uw PUP: v.ROSSEM's TROOST
Zieriheesche Hisuwsbods
IN
TWEEDE BLAD
ONZE KOLOW|flLE TAAK.
PUROL
batioorand» bij da
,n Vrijdag 13 Maart 1S31, 13130
Wel bij niemand zal eenig verzet ont
moeten het standpunt onzer Regeering,
dat het ten aanzien van Indië te volgen
beleid gericht moet zijn op bevordering
van de geestelijke en materieele belangen
van Indië, van de geestelijke, stoffelijke
en politieke ontwikkeling der ingezete
nen, waarvan tenslotte het verloop van
de staatkundige verhouding de getrouwe
afspiegeling zal moeten zijn.
Terecht stelt de Regeering dan ook
aanstonds ter zijde den eisch van onmid
dellijke opheffing van den staatkundigen
band tusschen Nederland en Indië. Want
het lijdt geen twijfel, dat het volgen van
een zoodanige gedragslijn voor de ver
dere staatkundige en economische ont
wikkeling van Indië schromelijke gevol
gen zou hebben; gevolgen die een ieder,
die iets van Indië begrijpt, helder voor
den geest staan. De geschiedenis geeft
tal vaii vermanende voorbeelden, en een
Overheid die haar plicht verstaat, zaj
dan ook aan een zoodanige opheffing
van dien band haar medewerking niet
verleenen.
Men kan ons Indië het best met een
schoolklasse vergelijken. Immers, het is
een gebied, waarin een groot aantal on
gelijke individuen, hier de verschillende
volkeren, tezamengevoegd leven en een
staat moeten vormen. Welke moeilijkhe
den dit meebrengt, is in het oude
Oostenrijk gebleken en dan stond dit
land cultureel hooger en was het homo
gener dan Indië. Bovendien vertoont de
pntwikkeling der individuen binnen de
afzonderlijke volksgroepen zeer groote
verschillen. Verschil van geloof maakt
den toestand nog moeilijker, en in de
laatste jaren komen daarbij nog van de
van buiten geimporteerde denkbeelden
over vrijheid en zelfregeering. Hierbij
heeft Moskou de hand in het spel gehad,
en eenige heethoofden hebben deze
leuze overgenomen. Nu spreekt het van
zelf, dat vrijheid en zelfregeering tot de
hoogste goederen der volkeren behooren.
Maar het zou een belachelijke fout zijn,
deze gevaarlijke zaken in handen te
geven van volkeren, die ze niet gebrui
ken kunnen; men geeft aan een kind
(toch ook geen vuurwapens in de hand.
Wie vrijheid geeft aan hen, die daar
mede niets kunnen beginnen, wil een re
geering uit bewaarschoolkinderen vormen.
Men kan den toestand het best aan
geven door de vraag te stellen, wat zou*
gebeuren als Nederland Indië zou los
laten. Nemen wij voor het oogenblik het
onwaarschijnlijke aan, dat geen ander
land dadelijk schepen en bezettingstroe
pen naar Indië zendt en dat dit aan
zelfbestuur zou worden overgeleverd.
Wie Indië ook maar eenigszins kent,
beseft dat dit reusachtige rijk bij het
vertrek van den laatsten Nederlandschen
soldaat en planter zou ineenstorten. Het
bestuursapparaat zou niet vervangen
kunnen worden; de haat tusschen de
verschillende volkeren zou tot bloedige
burgeroorlogen leiden; kortom, met één
slag zou alles ineenstorten wat door
eeuwen moeitevollen arbeid is opgebouwd.
Daarin nu liggen de voornaamste rede
nen, waarom de vraag of Nederland het
recht heeft, Indië los te laten, niet anders
dan met een beslist neen! moet worden
beantwoord. Vooreerst omdat het prijs
geven van Indië tot niets anders zou
leiden dan tot vervanging van Nederland
door een andere staat. Dat deze vervan
ging bovendien met de ernstige ver
storing van 't wereld-overwicht gepaard
zou gaan, maakt dit des te gevaarlijker.
