Zierikzeesche Nieuwsbode
DERDE BLAD
Uit Stad en Provinoie.
FEUILLETON.
DE DOCTORES.
bthoorend* bl] dt
tan Vrijdag 16 Sspt 1830, ao. 12059.
SEROOSKERKE. Vrijdag 19 dezer kwam
de raad dezer gemeente in openbare
vergadering bijeen. Voorzitter de burge
meester. Afwezig dhr. N. Moelker. De
begrooting 1930 wordt gewijzigd en wor
den daarop gebracht: kosten volkstelling
1930 voor de reis van den leider naar
Middelburg; de verhooging jaarwedde en
belopning vanaf 1 Mei 1930 van den
schoolarts, vaccinateur en doodschouw;
de toegekende bijdrage van het comité
van actie ter verkrijging verbetering van
het overzetveer Zijpe—A.J.-Polder. Van
het goed slot 1929 wordt afgenomen
f 700, om daaruit later te kunnen vol
doen de kosten van aanleg electriciteit
en waterleiding in gemeentewoningen
herstel der onderwijzerswoning, vernieu
wing plafonds schoolgebouw en aanbren
gen der electrische straatverlichting. De
gemeentebegrooting 1931 wordt door B.
en W. den Raad overgelegd, welke be
grooting in ontv. en uitg. aanwijst een*
bedrag van f 14258,78 met een post on
voorzien van f 367,61. Evenzoo wordt
aangeboden de begrooting 1931 van het
havenbedrijf. Genomen wordt een besluit
tot verhuur van de onderwijzerswoning
faan dhr. W. L. van de Linde voor een
tijdvak van 3 jaar, ingaande 1 Novem
ber a.s. tegen een huurprijs van f 240
per jaar, onder welke huurprijs nu is
begrepen een vergoeding voor de kosten
van aanleg electriciteit en waterleiding.
Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat
op medisch advies van de onderwijze
res, mej. J. van de Zande een ziekte
verlof is verleend van, 6 weken en dat
door B. en W. in overleg met den In
specteur tot tijdelijk onderwijzer is be
noemd dhr. A. C. Priem te St.-Maartens-
dijk. Een vrouwelijke leerkracht was niet
te krijgen. Het laatste wordt, met het
oog op het onderwijs in de nuttige hand
werken, bejammerd, terwijl gevraagd
wordt, of het niet mogelijk zou zijn,
daarin toch te voorzien? De voorz. deelt
hieromtrent mede, dat voor het geval
het mocht blijken, dat de afwezigheid
der onderwijzeres langer zou duren, dan
waarvoor thans verlof is verleend, dit
punt nader onder het oog kan worden
gezien. De voorz. brengt dank aan het
lid Legemate voor hetgeen hij heeft ver
richt gedurende diens waarneming van
het wethouderschap en zegt, dat hij aan
genaam met hem heeft samengewerkt.
Bij de omvraag vraagt het lid Geleijnse
of van de gemeente Ellemeet dan wel
van dhr. van der Weijde, een vergoe
ding is ontvangen voor het gebruik van
het brandbluschmateriaal, dat dienst ge
daan heeft bij den brand van de schuur
van dhr. van der Weijde in Juni 1.1.,
waarop hem wordt geantwoord, dat zulks
niet is geschied, doch dat er wel een
vergoeding is ontvangen voor de man
schappen, uitmakende de bediening der
spuit. Opgemerkt wordt, dat deze ver1
goeding voor nachtwerk veel te gering
is geweest. Tengevolge hiervan ontspint
zich nog een discussie, waaruit naar vo
ren komt, dat de wijze, waarop hulp is
gevreagd en verleend, niet de ware is
geweest. Als vanwege de gemeente hulp
was gevraagd, dan had alles beter ge
regeld kunnen worden. Hierna sluiting.
YISSCHERIJBERICHTEN.
Mem meldt uit Zeeland aan de N.R.Crt.:
De vraag naar mossels wordt, zooals
altijd na den zomer, voor de consumptie
grooter; voor de inmakerijen worden ook
veel mossels gevraagd en uit den aard
der zaak tracht men daarvoor de beste
kwaliteiten te krijgen, omdat ze in de
inmaakflesschen duidelijk zichtbaar zijn
wat den verkoop zeer kan influenceeren.
Over het algemeen is men over de kwa
Naar het Engelsch.
24
Mallory had de jonge vrouw wel wil
len vernietigen, die hem deze feiten zoo
juist en kalm opnoemde.
