B IJ VOEGSEL
FEUILLETON.
liëfdi Int ié oist
behoorandt DIJ da
fsa Vrijdag 7 Aug 1031, ao 12191.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTE
RAAD TE ZIERIKZEE,
gehouden op Dinsdag 4 Augustus.
(Slot).
Dr. van der Kiüast meent, dat bij dit
van hooger hand opgelegd reglement, de
autonomie van den raad wordt aange
tast en vreemden de lakens hier gaan
uitdeelen.
De heer Panny zegt, dat ook Fabri
cage dit reglement heeft ingezien en ge-
toest aan de verschillende opmerkingen,
gemaakt door de diverse vakbonden. Ver
schillende eischen zijn niet door Fabri
cage aanvaard. Zoo ontmoette de werk
tijd van 81/2 ,uur per dag en een< 48-urige
week ernstige bedenkingen, evenals het
beëindigen van den werktijd op Zater
dagmiddag 1 uur. Dit zou tengevolge
hebben, dat de werklieden in vasten
dienst te zamen per week 84 uur min
der werkten, waardoor uitbreiding van
het personeel met 2 man niet kan uit
blijven. Uitbreiding van het aantal va-
cantiedagen acht de oommissie ook niet
noodig.
De heer Catshoek merkt op, dat, wan
neer B. en W. het reglement hadden op
gemaakt in den geest van den raad, het
hier ook wellicht bij acclamatie werd
aangenomen. Wellicht heeft men in an
dere plaatsen meer geluisterd naar de
vakbonden, dan B. en W. van Zierikzee.
Het reglement is hier niet heelemaal
nieuw, omdat reeds een werkliedenregle
ment bestaat. De heer Enzlin heeft ge
zegd, dat bij vergelijking J>ij particulieren
het gemeentepersoneel er veel beter voor
staat. Spr. acht dat niet juist. In particu
liere bedrijven in andere plaatsen zijn
wel degelijk bepalingen t. a. v. de werk
lieden gemaakt. Wanneer men in de
meeste Zeeuwsche steden verder gaat
dan hier, dan is de hier gehoorde pessi
mistische toon al te kras.
De heer de Broekert onderschrijft het!
betoog van den heer Enzlin en betoogt,
in tegenstelling met den vorigen spr.,
dat in dezen tijd ook eens gedacht moet
worden aan hen, die de belastingen mo
gen opbrengen. De. pessimistische toon
mag gehoord worden in dezen voor land
bouwers en zakenmensehen moeilijken
tijd.
De heer Versteeg merkt op, dat de
'huidige samenstelling van de Commissie
van Fabricage zoo is, dat hij er vood de
arbeiders niet veel van verwachte. (De
leden van die commissie protesteeren
tegen deze uitlating).
Den voorzitter doet het genoegen, dat
de heer Enzlin het ontwerp heeft beoor
deeld naar zijn eigen merites. Voor het
college van B. en W. was het niet ge
makkelijk een ontwerp te maken, dat
voldeed aan de eischen van de wet en
om al de ambtenaren onder bepaalde
artikelen te brengen. Bovendien kon het
reglement niet op ongunstiger tijd ko
men. Evenwel B. en W. hebben zulks
niet uitgevonden, maar zij moeten vol
doen aan den eisch, dat vóór 1 Sept.
het reglement er moet zijn. Wat 't rap
port van Fabricage betreft, het gaat niet
aan reeds te voren te zeggen, dat van
deze commissie niets te verwachten is.
Overgegaan wordt thans tot behande
ling van het ontwerp en wel hoofdstuk
voor hoofdstuk.
Bij hoofdstuk II bepleit de heer Cats
hoek invoering van een commissie voor
georganiseerd overleg, omdat men dan
kan onderzoeken wat onder de ambte
naren leeft. Zijn er grieven, dan kunnen
die door genoemde commissie onderzocht
worden.
De voorzitter antwoordt, dat bij instel
ling van een commissie voor G. O., men
in aanraking komt met verschillende ver-
eeniglngen en bonden. Gezien 't aantal
werknemers hier, acht spr. het beter,
Uit het Engelsch
van
L. G. MOBERLY.
12 Nadruk verboden,
HOOFDSTUK VI.
Olive.
„Heeft Eva mij haar geld nagelaten?
O, Paps, maar ik zou Eva's geld niet
kunnen aanraken. Alsof het zonder dat
al niet erg genoeg is, dat ze dood is!'
