AFLEGGING.
De Landlooper
TWEEDE BLAD
FEUILLETON.
Uit Stad en Provinoie.
1
hhooranda Dl] da
Mondig 30 Nov. 1931, li. 12241.
„Natuur lei weer haar cierselen af",
zong eenmmaal de dichter. De weelde
van den zomer, de wonderbaarlijke groei
van het plantenrijk, hebben plaats ge
maakt voor soberheid en stilstand. Het
is een bizondere, maar toch zeer karak
teristieke tijd van. overgang.
Want de natuur staat nu o p een keer
punt. Alles, wat zij met behulp der
zonnekracht van lente en zomer hoeft
voortgebracht is nu zoo goed als ver
dwenen, terwijl het krachtige en jedel
belijnde beeld van den winter, dat een
expressie is van gansch aparte schoon
heid, nog niet is gekomen.
Zelfs de afsterving is niet meer. Kale,
ontbladerde boomen en donkere, verlaten
velden zeggen ons, dat het zichtbare
plantenleven is voorbijgegaan. En toch
is de natuur niet dood, maar sluimert
slechts, zich inwikkelend voor den 'ko
menden, langen wintertijd, dm daarna
opnieuw weer te gaan baren in rijken
overvloed.
Wonderschoon toch, heeft er nu een
totale toetreding van licht plaats, nu
bij helder weer de boomen van parken
en bosschen niet langer meer in staat
zijn om het daglicht te ondervangen.
Vrij en frank kan dit de aarde bestralen
en alles, wat zich aan haar oppervlakte
bevindt. Wazende verschieten breiden
zich uit in eindelooze verten. Het dag
licht, hoe zwak dan ook, wordt soms
van een ongewone klaarheid. Een andere
schoonheid wordt aan ons geopenbaard.
De naaktheid der natuur, de aflegging
van alles, wat haar sier en tooi uit
maakte, van wat zinnestreelend en be-
tooverend was, wordt een zinnebeeld van
ontstoffelijking, van ontlediging van alles,
wat slechts tijdelijk is. Zeer zeker ver
langen wij lo'.p zijn tijd weer naar een
zachte lente, naar de beloften en den
luister van de heerlijkheid van groen
en kleurenpracht, naar de bekoring en
de weelde van een zich verjongende
natuur.
Maar het zijn juist al die veranderingen,
vanaf de hoogste levensexpansie tot de
diepste rust, welke voor ons alles op
zijn tijd weer nieuw doen schijnen. D/'e
nu even in zoete herinnering aan den
zomer doen denken, maar dan weer ons
in volle dankbaarheid de schoonheid van
het heden doen aanvaarden.
Star staan de boomen, onbeweeglijk
uitspreidend hun bladerlooze takken,
waar geen vogel meer een schuilplaats
vinden kan en de wind niet langer in
de bladeren suist. Kale boomen, droo-
mend van het leven, dat ging en weer
komen zal.
Wij kennen geen eeuwig groen, maar
ook geen eeuwige dorheid. Wij zijn de
gelukkigen, die de wendingen van alle
der seizoenen mogen meemakendie
telkens kunnen reageeren op wat bui
tenaf, in niet te schatten rijke verschei
denheid, uit de onvolprezen natuur tot
ons komt. Zou het daarom zijn misschien,
dat wij mensehen van de gematigde lucht
streek, niet alleen betrekkelijk vrij ge
makkelijk kunnen acclamatiseeren, maar
ook eerder de psyché van andere vol
keren en rassen kunnen aanvoelen.
Omdat ons gemoed is opgevoed, zoo
wel bij de schroeihitte van den zomer
als bij de stalen koude van een foirschen
winterdag, met al de overgangen en
de begeleidende openbaringen daarvan
in de natuur.. Omdat wij van haar een
veelheid en rijkdom aan inspiratie ont
vangen.
44 door IVANS.
„Em kunnen wij aan vrouw Eongers
een paar vragen stellen?" vroeg de
Commissaris.
„Dat zal haar geen kwaad doen! De
vraag is alleen, of zij behoorlijk zal
kunnen antwoorden. Maar 't is beter, dat
de heeren niet allemaal tegelijk komen.
Veel honden zijn des hazen dood! Hi,
hi, hi!"
„Goed zoo!" zeide plotseling de Com
missaris met grooten nadruk. En, niet
tegenstaande (den ernst van het oogen blik,
kostte het Fred eenige moeite zijn lachen
te houden.
