Zierikzeesche Nieuwsbode
DERDE BLAD
Uit Stad en Provincie.
behoorenda bij da
na Vrijdag 10 Oct. 1930, ao. 12065.
BURGH. Vergadering van den gemeen
teraad, gehouden op Maandag 6 October.
Aanwezig alle leden. Na opening doox'
den voorzitter, dhr. W. G. Boot Wz.
komt in behandeling een besluit tot be
grotingswijziging 1930 van het Plaatse
lijk Armbestuur van Westenschouwen,
welk besluit z.h.st. wordt goedgekeurd.
Eveneens wordt goedgekeurd de begroo
ting 1931 van den vleeschkeuringsdienst in
den kring Brouwershaven in ontv. en
uitg. met f 3700. Een verzoek van de
Centrale vereeniging voor zenuw- en ziels
ziekten en van den Algemeenen Neder-
landschen Wielrijdersbond om toetreding
van gemeentewege als lid, wordt, hoewel
men het nut dier vereenigingen erkent,
met het oog op de zeer vele aanvragen,
die op den duur bezwaarlijk worden voor
de gemeentefinanciën, niet ingewilligd.
Machtiging wordt verleend tot betaling
der contributie 1930-'31. aan den provin
cialen en Kon. Ned. Brandweerbond. Van
Ged. Staten is een schrijven ontvangen
met mededeeling, dat de jaarwedderege-
ling van gemeenteambtenaren en wethou
ders aan de Kroon ter goedkeuring is
voorgedragen, tevens met verzoek en me
dedeeling omtrent datum van indienst
treding, eventueelen kindertoeslag enz.;
hieraan zal voldaan worden. Op een ver
zoek van bewoners van panden aan den
Weeldeweg om electrische verlichting van
dezen weg wordt nog geen beslissing
genomen; algemeen is men van oordeel,
dat door de P.Z.E.M. geraamde kosten
te hoog zijn. Besloten wordt in dezen nog
eens met een vertegenwoordiger dier
maatschappij te confereeren. De voorz.
wordt aangewezen als gemachtigde voor
Stemming van 3 hoofdingelanden voor de
gebouwde eigendommen in het water
schap Schouwen. Op een vroeger aange
houden verzoek om subsidie door de
vereeniging voor beroepskeuze te Zie-
rikzee wordt na mededeeling door dhr.
v. Zuijen besloten aan deze vereeniging
tot wederopzegging een jaarlijksche sub
sidie van f 2,50 te verleenen. Een wijzi
ging der gemeentebegrooting 1930 wordt
z.h.st. goedgekeurd. Wegens opheffing
hunner betrekkingen worden de secretaris
penningmeesters van het Burgerlijk Arm
bestuur en van het Plaatselijk Armbestuur
van Westenschouwen met ingang van 1
Januari 1931 eervol ontslagen en als secr.-
penn. van het nieuwe Burgerlijk Armbe
stuur met ingang van dienzelfden datum
benoemd no. 1 der door B. en W. op-
gemaakte voordracht n.l. dhr. G. A. v.
Zuijen, secr.-penningm. van het thans nog
in functie zijnde Plaatselijk Armbestuur.
Een voorstel van dhr. Overbeeke om als
nog voor deze betrekking sollicitanten
op te roepen ondervindt geen ondersteu
ning. Thans volgt behandeling der gem.-
begrooting 1931. Na uitgebracht rapport
namens de commissie van onderzoek door
dhr. Krijger wordt deze begrooting in
ontv. en uitg. met f 26180,17 vastgesteld.
Als vertegenwoordigers ter aanstaande
vergadering der N.V. Waterleidingmpij.
