Zierikzeesche Nieuwsbode abonnement; Maandag 27 Oct. 1930. zierikzeesche courant. advertentien Inzending Advertentiën HINDERWET. HINDERWET. CULTUUR EN NATUUR, feuilleton. De wraak dar Verdrevenen. Uw Kiridje. buitenland. binnenland. Pijl pet 3 aaundea f 1,50, (twieo per pari f 1,80. Voor hal buitenland per jur t 10,— A.fionderlgke numuerr 5 eeni. Verrohfjnt Mnd., Wnsd. en Vr{jd. Tel. So. 32. - Portgiro 13Ï4TT. 87«ta JAARQANB. - No. 12072. •Ir. k. J. BE LOOZE. UII(.-IMllllir M. J. UISTER. tu 1—8 regel. #0 ete., T.» 4 regel, en daarboven 20 ete. pet regel. Reclames 30 ete. p. regel. B{j eontraot belangrijke korting. Inzending op den dag tu alt- gave vóór 10 ar*. altarlllk 10 oor op doo dog v. oitgni BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bjjlogen van LAURENS JAN VAN DER LINDE, broodbakker, wonende 8t -Domusstraat te Zierikzee wnk D no. 261, om vergunning tot het plaatsen van een electro-motor van 3 P.K. in_ de bakkerij aldaar, kadastr. bekend in aectie B, no. 2009. Op Zaterdag 8 November as., des na middags 2,15 uur, zal ten Stadhuize gele genheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen, en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zjj, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd z$n zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hun bezwaren MONDELING toe te lichten. Zierikzee, 25 October 1930. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J C. A. BANNINK. Burgemeester. P. F. WITTERMANS, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Zierikzee brengen ter openbare kennis, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van JAN STEUTEL, smid. wonende te Zierikzee, om VERGUN NING tot het plaatsen van een electro-motor van 3 P.K in het perceel te Zierikzee, aan den Blokweg, kadastraal bekend in sectie D, no. 931. Op Zaterdag 8 November a.sdes na middags twee uurzal ten Stadhuize gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als Zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurend« drie dagen, vóór het hierbovengemelde tjjdstip. ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn tij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet op den bovenbepaalden dag voor het Gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hun bezwaren MONDELING toe te lichten. ZiBRiKzii, 15 October 19"0. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. C. A B4NNINK, Burgemeester. P. F. WITTERMANS, Secretaris. AI geniet men van het leven buiten, op een kleine plaats, in een mooie en ge zonde landstreek, dan wil dit nog niet zeggen, dat men het zonder cultuur kan stellen. Eén terugkeer tot de natuur, die gelijk zou staan met het opgeven van alles, wat aan beschaving en ontwikke ling in den loop der tijden verworven is, zou een teruggang beteekenen tot den staat der primitieve volkeren. Maar de menschheid gaat niet terug; ze gaat vooruit. En juist de natuur is er ook om voor de beschaving de gezonde en onmisbare voorwaarden van groei en ontwikkeling te scheppen. Ze behoeven geenszins vij andig tegenover elkaar te staan, zooals nog wel eens gedacht wordt, al is een zoogenaamde beschaving dan ook van haar natuurlijke grondslagen afgeweken. In tegendeel zelfs, zal de cultuur zich in dat geval weer altijd moeten verfris- schen en verjongen aan de natuur. En zoo is het zeer gewenscht zelfs, wanneer zij' naast elkaar, in eikaars onmiddellijke nabijheid dus, worden aangetroffen. Als brandpunten van beschaving en cul- Uit het Engelsch van J. S. FLETCHER. (Nadruk verboden). „Ik weet er alles van", verklaarde Louis John kalm. „Ik was nog even op de club. Toen ik van het station kwam. 