uw PUP: v.ROSSEM's TROOST Zieriheesche Hisuwsbods IN TWEEDE BLAD ONZE KOLOW|flLE TAAK. PUROL batioorand» bij da ,n Vrijdag 13 Maart 1S31, 13130 Wel bij niemand zal eenig verzet ont moeten het standpunt onzer Regeering, dat het ten aanzien van Indië te volgen beleid gericht moet zijn op bevordering van de geestelijke en materieele belangen van Indië, van de geestelijke, stoffelijke en politieke ontwikkeling der ingezete nen, waarvan tenslotte het verloop van de staatkundige verhouding de getrouwe afspiegeling zal moeten zijn. Terecht stelt de Regeering dan ook aanstonds ter zijde den eisch van onmid dellijke opheffing van den staatkundigen band tusschen Nederland en Indië. Want het lijdt geen twijfel, dat het volgen van een zoodanige gedragslijn voor de ver dere staatkundige en economische ont wikkeling van Indië schromelijke gevol gen zou hebben; gevolgen die een ieder, die iets van Indië begrijpt, helder voor den geest staan. De geschiedenis geeft tal vaii vermanende voorbeelden, en een Overheid die haar plicht verstaat, zaj dan ook aan een zoodanige opheffing van dien band haar medewerking niet verleenen. Men kan ons Indië het best met een schoolklasse vergelijken. Immers, het is een gebied, waarin een groot aantal on gelijke individuen, hier de verschillende volkeren, tezamengevoegd leven en een staat moeten vormen. Welke moeilijkhe den dit meebrengt, is in het oude Oostenrijk gebleken en dan stond dit land cultureel hooger en was het homo gener dan Indië. Bovendien vertoont de pntwikkeling der individuen binnen de afzonderlijke volksgroepen zeer groote verschillen. Verschil van geloof maakt den toestand nog moeilijker, en in de laatste jaren komen daarbij nog van de van buiten geimporteerde denkbeelden over vrijheid en zelfregeering. Hierbij heeft Moskou de hand in het spel gehad, en eenige heethoofden hebben deze leuze overgenomen. Nu spreekt het van zelf, dat vrijheid en zelfregeering tot de hoogste goederen der volkeren behooren. Maar het zou een belachelijke fout zijn, deze gevaarlijke zaken in handen te geven van volkeren, die ze niet gebrui ken kunnen; men geeft aan een kind (toch ook geen vuurwapens in de hand. Wie vrijheid geeft aan hen, die daar mede niets kunnen beginnen, wil een re geering uit bewaarschoolkinderen vormen. Men kan den toestand het best aan geven door de vraag te stellen, wat zou* gebeuren als Nederland Indië zou los laten. Nemen wij voor het oogenblik het onwaarschijnlijke aan, dat geen ander land dadelijk schepen en bezettingstroe pen naar Indië zendt en dat dit aan zelfbestuur zou worden overgeleverd. Wie Indië ook maar eenigszins kent, beseft dat dit reusachtige rijk bij het vertrek van den laatsten Nederlandschen soldaat en planter zou ineenstorten. Het bestuursapparaat zou niet vervangen kunnen worden; de haat tusschen de verschillende volkeren zou tot bloedige burgeroorlogen leiden; kortom, met één slag zou alles ineenstorten wat door eeuwen moeitevollen arbeid is opgebouwd. Daarin nu liggen de voornaamste rede nen, waarom de vraag of Nederland het recht heeft, Indië los te laten, niet anders dan met een beslist neen! moet worden beantwoord. Vooreerst omdat het prijs geven van Indië tot niets anders zou leiden dan tot vervanging van Nederland door een andere staat. Dat deze vervan ging bovendien met de ernstige ver storing van 't wereld-overwicht gepaard zou gaan, maakt dit des te