0#?
1 M
1
VOORJAARSMANTEL.
759
Deze eenvoudige mantel
kan van een pastelkleu-
rige, alsook van don
kere effen of fantasie-
stof of wollen georgette
gemaakt en naar ver
kiezing kan slechts het
bovendeel of het geheel
gevoerd worden met
kunstzijde of crêpe- de
chine.
De garneering van
kraag en mouwen kan
bestaan uit verschil
lende stiksels in de
tint der stof, terwijl
men langs de kraag
glad geschoren zomer-
bont aan kan brengen.
Door het maken van
een flinken overslag
wordt het voortdurend
zichtbaar zijn van de ja
pon voorkomen, terwijl
de mantel met twee
knoopen en gepaspel-
leerde knoopsgaten
sluit.
Patronen worden in
alle maten beschikbaar
gesteld onder vermeld
ding van nr. 579. De
prijs bedraagt 0.58.
DE LIJMPOT IN HUIS.
In geen huisgezin ontbreekt de lijmpot, waar
wordt hij ook goed gebruikt? Was dit het geval,
dan zouden vele uitgaven niet noodig zijn: vak
kundig gelijmde voorwerpen doen nog jarenlang
dienst. Maar dan moet hout ook met houtlijm
worden behandeld en porcelein met porcelein-
lijm. De houtlijm wordt fijngeklopt, in wat koud
water geroerd en eerst na verloop van 24 uur
met lijmpot en al in een pan kokend water ge
zet. Nu wacht men, totdat de lijm zeer heet en
vloeibaar is geworden. De breukvlakken moeten
absoluut schoon en droog zijn. Nat hout kan niet
gelijmd worden. Vooral oude lijmresten moeten
zorgvuldig verwijderd worden.
V 'Men bestrijkt nu beide breukvlakken met lijm,
drukt ze tegen elkaar, zoodat ze goed passen, en
omwikkelt ze stevig, voordat men het voorwerp
laat staan om te drogen. Aangezien goede
schrijnwerkerslijm eerst na een week volkomen
vast wordt, mag het niet eerder in gebruik wor
den genomen.
Porceleinlijm is zeer goed en duurzaam en kan
gebruikt worden voor het lijmen van vrijwel alle
voorwerpen» houten uitgezonderd. Men kan deze
lijm gemakkelijk zelf opkoken met 1/s gebluschte
kalk. Voordat de lijm hard wordt, moet de uitpui
lende overtollige lijm zorgvuldig van de breuk
worden verwijderd. Glazen en porseleinen voor
werpen, die gelijmd zijn, moeten nog langer blij
ver. staan drogen dan hout. Ze moeten zoo mo
gelijk veertien dagen lang stevig omwikkeld
blijven staan op een droge plaats.
SCHOOLJURK VOOR MEISJES
VAN 612 JAAR
760
Een model voor een stoften schooljurk b.v
van een heel klein
blauw-, wit- of bruin-
beige ruitjes met piqué
kraagje zal zeker wel in
veler behoefte voorzien.
Het model is uiterst
eenvoudig te maken
en heeft een vrij glad
lijfje, waarbij aan de
schouders eenige plooi-
zijn aangebracht.
De ruimte onderaan
wordt ingehaald op
de wijdte van den rok
en over de geheele om
trek verdeeld, waarna
het tweebaans klok-
rokje wordt aangezet
de naad door een
ceintuur van dezelfde
stof met kleine gesp
wordt bedekt.
De mouw wordt met
een smalle manchet af
gewerkt, terwijl de slui
ting van het lijfje met
drukknoopen plaats
vindt en een rij kleine
knoopjes langs het
rechter voorpand als
garneering wordt aan
gebracht.
Patronen verkrijgbaar
voor den leeftijd 612 jaar onder vermelding
nr. 760. De prijs bedraagt 0.58,
ZOMERPAKJE VOOR KLEINE
JONGENS.
738
Bij het zien van dit aardige jongenspakje met
lange kiel zullen zeker vele moeders, lust gevoelen
zooiets voor haar kleine boy te maken.
