"N DERDE BLAD Zierikzeesclifl Nisuwsbodi bihoorindi Dl] di «ia Vrijdag 19 Die 1930, ao. 12085 algemeene vergadering van het waterschapsbest. van schouwen. gehouden op Maandag 15 December. Voorzitter de heer S. J. Gast. Afwezig de hoofdingelanden Bolle en Krepel. Verder zijn alle heeren present, alsook de ingenieur en de ontv.-griffier. Na opening wordt deze laatste ver zocht, de heeren R. D. Faber en P. Verbeek, gekozen hoofdingelanden van het gebouwd de vergadering binnen te leiden, daar reeds ter vorige zitting be sloten is tot hunne toelating. De griffier leidt de gekozenen tot voor den president, die de heeren verzoent in zijn handen de bij de wet vereischte eed af te leggen, waaraan beiden vol doen. Na de beëediging, die staande door de vergadering werd aangehoord, spreekt de voorzitter als volgt: Mijne Heeren, Ik wensch de traditie getrouw te blij ven en; U een enkel woord toe te voegen. Als punt 1 der agenda prijkt thans de beëediging van Hoofd-Ingelanden van den gebouwden eigendom. Beëediging van hoofd-ingeianden is niet een gebeurtenis in Schouwen's vergade ringen, die vreemd is; integendeel vaak hebben er wisselingen plaats gehad, maar het was steeds voor den ongebouwden eigendom en het betrof menschen, die door en door bij iedereen in Schouwen bekend waren en zelf bekend waren met de belangen van ons Waterschap. Thans is die zaak wel eenigszins anders. De laatste wijziging van ons reglement bracht ons de invoering der gebouvvde lasten. Voorwaar, naar mijne meening, vooral in een tijd als deze, een verblij dend verschijnsel. Natuurlijk eischt de invoering van eene nieuwe belasting, dus mede betaling ook mede vertegenwoordiging en 't spreekt wel vanzelf, dat men door de stem gerechtigden voor den gebouwden eigen dom geheel andere menschen naar voren ziet gebracht, dan die bekenden uit den ongebouwden eigendom. Hoewel we elkaar van aangezicht tot aangezicht kennen, U zijt voor ons be trekkelijk vreemden. Dat wil volstrekt niet zeggen, dat bij ons de bedoeling voor zit, om U als vreemden te behandelen. Integendeel zelfs! Nog liever hadden wij het drietal het welkom toegeroepen, doch door de uit spraak der kiezers is slechts op U bei den eene pertinente beslissing gevallen. Namens deze alg. verg. wensch ik U geluk met uwe verkiezing en ik geef U de verzekering, dat wij hopen U zeer spoedig als goede bekenden in onze bij eenkomsten te zien beoordeeld. Speciaal moet ik er den nadruk op leggen, dat wij U niet wenschen te zien als h.-ing. voor den gebouwden eigen dom. Wij' aanvaarden U, en zelfs gaarne, als gewoon mede-bestuurslid van on? waterschap. Ik hoop, dat U zelf uw taak ook zoo zult willen opvatten en tot uit voering brengen. Meneer Faber, De werkkring waarvoor u staat is voor u geen vreemde. Als waterbouwkundig ambtenaar Kunt u natuurlijk door den aard van uwe be trekking goed op de hoogte zijn van waterstaatswetten, polderreglementen en polderbelangen. Wij hopen niet alleen van uwe kennis te profiteeren, doch ik spreek den wensch uit, dat u zich in hoofdzaak met onze voorstellen, vooral op technisch gebied, zult kunnen ver eenigen. Mocht dit niet het geval zijn, zoo zou uw lidmaatschap van deze vergadering aanleiding kunnen zijn tot botsingen met het hoofd van onzen technischen dienst, onzen ingenieur en dit zou weer aan leiding kunnen geven tot minder ge- wenschte en zeer zeker dure toestan den, doordat er dan toch zeker een derde persoon, die tot oordeelen bevoegd is, aan te pas zou moeten komen. Maar, laat ik me daarover niet be zorgd maken voor den tijd/!! Immers, vakmenschen verschillen nooit van meening en dus ook u niet met onzen Ingenieur!!! Meneer Verbeek, Aan u niet minder het welkom! De taak, die u wacht, is voor u meer vreemd, maar