gevaarlijker. Maar ook uit algemeen economisch en ethisch oogpunt kan Nederland Indië niet aan zijn lot overlaten. Zou het tot een (voorloopig geheel ondenkbaar) zelf- bestuur komen; zou Indië uit de wereld huishouding uitgeschakeld worden, dan zou dit onverdraaglijk zijn; terwijl het al zeer weinig ethisch zou zijn, een sa menstel van volkeren in den bodem- loozen afgrond der onbeteugelde natuur instincten te laten storten! Er bestaan twee opvattingen in Neder land omtrent de te volgen Indische poli tiek. De eene is die van de ethische richting, de andere die van den sterken arm. Ofschoon deze namen op zichzelf reeds duidelijk genoeg zijn, moet toch vastgesteld worden, dat wij onder de politiek van den sterken arm geenszins een onderdrukkingspolitiek verstaan, maar eigenlijk alleen een scherpe hand having van den bestaanden toestand, echter steeds verbonden met de zorg voor de cultureele en ideëele verheffing van de inheemschen. Met bezorgdheid hebben velen in Nederland gadegeslagen, dat de Nederlandsch-Indische Regeering wel eens te veel deed om het doel: zelf regeering van Indië, nader te brengen. Men heeft o.a. de samenstelling van den Volksraad zoo gewijzigd, dat de Euro- peesche meerderheid daaruit verdwenen is. In al dergerlijke maatregelen ziet de primitieve Indonesiër niet anders den zwakheid. De gevolgen zijn niet uitgebleven: het streven naar onafhankelijkheid is in Indië toegenomen. Weliswaar omvat dit streven nog maar een klein deel der Indonesiërs, maar dit gedeelte roert zich krachtig, en is gevaarlijk omdat de ge schiedenis bewezen heeft, dat groote om wentelingen altijd slechts van een ge deelte van het volk zijn uitgegaan. Ge lukkig heeft de Nederlandsch-Indische Regeering aan dit deel der bevolking een krachtig halt! toegeroepen en daar mede doen blijken van haar vastberaden wil, om het Indische rijk niet zonder strijd over te geven aan een kleine maar gevaarlijke minderheid van heethoofden, die met hun onbezonnen maatregelen het land zouden voeren naar een afgrond, waaruit het zich eeuwenlang niet weer zou kunnen oprichten. Uit Stad en Provincie. ZIERIKZEE. Van de 24e Nederland- sche Jaarbeurs t/m. 19 Maart is ver meldenswaard, Stand 73, Afd. Bouwma terialen van de Vereenigde Chemische Fabrieken Ceta-Bever, Beverwijk. Deze firma komt uit met haar bekende Pracht- bijts in 29 kleuren en het niet minder bekende Velpa koudlijmpoeder. Velpa is door den Rijksstudiedienst voor de Lucht vaart goedgekeurd en wordt o.a. door de Fokkerfabrieken bij de vervaardiging van vliegtuigen toegepast. Iets nieuws is de expositie van een prachtbijts-scnil- derij; 2 blauwkopgieren op berkentriplex geschilderd met prachtbijts. Dit opent nieuwe perspectieven voor binnenhuisversiering. Woensdagmiddag is de bazaar, ten bate van het minder met aardsehe goe deren gezegend schoolkind, welke fancy fair gehouden wordt in het Wijkgebouw aan de Oude Haven, opengesteld. Het aantal te verloten voorwerpen is sedert ons laatste bezoek weer uitgebreid met vele en velerlei mooie artikelen, die Za terdagmiddag 4 uur zullen worden ver loot. Vijfhonderd loten zijn gedrukt en enkele tientallen zijn nog beschikbaar (wellicht nu al niet meer) om mede te dingen naar de 150 prijzen, die smaak vol langs de wanden zijn uitgestald. De bedoeling van deze sympathieke bazaar is, voorloopig ieder jaar een dergelijke te organiseeren, teneinde sommige kin deren