PUROL TWEEDE BLAD Doorzitten Stukloopen Zonnebrand Smetten NI VHDERUNDSCHE Mi t% MLIMTIEH a 1097. BINNENLAND. Uit Stad en Provlnoie. FEUILLETON. Het Huis van dan Graaf. behoorende DIJ dl In doozen van 30-60'90ct.Tube 80ct, Verkrijgbaar bij Apoth.en Drogisten. vi* Vrijdag 3 Juli 1931, «o. 12176 voor belaste Waarden, 's-QRAVENHAOE. met Jaariljksche altloting. Verkrijgbaar bij alle Kassiers HET MIDDENSTANDSCONGRES. Sombere klanken deed de voorzitter van den Koninklijke Nederlandsche Mid denstandsbond, de heer Ed, G. Sehür- mann, in het begin van zijn openingsrede voor het 28ste Nationaal Middenstands congres te Zandvoort hooren. In plaats van verbetering te brengen, heeft het afgeloopen jaar den toestand nog slech ter gemaakt, aldus oordeelde hhij. Alle groepen der bevolking lijden onder de situatie van het oogenblik. Zoowel de werkgever als de werknemer, zoowel de industrieel, de middenstander als de landbouwer, zoowel de belastingbetaler als de fiscus. Doch tevens: alle middelen om uit deze crisis te geraken, zijn mis lukt. Deze mislukking, zoo vervolgde de heer Schürmann, is een mislukking der collectiviteit! Men heeft door nivelleering getracht den toestand te verbeteren, en heeft} daarin gefaald. Indien men nu eens trachtte wat meer aandacht te schenken aan het individueele kunnen, ien de be lemmeringen weg te nemen, waardoor het individu door eigen kracht, door eigen ontwikkeling kan vooruit komen? Ons land is groot geworden in de rij der mogendheden door de energie door voorgaande geslachten op elk gebied ont wikkeld. Er moet gebroken worden met de zie kelijke gewoonte der laatste jaren om steeds op den staat te leunen, om aldoor meer 'bescherming en subsidie te vragen, alsoi de staat over onuitputtelijke hulp bronnen te beschikken had. Men heeft de laatste jaren geleefd in een maat schappij, waarin de een alle lasten op den ander wilde afwentelen. Wil men den wagen weer in het goede spoor brengen, dan zal daarvoor slechts één middel zijn. Dat middel is arbeid! Om vooruit te komen, zal er moe ten gewerkt worden door een ieder naar mate van zijn krachten. Hoover's boodschap aan de Europee- sche mogendheden heeft plotseling de wereld wakker geschud, het vertrouwen doen terugkeeren en de toekomst hel derder gemaakt; de hoop op herstel doen herleven. Maar deze herleving zal moe ten komen door inspanning van aller krachten, door een einde te maken aan den klassenstrijd, door het vormen van een nationale eenheid. In deze actie zal den middenstander een zware taak wach ten, zal veel worden gevergd van zijn energie. Hij zal dit gaarne doen, met de wetenschap, dat hij niet alleen arbeidt voor zichzelf en zijn gezin, doch voor de verhooging van de volkswelvaart. ZIERIKZEE. We ontvingen het verslag van de vereeniging „Wijkverpleging" over liet jaar 1930, waaraan het volgende is ontleend: In het jaar 1930 namen de plannen om de vereeniging om te zetten in een afdeeling van „Het Groene Kruis", een vasten vorm aan. Op een algemeene vergadering, op 31 October 1930, werd een en ander door de leden goedgekeurd en werden de statuten en huishoudelijk reglement dienovereenkomstig gewijzigd. Door bijzondere omstandigheden ontstond vertraging bij het aanvragen van de Kon. goedkeuring op deze statutenwijziging waardoor ook met een intensieve propa ganda tot uitbreiding van het ledental der afdeeling nog niet kon worden be- gonnen. Het bestuur hoopt echter in de eerstvolgende maanden deze zaak krach tig ter hand te nemen. In 1930 bedroegen de ontvangsten: Contributiën f750,50; bijdrage stad f500; subs, t.b.c.ver. f750; verpleeggelden f313, coupons f276,36; totaal f2589,86. De uit gaven bedroegen: salarissen f 1865,89; be lasting, assurantie f63,62; rente-zegels f31,20; onderhoud gebouw f 157,85; div. rekeningen f95,94; waterleiding 122,73. Totaal f2237,23. De wijkzuster