't Is beroerd voor U, en niet waar, wij zijn er niet naar om die soort dingen zoo gemakkelijk op te nemen, wat een kolossale teleurstelling het voor U moet zijn, kan ik me voorstellen. Als ik in uw plaats was, zou ik me net zoo voelen als U zich voelen moet. Maar ja, er is nu eenmaal weinig aan te doen". „Alles goed en wel", vond Oliver", maar wat zeg je nu van zoo'n kerel als Joe Bickerdike? Om een vriend zoo te behandelen? Louis John legde zijn potlood neer en stak een cigaret aan. Het duurde een paar minuten voor hij sprak en Oliver tuur golden en gelden nog altijd de groote steden, die dan ook hieraan hun bizondere beteekenis ontleenen en hier door waarde blijven houden, zoolang en in zooverre die beschaving en cultuur op waarheid en echtheid gebaseerd zijn en dus niet in strijd raken met natuur en leven. Zoo is een massale opeenhooping van menschen, zooals de moderne groote steden die te zien geven, in de geheele geschiedenis onbekend. Het is een door en door ongezond verschijnsel van een beschavingsuitwas, waarvan de treurige gevolgen meer en meer worden ingezien. En de erkenning hiervan kan een keer punt worden op den weg naar gezonder en natuurlijker levensvoorwaarden. Ook kan zelfs een zeer kleine plaats een cultuurcentrum zijn. Al geldt dit wel wel niet voor de cultuur en het geestelijk leven in het geheel, voor een enkele hunner uitingen toch kan soms een onaan zienlijke plaats beteekenis krijgen. De geschiedenis kent hiervan verscheidene voorbeelden. Anders vergeten plekjes kre gen zoo wereldbekendheid en werden ver eeuwigd. a En wat de tegenwoordige tijd betreft, behoeft} men maar even in ons land rond te zien om sprekende voorbeelden te kunnen vinden. Door de Larensche School heeft het kleine Laren bekendheid verworven en naam gemaakt bij kunstschilders en kunst minnaars over de geheele wereld. Behalve dat geeft het specifieke kunstenaarsleven toon aan de geheele plaats. Amersfoort is door zijn Internationale School voor Wijsbegeerte een centrum geworden voor die tak der geestesbeschaving en heeft daarmee ook bekendheid gekregen tot ver over de grenzen. Zeist is weer een ande4« centrum, ook van bekendheid en beteekenis voor ons land. Het is het centrum van een religieuze strooming, welke daar haar vereenigingspunt vindt en plaats van actie. En genoemde plaat sen trekken daarom op enkele tijden van 't jaar gedurende verscheidene dagen een stroom van bezoekers tot zich, die van heinde en ver daarheen komen voor hunne gemeenschappelijke bijeenkomsten. Ommen, verder afgelegen, is dit weer op ander gebied. Aldaar ontwikkelt zich des zomers in de laatste jaren een dus danig uitgestrekt en gevarieerd kamp leven, zooals men zich dat voorheen in ons land moeilijk kon voorstellen. En zoo zou men kunnen voortgaan met het noemen van nog andere kleine plaat sen, die allen op hun eigen wijze een meer ot minder gewichtige rol in het cultureele leven vervullen. Maar hierbij hebben meestal de natuur en een bizon dere ligging een woordje meegesproken, waardoor de aandacht op een dergelijke plaats gevestigd werd, terwijl het ge makkelijke en uitgebreide snelverkeer van onzen tijd haast elk isolement teniet doet. Door een geforceerde materialistische uitbouw ontstond voor de beschaving het gevaar om van haar gezonde en ware basis af te wijken. En het is de natuur zelve in al haar oprechtheid en eenvoud, die ons hiertoe weer terug kan voeren. Daarom gaat er van haar altijd een opvoedende, werking uit voor het geeste lijk leven van elk mensch, die met haar in aanraking komt, 't zij dan meer of minder bewust. En voor wie de oogen geheel en al open gaan, kan een her kennen van de natuur en