Het is inderdaad zeer gemakkelijk te maken
De schouder is min of meer
aangeknipt, zoodat de bo
venarm toch bedekt wordt,
doch geen apart mouwtje
ingezet behoeft te worden,
terwijl de garneering be
staat uit een effen bies aan
het vierkante halsje, waar
tevens opéij. een ehn.'!'
wordt open gelaten, opdat
de kleine baas gemakkelijk
in en uit zijn „kiel" kan
De sluiting kan met druk
knoopen of met parelmoe
ren knoopjes geschieden
Het broekje wordt aan den
bovenkant met een zoom af
gewerkt, waardoor een niet
te smal elastiek geregen
wordt. We hebben slechts zeer weinig stof noo
dig, n.l, (voor 2 jaar) 1.20 M. bij een breedte
van 90 c.M. en 15 c.M voor de garneering
Shantung zoowel als zijden linnen zijn bijzonder
geschikt voor dit pakje, vooral ook, omdat men
hierin zoovéél móóie* tinten heeft.
Patronen verkrijgbaar voor jongens van 25
iaar, onder vermelding nr. 738. De prijs bedraagt
f 0.58.
THEE, DE DRANK, DIE DE GEZEL
LIGHEID BEVORDERT.
DE HOLLANDERS VOERDEN DE
GEURIGE BLAREN IN
EUROPA IN.
De groei en verwerking.
Naast Engeland zal men waarschijnlijk geen
land ter wereld vinden, waar. zooveel thee wordt
gedronken als in ons land. Thee is een vrij on
schuldige drank en men kan er heel wat van
drinken, zonder dat er schadelijke gevolgen van
merkbaar zijn. Over de geschiedenis en hef ge
bruik van de thee willen we hieronder wat ver
tellen.
Het woord thee is waarschijnlijk afkomstig van
het Chineesche woord cha of té. Het laatstge
noemde woord is afkomstig van een der vele
Chineesche dialecten. De thee was meer dan
5000 jaar geleden al in China bekend en hét
gebruik ervan is veel ouder dan de Westersche
beschaving. Het waren de Hollanders, die in
1664 voor het eerst in Europa thee invoerden.
Engeland ontving zijn thee destijds uit fava, tot
dat het door ons in 1686 veroverd werd.
Zooals iedereen uit de geschiedenis waarschijn
lijk wel weet, was de handel in Oostersche warén
het monopolie van de Oost Indische Compagnie.
Als gevolg van deze alleenhandel waren de han
delswaren van het Oosten peperduur en bedroeg
de prijs van de thee 35 tot 100 gulden pei
kilogram. Het spreekt vanzelf, dat de ontwikke
ling van de theehandel ten zeerste werd tegen
gehouden door deze hooge prijzen. Toen in 1800
de Oost Indische Compagnie te gronde ging, is
de theehandel eerst gaan bloeien.
De wereldproductie van thee bedraagt op hei
oogenblik ongeveer 360.000.000 IC.G. Hiervan
wordt 230.000.000 IC.G. in Voor-Indië en Cey
lon gekweekt. Na het verlies van Java kocht En
geland al zijn thee van China, maar tegenwoor
dig komt bijna alles uit Voor-Indië en Ceyloh.
'n Warm, vochtig klimaat met een regelmatige
regenval het geheele jaar door is het beste om
thee te kweeken. De klimatologisch^ vereischten
komen overeen met die van katoen. Pogingen
zijn al aangewend om ook op de West-Indische
eilanden, Brazilië, Niassaland, Mauritius en el
ders thee te verbouwen, maar ofschoon het kli
maat in deze streken daarvoor geschikt leek, zijn
deze proefnemingen toch op een mislukking uit
geloopen, omdat goedkoope arbeid een noodza
kelijke vereischte is om het verbouwen van thee
tot een loonend bedrijf te maken.
In de groote theeplantages mag de theeplant,
een struikgewas, niet hooger worden dan 1 Mtr.
tot 1.50 Mtr. Hoe lager de plant groeit, des te
gemakkelijker is het om de bladeren, te oogsten
en omdat de struik gesnoeid wordt, draagt deze
meer loten en bijgevolg meer bladeren.