„Zeg, dat het niet waar is, Everard",
drong Queenie met haar hand op zijn
arm.
„Waar?"herhaalde hij. Kan je het
van mij gelooven, Queenie?"
„Als je mij zweert, dat het niét waar
is en dat je vrij bent, om mij te trour
wen, zooals je mij beloofde, dan zal
ik met je meegaan, Everard".
Een seconde bedacht hij zich; toen
sloeg hij de oogen neer en zei:
„Ik? De Hemel helpe mij! Het is waar.
Queenie slaakte een kreet.
„Als dit waèr is", zei ze, „dan zou
je dus mijn leven verwoest hebben en
mij waardeloos ter zijde geworpen heb
ben, wanneer je dat beter uitkwam. Heb
je dan geen erbarmen Everard?"
„Ik had je lief", antwoordde hij vurig.
Ik' hèb je lief -- heb je nóg lief!"
„Noem je dit liefde, wat mij zou ge
maakt hebben tot een vrouw, die de men-
schen schuwen zouden?"
„Onzin!" riep hij. „Dwaas, oud voor
oordeel. De vrouw, het model, die ik
trouwde, toen ik niet veel meer dan een
jongen! was, en die ik nu in geen zestien
liteit van de mossels nog niet zoo erg
tevreden, daar de groei nog al te wen- j
schen overliet; daardoor is, wat de vis-
schers noemen de visch in de mosselen
niet vlug gekomen. Men heeft in de laat
ste jaren met de Zuiderzeezaaddistributie
en door de oprichting van den Bond van
Zeeuwsche mosselkweekers getracht een
beteren toestand in het bedrijf te schep
pen en alles wijst er op, dat in elk geval
de chaos van voorheen niet meer bestaat,
want van den noodtoestand, zooals die
eenige jaren geleden bestond, wordt ge
lukkig niet meer vernomen, dank zij de
medewerking van de autoriteiten op vis-
scherijgebied en het initiatief van voor
aanstaande mosselkweekers, waarbij doel
bewuste productieregeling, doelbewuste
verruiming van het afzetgebied en zeker
ook de samenwerking van de vissehers
samen moeten werken om tot verbetering
te komen. De wijze waarop de mossel
zaaddistributie plaats heeft, is bekend,
terwijl het afzetgebied ook is verbeterd.
De samenwerking, zoolang door allerlei
plaatselijke belangetjes gecoupeerd, is er
ook gekomen, al is de mogelijkheid niet
uitgesloten, dat er nu ook nog klappen
vallen }4 men mag niet vergeten, dat tegen
slag steeds mogelijk is.
M1LLIOENENDANS.
Burgerlijke nabeschouwing).
Na den blijden derden Dinsdag
Schrok men op door heel ons land,
Want een somb're cijfer-zondvloed
Overstroomde onze krant,
'tWas niet meer om bjij te houden,
En we duizelden ervan,
Hulde aan een Excellentie,
Die zoo kranig reek'nen kan!
Velen volgden deze cijfers
Vaak met min of meer succes,
En ze .werden pessimistisch,
Want we raken op de flesch!
Och, zoo'n batig wissewasje,
Drie maal honderd millioen,
Dat lijkt zelfs voor een minister
Nog voorloopig om te doen!
Nu zijn wij gewone mensehen,
En we reek'nen dus gewoon,
En we denken onze toekomst
Met zoo'n spaarpot, sterk' en schoon!
„Mis!" zegt dan de Excellentie,
„Ook die spaarpot raakt eens op,
„Wat is nu voor slechte tijden
„Drie maal honderd millioen pop?!"
En hij tracht ons bij te brengen,
Met wat hoog're politiek,
Dat de tijden ongezond zijn,
Economisch zijn we ziek!
Want als straks de wereld-dokter
Ons de reek'ning presenteert
Zou nog wel eens kunnen blijken,
Dat de spaarpot is verteerd!
En we schrikken, want die spaarpot
Schudde onze spaarpot leeg,
Waardoor ons huishoud'lijk budget
Reeds een flinke hoestbui kreeg!
We betaalden toch den dokter
In ons vaderlandsch bestaan,
Het bedrag van de belasting
Is toch trouw door ons voldaan!
Blijven we dan steeds patiënten,
Die de fiscus opereert,
Afgeleefde vaderlanders,
Financieel geamputeerd?
Ach, we konden best herstellen,
En we raakten wel op streek,
Als steeds iedere minister
Maar „een Excellentie" bleek!
