Zierikziischi Nieuwsbode TWEEDE BLAD Uit Stad en Provinole FEUILLETON. De Landlooper bihoorende bi] dl vu Vrijdag 13 Hot. 1831, 12234 tIERIKZEE. In een dezer dagen gehou den vergadering van de Restauratiecom missie voor het Raadhuis te Veere is medegedeeld, dat de geldelijke blijken van waardeering en steun voor dit na tionale herstelwerk reeds beginnen bin nen te komen. Van de Koninklijke Be geer te Voorschoten was bericht ont vangen, dat de eerste afslag van den bouwpenning vermoedelijk nog deze week gereed zal komen. HAAMSTEDE. In de gehouden verga dering der Commissie tot restauratie van den bekenden Plompetoren van Koud,e- kerke gaven secretaris en penningmees ter verslag van de verzonden circulaires met verzoek om steun en den stand der financiën. In totaal is f 1405.32 aan bij dragen ontvangen, waaronder giften van H.M. de Koningin en de andere leden van het Koninklijk Huis. Een woord van dank aan hen, die van hunne belangstel ling blijk gaven, mag zeker niet onthou den worden. Met genoegen zal verno men worden, dat de Commissie al het mogelijke doet, om de voorgenomen res tauratie met Rijkssteun te bespoedigen. BURGH. Vergadering van den gemeen teraad, gehouden op Maandag 9 Nov. Aanwezig alle leden. Na opening deelt de voorzitter dhr. W. G. Boot Wz. mede, dat de begrooting voor het dienstjaar 1932 door Ged. Staten is goedgekeurd. Een begrootingswijziging 1931 wordt goedgekeurd. Besloten wordt de aan M. Bom verhuurde gemeentewoning weder om voor 1932 aan vorengenoemde in huux te geven. De bepalingen der bouw verordening inzake beroep op den Raad worden gewijzigd conform het concept van Ged. Staten. Op verzoek van ge noemd college wordt de ter vorige ver gadering vastgestelde woonforensenbelas- ting gewijzigd en de 'heffingsbedragen vastgesteld in gelijken geest als te Haam stede. Besloten wordt het overtollige ge meentekasgeld te beleggen deels bij "de Boerenleenbank Haamstede, deels bij de Rijkspostspaarbank en deels bij de Bank 'voor Nederlandsche gemeenten. Aan Ged. Staten zal worden geadviseerd het be sluit van het Burgerlijk Armbestuur tot pachtvermindering over 1931 goed te keuren. Een voorstel van dhr. Hartog om een gedeelte van het pad Hooge Burgh te doen veibreeden, wordt met 4 tegen 3 stemmen verworpen (vóór de de heeren Hartog, Kloet en v. Zuijen). Op verzoek van dhr. Hartog zullen B. en Wl. een nndoraook inctoll^n oo» rooiïng van boomen in Kloosterweg en snoeiïng in de kom der gemeente, een en ander in verband met de verkeers veiligheid. Besloten wordt tot plaatsing van een verkeersbord aan den hoek Moer- weg—Meeldijk. De voorz. deelt mede, dat B. en W. inzake eventueelen bouw van een barak voor besmettelijke ziekten bij het ziekenhuis te Noordgouwe zich in beginsel bereid verklaard hebben tot me dewerking, wat door den Raad wordt goedgekeurd. De melkverstrekking aan schoolgaande kinderen buiten de kom der gemeente gedurende de wintermaan den wordt geregeld en besloten met 1 Januari a.s. daarmee te beginnen. Om trent de kwestie van het pad langs den kerkmuur, wordt besloten geen veran dering te brengen in de huidige situatie, maar het publiek te verzoeken genoemd pad niet te berijden. BROUWERSHAVEN. De opbrengst speldjes „Zonnegloren" heeft hier f 19 opgebracht. BRUINISSE. In de Donderdag gehou den vergadering van den gemeenteraad waren alle leden tegenwoordig. Ingeko men was een schrijven van mej. Vermeu- WAPENSTILSTANDSDAG. 