Zierikzeesche Nieuwsbode DERDE BLAD Uit Stad en Provinoie. FEUILLETON. DE DOCTORES. bthoorend* bl] dt tan Vrijdag 16 Sspt 1830, ao. 12059. SEROOSKERKE. Vrijdag 19 dezer kwam de raad dezer gemeente in openbare vergadering bijeen. Voorzitter de burge meester. Afwezig dhr. N. Moelker. De begrooting 1930 wordt gewijzigd en wor den daarop gebracht: kosten volkstelling 1930 voor de reis van den leider naar Middelburg; de verhooging jaarwedde en belopning vanaf 1 Mei 1930 van den schoolarts, vaccinateur en doodschouw; de toegekende bijdrage van het comité van actie ter verkrijging verbetering van het overzetveer Zijpe—A.J.-Polder. Van het goed slot 1929 wordt afgenomen f 700, om daaruit later te kunnen vol doen de kosten van aanleg electriciteit en waterleiding in gemeentewoningen herstel der onderwijzerswoning, vernieu wing plafonds schoolgebouw en aanbren gen der electrische straatverlichting. De gemeentebegrooting 1931 wordt door B. en W. den Raad overgelegd, welke be grooting in ontv. en uitg. aanwijst een* bedrag van f 14258,78 met een post on voorzien van f 367,61. Evenzoo wordt aangeboden de begrooting 1931 van het havenbedrijf. Genomen wordt een besluit tot verhuur van de onderwijzerswoning faan dhr. W. L. van de Linde voor een tijdvak van 3 jaar, ingaande 1 Novem ber a.s. tegen een huurprijs van f 240 per jaar, onder welke huurprijs nu is begrepen een vergoeding voor de kosten van aanleg electriciteit en waterleiding. Vervolgens deelt de voorzitter mede, dat op medisch advies van de onderwijze res, mej. J. van de Zande een ziekte verlof is verleend van, 6 weken en dat door B. en W. in overleg met den In specteur tot tijdelijk onderwijzer is be noemd dhr. A. C. Priem te St.-Maartens- dijk. Een vrouwelijke leerkracht was niet te krijgen. Het laatste wordt, met het oog op het onderwijs in de nuttige hand werken, bejammerd, terwijl gevraagd wordt, of het niet mogelijk zou zijn, daarin toch te voorzien? De voorz. deelt hieromtrent mede, dat voor het geval het mocht blijken, dat de afwezigheid der onderwijzeres langer zou duren, dan waarvoor thans verlof is verleend, dit punt nader onder het oog kan worden gezien. De voorz. brengt dank aan het lid Legemate voor hetgeen hij heeft ver richt gedurende diens waarneming van het wethouderschap en zegt, dat hij aan genaam met hem heeft samengewerkt. Bij de omvraag vraagt het lid Geleijnse of van de gemeente Ellemeet dan wel van dhr. van der Weijde, een vergoe ding is ontvangen voor het gebruik van het brandbluschmateriaal, dat dienst ge daan heeft bij den brand van de schuur van dhr. van der Weijde in Juni 1.1., waarop hem wordt geantwoord, dat zulks niet is geschied, doch dat er wel een vergoeding is ontvangen voor de man schappen, uitmakende de bediening der spuit. Opgemerkt wordt, dat deze ver1 goeding voor nachtwerk veel te gering is geweest. Tengevolge hiervan ontspint zich nog een discussie, waaruit naar vo ren komt, dat de wijze, waarop hulp is gevreagd en verleend, niet de ware is geweest. Als vanwege de gemeente hulp was gevraagd, dan had alles beter ge regeld kunnen worden. Hierna sluiting. YISSCHERIJBERICHTEN. Mem meldt uit Zeeland aan de N.R.Crt.: De vraag naar mossels wordt, zooals altijd na den zomer, voor de consumptie grooter; voor de inmakerijen worden ook veel mossels gevraagd en uit den aard der zaak tracht men daarvoor de beste kwaliteiten te krijgen, omdat ze in de inmaakflesschen duidelijk zichtbaar zijn wat den verkoop zeer kan influenceeren. Over het algemeen is men over de kwa Naar het Engelsch. 