"N
DERDE BLAD
Zierikzeesclifl Nisuwsbodi
bihoorindi Dl] di
«ia Vrijdag 19 Die 1930, ao. 12085
algemeene vergadering
van het
waterschapsbest. van schouwen.
gehouden op Maandag 15 December.
Voorzitter de heer S. J. Gast.
Afwezig de hoofdingelanden Bolle en
Krepel. Verder zijn alle heeren present,
alsook de ingenieur en de ontv.-griffier.
Na opening wordt deze laatste ver
zocht, de heeren R. D. Faber en P.
Verbeek, gekozen hoofdingelanden van
het gebouwd de vergadering binnen te
leiden, daar reeds ter vorige zitting be
sloten is tot hunne toelating.
De griffier leidt de gekozenen tot voor
den president, die de heeren verzoent in
zijn handen de bij de wet vereischte
eed af te leggen, waaraan beiden vol
doen. Na de beëediging, die staande door
de vergadering werd aangehoord, spreekt
de voorzitter als volgt:
Mijne Heeren,
Ik wensch de traditie getrouw te blij
ven en; U een enkel woord toe te voegen.
Als punt 1 der agenda prijkt thans de
beëediging van Hoofd-Ingelanden van
den gebouwden eigendom.
Beëediging van hoofd-ingeianden is niet
een gebeurtenis in Schouwen's vergade
ringen, die vreemd is; integendeel vaak
hebben er wisselingen plaats gehad, maar
het was steeds voor den ongebouwden
eigendom en het betrof menschen, die
door en door bij iedereen in Schouwen
bekend waren en zelf bekend waren met
de belangen van ons Waterschap.
Thans is die zaak wel eenigszins
anders.
De laatste wijziging van ons reglement
bracht ons de invoering der gebouvvde
lasten. Voorwaar, naar mijne meening,
vooral in een tijd als deze, een verblij
dend verschijnsel.
Natuurlijk eischt de invoering van eene
nieuwe belasting, dus mede betaling ook
mede vertegenwoordiging en 't spreekt
wel vanzelf, dat men door de stem
gerechtigden voor den gebouwden eigen
dom geheel andere menschen naar voren
ziet gebracht, dan die bekenden uit den
ongebouwden eigendom.
Hoewel we elkaar van aangezicht tot
aangezicht kennen, U zijt voor ons be
trekkelijk vreemden.
Dat wil volstrekt niet zeggen, dat bij
ons de bedoeling voor zit, om U als
vreemden te behandelen. Integendeel
zelfs!
Nog liever hadden wij het drietal het
welkom toegeroepen, doch door de uit
spraak der kiezers is slechts op U bei
den eene pertinente beslissing gevallen.
Namens deze alg. verg. wensch ik U
geluk met uwe verkiezing en ik geef
U de verzekering, dat wij hopen U zeer
spoedig als goede bekenden in onze bij
eenkomsten te zien beoordeeld.
Speciaal moet ik er den nadruk op
leggen, dat wij U niet wenschen te zien
als h.-ing. voor den gebouwden eigen
dom. Wij' aanvaarden U, en zelfs gaarne,
als gewoon mede-bestuurslid van on?
waterschap. Ik hoop, dat U zelf uw taak
ook zoo zult willen opvatten en tot uit
voering brengen.
Meneer Faber,
De werkkring waarvoor u staat is voor
u geen vreemde.
Als waterbouwkundig ambtenaar Kunt
u natuurlijk door den aard van uwe be
trekking goed op de hoogte zijn van
waterstaatswetten, polderreglementen en
polderbelangen. Wij hopen niet alleen
van uwe kennis te profiteeren, doch ik
spreek den wensch uit, dat u zich in
hoofdzaak met onze voorstellen, vooral
op technisch gebied, zult kunnen ver
eenigen.
Mocht dit niet het geval zijn, zoo zou
uw lidmaatschap van deze vergadering
aanleiding kunnen zijn tot botsingen met
het hoofd van onzen technischen dienst,
onzen ingenieur en dit zou weer aan
leiding kunnen geven tot minder ge-
wenschte en zeer zeker dure toestan
den, doordat er dan toch zeker een derde
persoon, die tot oordeelen bevoegd is,
aan te pas zou moeten komen.
Maar, laat ik me daarover niet be
zorgd maken voor den tijd/!!
Immers, vakmenschen verschillen nooit
van meening en dus ook u niet met
onzen Ingenieur!!!
Meneer Verbeek,
Aan u niet minder het welkom!
