ïierikzeesche Hieuwsboda De Landlooper TWEEDE BLAD FEUILLETO N. BINNENLAND. Uit Stad en Provinole. bahooranda bl] da v» Vrijdag 11 Dao. 1931, io. 12246 CONFLICTEN. Het ontstellendste in dezen geweldi gen tijd, is misschien wel het Verschijnsel, dat millioenen geen uitkomst meer zien. Waar is de geniale mensch, die aan een nieuwe, betere wereld vorm en gestalte geven kan of de bestaande weer tot orde en rust weet terug te brengen? Waar de profeet, naar wien algemeen geluisterd wordt en die met helderen blik en innerlijke verzekerdheid begaafd, de toekomst kan voorspellen, waarnaar ieder zich te richten heeft? Ze zijn er niet en men ziet ze ook nog niet komen. Wat hier en daar in die richting plaats heeft, is op zijn best genomen slechts stukwerk. Niemand, die het geheel overziet en daarnaar te han delen weet. Staatslieden der yerschillen- de volkeren en andere gemeenschapslei ders, aangenomen nog, dat zij het wel meenen...., ze mogen nog zoo dikwijls de hoofden bij elkaar steken, dat neemt echter niet den indruk weg, dat zij niet bij machte zijn om de groote wereld conflicten op te lossen, dikwijls zelfs nog door verkeerde maatregelen die con flicten aanzienlijk helpen verscherpen. En zoo blijven de klachten niet van de lucht, dat we leven in een tijd van verwording, van inzinking, van omzet ting van alles, wat eens als waardej- vol gold. Min of meer verdwaasd be kijken velen het wereldgebeuren, waar van de samenhang hun ontgaat. Ze zien geen lijn, ze speuren igeen verbanden. Wie van de groote conflicten in de groote mensclienmaatschappij iets wil be grijpen, zal zonder diepere kennis van zijn eigen zieleleven, waar onbekende krachten naar uitdrukking streven, piets van het wereldgebeuren begrijpen, want, welk een invloed de samenleving ook uitoefent op het individu, het is ;de enkele mensch, die elk voor zich en met alle anderen, vorm en aard der samenleving bepaalt. Men moet gaan tot den grond fier dingen, tot het werkelijke leven, dat ach ter alle verschijnselen van het mensche- lijk gebeuren ligt, om daarna het groote geheel van het leven der gansche \mensdh- heid eenigszins te kunnen begrijpen. Bij den enkelen mensch, die echter een samengesteld wezen is, zijti con flicten de voorwaarden voor igroei. In het wezen van den mensch ligt het con flict besloten. Slechts door het conflict; heen komt hij tot diepere beleving, tot vrede en bevrijding. Het is zelf iets, dat karakteristiek is voor het leven. Het is een streven naar de verwezenlijking van de volmaakte uitdrukking, naar de volle ontplooiing der vermogens, naar de verwerkelijking van iets, idat als een bouwplan voor ons op de onzienlijke gebieden gereed ligt en door ons tnoet worden uitgevoerd. Niet het leven, dat traag vervloei,!, maar wel het hevig barende leven is het eigenlijke domein der conflicten. Zoo maakt in 't bizonder 'de jeugd, in den tijd dus van snelle groei, conflicten door, die niet het kenmerk zijn van een be paalden tijd, doch van alle tijden. Ont wakende krachten streven dan naar uit drukking, den strijd aanbindend met de bestaande. In dien strijd komt de jeugd tot besef van eigen kunnen en daar mee tot zelfkennis. Opstandigheid is haar uitingsvorm. Niet elk conflict, ook niet elk ziels conflict is pathologisch. En zoo behoeft ook de ontzettende cri sis van de maatschappij van heden, niet tot haar ondergang te leiden. Ook hier. evenals bij den enkeling, is wellicht het conflict voorwaarde voor haar groei. 