ik ben gerust, dat u de zaken die hier behandeld móeten wor den, spoedig onder de knie zult hebben. Wanneer wij uw levensloop even na gaan, hebt u getoond overal op uw plaats te zijn. U was eerst paedagoog en in dat vak, heeft men mij verteld, wist men u te respecteeren. U heeft uw onderwijzersbetrekking vaarwel gezegd en u is overgegaan in den handel, met name in den machinehandel en het is wel van alemegene bekendheid, dat u er ook in die branche wezen mag. Ik heb wel eens hooren beweren, dat er geen motor op Schouwen-Duiveland is, die het zou durven wagen om niet te willen draalen, als de heer Verbeek maar in den omtrek is. Wij hebben ons stoom- en motorgemaal; laat ons hopen en wij verheugen er ons bij voorbaat op, nu U als bestuurslid van ons Water schap bij voortduring in hunne onmiddel lijke nabijheid verkeert, dat ook onze machines dien noodigen eerbied tegen over uwe kennis zullen afleggen. Mijne Heeren, Wij begroeten U met sympathie en wij wenschen U een aangename werkkring toe, die in het belang van ons water schap zal blijken te zijn. Niet alleen het dag. bestuur, doch ook de geheele vergadering zegt U haar volle medewerking toe en wenscht er den na druk op te leggen, dat ze U thans niet meer beschouwt als vreemden, doch als goede vrienden, die in onze vergaderin gen thuis behooren. Ik verklaar U hiermede voor geïnstal leerd en verzoek U zitting te nemen op de voor U bestemde plaatsen. De heeren Verbeek en Faber nemen daarop hunne plaatsen in. Tot de ingekomen stukken behoort, na de reeds vermelde, een brief van den Bond van Oudleerlingen van den L.W.C. te Renesse, waarin mededeeling wordt gedaan van een in een vergadering dier vereeniging aangenomen motie, waarin ten zeerste wordt afgekeurd de onlangs in de Alg. Verg. van Schouwen met alge- meent: stemmen aangenomen salarisver- hooging. De voorzitter stelt voor dezen brief voor kennisgeving aan te nemen, waar toe z.h.st. besloten wordt. Bij punt V der agenda, tot het aangaan van een leening van f 60.000, voor be strijding der kosten van voorziening voor de val aan Schalkwijksnol, zegt de heer Faber bezwaren tegen deze leening te hebben, terwijl hij ook niet gelooft, dat deze leening noodig is, wat hij nader uiteenzet. De voorz. maakt spr. er op attent, dat deze leening de vorige begrooting betreft, en verder, dat hij niet zou weten, hoe men zonder te leenen, geld vast zal krijgen. De ontv.-griffier leest een staatje voor, gemaakt aan de hand van de begrooting voor 1931, wat men in de naaste toe komst zal moeten aflossen op de ver schillende leeningen en wanneer deze posten minimaal op het budget zullen gaan drukken. De voorzitter wijst er op, dat men mis schien in 1931 weer zal moeten gaan leenen, ter beveiliging van de kust in de omgeving van Scharendijke. De heer den Boer merkt op, dat, wan neer men} het benoodigde geld uit de be grotingsposten zou gaan halen, men voor groote moeilijkheden zal komen te staan. Een dergelijke methode ontraadt spr. ten zeerste. De heer Faber betoogt, dat de begroo ting mede kan vallen en daarom zou de helft/ op de nieuwe begrooting kunnen werden gebracht. Spr. doet dan ook een voorstel in dien zin, wat evenwel niet wordt ondersteund en ook niet in behan deling komt. Het leeningbesluit wordt daarop met alg. stemmen aangenomen. Voor tijdelijk kasgeld wordt voor 1931 f 200,000 opgenomen. Het bestuur zal zien deze leening zoo voordeelig mogelijk af te sluiten. Punt 8, vaststelling gewoon dijkgeschot voor 1931, wordt z.h.st. aangenomen. Aan de orde is daarna de begrooting voor 1931. Algemeene beschouwingen wor den niet gehouden, waarop overgegaan wordt tot artikelsgewijze behandeling der begrooting, beginnende met de uitga- Bij hoofdst. II, art. Ia, bepleit