Zierikzesschs Nieuwsbode DERDE BLAD Uit Stad en Provinoie. FEUILLETON. Het meisje uit de Stad. bahooranda bl] da in Vrijdag 7 Maart 1930, ao. 11974. ZIERIKZEE. Naar wij vernemen is de heer dr. P. J. H. van Ginneken, thans directeur der Coöp. Beetwortelsuikerfa briek „Zeeland" benoemd tot hoofd van het door de gemeenschappelijke Neder- landsche Suikerindustrie op te richten „Instituut voor Bietenteelt". Het staat nog niet vast, waar dit instituut gevestigd zal worden. Mocht de Zeeland verkocht worden, dan is het zeer goed mogelijk, dat het te Bergen op Zoom wordt ge vestigd, omdat daar dan gebouwen enz. aanwezig zouden zijn. NIEUWERKERK. Vergadering van den gemeenteraad op Vrijdag 27 Februari 1.1. Voorzitter, de burgemeester. Tegenwoor dig alle leden. Besloten wordt om niet toe te treden als lid van den op te richten Prov. Brandweerbond. Tot ver tegenwoordiger in het algemeen bestuur der Landarbeidersvereeniging Schouwen- Duiveland wordt benoemd de heer D. M. Boot, lid van den Raad. Op een ver zoek van het bureau voor beroepskeuze voor Schouwen en Duiveland, te Zierik- zee, om eene jaarlijksche subsidie van f5, wordt met algemeene stemmen afwij zend beschikt. Op een verzoek van W. Flikweert Gz., om eene belooning van f 0,25 per week voor het wekelijksch rei nigen van een verlaatput, wordt besloten hem daarvoor eene vergoeding toe te kennen van f10 per jaar. De pensioens grondslag van den vasten werkman J. Stoutjesdijk, wordt met ingang van 1 Jan. 1930 vastgesteld op f600. De ge meentelijke vergoeding, bedoeld in art. 101 der L.O.-wet 1920, wordt over 1928 aan de bijzondere school vastgesteld op f674,26 en het voorschot op de gemeen telijke vergoeding voor 1930 op f586,73. Verder wordt besloten de woning van het hoofd der school aan dezen te ver huren voor f 450 per jaar en de ambte naarswoning aan den gemeente-ontvan ger voor f400 per jaar. De heer Ge- leijnse wijst er op, dat de muziektent moet worden geschilderd en dat het arm huis er eveneens onoogelijk uitziet. De voorzitter antwoordt, dat het in de be doeling ligt de muziektent te schilderen en het armhuis van achteren; aan de voorzijde ziet dit pand er nog niet zoo onoogelijk uit. De heer Geleijnse vraagt of aan de gemeenten Oosterland en Ouwerkerk niet kan worden gevraagd om gezamelijk een motorbrandspuit aan te schaffen? De heer van de Zande zegt, dat hij het in de vorige vergadering roerend eens was met den heer Geleijnse, die een spuit voor deze gemeente alleen wilde hebben. De heer Geleijnse zegt thans te meenen, dat de kosten te zwaar voor de gemeente zullen zijn. Hierna wordt met op één na algemeene stemmen, die van den heer van de Zande, besloten zich in bedoelden zin tot genoemde gemeen ten te wenden. Hierna sluiting. NIEUWERKERK. Vorige week Vrijdag avond hield „Gemeentebelang" alhier haar gewone jaarlijksche algemeene ver gadering in „De Meebaal". Uit het verslag van den secr.-penningm. over 1929 blijkt, dat de omzet bedroeg 7033 H.L. steen kolen, 4638 H.L. eierkolen en 340 H.L. anthraciet. De ontvangst, met inbegrip van het saldo over 1928 bedroeg f 18192,71 en de uitgaven f 17570,42, alzoo met een kassaldo van f 622,29. Wijl het op tijd betalen der kolen zooveel te wenschen overliet, was het bestuur noodgedwon gen verplicht, de volgende bepaling naar voren te brengen, n.l. dat nalatigen bij aangifte de helft kunnen ontvangen en de andere helft, wanneer de eerste leve ring is betaald. Enkelen waren er, die totaal niets hadden afgedaan. Dezulken blijven buiten elke levering. Met deze Uit kat Engelsch van H. A. Vaohell. 