24 Mallory had de jonge vrouw wel wil len vernietigen, die hem deze feiten zoo juist en kalm opnoemde. „Zeg, dat het niet waar is, Everard", drong Queenie met haar hand op zijn arm. „Waar?"herhaalde hij. Kan je het van mij gelooven, Queenie?" „Als je mij zweert, dat het niét waar is en dat je vrij bent, om mij te trour wen, zooals je mij beloofde, dan zal ik met je meegaan, Everard". Een seconde bedacht hij zich; toen sloeg hij de oogen neer en zei: „Ik? De Hemel helpe mij! Het is waar. Queenie slaakte een kreet. „Als dit waèr is", zei ze, „dan zou je dus mijn leven verwoest hebben en mij waardeloos ter zijde geworpen heb ben, wanneer je dat beter uitkwam. Heb je dan geen erbarmen Everard?" „Ik had je lief", antwoordde hij vurig. Ik' hèb je lief -- heb je nóg lief!" „Noem je dit liefde, wat mij zou ge maakt hebben tot een vrouw, die de men- schen schuwen zouden?" „Onzin!" riep hij. „Dwaas, oud voor oordeel. De vrouw, het model, die ik trouwde, toen ik niet veel meer dan een jongen! was, en die ik nu in geen zestien liteit van de mossels nog niet zoo erg tevreden, daar de groei nog al te wen- j schen overliet; daardoor is, wat de vis- schers noemen de visch in de mosselen niet vlug gekomen. Men heeft in de laat ste jaren met de Zuiderzeezaaddistributie en door de oprichting van den Bond van Zeeuwsche mosselkweekers getracht een beteren toestand in het bedrijf te schep pen en alles wijst er op, dat in elk geval de chaos van voorheen niet meer bestaat, want van den noodtoestand, zooals die eenige jaren geleden bestond, wordt ge lukkig niet meer vernomen, dank zij de medewerking van de autoriteiten op vis- scherijgebied en het initiatief van voor aanstaande mosselkweekers, waarbij doel bewuste productieregeling, doelbewuste verruiming van het afzetgebied en zeker ook de samenwerking van de vissehers samen moeten werken om tot verbetering te komen. De wijze waarop de mossel zaaddistributie plaats heeft, is bekend, terwijl het afzetgebied ook is verbeterd. De samenwerking, zoolang door allerlei plaatselijke belangetjes gecoupeerd, is er ook gekomen, al is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat er nu ook nog klappen vallen }4 men mag niet vergeten, dat tegen slag steeds mogelijk is. M1LLIOENENDANS. Burgerlijke nabeschouwing). Na den blijden derden Dinsdag Schrok men op door heel ons land, Want een somb're cijfer-zondvloed Overstroomde onze krant, 'tWas niet meer om bjij te houden, En we duizelden ervan, Hulde aan een Excellentie, Die zoo kranig reek'nen kan! Velen volgden deze cijfers Vaak met min of meer succes, En ze .werden pessimistisch, Want we raken op de flesch! Och, zoo'n batig wissewasje, Drie maal honderd millioen, Dat lijkt zelfs voor een minister Nog voorloopig om te doen! Nu zijn wij gewone mensehen, En we reek'nen dus gewoon, En we denken onze toekomst Met zoo'n spaarpot, sterk' en schoon! „Mis!" zegt dan de Excellentie, „Ook die spaarpot raakt eens op, „Wat is nu voor slechte tijden „Drie maal honderd millioen pop?!" En hij tracht ons bij te brengen, Met wat hoog're politiek, Dat de tijden ongezond zijn, Economisch zijn we ziek! Want als straks de wereld-dokter Ons de reek'ning presenteert Zou nog wel eens kunnen blijken, Dat de spaarpot is verteerd! En we schrikken, want die spaarpot Schudde onze spaarpot leeg, Waardoor ons huishoud'lijk budget Reeds een flinke hoestbui kreeg! We betaalden toch