Maar ook uit algemeen economisch en
ethisch oogpunt kan Nederland Indië
niet aan zijn lot overlaten. Zou het tot
een (voorloopig geheel ondenkbaar) zelf-
bestuur komen; zou Indië uit de wereld
huishouding uitgeschakeld worden, dan
zou dit onverdraaglijk zijn; terwijl het
al zeer weinig ethisch zou zijn, een sa
menstel van volkeren in den bodem-
loozen afgrond der onbeteugelde natuur
instincten te laten storten!
Er bestaan twee opvattingen in Neder
land omtrent de te volgen Indische poli
tiek. De eene is die van de ethische
richting, de andere die van den sterken
arm. Ofschoon deze namen op zichzelf
reeds duidelijk genoeg zijn, moet toch
vastgesteld worden, dat wij onder de
politiek van den sterken arm geenszins
een onderdrukkingspolitiek verstaan,
maar eigenlijk alleen een scherpe hand
having van den bestaanden toestand,
echter steeds verbonden met de zorg
voor de cultureele en ideëele verheffing
van de inheemschen. Met bezorgdheid
hebben velen in Nederland gadegeslagen,
dat de Nederlandsch-Indische Regeering
wel eens te veel deed om het doel: zelf
regeering van Indië, nader te brengen.
Men heeft o.a. de samenstelling van den
Volksraad zoo gewijzigd, dat de Euro-
peesche meerderheid daaruit verdwenen
is. In al dergerlijke maatregelen ziet de
primitieve Indonesiër niet anders den
zwakheid.
De gevolgen zijn niet uitgebleven: het
streven naar onafhankelijkheid is in
Indië toegenomen. Weliswaar omvat dit
streven nog maar een klein deel der
Indonesiërs, maar dit gedeelte roert zich
krachtig, en is gevaarlijk omdat de ge
schiedenis bewezen heeft, dat groote om
wentelingen altijd slechts van een ge
deelte van het volk zijn uitgegaan. Ge
lukkig heeft de Nederlandsch-Indische
Regeering aan dit deel der bevolking
een krachtig halt! toegeroepen en daar
mede doen blijken van haar vastberaden
wil, om het Indische rijk niet zonder
strijd over te geven aan een kleine maar
gevaarlijke minderheid van heethoofden,
die met hun onbezonnen maatregelen het
land zouden voeren naar een afgrond,
waaruit het zich eeuwenlang niet weer
zou kunnen oprichten.
Uit Stad en Provincie.
ZIERIKZEE. Van de 24e Nederland-
sche Jaarbeurs t/m. 19 Maart is ver
meldenswaard, Stand 73, Afd. Bouwma
terialen van de Vereenigde Chemische
Fabrieken Ceta-Bever, Beverwijk. Deze
firma komt uit met haar bekende Pracht-
bijts in 29 kleuren en het niet minder
bekende Velpa koudlijmpoeder. Velpa is
door den Rijksstudiedienst voor de Lucht
vaart goedgekeurd en wordt o.a. door
de Fokkerfabrieken bij de vervaardiging
van vliegtuigen toegepast. Iets nieuws
is de expositie van een prachtbijts-scnil-
derij; 2 blauwkopgieren op berkentriplex
geschilderd met prachtbijts.
Dit opent nieuwe perspectieven voor
binnenhuisversiering.
Woensdagmiddag is de bazaar, ten
bate van het minder met aardsehe goe
deren gezegend schoolkind, welke fancy
fair gehouden wordt in het Wijkgebouw
aan de Oude Haven, opengesteld. Het
aantal te verloten voorwerpen is sedert
ons laatste bezoek weer uitgebreid met
vele en velerlei mooie artikelen, die Za
terdagmiddag 4 uur zullen worden ver
loot. Vijfhonderd loten zijn gedrukt en
enkele tientallen zijn nog beschikbaar
(wellicht nu al niet meer) om mede te
dingen naar de 150 prijzen, die smaak
vol langs de wanden zijn uitgestald. De
bedoeling van deze sympathieke bazaar
is, voorloopig ieder jaar een dergelijke
te organiseeren, teneinde sommige kin
deren der 4 lagere scholen aan goede
en practische kleedingstukken te helpen.