10 door IVANS. „En nu moeten wij eens even het reis plan voor jelui beiden opmaken" zlei Oom, Idie gezellig in de huiskamer was blijven zitten, hoewel hij zich anders, na fde thee, meestal dadelijk in zijn stu deerkamer terugtrok. „Het zal noodig zijn, Idat jelui den nacht van Zondag op Maandag in een hotel te Amsterdam lo- geeren blijft, want 1de boot komt in den loop van den voormiddag aan". „Dan moeten wij al vroeg in den mid dag hier vandaan" merkte Tante op. „Dat hoeft niet!" zei Oom, in het spoorboekje kijkende. „Als je den trein van zes uur neemt, ben je vóór half- wegen in Amsterdam". „O ja...?" zei Tante op vragenden en ©enigszins teleurgestelden toon. Oom begon te lachen. „Kom er maar rond voor uit!" zeide hij. „Je wilt graag Iden noodigen tijd hébben om naar Artis te gaan, nietwaar, Wen!da?" Tante was Idol op een bezoek aan Artis. Maar het vreemde was, dat zij daarvoor niet goed durfde uitkomen, om dat zij er iets kinderachtigs in vond'. En hoe dikwijls men haar ook verzeker de, dat dit heelemaal niet het geval was en dat integendeel een heele boel verstandige en vtlfs geleerde men- sChen Zoo'n bezoek leerzaam en inte ressant vonden, zij1 kon de gedachte maar De 11e November... toen zweeg 't kanon.... Toen rees, hoewel schuchter, devredeszon. En ieder jaar als weer die dag genaakt, Wordt voor 1 minuut al 't rumoer gestaakt.... En in dezen enkelen, korten stond Gedenkt men de dooden van 't oorlogsfront, De mannen die eens in den wereldbrand Hun leven lieten voor 't vaderland. Daar stonden weer duizenden stil devoot Bij 't graf van een zoon of een echtgenoot, En klaagden opnieuw weer den oorlog aan, De oorlog met al zijn bedrog, zijn waan, De oorlog die zooveel schoons heeft verwoest, Die 't menschdom beval dat het haten moest! Die alle beschavingswerk veracht, Die zelfs d'overwinnaar geen zegen bracht! len, dat zij om gezondheidsreden met in gang van 1 Jan. 1932 haar taak als be waarschoolonderwijzeres neerlegt. Zij vraagt tevens om een jaarlijksche toelage uit de gemeentekas. Besloten wordt haar dank te betuigen voor alles wat zij ge durende haar 35-jarig verblijf in deze gemeente voor de kinderen heeft gedaan en haar mede te deelen, dat t.z.t. een nadere beslissing omtrent het toekennen van ieeai toelage zal worden genomen. Voor kennisgeving wordt aangenomen eeto! schrijven van de afd. Duiveland van het N. O. G. met begeleidende motie. Een adres, geteekend door de winkeliers en neringdoenden, behelzende het verzoek om een verordening samen te stellen, waarbij wordt bepaald, dat kooplieden en handeldrijvenden van buiten de ge meente, hier worden geweerd, wordt in handen gesteld van B. en W. om advies. Een adres van de Stichting Landverhui zing Nederland, houdende verzoek om een jaarlijksche bijdrage van f10, wordt afgewezen. Vaststelling vindt plaats, en zulks naar aanleirlinjf van et1" «"hmjron van den Pensioenraad, van den pensi oensgrondslag van den geneesheer van het burgerl. armbestuur. Besloten wordt overeenkomstig art. 215 der gemeente wet, het gemeenteverslag om de 5 jaar te doen verschijnen. Daarna gaat de Raad over in geheime zitting ter bespreking van de werkverschaffing, waaraan thans een 20-tal personen deelnemen. Na her opening van de openbare zitting wordt besloten B. en W. te machtigen in on derhandeling te treden met dén heer de Korte, inzake het toekennen van een bijslag op het loon, dat hij uitkeert voor het lezen van erwten. Van de nu vol gende rondvraag wordt een druk gebruik gemaakt. De heer Boone acht het ge- wenseht ten gerieve der schippers de verlichting op de haven des morgens wat langer aan te houden, wat door den voorzitter wordt toegezegd. Dhr. Goudzwaard klaagt over den oprit bij de haven, waarin zich groote gaten ver- toonen. De voorzitter zal den gemeente opzichter hierover spreken. De heer Boone acht het noodzakelijk, dat op een zinkput in de Schoolstraat eén nieuw deksel wordt aangebracht. Wordt toe gezegd. De heer van den Berg heeft niet v an zich af Zetten, dat dit eigenlijk een voor kinderen bestemd genoegen was. Ook nu kreeg zij een kleur en wees met de oogen op Fred, waarop Oom van Setten opnieuw hartelijk lachte. „In ieder geval zal het voor Fred een leerzame tijdpasseering zijn" —her nam hij. „Als jij je dan opofferen wilt en duet hem meegaan, zul je een nuttig werk doen". „O, als Fred graag gaat, zal ik zeker met hem meegaan" zei Tante, die zich werkelijk verbeeldde, dat haar eigen verlangen ;om den Amsterdamschen die rentuin weer eens te zien, nu aan nie mand (opvallen kon. „Ga je graag, Fred?" „Neen, Tante!" antwoordde de toe- gesprokene. Op het zien van Tante's teleurgesteld gezicht, begon nu ook hij te lachen. „Natuurlijk ga ik graag!" zeide hij, „mits" (en hier tintelden zijn oogen on deugend), als „U meegaat". „Even natuurlijk ben ik daartoe be reid!" verklaarde Tante edelmoedig. „En hoe laat moeten wij den hier van daan?" vroeg zij,, bijna gretig. „Dan kun je den D.