den dokter In ons vaderlandsch bestaan, Het bedrag van de belasting Is toch trouw door ons voldaan! Blijven we dan steeds patiënten, Die de fiscus opereert, Afgeleefde vaderlanders, Financieel geamputeerd? Ach, we konden best herstellen, En we raakten wel op streek, Als steeds iedere minister Maar „een Excellentie" bleek! INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der redactie). Copie wordt niet teruggezonden. Zierikzee, 22 Sept. 1930. Mijnheer de Redacteur! Verleen mij s. v. p. de vereischte ruimte om mijne meening te kennen te geven aangaande de proclamatie, welke de be sturen van de S.D.A.P. en N.V.V. tot het Ned. volk richten, met de uitnoodiging onze handteekeningen te plaatsen op het petitionnement tegen de plannen der re geering tot uitbreiding van de oorlogs jaar gezien heb; zij is mij niets! Jij zult eehtj mijn vrouw zijn; mijn schoone, jonge vrouw „Een man mag geen twee vrouwen hebben, niet waar? Zij is je vrouw en ik! ben je nietsl Ik wil je nooit weerzien, Everard. Nooit! Dit is het einde!" „Het einde!" herhaalde hij zoo diep tragisch, dat Margaret ondanks alles toch meelijden had met hen alle twee. „Jij vertrekt met den trein en ik blijf hier, dank zij het ingrijpen van dokter Frampton". 'Dii, zeggende, wendde zij zich om, maar zij wankelde en Margaret zorgde, dat zij goed en wel in het rijtuig kwam. Nog slechts, even was dit vertrokken, of zij leunde nagenoeg bewusteloos ach terover. Al haar moed had haar begeven. Er werd dan ook onderweg geen woord gesproken en toen ze terug waren bij het huis van Mrs. Grant, kon het kamer meisje haast haar verbazing niet ver bergen: „We dachten, dat u weg ging, Miss?" riep zij. „Ikj ging ook weg; maar..." begon Quee nie en Margaret zag, dat zij niet bij machtd was, iets meer uit te brengen. „Miss Donnington is ziek", zei ze. „Ik zal 'haar naar haar kamer brengen. Ik ben dokter". „Zei'is «en zenuwuitputting nabij", dacht Margaret, toen zij den zwakken, maar sterk versnelden pols voelde. „Breng Miss Donnington zoo gauw mo gelijk naar bed", zei ze tot het meisje. „Ik zal intusscben met Mrs. Grant spre ken". vloot, ten einde steun te geven aan het verzet der moderne arbeidersbeweging f tegen de uitbreiding van onze oorlogs- vloot. Zij meenen in den geest van een zeer j groot deel van het Ned. volk stelling te moeten nemen tegen elke poging om nieuwe millioenen aan het militarisme ten offer te brengen. Bevreemding kan die uitnoodiging niet baren. Het is algemeen bekend, dat de S.D.A.P. tegen uitgaven is voor leger en vloot. Het moge die partij echter tot troost zijn, dat er ook buiten hun partij maar weinigen mede ingenomen zijn. Ik houd mij overtuigd, dat de regeering niets anders doet dan haar nationale plichtj en indien zij inderdaad ook anders kon, die millioenen gaarne voor andere doeleinden zou willen gebruiken. Dat uitbreiding van de vloot ingaat tegen de ontwapeningsgedachte, is waar, maar dat is inderdaad ook maar eene gedachte, een ideale wensch, om zonder bewapening als natie toch veilig en in vrede te midden van -andere naties te kunnen leven en daardoor jaarlijks een groot aantal millioenen te kunnen uit sparen, welke besparing echter toch slechts eene gedeeltelijke besparing Izou zijn. Hoeveel komt er van die uitgaven toch nog in de samenleving, o. a. in gar nizoensplaatsen, terug. Hoeveel der han den werk en der monden brood levert het aanbrengen der grondstoffen, 'de fa- brikatie en hanteering der bewapeningen, het