BURGH. Voor het Nutsdepartement
„Haamstede—Burgh" trad Dinsdagavond
j.l. in de zaal van Hótel v. d. Moer, als
spreker op de bekende declamator dhr.
Jac. van Elsacker uit Rotterdam. Ziekte
en streng winterweer waren oorzaak,
dat de opkomst, hoewel bevredigend, niet
grooter was. Na opening en welkom
door den voorzitter, dhr. W. G. Boot
Wz., declameerde spr. voor de pauze
de ontroerende schetsen „Wandelingen"
van Top Naef; „De onzichtbare verzame
ling" van Stefan Schweizig en „Armen
school" van Theo Thijssen, benevens het
geestige „Dit is die knoebal". Na de
pauze wisselden ernst en luim elkaar
af o.a. in „Nonkel Pol", „Angstavond",
„De eerste en laatste hoed", „De brave
Farialde", „Reuzen sommen", enz.
Zoowel bij ernst als luim boeide dhrr
v. Elsacker het publiek door zijn uitste
kende voordracht. De dank hem door dep
voorzitter bij het einde gebracht, was
dan ook zeker wel verdiend.
NIEUWERKERK. Vrijdag werd alhier
in de openbare school een welgeslaagde
ouderavond gehouden. Door de vriende
lijke attentie van den heer Eveleens was
het lokaal kwistig getooid met heerlijk
riekende seringen en andere bloemen.
Onder de talrijke aanwezigen merken we
op den heer burgemeester, een der wet
houders, benevens het raadslid, de heer
Boogerd, daardoor blijk gevende van be
langstelling in het onderwijs. Na een
welkomstwoord door den voorzitter der
oudercommissie, geeft deze het woord
aan den heer Eveleens, die een paar
punten naar voren bracht n.l. de oplei
ding voor de H.B.S. en de samenwerking
der ouders inriep voor door hem ge
nomen maatregelen in 't belang van de
veiligheid der leerlingen.
Door den secretaris werd verslag uit
gebracht over het afgeloopen jaar, waar
mee hij, door zijn keurige redactie den
dank der vergadering oogst. Hierna geeft
de heer Eveleens een demonstratie met
de projectielantaarn en leidt zijn aan
dachtig gehoor met een aangename cau
serie rond de Kleine Soenda-eilanden,
waar wij kennis maken met zeden en
gewoonten, godsdienst, industrie, heer-
schende ziekten en bestrijding daarvan
onder de daar wonende bevolking, ge,-
volgd door een gewaardeerd bezoek aan
Marken. Een langdurig applaus was de
belooning voor deze kostelooze uitstap
jes. In de pauze werd van de gelegen
heid het werk der kinderen te bezichti
gen een dankbaar gebruik gemaakt. Om
de gezelligheid te verhoogen, werd tus
schen de bedrijven een versnapering
rond gediend. Bij de verkiezing tot leden
der oudercommissie werden de aftreden
de leden, de heeren D. v. d. Wielen, J.
L. v. d. Have en H. P. Barendregt, bij
acclamatie herkozen. De heer Barendregt
was niet te bewegen zijn herbenoeming
te aanvaarden. Niet herkiesbaar was het
aftredende lid, de heer R. Heijboer. Voor
de 2 vacatures werden na 2 vrije stem
mingen gekozen de heeren C. Steendijk
en D. Minkema. De heer Dane schetste
daarna in korte trekken het ontstaan der
scholen, den invloed der kerk op het
onderwijs, de tucht, de toeneming der
leervakken en de zorg voor de lichame-
I lijke ontwikkeling, wat den heerEveleens
gereede aanleiding geeft aan B. en W.
medewerking te verzoeken bij 't aan
schaffen van leermiddelen voor de licha
melijke oefeningen. De heer E. dankt den
heer Dane voor zijn gewaardeerde lezing.
De heer v. d. Have geeft daarop een
humoristische schets ten beste, die zeer
in den smaak viel. Aan 't eind van het
program dankte de heer Eveleens allen,
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
Doo» 80 o*nt
By Apoth. en Drogist
die hadden meegewerkt, dezen avond te
doen slagen. B. en W. alsmede den heer
Boogerd voor hun tegenwoordigheid en
in 't bijzonder den heer R. Heijboer, als
ook den heer Barendregt, voor wat bei
den hebben gepresteerd tijdens hun zit
ting in de oudercommissie. Nadat nog
de burgemeester een kort woord in het
belang van de openbare school had ge
sproken, ging de vergadering uiteen.