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
Copie wordt niet teruggezonden.
Zierikzee, 22 Sept. 1930.
Mijnheer de Redacteur!
Verleen mij s. v. p. de vereischte ruimte
om mijne meening te kennen te geven
aangaande de proclamatie, welke de be
sturen van de S.D.A.P. en N.V.V. tot het
Ned. volk richten, met de uitnoodiging
onze handteekeningen te plaatsen op het
petitionnement tegen de plannen der re
geering tot uitbreiding van de oorlogs
jaar gezien heb; zij is mij niets! Jij zult
eehtj mijn vrouw zijn; mijn schoone, jonge
vrouw
„Een man mag geen twee vrouwen
hebben, niet waar? Zij is je vrouw en
ik! ben je nietsl Ik wil je nooit weerzien,
Everard. Nooit! Dit is het einde!"
„Het einde!" herhaalde hij zoo diep
tragisch, dat Margaret ondanks alles
toch meelijden had met hen alle twee.
„Jij vertrekt met den trein en ik blijf
hier, dank zij het ingrijpen van dokter
Frampton".
'Dii, zeggende, wendde zij zich om, maar
zij wankelde en Margaret zorgde, dat
zij goed en wel in het rijtuig kwam.
Nog slechts, even was dit vertrokken,
of zij leunde nagenoeg bewusteloos ach
terover. Al haar moed had haar begeven.
Er werd dan ook onderweg geen woord
gesproken en toen ze terug waren bij
het huis van Mrs. Grant, kon het kamer
meisje haast haar verbazing niet ver
bergen:
„We dachten, dat u weg ging, Miss?"
riep zij.
„Ikj ging ook weg; maar..." begon Quee
nie en Margaret zag, dat zij niet bij
machtd was, iets meer uit te brengen.
„Miss Donnington is ziek", zei ze. „Ik
zal 'haar naar haar kamer brengen. Ik ben
dokter".
„Zei'is «en zenuwuitputting nabij", dacht
Margaret, toen zij den zwakken, maar
sterk versnelden pols voelde.
„Breng Miss Donnington zoo gauw mo
gelijk naar bed", zei ze tot het meisje.
„Ik zal intusscben met Mrs. Grant spre
ken".
vloot, ten einde steun te geven aan het
verzet der moderne arbeidersbeweging f
tegen de uitbreiding van onze oorlogs-
vloot.
Zij meenen in den geest van een zeer j
groot deel van het Ned. volk stelling
te moeten nemen tegen elke poging om
nieuwe millioenen aan het militarisme ten
offer te brengen.
Bevreemding kan die uitnoodiging niet
baren. Het is algemeen bekend, dat de
S.D.A.P. tegen uitgaven is voor leger
en vloot.
Het moge die partij echter tot troost
zijn, dat er ook buiten hun partij maar
weinigen mede ingenomen zijn.
Ik houd mij overtuigd, dat de regeering
niets anders doet dan haar nationale
plichtj en indien zij inderdaad ook anders
kon, die millioenen gaarne voor andere
doeleinden zou willen gebruiken.
Dat uitbreiding van de vloot ingaat
tegen de ontwapeningsgedachte, is waar,
maar dat is inderdaad ook maar eene
gedachte, een ideale wensch, om zonder
bewapening als natie toch veilig en in
vrede te midden van -andere naties te
kunnen leven en daardoor jaarlijks een
groot aantal millioenen te kunnen uit
sparen, welke besparing echter toch
slechts eene gedeeltelijke besparing Izou
zijn. Hoeveel komt er van die uitgaven
toch nog in de samenleving, o. a. in gar
nizoensplaatsen, terug. Hoeveel der han
den werk en der monden brood levert
het aanbrengen der grondstoffen, 'de fa-
brikatie en hanteering der bewapeningen,
het verschaffen van voéding, kleeding en
kazerneering wel niet op
Bij eenig zelfstandig nadenken weten
en begrijpen wij heel best, dat o. a. ten
opzichte van de bewapening, élke natie
ei* niet het minst de onze, zoo niet direct,
dan toch indirect de nationale plicht is
opgelegd, om in overeenstemming met
en naar verhouding van de omringende
staten,land- en zeegrenzen en uitgebreid
heid van bezittingen en koloniën in an
dere werelddeelen, leger en vloot, naar
financieel draagvermogen in goeden staat
en paraatheid te houden en naar de
eischen van de steeds voortgaande ver
beteringen in en nieuwe vindingen van
de moderne techniek in te richten en uit
te breiden.