bracht 4002 bezoeken voor de wijkverpleging en 545 voor de vereeniging tot bestrijding der tubercu lose. Ten behoeve van het Gemeentemu seum werd geschonken door den heer Joh.s Corbeel: een oud wafelijzer; door mej. A. Kesteloo: een oude zilveren le pel; door den heer J. C. Cannoo: een herinneringsmedalje van de citadel van Antwerpen, December 1832, benevens nog eenige oude geldstukjes. Aangekocht werd een arreslede, eind 18e eeuw. Een paar op doek geschilderde en op raampjes gespannen afbeeldingen van een in aanbouw zijnd schip, werden eenigszins gerestaureerd. Deze schilder stukjes zijn afkomstig van het in 1798 opgeheven Scheepstimmerliedengilde en werden waarschijnlijk gebezigd om bij begrafenissen van gildebroeders op de pelle of baarkleed gehangen te worden. Het op deze ia»fbeeldingen haast uitge- wischte opschrift bleek bij onderzoek te zijn geweest: „Adriaen Jansse Kaekelaer als deken 1595". HAAMSTEDE. In 't gemeentehuis, waar ten teeken van rouw alle vensters gesle ten waren, kwam Dinsdagavond j.I. de Gemeenteraad in voltallige vergadering bijeen. Bij de opening stonden de leden! van hun zetels op, waarna weth. A. Blom1, waarnemend burgemeester de volgende woorden tot het richtte: DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS door G. TH. ROTMAN. 37 Naar het Engelsch. Jack ging nu de geschiedenis vertellen van aen dubbelen moord, het verdwenen kind en Mary's avontuur in het bosci, toen Grusha's stiefzuster haar voor tien dagen een onderdak geboden had en Grusha zelve de aanwijzingen had ge geven, waardoor de verdwaalde weer bij haar vriendin was teruggekeerd. „Onze theorie zegt, dat ouwe Grusha er meer van weet. dan ze wel wil zeggen betreffende dat verloren kind", besloot Jack zijn openbaringen. „Nu wij haar maar 'eenmaal hier heb ben, zullen we nog wel het een en an der uitvinden", zei Hugh, die ook met de grootste belangstelling had toegeluis terd. „Ik hoop tenminste, dat ze voldoende tot bewustzijn komt, om te spreken", zei Amy. „Op het oogenblik schijnt ze daar nog niet toe in staat, maar ze houdt voortdurend den blik gericht op Mary". HOOFDSTUK XXVII. De diensten van de verpleegster zou- Mijne Heeren, Een diep schokkende gebeurtenis is oorzaak, dat ik mij verplicht gevoelde deze spoedeischende vergadering te bét- leggen. Als ieen donderslag klonk heden door de gemeente de droeve mare: „Jonkheer Lodewijk van Citters, onze hooggeachte burgemeester is overleden". Een telegram der familie, dat ik U voor lees, bevestigde deze tijding. Zij heeft ons overrompeld en gedrukt; met diep leedwezen doe ik U mededeeling. Wat was de heer van Citters voor ons? Een eerlijk en edel mensch met een open karakter en de meest vredelievende be doelingen. Geen offer was hem te zwaar in het belang der gemeente. Trotsch was hij op iederen vooruitgang van 't schoone Haamstede, toename der bevolking, uit breiding van woningbouw, de binnenkort te stichten lagere tuinbouwschool en niet het minst de toenemende ontwikkeling van „Nieuw Haamstede". Wie had kunnen denken, dat zijn tijdelijk vertrek uit deze gemeente op 20 Juni een afscheid voor eeuwig zou zijn? Wat Zullen we hem missen op ,onze vergaderingen in het gemeentehuis, dat hem zoo lief was". Daarna leest de secretaris het volgend adres van rouwbeklag, dat aan de fami lie zal verzonden worden: „De Raad der gemeente Haamstede, in vergadering bijeen, betuigt U zijn volle deelneming in het groote verlies U en onze gemeente zoo plotseling overko(- men door het overlijden van Uw zoon, Jhr. L. van Citters, burgemeester dezer gemeente. Wij spreken den wensch uit, dat U gesterkt moge worden in dit zoo groot verlies". Vervolgens worden enkele zaken be sproken in verband met de aanstaande begrafenis; besloten wordt van gemeen tewege een krans aan de familie te zen den als stoffelijk bewijs van genegenheid