Maandagavond hield de vereeniging
tot „Geldelijke uitkeering bij het verlies
van varkens", in hótel „De Meebaal",
haar jaarvergadering onder voorzitter
schap van den Burgemeester.
Uit de rekening en verantwoording
blijkt, dat de ontvangsten met inbegrip
van het goed slot van het vorige jaar
hebben bedragen f 1704,49. De uitgaven
bedroegen f 477,075, zoodat er een batig
saldo blijft van f 1227,415.
Besloten wordt de contributie voor één
jiaar te bepalen op 30 cent per maand
en per varken. Tot leden van 't bestuur
worden de aftredende heeren O. A. H.
van Nieuwenhuyzen en M. van der Linde
herkozen. Na nog eenige huishoudelijke
zaken besproken te hebben, sluit de voor
zitter na rondvraag en een opwekking
tot het aanwerven van nieuwe leden, de
vergadering.
OOSTERLAND. Maandagavond hadden
een 50-tal personen gevolg gegeven aan
de oproeping, om in café Broodman een
volkskiesvereeniging voor Ooster- en Sir-
jansland op te richten. 31 leden gaven
zich als lid op. Het bestuur werd ge
vormd: J. J. de Vos, voorzitter, F. v. d.
Hulie, secre., H. v. d. Maas, penningm.
Besloten werd in een volgende verga
dering de Candidatenlijst voor leden van
den gemeenteraad vast te stellen.
ST.-PHILIPSLAND. Donderdag hield de
Coöp. Boerenleenbank alhier haar jaar
vergadering. Aanwezig waren 70 leden.
De voorzitter, de heer J. v. Strien, opent
met een woord van welkom tot de aan
wezigen, inzonderheid tot dhr. J. A. Stols
Sr., eere-voorzitter der Bank. Uit de
rekening en verantwoording over 1930
blijkt, dat de Bank o.a. bezit aan uit
staande voorschotten f 89148,55 en in
rekening-courant f 179198,01. De schuld
aan de Spaarbank bedraagt f 146.326,94
en die aan loopende rekeningen f 129399,75.
De winst over 1930 bedraagt f 1894,35,
de totale omzet f 2.089884,28. Het aantal
leden is 141. Alles wordt in orde bevon
den en onder dank aan den kassier, dhr.
J. J. v. Nieuwenhuizen, goedgekeurd. Be
sloten wordt de gemaakte winst bij de
reserve te voegen, die daardoor stijgt
tot f13212. Daarna volgt bestuursverkie
zing wagens periodieke aftreding van
den voorzitter. Dhr. v. Strien wordt met
65 stemmen herkozen. Het aftredende lid
van den Raad van Toezicht, dhr. J. D.
Doeleman, wordt herkozen met 58 stem
men. In de vacature van een bestuurslid,
wegens bedanken van dhr. A. T. Boude-
Iing, die onze gemeente verlaat, wordt
voorzien door de verkiezing van dhr.
A. Wisse, met 39 stemmen. Allen nemen
hun benoeming aan, behalve dhr. A.
Wisse, die niet aanwezig is en wien be
richt van zijn verkiezing zal worden
gezonden. De voorzitter dankt dhr. A.
Boudeling voor alles wat hij voor de
Bank heeft gedaan en wenscht hem in
zijn nieuwe woonplaats alle goeds toe.
Dhr. Boudeling dankt den voorzitter voor
deze woorden en hoopt, dat het de Bank
goed zal blijven gaan. Tot afgevaardigde
na ar de algemeene vergadering te
Utrecht wordt bij acclamatie benoemd de
heer J. v. Strien, tot plaatsverv. dhr. J.
J. v. Nieuwenhuizen. Vervolgens stelt de
voorzitter voor, in den vervolge de boete
gesteld op het niet bijwonen der ver
gadering, te laten vervallen. Dhr. L. J.
v. Nieuwenhuizen zegt, hiermee accoord
te gaan, doch doet dan tevens een be
roep op de leden, om de vergaderingen
der Bank dan toch bij te wonen. Dhr. P.
