PUROL
TWEEDE BLAD
Doorzitten
Stukloopen
Zonnebrand
Smetten
NI VHDERUNDSCHE Mi
t% MLIMTIEH a 1097.
BINNENLAND.
Uit Stad en Provlnoie.
FEUILLETON.
Het Huis van dan Graaf.
behoorende DIJ dl
In doozen van 30-60'90ct.Tube 80ct,
Verkrijgbaar bij Apoth.en Drogisten.
vi* Vrijdag 3 Juli 1931, «o. 12176
voor belaste Waarden,
's-QRAVENHAOE.
met Jaariljksche altloting.
Verkrijgbaar bij alle Kassiers
HET MIDDENSTANDSCONGRES.
Sombere klanken deed de voorzitter
van den Koninklijke Nederlandsche Mid
denstandsbond, de heer Ed, G. Sehür-
mann, in het begin van zijn openingsrede
voor het 28ste Nationaal Middenstands
congres te Zandvoort hooren. In plaats
van verbetering te brengen, heeft het
afgeloopen jaar den toestand nog slech
ter gemaakt, aldus oordeelde hhij. Alle
groepen der bevolking lijden onder de
situatie van het oogenblik. Zoowel de
werkgever als de werknemer, zoowel de
industrieel, de middenstander als de
landbouwer, zoowel de belastingbetaler
als de fiscus. Doch tevens: alle middelen
om uit deze crisis te geraken, zijn mis
lukt. Deze mislukking, zoo vervolgde de
heer Schürmann, is een mislukking der
collectiviteit!
Men heeft door nivelleering getracht
den toestand te verbeteren, en heeft}
daarin gefaald. Indien men nu eens
trachtte wat meer aandacht te schenken
aan het individueele kunnen, ien de be
lemmeringen weg te nemen, waardoor
het individu door eigen kracht, door
eigen ontwikkeling kan vooruit komen?
Ons land is groot geworden in de rij
der mogendheden door de energie door
voorgaande geslachten op elk gebied ont
wikkeld.
Er moet gebroken worden met de zie
kelijke gewoonte der laatste jaren om
steeds op den staat te leunen, om aldoor
meer 'bescherming en subsidie te vragen,
alsoi de staat over onuitputtelijke hulp
bronnen te beschikken had. Men heeft
de laatste jaren geleefd in een maat
schappij, waarin de een alle lasten op
den ander wilde afwentelen. Wil men
den wagen weer in het goede spoor
brengen, dan zal daarvoor slechts één
middel zijn. Dat middel is arbeid!
Om vooruit te komen, zal er moe
ten gewerkt worden door een ieder naar
mate van zijn krachten.
Hoover's boodschap aan de Europee-
sche mogendheden heeft plotseling de
wereld wakker geschud, het vertrouwen
doen terugkeeren en de toekomst hel
derder gemaakt; de hoop op herstel doen
herleven. Maar deze herleving zal moe
ten komen door inspanning van aller
krachten, door een einde te maken aan
den klassenstrijd, door het vormen van
een nationale eenheid. In deze actie zal
den middenstander een zware taak wach
ten, zal veel worden gevergd van zijn
energie. Hij zal dit gaarne doen, met de
wetenschap, dat hij niet alleen arbeidt
voor zichzelf en zijn gezin, doch voor
de verhooging van de volkswelvaart.
ZIERIKZEE. We ontvingen het verslag
van de vereeniging „Wijkverpleging" over
liet jaar 1930, waaraan het volgende is
ontleend: In het jaar 1930 namen de
plannen om de vereeniging om te zetten
in een afdeeling van „Het Groene Kruis",
een vasten vorm aan. Op een algemeene
vergadering, op 31 October 1930, werd
een en ander door de leden goedgekeurd
en werden de statuten en huishoudelijk
reglement dienovereenkomstig gewijzigd.