verschaffen van voéding, kleeding en kazerneering wel niet op Bij eenig zelfstandig nadenken weten en begrijpen wij heel best, dat o. a. ten opzichte van de bewapening, élke natie ei* niet het minst de onze, zoo niet direct, dan toch indirect de nationale plicht is opgelegd, om in overeenstemming met en naar verhouding van de omringende staten,land- en zeegrenzen en uitgebreid heid van bezittingen en koloniën in an dere werelddeelen, leger en vloot, naar financieel draagvermogen in goeden staat en paraatheid te houden en naar de eischen van de steeds voortgaande ver beteringen in en nieuwe vindingen van de moderne techniek in te richten en uit te breiden. Dat langs den weg van nationale en internationale ontwapening duurzaam het oorlogsgevaar zou kunnen worden afge wend) is eene leuze, welke niet voor ver wezenlijking vatbaar is. Nooit zal 'de menschheid een toestand beleven, waarin volken en naties ontwapend zullen kun nen zijn. Zelfs al zou de geheele wereld éene natie of staat worden, dan nog zou den de verschillende deelen daarvan vóór en na met elkander in oorlog 2ijn o$ op voet van oorlog verkeeren. Zoolang er nog verschil in- en ingevolge onzen echt menschelijken trek begeerte naar meerder stoffelijk en geestelijk bezit zal zijn, zal er ook strijd blijven bestaan. Zij, die hier in het aardsche dal van tranen en vreugde de intrede des levens doeny laten alle hoop op duurzamen vrede maar voor eeuwig varen! Laten wij ons, in casu, er bij voorbaat maar over verheugen, dat wij er in 'de eerstkomende! 10 jaren nog met de extra- uitgave van eene slordige 120 millioen Hollandsche guldens afkomen. Indien wij dan de overtuiging hebben, dat wij daar mede' ons nationaal bestaan en onze nati onale vrijheid meer veilig stellen en onze Jantjes van betrouwbare bewapening en goede huisvesting te water, enz, zijn voorzien, dan moge m. i. zulk een kleine uitgave uit onze groote kas voor ons geen bezwaar zijn. Met dank voor de plaatsing, KRISTALIJN. Bruinisse, 25 Sept. 1930. Mijnheer de Redacteur, 9 Wilt u zoo goed zijn het volgende als ingezonden stuk in uw veelgelezen blad te plaatsen. Bij voorbaat onzen dank. Te Bruinisse wordt om de veertien da- dagen uitgegeven „De Nieuwe Bruinisser Courant". In die krant heeft de uitgever 14 Oct. 1927 geplaatst: „Door uw Bind „Gaat u?" vroeg Queenie op hart roerende toon. „Ja", antwoordde Margaret vriendelijk. „Ik moet nu gaan. Uw geheim is veilig bij u". „Dat weet ik". „Is er iets, wat ik nog voor u doen kan!" „Ik wilde, dat mijn moeder hier was", riep Queenie, sloeg de handen voor het gelaat en barstte in een stroom van tra nen uit. Margaret Frampton ging naar Mrs. Grant en bracht haar op de hoogte van Queenie's toestand. Toen ging zij naar het ziekenhuis, maar eer zij haar werk begon, zond ze een briefje aan Mac Bride, van den volgenden inhoud: Ik heb Miss Donnington gezien en zei lijkt mij in het geheel niet wel. Als u den raad van een collega wilt vol gen, ga dan niet bij haar, eer ze u laat roepen. Haar zenuwen zijn sterk overspannen. Tot mijn spijt zal ik u ook eenige dagen niet kunnen zien. Vriendelijk groetend, MARGARET TRAMPTON. „Arme jongen!" sprak zij in zichzelve, toen zij den brief sloot. Ze zou graag naar hem toegegaan zijn, maar ze wilde MacBride niet spre ken, vóór ze een onderhoud had gehad met Queenie. en Drukwerk bij oils te bestellen en niet van elders te betrekken, bevordert ge de Industrie van uw eigen plaats. Be vordering van eigen industrie