Zierikzeesche Nieuwsbode B IJ VOEGSEL BINNENLAND- Uit Stad en Provincie. FEUILLETON. Het Huis van den Graaf. j dat vrouwen en kinderen konden gered worden. bthoorendi bi] d» vu Vrijdag 29 Mal 1831, ao. 12161. GULDENS VAN VOOR 1920 BUITEN DE CIRCULATIE. Wij herinneren eraan, dat met ingang van 1 Juni a.s. buiten omloop zullen worden gesteld de guldens, welke een vroeger jaartal dragen dan 1920. Van 1 Juni af zal niemand gehouden zijn, rcUeze munten in betaling aan te nemen. i De guldens kunnen ter inwisseling wor den aangeboden 'bij alle postkantoren, bijpostkantoren, hulppostkantoren en post stations en worden ook na 31 Mei nog gedurende drie maanden dus tot en met 31 Augustus aan dezelfde kan toren ter inwisseling aangenomen. Van 1 Juni af zijn alleen nog gang baar de guldens, welke een later jaartal dragen dan 1920. (Zie cliché). Men denke er aan, dat deze inwisse ling top de rijksdaalders en de halve gul dens geen betrekking heeft. THOLEN. In de op 22 Mei 1.1. gehou den vergadering van Aandeelhouders der N.V. Waterleidingmaatschappij „Tholen" werd het Jaarverslag met Balans, Ver lies- en Winstrekening goedgekeurd, evenals de begrooting voor het dienst jaar 1931. Uitvoerige besprekingen hadden plaats over den finantieelen toestand der Ven nootschap, waarbij de aandeelhouders in kennis werden gesteld met een door den Raad van Beheer gericht schrijven aan den jM mister van Arbeid, Nijverheid en Handel. De aan de beurt van aftreding zijnde leden van den Raad van Beheer: Mr. A. J. van der Hoeven en J. J. Polderman, werden met algem. stemmen herkozen. SCHERPENISSE. De kommies-dienstge- leider P. C. Hartog, geboortig van Scher- penisse, thans te Wellerlooi (L.), is met ingang van 8 Juni verplaatst naar Well als zoodanig. Bij de gehouden schietwedstrijd van de schietvereeniging „Prinses Juliana", behaalde de le pr. W. Quaak; 2e pr. G. M. 'Larooij; 3e pr. Joh. Suurland; 4e pr. M. Kloet; 5e. F. Paulusse; 6e. C. Bevelander; 7e. C. Coomans; 8e. M. Ti- chem; 9e. C. Kleppe; 10e. L. Andriesse; 11e pr. Gabr. Geuze; 12e pr. A. Beve lander; 13e pr. W. Vroegop; 14e pr. D. v. d. Werff Az.; 15e pr. D. v. d. Werff Jz.; 16e pr. G. Bolier Cz.; 17e pr. P. Poot; 18e pr. M. v. Gorsel; 19e pr. P. Noordijke; 20e pr. G. Bolier Jbz.; 21e pr. M. Suurland; 22e pr. Jo Bevelander; 23e pr. C. Bijnagte; 24e pr. J. Tichem Gz. Bij gelegenheid van de kermis op Maandag 2de Pinksterdag is het nogal rumoerig geweest. Een groepje jongelui uit Tholen kwam telkens in botsing met jongens van Scherpenisse, waarbij ge voelige klappen werden uitgedeeld naar het zich liet aanzien ook het mes heeft dienst gedaan, want men zag per sonen met bebloede en verbonden hoof den door de straten looperi. Een paar personen werden opgeborgen in het ar restantenlokaal. VERGADERING VAN DEN GEMEENTE RAAD TE ZIERIKZEE, gehouden op 26 Mei j.l. Voorzitter de burgememester, de heer J. C. A. Bannink. Alle leden zijn present; een vacature. Na opening volgt behandeling der in gekomen stukken. De raad betuigt ad hesie aan het adres van den raad van de gemeente Smallingerland gericht aan den voorzitter van den ministerraad en de Tweede Kamer, waarin met klem verzocht wordt afdoende maatregelen te treffen, welke aan mobilisatieslachtoffers een algeheele schadeloosstelling waarbor gen. De commissie voor restauratie van den Plompen Toren vraagt f 50 subsidie van deze gemeente. De heer Doeleman zal niet tegen stem men, maar spreekt er zijn bevreemding over uit, dat net Rijk in deze wel zeer afwijkt van de houding die hij gewoon- - lijk aanneemt. De heer Quant meent, dat het tijd wordt aan allerhande zaken geen sub sidie te