der 4 lagere scholen aan goede en practische kleedingstukken te helpen. BURGH. Voor het Nutsdepartement „Haamstede—Burgh" trad Dinsdagavond j.l. in de zaal van Hótel v. d. Moer, als spreker op de bekende declamator dhr. Jac. van Elsacker uit Rotterdam. Ziekte en streng winterweer waren oorzaak, dat de opkomst, hoewel bevredigend, niet grooter was. Na opening en welkom door den voorzitter, dhr. W. G. Boot Wz., declameerde spr. voor de pauze de ontroerende schetsen „Wandelingen" van Top Naef; „De onzichtbare verzame ling" van Stefan Schweizig en „Armen school" van Theo Thijssen, benevens het geestige „Dit is die knoebal". Na de pauze wisselden ernst en luim elkaar af o.a. in „Nonkel Pol", „Angstavond", „De eerste en laatste hoed", „De brave Farialde", „Reuzen sommen", enz. Zoowel bij ernst als luim boeide dhrr v. Elsacker het publiek door zijn uitste kende voordracht. De dank hem door dep voorzitter bij het einde gebracht, was dan ook zeker wel verdiend. NIEUWERKERK. Vrijdag werd alhier in de openbare school een welgeslaagde ouderavond gehouden. Door de vriende lijke attentie van den heer Eveleens was het lokaal kwistig getooid met heerlijk riekende seringen en andere bloemen. Onder de talrijke aanwezigen merken we op den heer burgemeester, een der wet houders, benevens het raadslid, de heer Boogerd, daardoor blijk gevende van be langstelling in het onderwijs. Na een welkomstwoord door den voorzitter der oudercommissie, geeft deze het woord aan den heer Eveleens, die een paar punten naar voren bracht n.l. de oplei ding voor de H.B.S. en de samenwerking der ouders inriep voor door hem ge nomen maatregelen in 't belang van de veiligheid der leerlingen. Door den secretaris werd verslag uit gebracht over het afgeloopen jaar, waar mee hij, door zijn keurige redactie den dank der vergadering oogst. Hierna geeft de heer Eveleens een demonstratie met de projectielantaarn en leidt zijn aan dachtig gehoor met een aangename cau serie rond de Kleine Soenda-eilanden, waar wij kennis maken met zeden en gewoonten, godsdienst, industrie, heer- schende ziekten en bestrijding daarvan onder de daar wonende bevolking, ge,- volgd door een gewaardeerd bezoek aan Marken. Een langdurig applaus was de belooning voor deze kostelooze uitstap jes. In de pauze werd van de gelegen heid het werk der kinderen te bezichti gen een dankbaar gebruik gemaakt. Om de gezelligheid te verhoogen, werd tus schen de bedrijven een versnapering rond gediend. Bij de verkiezing tot leden der oudercommissie werden de aftreden de leden, de heeren D. v. d. Wielen, J. L. v. d. Have en H. P. Barendregt, bij acclamatie herkozen. De heer Barendregt was niet te bewegen zijn herbenoeming te aanvaarden. Niet herkiesbaar was het aftredende lid, de heer R. Heijboer. Voor de 2 vacatures werden na 2 vrije stem mingen gekozen de heeren C. Steendijk en D. Minkema. De heer Dane schetste daarna in korte trekken het ontstaan der scholen, den invloed der kerk op het onderwijs, de tucht, de toeneming der leervakken en de zorg voor de lichame- I lijke ontwikkeling, wat den heerEveleens gereede aanleiding geeft aan B. en W. medewerking te verzoeken bij 't aan schaffen van leermiddelen voor de licha melijke oefeningen. De heer E. dankt den heer Dane voor zijn gewaardeerde lezing. De heer v. d. Have geeft daarop een humoristische schets ten beste, die zeer in den smaak viel. Aan 't eind van het