voor het helaas te vroeg ontslapen hoofd der gemeente. Aan belangstelling van den Raad zal het bij deze begrafenis niet ontbreken. De heer Blom zegt, dat hij in een kor ten tijdkring voor de 2e maal wordt ge roepen als waarnemend burgemeester op te treden. Hij doet een beroep op wet- den in het geheel niet meer noodig zijn, want op het donkerste uur van den nacht, toen Mary alleen zat met de zieke, zag zij een groote verandering komen over het gelaat van Grusha. En zij wist, wat deze verandering beduidde. Met het naderen van den dood trad het bewustzijn terug en Grusha sprak met een stem, die nog duidelijk klonk: „De gospodina verstaat mij toch?" be gon zij. „Ze kent immers onze taal?" „Ja, zeker. Je kunt gerust uitspreken; je bent onder vrienden". Grusha maakte het teeken des kruises en vouwde haar vermoeide handen over de borst. „Ik moet spreken, want ik kan niet sterven, eer ik gebiecht heb: Ik was het, die Iwan Alexandrowitch gestolen heb; het is nu al zooveel jaren geleden, dat ik vergeten ben, hoe lang het eigenlijk is. Maar ik was nog een kind en hij een baby. De heilige St.-Nicolaas weet, hoe ik gestraft werd. Het is mij nooit meer goed gegaan, sinds dien. Mijn man is gestorven en mijn kinderen en mijn kleinkinderen liepen van mij weg en maakten mijn naam bevreesd onder de menschen. Dag en nacht werd ik door pijnen gekweld. Ik heb honger geleden, ben half naakt gegaan en menigmaal heb ik kaarsen geofferd en gesmeekt om houder Gilijamse, den secretaris en de Raadsleden en verzoekt hun gewaardeer- f de medewerking in 't belang der ge- j meente; verschillende ingrijpende werk- zaamheden toch zullen in de naaste toe komst verricht moeten worden. De heer Gilijamse zegt, -dat hij in zijn 16-jarig wethouderschap steeds naar zijn beste weten heeft getracht om de belangen der gemeente te bevorderen. Hij zal ook thans niet achter blijven om dhr. Blom ter zijde te staan. Daar de voorzitter een behandeling van zaken momenteel niet toepasselijk acht, sluit hij onder dank voor de opkomst de vergadering. BURGH. Vergadering van den gemeen teraad, gehouden op Dinsdag 30 Juni. Aanwezig alle leden. Bij de opening doet de voorzitter, dhr. W. G. Boot Wz. eenige mededeelingen over de werkver schaffing van gemeentewege sedert Janu ari 1931. De rekening 1930 der gezond heidscommissie, in |Ontvang en uitgaaf resp. met f 1331,22 en f940,04, benevens de begroeting 1932 dier commissie, in ontvang en uitgaaf met f 1306,44, worden goedgekeurd en een verzoek der P.Z.E. M. om iontheffing van art. 44, sub D, van het motor- en rijwielreglement, waar dit noodig mocht blijken, ingewilligd. De ge vraagde subsidie a f 10 voor restauratie van den Plompentoren, wordt met 4 tegen 3 st. (tegen de heeren Landegent, Krijger en Overbeeke) toegestaan. De pensioen grondslag van den gemeente-veldwach ter wordt nader vastgesteld. Onderwijl komt in de Raadzaal de tijding, dat de burgemeester van Haamstede, Jhr. L. v. Citters, onverwachts is overleden, wat een diepen indruk verwekt; ,op voorstel van den voorzitter wordt m. a. st. be sloten de familie de deelneming van den Raad te betuigen. Van het bestuur van den polder Burgh en Westland is mede deeling ontvangen, dat genoemd bestuur de in minder goeden staat verkeerende houten brug iOver den Hamer te Burgh- 9luis zal vervangen door een betonbrug. 