haar waarden het begin worden van een nieuwe, betere levenshouding. En daarmee van meer be wustwording. Want de wisselwerking tus schen natuur en mensch is geweldig groot en innig. Wie zich hier voor open stelt, onderwerpt zich vrijwillig aan de algemeene levenswetten, die de ontwik keling van het menschelijk geslacht be oogen. Wie zich hieraan tracht te ont trekken, benadeelt zich op den duur zeer ernstig en is wel gedwongen ten slotte op zijn schreden terug te keeren, wil hij voor totalen ondergang gespaard blij ven. En de natuur staat dan altijd weer klaar om ons telkenmale opnieuw weer de eeuwige en onveranderlijke grondbe- vroeg zich af, waaraan de jongen zou zitten denken. „Oppervlakkig beschouwd", sprak hij eindelijk, „was het een gemeene streek van Bickerdike. Maar als men de zaak wat dieper bekijkt, dan heeft Joe Bickerdike niet anders gehandeld, dan ik van hem verwacht had". „Wat blief?", viel Oliver verwonderd uit, „hoe meen je dat?" „Wat kan men anders verwachten van iemand, die in de Halfirthsche principes groot gebracht is?", vroeg Louis John lachend. „Wij zijn hier in Halfirth toch allemaal opgevoed met het devies: Ieder voor zich en voor den duivel 't beste! Is niet hij de flinkste, die een ander voorbij streeft! Is ons aller streven niet om geld te verdienen, alleen om een ander te overtroeven? Joe Bickerdike is een echten Halfirther dat is de heele kwestie. Hij is geen haar beter, maar ook niet slechter dan de anderen. „Ik zou Joe Bickerdike niet behandeld hebben, zooals hij mij behandeld heeft", protesteerde Oliver. „Natuurlijk is ieder op zijn voordeel uit, maar toch zou ik tegen hem niet gehandeld hebben, als hij tegen mij gedaan heeft". „Eerlijk) gezegd", vond Louis John, „ge loof ik; niet} dat U de zaak in het juiste ginselen van leven voor te houden, die ons leiden kunnen bij den opwaartschen tocht naar steeds wijder verten. Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. Purol en Purolpoedor zijn verkrijgbaar bij Apoih en Drogisten. DE STAATSGREEP ÏN BRAZILIË. Het leek zoo anders, maar ten slotte is het in Brazilië toch ook gegaan als in de andere Zuid-Amerikaansche repu blieken. Ook hier is door een militaire staatsgreep in de hoofdstad de regee ring omvergeworpen. President Washing ton Luiz is tot aftreden gedwongen en vóorloopig heeft een militair comité het regeeringsgezag in handen genomen. Deze militaire staatsgreep is wel zeer onverwachts gekomen. In de officiëele berichten omtrent de in verschillende bondsstaten uitgebroken revolutie tegen de federale regeering en de door deze regeering genomen maatregelen van ver weer werd het voorgesteld alsof het leger nog een volkomen betrouwbaar in strument was in handen van de bonds- regeering. De mededeelingen van de zijde deil opstandelingen deden wel vermoeden, dat deze officiëele verzekering niet maar zoo voetstoots mocht worden aanvaard. In verschillende staten zouden, zoo werd van de zijde der revolutionairen ge meld, de bondstroepen zijn overgeloo- pen. en de vorderingen van de opstandige actie scheen er op te wijzen, dat de tegenspraken, die van officiëele zijde te Rio de Janeiro van deze beweringen der opstandelingen werden gegeven, van wei nig waarde waren. Maar niets was er, dat kon doen vermoeden, dat ook in de hoofdstad zelf en in de omgeving onder de militairen verzet broeide. Toch is dat het geval gebleken. Don derdagavond weigerde een der generaals der regeering verdere gehoorzaamheid. Hij stelde zich met de andere militaire aanvoerders in verbinding en enkele uren later waren al de militaire macht hebbers het reeds eens en werd besloten de regeering te verdrijven en den