Zierikzeesche Nieuwsbode IN uw PUP: v. ROSSEM's TROOST TWEEDE BLAD BINNENLAND," Uit Stad en Provincie. N. V. VADERLAKDSCHE BANK 6% OBLIGATIEN a 100% Rheumatiek FEUILLETON. Hat Huis van dan Graaf bahoorende bl] da van Vrijdag 27 Ftbr. 1931, ao. 12124. TWEEDE KAMER. Indische begrooting. Woensdagmiddag heeft de minister van Koloniën, de heer de Graaff de verschil lende sprekers beantwoord. Al wilde de minister het oordeel van den heer Co- lijn over de begrootingscijfers in zijn al gemeenheid niet aanvaarden, voor de eindcijfers achtte hij het wel juist. De inzinking der laatste maanden is z.i. de oorzaak van de minder juiste cijfers. Een poging tot herstel van het evenwicht bin nen korten tijd is een onverbiddelijke eisch, terwijl men zich na de crisis zal moeten instellen op een nieuw stabil satie- systeem. Het zwaartepunt van dit alles ligt op het gebied der bezuiniging. Na een woord van waardeering voor het beleid van den landvoogd, deelde de minister mede, dat voorstellen inzake de bestuurshervorming op Sumatra den Volksraad spoedig zullen bereiken. Inzake het Soekarno-incident, merkt hij op, dat de G.G. geheel vrij is om ver klaringen te doen aan den Volksraad. De minister eindigde met de opmerking, dat het optreden tegen de P.N.I. een goed psychologisch effect heeft gehad: aan alle opruiing is thans een eind gekomen. ZIERIKZEE. Ten stadhuize alhier ver gaderde Dinsdagavond de afd. Zierikzee van het Ned. Roode Kruis, onder voor zitterschap van den heer P. F. Witter- mans. Deze heette speciaal welkom de heer J. C. A. Bannink, burgemeester de zer gemeente, wien ook het vredeswerk van het Roode Kruis welbekend zal zijn. De burgemeester dankte voor het har telijke welkomstwoord, waarbij hij be loofde z'n volle krachten te geven aan deze afd. van het Roode Kruis, waarvan hij in Indië de zegenrijke werking heeft gezien. De voorzitter herdacht daarna de uit getreden bestuursleden, de heeren H. E. Beelaerts van Emmichoven en D. Mulder. De afdeeling telde op 31 Dec. 1930, 109 leden. Het voordeelig saldo op 31 Dec. 1931 bedroeg f 828,215. Mededeeling werd gedaan van de po gingen om de Wijkverpleging aan het Roode Kruis te trekken. Deze pogingen hebben gefaald; de Wijkverpleging is sa mengesmolten met het „Groene Kruis". In de vacature-D. Mulder werd tot be stuurslid gekozen, de heer J. C. A. Ban nink. Mede aanbevolen was de heer C. J. M. Boogerd. In de vacature-H. E. Bee laerts van Emmichoven werd gekozen, de heer J. Nolet. Mede aanbevolen was de heer P. D. de Vos. De rekening van de penningmeesteresse, mevr. Kooijman-Tissing werd, na accoord verklaring van een fin. commissie, goed gekeurd en de penningmeesteresse gede chargeerd. Bij de rondvraag bepleitte de heer Bannink het openen van een cursus, voor de politie ter plaatse, in het leggen van noodverbanden en eerste hulp bij onge lukken. Spr. zou voorts in navolging van hetgeen reeds in andere provincies is voorgesteld, hulpposten aan de wegen willen aanbrengen van eerste hulp bij ongelukken. De posten zouden kunnen worden aangebracht op de verschillende gemeenten op ons eiland. In de ver gadering van burgemeesters en secreta rissen in deze zaak reeds aangesneden. Verder vestigt spr. de aandacht op de kwestie van de beveiliging der burger bevolking tegen gasaanvallen. De voorzitter antwoordt, dat de be doelde cursus in verbandleer enz., te Zie rikzee reeds is begonnen en dr. de Vrieze als leider optreedt. Wat de kwestie hulp posten langs den weg betreft, vraagt de voorzitter machtiging deze zaak aan 't bestuur ter uitvoering