Schouwen-Duiveland worden wederom
aangewezen de heeren Krijger en van
Zuijen. De voorzitter brengt dank aan de
bewoners van Burghsluis en speciaal aan
de heeren Krijger, Landegent en v. Zuijen
voor het spoedig en krachtig ingrijpen
ter blussching van den aldaar uitgebroken
brand in September j.l. Wethouder B,oot
vraagt tijdig bericht van een volgende
spuiïng der waterleiding te Westenschou
wen om de bewoners met een en ander
op de hoogte te kunnen stellen, terwijl
dhr. Kloet verbetering vraagt der riool-
putbedekking aan het Achterom. Aan
beide verzoeken zal gevolg worden ge
geven. Daarna sluiting.
ST.-PHILIPSLAND. Dinsdag 30 Sept.
vergaderde alhier de gemeenteraad. Alle
leden waren aanwezig. Voorzitter-secre
taris dhr. burgemeester. De voorz. deelt
mede, dat is aanbesteed de uitbreiding
der lichtpunten in de onderwijzerswonin
gen en het aanbrengen van een licht
punt in het brandspuithuisje. Hoogste
inschrijver was Gebr. Neele, laagste J.
v. d. Velde te Anna-Jacoba-Polder, aan
wien het werk voor f 32 is gegund. Dhr.
P. J. de Ruijter zegt, dat hij gehoord
heeft, dat Neele er op gerekend had,
dat dit werk hem zou gegund zijn bij
enkele prijsopgave, daar het aansloot op
den vorigen aanleg in genoemde wonin
gen,' en temeer nog, daar hij toen op het
werk geld heeft toegegeven. Toch moet
ook hij, gezien het betreffende raadsbe
sluit, aanbesteding goedkeuren. Aan W.
P. van Dijke te Anna-Jacobapolder wordt
voor een half jaar ontheffing hondenbe
lasting verleend. Een adres van de Centr.
vereeniging ter behartiging van de Maat
schappelijke Belangen van Zenuw- en
Zielszieken te Amsterdam, wordt voor
kennisgeving aangenomen. Van Ged. St.
is ingekomen een schrijven betreffende
de salarissen van burgemeesters, gem.-
ontvangers en secretarissen. Medegedeeld
wordt' daarin o. a. dat een en ander naar
dei Kroon is gezonden ter goedkeuring en
dat een kindertoeslag van 21/2 pCt. van
de bruto-jaarwedde, te beginnen bij het
derde kind, is gehandhaafd. Van hetzelf
de college is ontvangen een advies om
de belastingverordeningen* te herzien. Aan
de hand der gegevens meenen zij, dat
het'bedrag, dat geïnd zal worden, volgens
de gemaakte verordening, aanmerkelijk
boven de begrooting zal gaan. B. en W.
stellen naar aanleiding daarvan voor de
gemeente te handhaven in de tweede
klasse der fondsbelasting en in de 8ste
klasse der Personeele belasting en de
opcenten der personeele belasting te
brengen van 70 op 35 en die op de on
gebouwde grondbelasting van 20 op 10.
Worden deze voorstellen aangenomen,
dan wordt de raming f 2250 minder. Dhr.
de Ruijtei acht het gewenscht, dergelijke
voorstellen; op het convocatiebiljet te ver
melden. De voorzitter zegt, dat zulks
onmogelijk is. Bovendien ligt alles voor
de vergadering van den Raad ter inzage.
Dhr. de Ruijter bespreekt de mogelijk
heid om niet de genoemde opcenten te
verlagen, maar de gemeente te plaatsen
in de eerste klasse der fondsbelasting.
Dhr. van Dijke informeert of ieder jaar
klassewijziging mogelijk is? De voorzitter
zegt, dat plaatsing in de eerste klasse
voor éen jaar mogelijk zou zijn, enkel
omdat er nu eenige basis voor de ont
vangsten is. De volgende jaren zouden
echter moeilijkheden kunnen brengen, te
meer waar klassewijziging slechts om de
5 jaren mogelijk is. Daartegenover staat,
dat' de opcenten ieder jaar gewijzigd kun
nen worden. Door plaatsing in de eerste
klasse, zouden de opcenten verhoogd
moeten worden. Dhr. van Dijke gaat ac-
coörd met de voorstellen van B. en W.