presi dent Washington Luiz wiens ambts termijn op. 15 November afliep en die dan zou worden vervangen door den heer Prestes tot aftreden te nopen. Vrijdagmorgen vroeg begaf generaal Bareto, de bevelhebber van het garni zoen te Rio de Janeiro, aan wien de leiding van de militaire staatsgreep werd opgedragen, zich naar het paleis van den president der republiek, ten einde van deze hederlegging van 't bewind te eischen. En president Washington Luiz, weldra overtuigd, dat het leger niet alleen, maar ook de vloot zich tegen hem en zijn regeering hadden vergaard, koos de wijste partij en onderwierp zich aan het onvermijdelijke. Haast zonder slag of stoot had aldus de „omzetting" der regeering plaats. HET HUWELIJK VAN KONING BORIS- Zaterdag" werd in het kleine berg- stadje Assisi, waar eens de H. Franciscus het levenslicht aanschouwde, het huwe lijk voltrokken tusschen koning Boris van Bulgarije en prinses Giovanna van Italië, derde dochter van koning Victor Emma nuel en koningin Helena. De Italiaansche en Bulgaarsche konink lijke familie, bruid en bruidegom en de eeregasten, arriveerden met speciale trei nen uit Rome. Behalve de twee koninklijke families waren te Assisi aanwezig vier en vijftig prinsessen en prinsen en twee eerste minister-presidenten. Niettemin duurde de huwelijksplechtigheid slechts kort en droeg zij een eenvoudig karakter, daar licht beschouwt. Als Bickerdike iets zou wiilen hebben onverschillig wat en U ook, dan zou U toch immers niet rusten voor U het had. U kent het spreekwoord toch, in de liefde, den oor log en den 'handel is alles geoorloofd. Zoo denkt Bickerdike er ook over. Van zijn standpunt beschouwd had hij gelijk. Het komt hier in Halfirth altijd weer op hetzelfde neer; ieder voor zich!"' „Van liefde gesproken", zei Oliver plot seling. „In de stad vertellen ze dat jij verliefd bent op Bikerdike's dochter. Is dat zoo?" „Ja, dat is inderdaad zoo", antwoordde Louis John op beslisten toon. „Ik heb altijd veel van haar gehouden, dat zult U zelf toch wel gemerkt hebben, in ieder geval in den laatsten tijd", „Ik merk dat soort dingen niet zoo gauw", antwoordde Oliver ontwijkend en zweeg even. „Maar na wat nu gebeurd is, Louis John", ging hij voort, „zou ik nooit toestemming tot jullie huwelijk kunnen geven. Nooit!" „We moesten de kwestie dan nu maar meteen afhandelen", verklaarde Louis John kalm op den uitval van zijn vader. „De zaak is deze. Verleden week heb ik Miss Bickerdike ten huwelijk gevraagd; ik zou het U in elk geval van avond de bruid haar zooveel mogelijk in den geest van St. Franciscus wenschte te doen geschieden. KONING BORIS III. De inzegening vond plaats in de ba siliek van den H. Franciscus door mgr. Antonio Maria Risso. Het was een prach tig schouwspel, toen de bruidsstoet bij de oude kerk, die stamt uit de 13e eeuw, aankwam. Door de gekleurde rui ten viel een gedemptlicht naar binnen, dat over alles zachte tinten wierp. De vrouwen) waren allen, volgens voorschrift, in zwart gekleed met uitzondering van de vrouwen uit het Huis van Savoye, die in de kerk een witte sluier mochten dragen. Nadat het bruidspaar binnen was en een koor van 150 kloosterbroeders een lied had gezongen, knielden de 22-jarige prinses, die diep onder den indruk was en koning Boris voor het altaar neer. Na het uitspreken der liturgische ge beden, wendde mgr. Risso zich tot ko ning Boris en vroeg hem: „Uwe Majesteit Boris III van Bulgarije, wenscht gij Hare Koninklijke Hoogheid prinses Giovanna van Savoye, die aan uw zijde geknield is, te maken tot uw wettige vrouw vol gens de ritus van de H. Moederkerk?" Koning Boris, die eveneens ontroerd was, antwoordde