En juist de bladeren zijn voor ons van belang
Zij zijn leerachtig en loopen toe in een scherpe
punt, terwijl randen getand zijn. De planten wor
den van zaad geteeld en wel. in speciale
zaaibedden, waar ze tegen, wind en zon be
schermd worden. Wanneer de zaaiplanten 15 tol
20 c.M. hoog zijn, worden ze in rijen geplant, die
ongeveer 1.25 Mtr. van elkaar staan; ook
in deze rijen worden de planten 1.25 Mtr, van
elkaar geplaatst. Na het eerste jaar zijn ze on
geveer een halve meter hoog en na twee jaar
1 Mtr. tot 1.80 Mtr. Dan worden ze gesnoeid tot
een hoogte van 20 c.M. Hierdoor krijgen de
planten meer loten en bijgevolg ook meer bla
deren.
De gesnoeide struik groeit weer tot een hoogte
van 60 c.M. tot 1 Mtr., daarna worden de bladeren
geregeld geplukt. De gemiddelde opbrengst van
een struik is in het begin niet meer dan een half
ons, doch als de struik zeven tot tien jaar oud
is, stijgt de opbrengst tot vier vijf ons. Van
een morgen land kan men 360 tot 400 K.G. thee
oogsten en dit drie tot vier maal per jaar. De
levensduur van een theeplant wordt geschat op
vijftig jaar.
Nadat de groene blaren afgeplukt zijn worden
zij op groote bouten stellages uitgespreid en te
drogen gelegd. Na achttien tot dertig uur zijn de
blaren verlept, zonder dat ze hard of stijf zijn
geworden.
Vervolgens worden de blaren tusschen zware
rollen in de fabriek stuk gedrukt. De stukge-
drukte blaren worden samen met het uitgeperste
sap door elkaar geroerd. Nu ondergaan de blaren
een fermentatieproces en krijgen een donker
bruine tot zwarte kleur. De zwarte kleur wordt
veroorzaakt door de toegevoerde zuurstof en
is een gevolg van oxydatie. Nadat het fer
mentatieproces een uur of drie geduurd heeft,
worden de theeblaren in een speciale machine
door warmte verhit. Dan worden de blaren
bros en hard.
Daarna wordt de thee gesorteerd, hetgeen ook
machinaal geschiedt en nog warm in de met lood
gevoerde theekisten gepakt, die naar zeehavens
worden verzonden, vanwaar uit de thee haar
weg over de wereld aanvangt.
De handelaars vermengen de verschillende
soorten en leveren deze meestal in pakjes van
Yz ons tot Y> pond aan de klanten af.
Thee bevat tannine of looizuur, dat de eigen
schap heeft, de maagsappen nadeelig te beïn
vloeden en wel eens een slechte spijsvertering
kan veroorzaken.
Tannine komt vooral voor in thee, die te lang
vóór het gebruik is gezet of te sterk heeft getrok
ken. Het is dus zeer nadeelig, sterke thee te drin
ken. Nadat wij kokend water over de thee
hebben gegoten, wordt drie minuten als voldoende
beschouwd om te trekken. Als de thee zoo ge
dronken wordt, die dan een goudkleurige tint
heeft en zeer smakelijk is, zal ze geen nadeelige
hoeveelheden tannine bevatten.
HET AANVRAGEN VAN KNIP'
PATRONEN.
Om het onze lezeressen gemakkelijk te maken
kunnen patronen voortaan ook per brief onder
bijsluiting van 0.58 in postzegels voor japon
nen en 0.30 voor breipatronen worden aange
vraagd bij de moderedactrice van dit blad, Mu-
zenstraat 5b, 's-Gravenhage.
Patronen worden ook toegezonden na over
schrijving van het bedrag op postrekening 191919
t.n.v. den knippatronendienst te 's-Gravenhage,
De maat en het nummer van het patroon met
uw volledig adres vooral duidelijk vermelden!
OVERGOOIER VOOR KLEINE
JONGENS.
753
Een pakje voor kleine jongens, b.v. van rood
flanel of tricot stof
l'<f 3ȕ
-A
met een wollen truitje
of flanellen blouse er
onder staat allerliefst.
Het broekje heeft
wijde pijpjes, en het
model is aan vóór- en
achterzijde hetzelfde,
alleen met dit kleine
verschil, dat de hals
achter rond is en twee
kleine bretels aange
knipt zijn, die op de
voorzijde geknoopt
worden.
De blouse heeft
een smal kraagje en een stolpplooi midden vóór,
terwijl de mouwen met een smal boordje worden
afgewerkt.
