Zitrikziesche Nieuwsbod! B IJ VOEGSEL Uit Stad en Provinoie. FEUILLETON. Het Huis van den Graaf. behooranda bl] da vin Vrijdag 12 Juni 1931, no. 12167. ZIERIKZEE. Met ingang van 1 Aug. wordt aan dc Inspectie der Directe Be lastingen, Invoerrechten en Accijnzen al hier gedetacheerd de heer J. N. v. d. Ben, surnumerair der Directe Belastin gen, Invoerrechten en Accijnzen van de Directie Utrecht. DREISCHOR. Vergadering van den ge meenteraad op Woensdag 10 Juni. Voor zitter de burgemeester. Aanwezig alle leden. Als de voorzitter na lezing der notulen van de vergadering van 13 Maart j.l., aan de agenda wil beginnen, vraagt weth. van Langeraad het woord. Deze spreekt zijn verwondering uit over het ontvangen van een convocatiebiljet voor een raadsvergadering, daar er stukken ter behandeling liggen, waarvan de wet houders geheel onkundig zijn. Spr. wijst in dit verband op enkele artikelen der gemeentewet en zegt, dat de wethouders in strijd hiermede, niet behoorlijk voor- ri'i -TTTmrr-m*" "wat er behandeld zal worden. Z. i. mag de raad nu geen enkel besluit nemen. Zou dit wel geschieden dan zouden de wethouders zich tot Ged. Staten wenden, om dezen te wijzen op de ongeldigheid van 'de eventueel geno men besluiten. De heer der Weduwen en Weth. Doeleman sluiten zich bij den vorigen spr. aan en zeggen, dat er meer malen op dergelijke dingen gewezen is. De laatste geeft den voorzitter in over weging de vergadering op te schorten en de punten eerst in B. en W. te behande len. Na nog eenige discussie, waarbij de voorzitter opmerkt, dat hem er nooit in dergelijken vorm op gewezen is, hoewel iets dergelijks wel vaker voorgekomen is, sluit deze hierop de vergadering. OOSTERLAND. Dezer dagen is alhier een Mondharmonica-vereeniging opgericht met aanvankelijk 27 leden. De vereeniging draagt den naam van „Onderling Kunst genot". Het bestuur bestaat uit de heeren C. v. d. Berge Az., C. Capelle Machz., A. Kesteloo, S. M. de Jonge. Bij verschillen de ingezetenen zijn giften ontvangen voor aankoop van instrumenten, zoodat spoe dig met de repetitie's kan worden be gonnen. Dat de vereeniging, welke voor het taeerendeel door jeugdige personen is bezet, door ernstige studie en volhar ding, ons in de toekomst van onderling kunstgenot idoor concerten enz. kan laten mee genieten I ONDERWIJS, NOORDWELLE. De voordracht voor hoofd der o.l. school alhier luidt als volgt: 1. M. J. v. 't Hof te Kats; 2. W. F. Carrière te Lutten (Overijsel); 3. D. v. Santen te Vreeland (Utrecht). VERGADERING VAN DEN GEMEENTE RAAD TE ZIERIKZEE, op Dinsdag 10 Junides nam. 2 uur Voorzitter, de burgemeester. Aanwezig 12 leden, 1 vacature. Na vaststelling der notulen komt aan de orde de beëediginft van fttt in de vacature-L. Koopman be noemde raadslid, de heer J. Enzlin, welke in de vorige raadsvergadering als zoo danig is toegelaten. Nadat de heer Enzlin de beide, door de wet vereischte eeden heeft afgelegd, wenscht de voorzitter hem namens den raad geluk met zijn inlijving in het raadscollege, hoewel hij er zijn spijt over uitdrukt, dat zijn zittingsperi ode niet van langen duur Zal zijn, ver zekerd als hij is, dat de heer Enzlini de weinige zittingen met toewijding en enthousiasme zal volgen, te meer om dat spr. persoonlijke herinneringen aan dezen heeft uit den tijd dat hij moest ingewijd worden in de moeilijkheden van het landbouwvraagstuk. Spr. hoopte, dat de raad met genoegen op den zittingstijd van den heer Enzlin zal kunnen terug zien, omdat de nieuw benoemde van gan- scher harte zijn vraagstukken heeft ge volgd. (Applaus). De heer Enzlin zegt het te betreuren, dat zijn vrij zwakke ge zondheidstoestand hem niet toelaat, zich voor de volgende verkiezing beschikbaar te stellen, daar hij het op prijs had gesteld in moeilijke tijden de belangen van ZierikZee, zijn geboortestad, te mogen mede helpen behartigen. In de enkele zittingen, welke hij zal bijwonen, hoopt hij zijn plicht uit te oefenen en bij voor baat roept hij de welwillendheid in van zijn medeleden. (Applaus). Tot de ingekomen stukken behoort o. m. een verzoek van de P.Z.E.M., om in enkele buitengewone gevallen palen met vrachtauto's te mogen vervoeren. Tot wederopzeggens wordt dit toegestaan. De rekening van het burgerl. armbestuur over 1930 wordt in handen gesteld van een commissie, bestaande uit de heeren Ger ritsen, Guinée en v. d. Kwast. Een ver zoek van het R.