Zierikzeesche Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
BINNENLAND-
Uit Stad en Provincie.
FEUILLETON.
Het Huis van den Graaf.
j dat vrouwen en kinderen konden gered
worden.
bthoorendi bi] d»
vu Vrijdag 29 Mal 1831, ao. 12161.
GULDENS VAN VOOR 1920 BUITEN DE
CIRCULATIE.
Wij herinneren eraan, dat met ingang
van 1 Juni a.s. buiten omloop zullen
worden gesteld de guldens, welke een
vroeger jaartal dragen dan 1920.
Van 1 Juni af zal niemand gehouden
zijn, rcUeze munten in betaling aan te
nemen. i
De guldens kunnen ter inwisseling wor
den aangeboden 'bij alle postkantoren,
bijpostkantoren, hulppostkantoren en post
stations en worden ook na 31 Mei nog
gedurende drie maanden dus tot en
met 31 Augustus aan dezelfde kan
toren ter inwisseling aangenomen.
Van 1 Juni af zijn alleen nog gang
baar de guldens, welke een later jaartal
dragen dan 1920. (Zie cliché).
Men denke er aan, dat deze inwisse
ling top de rijksdaalders en de halve gul
dens geen betrekking heeft.
THOLEN. In de op 22 Mei 1.1. gehou
den vergadering van Aandeelhouders der
N.V. Waterleidingmaatschappij „Tholen"
werd het Jaarverslag met Balans, Ver
lies- en Winstrekening goedgekeurd,
evenals de begrooting voor het dienst
jaar 1931.
Uitvoerige besprekingen hadden plaats
over den finantieelen toestand der Ven
nootschap, waarbij de aandeelhouders in
kennis werden gesteld met een door den
Raad van Beheer gericht schrijven aan
den jM mister van Arbeid, Nijverheid en
Handel.
De aan de beurt van aftreding zijnde
leden van den Raad van Beheer: Mr. A.
J. van der Hoeven en J. J. Polderman,
werden met algem. stemmen herkozen.
SCHERPENISSE. De kommies-dienstge-
leider P. C. Hartog, geboortig van Scher-
penisse, thans te Wellerlooi (L.), is met
ingang van 8 Juni verplaatst naar Well
als zoodanig.
Bij de gehouden schietwedstrijd van
de schietvereeniging „Prinses Juliana",
behaalde de le pr. W. Quaak; 2e pr.
G. M. 'Larooij; 3e pr. Joh. Suurland;
4e pr. M. Kloet; 5e. F. Paulusse; 6e. C.
Bevelander; 7e. C. Coomans; 8e. M. Ti-
chem; 9e. C. Kleppe; 10e. L. Andriesse;
11e pr. Gabr. Geuze; 12e pr. A. Beve
lander; 13e pr. W. Vroegop; 14e pr.
D. v. d. Werff Az.; 15e pr. D. v. d.
Werff Jz.; 16e pr. G. Bolier Cz.; 17e pr.
P. Poot; 18e pr. M. v. Gorsel; 19e pr.
P. Noordijke; 20e pr. G. Bolier Jbz.; 21e
pr. M. Suurland; 22e pr. Jo Bevelander;
23e pr. C. Bijnagte; 24e pr. J. Tichem Gz.
Bij gelegenheid van de kermis op
Maandag 2de Pinksterdag is het nogal
rumoerig geweest. Een groepje jongelui
uit Tholen kwam telkens in botsing met
jongens van Scherpenisse, waarbij ge
voelige klappen werden uitgedeeld
naar het zich liet aanzien ook het mes
heeft dienst gedaan, want men zag per
sonen met bebloede en verbonden hoof
den door de straten looperi. Een paar
personen werden opgeborgen in het ar
restantenlokaal.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTE
RAAD TE ZIERIKZEE,
gehouden op 26 Mei j.l.
Voorzitter de burgememester, de heer
J. C. A. Bannink. Alle leden zijn present;
een vacature.
Na opening volgt behandeling der in
gekomen stukken. De raad betuigt ad
hesie aan het adres van den raad van
de gemeente Smallingerland gericht aan
den voorzitter van den ministerraad en
de Tweede Kamer, waarin met klem
verzocht wordt afdoende maatregelen te
treffen, welke aan mobilisatieslachtoffers
een algeheele schadeloosstelling waarbor
gen.
De commissie voor restauratie van den
Plompen Toren vraagt f 50 subsidie van
deze gemeente.