Olive, opgewonden en met betraande
oogen, staarde haar vader aan. Ze stond
bij hem in het kleine kamertje, zijn
„studeerkamer", het eetnige vertrek in
huis, waarin zijn vrouw hem veroor
loofd had te rooken. Hij zat aan de
schrijftafel met een officiëel uitziend
document voor zich.
„Ik begrijp je gevoelens volkomen!,
kindje", meneer Davidson sprak tegen
Olive nooit zoo aarzelend als tegen de
rest van de familie „je vindt het
natuurlijk geen prettig idéé om Eva's
geld te gebruiken. Maar ze heeft het je
nu eenmaal nagelaten; het was dus
haar wensch, dat jij het kreeg en je
zult haar wenschen toch zeker wel eer
biedigen?"
„Haar wenschen eerbiedigen? Natuur
lijk! Ik wil alles doen wat Eva ge-
wenscht'heeft. Er was toch niemand zoo!-
als zij".
direct contact met de ambtenaren te
zoeken en niet met G. O.
De heer Gerritsen ondersteunt het be
toog van dhr. Catshoek en begrijpt niet,
welke bezwaren B. en W. tegen een com
missie voor G. O. kunnen hebben.
Weth. Doeleman merkt pp, dat in groo-
te steden of bij het Rijk wellicht G. O.
wenschelijk is, maar gezien het weinige
personeel, dat men hier heeft, acht hij al
die soesah niet noodig. Spr. ziet het nut
er niet van in.
De heer Catshoek zegt, dat tal van
gemeenten G. O. hebben, ook de prov.
Zeeland en zet de werking van zoo'n
commissie nader uiteen. Wanneer even-
tueele kwesties eerst bij O. zijn geweest,
zijn ze pasklaar voor den raad.
De voorzitter vindt dit reglement beter*
dan het instellen van een commissie voor
G. O. Bovendien, wanneer een jaar met
dit reglement is gewerkt, kan men (nog
altijd wijzigingen aanbrengen.
De heer Versteeg beveelt het voorstel
van dhr. Catshoek aan. Grieven zullen er
altijd zijn en door een commissie voor
G. O. krijgt men een oplossing. In stem
ming gebracht, wordt het voorstel-Cats
hoek, tot het instellen van een commissie
voor G. O., verworpen mlét 8 tegeln 5 st.,
n.l. die der heeren Guinée, Versteeg,
Catshoek, Gerritsen en den Boer.
Verschillende kleine wijzigingen wor
den aangebracht in de hoofdstukken III
en IV.
Bij hoofdstuk V, dienst en werktijden,
art. 14, lid 7, wenscht de heer Catshoek
een toevoeging en wel dat een werk
week wordt ingevoerd van 48 uur ,en
81/2 per dag.
Weth. Doeleman wijst er op, dat men
bij vastlegging van deze bepaling 2 vaste
arbeiders meer in gemeentedienst zal
moeten nemen.^
De 'heer Panny acht het op dit pogen-
blik niet verantwoord de burgerij nog
meer lasten op te leggen en hij is in
principe tegen de voorgestelde wijziging.
De heer Catshoek merkt op, dat Fa
bricage heeft uitgemaakt dat bij aan
neming van zijn voorstel 2 menschen
meer in dienst zullen moeten worden
genomen. Dit wordt evenwel door de
arbeiders in dienst der gemeente be
twijfeld. Andere gem.-werklieden werken
uur per week en daarom zou ,spr.
willen, dat de andere werklieden de
zelfde rechten kregen. Hij olijft bij zijn
voorstel.
De heer Panny weerspreekt hetgeen
dhr. Catshoek opmerkte t.a.v. de in dienst
zijnde werklieden, dat zij in korteren
tijd de te verrichten werkzaamheden zou
den kunnen doen.
De heer Gerritsen constateert dat op
het oogen'blik 51uur in gemeentedienst
wordt gewerkt.
Het voorstel-Catshoek wordt, na in
stemming te zijn gébracht, verworpen
met 8 tegen 5 stemmen. Voor het voor
stel stemden de heeren Guinee, Versteeg,
Catshoek, Gerritsen en den Boer. -
Over het al dan niet invoeren van den
vrijen Zaterdagmiddag ontspint z:ch een
nieuwe discussie.
De heer Enzlin noemt het een 'begin
selkwestie en hij staat op het standpunt
die vrije Zaterdagmiddag niet te geven.