Door bijzondere omstandigheden ontstond
vertraging bij het aanvragen van de Kon.
goedkeuring op deze statutenwijziging
waardoor ook met een intensieve propa
ganda tot uitbreiding van het ledental
der afdeeling nog niet kon worden be-
gonnen. Het bestuur hoopt echter in de
eerstvolgende maanden deze zaak krach
tig ter hand te nemen.
In 1930 bedroegen de ontvangsten:
Contributiën f750,50; bijdrage stad f500;
subs, t.b.c.ver. f750; verpleeggelden f313,
coupons f276,36; totaal f2589,86. De uit
gaven bedroegen: salarissen f 1865,89; be
lasting, assurantie f63,62; rente-zegels
f31,20; onderhoud gebouw f 157,85; div.
rekeningen f95,94; waterleiding 122,73.
Totaal f2237,23.
De wijkzuster bracht 4002 bezoeken
voor de wijkverpleging en 545 voor de
vereeniging tot bestrijding der tubercu
lose.
Ten behoeve van het Gemeentemu
seum werd geschonken door den heer
Joh.s Corbeel: een oud wafelijzer; door
mej. A. Kesteloo: een oude zilveren le
pel; door den heer J. C. Cannoo: een
herinneringsmedalje van de citadel van
Antwerpen, December 1832, benevens nog
eenige oude geldstukjes. Aangekocht
werd een arreslede, eind 18e eeuw.
Een paar op doek geschilderde en op
raampjes gespannen afbeeldingen van
een in aanbouw zijnd schip, werden
eenigszins gerestaureerd. Deze schilder
stukjes zijn afkomstig van het in 1798
opgeheven Scheepstimmerliedengilde en
werden waarschijnlijk gebezigd om bij
begrafenissen van gildebroeders op de
pelle of baarkleed gehangen te worden.
Het op deze ia»fbeeldingen haast uitge-
wischte opschrift bleek bij onderzoek te
zijn geweest: „Adriaen Jansse Kaekelaer
als deken 1595".
HAAMSTEDE. In 't gemeentehuis, waar
ten teeken van rouw alle vensters gesle
ten waren, kwam Dinsdagavond j.I. de
Gemeenteraad in voltallige vergadering
bijeen. Bij de opening stonden de leden!
van hun zetels op, waarna weth. A. Blom1,
waarnemend burgemeester de volgende
woorden tot het richtte:
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS
door G. TH. ROTMAN.
37
Naar het Engelsch.
Jack ging nu de geschiedenis vertellen
van aen dubbelen moord, het verdwenen
kind en Mary's avontuur in het bosci,
toen Grusha's stiefzuster haar voor tien
dagen een onderdak geboden had en
Grusha zelve de aanwijzingen had ge
geven, waardoor de verdwaalde weer
bij haar vriendin was teruggekeerd.
„Onze theorie zegt, dat ouwe Grusha
er meer van weet. dan ze wel wil
zeggen betreffende dat verloren kind",
besloot Jack zijn openbaringen.
„Nu wij haar maar 'eenmaal hier heb
ben, zullen we nog wel het een en an
der uitvinden", zei Hugh, die ook met
de grootste belangstelling had toegeluis
terd.
„Ik hoop tenminste, dat ze voldoende
tot bewustzijn komt, om te spreken", zei
Amy. „Op het oogenblik schijnt ze daar
nog niet toe in staat, maar ze houdt
voortdurend den blik gericht op Mary".
HOOFDSTUK XXVII.
De diensten van de verpleegster zou-
Mijne Heeren,
Een diep schokkende gebeurtenis is
oorzaak, dat ik mij verplicht gevoelde
deze spoedeischende vergadering te bét-
leggen. Als ieen donderslag klonk heden
door de gemeente de droeve mare:
„Jonkheer Lodewijk van Citters, onze
hooggeachte burgemeester is overleden".