-K. kerkbestuur om 1259,74 te willen betalen voor aansluiting aan de Waterleiding, blijkt reeds te zijn toege staan. Dan is aan de orde de verkiezing van een wethouder in de vacature-L. Koopman. Na gehouden stemming blijken 10 stemmen te zijn uitgebracht op den heer L. Doeleman, 1 op iden heer J. Cats- hoek en 2 blanco. De heer Doeleman is dus gekozen en neemt ide benoeming aan. De voorzitter acht het een aangename taak den heer Doeleman namens den raad geluk te wenschen met zijn be noeming en memoreert met enkele har telijke woorden diens ambtsvoorganger, welke met onnavolgbare toewijding en groote kennis van zaken de gemeente, zoowel in den raad als in breederen kring, heeft gediend. Ook namens weth. Timmerman heet de voorzitter den heer Doeleman hartelijk welkom in 't college van B. en W., waarvan deze, naar spre kers overtuiging een zeer gewaardeerd medelid zal zijn, daar hij hem als raads lid heeft leeren kennen als een actief en beraden iemand met goede en welover-* wogen denkbeelden en groote toewijding voor de gemeente, waaraan juist in deze moeilijke tijden in het college van B. en W. behoefte bestaat. (Applaus). De heer Doeleman betuigt den voor zitter dank voor zijn prettige woorden en verklaart, evenals in zijn functie van raadslid, zijn krachten zooveel moge lijk te 'zullen geven in het belang van de gemeente. Spreker dankt voorts de raadsleden voor het vertrouwen, hem ge schonken, hetwelk hij hoopt, niet te zullen beschamen. (Applaus). Vervolgens worden de rekeningen der 3 bewaarscholen, na enkele kleine opmer kingen der betrokken commissie, vastge steld, zooals we dit reeds in ons voor- loopig verslag vermeldden. Bij punt 6 der agenda, „Vaststelling Ambtenarenreglement", houdt de voorz'. eerst een vrij uitvoerige beschouwing over deze kwestie. Spr. wijst er op, dat het niet Zoo gemakkelijk is de bestaande tegenstelling tusschen arbeider en ambte naar dadelijk te overbruggen en herinnert er aan, dat er langzamerhand op het gebied van het ambtenarenrecht, naast het in 1922 verschenen rapport der com missie Dresselhuysverschillende voor schriften en regelen zijn verschenen waarin, als het mogelijk was, eenheid gebracht diende te worden. Nu er tenslotte een leiddraad is ver schenen zijn B. en W. in staat een regle ment aan te bieden dat voor 1 Septem ber a.s. moet zijn vastgesteld. B. en W. hebben getracht zooveel mogelijk voor schriften van andere gemeenten te Krij gen en tevens contact gekregen met ver schillende bonden van personeel in over heidsdienst, welke bonden ook ontwer pen inzonden, die naar hun meening de beste oplossing gaven. B. en W. meen den dat hier een eenvoudige regeling het beste zou zijn, daar bovendien de tijden niet geschikt zijn om zware finan- cieele lasten op te leggen als deze niet noodzakelijk zijn. Spr. gaat daarna over tot het naar voren brengen van enkele ingrijpende wijzigingen welke het nieuwe reglement inhoudt. De heer de Broekert zou gaarne ver nemen welke financieele consekwenties dit nieuwe reglement met zich mede brengt, daar hij geen cijfers hoorde ver noemen. Spr. zou 't verder zeer gewenscht achten dat de vaststelling werd uitge steld tot de volgende vergadering, daar de tijd tekort is geweest' om zich goed in deze materie in te werken. De voorzitter kan zich dit laatste in denken, doch z.i. blijft het (al zouden Ged. Staten uitstel geven) een moeilijk vraagstuk voor de raadsleden. De heer Panny is het eens met den