Het waren de Officier van Justitie en
de Commissaris van Politie, die van de
aanwezigen naar binnen gingen.
Vrouw Bongers lag met gesloten oogen
op het bed, nog steeds in haar gewone
kleeren. Het vert>and zag er uit als een
witte tulband en deze illusie werd nog
versterkt door het bruine, nu wat ver
bleekte gezicht, dat eronder uit kwam.
De mooie, fijne trekken van deze vrouw
kwamen nu duidelijk uit.
Toen de beide mannen binnen traden,
sloeg zij even+de oogen op en maakte
met de handen een zwak, afwerend ge
baar.
Terwijl de Commissaris het geheele
kamertje nauwkeurig opnam en speciaal
zijn aandacht aan het nog open staande
linnenkastje wijdde, waarin de dooreen-
geworpen kleedingstukken duidelijk spra
ken van een hand, die hier gezocht en
getast had, ging de Officier van Justitie
paast het bed van de vrouw zitten.
Zoo doet de onttakeling ons met ont
roering en weemoed zinnen op al haar
vele gaven, die ons op tijd geschonken
wo(rden. Want de aflegging in de natuur,
zooweten wij, is slechts een phase in
de voortgaande wisseling der dingen,
waar achter de ervaring een blijvende
schoonheid speurt.
ST.-ANNALAND. Jaarvergadering van
de IJsclub St.-Annaland. Aanwezig onge
veer 50 leden. De ver. telt nog 546
leden en 18 begunstigers tegen het vorige
jaar 611 leden en 22 begunstigers. Het
jaarverslag is heel kort, aangezien het
seizoen 1930-'31 geen vorst gaf. De baan
is geen dag geopend geweest. Het in
gereedheid brengen van de nieuwe baan
heeft f 268,80 gekost. De ontvangsten
bedroegen f 422,23 en de uitgaven
f394,45. Het batig slot van f27,78 moet
echter nog verminderd worden met onge
veer f 115 wegens alsnog gedane uit
gaven, zoodat er eigenlijk een nadeelig
slot is van ongeveer, f 80. Bij acclamatie
werden herkozen de bestuursleden W.
A. DojTmaar en H. Overbeeke en de
commissarissen F. M. Boogaard, M. Rijn
berg en W'. Goedegebuure. Aangenomen
wordt een bestuursvoorstel ,om tenthou-
defris f 1 per middag te laten betalen en
de baanvegers f 0,40 per uur te igeven.
Leden die hun contributie niet betaalden
zullen na 1 Dec. slechts kunnen toetreden
tegen betaling van f 1,50 boete plus
f 0,50 contributie. Tegen het ongerech
tigd betreden van de baan zal het (bestuur
stjreng optreden. Aan den ingang zal
een bank worden geplaatst voor (het ge
makkelijk aanbinden der schaatsen. Bij.
wijze van proef zal de nieuwe baan de*
volgende week onder water gezet worden.
OUD-VOSSEMEER, In een vergadering
van den Christelijken Arbeidersbond werd
met groote meerderheid van stemmen
besloten aan het Gemeentebestuur te ver
zoeken in den vervolge in een lokaal
der O.L.S. te mogen vergaderen, daar
de meeste leden het samenkomen in
een herberglokaal, zooals voorheen
steeds geschiedde, minder dienstig wordt
geacht. Er werd door den voorzitter
verder uitdrukkelijk gewezen op de ver
plichting, dat de leden zich stipt houden
bij werkloosheid, zich alleen en uit
sluitend zullen melden als werk'loozen.
indien op zoo'n dag heelemaal ,geen loon
dienst van welken aard ook wordt uit
geoefend. Van verschillende zijden zal
daarop controle worden uitgeoefend en
ernstige gevolgen kunnen er voor de
belanghebbenden uit voortvloeien, indien
zij aangifte doen op onjuisten igrondslag.
Voor bezoek 'aan de algemeene vergade
ring te Goes melden zich plm. 30 leden
aan. Met het oog op den ernst der tijden,
die weinig hoopvol verschiet bieden voor
de arbeidersbevolking, werd ,op samen
werking sterk aangedrongen.
Ï&ASTDBOUW EN VEETEELT»
UITVOERING TARWEWET.
Het secretariaat der gewestelijke tar-
weoirganisatie deelt ons het navolgende
mede:
Herhaaldelijk komen er vragen over
de nabetaling van den oogst 1930, welke
thans voor de kringen achtereenvolgens
plaats vindt.