Een telegram der familie, dat ik U voor
lees, bevestigde deze tijding. Zij heeft
ons overrompeld en gedrukt; met diep
leedwezen doe ik U mededeeling. Wat
was de heer van Citters voor ons? Een
eerlijk en edel mensch met een open
karakter en de meest vredelievende be
doelingen. Geen offer was hem te zwaar
in het belang der gemeente. Trotsch was
hij op iederen vooruitgang van 't schoone
Haamstede, toename der bevolking, uit
breiding van woningbouw, de binnenkort
te stichten lagere tuinbouwschool en niet
het minst de toenemende ontwikkeling
van „Nieuw Haamstede". Wie had kunnen
denken, dat zijn tijdelijk vertrek uit deze
gemeente op 20 Juni een afscheid voor
eeuwig zou zijn? Wat Zullen we hem
missen op ,onze vergaderingen in het
gemeentehuis, dat hem zoo lief was".
Daarna leest de secretaris het volgend
adres van rouwbeklag, dat aan de fami
lie zal verzonden worden:
„De Raad der gemeente Haamstede, in
vergadering bijeen, betuigt U zijn volle
deelneming in het groote verlies U en
onze gemeente zoo plotseling overko(-
men door het overlijden van Uw zoon,
Jhr. L. van Citters, burgemeester dezer
gemeente. Wij spreken den wensch uit,
dat U gesterkt moge worden in dit zoo
groot verlies".
Vervolgens worden enkele zaken be
sproken in verband met de aanstaande
begrafenis; besloten wordt van gemeen
tewege een krans aan de familie te zen
den als stoffelijk bewijs van genegenheid
voor het helaas te vroeg ontslapen hoofd
der gemeente. Aan belangstelling van
den Raad zal het bij deze begrafenis niet
ontbreken.
De heer Blom zegt, dat hij in een kor
ten tijdkring voor de 2e maal wordt ge
roepen als waarnemend burgemeester op
te treden. Hij doet een beroep op wet-
den in het geheel niet meer noodig zijn,
want op het donkerste uur van den
nacht, toen Mary alleen zat met de
zieke, zag zij een groote verandering
komen over het gelaat van Grusha. En
zij wist, wat deze verandering beduidde.
Met het naderen van den dood trad
het bewustzijn terug en Grusha sprak
met een stem, die nog duidelijk klonk:
„De gospodina verstaat mij toch?" be
gon zij. „Ze kent immers onze taal?"
„Ja, zeker. Je kunt gerust uitspreken;
je bent onder vrienden".
Grusha maakte het teeken des kruises
en vouwde haar vermoeide handen over
de borst.
„Ik moet spreken, want ik kan niet
sterven, eer ik gebiecht heb: Ik was het,
die Iwan Alexandrowitch gestolen heb;
het is nu al zooveel jaren geleden, dat
ik vergeten ben, hoe lang het eigenlijk is.
Maar ik was nog een kind en hij een
baby. De heilige St.-Nicolaas weet, hoe
ik gestraft werd. Het is mij nooit meer
goed gegaan, sinds dien. Mijn man is
gestorven en mijn kinderen en mijn
kleinkinderen liepen van mij weg en
maakten mijn naam bevreesd onder de
menschen. Dag en nacht werd ik door
pijnen gekweld. Ik heb honger geleden,
ben half naakt gegaan en menigmaal
heb ik kaarsen geofferd en gesmeekt om
houder Gilijamse, den secretaris en de
Raadsleden en verzoekt hun gewaardeer- f
de medewerking in 't belang der ge- j
meente; verschillende ingrijpende werk-
zaamheden toch zullen in de naaste toe
komst verricht moeten worden. De heer
Gilijamse zegt, -dat hij in zijn 16-jarig
wethouderschap steeds naar zijn beste
weten heeft getracht om de belangen
der gemeente te bevorderen. Hij zal ook
thans niet achter blijven om dhr. Blom
ter zijde te staan. Daar de voorzitter een
behandeling van zaken momenteel niet
toepasselijk acht, sluit hij onder dank
voor de opkomst de vergadering.
BURGH. Vergadering van den gemeen
teraad, gehouden op Dinsdag 30 Juni.