Weth. L. J. v. Nieuwenhuizen ontraadt
plaatsing in de eerste klasse. Waar nog
over te weinig defenitieve gegevens be
schikt wordt, zou de risico te groot
zijn. Vrijwel algemeen is dat ingezien,
daar slechts weinig gemeenten in de
eerste klasse geplaatst zijn. Dhr. Neele
zegt, dat ook hij de voorgestelde de beste
oplossing' vindt. Van de vermindering der
opcenten profiteeren allen. Bij overgang
naarlde eerste klasse, zou eigenlijk slechts
een verschuiving van lasten plaats heb
ben. Na nog eenige discussie worden de
voorstellen van B. en W. met algemeene
stemmen aangenomen. Evenzoo wordt be
sloten de begrooting in dien zin te wij
zigen. De voorzitter stelt namens B. en
W. voor, het genoemde bedrag van f 2250
af te doen van den post onderhoud
haven. Dhr. de Ruijter vraagt, of zulks
wel kan, gezien den slechten toestand
van de keibestrating op het havenplateau.
Goede verbetering is daar hard noodig.
Dhr. van Dijke informeert, hoe B. en
W. denken over het niet vernieuwde ge
deelte havenbeschoeiing. Hij meent, dat
wanneer^ blijkt, dat deze versleten is, men
het best zal doen, beschoeiing en bestra
ting tegelijk te vernieuwen. De voorzitter
zegt, dat zijn inziens bij verlaging van
den genoemden post, voldoende vernieu
wing mogelijk blijft, temeer waar deze
post meestal als sluitpost gebruikt wordt
eni de raming daardoor hoog is. Over de
havenbeschoeiing kan hij zich nog niet
uitlaten. B. en W. zullen dat te zijner
tijd laten onderzoeken. Met algemeene
stemmen wordt daarna het voorstel van
B. en W. aangenomen. Een verzoek van
den A.N.W.B. om toe te treden als bui
tengewoon lid, met een minimum-contri
butie van f25 per jaar; voor kennis
geving aangenomen. Vervolgens stellen B.
en W. voor een straatlantaarn te doen
bijplaatsen in den Stationsweg. Wordt
aangenomen. Dhr. de Ruijter wijst op
de slechte verlichting onder den Oostdijk
bij Stouten. Hij geeft in overweging den
lantaarn aldaar over dendijk te han
gen met een overspanning. B. en W.
zeggen! onderzoek toe. Dhr. Geelhoed zegt
niet accoord te kunnen 'gaan met de
regeling der straatverlichting. Hij acht
het noodig, ook 's morgens de lantaarns
te doen branden. Dhr. L. J. van Nieu
wenhuizen wijst er op, dat geen en
kele gemeente dat doet. De menschen,
die' daar iets aan zouden kunnen hebben,
zijn de arbeiders, die echter alle per
fiets met lantaarn naar hun werk gaan.
Bovendien moet rekening worden gehou
den met het aantal branduren. De voorZ.
zegt, dat het aantal branduren per jaar
ni^ reeds boven de 800 is. Werd besloten
ook 's morgens verlichting te geven, dan
schat hij het op 1000 branduren per lan
taarn. Dhr. de Ruijter geeft in overwe
ging 's morgens een uur te branden en
's avonds een half uur minder. De heer
Geelhoed stelt voor 's avonds te verlich
ten tot 10 uur (nu tot half elf) en ge
durende de maanden October, November
en December 's morgens éen uur, wan
neer de menschen zich naar hun werk
begeven. De voorzitter wijst er nog op,
dat dit kosten mee zal brengen aan de
klok. Het voorstel wordt aangenomen
Tegen de h.h. L. J. van Nieuwenhuizen:
J. v. Strien en A. A. v. Nieuwenhuizen.
Daarna komt aan de orde de vraag, of
de muziek- en de zangvereeniging in het
schoollokaal gratis gebruik mogen ma
ken van het electrisch licht? Weth. L. J.
