AFLEGGING. De Landlooper TWEEDE BLAD FEUILLETON. Uit Stad en Provinoie. 1 hhooranda Dl] da Mondig 30 Nov. 1931, li. 12241. „Natuur lei weer haar cierselen af", zong eenmmaal de dichter. De weelde van den zomer, de wonderbaarlijke groei van het plantenrijk, hebben plaats ge maakt voor soberheid en stilstand. Het is een bizondere, maar toch zeer karak teristieke tijd van. overgang. Want de natuur staat nu o p een keer punt. Alles, wat zij met behulp der zonnekracht van lente en zomer hoeft voortgebracht is nu zoo goed als ver dwenen, terwijl het krachtige en jedel belijnde beeld van den winter, dat een expressie is van gansch aparte schoon heid, nog niet is gekomen. Zelfs de afsterving is niet meer. Kale, ontbladerde boomen en donkere, verlaten velden zeggen ons, dat het zichtbare plantenleven is voorbijgegaan. En toch is de natuur niet dood, maar sluimert slechts, zich inwikkelend voor den 'ko menden, langen wintertijd, dm daarna opnieuw weer te gaan baren in rijken overvloed. Wonderschoon toch, heeft er nu een totale toetreding van licht plaats, nu bij helder weer de boomen van parken en bosschen niet langer meer in staat zijn om het daglicht te ondervangen. Vrij en frank kan dit de aarde bestralen en alles, wat zich aan haar oppervlakte bevindt. Wazende verschieten breiden zich uit in eindelooze verten. Het dag licht, hoe zwak dan ook, wordt soms van een ongewone klaarheid. Een andere schoonheid wordt aan ons geopenbaard. De naaktheid der natuur, de aflegging van alles, wat haar sier en tooi uit maakte, van wat zinnestreelend en be- tooverend was, wordt een zinnebeeld van ontstoffelijking, van ontlediging van alles, wat slechts tijdelijk is. Zeer zeker ver langen wij lo'.p zijn tijd weer naar een zachte lente, naar de beloften en den luister van de heerlijkheid van groen en kleurenpracht, naar de bekoring en de weelde van een zich verjongende natuur. Maar het zijn juist al die veranderingen, vanaf de hoogste levensexpansie tot de diepste rust, welke voor ons alles op zijn tijd weer nieuw doen schijnen. D/'e nu even in zoete herinnering aan den zomer doen denken, maar dan weer ons in volle dankbaarheid de schoonheid van het heden doen aanvaarden. Star staan de boomen, onbeweeglijk uitspreidend hun bladerlooze takken, waar geen vogel meer een schuilplaats vinden kan en de wind niet langer in de bladeren suist. Kale boomen, droo- mend van het leven, dat ging en weer komen zal. Wij kennen geen eeuwig groen, maar ook geen eeuwige dorheid. Wij zijn de gelukkigen, die de wendingen van alle der seizoenen mogen meemakendie telkens kunnen reageeren op wat bui tenaf, in niet te schatten rijke verschei denheid, uit de onvolprezen natuur tot ons komt. Zou het daarom zijn misschien, dat wij mensehen van de gematigde lucht streek, niet alleen betrekkelijk vrij ge makkelijk kunnen acclamatiseeren, maar ook eerder de psyché van andere vol keren en rassen kunnen aanvoelen. Omdat ons gemoed is opgevoed, zoo wel bij de schroeihitte van den zomer als bij de stalen koude van een foirschen winterdag, met al de overgangen en de begeleidende openbaringen daarvan in de natuur.. Omdat wij van haar een veelheid en rijkdom aan inspiratie ont vangen. 