De taak, die u wacht, is voor u meer
vreemd, maar ik ben gerust, dat u de
zaken die hier behandeld móeten wor
den, spoedig onder de knie zult hebben.
Wanneer wij uw levensloop even na
gaan, hebt u getoond overal op uw
plaats te zijn. U was eerst paedagoog
en in dat vak, heeft men mij verteld,
wist men u te respecteeren. U heeft uw
onderwijzersbetrekking vaarwel gezegd en
u is overgegaan in den handel, met name
in den machinehandel en het is wel van
alemegene bekendheid, dat u er ook in
die branche wezen mag.
Ik heb wel eens hooren beweren, dat
er geen motor op Schouwen-Duiveland
is, die het zou durven wagen om niet
te willen draalen, als de heer Verbeek
maar in den omtrek is. Wij hebben ons
stoom- en motorgemaal; laat ons hopen
en wij verheugen er ons bij voorbaat
op, nu U als bestuurslid van ons Water
schap bij voortduring in hunne onmiddel
lijke nabijheid verkeert, dat ook onze
machines dien noodigen eerbied tegen
over uwe kennis zullen afleggen.
Mijne Heeren,
Wij begroeten U met sympathie en wij
wenschen U een aangename werkkring
toe, die in het belang van ons water
schap zal blijken te zijn.
Niet alleen het dag. bestuur, doch ook
de geheele vergadering zegt U haar volle
medewerking toe en wenscht er den na
druk op te leggen, dat ze U thans niet
meer beschouwt als vreemden, doch als
goede vrienden, die in onze vergaderin
gen thuis behooren.
Ik verklaar U hiermede voor geïnstal
leerd en verzoek U zitting te nemen
op de voor U bestemde plaatsen.
De heeren Verbeek en Faber nemen
daarop hunne plaatsen in.
Tot de ingekomen stukken behoort, na
de reeds vermelde, een brief van den
Bond van Oudleerlingen van den L.W.C.
te Renesse, waarin mededeeling wordt
gedaan van een in een vergadering dier
vereeniging aangenomen motie, waarin ten
zeerste wordt afgekeurd de onlangs in
de Alg. Verg. van Schouwen met alge-
meent: stemmen aangenomen salarisver-
hooging.
De voorzitter stelt voor dezen brief
voor kennisgeving aan te nemen, waar
toe z.h.st. besloten wordt.
Bij punt V der agenda, tot het aangaan
van een leening van f 60.000, voor be
strijding der kosten van voorziening voor
de val aan Schalkwijksnol, zegt de heer
Faber bezwaren tegen deze leening te
hebben, terwijl hij ook niet gelooft, dat
deze leening noodig is, wat hij nader
uiteenzet.
De voorz. maakt spr. er op attent,
dat deze leening de vorige begrooting
betreft, en verder, dat hij niet zou weten,
hoe men zonder te leenen, geld vast zal
krijgen.
De ontv.-griffier leest een staatje voor,
gemaakt aan de hand van de begrooting
voor 1931, wat men in de naaste toe
komst zal moeten aflossen op de ver
schillende leeningen en wanneer deze
posten minimaal op het budget zullen
gaan drukken.
De voorzitter wijst er op, dat men mis
schien in 1931 weer zal moeten gaan
leenen, ter beveiliging van de kust in
de omgeving van Scharendijke.
De heer den Boer merkt op, dat, wan
neer men} het benoodigde geld uit de be
grotingsposten zou gaan halen, men voor
groote moeilijkheden zal komen te staan.
Een dergelijke methode ontraadt spr. ten
zeerste.
De heer Faber betoogt, dat de begroo
ting mede kan vallen en daarom zou
de helft/ op de nieuwe begrooting kunnen
werden gebracht. Spr. doet dan ook een
voorstel in dien zin, wat evenwel niet
wordt ondersteund en ook niet in behan
deling komt. Het leeningbesluit wordt
daarop met alg. stemmen aangenomen.
Voor tijdelijk kasgeld wordt voor 1931
f 200,000 opgenomen. Het bestuur zal zien
deze leening zoo voordeelig mogelijk af
te sluiten.
Punt 8, vaststelling gewoon dijkgeschot
voor 1931, wordt z.h.st. aangenomen.