geven, daar de kas der gemeente genoeg aangesproken zal worden voor de rioleering en werkverschaffing. De heer Catshoek gaat met dhr. Doele man mede. Het bevreemdt spr. nog meer dat een commissie deze zaak ter hand moest nemen. De heer Gerritsen licht dit nader toe. Het Rijk bleek alleen dan bereid tot restauratie van den toren over te gaan, wanneer in de streek zelf voor het be houd van het gebouw wordt gevoeld. De heer de Broekeri wijst op de zon derlinge houding van het Rijk in deze. Het Rijk is soms heelemaal niet zuinig met geld, getuige de restauratie van het Huis van Bewaring, waarvoor eenige ja ren een dure stelling stond, ;die men weer afbrak, om er naderhand weer een nieuwe te plaatsen. De heer Versteeg zou willen weten of het onderzoek heeft uitgemaakt dat die toren nog lange jaren zal blijven staan als er eenmaal gerestaureerd is, want wanneer dat niet het geval zou zijn, dan is het geld dat er nu voor besteed wordt, weggegooid. De 'heer Gerritsen zegt, dat de heer Hoogenboom, architect te Renesse, zulks grondig heeft onderzocht en spr. stelt den heer Versteeg dienaangaande gerust. Niemand verlangt hoofdelijke stemming en de subsidie wordt verleend. Adhesie wordt betuigd aan het verzoek van de bond van ver. en stichtingen, bedoeld in art. 6 der iLandarbeiderswet in de provincie Groningen, om verlaging van den rentevoet van 4 o/o te krijgen van de door het Rijk te verleenen voor schotten. Naar aanleiding van hel ingekomen ver slag van de commissie, belast met liet toezicht op het L.O., merkt de heer Ger ritsen op, dat hierin gewezen wordt op een sportterrein, waaraan hier groote behoefte bestaat, maar dat er nog steeds niet is. Hij beveelt deze kwestie ten zeer- stle bij B. en W. aan en hoopt dat binnen afzienbaren tijd daarover voorstellen den raad zullen bereiken. De voorzitter zegt, dat B. en W. ten deze diligent zijn, maar dat het heel moeilijk is een geschikt en goed ge legen terrein daarvoor te krijgen. Men heeft het oog op de weide voor het station. Er is reeds onderhandeld met het legaat-Dekker, maar men dient nog een beetje te wachten. Het bestuur der Lagere school in het Vrije verzoekt een bedrag voor den aan leg van de waterleiding ad f 196,36 te mogen ontvangen. B. en W. stellen voor dat verzoek in te willigen. Het totaal bedrag der kosten voor de waterlei dinginstallatie is f 3414,11. De heer Versteeg merkt op, dat blij kens de rekeningen, deze werken zijn uitgevoerd door menschen van de rich ting van den heer Timmerman. Men had ook andere werknemers in de gelegen heid moeten stellen naar deze werk zaamheden in te schrijven en openbare inschrijving toe moeten passen. De heer Timmerman merkt op, dat wat de vertioogde kosten betreft, aanbeste ding niet mogelijk was, maar dat voor de verbouwing, publiek is aanbesteed. Tot onderzoek van de ingenomen ge loofsbrieven van het benoemd verklaarde raadslid de heer J. Enzlin, benoemt de voorzitter een commissie, bestaande uit de heeren Doeleman, de Broekert en dr. 26 Naar het Engelsch. HOOFDSTUK XX. „Ik zou een mooi ding; hebben ge geven, als zoo iets niet in mijn huis gebeurd was", zei Modbury dien vol genden dag tot 'Lady Bobby. Het voorval werd geheim gehouden, maar voor zijn zuster hield Modbury het toch niet verborgen. Na het ontbijt had hij haar meegeno men naar zijn heiligdom, beleefdheids halve zijn „studeerkamer" genoemd, ofschoon het vertrek in waarheid, dezen naam niet verdiende, daar de graaf van Modbury geen aanleg had voor studie, zooals zijn oud-oom. „Ik ben het geheel met je eens, beste jongen", antwoordde zij. „Het was een vervelend geval, maar toch lijkt het mij nog maar beter, dat