beteekent bevordering van welvaart voor eigen woonplaats. Nu dit jaar, 15 Aug. 1930, plaatst de zelfde uitgever weer een stuk: Bruinisse Vooruit" en een gedeelte daarvan is van den volgenden inhoud: „Thans zijn de volgende vakken in Bruinisse verte genwoordigd, (natuurlijk te veel om hier op te noemen), maar b.v. Bakkerij, Smid, Schilder, enz. enz. Wij hopen dat al deze zaken door onze burgers gesteund zullen worden, door in hun eigen plaats zooveel mogelijk te laten maken of te koopen, opdat „Bruinisse Bloeie". Maar nu gaat da geachte Uitgever van de „Nieuwe Bruinisser Courant", zelf een schilder van Oosterland halen om bij hem de winkelpui te schilderen. Dus bur gers van Bruinisse, ik zou zoo denken, als men zoo iets plaatst, dan moet men daarin ook zelf voorgaan, anders zal zijn geschrijf niet veel meer beteekenen. Eenige burgers van Bruinisse. BURGERLIJKE STANDEN. Over de maand Juli. DUIVENDIJKE. Gehuwd: 30, Johannis Viergever, 55 j. jm., en Johanna Chris tina Verdier, 42 j. jd. (van Den Haag). Overleden: 3, Tonis van der Weele, 72 j., echtg. van Maria Johanna Dieleman; 6, Tannetje Verwest, 72 j., wed. van Adrianus de Graaf; 15, Magdalena de Kok 33 j., d. van W. de Kok en Adr. van den Hoek. Over de maand Augustus. KERKWERVE. Overleden: 21, Cornelis Dingeman van der Linde, 84 j., echtg. van M. W. v. d. Linde. HAAMSTEDE. Geboren: 17, Johanna Wilhelmina Bastiaantje, d. van Jan Lie ven van der Velde en Wilhelmina van Galen; 19, Adriaan Leendert, z. van Jo- han Overbeeku en Elizabeth Fondse. Gehuwd: 8, Hendrik Blom, 26 j„ en Willie Marie Dalebout, 26 j.; 8, Adrianus de'Bruine, 22 j. en Cornelia Trijntje Stou ten, 22 j.; 8, Jan Adriaan Speelman, 30 j., en Tannetje Maatje Thijsse, 20 j.; 15, Izak Adriaan Christiaan Berrevoets, 24 j. en Adriana Martina Steenland, 25 j. BURGH. Overleden: 29, Huibregl van Rooijen, 37 j„ echtgenoot van Willemina Vreeke. RENESSE. Geboren: 23, Maatje Adri ana, d. van Pieter Marinus Stoutjesdijk HOOFDSTUK. XII. (Besluit). Queenie) leed aan een geweldige zenuw uitputting. Nachten achtereen Ijlde zij en uit hetgeen zij in die droomen praatte, maakte haar moeder heel wat op, van wat haar tot nog toe verborgen was gebleven. MacBride kwam telkens hooren naar zijn verloofde. Den eersten keer, toen Mrs. Donnington hem zag, trof het haar, zoo verouderd als hij leek. Toch maakte hij nooit de geringste toespeling op de werkelijke reden van Queenie's ziekte. Bij Margaret bleef hij ook weg. Of zij de tusschenpersoon was, waardoor zijn verloofde ingelicht werd, betreffende Mallory's huwelijk, had hij haar nooit gevraagd, maar waarschijnlijk vermoedde hiji dit wel. Na verloop van tien dagen hield de verhooging bij Queenie op en sloeg haar pols ook weer normaal. Ze sliep zoo rustig! als een kind. Ze wilde steeds haar moeder om zich heen hebben en het deed Mrs. Donnington goed, dat zij dus nog zoo veel was, in het leven van haar dochtertje. Queenie; kon langen tijd doodstil figgen, zondei] te spreken. Ze was weer in krach ten toegenomen en ook haar schoonheid keerde weer. Een veertien dagen nadat ze was gaan liggen, mocht zij weer wat spreken. „Moeder* ik wil u iets vertellen", zei ze. Mrs.'Donnington sloeg haar nauwlettend £ade' ;8il3 DORDRECHT IN FEESTSTEMMING. In verband met do opening der zeehaven en het bezoek van H.M. de Koningin aan Dordrecht, wordt aldaar van 23 tot 28 September een licht- week gehouden. Het verlichte Stadhuis. en Philippïna Quist; 29. Adriaan Jan, z. van Cornelis Leendert Bolijn en Adri ana Pieternella Beije. Gehuwd: 15, Stoffel Jan Priemus, 22 j. jm. en Bastiana Johanna Capelle, 29 j. jd. Overleden: 17, Jacoba van Sluiis, 50 j., echtgenoote van J. v. d. Werf; 25, Dana Viersma, 49 j„ echtgenoote van Izak Lok ker te Zierikzee. ELLEMEET. Geboren: 10, Sietske, d. van Teerde Kootstra en Baukje Damstra. Overleden: 29, Johannis van Beveren, 67 j., echtg. van Cornelis Dingena Gun- ter (van St.