35 Samantha heeft het vergif uit de wond gezogen. Daarna was George zijn kamer binnen gegaan, nadat zijn moeder hem met een ijzig zwijgen den sleutel had overhandigd. Zijn eerste gevoel was dat hij de slangen stuk voor stuk zou willen doodslaan. Met een kaars in de eene en een stok in de andere hand deed hij de deur open. Als hij ook maar één slang tot een aanval bereid had gevonden, dan zou hij ze zeker alle tien hebben afgemaakt. Maar de slangen waren weggekropen in de hoeken en onder de meubels. Het hok was leeg. George stond in 't midden van de kamer. Hij zag direct dat het deksel van de groene doos af was. Daar had Hazel dus eerst in gegluurd. Toen ze niets had gevonden, was ze zeker in het hok gaan kijken. Hij ging de kamer weer uit. Hij kon de slangen evengoed overdag afmaken of weer in het hok terug doen. Het verlangen om ze te dooden was voorbij. Hij voelde zich nu wonderlijk mat en onverschillig. Voor den allereersten keer bekeek hij zijn aangebedene critisch, zag hij verder dan haar aantrekkelijk uiter lijk en vergeleek hij haar met Samantha. Als Hazel nu eens stierf,...! Hij was overtuigd dat ze zou blijven bepalingen ging de gansche vergadering accoord. De heer D. Boot, aftr., werd als bestuurslid herkozen. Over het ver voer der kolen per R.T.M. ontspon zich een levendige discussie en wilde men weer als voorheen de kolen doen aan voeren te Stevensluis. Het bestuur even wel kon zich daar niet mede vereenigen, gezien het groot gemak, het voordeel voor de afnemers, het gemakkelijk lossen en de vlugge afwikkeling bij vervoer per R.T.M. Voor hen, die hun kolen gra tis thuis wórden gebracht, maakt het geen verschil, doch voor de overige af nemers komt het duurder uit, op grond waarvan hel door het bestuur niet werd geaccepteerd. Immers scheepsvracht naar Zijpe en bovendien vrije haven geven een voorsprong op de binnenhavens; het ge mak de kolen te Nieuwerkerk en Ka- pelle te kunnen ontvangen, gaf bij het bestuur den doorslag den tegenwoordigen aanvoer te handhaven. Daarna volgde sluiting. ST.-PHILIPSLAND. Vrijdagavond 28 Februari werd alhier in de zaal van dhr. Everaers, een propaganda verga dering ge houden van de afd. St.-Philipsland van den Chr. Landarbeidersbond. De voorz., (dhr. J. Neele Cz., leidde den spr., het hoofdbestuurslid, dhr. Drevel, in. Voor een aandachtig gehoor wees spreker in een goed verzorgde rede op het groote nut van organisatie. In geen enkel land, aldus spr.. is de organisatie der arbeiders zoo ver gevorderd als bij ons. Het ge volg daarvan, en van het feit der erken ning van de vakorganisatie door regee ring, werkgevers enz. is echter, dat daar door op de arbeiders zelve een groote verantwoordelijkheid wordt gelegd. Wij moeten de organisatie uitbouwen en hen, die nog aan den weg staan, moet duide lijk' aan het verstand worden gebracht, dat zij als eenling niets beginnen, niet alleen, maar dat zij in vele gevallen de organisatie in den weg loopen. Met voor beelden toont spreker daarbij aan, dat door de organisaties zoo niet alles, dan toch veel is bereikt voor de arbeiders. Ook op wetgevend terrein hebben de organisaties mee te praten, wat spreker toelicht met voorbeelden uit de behande ling van Ongevallenwet, Ziektewet, enz. Uitvoerig staat spr. hierbij stil, er tevens op wijzende, dat, hoe sterker de organi satie was, hoe meer zij bleek te zeggen te hebben. Daarom dan ook is aansluiting gewenscht niet alleen, maar zelfs nood zakelijk. Door een goede samenwerking tusschen werkgevers en werknemers kan veel worden bereikt. De werkgevers zijn terdege georganiseerd, laat de arbeiders hetzelfde doen. Dan kan de arbeider