ABONNEMENT; ADVERTENTIEN Inzending Advertentiën Uitarlijk 10 aar op du dag*, uitgaaf Kloo&terbalsem HINDERWET. BUITENLAND. BINNENLAND. Uit Stad an Proyinole. FEUILLETON. De Landlooper Prijs p. 3 maanden ƒ1.50,wancfr p. post 1-80. Voor het buiten!, per jaar ƒ10.—. Afzonderlijk^ nummers 5 cent. Verschijnt des Maandags, Woensdags en Vrij dags. Tel. No. 32. Postgiro 117677. -leiaoVV ni ^niilfrk^[ov?h9w eb ni 311 Dlf*J. DEliKIZE^^ KOST! van 1—3 regels 60 ets., van 4 regels en daarboven 20 ets. per regel, faplpmfis, pts. per(r$gël, Bij contract (beloagrftfa,korstig- Inzending op den ^dag van, uil^r gave vöor 10«reVj BURGEMEESTER en WET- HOUDERS van Zierikzee doen te weten, dat door den Raad dier ge meente, in zijne vergadering van 17 Nov. 1931, no. 7, is vastgesteld de navolgende verordening: VERORDENING betreffende het ver voer van benzine per ketel wagen over openbare wegen in de gem. Zierikzee. Artikel 1. Onverminderd het bepaalde in het mo tor- en rijwielreglement en in het pro vinciaal wegenreglement is verboden het vervoer van benzine per ketelwagen over openbare wegen in de gemeente, tenzij voldaan wordt aan de navolgende be palingen. 1. De ketel van een wagen voor het vervoer van benzine mag geen grooter inhoud hebben dan 3500 L., en moet, 'bij een grooteren inhoud dan 2500 L., door dichte wanden in afdeelingen zijn ver deeld, welker inhoud niet grooter mag zijn dan 2500 L. Deze afdeelingen mogen geen verbinding met elkaar hebben, be halve door de sub 10 en 11 genoemde inrichtingen. 2. Indien de benzine wordt vervoerd in aan elkaar gekoppelde wagens, mag de gezamenlijke bergruimte niet grooter zijn dan 5000 L. 3. Elke ketelwagen moet op ten minste 1.50 M. boven den beganen grond een wit schild voeren van ten minste 20 X 50 c.M., waarop in roode kleur duidelijk leesbaar het woord „benzine" is aan gebracht. Dit opschrift moet naar voren goed zichtbaar zijn. 4. Elke ketel wagen moet voorzien zijn van voldoende middelen, geschikt yoor het blusschen van benzinebranden (b.v. schuimblusschers, tetratoe,stellen), vaneen pikhouweel, 2 stevige, doelmatige schop pen en een hefwerktuig. Deze gereed schappen moeten zoodanig zijn aange bracht, dat zij gemakkelijk bereikbaar zijn. 5. Elke ketelwagen moet ten minste vier wielen hebben. Tijdens het vervoer moet op den boK van eiken wagen een persoon van 18 jaar of ouder zijn gezeten, in staat en bekwaam den wagen te bedienen. 6. Elke ketehvagen moet zoodanig zijn ingericht, dat de ketel bij het brexen van een draagveer zonder beschadiging wordt opgevangen. 7. De ketel moet zóo laag mogelijk zijn aangebracht en mag niet onmiddellijk rusten op metalen deelen. Ter bescher ming van den ketel moet aan weers zijden van den wagen een stevige lig gende loopplank van 4.5 X 20 c.M., of een stevige stootbalk zijn aangebracht. 8. Voor elke 1000 L. ketelinhoud moet in den ketel een slingerschot zijn aan gebracht. 9. Elke ketel moet vervaardigd zijn uit plaatijzer van ten minste 2 m.M. di*te en geperst zijn op een inwendigen over druk van 1/2 K.G. per c.M.2 Elke afdeeling moet voorzien zijn van een mangat. Aan den ketel mogen geen peilglazen voorkomen. 10. Tusschen elke afdeeling van een ketel en de aftapinrichting moet een in wendige afsluiter zijn aangebracht. De aftapinrichtingen van verschillende afdeelingen mogen gecombineerd worden. De aftapinrichting moet aan het uit einde voorzien zijn van een snel sluit- baren afsluiter. Deze afsluiter moet zijn U behoeft niet met wintcrtpgR*» te&lUyp?, i 0i vèrzekerd tegen openen door onbevoeg den. 11. Elke afdeeling moet zijn aangeslo ten aan een damppijp, welke aan het uit einde voorzien is van een goed sluitenden dop. De damppijp moet op haar hoogste punt voorzien zijn van een veiligheids klep} e, dat naar buiten opent. 