', of „(Enny" zopals hij gewoonlijk werd genoemd, was een klein uitgedroogd manneke, dat een schamel stuk brood verdiende met het bewerken van zijn lapje grond en het verrichten van all'e voorkomende transport-!w|erk- zaaimh'edien met zijn in den heelen om trek 'bekenden rossinant, al even oud en verschrompeld als hijzelf. Enny wias oml drie dingen vermaard: eerstens om zijn eigenaarschap van het bovengenoem de iouide beestje, waarschijnlijk de Nestor idler paarden uit ihet Graafschap, ten twee- die oimi het bezit van een echtgenopte, HAAMSTEDE. Op initiatief van den bur gemeester Jhr. Röell werd Maandagavond j.l. in de Nedi. Herv. Kerk de Willem de Zwijger-herden king dehoudien. Het ruimte laat-Gotische kerkgebouw was geheel gevuld; ditmaal geen moderne, tmlaar de oude kaarsenverlichting, stralend uit de tmloioie antieke koperen kroonluch ters en kandelaars, zoo geheel passend' aan het interieur van dit oude gebouw en den herdenkingsavond. Na [goed vertolkten zang van Mevr. Kentie en Ds. Saraber van „Wilt heden nu treden", met begeleidend orgelspel van dhr. P. J. v. d. Berg, sprak dhr. Röell een openingswoord. Spr. Zegt, dat, waar in alle deelen des lands Ide 400ste geboortedag van Prins Willeml van Oranje wordt herdacht, pok Haalmistede niet achterblijft. Het doet hemi goed, dat zoovelen zijn saimlengekdmen ter herdenking van het 4de eeuwfeest van -den grooten Vaderlander, pan wien Nederland en het Ned-erlandsch-e VoJk zpo oneindig veel tie danken hebben. Het gjaeft een bewijs, dat in dezte ernstige tijden noig Imtenig dankbaar hart vo,or Oranje klopt. Hij releveert de geschiedkundige beteekenis van de herdenking van hem, die op de toenmalige beschaving Zijn stetmlpel drukte en hoopt, dat deze avonid) moge bijdragen tot nog toteerdere ver sterking van den band tusschen Vorsten huis en Volk. Hij dankt het comité voor de Voorbereiding en allen, 'die (mteegte!werkt hebben 'om djezen avond te organiseeren. Daarna wordt gezamenlijk Ps. 103 vers 1 Ogen en bad Ds. Heuseveldt het ~Onze Vader". Djieze spreker hield ver volgens een diep" gevoelde en alleszins correcte geschiedkundige rede over h(2(t onderwerp: „Willem de Zwijiger in zijn tijd". Mooi s chetst-e spreker leven en 'werk van dezen grooten en godsdienstigen staatsman, den stoeren strijder voor lands- en gewetensvrijheid. Na deze red(e werd gemeenschappelijk gezongen het 1ste v,ers van het Wilhelmus en volgde wederom zapg van Mevr. Kentie en 'Ds. Saraber „O;, Heer die daar" en „Gelukkig Vaderland!" imiet 'Orgelspel, een en ander evenals het beginnumlmler op verdienstelijke wij'ze uit gevoerd. Alsnu hield Ds. Kentie een zeer bevatte lijke rede over: „De beteekenis van Willem1 van Oranje voor Land en Volk". Spr. toonde daarbij' de parallel aan tusschen Mozes en Oranje, Mazes aan 'het hof van den Pharao, Oranje aan het hof van Karei de Vijfde, beiden leiders van een volk worstelend imlet laksheid' en tegenslag, imiaar beiden ook imlet een onwankelbaar geloof en een rostvast vertrouwen, en het welzijn van hun volk behartigende boven eigen belangen. Daarna werd gezamenlijk het 6e vers van het Wilhelm'us gezongen en Gezang, 96, waarna Ds. Kentie een Blotw|0|Ord sprak, tmlet idank aan Idön burge meester npor diens initiatief en voor de gez'amlenlij'k© medewerking en de opkomst. Wij 'hebben ziegt spr. nog (a,ltij'd IdenZelfden God als Oranje en gelukkig nog altijd ons geliefd Vorstenhuis. Met God en Oranje k'waiml Nederland' steeds uit die verdrukking. Zeer zeker zal deze hi'opie herdenkingsavond indruk gemaakt hebben op het aandachtig gehoor. ST.