Aanwezig alle leden. Bij de opening doet
de voorzitter, dhr. W. G. Boot Wz.
eenige mededeelingen over de werkver
schaffing van gemeentewege sedert Janu
ari 1931. De rekening 1930 der gezond
heidscommissie, in |Ontvang en uitgaaf
resp. met f 1331,22 en f940,04, benevens
de begroeting 1932 dier commissie, in
ontvang en uitgaaf met f 1306,44, worden
goedgekeurd en een verzoek der P.Z.E.
M. om iontheffing van art. 44, sub D, van
het motor- en rijwielreglement, waar dit
noodig mocht blijken, ingewilligd. De ge
vraagde subsidie a f 10 voor restauratie
van den Plompentoren, wordt met 4 tegen
3 st. (tegen de heeren Landegent, Krijger
en Overbeeke) toegestaan. De pensioen
grondslag van den gemeente-veldwach
ter wordt nader vastgesteld. Onderwijl
komt in de Raadzaal de tijding, dat de
burgemeester van Haamstede, Jhr. L. v.
Citters, onverwachts is overleden, wat
een diepen indruk verwekt; ,op voorstel
van den voorzitter wordt m. a. st. be
sloten de familie de deelneming van den
Raad te betuigen. Van het bestuur van
den polder Burgh en Westland is mede
deeling ontvangen, dat genoemd bestuur
de in minder goeden staat verkeerende
houten brug iOver den Hamer te Burgh-
9luis zal vervangen door een betonbrug.
't Bestuur wil deze brug aanmerkelijjk
verbreeden ten gerieve van het verkeer,
mits de gemeente de helft der kosten,
die pl.m. f750 zullen bedragen, aan af
lossing en rente voor haar rekening
neemt. Daar een eventueele wejgverbree
ding mogelijk door een en ander het
gevolg kan worden, besluit de Raad op
dit voorstel in te gaan, mits enkele be
woners dezer buurt gratis daarvoor een
geringe strook grond willen afstaan. Deze
zaak zal 'dus eerst onderzocht worden.
Naar aanleiding der missieve van Ged.
Staten betreffende zekerheidsstelling voor
gedeponeerd kasgeld, wordt besloten een
afwachtende houding aan te nemen tot
het resultaat van het adres der vereeni
ging van burgemeesters en secretarissen
inzake deze kwestie bekend is. Het adres
der Oudercommissie tot verschaffing in
het middaguur van drinken gedurende
de Wintermaanden aan schoolgaande kin
deren buiten ide kom Ider gemeente,'
wordt aangehouden; eerst zullen B. ien
W. een onderzoek naar de kosten in
stellen. De geloofsbrieven der nieuw be
noemde raadsleden worden onderzocht
en tot hun toelating besloten. In de
commissie tot onderzoek der gemeente
rekening 1930 worden benoemd de 5
leden, geen wethouder zijnde; eveneens
wordt een commissie benoemd voor on
derzoek der gemeente-begnooting 1932.
Ter voteering der gelden voor het aan
gelegd ondergrondsch net a 13225, wordt
besloten een som van f 725, daartoe door
een paar ingezetenen geschonken, in
dank aanvaard, f1000 te nemen van het
goed slot 1929, f1500 van het goed slot
1930 en de kosten voor den aanleg der
straatverlichting te bestrijden uit het on
voorzien van 1931. Een begrootingswij-
ziging 1931 Wordt z.h.s. vastgesteld en
op het adres der vereeniging voor maat
schappelijk hulpbetoon, om van gemeen
tewege toe te treden als lid, afwijzend
beschikt, evenals op het verzoek om
meerdere vacantie voor de leerlingen der
openbare school. Besloten wordt tot aan
besteding van het verven der plafonds
ln genoemde school aan betrokken am
bachtslieden in de gemeente. Gezien da
25. Even later liep ook mijnheer Pim
pelmans naar de keuken. Hij stuurde Jo-
docus er op uit om den wagen te halen
en ging z'n gezicht wasschen, daar ér
nog altijd eierdooiers aan kleefden. Hij
pakte een busje uit het gootsteenkastje,
niet anders denkende, of er zat groene
zeep in. Met volle handen greep ;hij in
de lekkere, malsche „zeep", en smeerde
z'n gezicht goed in
26. Maar, o wee! Toen hij 't met wa
ter wilde afspoelen, bleek het consjs-
tentvet te zijn, dat zijn vrouw gebruiste
om den mangel te smeren. Met geen mo
gelijkheid was het vieze, dikke vet er
meer af te krijgen. Woedend zocht hij
naar een zakje schuurpoeder.... Ha! daar
Ihad hij 't al! Hij bestrooide er flink z'n
heele hoofd mee en liep wéér naar de
kraan.....