het Mary over kwam, dan een van de andere meisjes". „Waarom? Zij, die het grootste deel van haar leven hier in huis neeft ge woond en die gewend was, altijd met eerbied behandeld te wordenl Dat komt, van der Kwast, tijdens welk onderzoek de zitting wordt geschorst en heropend toen de commissie met haar taak gereed was. Bij monde van den rapporteur, den heer Doeleman, verklaarde de commissie dat tegen toelating van het benoemde raadslid geen bezwaren bestaan. De heer Catshoek vraagt of het niet de bedoeling is den benoemde nog in deze zitting toe te laten? De voorzitter antwoordt ontkennend, terwijl de secretaris uiteenzet, waarom daarmede nog even gewacht moet wor den. B. en W. leggen den raad over een schrijven van C. van Westen Jz., waarin hij verzoekt om de aan W. K. Schot Jz. in erfpacht gegeven strook gemeente grond, aan hem te verkoopen of in erf pacht te geven. De Commissie van Fa bricage adviseert aan B. en W. die grond uit de paCht te nemen en bij den steen- tuin te trekken. B. en W. vereenigen zich met dat advies en stellen voor te besluiten de erfpacht met 1 October a.s. op te zeggen, op het verzoek van Van Westen afwijzend te beschikken en de grond met ingang van 1 Jan. 1932 bij den Steentuin te trekken. Aldus wordt besloten, nadat hierover nog eenige discussie is gevoerd. In de vacature-L. Koopman, wordt tot verte genwoordiger der gemeente als afgevaar digde naar de vergaderingen der Water- leiding-Mpij. „Schouwen-Duiveland" door het lot aangewezen de heer A. den Boer. Van den heer Panny is bericht inge komen, dat hij bedankt als lid der com missie tot nazien der rekening van de Bewaarschool. De heer Catshoek vindt het jammer, dat dit gebeurt; het moest in den raad niet voorkomen, dat iemand om persoon lijke reden bedankt om tegelijk met een ander raadslid zitting in een commissie te nemen. De voorzitter onderschrijft zulks en wijst als derde lid der bedoelde com missie aan, de heer Quant, die de be noeming aanneemt. De voorzitter wil de openbare verga dering schorsen voor punt 8, verpachting visscherijperceelen en houdt daarom eerst rondvraag. De heer de Broekert wenscht op te merken, dat de 3e Pinksterdag hem niet zoo'n geschikte dag lijkt om vergadering te houden. De voorzitter zegt toe daarmede in het vervolg rekening te zullen houden. Van de heeren Tilburgh en den Dekker is een verzoek ingekomen, het smal strookje kreupelhout, voor de in aanbouw zijnde woningen in de Wandeling, op te ruimen. De commissie van Fabricage ad viseert gunstig. Deze zaak is nog niet bij B. en W. geweest, maar de heeren maken geen bezwaar deze kwestie thans af te doen. De heer Versteeg zou het een schan daal vinden, wanneer die strook weg moest. Hij zal tegen het verzoek stem men. De heer Timmerman vindt het in dit speciale geval niet erg. De opgaande booimen gaan niet weg, alleen een strook kreupelhout. De bouwers moeten de on kosten betalen en zorgen, dat een aan eensluitend geheel met de Wandeling wordt verkregen. De heer Gerritsen vindt, dat de toe stand er nu in hooge mate ontoonbaar uitziet. Wanneer het zoo blijft, dan zijn de huizen onverkoopbaar. De heer den Boer beaamt dat, en meent, dat, wanneer de zaak opgeknapt wordt, het Slingerbosch niet zal ontsierd Worden. De heer Doeleman Wenscht niet over stag te gaan en zal zijn stem niet geven aan het verzoek. De heer Catshoek is van oordeel, dat men te voren zich van de situatie had op de hoogte dienen te stellen. Staat men dit verzoek toe, dan komt men wellicht ook met het verzoek om de bewoners beter uitzicht te geven, wat ook anderen is toegestaan. Men dient konsekwent te zijn en vast te houden aan wat besloten is. De heer Gerritsen verdedigt deze aan vraag, door o.a. op te merken dat 24 Maart de vergunning tot bouwen werd verleend en het standpunt van den raad, om geen stukje plantsoen op te ruimen, eerst is ingenomen in de raadsvergade ring van eind April. De voorzitter zou willen adviseeren in dit bijzondere geval de aanvrage toe DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS door G. TH. ROTMAN. 