44 door IVANS. „Em kunnen wij aan vrouw Eongers een paar vragen stellen?" vroeg de Commissaris. „Dat zal haar geen kwaad doen! De vraag is alleen, of zij behoorlijk zal kunnen antwoorden. Maar 't is beter, dat de heeren niet allemaal tegelijk komen. Veel honden zijn des hazen dood! Hi, hi, hi!" „Goed zoo!" zeide plotseling de Com missaris met grooten nadruk. En, niet tegenstaande (den ernst van het oogen blik, kostte het Fred eenige moeite zijn lachen te houden. Het waren de Officier van Justitie en de Commissaris van Politie, die van de aanwezigen naar binnen gingen. Vrouw Bongers lag met gesloten oogen op het bed, nog steeds in haar gewone kleeren. Het vert>and zag er uit als een witte tulband en deze illusie werd nog versterkt door het bruine, nu wat ver bleekte gezicht, dat eronder uit kwam. De mooie, fijne trekken van deze vrouw kwamen nu duidelijk uit. Toen de beide mannen binnen traden, sloeg zij even+de oogen op en maakte met de handen een zwak, afwerend ge baar. Terwijl de Commissaris het geheele kamertje nauwkeurig opnam en speciaal zijn aandacht aan het nog open staande linnenkastje wijdde, waarin de dooreen- geworpen kleedingstukken duidelijk spra ken van een hand, die hier gezocht en getast had, ging de Officier van Justitie paast het bed van de vrouw zitten. Zoo doet de onttakeling ons met ont roering en weemoed zinnen op al haar vele gaven, die ons op tijd geschonken wo(rden. Want de aflegging in de natuur, zooweten wij, is slechts een phase in de voortgaande wisseling der dingen, waar achter de ervaring een blijvende schoonheid speurt. ST.-ANNALAND. Jaarvergadering van de IJsclub St.-Annaland. Aanwezig onge veer 50 leden. De ver. telt nog 546 leden en 18 begunstigers tegen het vorige jaar 611 leden en 22 begunstigers. Het jaarverslag is heel kort, aangezien het seizoen 1930-'31 geen vorst gaf. De baan is geen dag geopend geweest. Het in gereedheid brengen van de nieuwe baan heeft f 268,80 gekost. De ontvangsten bedroegen f 422,23 en de uitgaven f394,45. Het batig slot van f27,78 moet echter nog verminderd worden met onge veer f 115 wegens alsnog gedane uit gaven, zoodat er eigenlijk een nadeelig slot is van ongeveer, f 80. Bij acclamatie werden herkozen de bestuursleden W. A. DojTmaar en H. Overbeeke en de commissarissen F. M. Boogaard, M. Rijn berg en W'. Goedegebuure. Aangenomen wordt een bestuursvoorstel ,om tenthou- defris f 1 per middag te laten betalen en de baanvegers f 0,40 per uur te igeven. Leden die hun contributie niet betaalden zullen na 1 Dec. slechts kunnen toetreden tegen betaling van f 1,50 boete plus f 0,50 contributie. Tegen het ongerech tigd betreden van de baan zal het (bestuur stjreng optreden. Aan den ingang zal een bank worden geplaatst voor (het ge makkelijk aanbinden der schaatsen. Bij. wijze van proef zal de nieuwe baan de* volgende week onder water gezet worden. OUD-VOSSEMEER, In een vergadering van den Christelijken Arbeidersbond werd met groote meerderheid van stemmen besloten aan het Gemeentebestuur te ver zoeken in den vervolge in een lokaal der O.L.S. te mogen vergaderen, daar de meeste leden het samenkomen in een herberglokaal, zooals voorheen steeds geschiedde, minder dienstig wordt geacht. Er werd door den voorzitter verder uitdrukkelijk gewezen op de ver plichting, dat de leden zich stipt houden bij werkloosheid, zich alleen en uit sluitend zullen melden als werk'loozen. indien op zoo'n dag heelemaal ,geen loon dienst van welken aard ook wordt uit geoefend. Van verschillende zijden zal daarop controle worden uitgeoefend en ernstige gevolgen kunnen er voor de belanghebbenden uit voortvloeien, indien zij aangifte doen op onjuisten igrondslag. Voor bezoek 'aan de algemeene vergade ring te Goes melden zich plm. 30 leden