-trein van elf uur nemen, Wenda!" „Je weet toch wel zeker, dat die ook op Zondag loopt?" „Ik weet het héél zeker, vrouw! Je bent dan om 'n uur of één te Amster dam en je kunt in het Victoria-hotel ka mers nemen en wat eten. Daarna naar Artis!" „Prachtig!" zei Tante, die nu, in het vooruitzicht van dezen feestdag, wat opgewonden was. „Zoo zullen wij het doen, hè, Fred?" 1 uit de notulen gehoord, dat de heer van Vessem heeft betoogd, het College van B. en W. sedert 1889 links is ge weest; dit is onjuist, het College was eerst in 1909 overwegend links. Spreker hoopt, dat dhr. van Vessem zich rectifi ceert. De heer van Vessem- zegt daarop, dat hij Zich heeft, vergist en hetgeen dhr. van den B;erg opmerkt, juist is. De heer de Koning heeft vernomen, dat de aangiften voor huisslachtingen voortaan 4 dagen van te voren moeten plaats hebben; hij vraagt of dit een nieuwe bepaling is? De voorzitter antwoordt, dat zulks altijd sedert de inwerking treding der Vleeschkeurmgswet voor schrift was; wellicht is in deze ge meente daaraan niet zoo streng de hand gehouden. De heer Hage klaagt over het branden van varkens in de nabijheid van woningen en over het ontactisch optre den (door een der veldwachters bij het verbieden daarvan. De voorzitter zal deze zaak onderzoeken. De heer Goudzwaard tan SSSJÈrti hfipren over het dooden moeilijkheden veroorzaakt voor A pas- seeren met paarden en vee. De voorzitter zal maatregelen nemen, dat het dooden van varkens op de daarvoor aangewezen plaats geschiedt. Daarna sluiting. OUD-VOSSEMEER. Bij den aardappel handelaar en caféhouder R. alhier werd Dinsdagavond laat een portefeuille met f3000 vermist; ongeveer half 12 's avonds werd door hem een brief gepost en bij zijn terugkomst was de portefeuille met inhoud, die hij bij zijn terugkeer uit Rotterdam even te voren gereed had ge legd om op te bergen, verdwenen. De achterdeur vond hij geopend. De politie stelt een onderzoek in. Een z.g.n. Zigeuner kwam o.m. op de werkplaats van den timmerman van D. met de vraag of er voor hem geen boren te scherpen waren, waarin hij spe cialist was. De timmerman stelde hem 5 boren ter hand en toen hij na de be werking terugkwam werd naar de kosten gevraagd. Het antwoord luidde 4 cent per m.M., voor de 5 boren, samen 125 m.M., alzoo f 5. De timmerman weigerde dit bedrag te betalen, zijnde veel te Fred verklaarde zich met de plannen van harte aceoord. Hij was nog maar enkele keeren in Artis geweest en be greep niet, waarom het kinderachtig zijn zou, dien prachtigen tuin met al zijn in teressante dieren te bezoeken! HOOFDSTUK VI. Alarm. Het was nu ongeveer half tien gewor den. Men zat om de tafel, Tante met een handwerk, Oom met de courant en Fred met een boek. Wie zich dit too- neel echter mocht voorstellen binnens huis, vergist zich. Men was immers mid den in den zomer en het weer was bij zonder zacht! De hier bedoelde tafel stond dan ook, op zij van het huis, in den tuin. Een groote electrische lamp, die door mid del van een langen draad met een stop contact binnenshuis in verbinding stond', gaf méér dan genoeg licht om te lezen en wat Tante betreft om zich met niet al te fijn handwerk bezig te houden. Het was zeer stil in den tuin en ook op straat klonk slechts nu en dan de voetstap van een eenzamen voorbijgan ger. Plotseling echter hoorde men van uit de verte iemand met een snellen, ener gieken stap aankomen, die blijkbaar haast had. Onwillekeurig luisterde Fred naar die hardklinkende, naderende voetstap pen, weinig vermoedende, hoezeer het