program dankte de heer Eveleens allen, Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen Doo» 80 o*nt By Apoth. en Drogist die hadden meegewerkt, dezen avond te doen slagen. B. en W. alsmede den heer Boogerd voor hun tegenwoordigheid en in 't bijzonder den heer R. Heijboer, als ook den heer Barendregt, voor wat bei den hebben gepresteerd tijdens hun zit ting in de oudercommissie. Nadat nog de burgemeester een kort woord in het belang van de openbare school had ge sproken, ging de vergadering uiteen. Maandagavond hield de vereeniging tot „Geldelijke uitkeering bij het verlies van varkens", in hótel „De Meebaal", haar jaarvergadering onder voorzitter schap van den Burgemeester. Uit de rekening en verantwoording blijkt, dat de ontvangsten met inbegrip van het goed slot van het vorige jaar hebben bedragen f 1704,49. De uitgaven bedroegen f 477,075, zoodat er een batig saldo blijft van f 1227,415. Besloten wordt de contributie voor één jiaar te bepalen op 30 cent per maand en per varken. Tot leden van 't bestuur worden de aftredende heeren O. A. H. van Nieuwenhuyzen en M. van der Linde herkozen. Na nog eenige huishoudelijke zaken besproken te hebben, sluit de voor zitter na rondvraag en een opwekking tot het aanwerven van nieuwe leden, de vergadering. OOSTERLAND. Maandagavond hadden een 50-tal personen gevolg gegeven aan de oproeping, om in café Broodman een volkskiesvereeniging voor Ooster- en Sir- jansland op te richten. 31 leden gaven zich als lid op. Het bestuur werd ge vormd: J. J. de Vos, voorzitter, F. v. d. Hulie, secre., H. v. d. Maas, penningm. Besloten werd in een volgende verga dering de Candidatenlijst voor leden van den gemeenteraad vast te stellen. ST.-PHILIPSLAND. Donderdag hield de Coöp. Boerenleenbank alhier haar jaar vergadering. Aanwezig waren 70 leden. De voorzitter, de heer J. v. Strien, opent met een woord van welkom tot de aan wezigen, inzonderheid tot dhr. J. A. Stols Sr., eere-voorzitter der Bank. Uit de rekening en verantwoording over 1930 blijkt, dat de Bank o.a. bezit aan uit staande voorschotten f 89148,55 en in rekening-courant f 179198,01. De schuld aan de Spaarbank bedraagt f 146.326,94 en die aan loopende rekeningen f 129399,75. De winst over 1930 bedraagt f 1894,35, de totale omzet f 2.089884,28. Het aantal leden is 141. Alles wordt in orde bevon den en onder dank aan den kassier, dhr. J. J. v. Nieuwenhuizen, goedgekeurd. Be sloten wordt de gemaakte winst bij de reserve te voegen, die daardoor stijgt tot f13212. Daarna volgt bestuursverkie zing wagens periodieke aftreding van den voorzitter. Dhr. v. Strien wordt met 65 stemmen herkozen. Het aftredende lid van den Raad van Toezicht, dhr. J. D. Doeleman, wordt herkozen met 58 stem men. In de vacature van een bestuurslid, wegens bedanken van dhr. A. T. Boude- Iing, die onze gemeente verlaat, wordt voorzien door de verkiezing van dhr. A. Wisse, met 39 stemmen. Allen nemen hun benoeming aan, behalve dhr. A. Wisse, die niet aanwezig is en wien be richt van zijn verkiezing zal worden gezonden. De voorzitter dankt dhr. A. Boudeling voor alles wat hij voor de Bank heeft gedaan en wenscht hem in zijn nieuwe woonplaats alle goeds toe. Dhr. Boudeling dankt den voorzitter voor deze woorden en hoopt, dat het de Bank goed zal blijven gaan. Tot afgevaardigde na ar de algemeene vergadering te Utrecht wordt bij acclamatie benoemd de heer J. v. Strien, tot