ïierikzeesche Hieuwsboda
De Landlooper
TWEEDE BLAD
FEUILLETO N.
BINNENLAND.
Uit Stad en Provinole.
bahooranda bl] da
v» Vrijdag 11 Dao. 1931, io. 12246
CONFLICTEN.
Het ontstellendste in dezen geweldi
gen tijd, is misschien wel het Verschijnsel,
dat millioenen geen uitkomst meer zien.
Waar is de geniale mensch, die aan een
nieuwe, betere wereld vorm en gestalte
geven kan of de bestaande weer tot
orde en rust weet terug te brengen?
Waar de profeet, naar wien algemeen
geluisterd wordt en die met helderen
blik en innerlijke verzekerdheid begaafd,
de toekomst kan voorspellen, waarnaar
ieder zich te richten heeft?
Ze zijn er niet en men ziet ze ook nog
niet komen. Wat hier en daar in die
richting plaats heeft, is op zijn best
genomen slechts stukwerk. Niemand, die
het geheel overziet en daarnaar te han
delen weet. Staatslieden der yerschillen-
de volkeren en andere gemeenschapslei
ders, aangenomen nog, dat zij het wel
meenen...., ze mogen nog zoo dikwijls
de hoofden bij elkaar steken, dat neemt
echter niet den indruk weg, dat zij niet
bij machte zijn om de groote wereld
conflicten op te lossen, dikwijls zelfs
nog door verkeerde maatregelen die con
flicten aanzienlijk helpen verscherpen.
En zoo blijven de klachten niet van
de lucht, dat we leven in een tijd van
verwording, van inzinking, van omzet
ting van alles, wat eens als waardej-
vol gold. Min of meer verdwaasd be
kijken velen het wereldgebeuren, waar
van de samenhang hun ontgaat. Ze zien
geen lijn, ze speuren igeen verbanden.
Wie van de groote conflicten in de
groote mensclienmaatschappij iets wil be
grijpen, zal zonder diepere kennis van
zijn eigen zieleleven, waar onbekende
krachten naar uitdrukking streven, piets
van het wereldgebeuren begrijpen, want,
welk een invloed de samenleving ook
uitoefent op het individu, het is ;de enkele
mensch, die elk voor zich en met alle
anderen, vorm en aard der samenleving
bepaalt.
Men moet gaan tot den grond fier
dingen, tot het werkelijke leven, dat ach
ter alle verschijnselen van het mensche-
lijk gebeuren ligt, om daarna het groote
geheel van het leven der gansche \mensdh-
heid eenigszins te kunnen begrijpen.
Bij den enkelen mensch, die echter
een samengesteld wezen is, zijti con
flicten de voorwaarden voor igroei. In
het wezen van den mensch ligt het con
flict besloten. Slechts door het conflict;
heen komt hij tot diepere beleving, tot
vrede en bevrijding. Het is zelf iets,
dat karakteristiek is voor het leven. Het
is een streven naar de verwezenlijking
van de volmaakte uitdrukking, naar de
volle ontplooiing der vermogens, naar
de verwerkelijking van iets, idat als een
bouwplan voor ons op de onzienlijke
gebieden gereed ligt en door ons tnoet
worden uitgevoerd.
Niet het leven, dat traag vervloei,!,
maar wel het hevig barende leven is
het eigenlijke domein der conflicten. Zoo
maakt in 't bizonder 'de jeugd, in den
tijd dus van snelle groei, conflicten door,
die niet het kenmerk zijn van een be
paalden tijd, doch van alle tijden. Ont
wakende krachten streven dan naar uit
drukking, den strijd aanbindend met de
bestaande. In dien strijd komt de jeugd
tot besef van eigen kunnen en daar
mee tot zelfkennis. Opstandigheid is haar
uitingsvorm.
Niet elk conflict, ook niet elk ziels
conflict is pathologisch.
En zoo behoeft ook de ontzettende cri
sis van de maatschappij van heden, niet
tot haar ondergang te leiden. Ook hier.
evenals bij den enkeling, is wellicht het
conflict voorwaarde voor haar groei.