prachtige werking ider motorbrandspui-
ten, vraagt de voorzitter ot men moge
lijk nog genegen is tot aanschaffing eerier
dergelijke machine met Haamstede samen
te werken; het meerendeel van dein Raad
gevoelt daar niet voor; besloten wordt
B. en W. te machtigen de alsnog aan
wezige brandspuit in orde te doen bren
gen. Daarna sluiting.
RENESSE. Vergadering van den ge
meenteraad op Vrijdag 26 Juni. Allen
tegenwoordig. Na lezing en goedkeurinlg
der notulen worden onderzocht de ge
loofsbrieven van de op 10 Juni j.I. be
noemde leden van den raad. Tot hun
toelating wordt besloten. Aan het be
kende schrijven van het gemeentebe
stuur van Zaamslag wordt adhaesie be
tuigd. De P.Z.E.M. wordt tot wederopzeg
ging ontheffing verleend van het be
paalde bij art. 44, sub d van het motor
en Rijwielwegreglement. Het voorstel van
B. en W. om, nu aan het verlangen van
den Raad is voldaan en een evenredige
verdeeling der kosten heeft plaats ge-
gehad, 20 pCt. der jaarl. kosten van aan
te schaffen motorbrandspuit, in combi
natie met ide gemeenten Haamstede
Noordwelle en Serooskerke, voor reke
ning der gemeente te nemen, wordt m.
a. st. aangenomen. Aan de rekeningen
van het burgerlijk armbestuur en de ge
zondheidscommissie over het jaar 1930
wordt de goedkeuring gehecht. De ge
meente-begrootingen 1930 en 1931 onder
gaan eenige wijziging. De verordening
op de hondenbelasting wordt gewijzigd
in dier voege, dat, zoo vóór 1 Juli van
het belastingjaar van den houder van
een hond bericht wordt ontvangen, dat
hij niet meer als zoodanig moet worden
aangemerkt, voor de helft van den op-
gelegden aanslag ontheffing wordt ver
leend. Een tweetal ingekomen verzoe
ken om zoodanige ontheffing worden aan
gehouden, tot de vereischte goedkeuring
is verkregen. Verschillende pensioens
grondslagen worden vastgesteld. De vastr
stelling van bet ambtenarenreglement
wordt uitgesteld tot een volgende ver
gadering, daar de daarin vervatte
„Wachtgeldregeling" bij meerdere leden
bezwaar ontmoet. Daarna sluiting.
BROUWERSHAVEN. In de j.I. Vrijdag
avond gehouden vergadering van den
Raad 'dezer gemeente, waren, benevens
de burgemeester en secretaris, alle leden
tegenwoordig. Na voorlezing en vast
stelling der notulen -werden verschillende
ingekomen stukken medegedeeld en voor
kennisgeving aangenomen. Goedkeuring
werd verleend aan de rekening der Ge
zondheidscommissie dienst 1930 en be
grooting 1932. Aan de P.Z.E.M. werd
ontheffing verleend 'bedoeld in art. 54
van het Motor- en Rijwielreglement. Aan
P. K. Bokelaar werd m.a.st. vrijstelling
verleend van het betalen van schoolgeli
over het schooljaar 1930-'31, en aan C.