Noord- en Zuid-Beveland, Schouwen en
Duiveland zijn reeds uitbetaald. Tholen,
West- en Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen en
Walcheren volgen daarna.
Hoewel op de gehouden vergaderingen
deze aangelegenheid is toegelicht kan
het navolgende worden medegedeeld.
Er is aanvankelijk f. 2,50 per 100 kg.
ingehouden. Hiervan moet op aanschrij
ving van hoogerhand f 1 worden ge
reserveerd als algemeene reserve, iqm
'daairuit voor den duur der terwewet
buitengewone uitgaven voortvloeiende uit
„De dokter zegt, dat het je wat beter
gaat, (niet waar vrouwtje?" begon hij.
En toen er geen antwoord volgde, her
nam hij: „Kun je mij misschien een paar
vragen beantwoorden? Het is in je eigen
belang, dat wij je aanvaller spoedig te
pakken hebben, dus hoe eer Je mij
iets vertellen kunt hoe beter".
Een schier onmerkbare beweging met
het hoofd scheen aan te duiden, dat
vrouw Bongers bereid was antwoord te
geven.
„Stil, stil!" zei haar ondervrager be
zorgd. „Beweeg dat zieke hoofd niet.
Ik zal je zóó vragen, dat je met „ja"
of „neen" antwoorden kunt. Als je de
rechterhand oplicht beteekent het „ja";
als je de linker oplicht: „neen". Heb je
mij begrepen?"
De rechterhand werd even. opgelicht.
„Luister dan goed, vrouwtje! De aan
valler is natuurlijk binnen gekomen door
de voordeur. Had je hem zien aanko
men?"
Nu werd de linkerhand opgelicht.
„Hij overviel je dus onverwachts. Van
achteren?"
De rechterhand gaf een bevestigend
antwoord.
„Heb je hem dus niet herkend?"
Neen! beduidde de linkerhand.
„Je kunt hem mij heelemaal niet be
schrijven?"
Neen!
„En heb je een vermoeden op iemand?"
Neen!
„Er is hier in de buurt een verdachte
landlooper gesignaleerd, die over ide hei
de en door de bosschen sluipt. Zie je
geen reden om dien te verdenken?"
De ondervraagde werd onrustig. Zij
sloeg de oogen op en gaf met de) linker'
hand, schijnbaar wat ongeduldig, het
,yneen"-teeken.
1
Neptunus Redivivus
Daar is hij weer, daar staat hij weer,
De heejrscher van de zee;
Hij heeft zijn draai, want hij draait weer
Met alle winden mee.
De kuur op den beganen grond
Genas hem van zijn jicht;
Hij walst weer als een cavalier
En doet getrouw zijn plicht.
Het nieuwe jasje staat hem goed.
Zijn schoenen zijn weer heel,
Zijn grijze baard is gefriseerd,
In 't kort: 't is een juweel!
Het ga je boven goed, Neptuun,
Zie lang nog op ons neer;
Wijst vaak Zuid-Oost als 't moog'lijk is,
Dan brengt gij ons MOOI WEER.
onvoorziene voorvallen te bestrijden, als
b.v, de extra bewaarpremie, die voor
de oude oogst is betaald. Waar lang niet
alle landbouwers van den oogst 1930 nog
geprofiteerd hebben, is deze regeling te
billijken. Er kan dus f 1,50 per 100 kg.
uitbetaald worden.
De G.T.Z. kan slechts daalders betalen
over de, hoeveelheden die aan de V.I.T.A.
zijn geleverd.
Daarna is de regeling getroffen, dat
voor geschoonde partijen f 1,50 per 100
k.g. wordt betaald, terwijl op de onge-
schoonde ingeleverde partijen een scnoo-
ningspercentage in rekening wordt ge
bracht, dat op 3 o/o is bepaald. Op de
ingeleverde 'hoeveelheden wordt dus een
koirting van 3 o/o toegepast over de
resteerende hoeveelheid de uitbetaling
gedaan.
Bijv. A heeft geleverd 1000 kg. ge
schoond, ontvangt dus 10 X f 1,50
f 15; B heeft 1000 kg. lOngesehoond ge
leverd en ontvangt idus 1000 3 o/0
970 X f 1,50 =f f 14,55.
EEN NIEUWE AARDAPPEL.