16
door IVANS
Onmiddellijk was hij den vóórtuin door
gehold om over het hek te springen
en aan den haal te gaan. Maar Muller
had, bij het licht, dat uit het venster
kwam, duidelijk den landlooper her
kend, dien hij eenige dagen geleden, bij
de rivier, in gezelschap van Fred ge
zien had. Hij was dezen verdachten kerel
onmiddellijk nagerend en had hem aan
den rand van het bosCh te pakken ge
kregen. Maar de man had zich hevig
verzet. Hij had zijn vervolgers met de
vuist in het gezicht geslagen (Muller's
blauw oog sprak van de kracht van
dien slag!) en zich losgerukt om in de
duisternis van het bosch te verdwijnen.
Hoewel het donker was, was Muller
hem ook nu nog nageloopen, maar wel
dra struikelde en viel hij over een boom
stronk en bezeerde daarbij zijn knie,
zoodat hij de vervolging moest opgeven.
Juist had hij zich opgericht, toen hij
van achteren beet gegrepen werd. Mee-
nende, dat de landlooper hem besprong,
draaide hij zich met een ruk om en liet
zijn vuist tweemaal neerkomen op de
plaats, waar hij flauw den omtrek van
een hoofd meende te zien. De slagen
waren raak geweest, want de man had
geschreeuwd. Maar, tot zijn ontsteltenis
en teleurstelling, herkende Muller ,nu de
stem van zijn collega-agent! Deze was
hem nageloopen om hem te assisteeren
en had hem, toen hij na zijn val over-
En de last en felle nood der tijden,
de conflicten en krampachtige .trekkin
gen zijn wellicht de barensweeën, die
de geboorte aankondigen van een nieuwe,
gelukkiger menschheid.
HYPOTHEKEN VAN LAND- EN
TUINBOUWERS.
Op de vraag van het Tweede Kamer
lid den heer Braat betreffende hulpver
leening van Rijkswege aan in financieele
moeilijkheden verkeerende land- en tuin
bouwers door overneming van hypothe
ken heeft de Min. van Fin. geantwoord:
De Regeering moet ook met het oog
op het antecedent, bezwaar maken, aan
in moeilijkheden verkeerende land- en
tuinbouwers individueelen steun te ver-
leenen, door de hypotheken, die op hun
goed gevestigd zijn, over te nemen, met
verlaging van de rente tot 1 pCt.
ZIER1KZEE. Toen we onlangs onder
het versje „Proeve van een Zierikzeesch
Volkslied", vroegen daarvoor 'n geschikte
melodie te zoeken, hadden we niet ge
dacht, dat zoovele lezers van onze cou
rant zich aan het werk zouden zetten
om aan ons verzoek te voldoen. Na
tuurlijk heeft men naast de ideëelen kant,
ook aan de materialistische 'zijidle ge
dacht. Wat vergeeflijk is!
Toen de termijn van inzending ver-
'streken was, hebben we de diverse com
posities zonder de namen van de ma
kers en niet-makers in handen igesteld
van een muziekdeskundige, die ons in
deze van advies diende. Vier composi
ties werden de beste geacht. W|e had
den de verschillende stukken van een
nummer voorzien en de ;namen op een
aparte lijst gezet. Met lalg. stemmen,
d.w.z. commissarissen en redactie yverd
de prijs van flO.— toegekend aan den
heer M. A. Swenne, onderwijzer aan
School A alhier, no. 1 van ide lijst. We
stellen ons voor dit versje binnen eenigen
tijd als gratis bijlage in de ^Nieuwsbode
voor onze stadabonné's in te leggen in
de hoop, dat het gezongen en gespeeld
zal worden.
Het zou niet onaardig zijn als onze
stadsbeiaardier het versje eens voor het
carillon bewerkte, 'zoodat het Zierikzeesch
Volkslied op feest- of gedenkdagen over
de daken van onze stad zou kunnen
weerklinken.
PLUIMVEEVEREENlGING „EXCELSIOR".
Bekroningen.