de heer Faber, voor herstel der glooiing aan 't district Zuidhoek—Borrendamme, zetstee- nen van zuilvorm, die ongeveer gelijk is aan basalt, zwaarder en goedkooper. Ze wordt o.m. ook door het Rijk aan de Oude Hoeve gebruikt. De ingenieur vindt, dat er wel iets voor te zeggen is, hoewel die steensoort gemakkelijker is te gebruiken voor dam men, dan voor glooiingen. Besloten wordt de uitvoering aan het D.B. over te laten en een proef te nemen met de door dhr. Faber gegeven wenk. Bij hoofdstuk II, art. lfc, stelt de com missie van onderzoek der begrooting voor, het werk aan Flaauwers over de geheele lengte uit te voeren en het be- bedrag benoodigd voor Koudekerke (f 6846,75) eveneens voor Flaauwers aan te wenden en 'net voorgestelde werk aan Koudekerke niet uit te voeren. De voorzitter merkt op, dat men over het laatste gedeelte aan Flaauwers niet zoo ongerust behoeft te zijn, daar de stroom daar ter plaatse den oever niet aanvalt, maar de toestand aan de glooiing te Koudekerke eischt voorziening. Het D.B. acht zich dan ook niet verantwoord, wanneer aan Koudekerke niet ingegrepen wordt. Na eenig debat hierover, waarbij de heer Faber verbreeding van de teen met U/2 M. had aanbevolen, wordt het art. aangenomen zooals door het D.B. wordt voorgesteld. Bij art. lh (stormschade en schade door ijsgang, geraamd op f 5000) stelt de com missie voor deze post te verhoogen tot f 10,000, te dekken door het buitengewoon dijkgeschot te verminderen met f 2 in- plaats van f 2,50 per H.A. De voorzitter acht de post van f 5000 meer dan voldoende voor stormschade. Slechts enkele jaren zijn aan te wijzen dat men met hooge uitgaven hiervoor zat. Maar dan is f 10,000 ook niet voldoende. Verhooging ontraadt spr. te meer, daar hij er in dit geval er het kweeken van stille reserve in ziet. De heer den Boer verschilt ten deze van meening met den voorzitter. Hij ziet in deze verhooging een stap in de rich ting van gezondmaking der financiën. De heer Steur merkt op, dat men deze post evengoed bij „onvoorzien" kan voeger- Het idéé van de commissie wordt niet ondersteund en door dc vergadering niet aanvaard, zoodat ze wordt gehandhaafd als door het bestuur voorgesteld. Bij hoofdstuk II, art. 2b (waterleidin gen) vraagt de commissie of het niet delven van waterleidingen oorzaak van fin. zwakheid beteekent of acht het D.B. het delven niet noodzakelijk? De voorzitter antwoordt,, dat alleen het idéé, bezuinigen waar noodig, heeft voorgezeten bij het D.B., toen deze be grooting werd opgemaakt. Het delven kan een jaar wachten en van fin. on macht is geen sprake. Bij hoofdstuk II, art. 2c (wegen) merkt Jhr. van Citters op, dat het nieuwe wegdek onder Haamstede nu reeds is versleten. Het werk is hem buitengewoon tegengevallen. De voorzitter zegt, dat het een próef zal zijn, die men niet zal voortzetten. De heer Smallegange betreurt het, dat de Serooskerksche weg gewalst is, wat een slecht resultaat heeft opgeleverd. Die weg was voor zoo'n bewerking te smal. De voorzitter merkt op, dat bij niet walsen de weg niet berijdbaar zou zijn. Het is 't eenige wat men er aan kon doen. Bij hoofdstuk III, art. 2, aanbrenging werken Noorderstrandgeraamd op f6111,40, stelt de heer Faber voor deze post te schrappen, daar hij van meening is, dat die werken onnoodig zijn door verbetering van de strandhoofden door het Rijk. Heemraad v. d. Weijde betoogt, dat juist door de maatregelen van het Rijk Schouwen aanval op zijn dammen heeft gekregen. Tot tweemaal toe is de glooi ing onder de trap aan Renesse er uit geslagen. De ingenieur verdedigt het voorstel van het D. B. en acht het ongewenscht om dit werk uit te stellen. Niemand ondersteunt het voorstel- Faber, zoodat het verder geen punt van overweging meer