J. de Ruijter is tegen schrapping der
boete. Hij voorziet hierdoor een gering
vergaderingbezoek. De meerderheid is het
hiermee eens en besloten wordt de boete
te handhaven. Besloten wordt het salaris
van den kassier voor het vervolg te regei-
len, zooals in een schrijven van de Raif;-
faisenbank te Utrecht wordt uiteen gezet.
(De beteekenis hiervan is, kort samen
gevat, dat dit salaris in verhouding blijft
met de meerdere of mindere werkzaam
heden voor de Bank. Corr.) Naar aan
leiding van een persbericht over den
inleg aan particuliere Banken en Rijns-
postspaarbank, wekt de voorzitter de
leden op, om vertrouwen te blijven stel
len in de Bank, daar hun belangen bij
de Bank zeer zeker veilig zijn. Daarna
volgt sluiting.
SCHERPENISSE. Deze week zijn eenig»
jongens bijeengeweest om te trachten
wederom een muziekvereeniging op te
richten. Een bestuur werd gekozen be
staande uit de heeren F. A. Bolier, I.
Vinjé, E. Franke, G. Bolier Jbz., L. v. d.
Werff en A. Suurland.
MlfilüLNAJSUm
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt: Voor Renesse c.a., door ds.
J. A. Swart te Kimswerd (Fr.).
NAKOMERTJE.
Daar hadden we niet op gerekend,
Dit hadden we al dóórgedaan,
We dachten in een warme stemming
De lieve lente in te gaan.
We speurden al naar groene boomen,
Naar d'eerste voorjaarsvogelvlucht,
We zochten al naar madeliefjes,
Er was geen kou meer aan de lucht!
We waren dankbaar en verwonderd,
Dat alles zoo bizonder was,
We grepen reeds naar de spinazie,
Als eerste teeltkeus van ons ras.
We waren met bizond're plannen
Van sla, radijs en zoo, vervuld,
We spitten schuchter in de aarde,
De overjas werd slechts geduld!
Nu ligt een witbepoeierd kindje
In 't wiegje van mama Natuur,
En 't schijnt het allerbest te groeien
Bij een verlaagde temperatuur!
Pa Vorst wrijft zich de koude handen,
Die voelt zich best op z'n gemak,,
Hij balanceert wat met het vriespunt,
En haalt een sneeuwbal uit zijn zak!
't Klimaat staat huiv'rend onder pari,
Dat heeft ook al z'n strop gehad
In deze tijden van malaise,
Zelfs in de lente kwam de klad!
En onze moed daalt tot het nul-punt,
Gekrenkt en- innerlijk ontsteld,
Wanneer een stukgesprongen leiding
Ons weenende de lente meldt!!
VOOR DE HUISVROUW.
Een en ander over zeep. Zeep,
de bondgenoote van de huisvrouw in haar
strijd tegen vuil en onreinheid neemt iu
de huishouding een belangrijke plaats
in. Speciaal groene zeep wordt in vrij
groote hoeveelheden gebruikt. „Ouder-
wetsche" huisvrouwen zweren bij de ori-
gineele groene zeep, en hebben soms
een afkeer van gele zeep, omdat ze
meenen, dat die niet zoo werkzaam is.
Dit berust echter op een misverstand.
Vroeger namelijk, werd de zachte zeep
bijna altijd bereid uit hennep-olie. En
de eigenaardigheid van hennep-olie is
juist, dat de zeep een groene kleur ver
krijgt. De zeepbereiding vindt plaats door
FEUILLETON.
Het Huis van den Graaf.
6 Naar het Engelsch.
„Eva kan een schoonheid worden. Ze
lijkt op haar moeder; die was als jong
meisje ook heel knap".
„Vreemd, dat Hugh zoo in het geheel
niet op de rest van de familie lijkt. Hij
is niet knap te noemen en heeft in zijn
hoedanigheden ook niets van een Llewel
lyn, vindt u wel?"