De iheer Jae.s van 't Westeinde „Schelp.»
kreek" te Nieuwdorp heeft in 1927 een
knopvairiatie van Zeeuwsche Blauwe
aardappelen io>ntdekt, die zoodanig zijn
aandacht trok, dat hij daarvan heeft
vooirigeteeld. In 1927 waren algemeen
veel zieken, in die soort geen. In 1928
en '29, toen er algemeen geen of zeer
weinig zieken hvaren, is natuurlijk het
verschil weinig in het oog geloopen,
doch in 1930, een jaar ivan veel 'ziekte,
waren op hetzelfde veld' de één voor
'25 o/0 en de andere nauwelijks 1 o/o 'ziek.
Ook dit jaar zijn ze weer, op een heel
■enkele uitzondering ma, geheel van Phi-
tothoftra vrij' gebleven, ofschoon op zeer
vele plaatsen en in verschillende igronden
proeven 'zijn genomen, ook door de meest
bekende deskundigen. Er is eenig ver
schil, ook in de hoedanigheid, want deze
soort zijn min of meer aan den rooden
kant, met veel oogen die iets diepelr
zijn dan bij de gewone Zeeuwsche BI.
Het mag wel als een aanwinst worden
beschouwd voor iden teelt onzer com-
sumptie-aardappelen, omdat smaak en
opbrengst niet voor de andere soort
hoeft onder te 'doen.
BOEKENNIEUWS.
„KRINGLOOP", door Hugo Pen
ning, uitgave v. Holkema Wia-
rendorf's U.M.
Zacht gezegd, doet het boek van Pen
ning, dat hierboven geannonceerd staat,
wel eenigszins vreemd aan, al is het zeer
boeiend beschreven. Twee menschen ont
moeten elkaar op den laatsten dag van
het jaar. „Zij" is als gevolg van moeilijKe
omstandigheden en de daaruit voort
vloeiende onaangename verhouding met
haar man, op Oudejaarsavond het huis
•ontvlucht en ontmoet „hem", Idie, omdat
een afspraak niet doorging /haar mede-
neemt naar zijn huis, waar, na lange ge
sprekken, de afspraak wordt gemaakt, el-
„Je kunt mij dus niets 'zeggen, dat
licht in deze zaak brengen kan?"
„Niets!"
Dit woord had zij gefluisterd en daar
bij tevens haar oogen opgeslagén, de
groote, zwarte oogen, die den Officier
van Justitie nu stïrak aankeken en de
smeekbede schenen te bevatten, haar nu
niet langer lastig te vallen.
„Je kunt aan de Justitie dus geen
nadere aanwijzingen geven?"
Neen! beduidde opnieuw tie linker-
hanjd'.
De oogen bleven op den Officier van
Justitie gevestigd, terwijl deze opstond
en haar vriendelijk toeknikte.
„Ik wensch je het beste, vrouwtje! Wij
zullen alles doen om achter de waarheid
te komen, hoor! Misschien gelukt het ons
je het gestolen geld terug te bezorgen!
Wie weet?"
Met den Commissaris verliet hij de
kamer.
HOOFDSTUK VIII.
Een verrassing.
Toen de heeren weer allen in de kleine
huiskamer vereenigd waren, vroeg Bru
no, die wist, dat zijn moeder nu alleen
in haar slaapkamer was, of hij niet naar
haar teruggaan kon.
„Het is beter, dat zij nu alleen blijft"
zeide de dokter. „De ondervraging
heeft gelukkig maar kort geduurd en
ik zal nu even bij haar gaan om haar
weer geheel tot kalmte te brengen. Ook
zal ik haar een onschuldig slaapmiddel
geven, zoodat zij niet bij het minste ge
luid wakker wordt. Toch zullen tie heeren
wel zoo vriendelijk zijn, niet al te luid-
ruchtig te worden. De muren van deze
woning en voornamelijk de binnen-
Goed zoo Jongeren! strijdt mede
Met 'de vrienden van tien Vreide,
Voor dat lichtend ideaal.
Jonge mannen, jonge vrouwen,
Rukt mee op in sterk vertrouwen
Op des Vredes zegepraal.
Mars wist toch ten allen tijde
Al wat jong was te misleiden
Met zijn oorlogsromantiek!
Doch gij wilt zijn droom verstoren
Want, nietwaar, gij sluit Uw ooren
Voor Zijn lokkende muziek.
muren zullen wel niet zoo dik zijn als
die vani 'n gevangenis. Hi, h., hi!"
Met z'n typisch oude-mannetjes-lachje
om z'n geestigheden ging hij de slaap
kamer binnen.