too- nen fret het bedrijf mee te leven en zal den werkgever duidelijk blijken, dat het ook ons er om te doen is het bedrijf op te werken. Met een aansporing om lid van den Chr. Landarbeidersbond te worden, eidigde spreker zijn rede. Van de gelegenheid om vragen te stellen werft geen gebruik gemaakt. De voorzitter sloot daarna met dank voor de opkomst de vergadering. THOLEN. Door de Gebr. Schot alhier, werd in de Eendracht een haai gevan gen, welke ruim 11/2 M. lang was. Het dier had een haak in den bek en is, waarschijnlijk door bloedverlies, met den stroom, de Schelde opgedreven, daar deze dieren hier nooit worden gezien. POORTVLIET. Onder voorzitterschap van den heer E. van der Slikke had op Maandag 3 Maart de jaarvergadering van „Het Groene Kruis" te Poortvliet plaats. Aanwezig waren 45 leden, een groot aantal vergeleken met vorige ja ren. Uit het jaarverslag bleek, dat 3 nieuwe leden toetraden en de vereeni- ging door overlijden 3 en door vertrek 9 leden verloor, zoodat het aantal op 31 Dec. 1929 228 bedroeg. Er werd f 366 gecontribueerd. In het afgeloopen jaar werden 65 verplegingsartikelen in bruik leen gegeven. Nieuw werden aangeschaft een wolvlokmatras, een ligstoel, wind- kussens en 2 inhalatietoestellen. De ver pleegster legde 1044 bezoeken af. Aan haar werd wegens dat groote aantal leven, want hij had een reusachtig ver trouwen in zijn moeders voorspelling. En heel langzaam drong er iets tot zijn be grip door van de minachting die zijn moeder voor het meisje dat hun gast 'was, voelde. Terwijl hij op den dokter zat te wachten, rookte hij veel pijpen en overlegde een menigte dingen in zijn hart. Hij werd bijna dol van het niets doen. Er was zoowat een uur voorbij gegaan toen de dokter weer beneden kwam. Ge orge keek angstig naar zijn gezicht. Hoe is het met haar? vroeg hij. De dokter glimlachte geruststellend. Je hoeft niet bang meer te zijn. Maar met dat al was het op het kantje af. De tanden hebben juist een gvooten ader gemist. De snelle hulp heeft haar gered. Er is nu nog wel zooveel vergif in haar lichaam, dat ze zich een paar dagen beroerd zal voelen. Zeg, dat nich tje van je is een wereldwonder.Ze is het afsnijpad gereden! Dat weet ik! Dat heeft nog nooit iemand gedaan! Zeker! Ik zou voor geen geld bij dag dat ravijn oversteken. Het heele pad is weg- gebrokkeld. Samantha verscheen, omgeven door de geur van gebakken spek en koffie. Hoe gaat het met juffrouw Good rich? Uitstekend! Ze was eigenlijk nog meer geschrokken dan bezeerd. Dat is mooi! Wilt u komen ont bijten? Heel graag l De dokter viel met smaak op 't ont- een gratificatie van f 50 over het dienst jaar 1929 verstrekt. De rekening van den penningmeester sloot in ontvangst met f 1362,81^ en in uitg. met f 1014,83, aizoo met een batig slot van f 347,98°. De vereeniging heeft een geldelijk be zit, groot f 916,69, geplaatst op de Boe renleenbank, waarbij nu krachtens be sluit van de vergadering weder f 200 wordt gevoegd. De begrooting, dienstjaar 1930, werd in ontv. en uitg. vastgesteld met f 1317,OS5' waarbij een post voor nieuw materiaal ad f 300 en een voor onvoorzien groot f 164,56\ De he'eren W. Dronkers, E. v. d. Slikke, J. Elen- baas en W. Carels werden met nage noeg algemeene stemmen als bestuurslid herkozen. De heer Vogelaar diende een voorstel in om de contributie, die als minimum slechts f 1,25 bedraagt, te ver lagen. Het werd verworpen met 1 st. voor. Aan het slot der vergadering ver toonde Dr. Tazelaar twee seriën lantaarn plaatjes, de eerste stelde voor hoe de tandverzorging niet en Wel moet zijn en liet het verschil zien tusschen onvol