Zierikzeesche Él Nieuwsbode
N.V. AMSTERDAMSCHE ELEMENTENFABRIEK
abonnement:
Woensdag 20 Aug. 1930. zierikzeesche courant. j***"*®- «0.12043.
advertentien
Inzending Advertentiën
■itarl|]klO uur op doadag v. oitgaaf
Schrijvende in het zand
feuilleton.
DE DOCTORES.
v/h. Gebr. PETERS,
bericht, dat haar nieuwe uitgebreide
prijscourant van zwakstroom-, sterk
stroom- en radio-artikelen op aanvraag,
gratis aan H.H. Handelaren wordt toegezonden.
AMSTERDAM, C., Prinsengracht 220-224.
binnenland.
Uit Stad en Provinolo.
Vóór het inzeepen
PUROL
rrjj» per 3 maanden f 1,50,
franco per poat f 1,80. Yoor het
buitenland per jaar f 10,
Afiondorlijke nummers 5 oent.
Var-schijnt Mnd., Wnsd. en Vrgd.
Tel. No. 32. - Poetgiro 13T6TT.
DE LOOZE. Ult(.-Mutur U. J. KOSTEN.
ran 18 regels 30 etc., ran 4
regels en daarboten 20 ets. per
regel. Beolames 30 ota. p. regel.
Bjj eontraot belangrijke korting.
Ineending op den dag ran alt-
gare vóór 10 ar*.
a^—
Want wat gebeurt er binnen in
ons, wanneer we een aangedaan on
recht vergeven? 1$ het niet dat we,
terwijl we een reden voor vergelding
hebben uit een oogpunt van recht,
nietteminterwille van een hooger
belang dat recht opgevenDe geest
der vergevensgezindheid is de triomf
over ons eigenbelang
Iemand vertelde onlangs in een krant
een heel simpel, naïef gevalletje, zonder
eenig commentaar. Een moeder namelijk,
sloeg haar kleine meid van 5 jaar gade,
toen die zat te spelen en toen zag ze
op een gegeven oogenblik, dat de dreu
mes een touw om de pooten van haar
hondje bond. Ze berispte het kind, waar
op de hummel met een ernstig gezichtje
om vergeving vroeg. Die natuurlijk aan
de kleine zondares gegeven werd. Het
kind speelde een paar uur rustig buiten,
kwam toen binnen en vroeg: „Ben ik
nou zoet geweest, Mam?" „Ja, hoor,
heel zoet, antwoordde haar moeder, maar
je moet niet de hond vastbinden". „O,
mam", merkte de kleine meid zachtjes
op, „U heeft me straks vergeven", begint
u er nu weer over". Toen daagde er
even een nieuwe gedachte en de moeder
ze« hartelijk: „Nee, zeker niet!"
Een erg naïef kindergebeurtenisje, niet
waar? Inderdaad, maar een dat verschei
dene van ons misschien nog wel eens
even te denken kan geven, omdat het
in kinderlijke eenvoud den nadruk legt
op het principe der ware vergevensge
zindheid. Het is een machtig mooi iets:
vergeven. Het is de mentale houding
van het afzien van de vergelding, de
wraak, die ons rechtens ten volle toe
kwam, maar die we vrijwillig opgeven,
uit een gevoel van zuivere naastenliefde,
omdat we gezien hebben, dat de ge
moedsgesteldheid die den ander tot zijn
daad of woord van onrecht ten onzen
opzichte dreef, gewijzigd is, dat hij zijn
daad betreurt en het verkeerde ervan
inziet. Wanneer dan het aangedane on
recht vergeven wordt, begint de ver-
gevene op een schoone lei. De heele zaak
is> ^fgedaan, we hebben te toonen dat
onze vergeving oprecht gemeend en ge
voeld was, door hem opnieuw te ver
trouwen en in de oprechtheid van zijn
berouw te gelooven. Zoodat we ook niet
het recht hebben, „er nog eens over te
beginnen". En dat is iets, dat sommigen
van ons nog wel eens mochten bedenken".
Heel moeilijk hoeft dit niet te zijn.
We hebben slechts eens goed in gedach
ten te houden, hoe wij ons zouden ge
voelen, wanneer wij in zulk een positie
verkeerden. Wanneer wij een fout had
den gemaakt, er spijt van hadden ge
kregen, de onjuistheid hadden ingezien
en erkend en rechtgezet, het gracieuse
gebaar van de vergeving in ontvangst
hadden genomen.... en dan later moesten
ondervinden, dat de man die eerst onze
spijtbetuiging aanvaardde „er nog eens
weer over begon". Wij zouden dat ook
onprettig vinden.
