Zierikzeesche Nieuwsbode
IN uw PUP: v. ROSSEM's TROOST
TWEEDE BLAD
BINNENLAND,"
Uit Stad en Provincie.
N. V. VADERLAKDSCHE BANK
6% OBLIGATIEN a 100%
Rheumatiek
FEUILLETON.
Hat Huis van dan Graaf
bahoorende bl] da
van Vrijdag 27 Ftbr. 1931, ao. 12124.
TWEEDE KAMER.
Indische begrooting.
Woensdagmiddag heeft de minister van
Koloniën, de heer de Graaff de verschil
lende sprekers beantwoord. Al wilde de
minister het oordeel van den heer Co-
lijn over de begrootingscijfers in zijn al
gemeenheid niet aanvaarden, voor de
eindcijfers achtte hij het wel juist. De
inzinking der laatste maanden is z.i. de
oorzaak van de minder juiste cijfers. Een
poging tot herstel van het evenwicht bin
nen korten tijd is een onverbiddelijke
eisch, terwijl men zich na de crisis zal
moeten instellen op een nieuw stabil satie-
systeem. Het zwaartepunt van dit alles
ligt op het gebied der bezuiniging.
Na een woord van waardeering voor
het beleid van den landvoogd, deelde de
minister mede, dat voorstellen inzake de
bestuurshervorming op Sumatra den
Volksraad spoedig zullen bereiken.
Inzake het Soekarno-incident, merkt hij
op, dat de G.G. geheel vrij is om ver
klaringen te doen aan den Volksraad. De
minister eindigde met de opmerking, dat
het optreden tegen de P.N.I. een goed
psychologisch effect heeft gehad: aan alle
opruiing is thans een eind gekomen.
ZIERIKZEE. Ten stadhuize alhier ver
gaderde Dinsdagavond de afd. Zierikzee
van het Ned. Roode Kruis, onder voor
zitterschap van den heer P. F. Witter-
mans. Deze heette speciaal welkom de
heer J. C. A. Bannink, burgemeester de
zer gemeente, wien ook het vredeswerk
van het Roode Kruis welbekend zal zijn.
De burgemeester dankte voor het har
telijke welkomstwoord, waarbij hij be
loofde z'n volle krachten te geven aan
deze afd. van het Roode Kruis, waarvan
hij in Indië de zegenrijke werking heeft
gezien.
De voorzitter herdacht daarna de uit
getreden bestuursleden, de heeren H. E.
Beelaerts van Emmichoven en D. Mulder.
De afdeeling telde op 31 Dec. 1930,
109 leden. Het voordeelig saldo op 31
Dec. 1931 bedroeg f 828,215.
Mededeeling werd gedaan van de po
gingen om de Wijkverpleging aan het
Roode Kruis te trekken. Deze pogingen
hebben gefaald; de Wijkverpleging is sa
mengesmolten met het „Groene Kruis".
In de vacature-D. Mulder werd tot be
stuurslid gekozen, de heer J. C. A. Ban
nink. Mede aanbevolen was de heer C.
J. M. Boogerd. In de vacature-H. E. Bee
laerts van Emmichoven werd gekozen, de
heer J. Nolet. Mede aanbevolen was de
heer P. D. de Vos.
De rekening van de penningmeesteresse,
mevr. Kooijman-Tissing werd, na accoord
verklaring van een fin. commissie, goed
gekeurd en de penningmeesteresse gede
chargeerd.
Bij de rondvraag bepleitte de heer
Bannink het openen van een cursus, voor
de politie ter plaatse, in het leggen van
noodverbanden en eerste hulp bij onge
lukken. Spr. zou voorts in navolging van
hetgeen reeds in andere provincies is
voorgesteld, hulpposten aan de wegen
willen aanbrengen van eerste hulp bij
ongelukken. De posten zouden kunnen
worden aangebracht op de verschillende
gemeenten op ons eiland. In de ver
gadering van burgemeesters en secreta
rissen in deze zaak reeds aangesneden.
Verder vestigt spr. de aandacht op de
kwestie van de beveiliging der burger
bevolking tegen gasaanvallen.