bevestigend, waarna mgr. Risso zich tot prinses Giovanna wendde en haar vroeg of zij Boris, koning van Bulgarije, wenschte te aanvaarden als haar wettigen echtgenoot. Na haar be vestigend antwoord sprak mgr. Risso de zegen uit en overhandigde hij de ringen aan bruid en bruidegom, een ceremonie, die anders bij gemengde huwelijken niet wordt toegestaan, maar waarvoor de paus voor deze gelegenheid zijn bizon dere toestemming had gegeven. DE MIJNRAMP TE ALSDORF. De begrafenisplechtigheid;. Een grauwe sombere Zaterdag en grijze wolken, die met regen dreigen. Najaar. Het weer draagt er toe bij om den indruk van rouw te verdiepen. Ononderbroken rijen van belangstellen den trokken naar de plaats waar de ramp geschiedde. Zwarte vanen wapperden van de. hooge gebouwen der mijn. Halfstok staken alom de vlaggen uit. Van over heidswege wordt een enorme organisatie gevormd. De hoofdwegen waren voor de auto's afgezet, die met honderden naar parkeerplaatsen verwezen werden. In het mijndorp Alsdorf zelf verdrongen zich weldra een paar honderdduizend men schen. 's Morgens acht uur waren in de Katholieke en Evangelische kerken rouw diensten gehouden. Iets later hield de gemeenteraad een rouwzitting, waarin de burgemeester zijn om het leven gekomen gemeentenaren herdacht. Een ontzaglijke menigte had zich tegen tien uur voor het administratiegebouw der „Anna. I" samengedrongen, waar de plech tige rouwdienst plaats zou vinden. Met moeite werd de weg vrij gemaakt voor de autoriteiten en voor de geestelijken in kerkelijk rouwgewaad verschenen. Tallooze corporaties waren met om- verteld hebben. Nu wilde ik U dit vra gen. Als er tusschen U en Bickerdike niets was voorgevallen, dan zoudt u toe stemming hebben gegeven tot ons huwe lijk, niet waar? En Bickerdike is immers dezelfde gebleven die hij altijd was?" voegde hij er aan toe. „Natuurlijk", was 't antwoord. „Alleen kende ik hem toen nog niet zoo als ik hem nu ken". „Ik trouw niet met Bickerdike", wierp Louis John tegen, „ik trouw met zijn dochter". „Alles goed en wel, maar ik heb geen lust met jou denzelfden last te krijgen als met Lionel Arthur 1" „Dit is een heel ander geval", hernam Louis John. „Lionel Arthur trouwde met een fabrieksmeisje. Maar ik trouw niet met een fabriekskind, ik trouw met een knap, goed opgevoed, ontwikkeld meisje, waarop U later daar ben ik zeker van trosch zult zijn als schoondochter, 't Treft ongelukkig, dat haar vader U juist zoo'n verdriet veroorzaakt heeft, maar wij kunnen ons leven toch niet bederven, omdat onze vaders oneenigheid hebben gehad?" Oliver schoof onrustig heen en weer. „Dat is zeker, wat ze een modern hu welijk noemen", antwoordde hij scham- floerste vaandels opgekomen om de laat ste eer te bewijzen aan de slachtoffers. Door een afzonderlijke ingang trokken de familieleden naar de in een indruk wekkende rouwkapel herschapen wasch- lokalen der mijn, waar de 220 geïndenti- fioeerd© lijken opgebaard lagen. Zij lagen er in doodkisten met een kleurig kleed van bloemen. En nog steeds droegen nabe staanden bloemstukken' aan als een aller laatste hulde der bloeiende aarde aan die in de diepte der mijngangen 't leven lieten. Namens den rijkspresident, den rijks rijksminister van arbeid, dr. Stegerwald, kanselier en de rijksregeering nam de namens de Pruisische regeering, da minis ter van handel, dr. Schreiber, aan de plechtigheid deel. Ook verschillende buitenl. regeeringen hadden vertegenwoordigers gezonden. Na de verschillende redevoeringen, werden de 262 kisten onder orgelspel uit het administratiegebouw gedragen. Een dichte menigte stond langs den weg naar het kerkhof geschaard om den dooden de