16 door IVANS Onmiddellijk was hij den vóórtuin door gehold om over het hek te springen en aan den haal te gaan. Maar Muller had, bij het licht, dat uit het venster kwam, duidelijk den landlooper her kend, dien hij eenige dagen geleden, bij de rivier, in gezelschap van Fred ge zien had. Hij was dezen verdachten kerel onmiddellijk nagerend en had hem aan den rand van het bosCh te pakken ge kregen. Maar de man had zich hevig verzet. Hij had zijn vervolgers met de vuist in het gezicht geslagen (Muller's blauw oog sprak van de kracht van dien slag!) en zich losgerukt om in de duisternis van het bosch te verdwijnen. Hoewel het donker was, was Muller hem ook nu nog nageloopen, maar wel dra struikelde en viel hij over een boom stronk en bezeerde daarbij zijn knie, zoodat hij de vervolging moest opgeven. Juist had hij zich opgericht, toen hij van achteren beet gegrepen werd. Mee- nende, dat de landlooper hem besprong, draaide hij zich met een ruk om en liet zijn vuist tweemaal neerkomen op de plaats, waar hij flauw den omtrek van een hoofd meende te zien. De slagen waren raak geweest, want de man had geschreeuwd. Maar, tot zijn ontsteltenis en teleurstelling, herkende Muller ,nu de stem van zijn collega-agent! Deze was hem nageloopen om hem te assisteeren en had hem, toen hij na zijn val over- En de last en felle nood der tijden, de conflicten en krampachtige .trekkin gen zijn wellicht de barensweeën, die de geboorte aankondigen van een nieuwe, gelukkiger menschheid. HYPOTHEKEN VAN LAND- EN TUINBOUWERS. Op de vraag van het Tweede Kamer lid den heer Braat betreffende hulpver leening van Rijkswege aan in financieele moeilijkheden verkeerende land- en tuin bouwers door overneming van hypothe ken heeft de Min. van Fin. geantwoord: De Regeering moet ook met het oog op het antecedent, bezwaar maken, aan in moeilijkheden verkeerende land- en tuinbouwers individueelen steun te ver- leenen, door de hypotheken, die op hun goed gevestigd zijn, over te nemen, met verlaging van de rente tot 1 pCt. ZIER1KZEE. Toen we onlangs onder het versje „Proeve van een Zierikzeesch Volkslied", vroegen daarvoor 'n geschikte melodie te zoeken, hadden we niet ge dacht, dat zoovele lezers van onze cou rant zich aan het werk zouden zetten om aan ons verzoek te voldoen. Na tuurlijk heeft men naast de ideëelen kant, ook aan de materialistische 'zijidle ge dacht. Wat vergeeflijk is! Toen de termijn van inzending ver- 'streken was, hebben we de diverse com posities zonder de namen van de ma kers en niet-makers in handen igesteld van een muziekdeskundige, die ons in deze van advies diende. Vier composi ties werden de beste geacht. W|e had den de verschillende stukken van een nummer voorzien en de ;namen op een aparte lijst gezet. Met lalg. stemmen, d.w.z. commissarissen en redactie yverd de prijs van flO.— toegekend aan den heer M. A. Swenne, onderwijzer aan School A alhier, no. 1 van ide lijst. We stellen ons voor dit versje binnen eenigen tijd als gratis bijlage in de ^Nieuwsbode voor onze stadabonné's in te leggen in de hoop, dat het gezongen en gespeeld zal worden. Het zou niet onaardig zijn als onze stadsbeiaardier het versje eens voor het carillon bewerkte, 'zoodat het Zierikzeesch Volkslied op feest- of gedenkdagen over de daken van onze stad zou kunnen weerklinken. PLUIMVEEVEREENlGING „EXCELSIOR". Bekroningen. PLUIMVEE. Witte Leghorns, Hanen: I. Taillie, Zierikzee, le pr.; J. H. Brou wer, Zierikzee, 2e pr.; dito Hennen, J. Roggeband, Zierikzee, le en Be pr.; P. Boot W2., Zierikzee, 2e ;pr.; J. H. Brou wer, Zierikzee, 3e pr.; dito Trio's, M. Goemans, Zonnemaire, le pr., J. W. Ros kam, Zierikzee, 2e pr.; J. H. Brouwer, Zierikzee, 3e pr.; Patrijs Leghorns, Trio's, J. M. v. d. |Werf, Oosterlanld, le pr.; Twentsche Grijze, J. Roggeband, Zierik zee, le pr.; Noord-Hollandsche Blauwe Hanen, G. v. d. Schelde, Serooskerke, le