PLUIMVEE. Witte Leghorns, Hanen:
I. Taillie, Zierikzee, le pr.; J. H. Brou
wer, Zierikzee, 2e pr.; dito Hennen, J.
Roggeband, Zierikzee, le en Be pr.; P.
Boot W2., Zierikzee, 2e ;pr.; J. H. Brou
wer, Zierikzee, 3e pr.; dito Trio's, M.
Goemans, Zonnemaire, le pr., J. W. Ros
kam, Zierikzee, 2e pr.; J. H. Brouwer,
Zierikzee, 3e pr.; Patrijs Leghorns, Trio's,
J. M. v. d. |Werf, Oosterlanld, le pr.;
Twentsche Grijze, J. Roggeband, Zierik
zee, le pr.; Noord-Hollandsche Blauwe
Hanen, G. v. d. Schelde, Serooskerke, le
pr.; dito Hennen, G. v. d. Schelde, Se
rooskerke, le en 2e pr.; Barnevelders,
Hanen, Joh. van Duivendijk, Zierikzee, le
pr.; L. Ganzeman, Noordgouwe, 2e pr.;
Jac, Berrevoets, Zierikzee, 3e pr.; dito
Hennen, Joh. van Duivendijk, Zierikzee,
le en 2e pr.; J. H. Brouwelr, ZieriKzee,
3e pr.; dito Trio's, L. Ganzeman, Noord-
gouwe, le pr.; J. H. Brouwer, Zierikzee,
2e pr.; Red Islands Reds, Hanen, J. Rog
geband, Zierikzee, 2e en 3e pr.; dito
Hennen, L. Ganzeman, Noordgouwe, 2e
pr.; J. Roggeband, Zierikzee, 3e pr.; Witte
Wlyandottes, Hanen, le pr., G. v. d.
Schelde, Serooskerke, Patrijs Krielen, Ha
nen, 3e pr., L. Paret, Zierikzee, Trio's, le
pr.; W. Berrevoets, Kerkwerve, Hambur
ger, Zilverpell, Jac. Berrevoets, Zierik
zee, le pr., met Rozenkam Hen, le pr.
met Trio en 2e pr. met gewone Hen,
einjd rees, in de duisternis voor denj
landlooper gehouden! Deze Vergissing
boette hij met een bloedneus en 'n ge
schonden gezicht...
Bij het laatste gedeelte van dit verhaal
en vooral bij het zien van 't ongelukkige
gezicht van De Groot (zoo heette Mul
ler's collega), hadden de aanwezigen
eenige moeite hun lachen te houden. Eln
toen de Commissie opnieuw zijn nadruk
kelijk „Goed zoo!" liet hooren, proestte
meneer Van Setten het uit. Gelukkig dacht
de Commissaris, dat hij alleen lachte om
het dwaze van de geschiedenis, die hij
zoo juist gehoord had. Dientengevolge
bleef de vrede tusschen de beide hee-
ren bewaard!
„Wat wij daar gehoord hebben, lijkt
mij zeer ernstig, heeren!" merkte de
Officier van Justitie op. „Wanneer die
rondzwervende kerel werkelijk de schul
dige is, laat de veiligheid van Vrouw
Bongers en haar zoon in dit afgelegen
huis veel te wenschen over".
„Ik begrijp niet, waarom die vent hier
heen teruggekeerd is, nadat-i z'n slag ge
slagen en het geld gestolen heeft"
zeide de Commissaris. „Hij moet hier
goed bekend geweest zijn om te weten,
dat het geld zich in het linnenkaste
bevond".
„Het is mogelijk, dat vrouw Bongers
het er juist uitgenomen of ingelegd had"
1 hernam de Officier. „Mocht zij dat bij
open gordijn gedaan hebben, dan had
iedereen het kunnen zien".
„Hebt U haar daarnaar niet gevraagd?"
vroeg de Rechter-Comnuissaris.
De ander schudde het hoofd.
„Zij was niet in staat, op nog méér
vragen te antwoorden" zeide hij. „Zoo-
WELDADIGHEIDSZEGELS VOOR T MISDEELDE KIND.