aan. Met het oog op den ernst der tijden, die weinig hoopvol verschiet bieden voor de arbeidersbevolking, werd ,op samen werking sterk aangedrongen. Ï&ASTDBOUW EN VEETEELT» UITVOERING TARWEWET. Het secretariaat der gewestelijke tar- weoirganisatie deelt ons het navolgende mede: Herhaaldelijk komen er vragen over de nabetaling van den oogst 1930, welke thans voor de kringen achtereenvolgens plaats vindt. Noord- en Zuid-Beveland, Schouwen en Duiveland zijn reeds uitbetaald. Tholen, West- en Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen en Walcheren volgen daarna. Hoewel op de gehouden vergaderingen deze aangelegenheid is toegelicht kan het navolgende worden medegedeeld. Er is aanvankelijk f. 2,50 per 100 kg. ingehouden. Hiervan moet op aanschrij ving van hoogerhand f 1 worden ge reserveerd als algemeene reserve, iqm 'daairuit voor den duur der terwewet buitengewone uitgaven voortvloeiende uit „De dokter zegt, dat het je wat beter gaat, (niet waar vrouwtje?" begon hij. En toen er geen antwoord volgde, her nam hij: „Kun je mij misschien een paar vragen beantwoorden? Het is in je eigen belang, dat wij je aanvaller spoedig te pakken hebben, dus hoe eer Je mij iets vertellen kunt hoe beter". Een schier onmerkbare beweging met het hoofd scheen aan te duiden, dat vrouw Bongers bereid was antwoord te geven. „Stil, stil!" zei haar ondervrager be zorgd. „Beweeg dat zieke hoofd niet. Ik zal je zóó vragen, dat je met „ja" of „neen" antwoorden kunt. Als je de rechterhand oplicht beteekent het „ja"; als je de linker oplicht: „neen". Heb je mij begrepen?" De rechterhand werd even. opgelicht. „Luister dan goed, vrouwtje! De aan valler is natuurlijk binnen gekomen door de voordeur. Had je hem zien aanko men?" Nu werd de linkerhand opgelicht. „Hij overviel je dus onverwachts. Van achteren?" De rechterhand gaf een bevestigend antwoord. „Heb je hem dus niet herkend?" Neen! beduidde de linkerhand. „Je kunt hem mij heelemaal niet be schrijven?" Neen! „En heb je een vermoeden op iemand?" Neen! „Er is hier in de buurt een verdachte landlooper gesignaleerd, die over ide hei de en door de bosschen sluipt. Zie je geen reden om dien te verdenken?" De ondervraagde werd onrustig. Zij sloeg de oogen op en gaf met de) linker' hand, schijnbaar wat ongeduldig, het ,yneen"-teeken. 1 Neptunus Redivivus Daar is hij weer, daar staat hij weer, De heejrscher van de zee; Hij heeft zijn draai, want hij draait weer Met alle winden mee. De kuur op den beganen grond Genas hem van zijn jicht; Hij walst weer als een cavalier En doet getrouw zijn plicht. Het nieuwe jasje staat hem goed. Zijn schoenen zijn weer heel, Zijn grijze baard is gefriseerd, In 't kort: 't is een juweel! Het ga je boven goed, Neptuun, Zie lang nog op ons neer; Wijst vaak Zuid-Oost als 't moog'lijk is, Dan brengt gij ons MOOI WEER. onvoorziene voorvallen te bestrijden, als b.v, de extra bewaarpremie, die voor de oude oogst is betaald. Waar lang niet alle landbouwers van den oogst 1930 nog geprofiteerd hebben, is deze regeling te billijken. Er kan dus f 1,50 per 100 kg. uitbetaald worden. De G.T.Z. kan slechts daalders betalen over de, hoeveelheden die aan de V.I.T.A. zijn geleverd. Daarna is de regeling getroffen, dat voor geschoonde partijen f 1,50 per 100 k.g. wordt betaald, terwijl op de onge- schoonde ingeleverde partijen een scnoo- ningspercentage in rekening wordt ge bracht, dat op 3 o/o is bepaald. Op de ingeleverde 'hoeveelheden wordt dus een koirting