12. Indien het vullen van de afdeelin gen van bovenaf geschiedt, snoeten de vulpijpen tot nabij den ketelbodem zijn doorgetrokken. 13. Indien het opnemen van den vloei- stofvoorraad geschiedt met behulp van een peilstok, mag dit lalleen geschieden door een tot nabij den ketelbodem door- j loopende pijp. Aan den peilstok mag geen ijzer voorkomen. 14. Elke ketelwagen moet van eleetri- sche lampen zijn voorzien. De daarvoor noodige leidingen moeten doeltreffend zijn beschermd. 15. Op een door een explosiemotor ge dreven ketelwagen moet een brandscherm zijn aangebracht op circa 10 a 15 c.M. afstand van den ketel en tusschen den ketel en de zitplaats van den bestuurder,. Dit scherm moet een breedte hebben ge lijk aan die van den wagen, gemeten tusschen de buitenkanten der sub 7 ge noemde loopplanken, boven den ketel uit-; steken en tot ondër het chassis door- loopen tot op ongeveer 30 c.M. van den grond. 16. De knalpot moet voor het brand scherm zijn aangebracht, evenals de uit laat van de verbrandingsgassen, welke naar den grond rnoet zijn gericht. De motorwagen mag niet rijden met vrijen uitlaat. 17. Tijdens het vullen en aftappen en zoolang de ketel niet geheel gesloten is, moet de motor stilstaan. 18. Het benzinereservoir van den mo tor moet vóór het brandscherm zijn aan gebracht en aan de bovenzijde zijn voor zien van een open ventilatiep'ijpje van circa 5 m.M. wijdte. Binnen het bereik van den bestuurder moet zich een snel sluitbare afsluiter in de benzineleiding naar den motor be vinden. 19. Onder de kap van den motor moet een automatisch werkend brandblusch- toestel zijn aangebracht, geschikt voor het blusschen van benzine'branden. Artikel 2. Voor de nakoming van het in artikel 1 bepaalde wordt aansprakelijk 'gesteld de vervoerder of bestuurder van den ke telwagen en in het geval, bedoeld in ar tikel 1 onder 2, de vervoerder of be stuurder van den eersten wagen. Kan de vervoerder of bestuurder niet worden opgespoord, dan gaat de aansprakelijk heid over op den eigenaar of beheerder. Artikel 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 114 van het wetboek van strafvordering wordt de opsporing van lovertredingen dezer verordening opgedragen aan de ambtenaren der gemeente-politie. Artikel 4. Elke overtreding van een der bepalin gen van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Zijnde deze verordening aan de Ge- 'o->pen. Maar U moet er wat tegen,j E U künt er wat tegen doen. Akker V K L osterbalsem herstelt de cellen der huid, verzacht onmiddellijk de pijn en voorkomt ernstiger ontstekingen. Akker's „Geen goud zoo goed" deputeerde Staten van Zeeland, volgens hun bericht van den 23/31 December 1931, no. 166, 3e afdeeling, in afschrift mede gedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 5en Januari 1932. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. A. BANNINK, Burgemeester. P. F. WITTERMANS,Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee maken bekend, dat het verzoek van H. J. DOELEMAN, Fabrikant te Zierikzee, om op het perceel kadas traal bekend in sectie B, no. 2223, de Fabriek van Bakkerijgrondstoffen te mo gen uitbreiden door hen is INGEWIL LIGD. Zierikzee, 11 Januari 1932. Burgemeester, en Wethouders voornoemd, J. C. A. BANNINK, Burgemeester. P. F. WITTERMANS, Secretaris. DUITSCHLAND's WEIGERING. De Duitsche rijkskanselier, dr. Brüning, heeft de wereld medegedeeld, dat Duitschland niet in staat is en voortaan ook niet meer