Aan de orde is daarna de begrooting
voor 1931. Algemeene beschouwingen wor
den niet gehouden, waarop overgegaan
wordt tot artikelsgewijze behandeling der
begrooting, beginnende met de uitga-
Bij hoofdst. II, art. Ia, bepleit de heer
Faber, voor herstel der glooiing aan 't
district Zuidhoek—Borrendamme, zetstee-
nen van zuilvorm, die ongeveer gelijk is
aan basalt, zwaarder en goedkooper. Ze
wordt o.m. ook door het Rijk aan de
Oude Hoeve gebruikt.
De ingenieur vindt, dat er wel iets
voor te zeggen is, hoewel die steensoort
gemakkelijker is te gebruiken voor dam
men, dan voor glooiingen.
Besloten wordt de uitvoering aan het
D.B. over te laten en een proef te nemen
met de door dhr. Faber gegeven wenk.
Bij hoofdstuk II, art. lfc, stelt de com
missie van onderzoek der begrooting
voor, het werk aan Flaauwers over de
geheele lengte uit te voeren en het be-
bedrag benoodigd voor Koudekerke
(f 6846,75) eveneens voor Flaauwers aan
te wenden en 'net voorgestelde werk aan
Koudekerke niet uit te voeren.
De voorzitter merkt op, dat men over
het laatste gedeelte aan Flaauwers niet
zoo ongerust behoeft te zijn, daar de
stroom daar ter plaatse den oever niet
aanvalt, maar de toestand aan de glooiing
te Koudekerke eischt voorziening. Het
D.B. acht zich dan ook niet verantwoord,
wanneer aan Koudekerke niet ingegrepen
wordt.
Na eenig debat hierover, waarbij de
heer Faber verbreeding van de teen met
U/2 M. had aanbevolen, wordt het art.
aangenomen zooals door het D.B. wordt
voorgesteld.
Bij art. lh (stormschade en schade door
ijsgang, geraamd op f 5000) stelt de com
missie voor deze post te verhoogen tot
f 10,000, te dekken door het buitengewoon
dijkgeschot te verminderen met f 2 in-
plaats van f 2,50 per H.A.
De voorzitter acht de post van f 5000
meer dan voldoende voor stormschade.
Slechts enkele jaren zijn aan te wijzen
dat men met hooge uitgaven hiervoor zat.
Maar dan is f 10,000 ook niet voldoende.
Verhooging ontraadt spr. te meer, daar
hij er in dit geval er het kweeken van
stille reserve in ziet.
De heer den Boer verschilt ten deze
van meening met den voorzitter. Hij ziet
in deze verhooging een stap in de rich
ting van gezondmaking der financiën.
De heer Steur merkt op, dat men
deze post evengoed bij „onvoorzien" kan
voeger-
Het idéé van de commissie wordt niet
ondersteund en door dc vergadering niet
aanvaard, zoodat ze wordt gehandhaafd
als door het bestuur voorgesteld.
Bij hoofdstuk II, art. 2b (waterleidin
gen) vraagt de commissie of het niet
delven van waterleidingen oorzaak van
fin. zwakheid beteekent of acht het D.B.
het delven niet noodzakelijk?
De voorzitter antwoordt,, dat alleen
het idéé, bezuinigen waar noodig, heeft
voorgezeten bij het D.B., toen deze be
grooting werd opgemaakt. Het delven
kan een jaar wachten en van fin. on
macht is geen sprake.
Bij hoofdstuk II, art. 2c (wegen) merkt
Jhr. van Citters op, dat het nieuwe
wegdek onder Haamstede nu reeds is
versleten. Het werk is hem buitengewoon
tegengevallen.
De voorzitter zegt, dat het een próef
zal zijn, die men niet zal voortzetten.
De heer Smallegange betreurt het, dat
de Serooskerksche weg gewalst is, wat
een slecht resultaat heeft opgeleverd. Die
weg was voor zoo'n bewerking te smal.
De voorzitter merkt op, dat bij niet
walsen de weg niet berijdbaar zou zijn.
Het is 't eenige wat men er aan kon
doen.
Bij hoofdstuk III, art. 2, aanbrenging
werken Noorderstrandgeraamd op
f6111,40, stelt de heer Faber voor deze
post te schrappen, daar hij van meening
is, dat die werken onnoodig zijn door
verbetering van de strandhoofden door
het Rijk.
Heemraad v. d. Weijde betoogt, dat
juist door de maatregelen van het Rijk
Schouwen aanval op zijn dammen heeft
gekregen. Tot tweemaal toe is de glooi
ing onder de trap aan Renesse er uit
geslagen.
De ingenieur verdedigt het voorstel van
het D. B. en acht het ongewenscht om
dit werk uit te stellen.