Dat langs den weg van nationale en
internationale ontwapening duurzaam het
oorlogsgevaar zou kunnen worden afge
wend) is eene leuze, welke niet voor ver
wezenlijking vatbaar is. Nooit zal 'de
menschheid een toestand beleven, waarin
volken en naties ontwapend zullen kun
nen zijn. Zelfs al zou de geheele wereld
éene natie of staat worden, dan nog zou
den de verschillende deelen daarvan
vóór en na met elkander in oorlog 2ijn
o$ op voet van oorlog verkeeren. Zoolang
er nog verschil in- en ingevolge onzen
echt menschelijken trek begeerte naar
meerder stoffelijk en geestelijk bezit zal
zijn, zal er ook strijd blijven bestaan.
Zij, die hier in het aardsche dal van
tranen en vreugde de intrede des levens
doeny laten alle hoop op duurzamen vrede
maar voor eeuwig varen!
Laten wij ons, in casu, er bij voorbaat
maar over verheugen, dat wij er in 'de
eerstkomende! 10 jaren nog met de extra-
uitgave van eene slordige 120 millioen
Hollandsche guldens afkomen. Indien wij
dan de overtuiging hebben, dat wij daar
mede' ons nationaal bestaan en onze nati
onale vrijheid meer veilig stellen en onze
Jantjes van betrouwbare bewapening en
goede huisvesting te water, enz, zijn
voorzien, dan moge m. i. zulk een kleine
uitgave uit onze groote kas voor ons
geen bezwaar zijn.
Met dank voor de plaatsing,
KRISTALIJN.
Bruinisse, 25 Sept. 1930.
Mijnheer de Redacteur, 9
Wilt u zoo goed zijn het volgende
als ingezonden stuk in uw veelgelezen
blad te plaatsen. Bij voorbaat onzen dank.
Te Bruinisse wordt om de veertien da-
dagen uitgegeven „De Nieuwe Bruinisser
Courant". In die krant heeft de uitgever
14 Oct. 1927 geplaatst: „Door uw Bind
„Gaat u?" vroeg Queenie op hart
roerende toon.
„Ja", antwoordde Margaret vriendelijk.
„Ik moet nu gaan. Uw geheim is veilig
bij u".
„Dat weet ik".
„Is er iets, wat ik nog voor u doen
kan!"
„Ik wilde, dat mijn moeder hier was",
riep Queenie, sloeg de handen voor het
gelaat en barstte in een stroom van tra
nen uit.
Margaret Frampton ging naar Mrs.
Grant en bracht haar op de hoogte van
Queenie's toestand. Toen ging zij naar
het ziekenhuis, maar eer zij haar werk
begon, zond ze een briefje aan Mac
Bride, van den volgenden inhoud:
Ik heb Miss Donnington gezien en
zei lijkt mij in het geheel niet wel. Als
u den raad van een collega wilt vol
gen, ga dan niet bij haar, eer ze u
laat roepen. Haar zenuwen zijn sterk
overspannen. Tot mijn spijt zal ik u
ook eenige dagen niet kunnen zien.
Vriendelijk groetend,
MARGARET TRAMPTON.
„Arme jongen!" sprak zij in zichzelve,
toen zij den brief sloot.
Ze zou graag naar hem toegegaan
zijn, maar ze wilde MacBride niet spre
ken, vóór ze een onderhoud had gehad
met Queenie.
en Drukwerk bij oils te bestellen en niet
van elders te betrekken, bevordert ge
de Industrie van uw eigen plaats. Be
vordering van eigen industrie beteekent
bevordering van welvaart voor eigen
woonplaats.
Nu dit jaar, 15 Aug. 1930, plaatst de
zelfde uitgever weer een stuk: Bruinisse
Vooruit" en een gedeelte daarvan is
van den volgenden inhoud: „Thans zijn
de volgende vakken in Bruinisse verte
genwoordigd, (natuurlijk te veel om hier
op te noemen), maar b.v. Bakkerij, Smid,
Schilder, enz. enz. Wij hopen dat al
deze zaken door onze burgers gesteund
zullen worden, door in hun eigen plaats
zooveel mogelijk te laten maken of te
koopen, opdat „Bruinisse Bloeie". Maar
nu gaat da geachte Uitgever van de
„Nieuwe Bruinisser Courant", zelf een
schilder van Oosterland halen om bij
hem de winkelpui te schilderen. Dus bur
gers van Bruinisse, ik zou zoo denken,
als men zoo iets plaatst, dan moet men
daarin ook zelf voorgaan, anders zal
zijn geschrijf niet veel meer beteekenen.