't Bestuur wil deze brug aanmerkelijjk verbreeden ten gerieve van het verkeer, mits de gemeente de helft der kosten, die pl.m. f750 zullen bedragen, aan af lossing en rente voor haar rekening neemt. Daar een eventueele wejgverbree ding mogelijk door een en ander het gevolg kan worden, besluit de Raad op dit voorstel in te gaan, mits enkele be woners dezer buurt gratis daarvoor een geringe strook grond willen afstaan. Deze zaak zal 'dus eerst onderzocht worden. Naar aanleiding der missieve van Ged. Staten betreffende zekerheidsstelling voor gedeponeerd kasgeld, wordt besloten een afwachtende houding aan te nemen tot het resultaat van het adres der vereeni ging van burgemeesters en secretarissen inzake deze kwestie bekend is. Het adres der Oudercommissie tot verschaffing in het middaguur van drinken gedurende de Wintermaanden aan schoolgaande kin deren buiten ide kom Ider gemeente,' wordt aangehouden; eerst zullen B. ien W. een onderzoek naar de kosten in stellen. De geloofsbrieven der nieuw be noemde raadsleden worden onderzocht en tot hun toelating besloten. In de commissie tot onderzoek der gemeente rekening 1930 worden benoemd de 5 leden, geen wethouder zijnde; eveneens wordt een commissie benoemd voor on derzoek der gemeente-begnooting 1932. Ter voteering der gelden voor het aan gelegd ondergrondsch net a 13225, wordt besloten een som van f 725, daartoe door een paar ingezetenen geschonken, in dank aanvaard, f1000 te nemen van het goed slot 1929, f1500 van het goed slot 1930 en de kosten voor den aanleg der straatverlichting te bestrijden uit het on voorzien van 1931. Een begrootingswij- ziging 1931 Wordt z.h.s. vastgesteld en op het adres der vereeniging voor maat schappelijk hulpbetoon, om van gemeen tewege toe te treden als lid, afwijzend beschikt, evenals op het verzoek om meerdere vacantie voor de leerlingen der openbare school. Besloten wordt tot aan besteding van het verven der plafonds ln genoemde school aan betrokken am bachtslieden in de gemeente. Gezien da 25. Even later liep ook mijnheer Pim pelmans naar de keuken. Hij stuurde Jo- docus er op uit om den wagen te halen en ging z'n gezicht wasschen, daar ér nog altijd eierdooiers aan kleefden. Hij pakte een busje uit het gootsteenkastje, niet anders denkende, of er zat groene zeep in. Met volle handen greep ;hij in de lekkere, malsche „zeep", en smeerde z'n gezicht goed in 26. Maar, o wee! Toen hij 't met wa ter wilde afspoelen, bleek het consjs- tentvet te zijn, dat zijn vrouw gebruiste om den mangel te smeren. Met geen mo gelijkheid was het vieze, dikke vet er meer af te krijgen. Woedend zocht hij naar een zakje schuurpoeder.... Ha! daar Ihad hij 't al! Hij bestrooide er flink z'n heele hoofd mee en liep wéér naar de kraan..... prachtige werking ider motorbrandspui- ten, vraagt de voorzitter ot men moge lijk nog genegen is tot aanschaffing eerier dergelijke machine met Haamstede samen te werken; het meerendeel van dein Raad gevoelt daar niet voor; besloten wordt B. en W. te machtigen de alsnog aan wezige brandspuit in orde te doen bren gen. Daarna sluiting. RENESSE. Vergadering van den ge meenteraad op Vrijdag 26 Juni. Allen tegenwoordig. Na lezing en goedkeurinlg der notulen worden onderzocht de ge loofsbrieven van de op 10 Juni j.I. be noemde leden van den raad. Tot hun toelating wordt besloten. Aan het be kende schrijven van het gemeentebe stuur van Zaamslag wordt adhaesie be tuigd. De P.Z.E.M. wordt tot wederopzeg ging ontheffing verleend van het be paalde bij art. 44, sub d van het motor en Rijwielwegreglement. Het voorstel van B. en W. om, nu aan het verlangen van den Raad is voldaan en een evenredige verdeeling der kosten heeft plaats ge- gehad, 20 pCt. der jaarl. kosten van aan te schaffen motorbrandspuit, in combi natie met ide gemeenten Haamstede Noordwelle en Serooskerke, voor reke ning der gemeente te nemen, wordt m. a. st. aangenomen. Aan de rekeningen van het burgerlijk armbestuur en de ge zondheidscommissie over het jaar 1930 wordt de goedkeuring gehecht. De ge meente-begrootingen 1930 en 1931 onder gaan eenige wijziging. De verordening op de hondenbelasting wordt gewijzigd in dier voege, dat, zoo vóór 1 Juli van het belastingjaar van den houder van een hond bericht wordt ontvangen, dat hij niet meer als zoodanig moet worden aangemerkt, voor de helft van den