v. Nieuwenhuizen, die met het toezicht
op éen en ander belast is, zegt, dat de
muziekvereeniging hem daartoe een ver
zoek heeft gedaan, terwijl door de zang-
vereeniging^ het licht ongevraagd gebruikt
werd. Dhr. de Ruijter meent, dat besloten
is aan genoemde vereenigingen een lokaal
in, bruikleen te geven, zonder kosten voor
de gemeente. De voorzitter zegt onder
zoek naar de voorwaarden toe, terwijl
besloten wordt de kosten" te berekenen
maar het verbruik. B. en W. stellen voor
om de huur van het perceel havendijk
in huur bij dhr. A. S. den Braber, te
verlengen tot 1933. Wordt goedgevonden
Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat
door B. en W. een rooster is opgemaakt
van nog te dempen slooten en greppels
in de kom der gemeente en te Anna
Jacoba-Polder. Besloten is dit jaar een
begin te maken met de sloot onder den
Oostdijk, van Elsacker tot aan de school-
dreef. Volgens den rooster komt dan in
1931 de sloot achter de woningen aan
den rechterkant van den Noordweg aan
de beurt. Hierover volgt eenige discus
sie, waarbij wethouder van Nieuwen
huizen nog opmerkt, dat bij demping
onherroepelijk vast zal moeten staan, dat
dö vrijkomende grond ter beschikking zal
moeten zijn van de gemeente, zulks met
het oog op verlaatputten, enz. B. en
W. stellen voor om het destijds geno
men raadsbesluit, waarbij werd bepaald,
dat de bewoners van Oostdijk-Anthonie-
straat-Sluisblok-Stoofhof een vierde ge
deelte in de dempingskosten moesten bij
dragen, in te trekken. Met algemeene
stemmen wordt alzoo besloten. De voor
zitter deelt nog mee, dat B. en W.,
naar aanleiding van een vraag van dhr.
van Dijke in de vorige zitting, een on
derzoek hebben ingesteld naar den water
afvoer op het gedempte gedeelte aan
Anthoniestraat. Gebleken is, dat op en
kele plaatsen hierin nog zal moeten wor
den voorzien, wat B. en W. dan ook
toezeggen. Daarna sluiting.
DE R 101.
(In memoriam).
Toen dook er het wonder op zijn vlucht
Omlaag uit de kolkende, stormende lucht,
Omlaag naar de aarde, die 't tot zich trok,
Omlaag in een -plett'rende, dood'lijke
schok!
Hoog laaiden de vlammen, na machtigen
knal,
Als waaiers van vuur naar het zwijgend
heelal
Het was als een sprookje op reis
gegaan
Door donkeren nacht met de lichten aan,
Bewust van zijn kunnen en onvervaard,
Door duizenden... duizenden nagestaard.
En een machtige eerbied beving het
1 publiek
Voor deze triomf van den durf der
f techniek,
Voor deze mannen, koelbloedig en blij,
Bereid om te gaan,... inu is alles voorbij!
Ze kenden hun plicht en ze kenden hun
post,
Waarvan ze zoo schrikkelijk zijn afgelost:
Een eeresaluut bij dit massa-graf
Voor elk, die in worst'ling zijn leven gaf.
Ze wisten den inzet van 't komende spel,
Maar kenden :geen vrees bij het laatste
vaarwel,
In,' dienst van het komende wereldbestaan,
Waarvan eens de weg door de luchten
zal gaan!
De wereld schrok op, maar de wereld
vergeet,
En blijft slechts een moeder, een vader,
die weet,
Een vrouw, een verloofde, die wacht en
wacht,...
Totdat de 'geliefde wordt thuisgebracht!
En als deze dooden vergeten zijn
Door de jachtende wereld, vol woorden
en schijn,
Dan gaat door de stilte de liefde, die gaf,
En een zorgende hand legt een bloem op
hun graf.
DE VLAG VAN DE R 101, het Engelsche luchtschip, dat bij Boauvais, in
Frankrijk, verongelukte, is vrjjwel ongeschonden uit de wrakstukken van de
zeppelin te voorschjjn gehaald. Twee Fransche soldaten vertoonen hot
overblijfsel.