Daar klinkt een bede door het land
Tot eiken rang en eiken stand;
Een oproep tot weldadigheid
Van allen, zonder onderscheid.
Een kreet die spreekt tot ons gevoel.
Wijl het betreft een edel doel;
Een klank die zeker weerklank vindt:
Koopt zegels voor 't misdeelde kind.
De felle strijd om het bestaan
Tast heel de samenleving aan.
De wereld 'kent geen medelij',
Men streeft en stormt elkaar voorbij.
Doch midden in dien feilen strijd i
Staat daar het kind dat schuldeloos lijdt,
Weest voor dat leed jniet doof en blind:
Koopt zegels voor 't misdeelde kind.
Gij die het kinderzieltje kent,
Die graag Uw eigen kroost verwent,
En die met engelengeduld
Hun zotste wenschen ras vervult:
Gedenkt hen die verstoken zijn
Van alle levenszonneschijn.
Gij die in weldoen vreugde vindt,
Koopt zegels voor 't misdeelde kind.
Een opgeheven kinderhand
Vraagt aan het volk van Nederland
Een offer, haast onmerkbaar klein
Dat in beteek'nis groot kan Zijn,
Wanneer elkeen die beê verhoort
En medewerkt in daad en woord
Tot d'actie die vandaag begint:
Koopt zegels voor 't misdeelde kind.
J. S.
Campbell Eenden, Trio's, L. Ganzeman,
Noordgouwe, le pr.; Wilde Ganzen, C.
Overdulve, Zierikzee, 2e eerste prijzen.
KONIJNEN. Black and Tan. Rammen,
J. Hanse Sz., Serooskerke, le en 2e pr.;
Voedsters, J. Hanse Sz., Serooskerke, 3e
pr.; Chinchilla Rammen, W. J. van der
Maas, Haamstede,.2e pr.; Wteéners, Voed
sters, C. Heijboer, Zierikzee, le pr.; Lot-
haringers, Rammen, L. v. Popering, Brui-
nisse, 3e pr.; Voedsters, L. Stoel, Brui-
nisse, le pr.; Vlaamsche Reuzen, Witte
Rammen, Wouter Roggeband Jz., Zie
rikzee, 3e pr..; W. J. van der, Maas,
Haamstede, 3e pr.; dito Voedsters, W.
J. van der Maas, Haamstede, 3 2e prij
zen; Gele Rammen, C. Padmos, Nieu-
werkerk, 2e pr.; Voedsters, C. Padmos,
Nieuwerkerk, le pr.; A. H. Bil Sz., Zie
rikzee, 2e pr.
DUIVEN. Sierduiven, Hollandsche krop-
pers, J. Buijse Jz., Zierikzee, le pr.; F.
L. Timmerman, Zierikzee, 2e pr.; Witte
Engelsche kroppers, F. L. Timmerman,
Zierikzee, 3e pr.; Witte Pauwstaarten,
P. Verbeek, Zierikzee, 3e pr.; Roode
Söhildmeeuwen, Jac. Berrevoets, Zierik
zee, 2e pr.; Postduiven, Oude Doffers, C.
Flikweert, le (pr.; W. F. v. d. Ende, 2e
3e en 5e pr.; H. P. Mays, 4e, 8e en 9e
pr.; Joh. Dalebout, 6e pr.; Joh. Flik
weert, 7e pr.; Oude Duiven, G. FlikWeert,
2e en 6e pr.; W. N. Pankow, 3e en 7e
pr.; Joh. Stoutjesdijk, 4e pr.; M. J. v.
d. Wielen, 5e pr.; Jonge Doffers, (H. P.
Mays, le, 3e en 5e pr., J. Peute, 2e
pr.; F. M. Rombouts, 4e pr.; Abr,. Stout
jesdijk, 6e pr.; M. J. van der Wielen,
7e pr.; Jonge Duiven, R. Eikema, le pr.;
H. P. Mays, 2e en 4e {pr.; J. v. Dienst,
3e pr.; Abr. Stoutjesdijk, 5e pr.; allen
te Zierikzee.