Bovendien, we hebben als menschen het
recht niet, elkaar eventueele werkelijke of
vermeende tekortkomingen en fouten zoo
zwaar aan te rekenen. En daarnaast is
het uit psyphologisch oogpunt ten eenen-
male onjuist, na pardoneering van een
fout die door den bedrijver ervan in
gezien en betreurd werd er nog eens
op terug te komen. Immers door deze
houding aan te nemen, deze verwachting
van een herhaling van de fout, baant men
er juist den weg voor. We plakken als
12
Maar het Engelseh.
„Maar natuurlijk denk ik aan jou, lief
ste", zei hij vol teederheid, „en je moet
dan maar doen zooals je wilt!"
„Morgen om drie uur", zei de profes
sor tot MacBride, toen die afscheid nam.
„Ik heb Stourton een briefje geschre
ven, om hem te vertellen, dat wij komen".
MacBride ging naar huis, in gedachten
verdiept. Hij wilde Queenie niet in haar
genoegens belemmeren: zij moest genie
ten, zooveel zij kon. Hij zag haar zoo
graag vroolijk en lachende. Hij zou dan
wel een onaangenaam mensch zijn als hij
haar dat niet gunde!
Het was een winderige middag en toen
hij zijn jas toeknoopte, vond hij het boek
dat hij van Margaret Frampton geleend
had en dat hij haar wilde terugbrengen.
Hijkeek eens even op zijn horloge, had
nog wel wat tijd vóór het eten; dus
begaf hij zich naar Margaret's woning
en belde.
Anna deed open. Miss Frampton was
uit: zij was een arme zieke vrouw gaan
opzoeken.
MacBride fronste de wenkbrauwen en
draalde even, toen hij iemand de buiten-
het ware het etiket van minderwaardig
heid op den mensch, die eens de fout be
ging, en in plaats van hem te helpen,
door ons vertrouwen dat de fout niet
herhaald zal worden, leggen we door
ons wantrouwen tot uiting komend in
ons „er weer over beginnen" de fout
op hem vast.
Er staat in een schriftuurlijke passage
een ontroerend voorbeeld van vergevens
gezindheid en van de wijze, waarop wij
de fouten en tekortkomingen van „de
anderen" hebben te zien. Er wordt dan
verteld, dat men een „overspelige vrouw"
tot den „Meester" bracht, en die dus vol
gens de Mozaïeke wetten gesteenigd
moest worden. Wat de „Leermeester der
menschen" daarvan wel zou zeggen... Er
werd evenwel niets gezegd. Hij bukte
zich en „schreef met den vinger in de
aarde". Tot twee keer toe. Alsof daar
mee gezegd moest zijn: grif eikaars fou
ten en tekortkomingen niet in een rots,
en houd er de herinnering niet voortdu
rend levendig aan, maar schrijf ze veel
eer in het zand, in het stof, ,om met
één streek uitgewischt te kunnen worden.
DE RIJKSMIDDELEN.
De staat van ontvangsten der schatkist
in de afgeloopen maand, toont met een
totaal van f 41,778,891 een lagere op
brengst van bijna f 1,7 millioen tegenover
Juli 1929.
Verschillende middelen laten een lagere
opbrengst zien, waartegenover een enkele
o.a. de accijns op gedistilleerd, suiker
en tabak, de registratierechten en de in
komstenbelasting iets meer tot 't totaal
der middelen bijdroegen.
De aandacht trekt de daling der op
brengst van de Dividend- en Tantième-
belasting, n.l. van f 5,1 millioen in Juli
1929 tot goed f 4 millioen in de afge
loopen maand.
Ook andere middelen welker opbrengst
zeer nauw samenhangt met den oogen-
blikkelijken economischen toestand en de
veranderingen hierin zeer spoedig regis
treert lieten in Juli hun teruggang zien.
Zoo zien we dat de invoerrechten in
de afgeloopen maand met f 5,2 millioen
bijna 4 ton minder in de schatkist deden
vloeien.
Verder toonen ook de registratierech
ten een niet onaanzienlijken teruggang
tegenover 't vorige jaar toen de op
brengst toch ook niet hoog te noemen
was. In de eerste 7 maanden bracht deze
belasting met nog geen f 16 millioen
c.a. f 4,3 millioen minder op, dan in de
eerste 7 maanden van 1929. Wel een aan
wijzing hoe 1930 in economisch opzicht
bij 1929 ten achter staat.