over te laten. Te vens zal het bestuur zich tot het hoofd bestuur in Den Haag wenden met de vraag wat een afd. kan doen voor de beveiliging der bevolking tegen gasaan vallen. Hierop volgde sluiting. NIEUWERKERK. De collecte voor Kin- derzorg ten behoeve dier inrichting bij gelegenheid van haar 25-jarig jubileum- alhier gehouden, heeft opgebracht de som van f 45. STAVENISSE. Woensdagmiddag had al hier plaats de plechtige openstelling van de nieuwe suatiesluis van het Waterschap „Sta venisse". Behalve vele autoriteiten en genoodigden waren o.a. aanwezig de heeren Commis saris der Koningin en het lid van Gedep. Staten, de heer A. v. d. Weijde. Nadat de heer C. Steendijk, dijkgraaf van het waterschap, een keurige openingsrede had gehouden en den bouw van de nieuwe sluis had behandeld, na eerst de aanwe zigen welkom te hebben geheeten, ver kreeg de heer Comm. der Koningin 'iet woord. Hij stelde het zeer op prijs aan de uitnoodiging om hierbij tegenwoordig te zijn, gevolg te kunnen geven. Na een historische beschrijving van het eiland Tholen en van Stavenisse in het bijzonder, welke polder, na 90 jaar te hebben gedreven, in 1599 werd herdijkt, te hebben gegeven, kwam Z.Ex. tot den bouw der nieuwe sluis. Eerst was men van plan om naast de oude sluis een electrische bemaling te stichten, maar met het oog op de kosten en den minder goeden toestand van de sluis zelve, heeft men van dat plan afgezien. De nieuwe sluis heeft 2 kokers, elk wijd 1,50 M., terwijl de oude sluis slechts een wijdte had van 1,83 M. De bovenkanten van de slagdorpels liggen 1,85 M. N.A.P., terwijl dit bij de oude sluis was 1„41 M. Daar door is de uitwatering aanmerkelijk ver beterd. Het waterschap, dat vroeger ca- lamiteus was, maar in 1905 vrij is ver klaard, had een reservefonds van f 48000, en dit bedrag is met voorkennis van Ged. Staten voor de nieuwe sluis aangewend, terwijl de rest uit een geldbelegging is gevonden. (De totale kosten bedragen f85000). Daar de aanliggende polders ook door deze zeesluis uitwateren, werd er bepaald, dat O.K.H.-polder zou betalen gedurende. 30 jaar f 2,50 en de nieuwe polder en de Zuidmoer elk f 2 per jaar en per H.A. De beide laatste gingen hier mede accoord, maar O.K.H. niet. Deze ging in hooger beroep, thans bij de Kroon (nog geen beslissing) en wilde maar f 1,25 per H.A. betalen. Voor de gronden en het waterschap zouden de kosten bedragen f 5,88 per H.A., bene vens de kosten van onderhoud en bedie ning der sluis. Spreker bracht grooten lof aan allen, die medegewerkt hebben aan de totstandkoming van dit mooie bouw werk. Met weemoed herdacht spr. het treurige ongeval, waarbij de zoon van den aannemer, dhr. Blijlevens, door het in aanraking komen met een electrische ge leiding, het leven moest verliezen. Staan de werd door allen eenige oogenblikken dit droeve feit herdacht. De wensch werd door spreker uitgesproken, dat onder Gods onmisbaren zegen dit kunstwerk de welvaart en den voorspoed van allen, die er belang bij kunnen hebben, krach tig zal mogen bevorderen. Nog vele an deren vöerden het woord. In het bijzon der werden ook de heeren Nortier en Blijleven, resp. wat. ambtenaar en aan nemer herdacht voor hun vele prestaties in dit werk. Daarna was men te gast aan een keurig verzorgde tafel in het hotel „De Gouden (Leeuw", alwaar men nog eenigen tijd gezellig bijeen bleef. Ook bracht het muziekgezelschap „O.B.K." al hier na afloop nog een serenade, wat door bestuur en alle bezoekers zeer op prijs gesteld werd. In zijn afscheidswoord voor belaste Waarden, 'a-QRAVENHAQB. met