van 3 o/o toegepast over de resteerende hoeveelheid de uitbetaling gedaan. Bijv. A heeft geleverd 1000 kg. ge schoond, ontvangt dus 10 X f 1,50 f 15; B heeft 1000 kg. lOngesehoond ge leverd en ontvangt idus 1000 3 o/0 970 X f 1,50 =f f 14,55. EEN NIEUWE AARDAPPEL. De iheer Jae.s van 't Westeinde „Schelp.» kreek" te Nieuwdorp heeft in 1927 een knopvairiatie van Zeeuwsche Blauwe aardappelen io>ntdekt, die zoodanig zijn aandacht trok, dat hij daarvan heeft vooirigeteeld. In 1927 waren algemeen veel zieken, in die soort geen. In 1928 en '29, toen er algemeen geen of zeer weinig zieken hvaren, is natuurlijk het verschil weinig in het oog geloopen, doch in 1930, een jaar ivan veel 'ziekte, waren op hetzelfde veld' de één voor '25 o/0 en de andere nauwelijks 1 o/o 'ziek. Ook dit jaar zijn ze weer, op een heel ■enkele uitzondering ma, geheel van Phi- tothoftra vrij' gebleven, ofschoon op zeer vele plaatsen en in verschillende igronden proeven 'zijn genomen, ook door de meest bekende deskundigen. Er is eenig ver schil, ook in de hoedanigheid, want deze soort zijn min of meer aan den rooden kant, met veel oogen die iets diepelr zijn dan bij de gewone Zeeuwsche BI. Het mag wel als een aanwinst worden beschouwd voor iden teelt onzer com- sumptie-aardappelen, omdat smaak en opbrengst niet voor de andere soort hoeft onder te 'doen. BOEKENNIEUWS. „KRINGLOOP", door Hugo Pen ning, uitgave v. Holkema Wia- rendorf's U.M. Zacht gezegd, doet het boek van Pen ning, dat hierboven geannonceerd staat, wel eenigszins vreemd aan, al is het zeer boeiend beschreven. Twee menschen ont moeten elkaar op den laatsten dag van het jaar. „Zij" is als gevolg van moeilijKe omstandigheden en de daaruit voort vloeiende onaangename verhouding met haar man, op Oudejaarsavond het huis •ontvlucht en ontmoet „hem", Idie, omdat een afspraak niet doorging /haar mede- neemt naar zijn huis, waar, na lange ge sprekken, de afspraak wordt gemaakt, el- „Je kunt mij dus niets 'zeggen, dat licht in deze zaak brengen kan?" „Niets!" Dit woord had zij gefluisterd en daar bij tevens haar oogen opgeslagén, de groote, zwarte oogen, die den Officier van Justitie nu stïrak aankeken en de smeekbede schenen te bevatten, haar nu niet langer lastig te vallen. „Je kunt aan de Justitie dus geen nadere aanwijzingen geven?" Neen! beduidde opnieuw tie linker- hanjd'. De oogen bleven op den Officier van Justitie gevestigd, terwijl deze opstond en haar vriendelijk toeknikte. „Ik wensch je het beste, vrouwtje! Wij zullen alles doen om achter de waarheid te komen, hoor! Misschien gelukt het ons je het gestolen geld terug te bezorgen! Wie weet?" Met den Commissaris verliet hij de kamer. HOOFDSTUK VIII. Een verrassing. Toen de heeren weer allen in de kleine huiskamer vereenigd waren, vroeg Bru no, die wist, dat zijn moeder nu alleen in haar slaapkamer was, of hij niet naar haar teruggaan kon. „Het is beter, dat zij nu alleen blijft" zeide de dokter. „De ondervraging heeft gelukkig maar kort geduurd en ik zal nu even bij haar gaan om haar weer geheel tot kalmte te brengen. Ook zal ik haar een onschuldig slaapmiddel geven, zoodat zij niet bij het minste ge luid wakker wordt. Toch zullen tie heeren wel zoo vriendelijk zijn, niet al te luid- ruchtig te worden. De muren van deze woning en voornamelijk de binnen- Goed zoo Jongeren! strijdt mede Met 'de vrienden van tien Vreide, Voor dat lichtend ideaal. Jonge mannen, jonge vrouwen, Rukt mee op in sterk vertrouwen Op des Vredes