Niemand ondersteunt het voorstel-
Faber, zoodat het verder geen punt van
overweging meer uitmaakt.
De vergadering wordt hierop geschorst
tot kwart over één. Bij de heropening
stelt de voorzitter hoofdstuk IV, uitbe
taling en aflossing van gevestigde schul
den, aan de orde, welk hoofdstuk, na
eenige wijzigingen op enkele artikelen,
noodig door verandering in den rente
voet, wordt goedgekeurd.
Bij hoofdstuk VII, art. 1, onderhoud
's Landskamer, vraagt en verkrijgt de
voorzitter machtiging voor verlichting en
verwarming, daar thans in de winter
maanden vergaderd moet worden. De
kosten daarvoor zullen uit onvoorzien be
streden worden.
Bij hoofdstuk X, art. Ie (schrijfloonen),
vraagt de commissie, waarvoor die zijn
bestemd?
De voorzitter antwoordt, dat deze gel
den er voorzichtigheidshalve op zijn ge
zet, omdat ook het D.B. niet weet, hoe
veel administratief werk er bij zal ko
men. Niet onmogelijk is, dat men wel
licht tijdelijk -hulp zal moeten nemen;
Men hoopt er van over te houden. Spr.
verzoekt deze post voor 1931 te hand
haven; dan pas weten we wat noodig
zal zijn. Dit keurt de commissie goed.
Bij hoofdstuk XIV, art. 12, kwaad slot
der rekening van de commissie voor
de grindwegen, f 26922,441/2 (vorig jaar
f 18454,301/2)» merkt jhr. v. Citters op,
dat dit kwaad saldo hem zeer is tegen
gevallen.
De voorzitter geeft te kennen, dat er
van de wegen ook meer gevergd wordt
dan vroeger. Voor het volgend jaar zal
iets minder macadam worden aange
bracht, terwijl steeds weer pog/ngen zul
len worden aangewend om uit het Rijks
wegenfonds gelden te krijgen voor ter
tiaire wegen.
Thans komen de Ontvangsten aan
de orde.
Bij hoofdstuk! II, art. 2, vraagt de com
missie, waarom de verpachting van de
onverpachte perceelen (bij algemeene ver
pachting) nog is uitgesteld?
De voorzitter antwoordt, dat het de
bedoeling is, dit spoedig te doen. De tijd
heeft werkelijk de laatste maanden daar
voor ontbroken.
Bij hoofdstuk III, art. 5, dijkgeschot
op gebouwde eigendommen, geraamd op
f 12574,06, maakte de heer Faber aan
merking op sommige herstellingen in de
glooiingen van Koudekerke en Langen-
dijk, die volgens spr. behooren bij „On
derhoud" en geen „buitengewone wer
ken" zijn.
Bij nadere beschouwing blijkt, dat het
eenige M2. betreft, waarvan de kosten
op pl. m. f 100 worden geraamd.
Na eenige discussie wordt besloten, dit
bedrag van de totale raming af te trek
ken.
Bij hoofdstuk IV, art. 1, suatiepenningen
van aangrenzende polders, vraagt dhr
Blom, of die polders niet iets meer kun
nen bijdragen?
De voorzitter gelooft niet, dat de
sueerende polders, nu er in hoogste in
stantie uitspraak is gedaan, er veel voor
zullen voelen, meer te gaan betalen aan
suatiepenningen.
De voorzitter vraagt machtiging voor
overschrijving van verschillende posten
door wijziging in de begrooting ontstaan.
Daarna wordt de begrooting in stem
ming gebracht en met alg. stemmen aan
genomen.
De voorzitter zegt der commissie dank
voor haar nauwkeurig onderzoek der be
grooting.
Na opmaking van de agenda is een
brief ingekomen van de gemeente El
kerzee, die voor rioleeringsplannen dem
ping vraagt van een gedeelte waterlei
ding, pl. m. 80 M.,van Schouwen.
Het D'. B. stelt voor dit verzoek in
te willigen, waartoe de alg. verg. besluit,
met dien verstande, dal het gevraagde
in erfpacht zal worden uitgegeven aan
de betrokken gemeente.
DE VERMAKELIJKE HISTORIE YAN DE FAMILIE VAN EMMEN.
door G. TH. ROTMAN.