heer de Broekert. Ook hij is van mee 32 Naar het EngelscH. Het pad, dat naar het water leidde, Was met zand bestrooid en nauwelijks hadden de Engelschen hun plaatsen in genomen, of de processie begon. Allen, die er aan deelnamen, waren zoo bont mogelijk uitgedost en dan volgden de geestelijken, met een half dozijn banie ren, een grooten, rood-pluchen Bijbel en een verguld kruis. Wladimir, de koet sier van Jack Huish, was de drager van dit laatste. Dan volgde de priester; de helderheid van diens kleeding liet veel te wenschen over, maar met zijn langen grijzen baard en zijn ernstige oogen was hij toch een indrukwekkende ver schijning. Allen sloegen een kruis en de priester vulde een schaal vol water, sprak er den «egen over uit en sprenkelde den inhoud over de menigte. Daarna werd een litanie gezongen en trachtte ieder van 'de deelnemers aan de processie een bloem te bemachtigen van het soort bal- dakijntje, daar vlak bij, door de Engel schen immers zoo ruim voorzien. Binnen ning dat hier een beetje te vlug ge werkt is moeten worden en adviseert, aan elk der raadsleden een exemplaar toe te zenden, opdat deze in de ge legenheid zullen zijn een goed oordeel te vellen. Bovendien is de nieuwe wet houder ook nog niet in staat geweest zich er goed van op de hoogte te stellen. De voorzitter acht dit laatste argu ment zeer juist en heeft er geen 'be zwaar tegen ieder lid een exemplaar te geven en in een volgende raadszitting deze kwestie te behandelen. De heer Catshoek acht dit nieuwe reglement een groote verbetering boven het oude. Wat het uitstel van behande ling betreft, hoopt spr. dat, wanneer er van andere zijde ook eens op uitstel wordt aangedrongen spr. herinnert hier aan de kwestie van de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten hieraan ook eens gevolg wordt ge geven. Verder meent spr. te weten dat bij het overleg met de verschillende or ganisaties toegezegd is dat zij, zoodra een concept-regelement zou zijn samen gesteld, de gelegenheid zouden krijgen na kennisname ervan eventueele op- of aan merkingen bij B. en W. naar voren te brengen en hij hoopt dat B. en W. hieraan gevolg zullen geven. De voorzitter zegt dat hem van een dergelijke belofte niets bekend is. Advies der organisaties was voldoende, doch hij wil wel in B. en W. voorstellen een concept te geven. De heer Gerritsen zou de ontvangen ontwerpen gaarne ter visie zien liggen, hetgeen de voorzitter toezegt. De heer Catshoek houdt vol dat de toezegging aan de organisaties gedaan is, hetgeen de voorzitter ontkent. Wel de toekomstige wijzigingen wer den hun toegezegd en zij namen daar mee genoegen. De heer Catshoek meent dat het pre ventieve oordeel der organisaties moei lijkheden kan voorkomen. De heer Gerritsen steunt den heer Catshoek, vooral ook omdat hier georga niseerd overleg uitgesloten is. Over even tueele aanmerkingen van die zijde kun nen de raadsleden dan allen hun oor deel geven. De voorzitter zegt dat B. en W. geen bezwaar hebben tegen rondzending aan de vakorganisaties en het reglement zul len laten drukken. Hiermede is deze kwestie afgehandeld en volgt het punt „Comptabiliteitsbeslui- ten". De voorzitter benoemt hiertoe een Commissie, bestaande uit de heeren de Broekert, Enzlin en Catshoek en de ver gadering wordt eenigen tijd geschorst. Na heropening brengt de heer de Broe kert rapport uit. De Commissie adviseert het besluit goed te keuren, doch maaKt de opmerking dat de post van f 540 voor meerwerk bij de vernieuwing van de fundeering van de kaaimüur aan het Luitje bij goede controle niet zal voor komen. De heer Panny licht een en ander toe. Na de peiling is de toestand ter Iplaatse verergerd, zoodat men meer beton heeft moeten storten. De voorzitter zegt dat hem voorspeld is idat het werk niet mee zal vallen daar de kaaimuur scheuren vertoont en het moeilijk is precies af te mikken. De heer Enzlin zou het wenschelijk achten, dat, wanneer