De heer Doeleman wil een klein fi
nancieel offer 'brengen en eenigszins ko
men in den lijn van den tijd, om den
vrijen Zaterdagmiddag in te voeren :bij
de gemeente. Bij een practische werk-
verdeeling zal de invoering van dien
vrijen middag slechts een klein finan
cieel offer vragen, al kan hij de invoe
ring van dié vrije Zaterdagmiddag over
het algemeen niet toejuichen, daar de
wereld er met niet werken niet kan
komen.
Een voorstel-Enzlin, om in art. 14 van
hoofdstuk V, de vrije Zaterdagmiddag te
schrappen, wordt verworpen met 7 tegen
6 stemmen. Tegen stemden de heeren
Timmerman, Doeleman, Guinée, Versteeg,
Catshoek, Gerritsen en den Boer.
Bij hoofdstuk VI, art. 16, wenscht de
heer Catshoek in te lasschen, dat wan
neer een ambtenaar langer dan 1 dag
een hoogere ambtenaar moet vervangen,
deze ook hetzelfde salaris ontvangt als
de afwezige hoogere ambtenaar.
„Ze was een lief meisje, een heel
lief meisje; ik kan me soms nog heelej-
maal niet indenken, dat ze al zoo vroeg
van ons weggenomen is. Maar we moeten
ons in het onvermijdelijke schikken; wij
menschen kunnen het waarom van de
dingen niet doorgronden".
„Paps, jij bent een groote schat en ik
ben dol op je omdat je alle moeilijk
heden in .het leven zoo wijsgeerig opl-
neemt". Olive kwam dichter naar haar
vader toe en legde haar arm om zijn
hals. „Ik mis Eva zoo verschrikkelijk",
barstte ze plotseling uit.
Haar 'Zin -eindigde in een snik en haar
vader trok haar op z'n knieën en lief
koosde haar, zooals hij gedaan had toen
ze nog klein was. Er was een sterke
band tusschen hem en zijn jongste doch
ter, een vriendschapsband; zonder ooit
overleg te plegen, stonden ze als bij
intuïtie altijd met z'n tweeën pal tegen
over Mevrouw Davidson, die zich nooit
eenige moeite gegeven had om haar man
en haar jongste dochter te begrijpen,
Zoomin als ze zich ooit verdiept had in
de gemoedstoestand van wie aan ook,
die anders was dan zij. Olive en haar
vader waren daardoor als vanzelf op
elkaar aangewezen en zij was de eenige
van zijn kinderen, die zoo af en toe in
zijn studeerkamer kwam, -om een ge
zellig praatje te houden.
„Ik mis Eva ook", zei hij zacht", ze
was altijd zoo aardig en attent voor
me. Maar het fieit, dat je haar mist,
hoeft geen aanleiding voor je te zijn,
om haar geld te weigeren. Integendeel,
De heer Enzlin ziet de billijkheid nier
van in, maar wenscht het voorstel te
amendeeren, door i.p.v. te lezen 1 dag,
één week.
De voorzitter ziet evenzeer de billijk
heid van dit voorstel in, maar acht net
voor een kleine gemeente als de onze
niet direct noodig en het kost boven
dien weer geld. In theorie is voor het
voorstel iets te zeggen.
De heer Gerritsen steunt het voorstel-
Catshoek uit een billijkheidsoogpunt.
Dr. v. d. Kwast zou den vervanger
van den hoogeren ambtenaar liever een
gratificatie willen geven.
Het geamendeerde voorstel-Catshoek
wordt hierop in stemming gebracht en
aangenomen met 7 tegen 6 stemmen. Te
gen stemden de heeren Timmerman, Doe
leman, Panny, Quant, van Schelven en
de Broekert.
Verder wenscht de heer Catshoek ook
het overwerk te regelen en vast te leg
gen in dit reglement.
De voorzitter adviseert, waar de over-*
werkuren geregeld zijn 'bij de verschil
lende voorschriften en instructies, niet
in .dit ontwerp op te nemen. Het voor
stel wordt verworpen, met alleen de
stemmen van de heeren Catshoek en
Versteeg voor.
Bij hoofdstuk VIII, vacantie en verlof,
stelt de heer Catshoek voor, 12 werk
dagen vacantie te geven aan het ge
meentepersoneel. Met 9 tegen 4 stem-
Inen wordt dit voorstel verworpen. Vóór
stemden de heeren Versteeg, Catshoek.
Gerritsen en den Boer.