plaatsverv. dhr. J. J. v. Nieuwenhuizen. Vervolgens stelt de voorzitter voor, in den vervolge de boete gesteld op het niet bijwonen der ver gadering, te laten vervallen. Dhr. L. J. v. Nieuwenhuizen zegt, hiermee accoord te gaan, doch doet dan tevens een be roep op de leden, om de vergaderingen der Bank dan toch bij te wonen. Dhr. P. J. de Ruijter is tegen schrapping der boete. Hij voorziet hierdoor een gering vergaderingbezoek. De meerderheid is het hiermee eens en besloten wordt de boete te handhaven. Besloten wordt het salaris van den kassier voor het vervolg te regei- len, zooals in een schrijven van de Raif;- faisenbank te Utrecht wordt uiteen gezet. (De beteekenis hiervan is, kort samen gevat, dat dit salaris in verhouding blijft met de meerdere of mindere werkzaam heden voor de Bank. Corr.) Naar aan leiding van een persbericht over den inleg aan particuliere Banken en Rijns- postspaarbank, wekt de voorzitter de leden op, om vertrouwen te blijven stel len in de Bank, daar hun belangen bij de Bank zeer zeker veilig zijn. Daarna volgt sluiting. SCHERPENISSE. Deze week zijn eenig» jongens bijeengeweest om te trachten wederom een muziekvereeniging op te richten. Een bestuur werd gekozen be staande uit de heeren F. A. Bolier, I. Vinjé, E. Franke, G. Bolier Jbz., L. v. d. Werff en A. Suurland. MlfilüLNAJSUm Ned. Herv. Kerk. Bedankt: Voor Renesse c.a., door ds. J. A. Swart te Kimswerd (Fr.). NAKOMERTJE. Daar hadden we niet op gerekend, Dit hadden we al dóórgedaan, We dachten in een warme stemming De lieve lente in te gaan. We speurden al naar groene boomen, Naar d'eerste voorjaarsvogelvlucht, We zochten al naar madeliefjes, Er was geen kou meer aan de lucht! We waren dankbaar en verwonderd, Dat alles zoo bizonder was, We grepen reeds naar de spinazie, Als eerste teeltkeus van ons ras. We waren met bizond're plannen Van sla, radijs en zoo, vervuld, We spitten schuchter in de aarde, De overjas werd slechts geduld! Nu ligt een witbepoeierd kindje In 't wiegje van mama Natuur, En 't schijnt het allerbest te groeien Bij een verlaagde temperatuur! Pa Vorst wrijft zich de koude handen, Die voelt zich best op z'n gemak,, Hij balanceert wat met het vriespunt, En haalt een sneeuwbal uit zijn zak! 't Klimaat staat huiv'rend onder pari, Dat heeft ook al z'n strop gehad In deze tijden van malaise, Zelfs in de lente kwam de klad! En onze moed daalt tot het nul-punt, Gekrenkt en- innerlijk ontsteld, Wanneer een stukgesprongen leiding Ons weenende de lente meldt!! VOOR DE HUISVROUW. Een en ander over zeep. Zeep, de bondgenoote van de huisvrouw in haar strijd tegen vuil en onreinheid neemt iu de huishouding een belangrijke plaats in. Speciaal groene zeep wordt in vrij groote hoeveelheden gebruikt. „Ouder- wetsche" huisvrouwen zweren bij de ori- gineele groene zeep, en hebben soms een afkeer van gele zeep, omdat ze meenen, dat die niet zoo werkzaam is. Dit berust echter op een misverstand. Vroeger namelijk, werd de zachte zeep bijna altijd bereid uit hennep-olie. En de eigenaardigheid van hennep-olie is juist, dat de zeep een groene kleur ver krijgt. De zeepbereiding vindt plaats door FEUILLETON. Het Huis van den Graaf. 