bij dergelijke wer ken eenige afwijking van het oorspron kelijke plan noodig is, welk een ver hoogde uitgave vordert, de raad hierin wordt gekend opdat men niet voor ver-^ rassingen komt te staan, hetgeen voor de Commissie voor Fabricage gemakke lijker en voor den Gemeentebouwmeester beter is. De heer Panny noemt deze kwestie een uitzonderingsgeval. In alle andere gevallen acht ook hij het noodig dat de raad op de hoogte is. De heer Catshoek wijst er op dat in den winter de wind meestal Oost is, en lage eb vaak voorKomt. Bij derge lijke werken moet men daarmede reke ning houden en waar de aannemer ge- ruimen tijd heeft laten verloopen is de muur meer uitgegraven, en de gemeente is zoodoende de dupe van de nalatigheid van den aannemer. De heer Panny zegt dat den aanne mer niets verweten kan worden, daar het werk 1 October klaar moest zijn. Met de opmerking van den voorzitter dat .men uit deze zaak een leering kan DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS door G. TH. ROTMAN. 19. Hopla! Daar vlogen Grauwtjes acTi- terpooten omhoog en met een welge- mikten slag trof hij mijnheer Pimpel mans precies tegen zijn welgevormde buikje. De arme man duikelde achter over en kwam boven op de mand met eieren terecht. Dieper en dieper zaKte hij weg in de kleverige brei. Met de koekjes er doorheen, werd het zoo een pacht van een omelet. 20. Kreunend, zijn broek van achteren stijf als een plank, klauterde mijnheer Pimpelmans van den wagen. Hij spande den ezel uit en, zijn wagen in den steek latende, wandelde hij met den ezel ach ter zich aan den weg npar Epscheuten op, terwijl de eierdooiers achter hem op den weg neerdropen. Na een kwartiertje kwam hij juffrouw Klarenbink, de eieren- koopvrouw, tegen. trekken is deze kwestie afgedaan en keurt de raad vervolgens goed een wij- ziging in het besluit tot aanwijzing van een deskundige voor opneming van Kas en boeken van den gemeente-ontvanger. Alvorens over te gaan tot het punt „Verpachting van vissöherijperceelen", vergadert de raad eerst eenigen tijd in comité-generaal. Na heropening wordt besloten de perceelen te verpachten aan ge'br. Schot te Zierikzee en den heer Lindenbergh te Wemeldinge. De agenda is hiermede afgehandeld. (Wordt vervolg 1). PROV. STATEN VAN ZEELAND. Ged. Staten wijzen er op, dat art. 125 der Ambtenarenwet o. a. voorschrijft, dat polder- en waterschapsbesturen een reglec ment voor de ambtenaren moeten hebben. Ged. Staten zijn van meening, dat het samenstellen daarvan niet geheel aan die besturen, met uitzondering van den pol der Walcheren en het Waterschap Schou wen, die onder een bijzonder reglement werken, kan worden overgelaten, doch dat anderzijds ook de regeling niet ge heel door de provincie moet worden voor geschreven. Zij wenschen in deze den middenweg te bewandelen en ontwierpen een reglement van 30 artikelen, waarin o. a. bepaald wordt, dat schorsing en ontslag alleen kan plaats hebben nadjat de betrokkene in de gelegenheid is ge weest 'Zich te verantwoorden; en dat georganiseerd overleg met de vereenigin- gen van ambtenaren moet plaats hebben. In verband met de herziening van en kele waterstaatswetten, wordt een wijzi ging .in de beroepsmogelijkheid voorge steld in het reglement van politie voor de polders of waterschappen. Gedep. Staten stellen voor, te beginnen met 1932, f 1000 subsidie te geven per jaar voor den aanleg vian proefvelden, daar zij juist in dezen tijd het groote nut erkennen, dat de landbouw in staat wordt gesteld, Zich zoo goed mogelijk te ont wikkelen. Het bestuur van den Zeeuwsehen Pol der- en Waterschapsbond heeft verzocht den termijn voor aflossing van rentelooze voorschotten voor verbetering van z.g.n. tertiaire wegen, welke termijn reeds van 20 op 30 jaar is gebracht, thans te be palen op 40 jaar. De hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat rapporteert, da,t tot nu toe nimmer is gebleken, dat de