-PHILIPSLAND. Op de alhier ge houden vergadering van den Gemeente raad was imet kennisgeving dhr. A. M. v. Dijke afwezig. Op de gebruikelijke wijze opent de voorzitter, dhr. Burgemeester, de vergadering. Met -den Minister van Binnen - Iandsche Zaken is geconfereerd over de steunregeling, die wordt goedgekeurd. Omtrent de Rijkssubsidie voor de werk verschaffing zal nader bericht worden ontvangen. Vervolgens worden enkele op merkingen van algemeenen aard over de werkloozenzorg gelezen, waarbij er na drukkelijk op gewezen wordt, dat er bij verkrijging van Rijkssubsidie die nauwste overeenkomst moet bestaan tusschen Rijk en Gemeente en niets mag gedaan wordjejn zonder gemeenschappelijk overleg. Weth. de Ruijter inforimteert of verlenging van de steunregeling is aangevraagd', daar deze slechts liep tot 1 April. De voorz. zegt, dat dit gelukkig niet noodig is, temeer niet als de werkobjecten door gang zullen hebben. Hiervan zijn echter enkele afgevallen. Op de demping van den z.g. tramput is nog geen beslissing ingekomen. Overgegaan is tot dem'ping van leen kreek, waarvoor een overeen komst is getroffen tusschen het Gemeente bestuur ien dhr. Dceleman. Dhr. Doeleman betaalt 25 o/0 van het weekloon, terwijl hij de materialen levert voor ziektewet zorgt enz. Het loon wordt berekend op 24 cent per uur; regenverlet op 20 cent per uur. De eerste week zijn 20, de tweedie week 14 menschen te werk ge steld. De overige werkloozen zijn bezig met het uitdiepen van de havengeul en ophooging van het kerkhof. Dhr. Neele informeert of de werkloozen tevreden zijn met de loonen bij de demlpingswerken. De voorzitter zegt, dat hem geen klachten dienaangaande hebben bereikt. Uitgere kend is, dat het loon gemiddeld 23 24 cent per uur bedraagt. Dhr. de Ruij'ter zegt, dat de oppositie koimlt van de zijde waar het meest verdiend wordt. De voor zitter zegt, dat heim) bij een bezoek aan de werken, werd toegevoegd, dat minstens 30 cent per uur hioest worden verdiend. Dit zou hij ook wel willen, maar het kan niet. Nog enkele besprekingen volgen hier over. Vervolgens wordt besproken een schrijven van den Minister van Binnenl. Zaken, waarbij wordt meegedeeld, dat de werkverschaffingsregeling dezelfde blijft, imaar dat het uurloon voortaan moet wor den vastgesteld op 22 cent en het regen verlet op 18 cent. De verlenging loopt tot 18 Mei a.s. Een en ander wordt met algemeene stemmen goedgevonden. Een regeling zal worden getroffen met de gemeente Steenbergen voor hulpvelrlee- ning bij brand. Goedgevonden wordt de kasgeldbeening aan -de gemeente Clingje op dezelfde voorwaarden te deen voort duren. Adhesiebetuiging wordt verleend aan een adres van de N.V. Waterleiding Mij. W.-N. Brabant, waarbij den betrokken Minister verzocht wordt de rente der geleende gelden te brengen van 6 op 4 o/0. De gemleente Hooge-Lage Zwaluwe maakt aanmerking op de samenstelling der z.g. Waterleiding-Commissie, waarin volgens haar ook wethouders en raads leden moeten zitten en niet zoo als nu bijna uitsluitend burgemeesters. Besloten wordt hieraan geen adhesie te verlejehen. Wat St.-Philipsland betreft kan de ker mis te Scherpenisse verdwijnen. Ter in zage worden gelegd de jaarverslagen der Commissie tot Wering van Schoolverzuim. Enkele ingekomen stukken, waaronder ver schillende dankbetuigingen voor gratifi caties enz., worden voor kennisgeving aangenomen. Een nieuwe overeen komst wordt gesloten met de P.Z.E.M. vpor de straatverlichting. Deze zal f 28 vermindering geven. Besloten wordt de verlichting aan „de Sluis" te bespoe digen en te trachten opk „de Lange Weg" te doen aansluiten. In principe wordt be sloten tot uitvoering ziekenbarak en hier voor aan te sluiten bij Bergen op Zoom1. Daarna volgt uitvoerige bespreking pver het nemlen van een proef met a s p h a 1- t e e r i n g voor het gedeelte van den S t a t i o n s 'w e g, tusschen de opritten. Deze proef zou plml. f 420 kosten, tenmin ste als het wegdek voldoende verhard vpor wie hij in bestendige en dloodelijke vrees verkeerde, in (d|e d-erdie, -en laatste plaats als een niets- en niemand ont- zienden kletskous. T.oien Endellioin instapte, hald de diorps- koetsier-landbouwer verscheidene scOop- 'dien zijn slimme oogjes uitviorschenid laten rusten ,op het gelaat en de gestalte van zijn passagier en nauwelijks had het rij tuigje zich in beweging gezet of hij be gon 'die