6 Naar het Engelsch. „Eva kan een schoonheid worden. Ze lijkt op haar moeder; die was als jong meisje ook heel knap". „Vreemd, dat Hugh zoo in het geheel niet op de rest van de familie lijkt. Hij is niet knap te noemen en heeft in zijn hoedanigheden ook niets van een Llewel lyn, vindt u wel?" „Neen, hij' doet mij aan zijn groot- moeder denken. Zooals je weet, heeft hij bij haar hoofdzakelijk zijn opvoeding gehad, zoodat hij ook voor het grootste deel aan het gedrukte in zijn eigen te huis ontkwam. Het is een alleraardigste jongen. Ik hoop, dat hij gelukkiger door het leven zal gaan dan zijn ouders". „Weet u, dat Mary Williams heeft voorgeslagen, om Eva zangles te geven? Dat heeft Hugh mij verteld en hij zei er ook bij, dat Eva vreeselijk verdrietig was, omdat haar vader het verboden had". „O, dat zal ik wel voor haar in orde maken! Voor zoover ik Andrew ken, wilde hij het zeker niet hebben, omdat hij vreesde, dat er voor betaald moest worden. Hij kan er zich natuurlijk niet indenken, dat iemand een dergelijk aan bod zou doen, zonder er een geldzuchtige bedoeling bij te hebben, terwijl Mary het alleen gedaan heeft, in de hoop, de meisjes eens wat meer hier te krijgen. Ik zal een» zien, wat ik aanstaanden Zondag na kerktijd bij hem kan bewer ken. Dat is de eenige gelegenheid, dat ik Andrew nog wel eens zie". „Zoudt u dan niet te moe zijn? Zater dag heeft u dan pas uw kinderpartij ge had, moet u denken. Wij zouden niet graag zien, dat u zich te zeer over- spande". „O, neen, daar hoef je niet bang voor te zijn. Ik heb Mary juist opgedragen, om enkele inkoopen te doen voor de kinderen". Die kinderpartij was een jaarlijksch feest, door Mrs. Tweedie ingesteld. Een paar jaar, nadat zij, als weduwe, uit Indië teruggekeerd was, had zij haar zoontje .v erloren toen een jongetje van tien. De meeste moeders in haar omstandigheden zouden zoo'n dag in groote droefheid hebben doorgebracht. Maar Mrs. Tweedie meende de nage dachtenis van haar zoontje het best te kunnen eeren, door vele kinderen op zijn sterfdag gelukkig te maken. Mrs. Tweedie en haar gezelschaps dame hadden elkaar al heel gauw lee- ren verstaan en waardeeren. Vooral wa ren zij nader tot elkaar gebracht door een preek, die zij hoorden, op den twee den Zondag, dat Mary in Alatyr was. De Engelsche dominéé aldaar had zulke hartelijke, welmeenende woorden ge sproken, naar aanleiding van den dood van een jonge Russische prinses, die zeer veel goed had gedaan, dat daardoor weer sterk de herinnering bij Mary was gewekt aan haar overleden grootvader en dat zich ineens een gevoel van groote verlatenheid van haar had meester ge maakt. Toen zij dien avond met Mr;* Tweedie alleen was, had zij voor dlè haar hart uitgestort, en dit had den grond gelegd tot een hechte vriendschap tusschen beide dames. HOOFDSTUK IV. Mary had permissie gevraagd, om in de keuken te mogen helpen aan de toe bereidselen voor de kinderpartij, want dat laatste jaar op Modbury Towers, toen de graaf en haar grootvader toch te zwak waren, om haar diensten bij hun werk te kunnen gebruiken, had zij zichv onder leiding van de huishoudster, op koken toegelegd. Ze kon nu al aardig wat Russisch verstaan, zoodat ze Marfa, de keuken meid, best begreep; te meer, daar die eerst in een Duitsch gezin had gediend en Mary die taal zeer goed machtig was. Terwijl ze samen aan het koken wa ren, vertelde Marfa haar van allerlei geschiedenissen. Evenals het Russische volk over het geheel, was zij zéér bijge- loovig; maar dit wilde zij niet weten, en, alsof zij daar verre boven verheven was, besloot ze dikwijls een dergelijke ver.rcuwe ijke mededee lig met