De voorzitter antwoordt, dat de be
doelde cursus in verbandleer enz., te Zie
rikzee reeds is begonnen en dr. de Vrieze
als leider optreedt. Wat de kwestie hulp
posten langs den weg betreft, vraagt de
voorzitter machtiging deze zaak aan 't
bestuur ter uitvoering over te laten. Te
vens zal het bestuur zich tot het hoofd
bestuur in Den Haag wenden met de
vraag wat een afd. kan doen voor de
beveiliging der bevolking tegen gasaan
vallen. Hierop volgde sluiting.
NIEUWERKERK. De collecte voor Kin-
derzorg ten behoeve dier inrichting bij
gelegenheid van haar 25-jarig jubileum-
alhier gehouden, heeft opgebracht de
som van f 45.
STAVENISSE. Woensdagmiddag had al
hier plaats de plechtige openstelling
van de nieuwe suatiesluis van
het Waterschap „Sta venisse".
Behalve vele autoriteiten en genoodigden
waren o.a. aanwezig de heeren Commis
saris der Koningin en het lid van Gedep.
Staten, de heer A. v. d. Weijde. Nadat
de heer C. Steendijk, dijkgraaf van het
waterschap, een keurige openingsrede had
gehouden en den bouw van de nieuwe
sluis had behandeld, na eerst de aanwe
zigen welkom te hebben geheeten, ver
kreeg de heer Comm. der Koningin 'iet
woord. Hij stelde het zeer op prijs aan
de uitnoodiging om hierbij tegenwoordig
te zijn, gevolg te kunnen geven.
Na een historische beschrijving van het
eiland Tholen en van Stavenisse in het
bijzonder, welke polder, na 90 jaar te
hebben gedreven, in 1599 werd herdijkt,
te hebben gegeven, kwam Z.Ex. tot den
bouw der nieuwe sluis. Eerst was men
van plan om naast de oude sluis een
electrische bemaling te stichten, maar met
het oog op de kosten en den minder
goeden toestand van de sluis zelve, heeft
men van dat plan afgezien. De nieuwe
sluis heeft 2 kokers, elk wijd 1,50 M.,
terwijl de oude sluis slechts een wijdte
had van 1,83 M. De bovenkanten van de
slagdorpels liggen 1,85 M. N.A.P., terwijl
dit bij de oude sluis was 1„41 M. Daar
door is de uitwatering aanmerkelijk ver
beterd. Het waterschap, dat vroeger ca-
lamiteus was, maar in 1905 vrij is ver
klaard, had een reservefonds van f 48000,
en dit bedrag is met voorkennis van Ged.
Staten voor de nieuwe sluis aangewend,
terwijl de rest uit een geldbelegging is
gevonden. (De totale kosten bedragen
f85000). Daar de aanliggende polders ook
door deze zeesluis uitwateren, werd er
bepaald, dat O.K.H.-polder zou betalen
gedurende. 30 jaar f 2,50 en de nieuwe
polder en de Zuidmoer elk f 2 per jaar
en per H.A. De beide laatste gingen hier
mede accoord, maar O.K.H. niet.
Deze ging in hooger beroep, thans bij
de Kroon (nog geen beslissing) en wilde
maar f 1,25 per H.A. betalen. Voor de
gronden en het waterschap zouden de
kosten bedragen f 5,88 per H.A., bene
vens de kosten van onderhoud en bedie
ning der sluis. Spreker bracht grooten lof
aan allen, die medegewerkt hebben aan
de totstandkoming van dit mooie bouw
werk. Met weemoed herdacht spr. het
treurige ongeval, waarbij de zoon van den
aannemer, dhr. Blijlevens, door het in
aanraking komen met een electrische ge
leiding, het leven moest verliezen. Staan
de werd door allen eenige oogenblikken
dit droeve feit herdacht. De wensch werd
door spreker uitgesproken, dat onder
Gods onmisbaren zegen dit kunstwerk
de welvaart en den voorspoed van allen,
die er belang bij kunnen hebben, krach
tig zal mogen bevorderen. Nog vele an
deren vöerden het woord. In het bijzon
der werden ook de heeren Nortier en
Blijleven, resp. wat. ambtenaar en aan
nemer herdacht voor hun vele prestaties
in dit werk. Daarna was men te gast aan
een keurig verzorgde tafel in het hotel
„De Gouden (Leeuw", alwaar men nog
eenigen tijd gezellig bijeen bleef. Ook
bracht het muziekgezelschap „O.B.K." al
hier na afloop nog een serenade, wat
door bestuur en alle bezoekers zeer op
prijs gesteld werd. In zijn afscheidswoord
voor belaste Waarden,
'a-QRAVENHAQB.
met Jaarlljksctae uitlating.