BURGH. Vergadering van den gemeen
teraad, gehouden op Dinsdag 1 Decem
ber. Aanwezig alle leden. Na opening
door den voorzitter, dhr. W. G. Boot WZ.,
komt in behandeling een verzoek om
dra zij1 wat beter is, zullen we haar
opnieuw in verhoor nemen. Dan zullen
wij misschien nog belangrijke dingen te
weten te komen".
„Maar de vraag omtrent dat gordijn
kan nu reeds aan haar zoon gedaan wor
den" zeide meneer van Setten.
De Commissaris hief hier met een waar
schuwend gebaar de hand op.
„Laten wij dien jongen niet letterwijs
maken" zeide hij. „Zijn houding be
valt mij niet. Ik heb het gevoel, dat hij
iets voor ons verborgen houdt. En, me
neer Van Setten, 't spijt mij, dat ik het
zeggen moet, maar ook het gedrag van
Uw (neef heeft iets onverklaarbaars".
„Ik vind, dat hij, sedert hij ronduit
alles verteld heeft, niets onverklaarbaars
gezegd of gedaan heeft" zeide meneer
Van Setten wat koeltjes.
„En dit dan...?"
De Commissaris hield Fred's zakmes in
de hoogte.
„Dat schijnt inderdaad het mes van
mijtn neef te zijn" zeide meneer Van
Setten, nu nog koeler.
i,,Als daaraan voor hem iets compromittee-
ren|ds verbonden was, zou hij er niet zou
rond voor zijn uitgekomen, idat het
't zijne is".
„Men spreekt wel eens impulsief de
waarheid en heeft er later spijt van".
„Wat wilt U eigenlijk insinueeren?"
De stem van meneer Van Setten had nu
beslist vijandig geklonken.
„Nu, nu!" zeide !de Commissaris, die
wel inzag, dat hij wat te ver gegaan
was. „Misschien zal de aanwezigheid van
dit mes hier op den zolder gemakkelijk
verklaard kunnen worden".
Meneer v. Setten antwoordde niet meer.
eervol ontslag als lid der plaatsel. school
commissie, ingaande 1 Jan. 1932, door
dhr. A. v. Zuijen. Dit ontslag wordt op
de meest eervolle wijze verleend onder
dankbetuiging voor de vele door dhr.
v. Zuijen aan het onderwijs bewezen
diensten. Ingekomen is een verzoek van
A. K. C. Stoutjesdijk, om alle schilden-
werk van de gemeente aan te besteden
of daarvoor te doen inschrijven. De voor
zitter zegt, dat alle belangrijk schil
derwerk steeds wordt aanbesteed. B. en
W. zijn voornemens dit te bestendigen
en de kleinere karweien om beurten door
een der schilders in de gemeente te
doen uitvoeren. Met 6 tegen 1 st. (tegen
dhr. Hartog, die zijn tegenstemmen mo
tiveert) wordt dit goed gekeurd. Ver
volgens komt ter tafel de vaststelling
eener verordening tot regeling van ge
meentelijke werkverschaffing en steun
regeling van werkeloozen. Gelukkig is
de werkeloosheid momenteel niet groot,
zegt de voorzitter, maar men dient zich
voor te bereiden; daarom is een ver
ordening z. i. noodig. Hij leest een con
cept-verordening, waarin o.a. voorkomt:
de leeftijdsgrenzen voor de werkverschaf
fing te bepalen van 18 t/m. 65 jaar,.' mits
minstens 1 jaar in de gemeente verblijf
te hebben (dit om te voorkomendat
werkelooze bewoners van andere ge
meenten, waar geen dergelijke verorde
ning bestaat, zich in deze gemeente
zouden vestigen, enkel om de werkver
schaffing), recht op werkverschaffing na,
2 weken werkeloosheid en een loon van
f 1,75 per dag voor aangeslotenen bij een
werkeloozenkas en f 1,50 per dag voor
niet aangeslotenen, de eerste categorie
met toeslag voor meer dan 2 gezinsleden,
tot een maximum een totaal weekinko-
men van f 12; de tweede tot f 11,50. Dhr.