op- gelegden aanslag ontheffing wordt ver leend. Een tweetal ingekomen verzoe ken om zoodanige ontheffing worden aan gehouden, tot de vereischte goedkeuring is verkregen. Verschillende pensioens grondslagen worden vastgesteld. De vastr stelling van bet ambtenarenreglement wordt uitgesteld tot een volgende ver gadering, daar de daarin vervatte „Wachtgeldregeling" bij meerdere leden bezwaar ontmoet. Daarna sluiting. BROUWERSHAVEN. In de j.I. Vrijdag avond gehouden vergadering van den Raad 'dezer gemeente, waren, benevens de burgemeester en secretaris, alle leden tegenwoordig. Na voorlezing en vast stelling der notulen -werden verschillende ingekomen stukken medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen. Goedkeuring werd verleend aan de rekening der Ge zondheidscommissie dienst 1930 en be grooting 1932. Aan de P.Z.E.M. werd ontheffing verleend 'bedoeld in art. 54 van het Motor- en Rijwielreglement. Aan P. K. Bokelaar werd m.a.st. vrijstelling verleend van het betalen van schoolgeli over het schooljaar 1930-'31, en aan C. Ringelberg voor de betaling van erfpacht over de jaren 1930 en '31. Enkele aan te brengen verbeteringen den dood; maar St.-Nicolaas wilde mij niet laten sterven. Toen kwam de goS' podina en begreep ik, dat mijn zonde mij vergolden zou worden, want het was, alsof gravin Marya herleefd voor mij stond, en het werd mij iri een droom geopenbaard, dat ik in leven zou blij ven, tot ik gebiecht had. Maar ik wilde het niet bekennen. Ik ontvluchtte haar, want ziji is een Rusalka, als zij nieü op aarde verkeert, als nu, in de gedaante van een Engelsche dame. Ik heb haar gezien op ieder Pinksterfeest en bij iedere wijding van het water, in de bron, dichtbij het Huis van den Graaf. Maar tot nog toe nooit anders, dan bij die ge legenheden. En nu heb ik haar gezien, hier in dit huis, gekleed in haar witte japon en met haar zoontje aan de hand. Ik schrikte zoo geweldig, dat ik mij om keerde en vluchtte, maar haar oogen volgden mij. Toen verwekte zij een groo- ten watervloed, zooals de Rusalka's dat kunnen, als ze vertoornd zijn. Ik hoorde het ruischen van het water in de ooren; werd ook overgoten door den stroom en was buiten bewustzijn, tot ik bijkwam en de gospodina aan mijn bed zag zitten". „Hoe werd gravin Marya een Rusal' ka?" vroeg Mary, die voldoende bekend was met het volksgeloof, om te weten, dat men dit niet aannam van iemand, die aan de woning van het hoofd der school, zulks op voorstel van B. en W., zullen thans nog niet worden aangebracht. In de volgende vergadering zal hierover een beslissing genomen worden. De rekening voor den vleeschkeuringsdienst '30 wordt vastgesteld in ontv. op f3942.70 en in uitgaaf op f2799.50; saldo f 1143.20. Dhr. Ringelberg vraagt, of nu het saldo zoo boog is, dit geen reden kan zijn om de keurloonen te verlagen. De voorzitter ontraadt zulks ziende op de meerdere uitgaven, die thans gedaan moeten wor den en de keurloonen terugloopen. Me dedeeling wordt gedaan van bet verslag van den keuringsdienst. De ingezonden rekening van bet Burgerlijk Armbestuur over bet jaar 1930 wordt in handen ge steld van de commissie voor rekening onderzoek. Over de goedkeuring zal na advies der commissie worden beslist. De geloofsbrieven van het nieuw be noemde raadslid O. van Nieuwenhuize, worden na advies eener commissie van onderzoek goedgekeurd, zoodat tot diens toelating als raadslid wordt besloten. Enkele wijzigingen werden aangebracht in de gemeentebegrooting dienst 1930 en '31. Het kohier hondenbelasting 1331 wordt vastgesteld in totaal op f J212. De voorzitter deelt mede dat de autohouders weinig medewerking toezegden om te komen tot inrichting van een autowascV plaats. De voorzitter zou het opnemen van een bepaling in de Politieverorde ning willen opnemen, wa8rin B. en W. de bevoegdheid wordt toegekend, net