Hetzelfde blijkt uit de lage opbrengst
van het beurszegel, n.l. f 372,836 tegen
f 603,964 in Juli 1929, toen de hausse
van de effectenbeurs in vollen gang was.
Ook de successierechten toonen in de
afgeloopen maand een zeer lage op
brengst.
De Rijksinkomstenbelasting bracht 4
ton meer op. Verder zien wij een stij
trap hoorde opkomen en dit Margaret
bleek te zijn.
„Ik kom u uw boek terugbrengen",
zei hij.
„Gaat u mee binnen?"
Margaret ging hem voor en ofschoon er
géén vuur brandde, vond MacBride de ka
mer toch nog altijd even gezellig met de
groole vaas chrysanten op tafel.
Margaret deed haar hoed en mantel
af en MacBride vond, dat zij bieek zag;
waarschijnlijk was zij moe.
„Wanneer gaat u weg, Mr. MacBride?"
„Binnen veertien dagen".
„Ik ga even na u".
„Gaat u óók hier weg?"
„Ja. Het was niet mijn plan, maar ik
heb een aanbieding gehad van een zie
kenhuis voor vrouwen en kinderen in
Londen. Het is zeer verleidelijk".
„Een ziekenhuis? Dus dan kunnen we
elkaar nog wel ontmoeten?"
„Nu, dat is de vraag? Het is een zéér
drukke wijk, waar ik heenga. Ik mag
ook patiënten aan huis gaan bezoeken.
Aan het hoofd van het ziekenhuis staat
een rijke dame. Het is een heel kleine
inrichting; er zijn maar twaalf bedden".
„Denkt u, dat u graag in Londen zult
zijn?"
„Ja, ik heb bijna altijd in een stad
gewoond en u is van buiten afkomstig,
niet waar?"
„Ik heb mijn jongensjaren op de heu
vels doorgebracht. Soms denk ik, dat ik
er mijn vooruitzichten en alles aan zou
willen geven, als ik ééns nog het gevoel
zou kunnen hebben van toen ik daar
barrevoets over de helde liep!"
ging van de opbrengst der accijnzen op
gedistilleerd, suiker en tabak.
De rijwielbelasting bracht in Juni
f 3,701,650 op, tegen f 3,266,620 in Juli
1929; een zeer belangrijke verhooging.
ZIERIKZEE. Dinsdagmiddag heeft de
firma J. H. W. van der Ploeg uit
Apeldoorn bij de Varreput alhier een
demonstratie gehouden met een auto-
brandspuit, zulks op verzoek van een
commissie, door B. en W. benoemd, welke
commissie naar de Brandweertentoonstel-
ling te Rotterdam is geweest, teneinde
eens poolshoogte te nemen wat er op
die expositie aan autobrandspuiten te zien
was en of er een geschikte spuit voor
deze gemeente bij was. De commissie
meende dat de autobrandspuit van bo
vengenoemde firma zich uitstekend zou
leenen voor een kleine plaats als de
onze en vond de heeren van der Ploeg
bereid te Zierikzee te komen demonstree-
ren, opdat ook de raadsleden met eigen
oogen konden zien wat deze spuit pres
teerde, voordat men zijn fiat aan den
aankoop gaf. Aan belangstelling ontbrak
het niet, zoowel van de zijde der ver
schillende autoriteiten van gemeente en
brandweer, als van eenige burgemeesters
uit de omgeving en niet te vergeten
de jeugd, die zich reeds bij voorbaat op
een pretje verheugde.
De brandspuit was bij de Varreput op
gesteld, omdat daar voldoende water aan
wezig was en men tegelijk een terrein
en objecten had om de capaciteiten tot
uiting te laten komen. De brandweer-
pomp is bevestigd achter op den wagen.