doende en deskundige ziekenverpleging; de tweede deed een blik slaan op de afgrijselijke tooneelen in het hongers- noodgebied van Rusland in de jaren 1921 en 1922. Dr. Tazelaar oogstte den war men dank der vergadering. Onder enorm* groote belangsteling werd Dinsdag alhier aan den schoot der aarde toevertrouwd het stoffelijk over schot van den maréchaussée J. de Groen, die bij het noodlottig ongeval in de kazerne te Apeldoorn om het leven kwam. De baar werd gedragen door eenige kameraden-maréchausseés; in den stoet werden opgemerkt de kapitein-dis trictscommandant, een opperwachtmees ter, de commandant van de brigade- Asten, onderofficieren en korporaals van de school te Apeldoorn, waar de over ledene in opleiding was tot onderoffi cier, de gemeente-politie van Asten, zijn standplaats, -en die van de omgelegen plaatsen. Aan de groeve werd 't woord gevoerd door Ds. van Rootselaar, Ned. Ilerv. predikant alhier, den districtcom mandant, den brigade-commandant, een afgevaardigde van de sportvereeniging te Apeldoorn, een studiekameraad en een paar anderen. Allen eerden den ont slapene als een kranig militair, een ijve rig leerling, bezield met den vasten wil om vooruit te komen, en een trouw kamt raad. Een oom van het jonge slacht offer bedankte de aanwezigen voor de eei den getroffene bewezen. Diep onder den indruk van de droeve plechtigheid verheten de honderden aanwezigen de begraafplaats, waar een negental kran sen op het graf gelegd waren. OUD-VOSSEMEER. Openbare raadsver gadering, gehouden op 28 Februari. Voor zitter de heer M. K. de Wilde, loco burgemeester. Aan de orde is het voor stel om te trachten wederom z.g. ge zinsreductie bij He heffing van school geld voor het Lager Onderwijs in de verordening vastgesteld te krijgen. Toe gelicht wordt dat in 1927 op zoo'n wij ziging de Kon. goedkeuring is verkregen, en derhalve de mogelijkheid niet uitge sloten is, dat ook thans de wijziging zal goedgekeurd worden. Met algemeene stemmen wordt hiertoe besloten. Door het bestuur der R.-K. Parochiale school wordt f 1045 aangevraagd voor beklin- kering van het schoolplein. De Inspec teur van het Lager Onderwijs adviseert gunstig, waar B. en W. voorstellen me dewerking te verleenen. De heer van Gorsel meent dat de toestand van het schoolplein niet zoo slecht is als wordt voorgesteld. Wanneer het plein behoor lijk wordt onderhouden met grind en goed afwaterend wordt gelegd, dan kan het best zonder klinkers. Waar moet het heen met de belasting? De voorzitter wijst er op, dat een plein met grind niet geschikt is als speelplaats voor kinde ren. De heer Daane zegt dat het weer zoo is als bij de aanvraag voor de school met den bijbel. Het bestuur doet een aanvraag volgens art. 72 der L.O.-wet. De aanvraag wordt door ons en den Inspecteur aan de wet getoetst. De aan bijt aan. Terwijl hij at, praatte hij met Samantha. George ging naar buiten om de koeien naar de omheining te drijven en ze daar te melken. Hij liep met rukken en slenterende stappen en zijn gedachten gingen ook met rukken en springen van Hazel naar Samantha en weer terug. Hij bleef maar in zichzelf mompelen: Jongens nog aan toeJongens nog aan toe! Geestelijk was hij door elkaar geschud en gekneusd. De eerste verlammende schrik, dat Hazel zou sterven, zijn on macht om iets voor haar te doen, het lange wachten op den dokter, dat alles was nu voorbij, maar deze nieuwe, on verklaarbare matheid bleef over en de overtuiging, dat Hazel deze vallei moest haten, dat zij er na haar laatste ervaring nooit zou willen blijven. Terwijl hij in het koele duister op het hert had zitten