Bij art. 21 van Hoofdstuk 8, aanspraak
in geval van ziekte, wijst de heer Ger
ritsen op de logischer Rijksregeling, waar
men onderscheid maakt tusschen perso
nen, die langer of korter in dienst zijn.
In dit ontwerp scheert men allen over
een kam.
De voorzitter is van oordeel, dat het
ontwerp aan billijke eischen voldoet; bo
vendien kan men niet alles gaan regle
menteeren.
De heer Gerritsen is het daarmede
niet eens en stelt voor vast te leggen,
dat wanneer iemand langer dan 10 jaar
in gemeentedienst is, bij ziekte 18 maan
den uitkeering te geven. Alleen de hee
ren Versteeg, Gerritsen, Catshoek en den
Boer verklaren zich hiervoor, zoodat liet
voorstel verworpen is.
Een voorstel-Catshoek, om in art. 22
vast te leggen, dat bij wijze van' proef,
de [helft voor het aantal reglementair
vastgestelde va-cantiedagen wordt onthou
den, Wordt door B. en W. overgenomen,
evenals een ander voorstel betreffende
het opleggen van straffen en het toedie
nen van berispingen.
Het reglement is hiermede afgehandeld
en het wordt, met de daarin aangebrach
te Wijzigingen, z.h.s. aangenomen en vast
gesteld.
De agenda is hiermede afgewerkt. De
voorzitter richt thans een woord van af
scheid tot ide twee led-en, die in dei nieu
we samenstelling van den raad niet zul
len terugkeeren, n.l. de heeren Enzlin
en Guinée. Zich tot den laatste richtend,
zegt -de voorzitter, dat hij' met hem ge
durende twee jaren op de méést aange
name wijze heeft samengewerkt in de
verschillende raadscommissies, vooral ook
door de vriendelijke manier van zaken
doen -en de belangstelling voor de ge
meentebelangen. Spr. dankt hem, voor
wat hij in de afgeloopen periode heeft
gedaan.
Tot den heer Enzlin zich wendend,
zegt de voorzitter, dat deze in den raad
verscheen als een vallende ster aan het
firmament. Slechts even verschenen om
dadelijk Weer onder te duiken in het
heelal.
Wij hebben, zoo vervolgt de voorzitter,
UW adviezen op prijs gesteld, en uw
helder inzicht betreffende landbouwzaken
gewaardeerd. Al is de zittingsperiode
kort geweest, zij moge voor U aange
name herinneringen hebben achtergela
ten. (Applaus).
De heer Guinée1 dankt den voorzitter
voor diens vriendelijke woorden van af
scheid. Wat hij voor de gemeente heeft
gedaan, deed hij zander eerzucht. Gedu
rende twee jaar heeft ook hij met den
kindje, ik vind dat je het gebruiken
moet lop een wijze, die zij prettig ge
vonden zou hebben.
„Paps", Olive sprak aarzelend, legde
een [hand op beide wangen van haar
vader en keek hem diep in de oogen.) „Ik
weet wat ik met Eva's geld zou willen
doen als het werkelijk aan mij gaat
hooren en ik geloof dat ik daarmee ge
heel in haar geest handel".
„Hoe wil je het dan gebruiken?" Er
kwam een teedere uitdrukking in zijn
oogen toen hij het bezielde gezichtje van
zijn dochter zag.
„Ik zou graag voor iets willen studee-
ren, dat bevoegdheid geeft voor een
maatschappelijken werkkring, speciaal op
het gebied van socialen arbeid. Ik wil
niet mijn heele leven niets doen. En zelfs
al zou ik hetgeen ik geleerd heb, nooit
in practijk behoeven te brengen, dan is
het toch altijd goed als je wat kent".
„Studeeren? Een maatschappelijken
werkkring? Sociale arbeid?", vroeg me
neer Davidson bedrukt, „bedoel je daar
mee dat je het huis uit wilt?" Er kwam
een prop in zijn keel bij het vooruit
zicht de kleine, dappere kameraad te
moeten verliezen, die hem het leven thuis
dragelijk maakte.
„Ik hoef daarom toch niet uit huis te
gaan", antwoordde ze, direct radend wat
er in haar vader omging. Er zijn immers
zooveel dingen, die ik leeren kan zonder
weg te gaan, als je me liever thuisi
houdt".