Jaarlljksctae uitlating. Verkrijgbaar bi] alle Kassiers sprak de Commissaris nog den wensch uit, dat „Eendracht" op het eiland moge zegevieren, zoodat door medewerking van gemeenten en waterschappen, de ver keerswegen ook alhier zeer verbeterd zullen worden. THOLEN. Een 15-jarig zoontje van den heer M. M. C. H. alhier, welke geregeld de Chr. U.L.O. te Bergen op Zoom be zoekt, werd Dinsdagmiddag "bij het naar huis rijden, even voorbij Halsteren, door dat hij in een rookwolk van den nade renden tram was gehuld, plotseling aan gereden. Met rijwiel en al werd hij tegen den weg geslingerd, waarna hij eenige oogenblikken daarna door een passeeren- de auto werd opgenomen en huiswaarts vervoerd. Toen hij tot bewustzijn kwam, klaagde hij over erge pijnen, inzonder heid aan de borst, zoodat vermoedelijk wel een rib zal zijn gebroken. OUD-VOSSEMEER. Benoemd tot direc teur der Chr. Zangvereeniging, de heer A. Torenstra, hoofd der school met den bijbel; deze vacature is ontstaan door ver trek van den heer Johs. Droogers naar Bleiswijk. DE VERMAKELIJKE HISTORIE VAN DE FAMILIE VAN EMMEN. door G. TH. ROTMAN. RECHTZAKEN*, VERDUISTERING DOOR ADVOCAAT. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft arrest gewezen in zaak van den 36-ja rigen gewezen advocaat en procureur mr. E. P. M., zaakwaarnemer te 's-Gra venhage, die door de rechtbank te 's-Gravenhage is vrijgesproken van de hem ten laste 'gelgde oplichting, doch tot 6 maanden gevangenisstraf is ver oordeeld, wegens het wegmaken vaneen brief uit het dossier van den rechter commissaris, dat hem in het Huis van Bewaring ter inzage was verstrekt. In hooger beroep had de procureur- generaal vernietiging van het vonnis ge vraagd en veroordeeling van verdachte wegens verduistering. Het Hof vernietigde het vonnis van de rechtbank voor zoover betrof de qualificatie van het misdrijf en opnieuVv rechtdoende heeft het verd. tot een jaar gevangenisstraf wegens verduistering veroordeeld. De gevraagde gevangeneming heeft het Hof geweigerd. VERKOOPINGEN, ELKERZEE, 25 Febr. Ten overstaan van Notaris J. C. Dalebout te Renesse, werd heden ten verzoeke van den heer C. Hanson, alhier, publiek verkocht diens landbouwersinspan. Opbrengst: werk paarden f 475, f 390, f 415, f 370, f 562, f 385 en f 256; 3-j. paard f 331; 2-j< id. f 240; jaarling id. f 154; koe f 171; jaarl. vaars f 170; 16 jaarl. ossen van f 92 tot f156. KERKNIEUWS, Ned. Herv. Kerk. ST.-ANNALAND. Bij de Dinsdag 24 Fe bruari gehouden stemming voor kerke- raad of kiescollege, werden in totaal 387 stemmen uitgebracht. Daarvan waren 265 stemmen voor kiescollege, 112 voor ker- keraad en 10 ongeldig. Voor de eerst volgende 10 jaar zal het beroepings- en benoemingswerk dus geschieden door een Buurman was wel een beetje driftig 90. Een paar dagen later was de vacan- man, maar hij had een goed hart. Boven- tie om en Hans en Keesje moesten weer dien was hij blij, dat hij eindelijk weer naar school. Meneer Van Emmen keek ze eens een nieuw pak kon koopen dat na. ,,'t Zijn een paar leuke jongens!" zei was lang niet gebeurd. i hij. „Daar gaat niets van af. Maar ik En vol trots kwam hij veertien dagen ben toch blij, dat de vacantie om is. later om meneer Van Emmen z'n nieuwe .Opgeruimd staat toch altijd maar het pak te laten zien. 