pr.; dito Hennen, G. v. d. Schelde, Se rooskerke, le en 2e pr.; Barnevelders, Hanen, Joh. van Duivendijk, Zierikzee, le pr.; L. Ganzeman, Noordgouwe, 2e pr.; Jac, Berrevoets, Zierikzee, 3e pr.; dito Hennen, Joh. van Duivendijk, Zierikzee, le en 2e pr.; J. H. Brouwelr, ZieriKzee, 3e pr.; dito Trio's, L. Ganzeman, Noord- gouwe, le pr.; J. H. Brouwer, Zierikzee, 2e pr.; Red Islands Reds, Hanen, J. Rog geband, Zierikzee, 2e en 3e pr.; dito Hennen, L. Ganzeman, Noordgouwe, 2e pr.; J. Roggeband, Zierikzee, 3e pr.; Witte Wlyandottes, Hanen, le pr., G. v. d. Schelde, Serooskerke, Patrijs Krielen, Ha nen, 3e pr., L. Paret, Zierikzee, Trio's, le pr.; W. Berrevoets, Kerkwerve, Hambur ger, Zilverpell, Jac. Berrevoets, Zierik zee, le pr., met Rozenkam Hen, le pr. met Trio en 2e pr. met gewone Hen, einjd rees, in de duisternis voor denj landlooper gehouden! Deze Vergissing boette hij met een bloedneus en 'n ge schonden gezicht... Bij het laatste gedeelte van dit verhaal en vooral bij het zien van 't ongelukkige gezicht van De Groot (zoo heette Mul ler's collega), hadden de aanwezigen eenige moeite hun lachen te houden. Eln toen de Commissie opnieuw zijn nadruk kelijk „Goed zoo!" liet hooren, proestte meneer Van Setten het uit. Gelukkig dacht de Commissaris, dat hij alleen lachte om het dwaze van de geschiedenis, die hij zoo juist gehoord had. Dientengevolge bleef de vrede tusschen de beide hee- ren bewaard! „Wat wij daar gehoord hebben, lijkt mij zeer ernstig, heeren!" merkte de Officier van Justitie op. „Wanneer die rondzwervende kerel werkelijk de schul dige is, laat de veiligheid van Vrouw Bongers en haar zoon in dit afgelegen huis veel te wenschen over". „Ik begrijp niet, waarom die vent hier heen teruggekeerd is, nadat-i z'n slag ge slagen en het geld gestolen heeft" zeide de Commissaris. „Hij moet hier goed bekend geweest zijn om te weten, dat het geld zich in het linnenkaste bevond". „Het is mogelijk, dat vrouw Bongers het er juist uitgenomen of ingelegd had" 1 hernam de Officier. „Mocht zij dat bij open gordijn gedaan hebben, dan had iedereen het kunnen zien". „Hebt U haar daarnaar niet gevraagd?" vroeg de Rechter-Comnuissaris. De ander schudde het hoofd. „Zij was niet in staat, op nog méér vragen te antwoorden" zeide hij. „Zoo- WELDADIGHEIDSZEGELS VOOR T MISDEELDE KIND. Daar klinkt een bede door het land Tot eiken rang en eiken stand; Een oproep tot weldadigheid Van allen, zonder onderscheid. Een kreet die spreekt tot ons gevoel. Wijl het betreft een edel doel; Een klank die zeker weerklank vindt: Koopt zegels voor 't misdeelde kind. De felle strijd om het bestaan Tast heel de samenleving aan. De wereld 'kent geen medelij', Men streeft en stormt elkaar voorbij. Doch midden in dien feilen strijd i Staat daar het kind dat schuldeloos lijdt, Weest voor dat leed jniet doof en blind: Koopt zegels voor 't misdeelde kind. Gij die het kinderzieltje kent, Die graag Uw eigen kroost verwent, En die met engelengeduld Hun zotste wenschen ras vervult: Gedenkt hen die verstoken zijn Van alle levenszonneschijn. Gij die in weldoen vreugde vindt, Koopt zegels voor 't misdeelde kind. Een opgeheven kinderhand Vraagt aan het volk van Nederland Een offer, haast onmerkbaar klein Dat in beteek'nis groot kan Zijn, Wanneer elkeen die beê verhoort En medewerkt in daad en woord Tot d'actie die vandaag begint: Koopt zegels voor 't misdeelde kind. J. S. Campbell Eenden, Trio's, L. Ganzeman, Noordgouwe, le pr.; Wilde Ganzen, C. Overdulve, Zierikzee, 2e eerste prijzen. KONIJNEN. Black and Tan. Rammen, J. Hanse Sz., Serooskerke, le en 2e pr.; Voedsters, J. Hanse Sz., Serooskerke, 3e pr.; Chinchilla Rammen, W. J. van