De heer Doeleman zal niet tegen stem
men, maar spreekt er zijn bevreemding
over uit, dat net Rijk in deze wel zeer
afwijkt van de houding die hij gewoon-
- lijk aanneemt.
De heer Quant meent, dat het tijd
wordt aan allerhande zaken geen sub
sidie te geven, daar de kas der gemeente
genoeg aangesproken zal worden voor de
rioleering en werkverschaffing.
De heer Catshoek gaat met dhr. Doele
man mede. Het bevreemdt spr. nog meer
dat een commissie deze zaak ter hand
moest nemen.
De heer Gerritsen licht dit nader toe.
Het Rijk bleek alleen dan bereid tot
restauratie van den toren over te gaan,
wanneer in de streek zelf voor het be
houd van het gebouw wordt gevoeld.
De heer de Broekeri wijst op de zon
derlinge houding van het Rijk in deze.
Het Rijk is soms heelemaal niet zuinig
met geld, getuige de restauratie van het
Huis van Bewaring, waarvoor eenige ja
ren een dure stelling stond, ;die men
weer afbrak, om er naderhand weer
een nieuwe te plaatsen.
De heer Versteeg zou willen weten of
het onderzoek heeft uitgemaakt dat die
toren nog lange jaren zal blijven staan
als er eenmaal gerestaureerd is, want
wanneer dat niet het geval zou zijn,
dan is het geld dat er nu voor besteed
wordt, weggegooid.
De 'heer Gerritsen zegt, dat de heer
Hoogenboom, architect te Renesse, zulks
grondig heeft onderzocht en spr. stelt
den heer Versteeg dienaangaande gerust.
Niemand verlangt hoofdelijke stemming
en de subsidie wordt verleend.
Adhesie wordt betuigd aan het verzoek
van de bond van ver. en stichtingen,
bedoeld in art. 6 der iLandarbeiderswet
in de provincie Groningen, om verlaging
van den rentevoet van 4 o/o te krijgen
van de door het Rijk te verleenen voor
schotten.
Naar aanleiding van hel ingekomen ver
slag van de commissie, belast met liet
toezicht op het L.O., merkt de heer Ger
ritsen op, dat hierin gewezen wordt op
een sportterrein, waaraan hier groote
behoefte bestaat, maar dat er nog steeds
niet is. Hij beveelt deze kwestie ten zeer-
stle bij B. en W. aan en hoopt dat binnen
afzienbaren tijd daarover voorstellen den
raad zullen bereiken.
De voorzitter zegt, dat B. en W. ten
deze diligent zijn, maar dat het heel
moeilijk is een geschikt en goed ge
legen terrein daarvoor te krijgen. Men
heeft het oog op de weide voor het
station. Er is reeds onderhandeld met het
legaat-Dekker, maar men dient nog een
beetje te wachten.
Het bestuur der Lagere school in het
Vrije verzoekt een bedrag voor den aan
leg van de waterleiding ad f 196,36 te
mogen ontvangen. B. en W. stellen voor
dat verzoek in te willigen. Het totaal
bedrag der kosten voor de waterlei
dinginstallatie is f 3414,11.
De heer Versteeg merkt op, dat blij
kens de rekeningen, deze werken zijn
uitgevoerd door menschen van de rich
ting van den heer Timmerman. Men had
ook andere werknemers in de gelegen
heid moeten stellen naar deze werk
zaamheden in te schrijven en openbare
inschrijving toe moeten passen.
De heer Timmerman merkt op, dat wat
de vertioogde kosten betreft, aanbeste
ding niet mogelijk was, maar dat voor
de verbouwing, publiek is aanbesteed.
Tot onderzoek van de ingenomen ge
loofsbrieven van het benoemd verklaarde
raadslid de heer J. Enzlin, benoemt de
voorzitter een commissie, bestaande uit
de heeren Doeleman, de Broekert en dr.
26 Naar het Engelsch.
HOOFDSTUK XX.
„Ik zou een mooi ding; hebben ge
geven, als zoo iets niet in mijn huis
gebeurd was", zei Modbury dien vol
genden dag tot 'Lady Bobby.
Het voorval werd geheim gehouden,
maar voor zijn zuster hield Modbury
het toch niet verborgen.
Na het ontbijt had hij haar meegeno
men naar zijn heiligdom, beleefdheids
halve zijn „studeerkamer" genoemd,
ofschoon het vertrek in waarheid, dezen
naam niet verdiende, daar de graaf van
Modbury geen aanleg had voor studie,
zooals zijn oud-oom.