wachten, was hij het met zichzelf eens geworden. Hazel en hij zouden lager op 'n huis bouwen. En hij zou aan haar eerzuchtige verlangens tegemoet komen, door den watertoevoer te regelen en misschien haar petroleum te boren. Zij wenschte> dat hij „er liwam". Nu dan, om harentwil zou hij er „komen"! Maar op zijn eigen manier en op de plaats hem door God aangewezen. En hij zou Hazel niet in de vallei opgesloten hou den. Zij zou met haar eigen inkomen kun nen doen wat zij wilde. Geregelde reisjes naar Oakland, met hem, of zelfs zonder hem, zouden alles plezieriger en gemak kelijker maken voor de lieve meid. Maar wat er ook gebeurde, wat voor zachten drang er ook op hem uitgeoefend zou vraag is in orde be'vonden, dus volgens de wet, en weer gaan er stemmen daar tegen. Wordt men raadslid, dan zweert men trouw aan de Grondwet en aan de wetten. De heer Vermet kan dit niet goedkeuren, verklaart voornemens te zijn voor te stemmen en zal nu tegen stem men. Met 4 tegen 3 stemmen wordt het voorstel aangenomen. Hierop komt in behandeling het voorstel om medewer king te verleenen tot de aanvraag en het bestuur van de school met den bij bel tot bijbouw van een locaal, over welk voorstel in de vorige vergadering de stemmen staakten. De heer Heijboer vindt het jammer dat door het school bestuur de gevraagde inlichtingen niet zijn gegeven. Hij kan zijn stem niet aan het voorstel geven. De heer van Gorsel staat nog op hetzelfde standpunt als de vorige keer. De voorzitter verklaart dat de school indertijd is ingericht voor 144 leerlingen voor 1 hoofd met 2 onderwij zers dus. Thans is de leerlingenschaal in de wet, zoodat bij 117 leerlingen en 1 hoofd met 3 onderwijzers moeten zijn. Er zijn thans gemiddeld 132 leerlingen, met 4 onderwijzers. Waar er maar 3 localen zijn, moeten 2 onderwijzers in één locaal les geven en bij Kon. besluit is uitgemaakt, dat men dan recht heeft op een 4de locaal. De heer Heijboer wijst er op, dat door verhuizing juist 6 leerlingen van de school gegaan zijn. Het aantal vermindert dus. De voorz. zegt, dat door verhuizing naar deze ge meente er ook weer leerlingen bij kun nen komen. De heere Daane geraakt in debat met den heer Heijboer. De voor zitter maakt hier aan een eind en vraagt den heer Heijboer of deze de door hem het laatste half jaar gesproken woorden wel eens gewogen heeft? Het voorstel in stemming gebracht, wordt aangeno men met 5—2 stemmen, tegen de heeren Heijboer en Van Gorsel. Hierna sluiting. ONDERWIJS. DREIGEND TEKORT AAN ONDERWIJZERS. In de jaren na den oorlog, toen alles wat min of meer schrijven en rekenen kon, naar banken en kantoren stormde, is er eenigen tijd een tekort aan onderwijzers geweest, doordat een niet gering aantal jonge menschen met de onder wijzersacte de kantoorlessenaar de voorkeur gaf bo ven de schollessenaar, zoodat er toen eenigen tijd een tekort aan leerkrachten was. Maar het getij verliep en er kwam weer overvloed, zoodat de Regeering zelfs een aantal kweekscholen ophief. Toch was er verandering merkbaar, de verhouding tusschen het aantal onder wijzers en onderwijzeressen wijzigde zich ten gunste van de laatsten, zoodat het er naar gaat uitzien, dat het lager onder wijs hoe langer hoe meer in handen van vrouwen zal komen. In „De Kweekschool" schrijft thans de heer R. v. d. Wijk te Groningen over het dreigend tekort aan onderwijzers. Hij Schat, dat er bij het openbaar onderwijs jaarlijks door normale slijtage ongeveer 1000 leerkrachten noodig zijn. Neemt men aan, dat gemiddeld 20 leerlingen der 4e klasse kweekschool het einddiploma krij gen, dus zijn er 50 klassen noodig. Dat