Toen hij verdwenen was, wendide tie
Officier van Justitie zich tot Biruno.
„Ik zou graag willen weten, mijn jon
gen, of er nog meer kamers in dit huisje
zijn" zeide hij.
„Alleen de deel en de zolder, me
neer!" antwoordde de aangesprokene.
„Op den zolder is een beschotje getim
merd en daarachter slaap ik".
„Ik zou willen voorstellen, dat wij
ën op den zolder een kijkje gaan nemen"
zeide de Commissaris. „Ik kan de ge
dachte nog niet van mij afzetten, dat de
aanvaller van vrouw Bongers zich in
het huis verborgen had, vóórdat hij Z'n
slag sloeg. Misschien vinden wij hier of
daar 'n spoor van hem, dat tot ontdek
king leiden kan".
„Het is jammer, dat wij geen beter
licht hebben" merkte 'de Rechter-Com
missaris op.
„Wij kunnen terugkomen als het dag
is" antwoordde de Commissaris. „Maar
aan den anderen kant, is 't wenschelijk,
nu reeds een onderzoek in te stellen: zijn
er sporen, dan zijn die nu nog versch".
Eenige oogenblikken later ging men
de deel op bij het licht van twee kaar
sen, die in bont-beschilderde kandlelaars
gestoken waren. Allen liepen zoo zacht
zij1 konden om de zieke vrouw niet te
hinderen. Bruno droeg de eene kaars, de
Commissaris de andere.
Men vond hier intusschen niets bizon-
ders. Tuingereedschap, 'n kruiwagen, de
hondenkar en wat versch-geplukte groen
ten. Bello lag vlak vóór de breed© deur,
die in den tuin uitkwam, aan den ketting,
f Hij gromde nijdig, maar bedaarde da
Zet Uw schouders dus er onlder
En verricht het grootste wonder
Dat de menseh ooit heeft gewrocht.
Legt gij met Uw sterke handen
Mars, den oorlogsgod aan banden,
Wat nog niemand ooit vermocht.
Jong'ren, laat Uw strijdlied schallen!
Sluit U aan bij duizendtallen
In dien eed'len grootschen strijd!
Overwint dus allerwegen,
Dat strekt heel de aard ten ziegen
Omdat gij' de Toekomst zijt!
delijk, toen Bruno hem met 'n paar
woorden tot rust maande.
Daarop gingen de heeren naar boven op
den zolder. Men vond ook daar in het
eerst niets, dat de aandacht trekken kon.
Achter een houten beschot stond Bruno's
ijzeren ledikant, op een stoel daarnaast
lagen 'n paar dekens en in den hoek bij
het beschot stond 'n ijzeren waschtafel
met kan en kom. Toen men op het punt
stond weer naar beneden te gaan, schopte
Fred met zijn voet tegen een klein voor
werp aan, dat dientengevolge langs den
vloer vloog en juist tegen den hak van
den Commissaris aankwam- Deze raapte
het op, en bekeek het bij het licht van
de kaars, die hij in de hand hield.
„Een zakmes!" zeide 'hij, en zich
daarop tot Bruno wendende vroeg hij:
„Is dit mes van jou, jongeman?"
„Ik heb het nooit gezien" zei Bruno.
En toen scheen hij plotseling te schrik
ken. Het was, alsof dit antwoord, dat er
spontaan uitgekomen was, hem om de
een of andere reden speet, zoodra het
was gegeven.
Fred wierp nu ook een blik op het
„gevonden voorwerp".
„Wel verdraaid!" zeide hij. „Mag
ik dat mes eens even zien?"
De Commissaris stelde het ihem ter hand
en Fred bekeek het van alle kanten.
„Dat is mijn mesl" Zeidie hij. „Ik
ben 't al 'n tijdje kwijt. Maar ik begrijp
niet, hoe het hier komt".
„Ik ook niet!" merkte de Commissa
ris op, terwijl hij het Mes in z'n zak
liet glijden. „U hebt ons verteld, dat
U inog nooit in !dit huis geweest is, niet*
waar?"
„Juist! Ik ben hier nog nooit geweest.
Daarom snap ik niet, dat ik het mes* hier
terugvind".
(Wordt vervolgd).
kaar 't volgend jaar Sylvesteravond weer
te ontmoeten. De „vrouw"' denkt nu het
volgende jaar steeds aan dien Oudejaars
avond, die al door meer beteekenis in
haar leven krijgt" en haar man verlaat.