zijn noodlot was, dat daar zoo snel in aantocht was. De voetstappen hielden op voor de DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS 61. Daar bereikte de sneeuwbal een bocht in de rivier. Hij vloog den kant op en spatte tegen een boom in stuk ken. En, terwijl zijn twee „todhtgenooten" in de sneeuw lagen te rollen, omhelsde mijnheer Pimpelmans, dankbaar voor zijn bevrijding, innig en hartelijk den boom stam. 62. Toen sukkelde hij langs de rivier naar huis... Den wagen zou Jodocus wel halen... Ijskoude stralen sneeuwwater vloeiden krinkelend langs zijn rugge- graat... Hoe gelukkig, dat hij thuis een lieve, zorgzame vrouw had, die hem lek kertjes in de dekens pakte en hem met z'n voeten in het warme water zette. „Om de kou er uit te jagen", zei ze. hoog. Het slot was dat tusschenkomst j van burgemeester en politie werd inge roepen en onze Zigeuner met fl werk loon kon vertrekken. De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat elders op dezelfde wijze beproefd wordt veel geld te «eischen voor betrekkelijk weinig werk, waarom het zaak is in elk geval vooraf accoord te maken over het te betalen loon. OVER DEN BODEM DER ZEE. 't Vorig jaar is door den natten herfst niet alles schoon uitgedorscht en al de achtergebleven korrels zijn nu geniemd zoodat we hier een mengsel vinden van alles en nog wat. Langs den oever staat ook hier en daar een eenzame tarwe- plant of een bos haver. Op andere plaatsen wordt 't zand vast gelegd met een dun kleilaagje, door woel- maehines soms uit 2—31/2 M. diepte op gehaald en er over gezwaaid. Ook onkruid is al present: we zagen de groote kamille met bloemen als van een margriet (kalversoog). Men had toen al 200 botanische soorten gevonden, w.o. niet te vergeten 't klein kruiskruid (ek- sjuun). En dat waar hier verleden jaar 41/2 M. water stond. We vernamen ook, hoe dat hier komt. Een praehtgelegenheid om al dat ge spuis kwijt te raken en toch doet men dat niet, want o wonde;-, men fc^èft !t ""Wie "leent"iemand in Schouwen die zee kraal verbouwt of verbouwd heeft? Geen mensch natuurlijk. En toch, als we in Schouwen een kant „oever" zien liggen, dan vinden we daar al gauw zeekraal op. Waar vandaan? Maar na een poos is de zeekraal weg. Uit dien „oever" is dan al zooveel zout weg dat de zee kraal er niet leven kan; ze ruimt 'het veld voor kruipmelde (kruipmeien) die op haar beurt ook weer door andere planten (stekels b.v.) verdrongen wordt. En zoo is aan 't onkruid te zien, hoe ver het zout al uit den grond is. Daarom heeft men in den Wieringmeerpolder on kruid noodig, of. liever men maaat er gebruik van, omdat 't een aanwijzing geeft of een perceel, met 'toog op de ont- zilting al of niet met succes in cultuur te nemen is. Op de boot vernamen we nog veel wetenswaardigheden, ook kon je er eens even je gedachten laten gaan en zoo maakten de onze, wonderlijke speling van het lot, een uitstapje naar 't Zierikzee van 30—35 jaar terug, toen 't nog zijn eigen weermacht had. 'tWas altijd een gebeurtenis als er parade was op 't Havenplein, en als er deur. Men hoorde het hek opengaan en dadelijk daarop klonk de bel van de voordeur. „Er is een politie-agent!" kwam Betje, het dienstmeisje, een oogenblik later met een verschrikt gezicht aan dienen. „Die vraagt, of hij meneer en den jongen heer spreken kan". „Wat zou dat te beteekenen hebben?" vroeg Tante van Setten, terwijl zij het handwerk vóór zich op de tafel legde. „Je hebt toch geen kattekwaad uitgevoerd, Fred?" De jongen schudde lachend het hoofd. „Neen, Tante, mijn geweten is rustig" zeide hij en hij volgde zijn Oom» die reeds op weg was naar de voordeur. In het portaal stond dezelfde politie agent, die nu bijna een week geleden Fred met den landlooper tegengeko men was. De man salueerde. „De Commissaris laat meneer en den jongenheer vragen, hem even op het bureau te komen opzoeken" zeide hij beleefd. „Weet je ook waarvoor, Agent?" vroeg meneer Van Setten. „Neen, meneer!" antwoordde hij. „Maar 