der Maas, Haamstede,.2e pr.; Wteéners, Voed sters, C. Heijboer, Zierikzee, le pr.; Lot- haringers, Rammen, L. v. Popering, Brui- nisse, 3e pr.; Voedsters, L. Stoel, Brui- nisse, le pr.; Vlaamsche Reuzen, Witte Rammen, Wouter Roggeband Jz., Zie rikzee, 3e pr..; W. J. van der, Maas, Haamstede, 3e pr.; dito Voedsters, W. J. van der Maas, Haamstede, 3 2e prij zen; Gele Rammen, C. Padmos, Nieu- werkerk, 2e pr.; Voedsters, C. Padmos, Nieuwerkerk, le pr.; A. H. Bil Sz., Zie rikzee, 2e pr. DUIVEN. Sierduiven, Hollandsche krop- pers, J. Buijse Jz., Zierikzee, le pr.; F. L. Timmerman, Zierikzee, 2e pr.; Witte Engelsche kroppers, F. L. Timmerman, Zierikzee, 3e pr.; Witte Pauwstaarten, P. Verbeek, Zierikzee, 3e pr.; Roode Söhildmeeuwen, Jac. Berrevoets, Zierik zee, 2e pr.; Postduiven, Oude Doffers, C. Flikweert, le (pr.; W. F. v. d. Ende, 2e 3e en 5e pr.; H. P. Mays, 4e, 8e en 9e pr.; Joh. Dalebout, 6e pr.; Joh. Flik weert, 7e pr.; Oude Duiven, G. FlikWeert, 2e en 6e pr.; W. N. Pankow, 3e en 7e pr.; Joh. Stoutjesdijk, 4e pr.; M. J. v. d. Wielen, 5e pr.; Jonge Doffers, (H. P. Mays, le, 3e en 5e pr., J. Peute, 2e pr.; F. M. Rombouts, 4e pr.; Abr,. Stout jesdijk, 6e pr.; M. J. van der Wielen, 7e pr.; Jonge Duiven, R. Eikema, le pr.; H. P. Mays, 2e en 4e {pr.; J. v. Dienst, 3e pr.; Abr. Stoutjesdijk, 5e pr.; allen te Zierikzee. BURGH. Vergadering van den gemeen teraad, gehouden op Dinsdag 1 Decem ber. Aanwezig alle leden. Na opening door den voorzitter, dhr. W. G. Boot WZ., komt in behandeling een verzoek om dra zij1 wat beter is, zullen we haar opnieuw in verhoor nemen. Dan zullen wij misschien nog belangrijke dingen te weten te komen". „Maar de vraag omtrent dat gordijn kan nu reeds aan haar zoon gedaan wor den" zeide meneer van Setten. De Commissaris hief hier met een waar schuwend gebaar de hand op. „Laten wij dien jongen niet letterwijs maken" zeide hij. „Zijn houding be valt mij niet. Ik heb het gevoel, dat hij iets voor ons verborgen houdt. En, me neer Van Setten, 't spijt mij, dat ik het zeggen moet, maar ook het gedrag van Uw (neef heeft iets onverklaarbaars". „Ik vind, dat hij, sedert hij ronduit alles verteld heeft, niets onverklaarbaars gezegd of gedaan heeft" zeide meneer Van Setten wat koeltjes. „En dit dan...?" De Commissaris hield Fred's zakmes in de hoogte. „Dat schijnt inderdaad het mes van mijtn neef te zijn" zeide meneer Van Setten, nu nog koeler. i,,Als daaraan voor hem iets compromittee- ren|ds verbonden was, zou hij er niet zou rond voor zijn uitgekomen, idat het 't zijne is". „Men spreekt wel eens impulsief de waarheid en heeft er later spijt van". „Wat wilt U eigenlijk insinueeren?" De stem van meneer Van Setten had nu beslist vijandig geklonken. „Nu, nu!" zeide !de Commissaris, die wel inzag, dat hij wat te ver gegaan was. „Misschien zal de aanwezigheid van dit mes hier op den zolder gemakkelijk verklaard kunnen worden". Meneer v. Setten antwoordde niet meer. eervol ontslag als lid der plaatsel. school commissie, ingaande 1 Jan. 1932, door dhr. A. v. Zuijen. Dit ontslag wordt op de meest eervolle wijze verleend onder dankbetuiging voor de vele door dhr. v. Zuijen aan het onderwijs bewezen diensten. Ingekomen is een verzoek van A. K. C. Stoutjesdijk, om alle schilden- werk van de gemeente aan te besteden of daarvoor te doen inschrijven. De voor zitter zegt, dat alle belangrijk schil derwerk steeds wordt aanbesteed. B. en W. zijn voornemens dit te bestendigen en de kleinere karweien om beurten door een der schilders in de gemeente te doen uitvoeren. Met 6 tegen 1 st. (tegen dhr. Hartog, die zijn tegenstemmen mo tiveert) wordt dit goed gekeurd. Ver volgens komt ter tafel de