„Neen, hij' doet mij aan zijn groot-
moeder denken. Zooals je weet, heeft
hij bij haar hoofdzakelijk zijn opvoeding
gehad, zoodat hij ook voor het grootste
deel aan het gedrukte in zijn eigen te
huis ontkwam. Het is een alleraardigste
jongen. Ik hoop, dat hij gelukkiger door
het leven zal gaan dan zijn ouders".
„Weet u, dat Mary Williams heeft
voorgeslagen, om Eva zangles te geven?
Dat heeft Hugh mij verteld en hij zei
er ook bij, dat Eva vreeselijk verdrietig
was, omdat haar vader het verboden
had".
„O, dat zal ik wel voor haar in orde
maken! Voor zoover ik Andrew ken,
wilde hij het zeker niet hebben, omdat
hij vreesde, dat er voor betaald moest
worden. Hij kan er zich natuurlijk niet
indenken, dat iemand een dergelijk aan
bod zou doen, zonder er een geldzuchtige
bedoeling bij te hebben, terwijl Mary
het alleen gedaan heeft, in de hoop, de
meisjes eens wat meer hier te krijgen.
Ik zal een» zien, wat ik aanstaanden
Zondag na kerktijd bij hem kan bewer
ken. Dat is de eenige gelegenheid, dat
ik Andrew nog wel eens zie".
„Zoudt u dan niet te moe zijn? Zater
dag heeft u dan pas uw kinderpartij ge
had, moet u denken. Wij zouden niet
graag zien, dat u zich te zeer over-
spande".
„O, neen, daar hoef je niet bang voor
te zijn. Ik heb Mary juist opgedragen,
om enkele inkoopen te doen voor de
kinderen".
Die kinderpartij was een jaarlijksch
feest, door Mrs. Tweedie ingesteld. Een
paar jaar, nadat zij, als weduwe, uit
Indië teruggekeerd was, had zij haar
zoontje .v erloren toen een jongetje
van tien. De meeste moeders in haar
omstandigheden zouden zoo'n dag in
groote droefheid hebben doorgebracht.
Maar Mrs. Tweedie meende de nage
dachtenis van haar zoontje het best te
kunnen eeren, door vele kinderen op
zijn sterfdag gelukkig te maken.
Mrs. Tweedie en haar gezelschaps
dame hadden elkaar al heel gauw lee-
ren verstaan en waardeeren. Vooral wa
ren zij nader tot elkaar gebracht door
een preek, die zij hoorden, op den twee
den Zondag, dat Mary in Alatyr was.
De Engelsche dominéé aldaar had zulke
hartelijke, welmeenende woorden ge
sproken, naar aanleiding van den dood
van een jonge Russische prinses, die
zeer veel goed had gedaan, dat daardoor
weer sterk de herinnering bij Mary was
gewekt aan haar overleden grootvader
en dat zich ineens een gevoel van groote
verlatenheid van haar had meester ge
maakt. Toen zij dien avond met Mr;*
Tweedie alleen was, had zij voor dlè
haar hart uitgestort, en dit had den
grond gelegd tot een hechte vriendschap
tusschen beide dames.
HOOFDSTUK IV.
Mary had permissie gevraagd, om in
de keuken te mogen helpen aan de toe
bereidselen voor de kinderpartij, want
dat laatste jaar op Modbury Towers,
toen de graaf en haar grootvader toch
te zwak waren, om haar diensten bij
hun werk te kunnen gebruiken, had zij
zichv onder leiding van de huishoudster,
op koken toegelegd.
Ze kon nu al aardig wat Russisch
verstaan, zoodat ze Marfa, de keuken
meid, best begreep; te meer, daar die
eerst in een Duitsch gezin had gediend
en Mary die taal zeer goed machtig
was.
Terwijl ze samen aan het koken wa
ren, vertelde Marfa haar van allerlei
geschiedenissen. Evenals het Russische
volk over het geheel, was zij zéér bijge-
loovig; maar dit wilde zij niet weten,
en, alsof zij daar verre boven verheven
was, besloot ze dikwijls een dergelijke
ver.rcuwe ijke mededee lig met te zeggen:
„Niet, dat ik dit zelve geloof, ziet u,
Miss, maar ik vertel u enkel, hoe ze
hier op het dorp er over denken. Eigen
lijk spreken ze niet graag over het
„Huis van den Graaf", uit vrees, dat
Rusha hen betooveren zou. Maar daar
hoef ik niet bang voor te zijn, vooral
vandaag niet, want ik heb pas vanoch
tend drie kaarsen gewijd aan den pro
feet E1U".