Verkrijgbaar bi] alle Kassiers
sprak de Commissaris nog den wensch
uit, dat „Eendracht" op het eiland moge
zegevieren, zoodat door medewerking van
gemeenten en waterschappen, de ver
keerswegen ook alhier zeer verbeterd
zullen worden.
THOLEN. Een 15-jarig zoontje van den
heer M. M. C. H. alhier, welke geregeld
de Chr. U.L.O. te Bergen op Zoom be
zoekt, werd Dinsdagmiddag "bij het naar
huis rijden, even voorbij Halsteren, door
dat hij in een rookwolk van den nade
renden tram was gehuld, plotseling aan
gereden. Met rijwiel en al werd hij tegen
den weg geslingerd, waarna hij eenige
oogenblikken daarna door een passeeren-
de auto werd opgenomen en huiswaarts
vervoerd. Toen hij tot bewustzijn kwam,
klaagde hij over erge pijnen, inzonder
heid aan de borst, zoodat vermoedelijk
wel een rib zal zijn gebroken.
OUD-VOSSEMEER. Benoemd tot direc
teur der Chr. Zangvereeniging, de heer
A. Torenstra, hoofd der school met den
bijbel; deze vacature is ontstaan door ver
trek van den heer Johs. Droogers naar
Bleiswijk.
DE VERMAKELIJKE HISTORIE VAN DE FAMILIE VAN EMMEN.
door G. TH. ROTMAN.
RECHTZAKEN*,
VERDUISTERING DOOR ADVOCAAT.
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
arrest gewezen in zaak van den 36-ja
rigen gewezen advocaat en procureur
mr. E. P. M., zaakwaarnemer te 's-Gra
venhage, die door de rechtbank te
's-Gravenhage is vrijgesproken van de
hem ten laste 'gelgde oplichting, doch
tot 6 maanden gevangenisstraf is ver
oordeeld, wegens het wegmaken vaneen
brief uit het dossier van den rechter
commissaris, dat hem in het Huis van
Bewaring ter inzage was verstrekt.
In hooger beroep had de procureur-
generaal vernietiging van het vonnis ge
vraagd en veroordeeling van verdachte
wegens verduistering.
Het Hof vernietigde het vonnis van
de rechtbank voor zoover betrof de
qualificatie van het misdrijf en opnieuVv
rechtdoende heeft het verd. tot een jaar
gevangenisstraf wegens verduistering
veroordeeld.
De gevraagde gevangeneming heeft het
Hof geweigerd.
VERKOOPINGEN,
ELKERZEE, 25 Febr. Ten overstaan
van Notaris J. C. Dalebout te Renesse,
werd heden ten verzoeke van den heer
C. Hanson, alhier, publiek verkocht diens
landbouwersinspan. Opbrengst: werk
paarden f 475, f 390, f 415, f 370, f 562,
f 385 en f 256; 3-j. paard f 331; 2-j< id.
f 240; jaarling id. f 154; koe f 171; jaarl.
vaars f 170; 16 jaarl. ossen van f 92 tot
f156.
KERKNIEUWS,
Ned. Herv. Kerk.
ST.-ANNALAND. Bij de Dinsdag 24 Fe
bruari gehouden stemming voor kerke-
raad of kiescollege, werden in totaal 387
stemmen uitgebracht. Daarvan waren 265
stemmen voor kiescollege, 112 voor ker-
keraad en 10 ongeldig. Voor de eerst
volgende 10 jaar zal het beroepings- en
benoemingswerk dus geschieden door een
Buurman was wel een beetje driftig 90. Een paar dagen later was de vacan-
man, maar hij had een goed hart. Boven- tie om en Hans en Keesje moesten weer
dien was hij blij, dat hij eindelijk weer naar school. Meneer Van Emmen keek ze
eens een nieuw pak kon koopen dat na. ,,'t Zijn een paar leuke jongens!" zei
was lang niet gebeurd. i hij. „Daar gaat niets van af. Maar ik
En vol trots kwam hij veertien dagen ben toch blij, dat de vacantie om is.
later om meneer Van Emmen z'n nieuwe .Opgeruimd staat toch altijd maar het
pak te laten zien. 't Stond werkelijk [netste",
prachtig. - ij
kiescollege en niet meer zooals tot nu
toe, door den Kerkeraad.