in staat zal zijn schade loosstelling te betalen. Het eenige wat hij op de conferentie te Lausanne, die 25 Jan. begint, zal voorstellen, is schrap ping van alle herstelschulden. De Duitsche rijkskanselier heeft rond uit gesproken, wat reeds .zoo vaak werd aangeduid en hetgeen leidde tot den brief van Hindenburg aan Hoover dezen zo mer, waarvan het vacantiejaar in de betaling der schulden het uitvloeisel gevolgd, in November, door het Duitsehi verzoek tot bijeenroeping van de advi- seerende commissie ingevolge het plan- Young tot onderzoek van Duitschland's betalingscapaciteit. Wil men het Duit sche Rijk niet beletten de mogelijk heid te erlangen, zijn niet-politieke schul den te 'betalen, dan dient men het te ver lichten wal betreft de politieke schulden en zoodoende de volkomen industrie.ele en economische ineenstorting van !den schuldenaar met alle gevolgen van dien voor de schuldeischers, te voorkomen. Het is te begrijpen, (dat deze bruuske verklaring van den rijkskanselier, die het kind zoo onomwonden bij den naam noemde, waarover echter feitelijk jn de familie reeds lang geen twijfel meer be stond, eenigszins gewerkt heeft als een knuppel in het hoenderhok. Ook al voor ziet men zeer goed wal gaat komen, dan valt het toch koud op het lijf, als de een of andere nuchtere vriend het naakte feit onomwonden uitspreekt. Vooral in Frankrijk, waar men tot dus ver de herstelbetalingen als een heilig recht beschouwde, gaan de golven der verontwaardiging hoog. Eenigszins kalmer oordeelt Engeland'; èer: te miniistéY, J3ïé"'é'éb' -dar. Brijping ny, reeds heeft afgelegd ver1-' mpi daa -om de conferentie van Lausanne des te oo^iger' was om'eventueel iütërna,tio- naaj te ohtbiHH&Cwat iriiëfijti oók in ternationaal was vastgelegd. De openlijke Verklaring van' dr. B'rÜ- ning, dat Duitschland in rijii vèrplïëht'in- gen tekort 'Zól,1 triolen' 'bchiej^n, is in zooverre toe tér juichen, chit' 'daardoor de toestand, die nög étéeds in- eëir doe zelig licht bleef gesteld, hetwelk de des kundigencommissie echter mét een 'moe^ dig gebaar hebben trachten te verhelde ren, thans voor een ieder duidelijk wordt. Een nieuwe phase in de ontwikkeling1 van het wereldgebeuren breekt ^aan, een phase, waarin het duidelijk zal moeten' 'worden, dat de boeien van den veiM slagene geheel worden geslaakt; |dat hij als volkomen gelijkwaardige zal moeten worden erkend door de vroegere over winnaars, in het belang piet alleen van den overwonnene, maar ook van de over winnaars. OUDE GULDENS. De minister van financiën brengt ter ■algemeene kennis, dat de inwisseling der buiten omloop gestelde guldens, wel ke een vroeger jaartal dragen dan 1920, voortaan uitsluitend mogelijk zal zijn bij 's-Rijks Munt te Utrecht, Leidscheweg 90. De guldens kunnen, desverlangd, aan- getöekend, aan bovenstaand adres wor den gezonden, met duidelijke opgave van naam en adres van den afzender. De toezending moet vrachtvrij geschieden. Ter bevordering van een spoedige af doening zullen de inzenders goed doen bij de munten te voegen een behoorlijk gefrankeerd en aan henzei ven (geadres seerd formulier van een postwissel, ten beloope van het bedrag der door hen ingezonden guldens, dan wel ihet num mer van hun rekening 'bij den Postchèque en Girodienst op te geven. ZIERIKZEE. Wij vragen de aandacht van tooneelliefhebbers voor de uitvoering van de R.K. Propagandaclub alhier, welke 17 Januari a.s. in de Concertzaal wordt gehouden en waar opgevoerd zullen wor den het tooneelspel: „De Tweede Moe der" en de klucht: „Jetje zonder ze nuwen". Burgemeester en Wethouders be noemden tot opperbrandmeester, de