uitmaakt. De vergadering wordt hierop geschorst tot kwart over één. Bij de heropening stelt de voorzitter hoofdstuk IV, uitbe taling en aflossing van gevestigde schul den, aan de orde, welk hoofdstuk, na eenige wijzigingen op enkele artikelen, noodig door verandering in den rente voet, wordt goedgekeurd. Bij hoofdstuk VII, art. 1, onderhoud 's Landskamer, vraagt en verkrijgt de voorzitter machtiging voor verlichting en verwarming, daar thans in de winter maanden vergaderd moet worden. De kosten daarvoor zullen uit onvoorzien be streden worden. Bij hoofdstuk X, art. Ie (schrijfloonen), vraagt de commissie, waarvoor die zijn bestemd? De voorzitter antwoordt, dat deze gel den er voorzichtigheidshalve op zijn ge zet, omdat ook het D.B. niet weet, hoe veel administratief werk er bij zal ko men. Niet onmogelijk is, dat men wel licht tijdelijk -hulp zal moeten nemen; Men hoopt er van over te houden. Spr. verzoekt deze post voor 1931 te hand haven; dan pas weten we wat noodig zal zijn. Dit keurt de commissie goed. Bij hoofdstuk XIV, art. 12, kwaad slot der rekening van de commissie voor de grindwegen, f 26922,441/2 (vorig jaar f 18454,301/2)» merkt jhr. v. Citters op, dat dit kwaad saldo hem zeer is tegen gevallen. De voorzitter geeft te kennen, dat er van de wegen ook meer gevergd wordt dan vroeger. Voor het volgend jaar zal iets minder macadam worden aange bracht, terwijl steeds weer pog/ngen zul len worden aangewend om uit het Rijks wegenfonds gelden te krijgen voor ter tiaire wegen. Thans komen de Ontvangsten aan de orde. Bij hoofdstuk! II, art. 2, vraagt de com missie, waarom de verpachting van de onverpachte perceelen (bij algemeene ver pachting) nog is uitgesteld? De voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is, dit spoedig te doen. De tijd heeft werkelijk de laatste maanden daar voor ontbroken. Bij hoofdstuk III, art. 5, dijkgeschot op gebouwde eigendommen, geraamd op f 12574,06, maakte de heer Faber aan merking op sommige herstellingen in de glooiingen van Koudekerke en Langen- dijk, die volgens spr. behooren bij „On derhoud" en geen „buitengewone wer ken" zijn. Bij nadere beschouwing blijkt, dat het eenige M2. betreft, waarvan de kosten op pl. m. f 100 worden geraamd. Na eenige discussie wordt besloten, dit bedrag van de totale raming af te trek ken. Bij hoofdstuk IV, art. 1, suatiepenningen van aangrenzende polders, vraagt dhr Blom, of die polders niet iets meer kun nen bijdragen? De voorzitter gelooft niet, dat de sueerende polders, nu er in hoogste in stantie uitspraak is gedaan, er veel voor zullen voelen, meer te gaan betalen aan suatiepenningen. De voorzitter vraagt machtiging voor overschrijving van verschillende posten door wijziging in de begrooting ontstaan. Daarna wordt de begrooting in stem ming gebracht en met alg. stemmen aan genomen. De voorzitter zegt der commissie dank voor haar nauwkeurig onderzoek der be grooting. Na opmaking van de agenda is een brief ingekomen van de gemeente El kerzee, die voor rioleeringsplannen dem ping vraagt van een gedeelte waterlei ding, pl. m. 80 M.,van Schouwen. Het D'. B. stelt voor dit verzoek in te willigen, waartoe de alg. verg. besluit, met dien verstande, dal het gevraagde in erfpacht zal worden uitgegeven aan de betrokken gemeente. DE VERMAKELIJKE HISTORIE YAN DE FAMILIE VAN EMMEN. door G. TH. ROTMAN. 