vaststelling eener verordening tot regeling van ge meentelijke werkverschaffing en steun regeling van werkeloozen. Gelukkig is de werkeloosheid momenteel niet groot, zegt de voorzitter, maar men dient zich voor te bereiden; daarom is een ver ordening z. i. noodig. Hij leest een con cept-verordening, waarin o.a. voorkomt: de leeftijdsgrenzen voor de werkverschaf fing te bepalen van 18 t/m. 65 jaar,.' mits minstens 1 jaar in de gemeente verblijf te hebben (dit om te voorkomendat werkelooze bewoners van andere ge meenten, waar geen dergelijke verorde ning bestaat, zich in deze gemeente zouden vestigen, enkel om de werkver schaffing), recht op werkverschaffing na, 2 weken werkeloosheid en een loon van f 1,75 per dag voor aangeslotenen bij een werkeloozenkas en f 1,50 per dag voor niet aangeslotenen, de eerste categorie met toeslag voor meer dan 2 gezinsleden, tot een maximum een totaal weekinko- men van f 12; de tweede tot f 11,50. Dhr. Kloet verklaart niet accoord te gaan met de bepaling van minstens 1 jaar in de gemeente verblijf te hebben; immers iemand kan toch binnen dien tijd zonder HOOFDSTUK IX. Naar de Hoofdstad. In velband met de eenzame ligging van het huis, besloot men den Agent Muller voorloopig ter bewaking daarvan achter te laten. Bruno scheen daarmede niet bizonder ingenomen en dit gaf wederom voedsel aan het wantrouwen van den Commissa ris. Men had den jongen todh de vraag gesteld, of, toen hij zijn moeder in haar slaapkamer op den grond vond liggen, het gordijn al dan niet neergelaten was. „Opgehaald" had Bruno geantwoord. „Ik heb het zelf neergelaten, nadat ik licht gemaakt had". Hieruit volgde dus, dat men naar bin nen had kunnen kijken. Maar men zou daartoe zeer dicht hebben moeten nade ren, want de aanval was geschied, toen het reeds donker begon te worden. „Stond het iinnenkastje open, toen je binnen kwam?" had de Commissaris nog ge vraagd. „Het stond open!" had Bruno geant woord. „Ik dacht, dat ik U dat aif gezegd had". Dat was ook zoo, Fred begreep, dat de Commissaris den jongen tot een tegen strijdigheid in zijn verklaringen had wil len brengen. De dokter ging nogmaals naar zijn pa tiënte kijken, die hij slapende aantrof, zoodat hij zeggen kon, dat alle reden tot ongerustheid nu geweken was. Daarop aanvaardde men Alen terugweg. Het was reeds bijna half-twaalf, toen eigen schuld werkeloos geraakt zijn; hij is dan toch zonder verdiensten en kan geen gezin onderhouden. De voorzitter zegt, dat van de bepaling kan afgeweken worden. Dhr. Kloet stelt voor de bewuste bepaling te schrappen; dhr. v. Zuijen kan gedeeltelijk met dhr. Kloet meegaan, maar acht eenigen termijn wenschelijk en stelt voor deze te bepalen op één maand. Het voorstel Kloet wordt verwor pen met 5 tegen 2 stemmen (tegen de heeren Hartog, Krijger, v. Zuijen, Lande- gent en Boot). Het voorstel van dhr. v. ^Zuijen met 4 tegen 3 st. (tegen' def heeren Boot, Hartog en Overbeeke). De heer Kloet vindt de bepaling van minstens 2 weken werkeloos geweest te zijn, om in aanmerking te komen niet in orde, im mers de werkman kan geen enkel dag loon missen. Bovendien merkt hij op, dat het niet onverschillig is of 'n groot of een klein gezin van het maximum-be drag van f 12 of f 11,50 per week moet leven. Voor de groote gezinnen zag hij gaarne consideratie gebruikt. De voorz. zegt, dat B. en W. in geval van nood en in overleg met de bestaande commissie van de bepalingen kunnen afwijken. Dhr. v. Zuijen heeft wel eenig bezwaar tegen de regeling f 1,75 en fl,50 per dag en totaal weekbedrag, met inbegrip van toe slag van f 12 en f 11,50. Hij vindt (deze ver houdingen scheef en wenscht nivelleering bijv. f 1,65 dagloon