't Stond werkelijk [netste", prachtig. - ij kiescollege en niet meer zooals tot nu toe, door den Kerkeraad. Geref. Kerk. OUD-VOSSEMEER. Tot diakenen zijn gekozen de heeren J. A. Duine en D. Lindhout. MNDBOUW VEETEELT*, KRINGVERGADERING Z.L.M. Dinsdagmiddag vergaderde de Kring „Schouwen-Duiveland" van de Z. L. M., op de bovenzaal van het „Huis van Nas sau" te Zierikzee. De vergadering was goed bezocht. De voorzitter, de heer H. C. v. d. Zande, herdenkt na opening, het overleden lid den heer A. N. van Langeraad, wien hij een woord van waardeering en hulde wijdt, daar het lid tot z'n dood toe voor den landbouw op de bres heeft gestaan. Daarop roept spr. het welkom toe aan den alg. secretaris, ir. Siebenga en diens assistent, aan ir. Koopman, die veel voor ons eiland en onzen landbouw doet en aan dhr. Boudewijn, die een uiteenzetting zal geven van het Stikstofbindingsbe- drijf der Staatsmijnen in Limburg. Een terugblik nopens 1930 zal spr. niet houden, daar hij geen nieuwe klaag liederen aan den ouden bundel wil toe voegen. Wel hoopt spr. dat 1931 een veel beter jaar dan 1930 is geweest, zal worden en wij in dit jaar een regeering zullen krijgen, die een open oog heeft voor de nooden van den landbouw en die nood, via de wet, zal weten te le nigen. Spr. memoreert de Tarwewet en het Suikerwetje. Wat de eerste wet be treft meent spr., dat zij niet meer voor *den oogst van dit jaar in werking zal treden. Naar verluidt zal, dit wat het Suikerwetje aangaat, met 20 °/o beper king van de suikerbietenteelt moeten worden rekening gehouden, terwijl de regeering voornemens schijnt te zijn f 11 a f 12 te willen berekenen voor 1000 k.g. bieten. Verder gaande herinnert spr. aan de commissie-Lovink, die ook cre- dietverschaffing voor den landbouw on derzoekt. Zoo'n credietregeling bestaat reeds in andere provincies en zal mis schien ook in Zeeland worden ingevoerd. Naar aanleiding van een ingezonden stuk in de Nieuwsbode, van den heer Van Duin, wijst spr. er op, wat reeds door de Z.L.M. is gedaan voor opheffing der sociale lasten, maar een regeling daartoe kwam niet tot stand door toe- De pijn is te verzachten, het lijden te verminderen! I Wacht niet tot de kwaal ver- ergert, masseer direct met AKKER'. KLOOSTERBALSEM w verzacht verrnaiend^j anel. doen van de Chr. Organisaties; op 't urgentieprogram komt dan ook deze eisch niet voor, maar de Z.L.M. beschouwt de kwestie der sociale lasten precies een der als de heer Smit uit Voorburg uit voerig in een brochure heeft uiteengezet. Het Landbouwcomité acht het niet ge- wenscht op deze kwestie terug te keeren, doch wacht haar tijd af. Het woord was daarop aan den secre taris voor het uitbrengen van het jaar verslag. Na de verschillende beraadsla;- gingen en genomen besluiten te hebben gememoreerd, herinnert spr. aan de crisisvergadering te Goes. De organisatie van het vervoer van bezoekers daarheen, verliep op Schouwen-Duiveland goed, maar minder gelukkig op Zuid-Beveland, waar de busgelegenheid geheel in de war liep. Ook moest extra-tolgeld worden uitgekeerd aan de grootste landbouw onderneming in Zeeland, n.l. „De Wilhel- minapolder", om lotgenooten ter crisis vergadering te krijgen. Met behulp van de afd.-secretarissen is ter gelegenheid van de landbouwtelling eens nagegaan de oppervlakten bouw- en weiland bij de leden in gebruik. Het was het bestuur opgevallen, dat, hoewel het ledental niet verminderde, zulks wel het geval was met het aantal H.A., wat on vermijdelijk tengevolge had, dat de con tributieheffing in verkeerde richting ging. Hoewel bekend is, dat door overstuiving door de duinen ons eiland kleiner wordt, heeft spr. zich nooit kunnen voorstellen, dat de verst van de duinen verwijderde afdeelingen, hiervan de meeste last on dervonden, althans de inkrimping van het aantal H.A. leek hierop. De zaak is nu opnieuw geregeld. De pogingen in 't werk gesteld om een melkerscursus te organiseeren bleken vruchteloos. Er scheen niet de minste Naar het Engelsch. Inleiding. In het jaar 1819 had Alexander Llewel lyn, hoofd van de firma Llewellyn Huish, Russische kooplui, zijn tweede vrouw naar zijn huis in St.