conversatie: „Het 'dioiet 'me plezier dat u me nog kende, meneer Robert". „Alsof imlen iemand als jou zou kun nen vergeten, Enny! Hoe gaat het met Katern Ann?" „Dat is aardig van u, dat u aan haar ook npg denkt. Ze zal er machtig tro,tsch op wlezen als ze het hoort". „Ik komi haar eens gauw opzoeken, hoor", hernam Endellion. Hij dacht er ook (over pirn naar de kinderen te info.r- mieeren, maar 'hij Wist niet zeker of hij zich daarbij niet op glas ijs waagde.. Maar dank zij ide (miededeelingen van "'den halte-ehief, 'wlas er niet het minste vaar aan verbonden naar den welstand van Katern Ann, ontwijfelbaar Enny's Wederhelft te vragen. „U bent veranderd,, mieneer Robert, maar ik herkenldie u ooglenblikkelijk. Even een pauze, toten vervolgde de spraakzame oude: „We dachten dat u nopit Wjeer zoudt terugkomen.... -er wierd verteld dat u |doo(d Iw'as.... en nog een heelebpel meer, U moet niet vergeten, dat het alweer een heeleboel geledien is, sinds de oude heer stierf". „Ja, ik zat 'diep in de wildernis door puur toeval kreeg ik ieen pude krant in handen, iwaarin het doodsbericht stond0'. „W|at u Zegt, Wlat u zegt, meneer Ro bert! Hoe ver Iw'as u dan wel van 'het naaste postkantoor?" „Op z'n irr.'inst idtertig kilometer". „Dat Was .dan ook 'n alle-mienschelijk /diooie 'boel, 'waar u zat. Maar uw pom heeft ondertusschen alles in handen ge nomen". „Oom Arthur?" „Wie anders? Neemt u me niet kwa lijk, dat ik zooi ronduit spreek, meneer Robert, Waar hij Iwlil alle huren en pach ten 'verhooigen. Hij doet alsofhij heer en (meester van het landgoed ishet zal he'm niks 'geen plezier doen, u zqo onverwacht vpor zich te zien staan!" „Niet?" Endellion bepaalde zich tot een vage vraag, omdat hij niet goed wist hoe hij hij op Eïmy's -mededeelingen reageeren meest. Maar hij iw'as dankbaar vpor ide informatie, die hij zpo ongezocht ver kreeg. „U zult Imüjn pacht niet verhoogenwel meneer Robert?" |ging Enny vertrouwe lijk voort. „Misschien vindt u mie een beetje vrijpostig, maar u moet maar den ken, dat ik u van 'kind-af gekend heb, ien dat het een harde dobber is pm' aan den kost te kpmen". „Ik zal zorgen dat je behoorlijk be handeld Wordt, Enny", btelpofde En(d|el- lion". Mijn obm heeft dus, pm zoo te zeggen, bezit van ide Manor genomen'V „Ja* hij en de jonge meneer Arthur. Het praatje gaat, dat de oude heer de advocatenpractijk eraan zal geven en op Dulverton komen wionen. Ze zeiden alle- ebi, dat u ergens verweg gestorven bent, maar niemand van ide bedienden of de pachters, -die er iets van gelooft heeft! Ik zie, waar u naar uitkijkt, meneer Ro bert", viel hij zichzelf opeens in de rede". „Waarnaar dan?" vroeg Endellion, die gedurende den rit 'met gretige opmerk zaamheid alle details van het landschap in zich opgenomen had". „Naar het eerste gezicht op Dulver ton! U kunt 'het zien als we aan den: rand van de heuvels komen". Een vreemlde spanning tintelde door Endellion's zenuwen. Hij kreeg de -eigen aardige gewaarwording in zekeren zin werkelijk Robert Dulverton te zijn en dat igevo-el maakte de rol, die nij te spelen iha'd, minder moeilijk. Na eenige minuten hadden ze den heu veltop bereikt en tegen de helling van de tegenovergestelde zijde van de val lei, lag het huis, dat lange weken het voorwerp van Ralph Endellion's dro.o- imeti was geweest. Hij kreeg een schok, toen het zich aan zijn 'betooverd-e pogen opdeed'. Het overtrof zijn stoutste ver wachtingen, het was veel mooier dan zelfs de enthousiaste beschrijving van 'den gestorven erfgenaam had kunnen idoen vermoeden. Hooge ,olmen en eiken ontgaven het met een gordel van lom- mver, schitterend-aangelegde tuinen en een uitgestrekt park glooiden naar de rivier, die zich als een breed lint van glinste rend zilver -door het dal slingerde. Het statige en tegelijk vriendelijke huis was opgetrokken uit grijs graniet.... een ju weel van oud-Engeischen kasteelenbouw. (Wordt vei-uol^d). 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1933 | | pagina 9