71. Terwijl het heele gezelschap drun 72. Toen wilde hij met groote stappe
aan 't kikkervangen was, liep meneer Van naar de keuken loopen, om te onderzoe
Emmen wa*nhopig door de kamer. „Wat ken, hoe die kikkers in de soepterrie
'n blamage. Wat 'n blamage!" kermde gekomen waren.... De gevolgen ware
hij en wischte zich het voorhoofd af. eenvoudig verschrikkelijk! Doordat hij z'
Maar toen hij zijn zakdoek weer wou hand nog in z'n zak had trok hij h<
opbergen, stond hij toevallig vlak bij hééle tafellaken, met alles wat er 0
de tafel en stak per ongeluk meteen een stond, mee. Niets bleef er heel! Ac'
punt van het tafellaken in zijn zak. ach, en dat alles op zijn verjaardag
Bij de rondvraag stelt dhr. de Glopper
voor een proef te nemen met het ma
ken van een drietal strekdammen aan
het Noorderstrand. Lukt die proef, dan
kan misschien voor Schouwen veel geld
bespaard worden.
De voorzitter stelt voor, dit idee te
renvoyeeren naar het bestuur, terwijl de
ingenieur toezegt, dit plan nader te
zullen bezien.
De heer Faber informeert, wanneer het
percentage voor het gebouwd wordt vast
gesteld?
De voorzitter: Zoodra de begrooting
door Ged. Staten is goedgekeurd, wordt
31/2 ct, geheven.
De heer Gast vraagt, hoe het staat
met het binnenkomen van het geschot?
De voorzitter antwoordt, dat Schou
wen een goede St.-Nicolaas heeft gehad,
maar dat nog f 120.000 te innen valt.
De heer A. J. Padmos komt terug op
in een vorige vergadering ook reeds be
sproken kwestie wat betreft de tegen
woordige aangewende macadam, welke
kwaliteit men niet zoo goed acht.
De voorzitter heeft toevalliger wijze
nog niet lang geleden, met een anderen
ingenieur over de basalt gesproken, die
Schouwen op zijn wegen gebruikt en
ook deze deskundige verklaarde, dat
deze basalt, die fin. voordeel oplevert
voor 't waterschap, goed is.
De heer Blom zou die basaltkwestie wel
eens uitgemaakt wenschen te zien door
het oordeel van twee deskundigen te
hooren.
De voorzitter zegt, dat het niet de
bedoeling is'de basalt op de kleine wegen
te brengen, terwijl de ingenieur tegen
monsterneming en onderzoek geen be
zwaar heeft, daar de uitslag hem toch
in 't gelijk zal stellen.
Een nader voorstel wordt ten deze
niet gedaan en de discussies daarover
worden gestaakt.
De heer Hocke heeft begin December
van drie heemraden een brief gekregen,
met verzoek, de daarin vervatte vraag
schriftelijk te beantwoorden. Spr. heeft
aan den heer Boot terug geschreven en
nu vraagt spr., of de heeren de vraag
mondeling willen doen, om ze dan hier
't openbaar te beantwoorden.
De heer Boot stelt er geen prijs op,
dat antwoord in deze vergadering te
hooren.
De voorzitter geeft de heeren den raad
van deze onverkwikkelijke geschiedenis
af te stappen, welk advies wordt opge
volgd, waarop sluiting der algemeene
vergadering volgt.
laag op den weg door het bietenvervoi
Indien aan de karren voerders de v<
plichting werd opgelegd de wielen v
hun wagens te reinigen, alvorens zij v
het land op den rijweg komen, zou hi<
mede reeds eene aanmerkelijke verbe
ring worden bereikt. Bij de afritten ne
de polders is de toestand nu dikwi
gevaarlijk, vooral waar de landwegen
bochten op den doorgaanden weg a;
sluiten. Het zal op die plaatsen aanl
veling verdienen de aansluiting en
afritten te voorzien van een goede kl
kerverharding, waardoor het stukrijc
van den weg door de karren wo:
voorkomen.
3. De aanwezigheid op het eind
de Molenstraat te Oud-Vossemeer
een muur bij het perceel van den h
Zeedijk, waardoor het uitzicht op
verkeer wordt gehinderd.
In de tweede plaats de weg van O
Yossemeer tot 2i/2 K.M. voor St.-An
land. Betreffende dezen weg gelden
zelfde klachten. Bovendien^zijn de
kanten van dezen weg niet verhard, z
dat deze worden stuk gereden en
diepe sporen en modderkuilen ontsü
hetgeen bij uitwijken groot gevaar
levert.
Door het aanbrengen van een zij
ook lichte verharding wordt de veilig!
van het verkeer en de algemeene br
baarheid van den weg in belangrijke n
verhoogd.