-Petersburg gebracht, in de persoon van zijn schoone pupille, gravin Marya Vetlofsky, en nog een zoontje, kleinen Iwan, ongeveer tién maanden oud. Alexander Llewellyn had een opschud ding 'verwekt in de Engelsche kolonie van de Russische hoofstad met de aan kondiging van zijn huwelijk, nu een jaar geleden en de verontschuldigingen, die hij had gesproken, gedurende de vluch tige bezoeken, die hij in den loop van dat jaar in St.-Petersburg had gebracht, hadden in geen geringe mate de nieuws gierigheid gewekt. Marya was niet ge woon aan het klimaat van haar geboorte land; ze was zoo gehecht aan het leven In Engeland, en ze was niet sterk, ws,* alle ongetwijfeld redenen konden ge noemd worden, zoolang zij niet getrouwd was, maar toch niet, nu zij eenmaal de vrouw was van den handelsvorst, die zijn zetel had in St.-Petersburg. Toen zij eindelijk verscheen onder de vrienden en kennissen van Alexander, bleek duidelijk de waarheid van zijn ver klaringen, dat zijn jonge vrouw een af keer had van Rusland, en ook, dat ze een zeer zwakke gezondheid moest hebben. Haar lief gelaat had een onbeschrijfe lijk droeve uitdrukking en, als zij deel nam aan het gesprek wat maar heel zelden plaats had dan sprak zij niet veel anders, dan van haar vroeger ver blijf in Engeland en van den aangenamen tijd dien zij op de kostschool had door gebracht. Het was heel natuurlijk, dat Alexander haar aanbad, terwijl zij ook de grootste genegenheid voelde voor haar knappen echtgenoot, reeds wit van haren. On danks haar jeugd, haar schoonheid en de weelde, waarmee zij zich zag omringd, scheen gravin Marya toch in het geheel niet gelukkig. Kwam dit door de herinnering aan haar vader, die onteerd was gestorven, nadat hij nagenoeg alles van zijn uitge strekte landerijen had verspeeld? Toch viel dit moeilijk aan te nemen, want ze sprak heel gewoon over hem, als zij kennissen van vroeger van hem ontmoette en ze erkende openlijk, dat ze een afkeer had van haar vaderlijk erf deel, het kleine landgoed Alatyr, onge veer een twaalf mijlen van de hoofdstad en waar het „Huis van den Graaf" stond, zooals die woning algemeen heette. Ze placht zelfs te zeggen: dat Alexander, toen hij de voogdijschap over haar aan vaardde, maar liever het sombere buiten goed had moeten verkoopen, in plaats van zoo zijn best te doen, om het-te laten moderniseeren, terwijl zij in haar geliefd Engeland op de kostschool was. En toch zouden Marya en haar echt genoot juist in dat „Huis van den Graaf" hun eind vinden en dit wel op zoo tra- grische wijze, dat nog tot in het derde geslacht de wijdstrekkende gevolgen daarvan zouden gevoeld worden. Niemand wist tot na de catastrophe waarom Alexander er zoo op aange drongen had, dat ze den zomer op het „Huis van den Graaf" zouden doorbren gen. Haar gezondheid had geleden, had hij gezegd, doch de beruchte dampen, die uit de Newa opstegen, als het warm was, en daarom was het noodzakelijk, dat ze beiden, zij en het kind, de hoofdstad zouden verlaten. Maar waarom dan naar Alatyr te gaan, in plaats van naar het een of ander gezondheidsoord aan de Oostzee-kust? Gravin Marya Llewellyn, Marya Iwa- nofna, zooals de boeren haar altijd noem den, was krankzinnig. De geboorte van haar zoontje had- haar het verstand gekost