Patoonen verkrijgbaar voor I3 jaar onder
vermelding nr. 753. De prijs bedraagt 0.58.
JONG
DE SCHEEVE TOREN VAN PISA.
De Piazza del Duomo is een groot
plein te Pisa in Italië, waar vier monu-
inenten prijken, die wereldgeschiedenis
hebben gemaakt. Tezamen met de Duo'
mo. de Battistero en de Camposanto
staat daar een gebouw, dat de wetten
van de natuur schijnt uit te dagen, de
scheeve toren.
De scheeve toren is ontworpen door
den bouwmeester Bonanno in 1174. Ze
is cylindervormig en 54^ meter hoog,
heeft een uitwendige doorsnede van on
geveer 15 meter en hangt 3 meter 26 cm.
over. De toren is geheel uit marmer ge
bouwd. De toren bevat zeven klokken,
waarvan de twee grootste, de Assunta
en de Crocefisco resp. 2300 K.G. en
3400 K.G. wegen. De bovenste verdie
ping wordt bereikt door een wenteltrap,
die uit 296 treden bestaat.
Dikwijls wordt de vraag gehoord of
de toren met opzet scheef gebouwd is
of dat een grondverzakking de scheef
heid heeft veroorzaakt. De waarheid is
tusschen beide veronderstellingen gele
gen. De bouwmeesters hebben een
meesterstuk van bouwkunst willen op
richten en zullen dus niet met opzet hef
gebouw scheef hebben gezet. Bovendien
bevinden er zich in Pisa nog andere
bouwwerken, die niet geheel recht staan
bijv. de klokketoren van de St. Nicoiaas-
kerk.
Uit de geschiedenis blijkt, dat Bonan
no het fundament in den zomer-van 1174
op een volkomen horizontale plaats
heeft gelegd. Het gebouw is geleidelijk
hooger geworden tot bij de derde galerij.
Op dit tijdstip is de grond gaan zakken
onder het gewicht van den toren. Vol
gens de overleving is Bonanno in uiterste
wanhoop van het hoogste punt van het
halfklaargekomen gebouw gesprongen.
Het onderbroken werk is later hervat en
geleidelijk is de toren verder gaan over
hellen naarmate deze hooger werd. Niet
temin werden al voorzorgsmaatregelen,
genomen om de oorspronkelijke fout te
herstellen, want toen de bouwmeesters
bemerkten, dat de grondverzakking
plaats vond aan den zuid-kant hebben
zij de daarop volgende galerijen, te be
ginnen van de vierde verdieping, aan den
zuidkant hooger gebouwd dan aan den
noord-kant. Maar men moet wel zeer
nauwkeurig opletten om te kunnen zien
dat de pilaren aan de noord-zijde korter
Vlo-)'T
z
1 l
1
f
i
i 7
V
1
i i
i
1 1
1
i
OV. as van den toren in verti
calen stand; OT. as van den toren
in zijn werkelijke positie; OZ. as
van den toren, wanneer gevaar
voor omvallen kan ontstaan.
zijn dan die aan het zuiden. Als men er
dus in zou slagen het fundament weer
recht te leggen, zou de Campanile toch
niet rechtop staan, maar in de tegenover
gestelde richting overhellen.
Is de scheeve toren in de zeven en een
halve eeuw van zijn bestaan scheever ge
worden? Van tijd tot tijd worden onder
zoekingen ingesteld om deze vraag te
beantwoorden. Uit de aanteekeningen
van de onderzoekingen uit verschillende
tijdperken blijkt namelijk, dat de scheeve
toren van tijd tot tijd meer of minder
voorovergebogen neeft gestaan. Als dit
het geval is, behoeven de bewoners van
Pisa niet in het minst verwonderd te zijn
als zij op zekeren dag hun prachtige
Campanille rechtop vinden staan, of
naar de andere zijde overhellend. Vasari
vermèldt een overhang van 3 m. 79 cm..
La Condamine rekent, dat dit 4 m. 22 cm.
is, terwijl Soufflot deze op 3 m. 90 cm.
vaststelde. In 1792 berekende Da Mor-
rone de overhang op 4 m. 37 cm.
Klaarblijkelijk waren deze metingen
onzuiver en de toren heeft zeker niet al
de vermelde bewegingen uitgevoerd.