voor de 2e categorie. Dhr. Overbeeke zegt, dat in deze ge meente, zoover hij weet, geen georgani- seerden zijn en wil alle tewerkgestelden een dagloon van f2 toegekend zien. Dhr. Hartog is vóór ongewijzigde aanneming der verordening. Dhr. Kloet stelt voor het Regeeringsmaximum van 24 ct. per werkuur te verleenen plus toeslag; hij is wel te vinden voor eenig verschil tus schen georganiseerd en ongeorganiseerd. Zijn voorstel in dezen wordt verworpen met 6 tegen 1 st. (tegen de heeren Overbeeke, Hartog, Krijger, v. Zuijen, Landegent en Boot), dat van dhr. Over beeke eveneens m!et 6 tegen 1 st. (tegen de heeren Landegent, Kloet, v. Zuijen, Krijger en Hartog). Ten slotte wordt de door B. en W. voorgestelde loonregeling met 6 ;tegeu 1 st. (tegen dhr. Overbeeke) en de verordening in haar geheel aange komen. Deze verordening treedt 1 Dec. 1931 in werking. De voorzitter dankt den Raad voor deze gunstige beslissing en hoopt, dat de verordening tot heil der gemeente moge werken. Daar Ged. St. bezwaar maken tegen de tarieven in art. 5 der vastgestelde verordening voor de woonforensenbelasting (nachtverblijf in hotels, enz.), worden deze tarieven aldus gewijzigd: bij meer dan 100200 keer verblijf per jaar f5, bij 200—300 keer f 10 en bij 300 en meer keer verblijf f 15. Op een ter vorige vergadering door dhr. Hartog gedaan verzoek deelt de voorz. mede, dat de betrokken eigenaars zijn aangeschreven tot snoeiing van houtge was. Omtrent een door hem gevraagde rooiing hebben niet B. en W., maar Ged. Staten de beslissing. Dhr. Hartog zegt, dat alle houtgewas hinderlijk voor de ver keersveiligheid dient opgeruimd te wor den. Op voorstel van dhr. Hartog wordt met 6 tegen 1 st. (tegen dhr. Krijger) besloten, mits, zoolang de tegenwoordige bewoner huurder is, 5 pCt. per jaar rente betaalt van de daarvoor gemaakte kosten, eenige gevraagde veranderingen in de woning van het hoofd der openbare school te doen aanbrengen. Dhr. v. Zuijen vraagt of het niet gewensCht zou zijn actie te voeren bij de Tweede Kamer in ver band met het voorstel tot wijziging der leerlingenschaal. Hij vreest, dat voorna melijk het onderwijs op het platteland bij aanneming van genoemd voorstel in het gedrang zal komen. M. a. st. wordt in dien geest besloten. Dhr. Krijger meneer Van Setten en Fred thuis kwa men. Zij troffen de vrouw des huizes wel niet in 'n ongeruste, maar in een zéér nieuwsgierige stemming. Haar man had nog van het politie-bureau uit ge telefoneerd, dat zij zich niet zenuwachtig behoefte te maken, zoo Fred en hij wat lang mochten wegblijven; maar op haar vraag, wat er dan aan de hand was, had hij geantwoord, dat hij dit moeilijk tele fonisch vertellen kon, maar 't haar bij zijn thuiskomst wel zou. mededeelen. Zoo werd het nog veel later, voordat men aan naar-bed-gaan dacht; en dat nog wel, terwijl mevrouw en Fred den volgenden morgen naar Amsterdam zou den gaan. De D-trein zou echter eerst om elf uur vertrekken, zoodat men zich niet al te zeer behoefte te haastten. Hoewel er heel wat gedachten door Fred's brein woelden, toen hij in zijn bed stapte, werd toch, na een zoo veel bewogen dag, de vermoeienis hem spoe dig de baas. Geen vijf minuten nadat hij zijn hoofd op het kussen gelegd had, was hij rustig in slaap. En hij sliep aan één stuk dóór, totdat hij den volgenden ochtend om half-negen uit zijn bed ge klopt werd. Mr. van Setten, die zijn vrouw en neef naar het station bracht, had aan Fred beloofd, dezen naar het Victoria-Hotel te Amsterdam telegrafisch bericht te zullen zenden van elk nieuwtje, dat zich in de zaak van vrouw Bongers en haar zoon mocht voordoen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5