autowasschen op bepaalde plaatsen te verbieden. Dhr. Vernoeff zou het op be paalde dagen willen toestaan. Dhr. Rin gelberg betreurt het niet-medewerken der autohouders. Tenslotte wordt m.a.st. be sloten het eenigen tijd aan te zien, in de veronderstelling levende dat betrokkenen zooveel mogelijk zullen zorgen, dat aan omwonenden geen overlast wordt aan gedaan. Na bespreking wordt m.a.st. be sloten zoo noodig des zomers ook enkele lantaarns der straatverlichting te laten branden en desnoods in den winter bij volle maan wat te beperken, om daar door verhooging der kosten tegen te gaan. Op voorstel van dhr. Priem zal prijsopgaaf gevraagd worden voor een houten of ijzeren modderbak, in verband met eventueele werkverschaffing a.s. win ter. Eveneens zal onderzocht worden of regeeringssteun verleend zal worden voor weidespitten door werkloozen, terwijl tenslotte aan M. Klaasse een gratificatie van f 10 wordt toegekend voor verstrekte adviezen, werkzaamheden havendijk enz. Dhr. den Boer verzoekt den Burge meester pogingen in het werk te stellen om te voorkomen dat de gemeenten zwaarder belast worden door afschuiving van de kosten van krankzinnigenverple ging, op de gemeenten, zulks in verband met een voorstel van Ged. Staten aan de Prov. Staten, welk voorstel inhoudt dat de Provincie in het vervolg slechts V8 der kosten zou bijdragen, wat thanJ i/4 is. Voor de gemeenten wordt dit pl.m. vermoord was, maar alleen van iemand, die zelfmoord heeft gepleegd. „Ik zal u alles vertellen, als u enkel maar de oogen van mij afwendt: die dringen mij tot in de ziel! Ik heb ze nu al zoo lang op mij gericht gezien. O, Hemel, zoo lang! Gravin Marya was krankzinnig. Zij had droomgezichten maar hield die dan voor werkelijkheid. En op een avond zei ze tegen Nyanya, zóó, dat ik het hoorde, Nyanya was mijn zuster, ofschoon zij al twintig telde, toen ik nog een kind was „Wie is toch de vrouw, die iederen avond met mijn man op het terras wandelt?" Nyanya begreep er niets van, want zij wist, dat geen andere vrouw, dan de gravin zelve, ooit met Alexis Berisitch wandelde. Dien avond hield Nyanya de wacht en ik ook, zoodat zij ons niet zag. Marya Iwanona keek telkens door de balkondeuren, als zij en haar man op hun wandeling naar huis terugkeerden en zij keek dan, of zij een vijand zag. Nyanya zei in zichzelve en ik hoorde het, dat de waanzinnige gravin haar eigen beeltenis, die zij in den grooten spiegel binnen zag, voor een levende vrouw hield, en dit maakte haar radeloos van jalouzie. Dien volgenden avond hield Nyanya weer de wacht; ook had zij mij weer meegenomen, want zij was bang. Ze wilde niets zeggen tegen de andere bedienden in huis, want zij had den oudsten zoon van Alexis Borisitch lief, dien zij Phelippe noemde. Die Phelippe was een slecht mensch; hij verleidde mijn zuster en zij had hem lief, zoodat zij hem gehoorzaamde, toen hij haar zei, dat ze haar ziel aan den Booze moest verkoo* pen. Hij had haar ook verzocht, de gra vin gade te slaan en ofschoon ze mij had meegenomen, om bij de balkondeu ren de wacht te houden, had ze mij laten zweren bij het Heilige Beeld, dat boven den grooten spiegel hing, dat ik nooit zou verraden, wat ik had gezien. En de gravin trad weer op haar echtge noot toe, toen zij op het terras liep, maar zij keek achterom naar de balkon deur, die zij verlaten had, en toen stak zij Alexis Borisitch in het hart, dat hij viel, zonder een snik te geven. Zij keek naar alle kanten en stak weer met den dolk, maar ditmaal in do lucht... Toen vluchtte zij naar de rivier, ik hoorde een zwaren plons, het gespet ter van water, en ik voelde, dat Nyanya mij bij de schouders hield, met ijzeren greep, terwijl zij fluisterde: „Ze zijn beiden dood; enkel het kind staat mij in den weg!" 1 - L';S r(Wordt vervolgd^

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5