„Of ik je liever thuis houdt?" Haar
vaders arm legde zich vaster om haar
EEN K L M.-VLIEGTUIG is Dinsdagmiddag wegenmotordefect nabij het
vliegveld Waalhaven te Rotterdam van geringe hoogte neergestort en vernield.
De piloot en de mecanicien werden gewond. Een jongen, die zich in de nabij
heid van het neerstortende vliegtuig bevond, bekwam ernstige "verwondingen. De
passagiers van het vliegtnig bleven vrijwel ongedeerd.
burgemeester vriendschappelijk samenge
werkt, al was er ook wel eens verschil
van meening. Spr. dankt den secretaris
voor diens bereidwilligheid en den raad
voor zijn vriendschappelijke houding.
De heer Enzlin dankt voor de vriende
lijke afscheidswoorden en -de vriendschap
pelijke wijze, waarop de voorzitter ook
hem is tegemoet getreden. Spr. dankt
voor de ondervonden sympathie en al is
hij kort lid van dezen raad geweest,
spr. zal daaraan -de aangenaamste her
inneringen bewaren.
De heer Catshoek beeft bij de rond
vraag een klacht over werkloozen naar
voren te brengen. Veertien dagen geleden
zijn bij hem twee werkloozen gekomen,
die 'met f5,75 paar huis waren gestuurd.
Waar de raad indertijd besloot, dat taan
gezinshoofden f8,50 zou worden uitge
keerd, vraagt jspr. restitutie van het loon.
Den voorz. is 'dit geval bekend. Spre
kende over de werkeloosheidsverzorging,
zegt spr. dat deze 's zomers anders be
handeld moet Worden dan in den winter.
Zoo moet imen in den zomer ruimte
laten, dat de menschen Zelf iets kunnen
verdienen. Aan enkele werkeloozen is
gezegd, dat ze bessen konden gaan pluk
ken. Maar heel kort zijn ze daar aan
bezig geweest, want de werkgever nam
40 menschen ,uit Oosterland in zijn dienst.
De voorzitter betoogt, dat met opzet in
den zomer 3 dagen van de week de
gemeente niet helpt, om ruimte te laten
en de prikkel te laten bestaan, zelf er
wat bij te verdienen, opdat de werklust
niet heelemaal wordt uitgeschakeld.
Den heer Catshoek is dat messentrekken
ook bekend, en de werkeloozen, die dat
niet wilden, zijn f3 beboet. In de week,
dat zulks voorviel kregen de menschen
minder loon, maar de 2de week kregen
ze hetzelfde loon als in de week, waar
in de boete was toegepast. Daarin ligt
z. i. een groote onbillijkheid. Nu betaalt
de winkelier de werkeloozensteun, omdat
de menschen hoe. langer hoe meer in het
krijt komen te staan. Wanneer een ar
beider werkloos is en niet in z'n onder
houd kan voorzien, dan moet men hem
niet met een paar centen naar huis
sturen.
De heer Doeleman wijst er op, dat er
wel werk was, gezien het feit, dat 50
menschen pit Oosterland f9 per week
verdienden. Bessenplukken kan ieder en
de heer Catshoek zou goéd doen hier
heep en hij lachte zenuwachtig, méar
mijn, lieve meid", voegde hij er haastig
aan toe, „we moeten in de -eerste plaats
doen, wat het beste voor jo,u is. Als jij
er je hart op hebt gezet om iet si nuttigs
te leeren, mag ik je daarbij niet in
den weg staan. Maar ik weet niet of je
moeder...."
„Hoor eens Paps, wat ik voorstel, is
volkomen redelijk en als wij het daar
over eens zijn is dat meer dan voldoende,
vind ik. Zoo rijk ben jij toch nieft hè?"
„Zeker niet!"
„Nu, dan is er immers niets tegen dat
ik iets leer, waarmee ik, als het noodig
zou zijn, mijn brood kan verdienen!"
„Neen, natuurlijk is daar niets tegen.
Mijn zaken gaan goed, uitstekend zelfs,
maar als ik zou komen te vallen, hebben
jullie 'meisjes en je moeder niet genoeg
om op denzelfden voet te blijven leven
als nu. Daarom vind ik het een heel) ver
standig idee van je om' iets te gaan
leeren, waardoor je je nuttig kunt ma
ken en je brood kunt verdienen. Maar je
moeder zal er wel een heeleboel tegen
hebben in te brengen".
„Dat spreekt vanzelf. Ze heeft tegen
alles wat in te brengen. Behalve als ik
eens met een hertog of een graaf aan
kom, maar probeert U moeder te over
tuigen, Paps".