13. Toen mijnheer Pimpelmans met z'n nieuwerwetsche driewieler zou uitrijden, zei z'n vrouw: „Zeg, Alex, je komt er toch langs, breng meteen bij Van der Kluts 'n mandje eieren mee, en bij Van der Hoften wat selderij, wat worteltjes en wat bloemkool. Enna...." Kortom, mijn heer Pimpelmans moest een heele partij boodschappen meebrengen, als hij terug kwam. 14. En daar kwèm mijnheer Pimpel mans met z'n mondvoorraad. Achterin den wagen een groote mend eieren en daaromheen opgestapeld een keur van kostelijke groenten. Een zak koekjes, voor bij de koffie, troonde er tusschen in Maar nu begon de ellende. Grauwtje weigerde op zeker oogenblik, ook maar één stap verder te doen. „Kom suiker mopje, kom zoete beest", zei meneer Pimpelmans. te staan, wat ook gebeurt, met de stem men van de heeren van der Kwast, Doe leman, Catshoek, Versteeg en de Broe kert tegen. De heer de Broekert doet mededeelin- gen omtrent zijn onderzoek inzake de verlichting van het Havenhoofd en daar bij is hem gebleken, dat de kosten voor het leveren van blauwgas de helft lager zijn, dan Ged. Staten indertijd hebben doen voorkomen. Waar de gemeente over deze kwestie niet verder meer met Ged. Staten gaat onderhandelen, verzoekt spr. de leden van Prov. Staten deze zaak nog eens in de Statenvergadering te bespreken. De heer Versteeg onderschrijft het reeds eerder gedane verzoek van zijn medelid den heer Catshoek ,om voor deze gemeente een bouwverbod in het leven te roepen, opdat de Wandeling voor verdere vernieling bewaard blijft. De voorzitter zal zulks in overweging nemen. De heer de Broekert vraagt wat de bedoeling is van B. en W. met het Havenplein, wanneer dat in orde is? Zal men er een parkeerplaats van maken, voor auto's die voor korten tijd de ge meente bezoeken? Meermalen gebeurt het dat auto's voor de huizen staan en een verkeersobstakel vormen. De voorzitter meent dat zulks het Ha venplein danig zal ontsieren. B. en W. zullen deze kwestie nader bezien. Hierop werd de zitting geschorst ter bespreking van punt 8, verpachting van visscherijperceelen. Deze kwestie is ter nadere en verdere behandeling in handen van B. en W. gesteld. TAN HEINDE EN VER. De Russische onderzeeboot IX van de Oostzeevloot is bij een oefening in (de Finsche Golf niet meer boven geko men. Twee vliegtuigen, die op onder zoek uitgegaan zijn, hebben op de ver moedelijke plaats van het ongeluk olie vlekken op het water gevonden. Men heeft alle maatregelen genomen om het schip te lichten, maar dit wordt be moeilijkt door de diepte van het water, die ter plaatse een 2 a 300 M. bedraagt. Aan den oever van de Potomac (V.S.) is een gedenkteeken onthuld van de schipbreuk van de „Titanic" op 12 April 1912. Meer dan 20.000 Amerikaan- sche vrouwen hadden het geld bijeenge bracht voor dit monument, dat bedoeld is als blijk van erkentelijkheid jegens de mannen die hun leven opofferden, op- De architect Pierre Chareau heeft te Parijs zijn eerste geheel-glazen woon huizen voltooid. Het glas is gedeeltelijk ondoorzichtig, zoodat de huizen, die vrij gebouwd zijn en door een tuin omgeven, den geheelen dag van de zon profitee- ren. Het toegepaste glas is zoogenaamd translucentglas, dat onbreekbaar is volgens den architect sterker