Geref. Kerk.
OUD-VOSSEMEER. Tot diakenen zijn
gekozen de heeren J. A. Duine en D.
Lindhout.
MNDBOUW
VEETEELT*,
KRINGVERGADERING Z.L.M.
Dinsdagmiddag vergaderde de Kring
„Schouwen-Duiveland" van de Z. L. M.,
op de bovenzaal van het „Huis van Nas
sau" te Zierikzee. De vergadering was
goed bezocht.
De voorzitter, de heer H. C. v. d. Zande,
herdenkt na opening, het overleden lid
den heer A. N. van Langeraad, wien hij
een woord van waardeering en hulde
wijdt, daar het lid tot z'n dood toe voor
den landbouw op de bres heeft gestaan.
Daarop roept spr. het welkom toe aan
den alg. secretaris, ir. Siebenga en diens
assistent, aan ir. Koopman, die veel voor
ons eiland en onzen landbouw doet en
aan dhr. Boudewijn, die een uiteenzetting
zal geven van het Stikstofbindingsbe-
drijf der Staatsmijnen in Limburg.
Een terugblik nopens 1930 zal spr.
niet houden, daar hij geen nieuwe klaag
liederen aan den ouden bundel wil toe
voegen. Wel hoopt spr. dat 1931 een
veel beter jaar dan 1930 is geweest, zal
worden en wij in dit jaar een regeering
zullen krijgen, die een open oog heeft
voor de nooden van den landbouw en
die nood, via de wet, zal weten te le
nigen. Spr. memoreert de Tarwewet en
het Suikerwetje. Wat de eerste wet be
treft meent spr., dat zij niet meer voor
*den oogst van dit jaar in werking zal
treden. Naar verluidt zal, dit wat het
Suikerwetje aangaat, met 20 °/o beper
king van de suikerbietenteelt moeten
worden rekening gehouden, terwijl de
regeering voornemens schijnt te zijn f 11
a f 12 te willen berekenen voor 1000
k.g. bieten. Verder gaande herinnert spr.
aan de commissie-Lovink, die ook cre-
dietverschaffing voor den landbouw on
derzoekt. Zoo'n credietregeling bestaat
reeds in andere provincies en zal mis
schien ook in Zeeland worden ingevoerd.
Naar aanleiding van een ingezonden
stuk in de Nieuwsbode, van den heer
Van Duin, wijst spr. er op, wat reeds
door de Z.L.M. is gedaan voor opheffing
der sociale lasten, maar een regeling
daartoe kwam niet tot stand door toe-
De pijn is te verzachten,
het lijden te verminderen!
I Wacht niet tot de kwaal ver-
ergert, masseer direct met
AKKER'.
KLOOSTERBALSEM
w verzacht verrnaiend^j
anel.
doen van de Chr. Organisaties; op 't
urgentieprogram komt dan ook deze eisch
niet voor, maar de Z.L.M. beschouwt de
kwestie der sociale lasten precies een
der als de heer Smit uit Voorburg uit
voerig in een brochure heeft uiteengezet.
Het Landbouwcomité acht het niet ge-
wenscht op deze kwestie terug te keeren,
doch wacht haar tijd af.
Het woord was daarop aan den secre
taris voor het uitbrengen van het jaar
verslag. Na de verschillende beraadsla;-
gingen en genomen besluiten te hebben
gememoreerd, herinnert spr. aan de
crisisvergadering te Goes. De organisatie
van het vervoer van bezoekers daarheen,
verliep op Schouwen-Duiveland goed,
maar minder gelukkig op Zuid-Beveland,
waar de busgelegenheid geheel in de
war liep. Ook moest extra-tolgeld worden
uitgekeerd aan de grootste landbouw
onderneming in Zeeland, n.l. „De Wilhel-
minapolder", om lotgenooten ter crisis
vergadering te krijgen.
Met behulp van de afd.-secretarissen is
ter gelegenheid van de landbouwtelling
eens nagegaan de oppervlakten bouw- en
weiland bij de leden in gebruik. Het was
het bestuur opgevallen, dat, hoewel het
ledental niet verminderde, zulks wel het
geval was met het aantal H.A., wat on
vermijdelijk tengevolge had, dat de con
tributieheffing in verkeerde richting ging.