en Alexander wist, dat zijn toe komst voor altijd verduisterd was, eer hij haar naar Rusland bracht. Zijn eenige vertrouwde was Philip, de zoon uit zijn eerste huwelijk. En daar het arme vrouwtje volkomen onschadelijk leek in haar waanvoorstellingen, stemde Philip er in toe, om, zooals zijn vader dit van hem vroeg, het droevig feit ge heim te houden. Philip was een zelfzuchtige jongeman, steeds bedacht op winstbejag, wat later overging in een ware geldzucht. Hij was twee-en-twintig, toen zijn vader tot dit tweede huwelijk besloot, maar hij had zoo schromelijk het land aan de vrouw en haar zoontje, dat dit onmoge- lijk voor Alexander had kunnen verbor- gen blijven, als die zelve niet door en door een man van eer was geweest. Philip haalde enkel de schouders op, als zijn vrienden hem vroegen naar de gravin, en hij placht dan te zeggen: „Ik zie niet veel van haar. Ik geloof, dat vader er verkeerd aan doet, om een J jonge vrouw in zoo'n nest te begraven; maar praat nu eens met een man, die eenmaal liefde voelt en dat nog wel voor zoo'n kind tegenover hem! Als hij daar nu zoo graag ongestoord blijft door de buitenwereld, welnu, ik zal hem niet belemmeren in zijn huwelijksgeluk!" Kleine Iwan was nauwelijks twee jaar oud, toen een groote opschudding werd verwekt in St.-Petersburg door het be richt, dat Alexander Llewellyn dood gevonden was door het. hart gestoken met een gewoon mes op het terras vóór het venster van den salon van zijn vrouw, in Alatyr. Een uur later werd het lijk van den gravin gevonden, drij vende in de rivier de Tir, die door de bosschen van het goed stroomde. En nog was men één en al verontwaardi ging over dit snood bedrijf, toen nu weer het verschrikkelijk nieuws zich verspreid de, dat het kind verdwenen was en niemand wist, of* het levend of dood zou wezen, daar alle sporen totaal waren uitgewischt. Dagen, weken, maanden ja, zelfs jaren verliepen en nooit werd er een dader gevonden van deze drievoudige misdaad. Geen verdacht type werd in de omgeving van Alatyr gezien. Op geen der bedienden viel eenine verdenking Ze waren allen op den bewusten avond, dat de misdaad moest zijn geschied, op, het gewone uur naar bed gegaan en het had nog moeite genoeg gekost, om ze wakker te krijgen, toen de jachtop ziener, die al vroeg zijn heer zou gaan wekken voor een jachtpartij, die was afgesproken, over het lijk van dien heer struikelde nog warm en bloedende zooals het daar lag, op de plek, waar hij anders placht te zitten, als hij op het „Huis van den Graaf" verbleef. Philip Llewellyn deed al, wat gedaan behoorde te worden onder dergelijke om standigheden. Hij wendde geen droef heid voor over het verlies van zijn stief moeder, of haar kind; want, dat hij aan beiden een hekel had, was bekend. Even min scheen hij veel verdriet te hebben over het verlies van zijn vader. Hij deed eenvoudig al, wat van hem verlangd kon worden, door bijvoorbeeld een be looning uit te loven voor dengene, die eenige inlichtingen kon geven betref fende den moord, en door een rouwband te dragen gedurende den tijd, die een maal vastgesteld was voor een dergelijk uiterlijk betoon. Vervolgens nam hij de plaats in van zijn vader en dit wel met een snelheid, die verbazing wekte; te méér, daar hij zich tot nog toe juist tegen die positie had verklaard; en, in plaats van in den handel te gaan een traditie, die steeds door de oudste zoons van de Llewellyn's in eere was gehouden was hij in de rechten gaan studeeren. (Wordt vervolgd0

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1931 | | pagina 5