't schijnt iets belangrijks te zijn, want de Commissaris laat U verzoeken vooral dadelijk te komen". Oom ien neef zagen elkaar met groote oogen aan. Geen van beiden begreep iets van dez© dringende uitnoodiging! „Wij komen dadelijk, Agent!" zei daarop meneer Van Setten. „Ik moet mijn vrouw even gaan zeggen, dat wij uitgaan". Tante's verbazing, toen zij vernam wat er aan de hand was, kende geen grenzen. dan eindelijk front gemaakt werd keek je, als je b.v. bij Concordia stond, langs een onberispelijk kromme lijn. Het liet ons ijskoud wat e** daarvoor geboomd werd, maar dan, weet je. Dan mar cheerde de krijgshaft© schaar af onder de opwekkende tonen van: „O, moeder! de pap is aangebrand! „Wel, zet ze dan gauw aan d'andere [kantl" En dan met heel de zwik door de stad; velen van die toen meeliepen, be ginnen nu al te grijzen, misschien zelfs te „kalen". In dien tijd hoorde je ook: „Wie gaat er mee naar Argentien? Daar hoeven we niet te werken. Ga je mee naar Argentien? Daar hoeven we niets te doen! O zoo! Wie slaat je de tent uit, zeiden we vroeger als ons harnachement „frisch" was. Hoe komt dat nu in den nieuwen polder te pas? Och, gedachten zijn immers tol vrij? En menigmaal valt onze aandacht ergens op door een krasse tegenstelling. Want hier is niet Argentinië, waar 't geld zoo maar in je zakken rolt, hier is „Handwerkland". 'k Heb de arbeidsvoorwaarden hier voor me; om dat echter 't personeel alleen wordt aangenomen via de Arbeidsbemid deling, is daar meer de plaats voor uitvoerige inlichtingen. Toch wil ik er iets van zeggen: Jn, den zomer wordt „in 't angenomen". Wie dus een of meer broedertjes dood heeft aan werken, of om een of andere reden de 40 ct. niet halen (kan, staat beneden 't minimum en gaat naar huis. 't Gevolg is een gemiddeld uurloon van 50—55 ct., een enkele haalt 70 ct. Reken nu zelf maar uit. Gehuwden in de ba rakken gehuisvest, krijgen een toeslag van f3.85 per week, betalen f 5.95 kost geld, ontvangt i n handen f 4 voor brood- geld en de rest wordt, desverkiezend, per giro naar moeder gezonden. Wangedrag door sterke drank of an derszins wordt gestraft met ontslag. Dus hier geen Argentinië, maar voor een flinke kerel valt er toch Wel wat te verdienen. Hij mist echter de [huise lijke gezelligheid, wat men door een gun stige verlofregeling, met reisgeld, tracht te ondervangen. Toch merkte een onzer op, dat een arbeidershuisje met één Kamertje, een lapje grond en f9 a f 10 per week velen meer zal aanlokken dan hier een tijd te leven in de volstrekte eenzaamheid van een ontginning. Ik weet 't nog zoo net niet. Is zoo'n weekloon in een gezin soms vetpot? „Ik ga mee zei ze dadelijk. En het kostte eenige moeite, haar van dit voor nemen af te brengen. De Commissaris was een man van 'n jaar of veertig, met 'n streng gezicht en 'n groote snor. „Gaat U zitten, heeren!" Zeide hij, toen Mr. Van Setten en Fred binnentra den. „Er is iets ernstigs gebeurd en er bestaat aanleiding, daarover aan dezen jongen man" (hij knikte hierbij Fred toe) „eenige vragen te stellen. Ik stel het intusschen op prijs, dat U, meneer Van Setten, daarbij tegenwoordig is. De zaak is dringend en U, als zijn voogd, kunt er belang bij hebben, van den aanvang af op de hoogte ervan te zijn". Mr. Van Setten maakte een lichte bui ging. Zijn gezicht stond nu heel ernstig en Fred verkeerde in de hoogste ver bazing. Wat had dit eenigszins plechtige begin te beduiden? De Commissaris drukte op den knop van een electrische schel, die op zijn schrijftafel stond, en dadelijk daarop kwam de Agent binnen, die 'n kleinen boerenjongen met klompen aan bij zich had. „Je künt gaan, Muller!" zeide de Commissaris; en de agent verliet onmid dellijk de kamer. „Deze jongen heeft zooeven een briefje gebracht van Bruno Bongers, die met z'n moeder aan den rand van de heide woont" zeide de Commissaris. „U zult wel weten, waar hun huisje staat, sniet waar, jongeman?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5