71. Terwijl het heele gezelschap drun 72. Toen wilde hij met groote stappe aan 't kikkervangen was, liep meneer Van naar de keuken loopen, om te onderzoe Emmen wa*nhopig door de kamer. „Wat ken, hoe die kikkers in de soepterrie 'n blamage. Wat 'n blamage!" kermde gekomen waren.... De gevolgen ware hij en wischte zich het voorhoofd af. eenvoudig verschrikkelijk! Doordat hij z' Maar toen hij zijn zakdoek weer wou hand nog in z'n zak had trok hij h< opbergen, stond hij toevallig vlak bij hééle tafellaken, met alles wat er 0 de tafel en stak per ongeluk meteen een stond, mee. Niets bleef er heel! Ac' punt van het tafellaken in zijn zak. ach, en dat alles op zijn verjaardag Bij de rondvraag stelt dhr. de Glopper voor een proef te nemen met het ma ken van een drietal strekdammen aan het Noorderstrand. Lukt die proef, dan kan misschien voor Schouwen veel geld bespaard worden. De voorzitter stelt voor, dit idee te renvoyeeren naar het bestuur, terwijl de ingenieur toezegt, dit plan nader te zullen bezien. De heer Faber informeert, wanneer het percentage voor het gebouwd wordt vast gesteld? De voorzitter: Zoodra de begrooting door Ged. Staten is goedgekeurd, wordt 31/2 ct, geheven. De heer Gast vraagt, hoe het staat met het binnenkomen van het geschot? De voorzitter antwoordt, dat Schou wen een goede St.-Nicolaas heeft gehad, maar dat nog f 120.000 te innen valt. De heer A. J. Padmos komt terug op in een vorige vergadering ook reeds be sproken kwestie wat betreft de tegen woordige aangewende macadam, welke kwaliteit men niet zoo goed acht. De voorzitter heeft toevalliger wijze nog niet lang geleden, met een anderen ingenieur over de basalt gesproken, die Schouwen op zijn wegen gebruikt en ook deze deskundige verklaarde, dat deze basalt, die fin. voordeel oplevert voor 't waterschap, goed is. De heer Blom zou die basaltkwestie wel eens uitgemaakt wenschen te zien door het oordeel van twee deskundigen te hooren. De voorzitter zegt, dat het niet de bedoeling is'de basalt op de kleine wegen te brengen, terwijl de ingenieur tegen monsterneming en onderzoek geen be zwaar heeft, daar de uitslag hem toch in 't gelijk zal stellen. Een nader voorstel wordt ten deze niet gedaan en de discussies daarover worden gestaakt. De heer Hocke heeft begin December van drie heemraden een brief gekregen, met verzoek, de daarin vervatte vraag schriftelijk te beantwoorden. Spr. heeft aan den heer Boot terug geschreven en nu vraagt spr., of de heeren de vraag mondeling willen doen, om ze dan hier 't openbaar te beantwoorden. De heer Boot stelt er geen prijs op, dat antwoord in deze vergadering te hooren. De voorzitter geeft de heeren den raad van deze onverkwikkelijke geschiedenis af te stappen, welk advies wordt opge volgd, waarop sluiting der algemeene vergadering volgt. laag op den weg door het bietenvervoi Indien aan de karren voerders de v< plichting werd opgelegd de wielen v hun wagens te reinigen, alvorens zij v het land op den rijweg komen, zou hi< mede reeds eene aanmerkelijke verbe ring worden bereikt. Bij de afritten ne de polders is de toestand nu dikwi gevaarlijk, vooral waar de landwegen bochten op den doorgaanden weg a; sluiten. Het zal op die plaatsen aanl veling verdienen de aansluiting en afritten te voorzien van een goede kl kerverharding, waardoor het stukrijc van den weg door de karren wo: voorkomen. 3. De aanwezigheid op het eind de Molenstraat te Oud-Vossemeer een muur bij het perceel van den h Zeedijk, waardoor het uitzicht op verkeer wordt gehinderd. In de tweede plaats de weg van O Yossemeer tot 2i/2 K.M. voor St.-An land. Betreffende dezen weg gelden zelfde klachten. Bovendien^zijn de kanten van dezen weg niet verhard, z dat deze worden stuk gereden en diepe sporen en modderkuilen ontsü hetgeen bij uitwijken groot gevaar levert. Door het aanbrengen van een zij ook lichte verharding wordt de veilig! van het verkeer en de algemeene br baarheid van den weg in belangrijke n verhoogd. Ten slotte wordt de aandacht nog vestigd op een gevaarlijke en sche bocht op( Candia, waar verbreeding tk zakelijk is om anders onvermijdelijke gelukken te voorkomen. WEGEN OP THOLEN. Tot het College van B. en W. van Tho- len, het polderbestuur van Oud-Vosse meer en van St.