Zonder behulp van tandwielen werd de
kracht van den motor ,op de as van
de pomp overgebracht door middel van
een voor dit doel speciaal geconstrueer
de koppeling in het midden van den
wagen. (Door deze bizondere constructie
wordt bereikt dat ook het werken van
de brandweerpomp zonder noemenswaar
dig krachtverlies geschiedt). Door een
enkele handgreep werd de verbinding
tusschen motor en wagen verbroken en
die tusschen motor en pomp tot stand
gebracht. De zuigslang, blijvend aan de
pomp aangesloten, werd met den drijver
in de Varreput geworpen en nadat de
slangen waren uitgerold en de straalpijp
bevestigd, gaf de spuit overvloedig wa
ter en werd den St.-Lievensmonster on
der vuur genomen. Met kracht klapte
het water uit de koperen straalpijp en
bereikte een hoogte van, naar schatting,
ruim 30 M. Met twee, drie en vier slan
gen werd vervolgens de kerk aangetast,
en bereikte het water zoo nu en dan,
daar de tamelijk straffe wind de water-
pluim telkens pakte en die minder ac
tief maakte, de nok van de groote kerk.
Over het algemeen bleek men zeer te
vreden over de werking en de gemak
kelijke en snelle wijze waarop de spuit
in actie werd gebracht. Ruim een uur
duurde de demonstratie van de auto
spuit, die door den raad, in den dien
middag gehouden vergadering werd aan
geschaft.
Ze knikte:
„Ik weet, wat u bedoelt! Maar dat on
bezorgde gevoel kunnen wij nooit weer
hebben. Nu voelen wij ons altijd be
zwaard door ons eigen pakje en dat
van anderen".
„O, ik kon toen de heuvels afrennen,
of ik nooit moe werd! Zoo heerlijk woei
dan de wind door mijn haar!En dan
over de beek springen! Soms ging ik
ook wel met een boek met de schapen
uit. Dat zijn toch zulke lieve dieren als
je ze wat nader leert kennen. Mijn va
der was een eenvoudige boer".
„Had hij niet liever gezien, dat u ook
boer werd?"
„Neen, hij wilde mij juist alles laten
leeren! Had hij het nu maar mogen
beleven dat er nog wel wat van mij
terecht kon komen".
„Is er nu niemand, die trotsch op u
kan zijn?"
„Niemand; behalve
„Een jong meisje?" 1
„Hoe weet u dat?"
„Ik heb u en Miss Donnington al sa
men gezien", antwoordde Margaret met
karakteristieken glimlach.
„En dèt was u voldoende?"
„Ja". Zacht voegde zij er toen bij. „Ik
heb nog nooit zoo'n bekoorlijk persoontje
gezien".
MacBride glimlachte: Het enkel her
innerd worden aan Queenie's schoonheid
deed hem goed.
„Mallory, de portretschilder maakt haar
portret".
„O, ja?,: Is dat u aangenaapi?"
„Ik ga het morgen zien, alsIneens
Laten we hopen dat de spuit weinig
dienst zal behoeven te doen, maar dat
ze, als hef noodig is, beantwoorden zal
aan de verwachtingen en even vlug en
krachtig water zal geven als ze Dinsdag
toonde te kunnen.
Het Comité van Actie voor verbe
tering van het veer A.J.-Polder—Zijpe,
verzoekt ons ter kennis te brengen, de
lijsten, die overal ter teekening zijn aan
geboden, liefst vóór Zaterdag in te zen
den bij genoemd comité, dat ook gaarne
vóór dien dag, de bij de boekhandelaars
alhier ter teekening gelegde lijsten zal
ontvangen. Zij, die tot nu toe nog ver
zuimden hun handteekening te plaatsen,
worden verzocht dit alsnog te doen.
Bij gunstig weer zal „Kunst en Eer"
a.s. Donderdagavond half negen weer een
concert in de tent op het Havenpark
geven, waarop het volgende programma
zal worden uitgevoerd: 1 Marsch; 2
Ouverture Cavalerie Légere; 3 l'Estudian-
tina, Wals; 4 Een Zomerfeest in de Ar
dennen. Pauze. 5 Fantaisie sur l'opera
„Carmen"; 6 Alma. Solo voor Trombone;
7 Mozaique de l'opera Nabuchodonosor;
8 Eola, Valse roumainie; 9 Neerlands Tap
toe.
Het programma voor de feestelijk
heden op 30 Augustus en 3 September
a.s., waarvan we reeds eerder in ons
blad in het kort melding maakten, bevat
als een der eerste nummers voor den
Zaterdag het nummer „sport", n.l. van
pl. m. 2 tot 7 uur. Waar de tijd die ons
van dien datum scheidt, zeer kort be
gint te worden, meenen we goed te doen,
onze lezers hieromtrent nog eens nader
in te lichten. Voor dit onderdeel van het
programma, dat, voor zoover het athle-
tiek, voetbal en korfbal bevat, op het
terrein der v.v. „Zierikzee" (aan den
iZandweg) wordt afgewerkt, bestaat flin
ke deelneming en belangstelling. Voor de
athletiek werd reeds ingeschreven door
62 athleten uit de vereënigingen „D.O.S."