De „man" doet tal van indrukken op
in 't volgende jaar, huwt daarin, stelt
zijn indrukken op schrift en denkt bijna
in 't geheel niet meer aan dien zonder
lingen Sylvesteravond.
Als eindelijk de dag van samenkomst
er is, ziet de „vrouw", dat haar verwach
tingen te hoog gespannen waren. Haar
illusie bleek een schoone droom en tra
gisch is het wanneer zij' aan het slot
weer terug keert tot haar echtgenoot,
die (haar deernis opwekt en ze besluit
haar oude leven voort te zetten.
BURGERLIJKE STANDEN*
Over 'de maanden Sept. en October.
POORTVLIET. Geboren: Dirk, zoon van
Johannis Jacob van de Klooster en Jo
hanna Geuze; Andrina Adriana, dochter
van Maarten Everts© en Wilhelmina Cor
nelia van Felius; Leendert Jan, zoon van
Cornells Dekker en Jacoba Elisabeth
Goudzwaard; Adriaan, zoon van Johannes
Izaak Monteau en Adriana Hendrina Lan-
gejan; Gerard, zoon van Jan Jacob Elen-
baas en Elisabeth van Haaften.
Gehuwd: Jacob Vroegop, 41 j. en Lam-
berta Thijssen, 40 j.; Abraham Johannis
Geuze, 28 j., van Oud-Vossemeer, en Jo
hanna Adriana Stokman, 24 j.; Willem
Noom, 48 j. en Lena van Bem'den, 56 j.,
wed. van Marinus van Ast; Johannis Ma-
rlnls Deurloo, 31 j. en Rachel Oosdijk,
28 j.
Overleden: Johanna van Tiggele, 81 j.,
wed. van Cornells Marinus Uijl.
Over de maand October.
KERKWERVE. Geb'oren: 3, Gerardus,
z. van J. L. Boot en C. Straaijer.
HAAMSTEDE. Geboren: 28, Cornelia
Geertruida, d. van Marinus Daniël de
Jonge en Magdalena de Munnik.
J. S.
Gehuwd: 16, Klaas van Damme, 30 j.,
en Cornelia Evertse, 23 j.; 21, Bartel
van der Wekken, 27 j., en Wilhelmina
Stolfelina Landegent, 29 j.
BURGH. Geboren: 7, Jannetje, d. van
Job den Boer en Adriana van der Werf;
30, Cornelis, z. van Leendert Tonis Koo-
man en Neeltje Blom.
Gehuwd: 30, Marinus Hogenstein, 24 j.,
en Pietemella Cornelia Sehoonaard, 20 j.
RENESSE. Geboren: 19, Marinus Pie-
ter, z. van Cornelis van Splunder en van
Maatje Dronkers.
Overleden: 23, Janna Lena Steur, 86
j., wed. van Roeland Steur.
ELKERZEE. Geboren: 22, Eva Wille-
mina, d. van Pieter Stoél en Cornelia
Willemina Steendijk.
DUIVENDIJKE. Geboren: 20, Johan Cor
nelis, z. van Iman Wesdorp en Geertje
Johanna de Lange.
Overleden: 16, Wolfert Stoel, 62 j.,
ongehuwd.
BROUWERSHAVEN. Overleden: 6, Hen
drina Duinhouwer, 48 j., echtg. van Frans
Rijnberg.
Gehuwd: 7, Willem Bolkenbaas, 23 j.,
en Jacomina Catharina van den Ouden,
22 (van Nieuwerkerk).
ZONNEMAIRE. Geb.: Pieter Adriaan,
z. van W. A. van Leersum en L. M.
Hooze; Marinus Adriaan, z. van A. M.
van Dijke en D. Kommer.
Gehuwd: Jac. Rijstenbil, wedn. van N.
Elenbaas en J. J. van Splunter, jd.
DREISCHOR. Overleden: 18, Gerrit Jo
hannis de Koster, 76 j., echtg. van Maria
Bleijker.
BRUINISSE. Geboren: 14, Pietemella
Jannetje, d. van Jst. Hoek en M. F.
Janssen; 20, Pietemella Jacomina, a. van
P. G. Meermans en J. Hage.
Gehuwd; 2, MaChiel Anthonie Jumelet,
27 j., j.m. en Magrietha van Ree, 27 j.,
j.d.; 9, Pieter van Iden Houten, 28 j. j.m.
(van Rotterdam) en Johanna Jumelet, 26
j., j.d.