Hoewel bekend is, dat door overstuiving
door de duinen ons eiland kleiner wordt,
heeft spr. zich nooit kunnen voorstellen,
dat de verst van de duinen verwijderde
afdeelingen, hiervan de meeste last on
dervonden, althans de inkrimping van het
aantal H.A. leek hierop. De zaak is nu
opnieuw geregeld.
De pogingen in 't werk gesteld om een
melkerscursus te organiseeren bleken
vruchteloos. Er scheen niet de minste
Naar het Engelsch.
Inleiding.
In het jaar 1819 had Alexander Llewel
lyn, hoofd van de firma Llewellyn
Huish, Russische kooplui, zijn tweede
vrouw naar zijn huis in St.-Petersburg
gebracht, in de persoon van zijn schoone
pupille, gravin Marya Vetlofsky, en nog
een zoontje, kleinen Iwan, ongeveer tién
maanden oud.
Alexander Llewellyn had een opschud
ding 'verwekt in de Engelsche kolonie
van de Russische hoofstad met de aan
kondiging van zijn huwelijk, nu een jaar
geleden en de verontschuldigingen, die
hij had gesproken, gedurende de vluch
tige bezoeken, die hij in den loop van
dat jaar in St.-Petersburg had gebracht,
hadden in geen geringe mate de nieuws
gierigheid gewekt. Marya was niet ge
woon aan het klimaat van haar geboorte
land; ze was zoo gehecht aan het leven
In Engeland, en ze was niet sterk, ws,*
alle ongetwijfeld redenen konden ge
noemd worden, zoolang zij niet getrouwd
was, maar toch niet, nu zij eenmaal de
vrouw was van den handelsvorst, die
zijn zetel had in St.-Petersburg.
Toen zij eindelijk verscheen onder de
vrienden en kennissen van Alexander,
bleek duidelijk de waarheid van zijn ver
klaringen, dat zijn jonge vrouw een af
keer had van Rusland, en ook, dat ze
een zeer zwakke gezondheid moest
hebben.
Haar lief gelaat had een onbeschrijfe
lijk droeve uitdrukking en, als zij deel
nam aan het gesprek wat maar heel
zelden plaats had dan sprak zij niet
veel anders, dan van haar vroeger ver
blijf in Engeland en van den aangenamen
tijd dien zij op de kostschool had door
gebracht.
Het was heel natuurlijk, dat Alexander
haar aanbad, terwijl zij ook de grootste
genegenheid voelde voor haar knappen
echtgenoot, reeds wit van haren. On
danks haar jeugd, haar schoonheid en
de weelde, waarmee zij zich zag omringd,
scheen gravin Marya toch in het geheel
niet gelukkig.
Kwam dit door de herinnering aan
haar vader, die onteerd was gestorven,
nadat hij nagenoeg alles van zijn uitge
strekte landerijen had verspeeld?
Toch viel dit moeilijk aan te nemen,
want ze sprak heel gewoon over hem,
als zij kennissen van vroeger van hem
ontmoette en ze erkende openlijk, dat ze
een afkeer had van haar vaderlijk erf
deel, het kleine landgoed Alatyr, onge
veer een twaalf mijlen van de hoofdstad
en waar het „Huis van den Graaf" stond,
zooals die woning algemeen heette. Ze
placht zelfs te zeggen: dat Alexander,
toen hij de voogdijschap over haar aan
vaardde, maar liever het sombere buiten
goed had moeten verkoopen, in plaats
van zoo zijn best te doen, om het-te
laten moderniseeren, terwijl zij in haar
geliefd Engeland op de kostschool was.
En toch zouden Marya en haar echt
genoot juist in dat „Huis van den Graaf"
hun eind vinden en dit wel op zoo tra-
grische wijze, dat nog tot in het derde
geslacht de wijdstrekkende gevolgen
daarvan zouden gevoeld worden.
Niemand wist tot na de catastrophe
waarom Alexander er zoo op aange
drongen had, dat ze den zomer op het
„Huis van den Graaf" zouden doorbren
gen.
Haar gezondheid had geleden, had hij
gezegd, doch de beruchte dampen, die
uit de Newa opstegen, als het warm was,
en daarom was het noodzakelijk, dat ze
beiden, zij en het kind, de hoofdstad
zouden verlaten.