Eenige burgers van Bruinisse.
BURGERLIJKE STANDEN.
Over de maand Juli.
DUIVENDIJKE. Gehuwd: 30, Johannis
Viergever, 55 j. jm., en Johanna Chris
tina Verdier, 42 j. jd. (van Den Haag).
Overleden: 3, Tonis van der Weele, 72
j., echtg. van Maria Johanna Dieleman;
6, Tannetje Verwest, 72 j., wed. van
Adrianus de Graaf; 15, Magdalena de Kok
33 j., d. van W. de Kok en Adr. van
den Hoek.
Over de maand Augustus.
KERKWERVE. Overleden: 21, Cornelis
Dingeman van der Linde, 84 j., echtg.
van M. W. v. d. Linde.
HAAMSTEDE. Geboren: 17, Johanna
Wilhelmina Bastiaantje, d. van Jan Lie
ven van der Velde en Wilhelmina van
Galen; 19, Adriaan Leendert, z. van Jo-
han Overbeeku en Elizabeth Fondse.
Gehuwd: 8, Hendrik Blom, 26 j„ en
Willie Marie Dalebout, 26 j.; 8, Adrianus
de'Bruine, 22 j. en Cornelia Trijntje Stou
ten, 22 j.; 8, Jan Adriaan Speelman, 30 j.,
en Tannetje Maatje Thijsse, 20 j.; 15,
Izak Adriaan Christiaan Berrevoets, 24
j. en Adriana Martina Steenland, 25 j.
BURGH. Overleden: 29, Huibregl van
Rooijen, 37 j„ echtgenoot van Willemina
Vreeke.
RENESSE. Geboren: 23, Maatje Adri
ana, d. van Pieter Marinus Stoutjesdijk
HOOFDSTUK. XII.
(Besluit).
Queenie) leed aan een geweldige zenuw
uitputting. Nachten achtereen Ijlde zij en
uit hetgeen zij in die droomen praatte,
maakte haar moeder heel wat op, van
wat haar tot nog toe verborgen was
gebleven.
MacBride kwam telkens hooren naar
zijn verloofde. Den eersten keer, toen
Mrs. Donnington hem zag, trof het haar,
zoo verouderd als hij leek. Toch maakte
hij nooit de geringste toespeling op de
werkelijke reden van Queenie's ziekte.
Bij Margaret bleef hij ook weg. Of zij
de tusschenpersoon was, waardoor zijn
verloofde ingelicht werd, betreffende
Mallory's huwelijk, had hij haar nooit
gevraagd, maar waarschijnlijk vermoedde
hiji dit wel.
Na verloop van tien dagen hield de
verhooging bij Queenie op en sloeg haar
pols ook weer normaal. Ze sliep zoo
rustig! als een kind. Ze wilde steeds haar
moeder om zich heen hebben en het
deed Mrs. Donnington goed, dat zij dus
nog zoo veel was, in het leven van haar
dochtertje.
Queenie; kon langen tijd doodstil figgen,
zondei] te spreken. Ze was weer in krach
ten toegenomen en ook haar schoonheid
keerde weer. Een veertien dagen nadat
ze was gaan liggen, mocht zij weer wat
spreken.
„Moeder* ik wil u iets vertellen", zei ze.
Mrs.'Donnington sloeg haar nauwlettend
£ade' ;8il3
DORDRECHT IN
FEESTSTEMMING.
In verband met do
opening der zeehaven en
het bezoek van H.M. de
Koningin aan Dordrecht,
wordt aldaar van 23 tot
28 September een licht-
week gehouden. Het
verlichte Stadhuis.
en Philippïna Quist; 29. Adriaan Jan,
z. van Cornelis Leendert Bolijn en Adri
ana Pieternella Beije.
Gehuwd: 15, Stoffel Jan Priemus, 22 j.
jm. en Bastiana Johanna Capelle, 29 j.
jd.
Overleden: 17, Jacoba van Sluiis, 50 j.,
echtgenoote van J. v. d. Werf; 25, Dana
Viersma, 49 j„ echtgenoote van Izak Lok
ker te Zierikzee.
ELLEMEET. Geboren: 10, Sietske, d.
van Teerde Kootstra en Baukje Damstra.