ÏSftEZO&DES" STOMS®.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
Gopiz loordt niet teruggezonden.
DE ZIERIKZEESCHE STRATENJANBOEL
Mijnheer de Redacteur
Er is een spreekwoord luidende: „De
weg naar de Hel is geplaveid met goede
voornemens".
Als dat waar is, dan zijn we in Zie-
rikzee al heel dicht bij die griezelige
verblijfplaats.
Al sedert lang verkeerden onze straten
niet in goeden staat, maar met 't oog op
de komst der waterleiding werd steeds
aangekondigd het voornemen met ver
betering te wachten op den aanleg van
die waterleiding.
Nu is reeds ongeveer 2 jaar geleden
met het leggen der hoofdbuizen in de
kom onzer gemeente begonnen en als
er klachten gehoord werden over de ge
brekkige wijze waarop de ontgravingen
werden aangestampt en de bestrating
herlegd, dan werd men steeds in 't riet
gestuurd met 't kluitje, dat het water
leidingcomité 2 jaar aansprakelijk was
voor die herbestrating.
Het heeft er veel van weg of men dat
zoo opval, dat het voldoende is dat op
't eind van die 2 jaren de bestrating in
orde komt en men tusschentijds beenen
of andere lichaamsdeelen er door breekt.
Intusschen is ook de P.Z.E.M. de bestra
ting gaan mishandelen door ingravingen
ten behoeve van de daarvoor bestemde
kabels te verrichten.
Op 't oogenblik is dan' ook de toestand
in vele straten, waarover druk auto
verkeer plaats heeft, voor voetgangers
die genoodzaakt zijn over de voetstraat
jes te passeeren, levensgevaarlijk.
Vele voetstraatjes zijn langs de kei
bestrating zoo ingereden, dat er een
gootje is ontstaan langs het met een
katterug overeind staand straatje, waar
uit de passeerende auto's met het groot
ste plezier de menschen met vuil wa
ter bespuiten, waaraan onze beroemde
springende fontein een puntje zuigen kan
vooral als ze buiten werking is; zooals
ook veelal de wijzers van onze even
eens beroemde klok op 't Kraanplein
maar al te dikwijls vergeten rond te
draaien.
Om niet te ver van onze straten af
te dwalen kan opgemerkt worden, dat
er reeds verschillende menschen daar
door zijn gevallen en. blessuren hebben
gekregen aan armen, beenen en aange
zichten. Misschien wacht men eerst af
tot er dooden vallen.
Er zijn menschen die meenden dat B
en W. en fabricage niet meer weten wie
de zaak moeten aanpakken, maar naar
men zegt wacht men tot er meer dan
600 panden bij de P.Z.E.M. zijn aange
sloten.
Zij die dat hoorden hebben de ver
zuchting geslaakt: „Heer hoe lang nog?"
Zou de heer de Broekert niet eens een
schriftelijke vraag erover aan B. en W.
willen stellen? We hebben gezien aan
Luitje dat er dan schot in komt.
We leven dus in hoop.
Met dank voor de plaatsing,
VELE BURGERS.
AAN BELANGHEBBENDEN BIJ DEN
AANSLAG VOOR DEN GEBOUWDEN
EIGENDOM VAN HET
WATERSCHAP SCHOUWEN.
Bij de ontvangst van mijn stembiljet
voor de keuze van drie Hoofdingelanden
voor het waterschap Schouwen voor den
gebouwden eigendom, wensch ik langs
dezen weg de aandacht van belangheb
benden te vestigen op deze verkiezing.
De heffing van het dijkgeschot voor den
gebouwden eigendom is een feit gewor
den; bij K.B. van 16 Juni 1930, no. 103,
is de betrekkelijke wijziging van het Bij-
zonde? Reglement op het bestuur van
het waterschap Schouwen goedgekeurd.