„Ik hoor, dat ze met dit prachtige
weer zelfs niets aan hooien doen en
dit alles naar aanleiding van het feest
van den profeet. Ofschoon ik niet g«ed
begreep, wat Sacha er mij van vertelde".
„Kijk u eens, als er gemaaid wordt
op den dag, aan den profeet Elia ge
wijd, dan gaat het altijd zóó zeer on-
weeren, dat de heele oogst bedorven is.
Zoo heeft Wladimir, bij voorbeeld, ver
leden jaar al zijn hooi verloren. Het
had een week lang geregend en eindelijk
kwam er toen een mooie dag en hij
vergat, dat het Elia's feest was en ging
uit maaien. Maar, zoodra het gras op het
veld lag, brak er een geweldig onweer
los en toen het hooi later werd binnen
gehaald, bleek het geheel waardeloos.
Voor Wladimir was het wel een goede
les, die hij zeker zijn heele leven niet
vergeten zal! Ik zag hem vanochtend
in de kerk en hij had wel voor een
roebel aan kaarsen bij zich, om aan
den profeet te wijden. Hij heeft allerlei
ongelukken gehad, het heele jaar door;
zijn vrouw is vreeselijk ziek geweest
en het kindje is gestorven. Gelukkig was
de baby gedoopt, zoodat ze tenminste
niet hoefden te vreezen, dat de Rusal-
ka's er zich meester van zouden maken.
„Wat zijn de Rusalka's?" vroeg Mary,
steeds ijverig aan het eiwit kloppend
voor de heerlijke „sneeuwvlokken", waar
van er heel wat noodig waren.
„De Rusalka's zijn watergeesten; na
tuurlijk geloof ik er niet aan. Maar de
menschen vertellen nu eenmaal, dat ze
de zielen bemachtigen van kinderen, die
ongedoopt sterven en ze zeven jaar be
houden. Als niemand ze redt, dan wor
den ze zeiven ook tot Rusalka's;
voor altijd! Hetzelfde is het geval met
vrouwen, die zich verdrinken. U kent
toch wel den grooten steen bij den
vijver, dicht bij de aanlegplaats? Ik be
doel den steen, die den waterval vormt,
zóó, dat het water tegen den oever op
spat. Die steen heet „De Klatersteen".
Nu, ze zeggen, dat zich daar een Rusalka
ophoudt en sommigen gaan zelfs zoo
ver, dat ze beweren, hoe het de ziel is
van het kind, dat verdwenen is, toen
Marya Iwanofna, dat is gravin Maria
Llewellyn op z'n Engelsch, is ver
dronken in de rivier, nu tachtig jaar
geleden. Het kan ook de ziel van de
gravin zelve zijn. En daarom zeggen ze,
dat Grusha Vassilevna ook een heks is.
Ze moet dikwijls staan kijken in den
vijver en, als zij geen heks was, zou
de Rusalka haar vast en zeker verdron
ken hebben".
„Heb je ooit zelve wel eens de Rusalka
gezien?" vroeg Mary. „Ik wilde wel,
dat je er mij eens heen bracht: ik zou
zoo graag zoo'n watergeest eens zien".
„O, ik bid u, madame, komt u toch
nooit tusschen licht en donker dicht bij
den vijver! Ilc zal u eens vertellen, wat
ik laatst met Pinksteren heb gezien. Dat
is de tijd bij uitnemendheid voor de
Rusalka's; dan duiken ze op uit het
water en dwalen door de bosschen; en,
als ze dan iemand tegen komen, zijn
ze eerst heel vriendelijk voor hem en
dan dooden 25e hem; tenzij hij onmid
dellijk een handdoek of een hemd geeft.
Ze loopen naakt, ziet u, en daaraan her
kent men ze",
Wordt veroof 1