laatste eer te bewijzen. Herhaaldelijk moesten de Roodekruis- mannen hulp bieden aan door smart en emotie overweldigde vrouwen, 't Werd middag voordat de laatste kist aan de aarde werd toevertrouwd. EEN NIEUWE MIJNRAMP. Nauwelijks zijn de 262 slachtoffers van de mijnramp in Alsdorf ter aarde besteld, of men wordt opgeschrikt door een nieu we jobstijding: In de mijn Maybach bij Friedrichstal (in het Saargebied) heeft Zaterdagmiddag om halfvier een ontplof fing plaats gebed die weer \a\ van slachtoffers heeft gemaakt. Op het oogen- blik van de ontploffing waren 130 mijn- weikers in de mijn aan het- werk, daar van zijn negentig door de reddingsko- lonnes dood gevonden. Van de gered den waren er 25 gewond, terwijl een der gewonden enkele uren na zijn red ding in het ziekenhuis overleed. De reddingswerkzaamheden werden met koortsachtige haast voortgezet, daar men hoopte nog een aantal der ingesloten mijnwerkers levend te voorschijn te kun nen brengen. Uit de mijn stijgen onafge broken rookwolken op. Een reusachtige menschenmenigte verdringt zich in de omgeving. Zaterdagavond waren 23 doo den en 25 gewonden te voorschijn ge bracht. Van de dooden vertoonen die, welke het eerst in de gangen zijn ge vonden, vreeselijke verwondingen, die door steekvlammen zijn veroorzaakt. Zij zijn zoodanig verbrand, dat zij onherken baar zijn. De later gevonden slachtoffers zijn allen tengevolge van gasvergiftiging omgekomen. Mijnemployé's, die in de mijngangen zijn afgedaald, deelden mede dat men uitsluitend dooden vindt. Het bergingswerk geschiedt slechts langzaam, daar de mijngangen nog steeds met gas zijn gevuld en de verongelukten door een op verren afstand gelegen blinde schacht naar boven moeten worden ge bracht. Men vreest dat het aantal van 90 doo den nog zal worden overschreden. Met zekerheid valt omtrent de oorzaak van de ramp nog niets te zeggen, doch volgens het mijnpersoneel zelf, zou een benzollocomotief uit elkaar zijn gespron gen, hetgeen wederom een mijngasont- ploffing tengevolge zou hebben gehad. TWEEDE KAMER. De suppl. defensiebegrooting aangenomen. Het parlementaire werk der Tweede Kamer is Vrijdag op de allerergerlijkste wijze verstoord door den officieuzen ge zant van Moskou, Loutje de Visser, die door zijn onparlementair optreden eerst het woord werd ontnomen en, toen waar schuwingen van den voorzitter niet beat- ten, de vergadering voor een uur moest worden geschorst. Elke poging om deze groote luidspreker af te zetten mislukte echter en toen heeft de voorzitter voor gesteld den „geachten" afgevaardigde het woord voor dien dag te ontnemen, welk per. „In mijn tijd bestond er nog zoo iets als gehoorzaamheid aan ouders". „De tijden zijn veranderd", weerlegde Louis John koel, „en verbeterd ook! Welk recht hebt U om onze toekomst te be derven „Jouw motief is, dat jij het recht hebt om op je zelf te passen, niet waar? Nu dan „Mijn motief stemt in elk opzicht over een met de opvattingen, waarin wij hier in Halfirth opgegroeid zijn", viel Louis John zijn vader in de rede. Ieder voor zich! Ik kan niet leven zonder haar, zij niet zonder mij. Dus trouwen we samen „Je houdt dus geen rekening met de gevoelens van je vader", vroeg Oliver streng. „Je hebt dus geen enkele ver plichting aan hem?" „Zeker wel, natuurlijk! Maar ik heb ook verplichtingen aan Miss Bickerdike en onze liefde". „Laten we niet theoretiseeren", weerde Oliver af. „Waar het op aan komt, is dit, dat je zeker wel begrijpt, Louis John, dat ik onmogelijk toestemming kan geven tot jullie huwelijk". „Dat spijt me", antwoordde Louis John gelaten.. (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1930 | | pagina 1