Alhoewel in het betrekken van 1/P der
aflossing en rente van de leeningen, wel
ke sedert 1 Januari 1919 zijn gesloten
ter dekking van buitengewone uitgaven,
eenige grond van onbillijkheid schuilt
voor die woningen, welke na genoemden
datum gebouwd zijn en over enkele ja
ren van het tijdvak 1919—1930 geenerlei
belang konden hebben bij de werken,
waarvoor die leeningen werden gesloten,
is hierbij1 de hooge heffing van het dijk
geschot voor den ongebouwden eigen
dom en daarnaast het te eenigertijd af-
loopen der bovenbedoelde uitgaven voor
de leeningen, schijnbaar van voldoende
gewicht geacht om de Kon. goedkeuring
in dezen te verleenen.
Het gebouwd zal dus nu voortaan voor
Ve gedeelte meebetalen in de uitgaven
voor de buitengewone werken, een en
ander als bedoeld in artikel 33 der Wa
terstaatswet 1900, welke werken alle
steeds de goedkeuring van Ged. Staten
behoeven, inbegrepen die voor de lee
ningen steeds 1919.
Noodzakelijke buitengewone werken
mogen "nimmer achterwege blijven, maar
bij de jaarlijksche beoordeeling van deze
noodzakelijke buitengewone werken en
het voteeren der gelden hiervoor, is het
voor den gebouwden eigendom met het
oog op de uitgaven van belang, dat nu
worden gekozenpersonen, die hierom
trent tot oordeelen in staat zijn. Er kan
twijfel bestaan aan de noodzakelijkheid
om een bestaand werk te verbeteren of
te wijzigen, voorts of dit zonder bezwaar
voor de verdediging tegen de zee nog
uitgesteld kan worden of over meerdere
jaren valt te verdeelen, of op goedkoo-
pere wijze valt uit te voeren.
Het bestuur gaat hierbij in hoofdzaak
af op het advies van zijn deskundige, den
heer Ingenieur van het waterschap.
Het zal zaak zijn voor den gebouwden
eigendom om, zoo mogelijk, drie Hoofd
ingelanden te kiezen, die grondige ken
nis dragen van waterbouwkundige wer
ken en naar wiens meening in dezen ge-
hcförd zal worden en die tevens verder
goed thuis zijn in de zoo moeilijke Wa-
terstaatswetgeving.
De keuze is niet groot en niet gemak
kelijk, maar bij eenigen goeden wil zul
len hiervoor één of meerdere personen
gevonden moeten worden.
Met beleefden dank voor de plaatsing.
F.
Zierikzee, 5 October 1930.
P.S. Wegens gebrek aan plaatsruimte
kon het bovenstaande niet worden opge
nomen in het Maandagblad; in dit blad
komt mede voor een ander ingezonden
stuk omtrent de verkiezing van Hoofd
ingelanden.
Waar veel misverstand heerscht bij
belanghebbenden voor welke uitgaven het
gebouwd heeft mede te betalen, hetwelk
ook blijkt uil bedoeld ingezonden stuk,
wensch ik nog het navolgende aan mijn
schrijven toe te voegen.
Het gebouwd zal niet meebetalen aan
de wegen, waterleidingen, gemalen, per
soneel, kosten van bestuur, gebouwen enz.
en ook niet aan het onderhoud der Zee-
werken, maar enkel aan de buitenge
wone werken, waarvoor ingevolge arti
kel 33 der Waterstaatswet 1900 de goed
keuring van G. S. geëischt wordt.
Bij een totale jaarlijksche begrooting
van inkomsten en uitgaven van f 500,000,
waarvan f410,000 f440,000 voor gewone
uitgaven en f 90,000 f 60,000, voor bui
tengewone werken, leeningen inbegrepen,
zal dus door het gebouwd moeten wor
den bijgedragen V6 van f 90.000 f 60.000
dus een bedrag van f 15,000 a f 10,000,
en het geheele restant door den Onge
bouwden eigendom. Eenvoudigheidshalve
zullen dus voortaan 2 begrootingen op
gemaakt dienen te worden. F.