Dreischor, „R.O.D.A.", Br.'haven, „Olym-
pia", Zierikzee, „H.D.S.", Ouwerkerk, „Rust
Roest", Zierikzee, „Excelsior", Zierikzee,
„S.R.V.", Renesse en „Volharding" (Rot-
terdamsch tourelftal), waarvan verschel
denen in meerdere nummers uitkomen.
De deelname der V.V. „Sinoto" stond tqf
heden nog niet vast. Als onderdeelen om
vat de athletiek: 100 M. hardloopen hee
ren, 400 M. hardloopen heeren, 500 M.
duurloop dames (in 21/2 minuut), 1000
M. duurloop heeren (in 4 minuten), 4 X
100 M. gemengde estafette 2 dames en
2 heerten per ploeg) en 4 X 100 M. esta
fette heeren. Zij, die eventueel nog voor
een dezer nummers willen inschrijven,
gelieven zich zoo spoedig mogelijk op
te geven bij den heer Joh. Bongertman
te Schuddebeurs, terwijl de sportcom-
missie, die heeren welke de beschikking
hebben over een stopwatch (chronometer)
vriendelijk verzocht worden hiervan spoe
dig mededeeling te doen aan genoemde
heer, die hen daarna gaarne zal uitnoo-
digen als tijdwaarnemer te fungeeren. Het
nummer voetbal bevat een wedstrijd van
2 X V2 uur tusschen een Zierikzeesch
elftal, samengesteld uit spelers der ver-
eenigingen „Zierikzee" en „Sinoto" en het
Rotterdamsch Tourelftal „Volharding", be
staande uit spelers van le en 2e klasse
clubs. De korfbalwedstrijd vindt plaats
tusschen een Zierikzeesch 12-tal en een
Schouwen-Duivelandsch 12-tal. Verder
wordt van 6—7 uur op de tennisbaan aan
de Driekoningenlaan de finale gespeeld
van nu reeds aan de gang zijnde wedstrij
den tusschen spelers uit de verschillende
tennisclubs. Zooals men weet, bevat het
nummer sport elck wat wils. Zij, die dit
nummer dan ook wenschen aan te moe
digen, kunnen dit het beste toonen door
als stoftfelijk blijk van waardeering een
of meer prijzen hiervoor beschikbaar te
viel hij zichzelven in de rede en zei:
„Miss Frampton, we hebben niet graag,
dat er van ons engagement gesproken
wordt".
„Dat begrijp ik". En, om van onder
werp te veranderen, vroeg zij: „Vond u
dat een goed boek?"
„O, ja. Het is nu natuurlijk wat ver
ouderd. Maar de schrijver had een goed
inzicht. Mag ik nog eens snuffelen onder
uw boeken?"
Een tijd stond hij verdiept in wat de
boekenplanken opleverden. Toen kwam
hij er met één terug:
„Mag ik dat nog eens leenen? Ik zal
het u terugbrengen, eer ik ga".
„Natuurlijk wil ik het u leenen".
„Dank u, miss Frampton".
Daarop stond hij op en zei nog:
Weet u wel, dat het mij spijt hoe u
deze kamers verlaat? Ze zijn zoo echt
gezellig
„Daar zorgt Anna voor. Maar u zult
nu ook gauw uw eigen thuis hebben. Mr.
MacBride".
„Toch zal het mij spijten, als ik deze
kamers niet meer zie! Maar ik kom nog
eens met het boek."
Hij reikte haar de hand en verliet dn
flat.
HOOFDSTUK VII.
Everard Mallory deed meer, dan enkel
het portret schilderen van Queenie: hij
vatte liefde voor haar op, in zooverre
een man van zijn temperament daartoe
in staat was. Hij oefende zijn aantrek
kingskracht op haar uit, met zulk een
gevolg, dat zij er op bedacht was, steeds
stellen en op den dag zelve de wedstrij
den met hun tegenwoordigheid te ver
eeren.
ST.-ANN AL AND. De 8-jarige C. Geluk
Jz., die bij zijn vader in de schuur stond
te kijken, terwijl deze aan het voersnij-
den was, stak zijn hand tusschen de
kammen, met het gevolg dat de top van
zijn middelvinger half werd afgeklemd.