De geleerde, die zich het minst be
kommerd heeft om het vooroverneigen
van den toren, maar eerder van deze om
standigheid gebruik gemaakt heeft, was
de bekende Galileus Galilei, die in 1564
te Pisa werd geboren. Hij was het, die de
wetten van de slingerbeweging ontdekte
en het horloge uitvond. Verder heeft hij
stukjes kurk en metaal van de bovenste
verdieping van den scheeven toren af
gegooid en de rotatie van de aarde ont
dekt. 0
Wij moeten ons1 bepalen tot den he-
dendaagschen tijd om in staat te zijn de
juiste stand van zaken te verklaren. Zui
vere opmetingen bewijzen, dat de neiging
tot hellen toeneemt. Volgens de jongste
berekeningen vermeerdert de overhang
met één milimeter .per jaar. Als deze ver
meerdering zoo doorgaat zal de toren
binnen twee honderd jaar gevaar loopen
om te vallen.
Natuurlijk zijn wij niet zeker van de
regelmatigheid van het verschijnsel, maar
andere dingen kunnen misschien gebeu
ren, die de zaak ingewikkelder maken.
Italië ondervond reeds verschillende
malen, welk een ontzettende verstoring in
het evenwicht een aardbeving kan aan
richten. Ook de scheeve toren heeft hier
mede reeds te kampen gehad. In Augus
tus van 1846 heeft een geweldige schok
een der klokken laten luiden en sommi
ge menschen, die zich op het plein be
vonden, waren met schrik vervuld, want
de toren moet ook gezwaaid hebben. Na
de aardbeving van 1913 werd een ver
dere afwijking van vijf milimeter waar
genomen.
Vanaf het jaar 1907 zijn onder leiding
van professoren in de geologie rondom
A: sponsachtige grond; B: gele kleit C. zand (bevat water);
D: laag blauwe klei-
den toren boringen verricht om zoodoen
de de geaardheid van de grondlagen on
der den toren te bestudeeren. Hierdoor
kon worden vastgesteld, dat de kleilaag
onder den toren indeukte en dat de
grootste verzakking niet onder het ge
bouw, maar meer naar den zuid-kant
plaats vond. Deze verzakking wordt na
tuurlijk verergerd door het reusachtig ge
wicht van den toren, dat op 14257 ton
(duizend Kilogram) geschat wordt. Deze
druk is ver boven de draagkracht van den
grond in Pisa, die slechts een vijfde ge
deelte van den druk van den toren kan
verdragen. Bovendien is ook het funda
ment van den toren niet sterk genoeg.
Op het oogenblik maakt men er werk
van, den scheeven toren te behouden. De
grond rond den toren wordt versterkt
zoodat deze in staat zal zijn om het groo
te gewicht zonder gevaar te dragen. De
versterking geschiedt door middel van
cement, dat onder grooten druk in den
grond wordt gegoten, Men hoopt door
deze maatregelen het gebouw voor het
nageslacht te bewaren,
WETENSWAARDIGHEDEN.
De sinaasappel was oorspronkelijk
niet veel grooter dan een kers, eerst in
de vijftien-de eeuw werd hij door ver
edeling tot de huidige grootte gebracht.
De grootste rivier van Noord-Amerika
is de Mississippi. Met de twee zijrivie
ren, de Missouri en de Madison, is ze
7275 K.M. lang. In Afrika is het de Nijl
met 6450 K.M. Van de Europeeschc
rivieren is de Donau het langste met
2888 K.M., dan volgt de Rijn met 1295
K.M.
Ook paarden kunnen bij- of verziende
zijn. Daarom maakt men tegenwoordig
ook brillen voor deze dieren.
DE STATIONSPAKJESDRAGER.
Met een paar dunne plankjes, van een
sigarenkistje bij voorbeeld, en wat kur
ken kun je dezen pakjesdrager met wa
gentje maken. Het wagentje wordt ge
maakt uit twee plankjes. die met wielen
van hout of kurk worden voorzien. Als
bagage kan dienen een lucifersdoosje,
dat met bont papier is beplakt. De pak
jesdrager wordt uit kurk gemaakt. Voor
de oogen en neus gebruikt men kralen.
de baard is van watten, armen en beenen
buigt men uit takjes of ijzerdraad. De
handen worden van een stuk kleefpleis-
ter gemaakt.