-Annaland heeft de B.B.N., Bond van Bedrijfsautohouders in Neder land, een adres gericht 0111 te wijzen op den toestand van eenige wegen. In de eerste plaats de weg van af den laatsten Stuwer tot Oud-Vossemeer. 1. Het onder houd, waarbij de gaten en kuilen in den 3 a 4 M. breeden steenslagweg worden opgevuld met aarde en steenslag, waar door de bekende molshoopen ontstaan en waarbij het inrijden aan het verkeer wordt overgelaten. Vroeger kon eene dergelijke werkwijze bij een overwegend verkeer met van breede ijzeren wielbanden voorziene wa gens met succes worden toegepast. Nu tegenwoordig meer en meer motorrijtui gen op den weg verschijnen, is de ge schetste wijze van werken niet meer toe laatbaar; niet alleen lijden de bedrijfs autohouders daardoor belangrijke schade aan hun materiëel en banden, doch ook de wegbeheerder zelf is er niet mede gebaat, omdat al heel spoedig de opge vulde gaten door de zuigende werking van de banden bij de grootere snelheid van de mechanische voertuigen weer wor den stuk gereden en het geld aan het onderhoud besteed als weggegooid moet worden beschouwd. De juiste wijze van herstelling zal moe ten bestaan in het omploegen van het wegdek met aanvulling van het verhar dingsmateriaal, waar zulks noodig is en het daarna opnieuw inwalsen van den weg. Het aanbrengen van een bitumi neuze afdekking zal op den duur niet zijn te vermijden en zeker bijdragen tot verlaging van de onderhoudskosten. 2. Het vormen van een gevaarlijke slib- VOOR DE HUISVROUW. Een gezellige maand en een geze schotel. Daar zijn we het wel over e December is een gezellige maand. 1 welijks is de Sinterklaas achter den of de toebereidselen voor de Kerstd; en daarna de jaarswisseling zijn in tocht. Het is een tijd van familiebe van logeerpartijtjes, van gasten en b gezichten. En natuurlijk extra drukte de huisvrouw, die haar gasten ontl wil. Heeft men een groote familiel aan tafel, dan is het soms een toei een goed gerecht te bereiden, als vulling van den maaltijd, of als w; schotel bij de koffietafel. Maar dan u toch eens het „gevulde brood" pr< ren, dat bovendien de verdienste 1 niet erg duur te zijn in bereiding, neemt daartoe een oud brood, liefs sino, snijdt er een kapje af en hol: brood uit tot onderaan toe, zoodat in het rond een korst van 2 c.M. overhoudt. De binnenkant van het wordt nu heelemaal met boter, die gemaakt is, besmeerd. Aan een ons men wel genoeg. Dan hakt men pond vleeschresten fijn, het mag het rund, kip, gans, eend of wet zijn, desnoods verschillende soorten elkaar, en vermengt dit fijnge vleesch met de helft van het broodl dat uit het brood is gekomen. Dit b kruim heeft men vooraf geweekt theekopjes bouillon of met water dunde jus, waarna men er een hee gehakt uitje goed doorheen werkt, der mengt men door dit „deeg" 2 lepels gehakte peterselie, wat 1 nootmuskaat en zout en 3 theeiep maggi's aroma. Met dit mengsel vleesch en brood en kruiden vult het uitgeholde brood, waarna mei met wat boter besmeerde kapje doet. Tenslotte besmeert men het van buiten nog met wat overgeh boter en zet het dan op een bakb braadslee in den oven, tot de korst perig geworden is en de inhouc het brood door en door heet i: heerlijke gevulde brood, dat de vervult van een kostelijke „pastei", men bij het opdienen in tamelijk plakken. Ook kan men, als men 1 gasten heeft, op dezelfde manier broodjes vullen en bakken. Doch het ook doet, als het met zorg wordt kunt u er niet anders dan mee hebben. ONDERWIJS. Benoemd tot onderwijzer aan d school te Moriaanshoofd, de heer v. d. Louw van Arnemuiden.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1930 | | pagina 5