aantal wordt op het oogenblik aan de 30 Rijkskweekscholen, 5 gemeente kweek scholen en 3 neutrale bijz. kweekscho len niet bereikt. Bovendien zijn de scho len niet zoo bezet, dat een goed jaar 30 gediplomeerden kunnen afleveren, zoo dat het openb. onderwijs binnen enkele jaren voor een tekort staan zal. VISSCHERIJBERICHTEN. DE MOSSELCAMPAGNE. De mosselverzendcatnpagne te Brui- nisse, is daar, naar men aan de N.R.Crt. meldt, thans zoo goed als geëindigd en reeds van meerde kanten is erop ge wezen; op deze campagne kan met te vredenheid worden teruggezien! Er zijn in het afgeloopen seizoen prijzen ge maakt, zooals in geen jaren zijn voor gekomen. Ongetwijfeld komt nu bij velen, die zich voor de mosselcultuur interes- worden, hij zou nooit zijn thuis, zijn „vaderland" in den steek laten. Nu, on der het melken van Samantha's koeien, merkte hij, dat hij nergens geen houvast meer voelde; een gevoel van onmacht begon hem te verteren. Hij had de sen satie van een wild dier in de val, de ijzeren beugels van de val sloegen vast om zijn hart en trokken het in stukken. Toen hij de melk naar de melkkamer droeg, kwam Samantha hem tegemoet. Jij zult den vos moeten terughalen George. Ze beschreef hem de plek, waar ze het brave dier had achtergelaten en ging weer terug naar de keuken. De dokter verklaarde, dat hij weer terug keerde naar Roblar. Hij had gedaan wat hij kon. Voor hij wegging peperde hij Ge orge's wonde plekken nog eens goed in. Die juffrouw Goodrich, begon hij scherp, dat is een stadsmeisje, niet? Ja! Ik kan niet zeggen, dat ze me bijzonder aanstaat. Als hij die opmerking vier en twintig uur geleden had gemaakt, was George hem te lijf gegaan. Nu zei hij onderdanig: Waarom niet dokter? Ze is uw logee en naar ik hoopj een betalende en ze ziet er lief uit, maar er zit geen fut in. George gaf geen antwoord. Toen de dokter weg was, ging hij weer in huis en liep de trap op. Juffrouw Spragge hem en kwam uit Hazel's kamer. George fluisterde heesch: Heeft Hazel nog naar me gevraagd? Neen mijn jongen! Zal ik naar haar toe gaan? seeren, de vraag boven, hebben dan de visschers, indertijd ten onrechte, tegen de z.g. te korte openstelling der Zuider zee voor het visschen van mosselzaad, geageerd? En daarop kan met stelligheid neen worden gezegd.Wel zijn de hooge prijzen een gevolg geweest van het tekort aan mosselen, maar dat tekort is te groot geweest en juist de kleine visscher zonder of slechts een kleine motor, dat zijn de visschers voor wie de te korte openstelling zoo fnuikend is, hebben van de hooge prijzen niet of slechts in ge ringe mate geprofiteerd, omdat zij het waren, die door het tekort aan consump tiemosselen het meest werden gedupeerd. Alleen de kapitaalkrachtigen die genoeg Zeeuwsch zaad konden koopen of die in 1928 genoeg Zuiderzeesch zaad konden halen, hebben geld verdiend. KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. DE WINTER 1929-1930. Prof. dr. E. van Everdingen schrijft in een mededeeling in „Hemel en Damp kring" over den winter 1929—1930: „Het is nog te vroeg om de rekening op te maken, maar naar een voorloopige schatting wordt dit de slapste van alle „ijswinters", sinds 1849 voorgekomen, aan gezien de som der maxima en minima oyeral boven 0 gr. komt. Slechts een maal kwam Utrecht-De Bilt een ijswin- ter voor, die juist 0 opleverde, en merk waardig genoeg was dat 1890, dus vlak vóór den allerstrengsten winter, terwijl deze onmiddellijk op den strengen win ter 1928-1929 volgt". Dr. M. Pinkhof bespreekt de statistiek van Easton na dezen zachten winter en concludeert aan 't einde van zijn artikel: Als we