termijn een bezwaar is en dat vooral ook van het nieuwe wegmateriaal moeilijk een levensduur is te bepalen. Ged. Staten stellen dan ook voor afwijzend op dit verzoek te beschikken. Ten slotte stellen Ged. Staten nog voor den termijn voor het geven van een bij slag van f 3 voor eiken overtocht die de R.T. M. thans meer doet op de lijn Zijpe—Anna-Jacobapolder, te verlengen, tot een geheel nieuwe regeling volgens de voorstellen van de commissie-van Rijckevorsel wordt ingevoerd. vijf minuten was dit geheel leeg en die een bloem bemachtigd hadden, zouden ze trachten te bewaren, tot het volgend jaar de plechtigheid weer plaats had. In de opgewondenheid van dit voor haar zoo nieuwe schouwspel, had Mary in het geheel niet meer aan oude Grusha gedacht, tot het zien van haar kleinzoon haar weer aan zijn grootmoeder herin nerde. Eerst toen de menigte terugtrok, werd Grusha zichtbaar. Ze zat op een steen aan de rivier, met de kin in de hand r ustend, en de oogen op het stroo- mend water gericht. Ze had geen moeite gedaan, om een bloem te bemachtigen; oud en zwak als zij was, had zij daartoe toch geen kans gezien. En niemand gaf haar ook een bloem; ze wist, dat zij geschuwd werd; het eenige wat zij doen kon, was dus, zich zoo gauw mogelijk in de eenzaamheid terug trekken. „Ik moet haar eens even gaan toe spreken", zei Mary. „Kijk, ze schijnt al aanstalten te maken, om te gaan, en zóó zou ze toch nog ontsnapt zijn. Als ik nu heelemaal terugga naar den voor kant van het huis, kom ik zeker te laat! Ik idenk, dat ik maar van den muur afspring!" „Dat zal je toch wel laten, Mary!*' zei Amy Huish. „Want, als 't je al „zonder kleerscheuren" lukte, zou je im mers midden in de brandnetels sprin gen!" ,Nu, dan maar omloopen", gaf Mary toe. „Houd jij haar dan in het oog, Margot?" „Met genoegen. Als ik maar niet met je mee hoef te gaan, want ik kan niet zeggen, dat ik nu zoo bijzonder op de oude heks gesteld ben". In hoeverre deze bewaking nu door gevoerd werd, toen Mary uit het hek trad, was Grusha verdwenen.... Waar heen ze was gegaan, wist echter geen mensch! „Had ik 't maar geweten", zei Marfa, „dat u Grusha hadt willen zien, dan zou ik haar wel opgehouden hebben, tot de gespodina kwam. Ja zeker, ik ik heb haar gezien, maar ik heb niet tegen haar gesproken; ik moest immers mijn aandac' t bepalen bij de gebeden niet waar? Heeft Wladimir tegen zijn grootmoeder gesproken? Neen, dat zou hij niet durven en ook géén van de overige dorpelingen.Ze heeft niet eens een kruis geslagen, of getracht een drup pel wijwater op te vangen, of een bloem te krijgen. Maar, als ik haar een vól genden keer zie, zal ik haar ophouden. Ze vertoont zich nu zeker weer niet zoo gauw. Er moeten van het jaar niet veel paddenstoelen zijn; althans niet van VOOR DE HUISVROUW. Zomervlekken. In het warme jaargetijde (ten minste „warm" volgens den kalender), wanneer we ons veelmeer buiten in de open lucht bewegen dan gewoonlijk, kunnen er allerlei kleine on gelukjes met onze kleeding voorkomen, waarvoor het goed is een middeltje te weten. B.v.: De kinderen spelen buiten en krijgen wagensmeervlekken aan hun kleeren. Meestal zullen deze jurken en pakjes enz. waschbaar zijn. In dat geval besmeren we de wagensmeervlekken met een weinig zoete olie of boter en was- schen ze daarna in een sopje uit. Is de stof niet waschbaar (bedrukt katoen, wol, fluweel, zijde), dan wrijft men de vlekken met witte terpetijn weg. Witte jurken en dito flanellen pantalons, witte jumper- tjes, enz. komen soms leelijk met groene vlekken door liggen in het gras. Dat is niet zoo erg, als men er gauw bij is. Men kan ze dan Wegwrijven met een Watje met alcohol (eau de cologne enz.). Men moet wel bedenken, dat hoe ouder de vlekken worden, hoe moeilijker ze uit te maken zijn. Natuurlijk komen nu ook veel vruchtenvlekken in tafellaKens, servetten, jurken enz. voor. Deze maakt men ook uit met alcohol, eau de cologne