Kloet verklaart niet accoord te gaan met
de bepaling van minstens 1 jaar in de
gemeente verblijf te hebben; immers
iemand kan toch binnen dien tijd zonder
HOOFDSTUK IX.
Naar de Hoofdstad.
In velband met de eenzame ligging
van het huis, besloot men den Agent
Muller voorloopig ter bewaking daarvan
achter te laten.
Bruno scheen daarmede niet bizonder
ingenomen en dit gaf wederom voedsel
aan het wantrouwen van den Commissa
ris. Men had den jongen todh de vraag
gesteld, of, toen hij zijn moeder in haar
slaapkamer op den grond vond liggen,
het gordijn al dan niet neergelaten was.
„Opgehaald" had Bruno geantwoord.
„Ik heb het zelf neergelaten, nadat ik
licht gemaakt had".
Hieruit volgde dus, dat men naar bin
nen had kunnen kijken. Maar men zou
daartoe zeer dicht hebben moeten nade
ren, want de aanval was geschied, toen
het reeds donker begon te worden. „Stond
het iinnenkastje open, toen je binnen
kwam?" had de Commissaris nog ge
vraagd.
„Het stond open!" had Bruno geant
woord. „Ik dacht, dat ik U dat aif gezegd
had".
Dat was ook zoo, Fred begreep, dat de
Commissaris den jongen tot een tegen
strijdigheid in zijn verklaringen had wil
len brengen.
De dokter ging nogmaals naar zijn pa
tiënte kijken, die hij slapende aantrof,
zoodat hij zeggen kon, dat alle reden tot
ongerustheid nu geweken was. Daarop
aanvaardde men Alen terugweg.
Het was reeds bijna half-twaalf, toen
eigen schuld werkeloos geraakt zijn; hij
is dan toch zonder verdiensten en kan
geen gezin onderhouden. De voorzitter
zegt, dat van de bepaling kan afgeweken
worden. Dhr. Kloet stelt voor de bewuste
bepaling te schrappen; dhr. v. Zuijen
kan gedeeltelijk met dhr. Kloet meegaan,
maar acht eenigen termijn wenschelijk
en stelt voor deze te bepalen op één
maand. Het voorstel Kloet wordt verwor
pen met 5 tegen 2 stemmen (tegen de
heeren Hartog, Krijger, v. Zuijen, Lande-
gent en Boot). Het voorstel van dhr. v.
^Zuijen met 4 tegen 3 st. (tegen' def heeren
Boot, Hartog en Overbeeke). De heer
Kloet vindt de bepaling van minstens 2
weken werkeloos geweest te zijn, om in
aanmerking te komen niet in orde, im
mers de werkman kan geen enkel dag
loon missen. Bovendien merkt hij op,
dat het niet onverschillig is of 'n groot
of een klein gezin van het maximum-be
drag van f 12 of f 11,50 per week moet
leven. Voor de groote gezinnen zag hij
gaarne consideratie gebruikt. De voorz.
zegt, dat B. en W. in geval van nood en
in overleg met de bestaande commissie
van de bepalingen kunnen afwijken. Dhr.
v. Zuijen heeft wel eenig bezwaar tegen
de regeling f 1,75 en fl,50 per dag en
totaal weekbedrag, met inbegrip van toe
slag van f 12 en f 11,50. Hij vindt (deze ver
houdingen scheef en wenscht nivelleering
bijv. f 1,65 dagloon voor de 2e categorie.
Dhr. Overbeeke zegt, dat in deze ge
meente, zoover hij weet, geen georgani-
seerden zijn en wil alle tewerkgestelden
een dagloon van f2 toegekend zien. Dhr.
Hartog is vóór ongewijzigde aanneming
der verordening. Dhr. Kloet stelt voor
het Regeeringsmaximum van 24 ct. per
werkuur te verleenen plus toeslag; hij
is wel te vinden voor eenig verschil tus
schen georganiseerd en ongeorganiseerd.