VERKIEZING DRIE HOOFDINGELANDEN
VOOR HET WATERSCHAP SCHOUWEN
VOOR DEN GEBOUWDEN EIGENDOM.
Wij zijn dan nu, noodgedwongen, opge
roepen tegen 16 October a.s., om 3 Hoofd
ingelanden als onze vertegenwoordigers
te helpen verkiezen.
De lijst der daartoe bevoegde ingelan
den, die door iedereen tegen betaling
van f 0,25 op 'sLandskamer is te ver
krijgen, bevat 2010 kiezers, waarvan 1110
of ongeveer 55 pCt. in Zierikzee wonen.
Daarvan zijn 302 tot Hoofdingeland
verkiesbaar, waarvan 210 of ongeveer 70
pCt. Zierikzeeënaars zijn.
Zierikzee, dat het meest door de be
lasting op het gebouwd eigendom wordt
getroffen, kan 'alzoo met het volste recht
aanspraak maken, de drie Hoofdingelan
den uit deze gemeente aan te wijzen.
Laten wij dus in dien geest werken
en zorgen, dat er 16 Oct. a.s. drie finke
mannen uit Zierikzee worden gekozen,
die zooveel mogelijk trachten te voor
komen, dat onze gebouwde eigendommen
onnoodig al te zwaar zullen belast wor
den.
Zierikzee, 6 October 1930.
EENIGE KIEZERS.
M. de R.,
Na het lezen van de ingezonden stuk
ken in uw courant van de heeren Kris-
talijn en Versteeg, verzoek ik onder
staande in uw veelgelezen blad te willen
plaatsen. Bij voorbaat mijn dank.
Dhr. Kristalijn houdt zich er van over
tuigd, dat de regeering niets anders doet
dan haar nationale plicht, door met plan
nen tot uitbreiding van een vloot te ko
men. Genoemde heer hoopt, dat de re
geering er met een extra uitgave van een
slordige 120 millioen voor de eerstko
mende 10 jaren afkomt.
Dhr. Versteeg voelt zich gesterkt in
zijn meening, dat de S.D.A.P. en N.V.V.
V.D. Partij en ver. Kerk en Vrede, dat
van een verdediging van Nederland geen
sprake is en het de meest roekelooze
geldverspilling is. Schrijver acht het be
ter dat de regeering overgaat tot natio
nale ontwapening..
Zooals den lezer ziet is er een verschil,
de eene acht het niet overbodig, dat een
land over afweermiddelen beschikt en de
andere acht het gewenscht dat het land
weerloos wordt.
Beiden hebben op het oog, het belang
van hun medemenschen.
Het moet u bekend zijn, dat bij het
uitbreken van den oorlog, in 1914, Le
ger en Vloot, niet waren zooals het had
moeten zijn, ter bescherming van ons
Volk en niet te vergeten van onze eigen
zonen en vaders, die geroepen werden
door de regeering. Zeker is hier niet
onschuldig aan, de leuze „geen man en
geen cent" voor leger en vloot, totdat
het noodlottige uur aanbrak. Toen wa
ren allen één, van welke gedachte men
ook was, leger en vloot moest, kost
wat kost, worden gebracht op het peil,
zooals dat voor ons land noiodig is.
Hebben wij door deze geschiedenis ge
leerd? Neen! Het volk wordt de leuze
voorgehouden „,een weerloos land is Uw
land", terwijl, zie het ingezonden stuk
van dhr. Versteeg, onze buren, wij spre
ken niet over Rusland, precies het te
genovergestelde laten zien. Door de mas
sa op een wijze voor te lichten als zoo
juist genoemd, krijgen we dus hetzelfde,
maar wellicht iets erger dan in 1914.
Dan kunnen allen, die nu weerloosheid
helpen bevorderen, het resultaat van hun
leuze ondervinden. Gode verhoede dit.
Tenslotte mogen wij hopen, dat de
regeering tal regeere.n en zal loonen
©en r«geering te zijn.
J. A. P. VAN WOUDE.