„Ik zal het probeeren", was het niet
zeer hoopvolle antwoord, maar ik be
twijfel of ik haar tot mijn inzicht zal
i kunnen bekeeren".
1 Deze veronderstelling bleek juist, want
Mevrouw Davidson verzette zich met
eens te zeggen, dat de menschen moeten
trachten in de eerste plaats zelf den kost
te verdienen en in de tweede plaats te
komen om steun bij de gemeente. De heer
Catshoek moet er ook eens op wijzen,
dat er ook plichten zijn en de menschen
verplicht zijn voor hun gezin te zorgen.
Krachten om bessen te plukken heeft
ieder. Oosterland heeft f450 verdiend en
Zierikzee zou het cadeau moeten geven.
Spr. meent, dat niet altijd mag opgeko
men worden voor krachten, die de maat
schappij bederven.
De heer Catshoek betoogt, dat door
hem hier meermalen is gezegd, dat de
menschen moeite moeten doen om werk
te krijgen. Nu moet het niet voorgesteld
worden, dat spr. zulks heelemaal zou uit
schakelen. Dit is een absolute leugen.
Wat de kwestie van het bessenplukken
betreft: 10 menschen zijn uitgenoodigd
om bessen te plukken in den tuin van
de firma Koopman. Ze zijn er heenge
gaan, maar het bessenplukken viel erg
tegen, doordat het product slecht was.
Spr. geeft toe, dat sommigen niet wilden
plukken. Van 7—9 zijn er menschen ge
weest in den tuin, maar na 9 uur moesten
ze niet meer terug komen. Spr. wijst er
op, dat het voor een volslagen arbeider
niet gewenscht is kinderwerk te laten
verrichten.
De voorzitter Wijst-op de groote moei
lijkheid van het te werk stellen. Sommi
gen zeggen: ik wil wel werken, maar
dat werk is niet voor ons.
De heer Catshoek herhaalt zijn voor
stel om aan de twee werkeloozen, als
nog f2,75 uit te keenen.
De voorzitter acht het niet verstandig
dergelijke part. dingen aan een stemming
te onderwerpen.
Wanneer dhr. Catshoek de verzekering
gegeven wordt, dat de 2 'bedoelde men
schen alsnog 'zullen Worden geholpen, zal
hij Zijn voorstel intrekken.
Weth. Doeleman ontraadt het voorstel
aan te nemen. Het wordt verworpen met
alleen de stemmen van de heeren Cats
hoek en Versteeg voor.
Hierop volgde sluiting der vergadering.
KERKNIEUWS.
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt: Voor St:-Philipsland, O. J. v.
Rootselaar te Poortvliet.
hand -en tand tegen het plan. Een aan
nemelijke reden kon ze er echter niet
tegen aanvoeren -en Olive was zich met
groote voldoening bewust, dat de onaf
hankelijkheid, die Eva's geld haar ver
schafte, haar pad effen maakte.
„Nu, doe wat je niet laten kunt", ver
klaarde mevrouw Davidson bits, na hef
tige en vruchtelooze discussie, „het is
nutteloos om met twee zulke stijfkoppen
als je vader en jou te redeneeren. Tk
hoop alleen maar, dat deze dwaze stap,
je nooit berouwen zult. Ik wasch mijn
handen in onschuld!"
Dat was zoo haar gewone stopwoord,
wanneer ze merkte dat in den strijd
met echtgenoot en jongste dochter, een
nederlaag onvermijdelijk was.
„Enfin", zei Olive, toen ze met haar
vader nog eens napraatte over de hou
ding van haar moeder, „het is nu een
maal -niet anders, ik geloof niet, dat
er één -onderwerp bestaat, waarover moe
der en ik het eens zijn. Goddank is
Toby altijd dezelfde meening toegedaan
als U en ik".
„Toby?" vroeg meneer Davidson ver
wonderd, „is dat Denis Hardcastle? Och,
och, in mijn jonge jaren waagde een
meisje het (niet zoo gauw -een jongen bij
een dergelijk fbijnaampje te noemen".
En bijna (ontsteld keek hij zijn dochter
aan, die haar uiterste best deed om haar
evenwicht te bewaren op de leuning van
Zijn stoel, haar geliefkoosde plaatsje,
waarop ze zich ook voor dit vertrouwe
lijk gesprek had neergezet.
(Wordt vervolgi)t