„Ik ben het geheel met je eens, beste
jongen", antwoordde zij. „Het was een
vervelend geval, maar toch lijkt het mij
nog maar beter, dat het Mary over
kwam, dan een van de andere meisjes".
„Waarom? Zij, die het grootste deel
van haar leven hier in huis neeft ge
woond en die gewend was, altijd met
eerbied behandeld te wordenl Dat komt,
van der Kwast, tijdens welk onderzoek
de zitting wordt geschorst en heropend
toen de commissie met haar taak gereed
was. Bij monde van den rapporteur, den
heer Doeleman, verklaarde de commissie
dat tegen toelating van het benoemde
raadslid geen bezwaren bestaan.
De heer Catshoek vraagt of het niet
de bedoeling is den benoemde nog in
deze zitting toe te laten?
De voorzitter antwoordt ontkennend,
terwijl de secretaris uiteenzet, waarom
daarmede nog even gewacht moet wor
den.
B. en W. leggen den raad over een
schrijven van C. van Westen Jz., waarin
hij verzoekt om de aan W. K. Schot
Jz. in erfpacht gegeven strook gemeente
grond, aan hem te verkoopen of in erf
pacht te geven. De Commissie van Fa
bricage adviseert aan B. en W. die grond
uit de paCht te nemen en bij den steen-
tuin te trekken. B. en W. vereenigen
zich met dat advies en stellen voor te
besluiten de erfpacht met 1 October a.s.
op te zeggen, op het verzoek van Van
Westen afwijzend te beschikken en de
grond met ingang van 1 Jan. 1932 bij
den Steentuin te trekken.
Aldus wordt besloten, nadat hierover
nog eenige discussie is gevoerd. In de
vacature-L. Koopman, wordt tot verte
genwoordiger der gemeente als afgevaar
digde naar de vergaderingen der Water-
leiding-Mpij. „Schouwen-Duiveland" door
het lot aangewezen de heer A. den Boer.
Van den heer Panny is bericht inge
komen, dat hij bedankt als lid der com
missie tot nazien der rekening van de
Bewaarschool.
De heer Catshoek vindt het jammer,
dat dit gebeurt; het moest in den raad
niet voorkomen, dat iemand om persoon
lijke reden bedankt om tegelijk met een
ander raadslid zitting in een commissie
te nemen.
De voorzitter onderschrijft zulks en
wijst als derde lid der bedoelde com
missie aan, de heer Quant, die de be
noeming aanneemt.
De voorzitter wil de openbare verga
dering schorsen voor punt 8, verpachting
visscherijperceelen en houdt daarom eerst
rondvraag.
De heer de Broekert wenscht op te
merken, dat de 3e Pinksterdag hem niet
zoo'n geschikte dag lijkt om vergadering
te houden.
De voorzitter zegt toe daarmede in
het vervolg rekening te zullen houden.
Van de heeren Tilburgh en den Dekker
is een verzoek ingekomen, het smal
strookje kreupelhout, voor de in aanbouw
zijnde woningen in de Wandeling, op te
ruimen. De commissie van Fabricage ad
viseert gunstig. Deze zaak is nog niet
bij B. en W. geweest, maar de heeren
maken geen bezwaar deze kwestie thans
af te doen.
De heer Versteeg zou het een schan
daal vinden, wanneer die strook weg
moest. Hij zal tegen het verzoek stem
men.
De heer Timmerman vindt het in dit
speciale geval niet erg. De opgaande
booimen gaan niet weg, alleen een strook
kreupelhout. De bouwers moeten de on
kosten betalen en zorgen, dat een aan
eensluitend geheel met de Wandeling
wordt verkregen.
De heer Gerritsen vindt, dat de toe
stand er nu in hooge mate ontoonbaar
uitziet. Wanneer het zoo blijft, dan zijn
de huizen onverkoopbaar.
De heer den Boer beaamt dat, en
meent, dat, wanneer de zaak opgeknapt
wordt, het Slingerbosch niet zal ontsierd
Worden.
De heer Doeleman Wenscht niet over
stag te gaan en zal zijn stem niet geven
aan het verzoek.
De heer Catshoek is van oordeel, dat
men te voren zich van de situatie had
op de hoogte dienen te stellen. Staat
men dit verzoek toe, dan komt men
wellicht ook met het verzoek om de
bewoners beter uitzicht te geven, wat
ook anderen is toegestaan. Men dient
konsekwent te zijn en vast te houden aan
wat besloten is.