en spiritus. Dikwijls krijgt men ze er ook uit, wanneer men ze dadelijk met schoon, koud water uitwascht. Men moet er evenwel goed om denken, dat men Ze nooit met zeep probeert te behandelen', omdat daardoor juist de vlek zich zou vastzetten. Is men in het bosch, dan loopt men de kans hars (van de pijn- boomen enz.) in de kleeren te krijgen. Ook deze zijn met alcohol of eau de cologne weg te krijgen. Een smakelijk zomer drank je. In den zomer, wanneer het zeer warm is, zeuren de kinderen geregeld om „water", zoo geen limonade. Men kan een uitste kend, goedkoop en zeer smakelijk drankje voor hen maken op de volgende manier. Men Wascht een 1/2' ons parelgort en doet Ze vervolgens in een pan met 2 L. koud water. Laat de gort zoo een half uur op een laag vuur zeuren. Dan van het vuur nemen en er de geraspte schil van een halve citroen en 1 eetlepel sui ker bijdoen. Vervolgens door een dunne doek in een groote kan gieten en goed koud laten worden. Een smakelijk en doeltreffend drankje om den dorst te stillen. Gestoofde slakroppen. Hier voor neemt mldn 6 a 8 f);mke kroppen sla, 21/2 d.L. kokend water met 1 maggi's bouillonblokje en ons boter. De sla- kroppen maakt men schoon en snijdt ze in stukken en schikt die in een stoofpan (een wijde, niet te diepe pan). Nu wordt er de bouillon over gegoten en de boter er tusschen verdeeld. Laat in de goed gesloten pan op een zacht vuur de sla gaar smoren (ongeveer 1 uur) nu en dan de bovenlaag met de vloeistof van den bodem bedruipende, Ten slotte brengt men Jde sla over in een verwarmde schaal, met ide vloeistof, die dan juist voldoende verkookt moet zijn om een soort sausje bij !de groente te vormen. HUISVROUW. de soort die bij de Engelschen in den smaak vallen". Of Marfa de oude nu waarlijk niet meer te zien kreeg, een feit was het, dat Mary dien heelen zomer geen ge legenheid meer had, met de oude te spreken, terwijl toch de Engelsche ko lonie zich al ging voorbereiden, tot het betrekken van haar winterkwartier in de stad. HOOFDSTUK XXIV. De Huishes hadden een mooi huis op Crestovsky, een van de ruimste eilanden in de Newa; en Mrs. Tweedie's winter verblijf was een villa daar vlak bij. Velen van de familie woonden in den onmiddellijken omtrek, terwijl anderen verkozen, in de stad zelve te wonen. Daartoe behoorden ook de Andrew Llewellyns, die een groote, sombere flat bewoonden in een der deftigste gedeel ten van St.-Petersberg. De gezondheid van Mrs. Llewellyn scheen den laatsten tijd veel verbeterd te zijn. Althans men zag haar dikwijls in haar arreslede, getrokken door een prachtig span paarden en in kostbaar bont gekleed. Dit was zulk een gewel dige omkeer in de tot nog toe Zoo hoogst- eenvoudige levenswijze van den schat rijken Andrew, dat men zich met ver bazing afvroeg, of hij nu op zijn ouden dag nog zou breken met zijn gierigheid. Toch had dit alles een zeer gewone reden: Mrs. Llewellyn wist, dat haar dochter dien winter zou komen door brengen in St.-Petersburg in haar nieuwe waardigheid van markiezin en aanstaande hertogin en zij wilde nu haar schoon zoon laten zien, dat zij ook „iemand" was. En dat zij zooveel energie toonde wèt is nu heilzamer afleiding voor een zenuwpatiënt, dan iets, wat van nog grooter belang wordt geacht, dan eigen gezondheidstoestand. Andrew Llewellyn was het geheel niet eens met dit weeldevertoon, maar het scheen, dat hij dezen winter niet vol doende geestkracht bezat, om zich te verzetten tegen Sabina's wil. Ineens, mid den in een geweldigen huiselijken twist, kon hij er het zwijgen toe doen, ter wijl hij dus wist, dat dat gelijk stond, met zich gewonnen te geven. Al meer dan eens had de butler hem na het diner in onnatuurlijk zwaren slaap gevonden en ééns had hij hem bij het Ontwaken uit zoo'n vreemden toestand herhaaldelijk hooren prevelen den naam van „Helena, Helena!" 'i (Wordt vervolgd)'

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5