Ringelberg voor de betaling van erfpacht
over de jaren 1930 en '31.
Enkele aan te brengen verbeteringen
den dood; maar St.-Nicolaas wilde mij
niet laten sterven. Toen kwam de goS'
podina en begreep ik, dat mijn zonde
mij vergolden zou worden, want het was,
alsof gravin Marya herleefd voor mij
stond, en het werd mij iri een droom
geopenbaard, dat ik in leven zou blij
ven, tot ik gebiecht had. Maar ik wilde
het niet bekennen. Ik ontvluchtte haar,
want ziji is een Rusalka, als zij nieü op
aarde verkeert, als nu, in de gedaante
van een Engelsche dame. Ik heb haar
gezien op ieder Pinksterfeest en bij
iedere wijding van het water, in de bron,
dichtbij het Huis van den Graaf. Maar
tot nog toe nooit anders, dan bij die ge
legenheden. En nu heb ik haar gezien,
hier in dit huis, gekleed in haar witte
japon en met haar zoontje aan de hand.
Ik schrikte zoo geweldig, dat ik mij om
keerde en vluchtte, maar haar oogen
volgden mij. Toen verwekte zij een groo-
ten watervloed, zooals de Rusalka's dat
kunnen, als ze vertoornd zijn. Ik hoorde
het ruischen van het water in de ooren;
werd ook overgoten door den stroom
en was buiten bewustzijn, tot ik bijkwam
en de gospodina aan mijn bed zag zitten".
„Hoe werd gravin Marya een Rusal'
ka?" vroeg Mary, die voldoende bekend
was met het volksgeloof, om te weten,
dat men dit niet aannam van iemand, die
aan de woning van het hoofd der school,
zulks op voorstel van B. en W., zullen
thans nog niet worden aangebracht. In
de volgende vergadering zal hierover een
beslissing genomen worden. De rekening
voor den vleeschkeuringsdienst '30 wordt
vastgesteld in ontv. op f3942.70 en in
uitgaaf op f2799.50; saldo f 1143.20.
Dhr. Ringelberg vraagt, of nu het saldo
zoo boog is, dit geen reden kan zijn om
de keurloonen te verlagen. De voorzitter
ontraadt zulks ziende op de meerdere
uitgaven, die thans gedaan moeten wor
den en de keurloonen terugloopen. Me
dedeeling wordt gedaan van bet verslag
van den keuringsdienst. De ingezonden
rekening van bet Burgerlijk Armbestuur
over bet jaar 1930 wordt in handen ge
steld van de commissie voor rekening
onderzoek. Over de goedkeuring zal na
advies der commissie worden beslist.
De geloofsbrieven van het nieuw be
noemde raadslid O. van Nieuwenhuize,
worden na advies eener commissie van
onderzoek goedgekeurd, zoodat tot diens
toelating als raadslid wordt besloten.
Enkele wijzigingen werden aangebracht
in de gemeentebegrooting dienst 1930 en
'31. Het kohier hondenbelasting 1331
wordt vastgesteld in totaal op f J212. De
voorzitter deelt mede dat de autohouders
weinig medewerking toezegden om te
komen tot inrichting van een autowascV
plaats. De voorzitter zou het opnemen
van een bepaling in de Politieverorde
ning willen opnemen, wa8rin B. en W.
de bevoegdheid wordt toegekend, net
autowasschen op bepaalde plaatsen te
verbieden. Dhr. Vernoeff zou het op be
paalde dagen willen toestaan. Dhr. Rin
gelberg betreurt het niet-medewerken der
autohouders. Tenslotte wordt m.a.st. be
sloten het eenigen tijd aan te zien, in de
veronderstelling levende dat betrokkenen
zooveel mogelijk zullen zorgen, dat aan
omwonenden geen overlast wordt aan
gedaan. Na bespreking wordt m.a.st. be
sloten zoo noodig des zomers ook enkele
lantaarns der straatverlichting te laten
branden en desnoods in den winter bij
volle maan wat te beperken, om daar
door verhooging der kosten tegen te
gaan. Op voorstel van dhr. Priem zal
prijsopgaaf gevraagd worden voor een
houten of ijzeren modderbak, in verband
met eventueele werkverschaffing a.s. win
ter. Eveneens zal onderzocht worden of
regeeringssteun verleend zal worden voor
weidespitten door werkloozen, terwijl
tenslotte aan M. Klaasse een gratificatie
van f 10 wordt toegekend voor verstrekte
adviezen, werkzaamheden havendijk enz.