De heer Gerritsen verdedigt deze aan
vraag, door o.a. op te merken dat 24
Maart de vergunning tot bouwen werd
verleend en het standpunt van den raad,
om geen stukje plantsoen op te ruimen,
eerst is ingenomen in de raadsvergade
ring van eind April.
De voorzitter zou willen adviseeren
in dit bijzondere geval de aanvrage toe
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS
door G. TH. ROTMAN.
13. Toen mijnheer Pimpelmans met z'n
nieuwerwetsche driewieler zou uitrijden,
zei z'n vrouw: „Zeg, Alex, je komt er
toch langs, breng meteen bij Van der
Kluts 'n mandje eieren mee, en bij Van
der Hoften wat selderij, wat worteltjes
en wat bloemkool. Enna...." Kortom, mijn
heer Pimpelmans moest een heele partij
boodschappen meebrengen, als hij terug
kwam.
14. En daar kwèm mijnheer Pimpel
mans met z'n mondvoorraad. Achterin
den wagen een groote mend eieren en
daaromheen opgestapeld een keur van
kostelijke groenten. Een zak koekjes, voor
bij de koffie, troonde er tusschen in
Maar nu begon de ellende. Grauwtje
weigerde op zeker oogenblik, ook maar
één stap verder te doen. „Kom suiker
mopje, kom zoete beest", zei meneer
Pimpelmans.
te staan, wat ook gebeurt, met de stem
men van de heeren van der Kwast, Doe
leman, Catshoek, Versteeg en de Broe
kert tegen.
De heer de Broekert doet mededeelin-
gen omtrent zijn onderzoek inzake de
verlichting van het Havenhoofd en daar
bij is hem gebleken, dat de kosten voor
het leveren van blauwgas de helft lager
zijn, dan Ged. Staten indertijd hebben
doen voorkomen. Waar de gemeente over
deze kwestie niet verder meer met Ged.
Staten gaat onderhandelen, verzoekt spr.
de leden van Prov. Staten deze zaak nog
eens in de Statenvergadering te bespreken.
De heer Versteeg onderschrijft het
reeds eerder gedane verzoek van zijn
medelid den heer Catshoek ,om voor deze
gemeente een bouwverbod in het leven
te roepen, opdat de Wandeling voor
verdere vernieling bewaard blijft.
De voorzitter zal zulks in overweging
nemen.
De heer de Broekert vraagt wat de
bedoeling is van B. en W. met het
Havenplein, wanneer dat in orde is? Zal
men er een parkeerplaats van maken,
voor auto's die voor korten tijd de ge
meente bezoeken? Meermalen gebeurt het
dat auto's voor de huizen staan en een
verkeersobstakel vormen.
De voorzitter meent dat zulks het Ha
venplein danig zal ontsieren. B. en W.
zullen deze kwestie nader bezien.
Hierop werd de zitting geschorst ter
bespreking van punt 8, verpachting van
visscherijperceelen. Deze kwestie is ter
nadere en verdere behandeling in handen
van B. en W. gesteld.
TAN HEINDE EN VER.
De Russische onderzeeboot IX van
de Oostzeevloot is bij een oefening in
(de Finsche Golf niet meer boven geko
men. Twee vliegtuigen, die op onder
zoek uitgegaan zijn, hebben op de ver
moedelijke plaats van het ongeluk olie
vlekken op het water gevonden. Men
heeft alle maatregelen genomen om het
schip te lichten, maar dit wordt be
moeilijkt door de diepte van het water,
die ter plaatse een 2 a 300 M. bedraagt.
Aan den oever van de Potomac
(V.S.) is een gedenkteeken onthuld van
de schipbreuk van de „Titanic" op 12
April 1912. Meer dan 20.000 Amerikaan-
sche vrouwen hadden het geld bijeenge
bracht voor dit monument, dat bedoeld
is als blijk van erkentelijkheid jegens de
mannen die hun leven opofferden, op-
De architect Pierre Chareau heeft
te Parijs zijn eerste geheel-glazen woon
huizen voltooid. Het glas is gedeeltelijk
ondoorzichtig, zoodat de huizen, die vrij
gebouwd zijn en door een tuin omgeven,
den geheelen dag van de zon profitee-
ren. Het toegepaste glas is zoogenaamd
translucentglas, dat onbreekbaar is
volgens den architect sterker dan steen
of baksteen.