te zeggen: „Niet, dat ik dit zelve geloof, ziet u, Miss, maar ik vertel u enkel, hoe ze hier op het dorp er over denken. Eigen lijk spreken ze niet graag over het „Huis van den Graaf", uit vrees, dat Rusha hen betooveren zou. Maar daar hoef ik niet bang voor te zijn, vooral vandaag niet, want ik heb pas vanoch tend drie kaarsen gewijd aan den pro feet E1U". „Ik hoor, dat ze met dit prachtige weer zelfs niets aan hooien doen en dit alles naar aanleiding van het feest van den profeet. Ofschoon ik niet g«ed begreep, wat Sacha er mij van vertelde". „Kijk u eens, als er gemaaid wordt op den dag, aan den profeet Elia ge wijd, dan gaat het altijd zóó zeer on- weeren, dat de heele oogst bedorven is. Zoo heeft Wladimir, bij voorbeeld, ver leden jaar al zijn hooi verloren. Het had een week lang geregend en eindelijk kwam er toen een mooie dag en hij vergat, dat het Elia's feest was en ging uit maaien. Maar, zoodra het gras op het veld lag, brak er een geweldig onweer los en toen het hooi later werd binnen gehaald, bleek het geheel waardeloos. Voor Wladimir was het wel een goede les, die hij zeker zijn heele leven niet vergeten zal! Ik zag hem vanochtend in de kerk en hij had wel voor een roebel aan kaarsen bij zich, om aan den profeet te wijden. Hij heeft allerlei ongelukken gehad, het heele jaar door; zijn vrouw is vreeselijk ziek geweest en het kindje is gestorven. Gelukkig was de baby gedoopt, zoodat ze tenminste niet hoefden te vreezen, dat de Rusal- ka's er zich meester van zouden maken. „Wat zijn de Rusalka's?" vroeg Mary, steeds ijverig aan het eiwit kloppend voor de heerlijke „sneeuwvlokken", waar van er heel wat noodig waren. „De Rusalka's zijn watergeesten; na tuurlijk geloof ik er niet aan. Maar de menschen vertellen nu eenmaal, dat ze de zielen bemachtigen van kinderen, die ongedoopt sterven en ze zeven jaar be houden. Als niemand ze redt, dan wor den ze zeiven ook tot Rusalka's; voor altijd! Hetzelfde is het geval met vrouwen, die zich verdrinken. U kent toch wel den grooten steen bij den vijver, dicht bij de aanlegplaats? Ik be doel den steen, die den waterval vormt, zóó, dat het water tegen den oever op spat. Die steen heet „De Klatersteen". Nu, ze zeggen, dat zich daar een Rusalka ophoudt en sommigen gaan zelfs zoo ver, dat ze beweren, hoe het de ziel is van het kind, dat verdwenen is, toen Marya Iwanofna, dat is gravin Maria Llewellyn op z'n Engelsch, is ver dronken in de rivier, nu tachtig jaar geleden. Het kan ook de ziel van de gravin zelve zijn. En daarom zeggen ze, dat Grusha Vassilevna ook een heks is. Ze moet dikwijls staan kijken in den vijver en, als zij geen heks was, zou de Rusalka haar vast en zeker verdron ken hebben". „Heb je ooit zelve wel eens de Rusalka gezien?" vroeg Mary. „Ik wilde wel, dat je er mij eens heen bracht: ik zou zoo graag zoo'n watergeest eens zien". „O, ik bid u, madame, komt u toch nooit tusschen licht en donker dicht bij den vijver! Ilc zal u eens vertellen, wat ik laatst met Pinksteren heb gezien. Dat is de tijd bij uitnemendheid voor de Rusalka's; dan duiken ze op uit het water en dwalen door de bosschen; en, als ze dan iemand tegen komen, zijn ze eerst heel vriendelijk voor hem en dan dooden 25e hem; tenzij hij onmid dellijk een handdoek of een hemd geeft. Ze loopen naakt, ziet u, en daaraan her kent men ze", Wordt veroof 1

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5