heer P. Verbeek. De adjunct-opperbrandmeester, de heer F. Houdkamp, heeft naar aanleiding dezer beslissing, Zijn ontslag lais zoodanig aan geboden. Van de fa. G. A. Goldschmeding's piano- en orgelhandel ontvingen |wij de nieuwe uitgave van de Harrmoniumschool waarin de leerling-organist alles Ibijeen- vindt, wat voor een goede bespeling van het orgel noodig is te kennen. De opeenvolgende oefeningen vormen een geleidelijken overgang van het eenvou digst begin tot de meest ingewikkelde muzikale moeilijkheden; hierbij is, aldus de samenstellers, een weldoordacht plan gevolgd. De leergang is omgewerkt en >Pn overeenstemming gebracht met de nieuwe onderwijsmethode. De hoofdstukken aan het slot bieden bovendien aan muziekliefhebbers veel we tenswaardigs. Verschenen is de officieele „Autobus reisgids", samengesteld door den Ned. Bfescberm Uw keel L varzorg hflgr,dggji|iiks i gor- ig< I droog njpt- 25, «5 tn 65 cu.» Boud van Autobusr.Qfldernemers, bevat tende alle autobusverbindingen in het geh^ele land. Aan equ. goedenla&delijken autqbusgids bestond reeds lang behpefte. /De (Bond heejit roet de. verschijning van dezp gids het publiek een dienst bewe zen,' Voor een.jiitdfpb. bedrag is het boejeje verkrijgbaar. ook jn stations vanj de.j Ned. spoorwegen. Bij wijzigingen in Routes etc.worden gratis supplemen ten verstrekt. -4 Met veel genoegen -brachten we deze weqk een bezoek aan de fröbelschool in do Wevershoek, waar juffrouw Pape- 'vtèld met haar trouwe helpsters de ruim 100kleinen zoet en aangenaam pezig houdt in de 3 ruime, nu keurig geschil derde lokalen, waar iedere kleuter thans een eigen stoel en tafel heeft. De groo teren, die straks naar de lagere school gaan, hadden elk een echte plant op tafel. De allerkleinsten een plaatje. Het speelterrein zag er nog wat „unheimisch" uit, maar dat wordt wel in orde gemaakt, zoodat, wanneer het warme zonnetje komt, de kleinen een terrein hebben, waar ze naar hartelust kunnen spelen. De sanitière lafdeeling voldoet aan hooge eischen; de lokalen zijn licht en ruim en de verzorging is uitstekend. De kleuters zijn er goed bezorgd ,en worden 't school gaan gewend. De tocht inaar de „groote" school wordt geen zware gang meer! Tot lid van de Provinciale Staten van Zeeland in de vacature wijlen den heer C. Joziasse (St.-Geref.) is benoemd verklaard de heer Iz. de Feijter te Axel. Dinsdag 12 dezer vergaderden te Middelburg onder presidium van den Commissaris der Koningin de afgevaar digden van de verschillende Luchtvaart- Comité's in Zeeland. Besloten Iwerd tot de oprichting van -een Prov. Zeeuwsch Luchtvaart-Comité. Dit Provinciaal Comité Werd als volgt samengesteld: Voorzitter Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford, Commissaris der Ko ningin, C. A. van Woelderen en F. Bis schop van het Walchersche Luchtvaart- Comité; J. J. Cock en J. E. v. d. Broek ven het Luchtvaart-Comité Schouwen— Duiveland, E. P. v. d. Werff -en Krauwel van het Luchtvaart-Comité Westelijk Z. Vlaanderen, J. Huizinga en F. Blok van 't Luchtvaart-Comité Oostelijk Zeeuwsch- Vlaanderen. De steiger van den Provincialen Stoombootdienst aan het Katsche Veer. welke ongeveer gedurende een half jaar wegens vernieuwing alleen voor passa- giersverkeer bruikbaar Was, zal van 18 dezer weder volledig in gebruik worden genomen. Auto's, andere voertuigen en goederen zullen dan weder gelost en ge laden kunnen worden. Het vervoer van deze voertuigen en goederen had gedu rende de vernieuwing over het Wol- pheartsdijksche veer plaats. HAAMSTEDE. Dinsdagmiddag werd in hotel Bom een tentoonstelling igehouden van door de afd. „Westelijk Schouwen" der algemeene vereeniging voor Bloem bollencultuur aan schoolkinderen ter broeiing verstrekte bloembollen, hoofd zakelijk „Paper White", een uit Z.