Aan de kust van Noorwegen is
dezer dagen een walvisch aan land ge
bracht in welks maag een stuk amber-
grijs dat bijna 60 k.g. woog, werd ge
vonden. Voor zoover bekend zijn ifcot-
dusver nog maar twee zwaardere stuk
ken gevonden. De waarde van de vondst
wordt op 480.000 gulden geschat. Am-
bergrijs ontwikkelt zich in de spijsver
teringsorganen van den cachelot. Het
heeft de zeldzame eigenschap den geur
van ieder reukwerk blijvend te maken,
zoodat het onmisbaar is voor fabrikan
ten van parfumerieën.
Naar Reuter uit Philadelphia seint,
is op de brug over de Delaware-rivier
een vreeselijk auto-ongeluk gebeurd. Een
kleine auto met 6 inzittenden is op de
brug met een anderen auto die uit tegen
gestelde richting kwam, in botsing ge
komen. Het autotje werd geheel vernield;
de inzittenden sprongen er uit en werden
door andere aankomende auto's overre
den en gedood.
VERSCHILLENDE BERICHTEN»
ONWEER. Boven Helmond en omge
ving heeft Woensdagmorgen een vrij he
vig onweer gewoed. Te Milheeze is de
bliksem in de boerderij van den land
bouwer P. v. d. Wetering geslagen, waar
bij de landbouwer en zijn vrouw getrof
fen werden. Van de Wetering was op
slag dood, zijn vrouw geraakte bewuste
loos. De nieuw gebouwde boerderij werd
verschrikkelijk gehavend doch er jontstond
geen brand. Van de Wetering was on
geveer 30 jaar en vader van drie jeug
dige kinderen. Tijdens een hevig on
weer, dat zich boven Aalten ontlastte,
werd een 24-jarige dienstbode van den
heer (Loobeek te Barlo door den bliksem
getroffen. Men vreest voor haar leven.
Te Hoogezand is de boerderij van
A. Mulder J.Wz. door den bliksem ge
troffen en tot den grond toe afgebrand.
Een en ander 'was verzekerd. Te
Noordschans, gemeente Klundert, is de
schuur van C. v. d. P. door den bliksem
getroffen. De schuur brandde geheel af;
zeven biggen kwamen in de vlammen
om. Te Epse (Geld.) is de boerderij
van G. W. Noordkamp, mede bewoond
door de wed. Schoonewille, door den
bliksem getroffen en totaal afgebrand.
De schade wordt slechts gedeeltelijk door
verzekering gedekt. Te Harfsen is de
bliksem in de pas gebouwde boerderij
van J. Bleumink geslagen. De boerderij
is afgebrand. Verzekering dekt de schade.
Bij Winterswijk is de 14-jarige J.
Wiggers, die naar de Ambachtsschool
reed, door den bliksem van 'zijn fiets
geslagen en in deemiswekkenden toe
stand in 't ziekenhuis (opgenomen.
Tijdens het hevige onweer, dat boven
Drente woedde, werd 't 14-jarige doch
tertje van den heer J. Koolstra te Schoon
oord door den bliksem getroffen en ge
dood. In verschillende plaatsen brandden
huizen af.
Bobs, je hebt niet het flauwste ver
moeden, van wat die kerel in zijn on
beschaamdheid al durfde zeggen!"
„Was dit dan zoo erg?"
„Ja, vooral één insinuatie moet haar
zoo ergerlijk zijp voorgekomen, dat ik
niet geloof, hoe zij ooit weer een voet
op The Towers zal willen zetten. Ver
beeld je, hij durfde zoo te kennen ge
ven, hoe het onbehoorlijk was, dat zij
op de Russische grens den heelen nacht
met mij had doorgebracht, toen we thuis
kwamen, weet je wel, en er dat ongeluk
was gebeurd, vlak bij dc grens".
„Welk ongeluk? Het wordt spannend!"
„Heb ik je dat dan^ niet verteld? Ik
meende vast en zeker, dat ik er van
gesproken had. Och, het was dan ook
niet veel bijzonders: de assen van de
wielen van een van de slaapwagens wa
ren warm geloopen en zoo moesten we,
tegen middernacht, nog naar een an
deren coupé trekken, met die arme zie
kelijke Mrs. Tweedie bij ons en dan nog
al die bagage! Zoo was het natuurlijk
vreeselijk laat geworden, toen wij bij
de douanen kwamen en zoodra we in
het hótel waren, ging Mrs. Tweedie rus
ten, terwijl Mary en ik op de bagage
moesten letten. Daar het al ochtend was,
toen we met alles klaar waren, beslo
ten we, om1 een wandeling te maken
bij het opgaan van de zon. En, toen wij
terug keerden, kwamen wij dien ellen
deling van een Jacqueminot tegen. Je
ziet, het was dus zoo gewoon mogelijk,
maar iemand, die nu eenmaal kwaad wil
de tegenover Mary, kon er heel iets an
ders van maken. Arm kind! Het spijt
mij ontzettend, dat ze, feitelijk door
mijn onachtzaamheid, die beleediging
heeft moeten doorstaan".