Als gij U moeilijk scheert omdat Uw
huid gauw stuk gaat en pijn doet, dan
kunt gij dit geheel voorkomen, indien
gij vóór het inzeepen de huid even
inwrijft met slechts een weinig
ONDERWIJS.
Voor het examen hoofdakte slaagde de
zer dagen te Rotterdam de heer D. C.
Steur te Burgh.
Bij het Maandag j.l. te Rotterdam
gehouden hoofdacte-examen slaagde o.a.
dhr. D. C. Steur, onderwijzer aan de O.L.
school te Haamstede, geb. van Burgh.
LANDBOUW EN VEETEELT^
PROV. REGELINGSCOMMISSIE
PAARDENFOKKERIJ.
Door Ged. Staten zijn in de vacatures
van wijlen de heeren Ph. J. van Dixhoorn
te Axel en V. M. Krepel te Zierikzee
benoemd tot leden van de Prov. Rege
lingscommissie voor de paardenfokkerij
in Zeeland de heeren C. de Feijter Jz.
te Boschkapelle en J. J. Geluk te Noord-
gouwe.
KERKNIEUWS^
Ned. Herv. Kerk.
Bedankt: Voor Renesse-Noordwelle, D.
F. Los te Brielsch-Nieuwland.
VERGADERING VAN DEN GEMEENTE
RAAD TE ZIERIKZEE,
gehouden op Dinsdag 19 Augustus.
Voorzitter, de burgemeester, de heer
J. C. A. Bannink. Afwezig de heer Ger
ritsen.
De voorzitter herinnert aan een voor
stel van de gascommissie om het ge
meentehuis door middel van gas te ver
warmen, waarvan de kosten werden ge
raamd op f3500. Voor het gas was een
prijs berekend naar de kostprijs van de
steenkolen. Men kwam tot dit voorstel,
naar aanleiding van de stemmen, die in
den raad waren opgegaan het raadhuis
centraal te verwarmen, welke voorzie
ning evenwel te groote moeilijkheden op
leverde voor uitvoering. Toen is gedacht
aan gasverwarming, maar de prijs voor
die verwarming viel niet mede en daar
om is een nader voorstel ingekomen om
voorloopig over te gaan tot verwarming
met gas van de secretarie, de kamer
van den secretaris, het bureau van den
gemeente-bouwmeester en de kamer van
den gem.-archivaris. Gezien de aanmer
kelijke beperking van het brandgevaar,
het voorkomen van stof enz., stellen B.
en W. voor, te besluiten tot verwarming
met gas van genoemde kamers en bu
reaux. De kosten hiervoor worden ge
raamd op f 1750.
De heer Panny heeft bezwaar tegen
deze uitgave, want bij de verwarming
komt ook nog verlichting en verbetering
van de schoorsteenen. Hét brandgevaar
acht hij bij de tegenwoordige verwarming
niet groot.
De heer Doeleman is een tegenoverge
stelde meening toegedaan en hij be-
een goeden indruk op haar te ma
ken.
Professor Donnington, die nu niet eens
zoo heel oplettend acht gaf op de hou
ding van zijn dochtertje, merkte toch wel
degelijk op, dat zij heel wat minder
opgewekt was, sinds haar portret werd
geschilderd. Vandaar zijn verlangen, om
Mallory te zien. Het was hem meer om
den schilder dan om het portret te doen,
dat hij naar het atelier van Stourton ging.
Precies om tien minuten vóór drieën
kwam MacBride hem halen. De jonge
dokter had iets meer werk gemaakt van
zijn toilet dan anders.
Het was geen lange wandeling naar
de Stourtons. Of het bezoek was ver
geten of Queenie en de schilder waren
te zeer verdiept in elkaar, om acht te
slaan op het feit, dat er voetstappen
werden vernomen op de trap; in ieder
geval, de Professor en MacBridevonden
Queenie op een bank liggen en Mallory,
met het palet aan haar voeten zitten.
Queenie had hem voorbereid op het
bezoek, eer zij kwamen.
„Dat je vader komt, begrijp ik", merk
te Mallory op. „Maar... die ander?"
„Die ander", had Queenie geantwoord,
eenigszins verlegen, „die ander is een
jong dokter; een van mijn vaders stu
denten: Mr. MacBride".
„Maar toch niet allen, die bij uw vader
studeeren, zullen naar de schilderij ko
men kijken? Is deze dan bijzonder be
gunstigd?
(Wordt vervolgd),