-Frank- rijk geïmporteerde Narcis. Aangevuld met ter opluistering geplaatste bloeiende cro- cussen, tulpen en varens kwamen de inzendingen boven de randen glinste rend groen klimop aardig pit. Door de commissie werd toegekend aan Catrien Dambruin, Pietje Manni en Wim v. d. Berg een gezamenlijke le pr., wegens 23 door IVANS Oom Karei scheen ten hoogste ver baasd en ook gegriefd. l„Ja, als je den jongen gelijk geeft, zullen wij het wel niet eens worden!" zei hij. „Maar nu ik weer in het land ben, zul je toch rekening moeten hou den met mijn wijze van zien. Ik ben voornemens mijn aandeel in de leiding wel degelijk op te eischen". De 1 aatste woorden had hij op eenigs zins autoritairen toon gesproken. Me neer Van Setten begreep, dat hij: hoe zeer hij er ook op gesteld was, den vrede met zijn zwager te bewaren zich thans moest doen gelden, wilde hij niet op den duur in botsing met dezen komen. Hij was in zijn hart boos en verontwaardigd, maar uiterlijk hield hij zich volkomen kalm, denkende aan de les, die hijzelf aan Fred gegeven had. „Hoor eens, waarde zwager!" zeide hij. „Het is goed, datj er van den aanvang af geen misverstand tusschen ons ont staat. Ik zal daarom even rond uitko men voor mijn meening als in jouw oogen speciaal militairen gewoon zijn dat te doen. Misschien vind je dat min der aangenaam; maar in vredesnaam! Jij neemt geen blad voor den mond, ik evenmin!" Oom Karei keek hem met eenigszins ontstelde oogen aan. Hij was het in In- tlië geheel ontwend op dezen toon te worden toegesproken. „Je hebt daarjuist gesproken over het aandeel in de leiding van Fred, dat je voor jezelven opeischt. Maar je hebt hier niets te eischen, vriend! Ik, mijnerzijds, was 'zeker van plan geweest over de be langen van den jongen nu en dan met je te beraadslagen, als ik dat noodig en nuttig vond. Maar nu je iets derge lijks eischt en je mee den voogd wilt spelen, nu moet ik je in herinnering brengen, dat ik zijn voogd ben; en ik voeg daaraan toe, dat ik het voor den jongen heel verkeerd zou vinden, als hij op een andere manier behandeld werd den tot dusverre". Hij hield hier even op en Oom Karei bleef hem ontsteld aanzien. ^,Ik zal het op grooten prijs stellen, als er tusschen ons en onze gezinnen een prettige verhouding ontstaan mag" vervolgde meneer Van Setten, „maar weet wel, dat ik niet van plan ben, de beslissing over Fred's toekomst in an dere handen te leggen. Ik/heb iden indruk, dat je, tengevolge van de hooge positie, die je in Indië bekleed hebt, je eigen oordeel 'n beetje overschat. En je ver geet, dat er op elk gebied knappe men- schen zijn". „Je bent niet vriendelijk!" zei Oom Karei. ^,Dat is toch volstrekt mijn bedoeling niet, zwager! En ik zal je geen stroo- breed in den weg leggen, zoolang je niet tracht in te gaan< tegen wat ik, naar mijn beste weten, met Fred vóór heb". „Je bent werkelijk onverbeterlijk!" zei Oom Karei. „Ik maak je hetzelfde compliment!" antwoordde zijn zwager, nu lachende. Oom Karei bromde nog iets van „zien, wat mij te doen staat"; maar liet de zaak verder blauw-blauw, toen meneer Van Setten opstond en voorstelde de dames te gaan opzoeken, omdat de thee zeker al klaar zou zijn. HOOFDSTUK XIV. Een, courantenbericht. De thee-tafel stond in den tuin en de dames hadden inderdaad al eenigen tijd; zitten wachten. Oom Karei was de eerste, die zich bij hen voegde. „Wat zie jij er verhip uit!" zei Tante Anna, haar gewone zwijgen brekende. „Ik? Waarom zou