dan steen of baksteen. Aan de kust van Noorwegen is dezer dagen een walvisch aan land ge bracht in welks maag een stuk amber- grijs dat bijna 60 k.g. woog, werd ge vonden. Voor zoover bekend zijn ifcot- dusver nog maar twee zwaardere stuk ken gevonden. De waarde van de vondst wordt op 480.000 gulden geschat. Am- bergrijs ontwikkelt zich in de spijsver teringsorganen van den cachelot. Het heeft de zeldzame eigenschap den geur van ieder reukwerk blijvend te maken, zoodat het onmisbaar is voor fabrikan ten van parfumerieën. Naar Reuter uit Philadelphia seint, is op de brug over de Delaware-rivier een vreeselijk auto-ongeluk gebeurd. Een kleine auto met 6 inzittenden is op de brug met een anderen auto die uit tegen gestelde richting kwam, in botsing ge komen. Het autotje werd geheel vernield; de inzittenden sprongen er uit en werden door andere aankomende auto's overre den en gedood. VERSCHILLENDE BERICHTEN» ONWEER. Boven Helmond en omge ving heeft Woensdagmorgen een vrij he vig onweer gewoed. Te Milheeze is de bliksem in de boerderij van den land bouwer P. v. d. Wetering geslagen, waar bij de landbouwer en zijn vrouw getrof fen werden. Van de Wetering was op slag dood, zijn vrouw geraakte bewuste loos. De nieuw gebouwde boerderij werd verschrikkelijk gehavend doch er jontstond geen brand. Van de Wetering was on geveer 30 jaar en vader van drie jeug dige kinderen. Tijdens een hevig on weer, dat zich boven Aalten ontlastte, werd een 24-jarige dienstbode van den heer (Loobeek te Barlo door den bliksem getroffen. Men vreest voor haar leven. Te Hoogezand is de boerderij van A. Mulder J.Wz. door den bliksem ge troffen en tot den grond toe afgebrand. Een en ander 'was verzekerd. Te Noordschans, gemeente Klundert, is de schuur van C. v. d. P. door den bliksem getroffen. De schuur brandde geheel af; zeven biggen kwamen in de vlammen om. Te Epse (Geld.) is de boerderij van G. W. Noordkamp, mede bewoond door de wed. Schoonewille, door den bliksem getroffen en totaal afgebrand. De schade wordt slechts gedeeltelijk door verzekering gedekt. Te Harfsen is de bliksem in de pas gebouwde boerderij van J. Bleumink geslagen. De boerderij is afgebrand. Verzekering dekt de schade. Bij Winterswijk is de 14-jarige J. Wiggers, die naar de Ambachtsschool reed, door den bliksem van 'zijn fiets geslagen en in deemiswekkenden toe stand in 't ziekenhuis (opgenomen. Tijdens het hevige onweer, dat boven Drente woedde, werd 't 14-jarige doch tertje van den heer J. Koolstra te Schoon oord door den bliksem getroffen en ge dood. In verschillende plaatsen brandden huizen af. Bobs, je hebt niet het flauwste ver moeden, van wat die kerel in zijn on beschaamdheid al durfde zeggen!" „Was dit dan zoo erg?" „Ja, vooral één insinuatie moet haar zoo ergerlijk zijp voorgekomen, dat ik niet geloof, hoe zij ooit weer een voet op The Towers zal willen zetten. Ver beeld je, hij durfde zoo te kennen ge ven, hoe het onbehoorlijk was, dat zij op de Russische grens den heelen nacht met mij had doorgebracht, toen we thuis kwamen, weet je wel, en er dat ongeluk was gebeurd, vlak bij dc grens". „Welk ongeluk? Het wordt spannend!" „Heb ik je dat dan^ niet verteld? Ik meende vast en zeker, dat ik er van gesproken had. Och, het was dan ook niet veel bijzonders: de assen van de wielen van een van de slaapwagens wa ren warm geloopen en zoo moesten we, tegen middernacht, nog naar een an deren coupé trekken, met die arme zie kelijke Mrs. Tweedie bij ons en dan nog al die bagage! Zoo was het natuurlijk vreeselijk laat geworden, toen wij bij de douanen kwamen en zoodra we in het hótel waren, ging Mrs. Tweedie rus