zegepraal. Mars wist toch ten allen tijde Al wat jong was te misleiden Met zijn oorlogsromantiek! Doch gij wilt zijn droom verstoren Want, nietwaar, gij sluit Uw ooren Voor Zijn lokkende muziek. muren zullen wel niet zoo dik zijn als die vani 'n gevangenis. Hi, h., hi!" Met z'n typisch oude-mannetjes-lachje om z'n geestigheden ging hij de slaap kamer binnen. Toen hij verdwenen was, wendide tie Officier van Justitie zich tot Biruno. „Ik zou graag willen weten, mijn jon gen, of er nog meer kamers in dit huisje zijn" zeide hij. „Alleen de deel en de zolder, me neer!" antwoordde de aangesprokene. „Op den zolder is een beschotje getim merd en daarachter slaap ik". „Ik zou willen voorstellen, dat wij ën op den zolder een kijkje gaan nemen" zeide de Commissaris. „Ik kan de ge dachte nog niet van mij afzetten, dat de aanvaller van vrouw Bongers zich in het huis verborgen had, vóórdat hij Z'n slag sloeg. Misschien vinden wij hier of daar 'n spoor van hem, dat tot ontdek king leiden kan". „Het is jammer, dat wij geen beter licht hebben" merkte 'de Rechter-Com missaris op. „Wij kunnen terugkomen als het dag is" antwoordde de Commissaris. „Maar aan den anderen kant, is 't wenschelijk, nu reeds een onderzoek in te stellen: zijn er sporen, dan zijn die nu nog versch". Eenige oogenblikken later ging men de deel op bij het licht van twee kaar sen, die in bont-beschilderde kandlelaars gestoken waren. Allen liepen zoo zacht zij1 konden om de zieke vrouw niet te hinderen. Bruno droeg de eene kaars, de Commissaris de andere. Men vond hier intusschen niets bizon- ders. Tuingereedschap, 'n kruiwagen, de hondenkar en wat versch-geplukte groen ten. Bello lag vlak vóór de breed© deur, die in den tuin uitkwam, aan den ketting, f Hij gromde nijdig, maar bedaarde da Zet Uw schouders dus er onlder En verricht het grootste wonder Dat de menseh ooit heeft gewrocht. Legt gij met Uw sterke handen Mars, den oorlogsgod aan banden, Wat nog niemand ooit vermocht. Jong'ren, laat Uw strijdlied schallen! Sluit U aan bij duizendtallen In dien eed'len grootschen strijd! Overwint dus allerwegen, Dat strekt heel de aard ten ziegen Omdat gij' de Toekomst zijt! delijk, toen Bruno hem met 'n paar woorden tot rust maande. Daarop gingen de heeren naar boven op den zolder. Men vond ook daar in het eerst niets, dat de aandacht trekken kon. Achter een houten beschot stond Bruno's ijzeren ledikant, op een stoel daarnaast lagen 'n paar dekens en in den hoek bij het beschot stond 'n ijzeren waschtafel met kan en kom. Toen men op het punt stond weer naar beneden te gaan, schopte Fred met zijn voet tegen een klein voor werp aan, dat dientengevolge langs den vloer vloog en juist tegen den hak van den Commissaris aankwam- Deze raapte het op, en bekeek het bij het licht van de kaars, die hij in de hand hield. „Een zakmes!" zeide 'hij, en zich daarop tot Bruno wendende vroeg hij: „Is dit mes van jou, jongeman?" „Ik heb het nooit gezien" zei Bruno. En toen scheen hij plotseling te schrik ken. Het was, alsof dit antwoord, dat er spontaan uitgekomen was, hem om de een of andere reden speet, zoodra het was gegeven. Fred wierp nu ook een blik op het „gevonden voorwerp". „Wel verdraaid!" zeide hij. „Mag ik dat mes eens even zien?" De Commissaris stelde het ihem ter hand en Fred bekeek het van alle kanten. „Dat is mijn mesl" Zeidie hij. „Ik ben 't al 'n tijdje kwijt. Maar ik begrijp niet, hoe het hier komt". „Ik ook niet!" merkte de Commissa ris op, terwijl