-Philipsland). DUIVENDIJKE. Geboren: 1, Jacob Phi- lippus, z. van Joost van Ast en Ad Kathalijntje v. d. Velde; 18, Dingeman, z. van Triest do Jon ge en Martina de Oude; 21, Elisabeth, d. van Johannes Kloet en Maatje van de Panne. OOSTERLAND. Geboren: 7, Emile, z. van Emilc de Letter en J. C. Kaat; 11. Lauwrina, d. van L. van Popering en E. Haeck; 13. Willemina, d. van M. de Bruine en A. Meerman; 15, Johanna Mar tha, d, van I. Rijnberg en D. A. den Engelsman; 19, Janna Joppa, d. van M. Verstraaten en C. J. Hoogerhuis; 30, Hen drik, z. van W. van bijke en D. Hage. Gehuwd: 15, E. E. Vleugels Schutter, 27 j., en C. G. Sput, 26 j. (van Gouda). Overleden: 29., Jannetje Kwaak, 67 j., echtg. van M. J. Boogert. BRUINISSE. Geboren: 5, Marinus Leen dert, z. van M. M. Verkamman en J. Hage; 5. Johanna, d. van D. v. d. Berge en A. M. H. Leenders. 6. Johanna Petro- nella, d. van C. Kik en J. Otte; 9, Jo hanna, d. van L. M. van den Bos en N. Bal; 27, Adriana, d. van J. van Dijke; 31, Simon, z. van C. Hoek en Chr. Bal. Gehuwd: 8, Willem Zondervan, 25 j., jm., en Cornelia Okkerse, 24 j. jd.; 15. Thomas Kik, 21 j. jm., en Geertje van de Ketterij, 21 j. jd. (van Zierikzee); 19, Marinus, Vlaming, 29 j„ j.m. (van Ierseke) en Johanna Arnoldina de Koek, 20 j. jd. Overleden: 12, Maatje Geluk, 13 j., d. van G. Geluk en K. de Waal; 15, Jo hanna Cornelisse, 75 j., echtgenoot van Joh. Reinhoud; 20, Izaak Jumelet, 33 j., echtgenooot van A. P. van Gilst. NIEUWERKERK. Geboren: 11, Pieter nella Cornelia, "dochter van M. Dorst en P.a Heijboer; il6, Daniël Johannes, zoon van Jacob Kik en I. M. Flikweert; 21, Elizabeth Johanna, (dochter van Joh.s de Braai en J. C. Nortier. Overleden: 2, Jacoba Meerman, 41 j., echtgenoote van C. M. Aalbregtse. „Zou je daarvoor sterk genoeg zijn, kindje „Ik zal mij beter voelen, als ik het verteld heb". En zoo deelde zij haar moeder heel de geschiedenis mee. Na afloop daarvan zei Mrs. Donning ton, zoo kalm mogelijk: ,-,Uit wat je in je ijlen zei, heb ik er al heel wat van begrepen, Queenie". „Wat zou ik Will graag zien", zei ze, na eenigen tijd gezwegen te hebben. „Zou je nog niet wat wachten, kind lief?" „Neen; dit zal mij heel veel goed doen". Mrs. Donnington stond op en kuste haar dochtertje. '„Qlueenie", zei ze, „ik voel, dat jij toch niet zooveel schuld hebt. Je werd misleid door een knappen, gewetenloozen man. Ik zal William zeggen, dat hij mor gen komt; nu vandaag niet meer. Tracht nog wat te slapen!" Mrs. Donnington kleedde zich aan en richtte haar schreden naar de kamers van Margaret, waar zij opengedaan werd door Anna, die haar niet kende en zei: „Ik weet niet, of dokter Frampton u wel ontvangen kan". „Wilt u mijn kaartje dan geven. Ik ben Mrs. Donnington". Anna herinnerde zich den naam. Maakt uw dochter het weer wat be ter?" vroeg zij. „Dokter Frampton was bezorgd over haar". „Ja, dank u. Zo gaat langzaam voor uit. Zonder dralen liet Anna de bezoek ster toen bij Margaret in de kamer. IJl (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1930 | | pagina 9