Dhr. den Boer verzoekt den Burge
meester pogingen in het werk te stellen
om te voorkomen dat de gemeenten
zwaarder belast worden door afschuiving
van de kosten van krankzinnigenverple
ging, op de gemeenten, zulks in verband
met een voorstel van Ged. Staten aan
de Prov. Staten, welk voorstel inhoudt
dat de Provincie in het vervolg slechts
V8 der kosten zou bijdragen, wat thanJ
i/4 is. Voor de gemeenten wordt dit pl.m.
vermoord was, maar alleen van iemand,
die zelfmoord heeft gepleegd.
„Ik zal u alles vertellen, als u
enkel maar de oogen van mij afwendt:
die dringen mij tot in de ziel! Ik heb ze
nu al zoo lang op mij gericht gezien. O,
Hemel, zoo lang! Gravin Marya was
krankzinnig. Zij had droomgezichten
maar hield die dan voor werkelijkheid.
En op een avond zei ze tegen Nyanya,
zóó, dat ik het hoorde, Nyanya was
mijn zuster, ofschoon zij al twintig telde,
toen ik nog een kind was „Wie is
toch de vrouw, die iederen avond met
mijn man op het terras wandelt?"
Nyanya begreep er niets van, want zij
wist, dat geen andere vrouw, dan de
gravin zelve, ooit met Alexis Berisitch
wandelde. Dien avond hield Nyanya de
wacht en ik ook, zoodat zij ons niet
zag. Marya Iwanona keek telkens door
de balkondeuren, als zij en haar man
op hun wandeling naar huis terugkeerden
en zij keek dan, of zij een vijand zag.
Nyanya zei in zichzelve en ik hoorde
het, dat de waanzinnige gravin haar
eigen beeltenis, die zij in den grooten
spiegel binnen zag, voor een levende
vrouw hield, en dit maakte haar radeloos
van jalouzie. Dien volgenden avond hield
Nyanya weer de wacht; ook had zij mij
weer meegenomen, want zij was bang.
Ze wilde niets zeggen tegen de andere
bedienden in huis, want zij had den
oudsten zoon van Alexis Borisitch lief,
dien zij Phelippe noemde. Die Phelippe
was een slecht mensch; hij verleidde mijn
zuster en zij had hem lief, zoodat zij hem
gehoorzaamde, toen hij haar zei, dat ze
haar ziel aan den Booze moest verkoo*
pen. Hij had haar ook verzocht, de gra
vin gade te slaan en ofschoon ze mij
had meegenomen, om bij de balkondeu
ren de wacht te houden, had ze mij
laten zweren bij het Heilige Beeld, dat
boven den grooten spiegel hing, dat ik
nooit zou verraden, wat ik had gezien.
En de gravin trad weer op haar echtge
noot toe, toen zij op het terras liep,
maar zij keek achterom naar de balkon
deur, die zij verlaten had, en toen
stak zij Alexis Borisitch in het hart,
dat hij viel, zonder een snik te geven.
Zij keek naar alle kanten en stak weer
met den dolk, maar ditmaal in do
lucht... Toen vluchtte zij naar de rivier,
ik hoorde een zwaren plons, het gespet
ter van water, en ik voelde, dat Nyanya
mij bij de schouders hield, met ijzeren
greep, terwijl zij fluisterde: „Ze zijn
beiden dood; enkel het kind staat mij
in den weg!" 1
- L';S r(Wordt vervolgd^