Maar waarom dan naar Alatyr te gaan,
in plaats van naar het een of ander
gezondheidsoord aan de Oostzee-kust?
Gravin Marya Llewellyn, Marya Iwa-
nofna, zooals de boeren haar altijd noem
den, was krankzinnig. De geboorte
van haar zoontje had- haar het verstand
gekost en Alexander wist, dat zijn toe
komst voor altijd verduisterd was, eer
hij haar naar Rusland bracht.
Zijn eenige vertrouwde was Philip, de
zoon uit zijn eerste huwelijk. En daar
het arme vrouwtje volkomen onschadelijk
leek in haar waanvoorstellingen, stemde
Philip er in toe, om, zooals zijn vader
dit van hem vroeg, het droevig feit ge
heim te houden.
Philip was een zelfzuchtige jongeman,
steeds bedacht op winstbejag, wat later
overging in een ware geldzucht. Hij was
twee-en-twintig, toen zijn vader tot dit
tweede huwelijk besloot, maar hij had
zoo schromelijk het land aan de
vrouw en haar zoontje, dat dit onmoge-
lijk voor Alexander had kunnen verbor-
gen blijven, als die zelve niet door en
door een man van eer was geweest.
Philip haalde enkel de schouders op,
als zijn vrienden hem vroegen naar de
gravin, en hij placht dan te zeggen:
„Ik zie niet veel van haar. Ik geloof,
dat vader er verkeerd aan doet, om een J
jonge vrouw in zoo'n nest te begraven;
maar praat nu eens met een man, die
eenmaal liefde voelt en dat nog wel
voor zoo'n kind tegenover hem! Als hij
daar nu zoo graag ongestoord blijft door
de buitenwereld, welnu, ik zal hem
niet belemmeren in zijn huwelijksgeluk!"
Kleine Iwan was nauwelijks twee jaar
oud, toen een groote opschudding werd
verwekt in St.-Petersburg door het be
richt, dat Alexander Llewellyn dood
gevonden was door het. hart gestoken
met een gewoon mes op het terras
vóór het venster van den salon van
zijn vrouw, in Alatyr. Een uur later werd
het lijk van den gravin gevonden, drij
vende in de rivier de Tir, die door de
bosschen van het goed stroomde. En
nog was men één en al verontwaardi
ging over dit snood bedrijf, toen nu weer
het verschrikkelijk nieuws zich verspreid
de, dat het kind verdwenen was en
niemand wist, of* het levend of dood
zou wezen, daar alle sporen totaal
waren uitgewischt.
Dagen, weken, maanden ja, zelfs
jaren verliepen en nooit werd er een
dader gevonden van deze drievoudige
misdaad. Geen verdacht type werd in
de omgeving van Alatyr gezien. Op geen
der bedienden viel eenine verdenking
Ze waren allen op den bewusten avond,
dat de misdaad moest zijn geschied, op,
het gewone uur naar bed gegaan en
het had nog moeite genoeg gekost, om
ze wakker te krijgen, toen de jachtop
ziener, die al vroeg zijn heer zou gaan
wekken voor een jachtpartij, die was
afgesproken, over het lijk van dien heer
struikelde nog warm en bloedende
zooals het daar lag, op de plek, waar
hij anders placht te zitten, als hij op het
„Huis van den Graaf" verbleef.
Philip Llewellyn deed al, wat gedaan
behoorde te worden onder dergelijke om
standigheden. Hij wendde geen droef
heid voor over het verlies van zijn stief
moeder, of haar kind; want, dat hij aan
beiden een hekel had, was bekend. Even
min scheen hij veel verdriet te hebben
over het verlies van zijn vader. Hij deed
eenvoudig al, wat van hem verlangd
kon worden, door bijvoorbeeld een be
looning uit te loven voor dengene, die
eenige inlichtingen kon geven betref
fende den moord, en door een rouwband
te dragen gedurende den tijd, die een
maal vastgesteld was voor een dergelijk
uiterlijk betoon. Vervolgens nam hij de
plaats in van zijn vader en dit wel met
een snelheid, die verbazing wekte; te
méér, daar hij zich tot nog toe juist
tegen die positie had verklaard; en, in
plaats van in den handel te gaan
een traditie, die steeds door de oudste
zoons van de Llewellyn's in eere was
gehouden was hij in de rechten gaan
studeeren.
(Wordt vervolgd0