Ten slotte wordt de aandacht nog
vestigd op een gevaarlijke en sche
bocht op( Candia, waar verbreeding tk
zakelijk is om anders onvermijdelijke
gelukken te voorkomen.
WEGEN OP THOLEN.
Tot het College van B. en W. van Tho-
len, het polderbestuur van Oud-Vosse
meer en van St.-Annaland heeft de B.B.N.,
Bond van Bedrijfsautohouders in Neder
land, een adres gericht 0111 te wijzen op
den toestand van eenige wegen. In de
eerste plaats de weg van af den laatsten
Stuwer tot Oud-Vossemeer. 1. Het onder
houd, waarbij de gaten en kuilen in den
3 a 4 M. breeden steenslagweg worden
opgevuld met aarde en steenslag, waar
door de bekende molshoopen ontstaan
en waarbij het inrijden aan het verkeer
wordt overgelaten.
Vroeger kon eene dergelijke werkwijze
bij een overwegend verkeer met van
breede ijzeren wielbanden voorziene wa
gens met succes worden toegepast. Nu
tegenwoordig meer en meer motorrijtui
gen op den weg verschijnen, is de ge
schetste wijze van werken niet meer toe
laatbaar; niet alleen lijden de bedrijfs
autohouders daardoor belangrijke schade
aan hun materiëel en banden, doch ook
de wegbeheerder zelf is er niet mede
gebaat, omdat al heel spoedig de opge
vulde gaten door de zuigende werking
van de banden bij de grootere snelheid
van de mechanische voertuigen weer wor
den stuk gereden en het geld aan het
onderhoud besteed als weggegooid moet
worden beschouwd.
De juiste wijze van herstelling zal moe
ten bestaan in het omploegen van het
wegdek met aanvulling van het verhar
dingsmateriaal, waar zulks noodig is en
het daarna opnieuw inwalsen van den
weg. Het aanbrengen van een bitumi
neuze afdekking zal op den duur niet
zijn te vermijden en zeker bijdragen tot
verlaging van de onderhoudskosten.
2. Het vormen van een gevaarlijke slib-
VOOR DE HUISVROUW.
Een gezellige maand en een geze
schotel. Daar zijn we het wel over e
December is een gezellige maand. 1
welijks is de Sinterklaas achter den
of de toebereidselen voor de Kerstd;
en daarna de jaarswisseling zijn in
tocht. Het is een tijd van familiebe
van logeerpartijtjes, van gasten en b
gezichten. En natuurlijk extra drukte
de huisvrouw, die haar gasten ontl
wil. Heeft men een groote familiel
aan tafel, dan is het soms een toei
een goed gerecht te bereiden, als
vulling van den maaltijd, of als w;
schotel bij de koffietafel. Maar dan
u toch eens het „gevulde brood" pr<
ren, dat bovendien de verdienste 1
niet erg duur te zijn in bereiding,
neemt daartoe een oud brood, liefs
sino, snijdt er een kapje af en hol:
brood uit tot onderaan toe, zoodat
in het rond een korst van 2 c.M.
overhoudt. De binnenkant van het
wordt nu heelemaal met boter, die
gemaakt is, besmeerd. Aan een ons
men wel genoeg. Dan hakt men
pond vleeschresten fijn, het mag
het rund, kip, gans, eend of wet
zijn, desnoods verschillende soorten
elkaar, en vermengt dit fijnge
vleesch met de helft van het broodl
dat uit het brood is gekomen. Dit b
kruim heeft men vooraf geweekt
theekopjes bouillon of met water
dunde jus, waarna men er een hee
gehakt uitje goed doorheen werkt,
der mengt men door dit „deeg" 2
lepels gehakte peterselie, wat 1
nootmuskaat en zout en 3 theeiep
maggi's aroma. Met dit mengsel
vleesch en brood en kruiden vult
het uitgeholde brood, waarna mei
met wat boter besmeerde kapje
doet. Tenslotte besmeert men het
van buiten nog met wat overgeh
boter en zet het dan op een bakb
braadslee in den oven, tot de korst
perig geworden is en de inhouc
het brood door en door heet i:
heerlijke gevulde brood, dat de
vervult van een kostelijke „pastei",
men bij het opdienen in tamelijk
plakken. Ook kan men, als men 1
gasten heeft, op dezelfde manier
broodjes vullen en bakken. Doch
het ook doet, als het met zorg
wordt kunt u er niet anders dan
mee hebben.
ONDERWIJS.
Benoemd tot onderwijzer aan d
school te Moriaanshoofd, de heer
v. d. Louw van Arnemuiden.