ten, terwijl Mary en ik op de bagage moesten letten. Daar het al ochtend was, toen we met alles klaar waren, beslo ten we, om1 een wandeling te maken bij het opgaan van de zon. En, toen wij terug keerden, kwamen wij dien ellen deling van een Jacqueminot tegen. Je ziet, het was dus zoo gewoon mogelijk, maar iemand, die nu eenmaal kwaad wil de tegenover Mary, kon er heel iets an ders van maken. Arm kind! Het spijt mij ontzettend, dat ze, feitelijk door mijn onachtzaamheid, die beleediging heeft moeten doorstaan". „Maar je kon haar toch niet alleen op het douanenkantoor laten? Ik begrijp ook niet, waarom Jacqueminet nu zoozeer verlangen zou, haar te beleedigen. Had zij hem al vroeger gekend?" „Mijn Hemel!... Ze wist van zijn bestaan niet af, tot hij haar had willen kussen, toen dat trein-ongeval pas had plaats gehad en Wij aan het verwisselen van de coupé's waren". „Hij wilde haar kussen? Daar heb je nog niets van gezegd!" „Och, ja, je weet: ik kan nu een maal niet best vertellen! Maar ik zit er erg mee in en ik wilde wel, dat je er mij wat bij helpen kon". „Me dunkt, het eenige, wat je doen kunt, is, haar je spijt betuigen, dat die man zich toegang heeft verschaft tot je huis". „Dat zou dan ook voldoende zijn; maar... hij praatte zoo iets, van dat ik haar trouwen zou...; of de huwelijksplan nen al vast stonden, en wat mijn zuster wel zei van een jong meisje, dat een heelen nacht met mij uit bleef. Jouw naam werd zeker genoemd, omdat je niet boog, toen Mrs. Heriot de onbe schaamdheid had, om hem aan je voor te stellen. Nu zie je dus de moeilijkheid, waarin iik verkeer: of Mary moet mij trouwen, of er Zal van haar verteld worden, dat ik haar niet hebben wilde. Natuurlijk heeft die Jacqueminet Mrs. Heriot geheel op de hoogte gebracht. Uit een paar woorden, idie wij hoorden zeggen, begrepen Hugh en ik, waar we Mary gisterenavond vinden konden". „Maar, beste Cecil, waarom zou je haar dan niet trouwen? Was dat eigenlijk niet precies, wat je verlangde?" „Haar trouwen? Mary trouwen?" riep Modbury. „Daar heb ik zoomin aan dacht, als dat ik jou zou trouwen!" „Het spijt mij, dat je dat zeggen moet, beste jongen, want, als dat zoo is, dan vrees ik ook, dat je niet zoo heel mooi tegenover haar gehandeld hebt". Modbury sprong op en riep vervaard: „Wat bedoel je daarmee, Bobs? Mary en ik zijn altijd als broer en zuster ge weest. Maar iets meer heeft er nooit tusschen ons bestaan. Ik igeioof, dat ze mij nog haast als een schooljongen be schouwt, ofschoon we eigenlijk precies van gelijken leeftijd zijn. Maar waarom zou ik toch niet zoo mooi tegenover haar gehandeld hebben?" „Nu, het kan zijn, dat ik het mis heb; maar ik had zoo den indruk gekregen, dat je het hof maakte aan Mary. En dit zou je niet doen, als je niet van plan was, haar te trouwen. Als je het onder elkaar eens bent, dan is het na tuurlijk goed en hoef je nog niet zoo gauw tot een huwelijk over te gaan, want daar ben je ook nog te jong voor. Maar je moet oppassen, dat je de men schen niet op een dwaalspoor brengt, of ze zullen nog zeggen, dat Mary haar netten voor je uitzette, maar dat je je niet wilde laten vangen. Je moet niet vergeten, Cecil, dat je een heele „vangst" bent!" „Als het er zóó mee staat, dan zal ik haar vandaag aan den dag nog vra gen, of ze mij hebben wil. Een betere en een knappere vrouw kan je niet ver langen! Maar ik kan je wel vooruit zeg gen, dat ze mij bedankt. Als ze voor iemand voelt, dan is het voor Hugh Llewellyn! Ze zat vreeselijk over hem in, toen Jacqueminet gisteren zijn revol ver te voorschijn haalde". 4 - r (Wörttt vervolgd)'

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5