ik er verhit uit zien?" vroeg hij ongeduldig, en zijn vrouw zonk onmiddellijk terug in haar gewonen toestand van zwijgend toezien. „Neen, heusch!" zette Mevrouw Van Setten den aanval voort. „De zweetdrop pels staan op je voorhoofd". Oom Karei ging in een gemakkelijken rieten tuinstoel zitten en wischte zich met z'n zakdoek het gezegde voor hoofd af. „Och, het is niets!" zeide hij op verongelijkten toon. „Een klein verschil van meening met m'n zwager 1" Zijn zuster begreep dadelijk, dat er iets tusschen de heeren moest zijn voor gevallen en nam zich voor, haar man later onder vier oogen eens' flink de les te lezen, omdat deze dadelijk weer begonnen scheen te zijn met dingen te zeggen, die haar broer onaangenaam ge stemd hadden. „Waar is m'n man?" vroeg zij. „Ik heb gezien, dat Fred hem in Ide gang staande hield en toen zijn ze sa men naar de studeerkamer teruggegaan- Mijn 'zwager schijnt al even; weinig punc tueel als Fred, wanneer 't er op aan komt ergens op tijd te zijn. Maar je begrijpt, ik bemoei mij daarmee liever niet: alles wat tnet Fred in verband staat is voor mij „taboe"," Tante Van Setten begreep nu, dat de heeren waarschijnlijk ruzie gehad hadden over Fred. En juist inj zijn houding tegen over dezen, kon zij haar\ broer niet heele- maal gelijk geven. Zij besloot toen maar wat voorzichtig te zijn met dat de-les- lezen van haar man! Inderdaad had Fred zijn Oom in de gang staande gehouden. Eerst had hij met de neven wat door den tuin gewandeld. Henk was daarbij vriendelijk en spraakzaam geweest en Fred had hem veel verteld over de H. Bi. S. en zijn leeraren, die nu ook de leeraren van zijn twee neven worden zouden. Jaap echter had gezwegen als het graf. Hij was nog niet vergeten, dat Fred hem op de wandeling van het station naar huis zoo had „aangeblaft", zooals hij bet bij zichzelven noemde. Jaap was nu eenmaal 'n jongen, die niet gauw vergat! De twee kleinere jongens hadden zich daarop bij de (dames aan de theetafel gevoegd, en Fred had zich verdekt op gesteld om Oom Van Setten| aan te klam pen, wanneer die met Oom Karei uit de studeerkamer komen zou. „taboe", In deze beteekenjs: verboden terrein. Laatstgenoemde liet zich het eerst! zien. Hij liep den jongen rakelings voorbij', zonder iets te zeggen en ging met zijn eigenaardige, korte stapjes den tuin in. Oom Van Setten kwam achteraam. („Ik moet U dringend spreken, Oom!" zei Fred. „Zoo, jongen, kan 't niet wachten tot na de thee?" „Liever niet, Oom! 't Zal niet lang duren, maar ik weet anders niet, wat ik vanavond doen moet". „Vooruit dan maar! Maar voortge maakt!" zei Oom Van Setten. In de studeerkamer vertelde Fred, wat hem dien ochtend overkomen was. Hoe wel meneer Van Setten daarvan jeeds iets wist door wat Oom Karei hem verteld had, liet hij den jongen rustig uitpraten, ook toen deze sprak over de manier, waarop Oom Karei zich bij de lunch in het Victoria-Hötel over zijn gedrag had uitgelaten. „Je moet maar denken, Fred!" zei Oom Van Setten, toen 't verhaal uit was, „dat je Oom nog niet aan de manieren van Hollandsehe jongens gewend is. Maar waarom is dit alles nu zoo dringend?" „Omdat ik U vragen wilde, of het niet goed zou zijn, wanneer ik nog vanavond naar het huisje van Vrouw Bongers. ging om daar alles le vertellen". I Meneer Van Setten dacht eenigen tijd nas „Ik geloof niet, dat daarbiji zoo'n haast is" 'zeide hij eindelijk. „Biovendien: ik zou graag met je mee daarheen gaan en vanavond kan ik onze pas aangeko men gasten niet alleen laten". ,,En is er verder niets bijzonders ge beurd, Oom?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1932 | | pagina 1