Overleden: 29, Johannis van Beveren,
67 j., echtg. van Cornelis Dingena Gun-
ter (van St.-Philipsland).
DUIVENDIJKE. Geboren: 1, Jacob Phi-
lippus, z. van Joost van Ast en Ad
Kathalijntje v. d. Velde; 18, Dingeman,
z. van Triest do Jon ge en Martina de
Oude; 21, Elisabeth, d. van Johannes
Kloet en Maatje van de Panne.
OOSTERLAND. Geboren: 7, Emile, z.
van Emilc de Letter en J. C. Kaat; 11.
Lauwrina, d. van L. van Popering en
E. Haeck; 13. Willemina, d. van M. de
Bruine en A. Meerman; 15, Johanna Mar
tha, d, van I. Rijnberg en D. A. den
Engelsman; 19, Janna Joppa, d. van M.
Verstraaten en C. J. Hoogerhuis; 30, Hen
drik, z. van W. van bijke en D. Hage.
Gehuwd: 15, E. E. Vleugels Schutter,
27 j., en C. G. Sput, 26 j. (van Gouda).
Overleden: 29., Jannetje Kwaak, 67 j.,
echtg. van M. J. Boogert.
BRUINISSE. Geboren: 5, Marinus Leen
dert, z. van M. M. Verkamman en J.
Hage; 5. Johanna, d. van D. v. d. Berge
en A. M. H. Leenders. 6. Johanna Petro-
nella, d. van C. Kik en J. Otte; 9, Jo
hanna, d. van L. M. van den Bos en N.
Bal; 27, Adriana, d. van J. van Dijke;
31, Simon, z. van C. Hoek en Chr. Bal.
Gehuwd: 8, Willem Zondervan, 25 j.,
jm., en Cornelia Okkerse, 24 j. jd.; 15.
Thomas Kik, 21 j. jm., en Geertje van
de Ketterij, 21 j. jd. (van Zierikzee); 19,
Marinus, Vlaming, 29 j„ j.m. (van Ierseke)
en Johanna Arnoldina de Koek, 20 j. jd.
Overleden: 12, Maatje Geluk, 13 j., d.
van G. Geluk en K. de Waal; 15, Jo
hanna Cornelisse, 75 j., echtgenoot van
Joh. Reinhoud; 20, Izaak Jumelet, 33 j.,
echtgenooot van A. P. van Gilst.
NIEUWERKERK. Geboren: 11, Pieter
nella Cornelia, "dochter van M. Dorst en
P.a Heijboer; il6, Daniël Johannes, zoon
van Jacob Kik en I. M. Flikweert; 21,
Elizabeth Johanna, (dochter van Joh.s de
Braai en J. C. Nortier.
Overleden: 2, Jacoba Meerman, 41 j.,
echtgenoote van C. M. Aalbregtse.
„Zou je daarvoor sterk genoeg zijn,
kindje
„Ik zal mij beter voelen, als ik het
verteld heb".
En zoo deelde zij haar moeder heel
de geschiedenis mee.
Na afloop daarvan zei Mrs. Donning
ton, zoo kalm mogelijk:
,-,Uit wat je in je ijlen zei, heb ik er
al heel wat van begrepen, Queenie".
„Wat zou ik Will graag zien", zei ze,
na eenigen tijd gezwegen te hebben.
„Zou je nog niet wat wachten, kind
lief?"
„Neen; dit zal mij heel veel goed doen".
Mrs. Donnington stond op en kuste
haar dochtertje.
'„Qlueenie", zei ze, „ik voel, dat jij
toch niet zooveel schuld hebt. Je werd
misleid door een knappen, gewetenloozen
man. Ik zal William zeggen, dat hij mor
gen komt; nu vandaag niet meer. Tracht
nog wat te slapen!"
Mrs. Donnington kleedde zich aan en
richtte haar schreden naar de kamers
van Margaret, waar zij opengedaan werd
door Anna, die haar niet kende en zei:
„Ik weet niet, of dokter Frampton u
wel ontvangen kan".
„Wilt u mijn kaartje dan geven. Ik
ben Mrs. Donnington".
Anna herinnerde zich den naam.
Maakt uw dochter het weer wat be
ter?" vroeg zij. „Dokter Frampton was
bezorgd over haar".
„Ja, dank u. Zo gaat langzaam voor
uit. Zonder dralen liet Anna de bezoek
ster toen bij Margaret in de kamer.
IJl (Wordt vervolgd