niet juist een uitzondering op den regel van Easton beleven, is er vóór 1938 nog wel meer koude voor ons weg gelegd, dan wij in de laatste jaren vóór 1929 gewoon waren. De acht winters na 1930 zullen aan den kouden kant moeten zijn en elke zachte winter (zooals nu) zal de kans op een strengen verhoogen. Omtrent eiken winter afzonderlijk kan echter niets geconcludeerd worden. VOOR DE HUISVROUW. De leeren bekleeding van stoelen en fauteuils. Let wel, ik bedoel de „echt" leeren stoelen: geen leerdoek. Die zijn ijzersterk en worden dikwijls familiestukken. Doch het komt voor, dat de glans van het leer geheel verloren is gegaan. Hoe is dat gekomen? Waarschijnlijk door.... al te groote wrijflust, met verkeerde reini gingsmiddelen. De kwestie is, dat men wel eens den raad hoort geven, om vlekken (vooral vetvlekken) uit leeren stoelen (zittingen, rugleuningen) weg te maken met tetrachloorkoolstof of benzine. E11 als we dan toch bezig zijn, nemen we de heele stoel maar met benzine af. En dat is nu juist de oorzaak vaïi het dof worden van het leder. Onthoudt nu eens goed: wrijf lederen stoelbekleeding nooit met benzine, of wrijfmiddelen, die benzine, terpentijn, alcohol of alkalies bevatten. Ban al dergelijke meubelpoli- toers, olie's en vernissen uit, voorzoover het uw leeren stoelen betreft. Het eerïlge wat men doen kan, is vetvlekken enz. trachten uit te maken met een doekje met zeepsop (daarna goed afnemen met schoon water!) of met melk. Men kan ook speciale lederzeep en ledervet koo pen, om het leer te onderhouden. Deze beschadigen de oppervlakte van het leer niet, zooals de vorengenoemde middelen alle doen. Men gaat met een vochtige doek over de lederzeep eu wrijft daar na over de oppervlakte van het leer. Ver volgens uitwrijven met een doek, die eVentjes vochtig is, zonder zeep. Ten slotte nawrijven met een zachte wrijflap, waarna de glans weer terug zal komen. Het allereenvoudigste reinigingsmiddel voor onze lederen stoelen blijft dus: een doek met schooft water. En nu dat „leerdoek", de imitatie van het leer? Dat neemt men af met zeep sop en wrijft het met wrijfwas. HUISVROUW. Wel, ze heeft het vreeselijk op haar maag. Je moet haar wat laten bekomen, George! Dan zal ik den vos maar gaan halen. Hij maakte zijn karweitjes af en za delde toen een paard. Toen hij in Aguila kwam, was het dorpje in rep en roer. Mevrouw Bungard had het nieuws van den slangenbeet verspreid en de dok ter had de berichten bevestigd, toen hij er door was gereden en had nog eenige bijzonderheden er aan toe gevoegd. Wat heb ik je gezegd? vroeg hij en knipte verwoed met de oogen. Heb ik je niet gezegd, dat Samantha de allerbeste van de bovenste plank was en dat ik niets met stadswichten op heb? Nu is het bewezen, dat ik gelijk heb gehad. Wat voor den duivel, had ze midden in den nacht in jouw kamer te maken? Snuffelend in je particuliere aangelegenheden, he? Je bent een ouwe kletskous, viel George woedend uit en in galop stoof hij verder. Toen maakte een eigenaardig gevoel zich van hem meester. Stap voor slap trok hij over den weg dien Samantha was gegaan. Hij floot tusschen de tan den, toen hij bij de geul kwam, waar hij echter niet overheen sprong, maar die hij lagerop doorkruiste. Daarna kwam hij bij het ravijn, maar hij moest afstij gen voor hij vijftig meter had gereden. Hij kon slechts langzaam vooruit komen en hij moest zijn paard bij den teugel leiden, terwijl het hier elk oogenblik weigerde verder te gaan, toen het pad smaller en meer afgebrokkeld werd. (Wordt vervolgd^

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1930 | | pagina 9