hij het Mes in z'n zak liet glijden. „U hebt ons verteld, dat U inog nooit in !dit huis geweest is, niet* waar?" „Juist! Ik ben hier nog nooit geweest. Daarom snap ik niet, dat ik het mes* hier terugvind". (Wordt vervolgd). kaar 't volgend jaar Sylvesteravond weer te ontmoeten. De „vrouw"' denkt nu het volgende jaar steeds aan dien Oudejaars avond, die al door meer beteekenis in haar leven krijgt" en haar man verlaat. De „man" doet tal van indrukken op in 't volgende jaar, huwt daarin, stelt zijn indrukken op schrift en denkt bijna in 't geheel niet meer aan dien zonder lingen Sylvesteravond. Als eindelijk de dag van samenkomst er is, ziet de „vrouw", dat haar verwach tingen te hoog gespannen waren. Haar illusie bleek een schoone droom en tra gisch is het wanneer zij' aan het slot weer terug keert tot haar echtgenoot, die (haar deernis opwekt en ze besluit haar oude leven voort te zetten. BURGERLIJKE STANDEN* Over 'de maanden Sept. en October. POORTVLIET. Geboren: Dirk, zoon van Johannis Jacob van de Klooster en Jo hanna Geuze; Andrina Adriana, dochter van Maarten Everts© en Wilhelmina Cor nelia van Felius; Leendert Jan, zoon van Cornells Dekker en Jacoba Elisabeth Goudzwaard; Adriaan, zoon van Johannes Izaak Monteau en Adriana Hendrina Lan- gejan; Gerard, zoon van Jan Jacob Elen- baas en Elisabeth van Haaften. Gehuwd: Jacob Vroegop, 41 j. en Lam- berta Thijssen, 40 j.; Abraham Johannis Geuze, 28 j., van Oud-Vossemeer, en Jo hanna Adriana Stokman, 24 j.; Willem Noom, 48 j. en Lena van Bem'den, 56 j., wed. van Marinus van Ast; Johannis Ma- rlnls Deurloo, 31 j. en Rachel Oosdijk, 28 j. Overleden: Johanna van Tiggele, 81 j., wed. van Cornells Marinus Uijl. Over de maand October. KERKWERVE. Geb'oren: 3, Gerardus, z. van J. L. Boot en C. Straaijer. HAAMSTEDE. Geboren: 28, Cornelia Geertruida, d. van Marinus Daniël de Jonge en Magdalena de Munnik. J. S. Gehuwd: 16, Klaas van Damme, 30 j., en Cornelia Evertse, 23 j.; 21, Bartel van der Wekken, 27 j., en Wilhelmina Stolfelina Landegent, 29 j. BURGH. Geboren: 7, Jannetje, d. van Job den Boer en Adriana van der Werf; 30, Cornelis, z. van Leendert Tonis Koo- man en Neeltje Blom. Gehuwd: 30, Marinus Hogenstein, 24 j., en Pietemella Cornelia Sehoonaard, 20 j. RENESSE. Geboren: 19, Marinus Pie- ter, z. van Cornelis van Splunder en van Maatje Dronkers. Overleden: 23, Janna Lena Steur, 86 j., wed. van Roeland Steur. ELKERZEE. Geboren: 22, Eva Wille- mina, d. van Pieter Stoél en Cornelia Willemina Steendijk. DUIVENDIJKE. Geboren: 20, Johan Cor nelis, z. van Iman Wesdorp en Geertje Johanna de Lange. Overleden: 16, Wolfert Stoel, 62 j., ongehuwd. BROUWERSHAVEN. Overleden: 6, Hen drina Duinhouwer, 48 j., echtg. van Frans Rijnberg. Gehuwd: 7, Willem Bolkenbaas, 23 j., en Jacomina Catharina van den Ouden, 22 (van Nieuwerkerk). ZONNEMAIRE. Geb.: Pieter Adriaan, z. van W. A. van Leersum en L. M. Hooze; Marinus Adriaan, z. van A. M. van Dijke en D. Kommer. Gehuwd: Jac. Rijstenbil, wedn. van N. Elenbaas en J. J. van Splunter, jd. DREISCHOR. Overleden: 18, Gerrit Jo hannis de Koster, 76 j., echtg. van Maria Bleijker. BRUINISSE. Geboren: 14, Pietemella Jannetje, d. van Jst. Hoek en M. F. Janssen; 20, Pietemella Jacomina, a. van P. G. Meermans en J. Hage. Gehuwd; 2, MaChiel Anthonie Jumelet, 27 j., j.m. en Magrietha van Ree, 27 j., j.d.; 9, Pieter van Iden Houten, 28 j. j.m. (van Rotterdam) en Johanna Jumelet, 26 j., j.d.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5