„Maar je kon haar toch niet alleen op
het douanenkantoor laten? Ik begrijp ook
niet, waarom Jacqueminet nu zoozeer
verlangen zou, haar te beleedigen. Had
zij hem al vroeger gekend?"
„Mijn Hemel!... Ze wist van zijn bestaan
niet af, tot hij haar had willen kussen,
toen dat trein-ongeval pas had plaats
gehad en Wij aan het verwisselen van
de coupé's waren".
„Hij wilde haar kussen? Daar heb je
nog niets van gezegd!"
„Och, ja, je weet: ik kan nu een
maal niet best vertellen! Maar ik zit er
erg mee in en ik wilde wel, dat je er
mij wat bij helpen kon".
„Me dunkt, het eenige, wat je doen
kunt, is, haar je spijt betuigen, dat die
man zich toegang heeft verschaft tot je
huis".
„Dat zou dan ook voldoende zijn;
maar... hij praatte zoo iets, van dat ik
haar trouwen zou...; of de huwelijksplan
nen al vast stonden, en wat mijn zuster
wel zei van een jong meisje, dat een
heelen nacht met mij uit bleef. Jouw
naam werd zeker genoemd, omdat je
niet boog, toen Mrs. Heriot de onbe
schaamdheid had, om hem aan je voor
te stellen. Nu zie je dus de moeilijkheid,
waarin iik verkeer: of Mary moet mij
trouwen, of er Zal van haar verteld
worden, dat ik haar niet hebben wilde.
Natuurlijk heeft die Jacqueminet Mrs.
Heriot geheel op de hoogte gebracht.
Uit een paar woorden, idie wij hoorden
zeggen, begrepen Hugh en ik, waar we
Mary gisterenavond vinden konden".
„Maar, beste Cecil, waarom zou je haar
dan niet trouwen? Was dat eigenlijk
niet precies, wat je verlangde?"
„Haar trouwen? Mary trouwen?" riep
Modbury. „Daar heb ik zoomin aan
dacht, als dat ik jou zou trouwen!"
„Het spijt mij, dat je dat zeggen moet,
beste jongen, want, als dat zoo is, dan
vrees ik ook, dat je niet zoo heel mooi
tegenover haar gehandeld hebt".
Modbury sprong op en riep vervaard:
„Wat bedoel je daarmee, Bobs? Mary
en ik zijn altijd als broer en zuster ge
weest. Maar iets meer heeft er nooit
tusschen ons bestaan. Ik igeioof, dat ze
mij nog haast als een schooljongen be
schouwt, ofschoon we eigenlijk precies
van gelijken leeftijd zijn. Maar waarom
zou ik toch niet zoo mooi tegenover
haar gehandeld hebben?"
„Nu, het kan zijn, dat ik het mis heb;
maar ik had zoo den indruk gekregen,
dat je het hof maakte aan Mary. En
dit zou je niet doen, als je niet van
plan was, haar te trouwen. Als je het
onder elkaar eens bent, dan is het na
tuurlijk goed en hoef je nog niet zoo
gauw tot een huwelijk over te gaan,
want daar ben je ook nog te jong voor.
Maar je moet oppassen, dat je de men
schen niet op een dwaalspoor brengt,
of ze zullen nog zeggen, dat Mary haar
netten voor je uitzette, maar dat je je
niet wilde laten vangen. Je moet niet
vergeten, Cecil, dat je een heele „vangst"
bent!"
„Als het er zóó mee staat, dan zal
ik haar vandaag aan den dag nog vra
gen, of ze mij hebben wil. Een betere
en een knappere vrouw kan je niet ver
langen! Maar ik kan je wel vooruit zeg
gen, dat ze mij bedankt. Als ze voor
iemand voelt, dan is het voor Hugh
Llewellyn! Ze zat vreeselijk over hem
in, toen Jacqueminet gisteren zijn revol
ver te voorschijn haalde".
4 - r (Wörttt vervolgd)'