Zijn voorstel in dezen wordt verworpen
met 6 tegen 1 st. (tegen de heeren
Overbeeke, Hartog, Krijger, v. Zuijen,
Landegent en Boot), dat van dhr. Over
beeke eveneens m!et 6 tegen 1 st. (tegen
de heeren Landegent, Kloet, v. Zuijen,
Krijger en Hartog). Ten slotte wordt de
door B. en W. voorgestelde loonregeling
met 6 ;tegeu 1 st. (tegen dhr. Overbeeke)
en de verordening in haar geheel aange
komen. Deze verordening treedt 1 Dec.
1931 in werking. De voorzitter dankt den
Raad voor deze gunstige beslissing en
hoopt, dat de verordening tot heil der
gemeente moge werken. Daar Ged. St.
bezwaar maken tegen de tarieven in art.
5 der vastgestelde verordening voor de
woonforensenbelasting (nachtverblijf in
hotels, enz.), worden deze tarieven aldus
gewijzigd: bij meer dan 100200 keer
verblijf per jaar f5, bij 200—300 keer f 10
en bij 300 en meer keer verblijf f 15.
Op een ter vorige vergadering door dhr.
Hartog gedaan verzoek deelt de voorz.
mede, dat de betrokken eigenaars zijn
aangeschreven tot snoeiing van houtge
was. Omtrent een door hem gevraagde
rooiing hebben niet B. en W., maar Ged.
Staten de beslissing. Dhr. Hartog zegt,
dat alle houtgewas hinderlijk voor de ver
keersveiligheid dient opgeruimd te wor
den. Op voorstel van dhr. Hartog wordt
met 6 tegen 1 st. (tegen dhr. Krijger)
besloten, mits, zoolang de tegenwoordige
bewoner huurder is, 5 pCt. per jaar rente
betaalt van de daarvoor gemaakte kosten,
eenige gevraagde veranderingen in de
woning van het hoofd der openbare school
te doen aanbrengen. Dhr. v. Zuijen vraagt
of het niet gewensCht zou zijn actie
te voeren bij de Tweede Kamer in ver
band met het voorstel tot wijziging der
leerlingenschaal. Hij vreest, dat voorna
melijk het onderwijs op het platteland
bij aanneming van genoemd voorstel in
het gedrang zal komen. M. a. st. wordt
in dien geest besloten. Dhr. Krijger
meneer Van Setten en Fred thuis kwa
men. Zij troffen de vrouw des huizes
wel niet in 'n ongeruste, maar in een
zéér nieuwsgierige stemming. Haar man
had nog van het politie-bureau uit ge
telefoneerd, dat zij zich niet zenuwachtig
behoefte te maken, zoo Fred en hij wat
lang mochten wegblijven; maar op haar
vraag, wat er dan aan de hand was, had
hij geantwoord, dat hij dit moeilijk tele
fonisch vertellen kon, maar 't haar bij
zijn thuiskomst wel zou. mededeelen.
Zoo werd het nog veel later, voordat
men aan naar-bed-gaan dacht; en dat
nog wel, terwijl mevrouw en Fred den
volgenden morgen naar Amsterdam zou
den gaan. De D-trein zou echter eerst
om elf uur vertrekken, zoodat men zich
niet al te zeer behoefte te haastten.
Hoewel er heel wat gedachten door
Fred's brein woelden, toen hij in zijn
bed stapte, werd toch, na een zoo veel
bewogen dag, de vermoeienis hem spoe
dig de baas. Geen vijf minuten nadat
hij zijn hoofd op het kussen gelegd had,
was hij rustig in slaap. En hij sliep aan
één stuk dóór, totdat hij den volgenden
ochtend om half-negen uit zijn bed ge
klopt werd.
Mr. van Setten, die zijn vrouw en neef
naar het station bracht, had aan Fred
beloofd, dezen naar het Victoria-Hotel
te Amsterdam telegrafisch bericht te
zullen zenden van elk nieuwtje, dat zich
in de zaak van vrouw Bongers en haar
zoon mocht voordoen.
(Wordt vervolgd).