ZierikzeescbB Nieuwsbode DERDE BLAD Uit Stad en Provinole. FEUILLETON. Het meisje uit de Stad. bahooranda bi) da ran Vrijdag 24 Jan 1930, do. 11966 BRUINlSSE. Zaterdagavond j.l. hield de vereen. Algemeen Schippers- en Vis- schersbelang, de jaarvergadering in „Het Veerhuis', waarbij 28 leden tegenwoordig waren. Nadat de voorzitter, dhr. M. Vij verberg, de vergadering had geopend en de aanwezigen welkom had geheeten, kreeg de secretaris, dhr. W. Otte, ge legenheid tot voorlezing der notulen en daarna bracht de penningm., dhr. Joh. de Koning, verslag uit van de financieele toestand der vereen., waaruit blijkt, dat de rekening over 1929 sloot met een goed slot van f 65,83. Bij de verkie zing «van 4 bestuursleden werden de 3 periodiek aftredende leden M. Vijverberg, W. Otte en Joh. de Waai—Hirdes met meerdeuieid van stemmen herkozen, ter wijl in de plaats van Joh. de Koning, die wegens gevorderde leeftijd als be stuurslid bedankte, werd gekozen I. Ju- melel Mathz. De voorzitter deelde daarna inede, dat verleden jaar van de zuster vereniging „Helpt Elkander" te Zierik- zee een brief was ontvangen, behelzende het verzoek adhaesie te betuigen op hun verzoek aan het Bestutir der Visscherijen om het visschen van mossels, oesters enz. te verbieden op Zondag. Het bestuur heeft geantwoord hiermede wel accoord te kunnen gaan, mits „zaaien" niet onder visschen wordt verstaan. Van deze zaak heeft men later niets meer vernomen. Verder deelde de voorzitter mede, dat door deze vereen, meermalen bij bevoeg de autoriteiten is aangedrongen het vaar water naar Wemeldinge te verlichten, doch steeds vruchtelpos. Nu is verleden jaar omstreeks Juni contact gezocht met den Rijnschippersbond en verzocht deze zaak eens bij de autoriteiten te bepleiten. "Wel heeft men hierover niets naders meer vernomen, doch na dien tijd zijn in bedoeld vaarwater gasboeien gelegd en ondervinden ook de mosselschippers, die geregeld op België varen, daarvan veel gemak. Hierna hield de voorzitter een korte beschouwing over het jaar 1929, dat zich kenmerkte door een te kort aan mosselen en daardoor redelijke prijzen. Over het algemeen is er reden tot tevredenheid. Buitengewone rampen heeft de visschersvloot niet getroffen, be halve dan, dat de gebr. Haeck het on geluk hebben gehad door aanvaring hun vaartuig te verliezen en laten wij dit hier nog memoreeren het droevige on geval te Godua, waarbij schipper W. de Koning Pz. op zoo'n diep tragische wijze om het leven kwam. Uit de verga dering kwam een voorstel om aan de Gebv. Haeck een vergoeding toe te ken nen van f 300, uit de kas der vereeni- ging, hetwelk met inachtneming van be paalde omstandigheden, algemeen werd goedgekeurd. Mede nemens zijn broeders dankte de heer J. Haeck de vergadering hartelijk voor deze tegemoetkoming in de geleden schade. Een voorstel van den heer Th. Kik om door middel van de Ver. een fonds te stichten ter verzeke ring van houten mosselvaartuigen, vond, gezien de* vele moeilijkheden daaraan verbonden, geen bijval. Op voorstel van den heer St. Kik zal aan het Bestuur der Visscherijen worden verzocht te willen bewerkstelligen, dat de schippers hun consenten hier ter plaatse of te Zierik- zee kunnen bekomen in plaats van te Middelburg. Een ernstig punt van be spreking vormde nu de inwerking tre ding van de Ziektewet op 1 Maart a.s., en de voordeeligste manier waarop de schippers hun personeel kunnen verze keren. Algemeen was men van meening, bij een solide maatschappij voordeeliger uit te zijn, dan ingedeeld te worden bij de Raden van Arbeid en werd het be- Uit het Engelseh van H. A. VanhelL stuur opgedragen dienaangaande inlich tingen in te winnen. Den laatsten tijd is het voorgekomen, dat consummabele mos selen van de Zuiderzee hier worden aangevoerd. Gezien de vereeniging hier tegen vroeger altijd heeft geageerd, acht te de vergadering het wenschelijk bij be voegde autoriteiten aan te dringen hier aan paal en perk te stellen. Niets meer aan dc orde zijnde sloot de voorzitter de vergadering. STAVENISSE. Verslag van den Raad der gemeente, gehouden op Vrijdag 17 Jan. Voorzitter de burgemeester. Tegen woordig alle leden. Waar het de eerste vergadering in het nieuwe jaar is, geeft de voorzitter een kort overzicht van het afgeloopen jaar en spreekt hij zijn beste wenschen uit voor de gemeente en voor de leden van den Raad met hunne gezin nen. Dhr. van Iwaarden als oudste lid van den Raad, zegt den voorzitter dank voor de gedane mededeelingen en uitge sproken wenschen. Wederkeerig biedt hij ook namens den Raad de zijne aan. Voorts deelt de Voorzitter mede, dat de bestratingswerken eind December zijn op genomen en in orde bevonden en dat f 404,03 werd ontvangen als verrekening over de ontstane brandschade aan opstal en inventaris der o. 1. school. Dhr. D. Stoutjesdijk wijst op nog eenige putjes, welke in de goten voorkomen. Weth. Pot appel meent, dat 't blijven staan van wat water speciaal ligt aan de omstandigheid, dat de straatkolken en bestrating in de goten ongelijk zijn gezakt. De voorzitter zegt hierop, dat die putjes ook door B. en W. zijn opgemerkt en dat de aan nemer beproefd heeft ze zooveel moge lijk te herstellen. Naar de voorschriften mogen er echter afwijkingen van zekere afmeting bestaan, welke intusschen hier nog geringer zijn. Als ingekomen stuk komt ter tafel het K. B., waarbij vastge steld worden de rentedragende voor schotten, toegekend aan de gemeenten van het eiland Tholen als aandeelhoud sters der N.V. Waterleiding-Mij. Tholen, voor den bouw en de exploitatie der Waterleiding. Te weten in totaal f 15000, waarvan f1740 voor de gemeente Stave- nisse. De mededeeling daarvan wordt voor kennisgeving aangenomen. Insgelijks mededeeling van het bestuur van het „Centraal Archief" te Amsterdam, inzake verlaging der contributie van f 10 tot f5. Er worden vooralsnog geen termen voor toetreding aanwezig geacht. Volgens op gaaf van d-sn Inspecteur der D. B. te Zierikzee zijn de kwade posten wegens G. I. B. over 1930 geraamd op f360. Een ontvangen exemplaar der begrooting van den keuringsdienst van waren voor 1930 zal, evenals de jaarrekening van dien dienst over 1928, bij de leden worden rondgezonden. Het goed slot dier reke ning bedraagt f3999,765. Aan M. Stoutjes dijk Lz., Wed. A. C. van Zorge, Wed. L. E. Roozemond en A. F. Hanssens wordt vervolgens ontheffing verleend van de betaling van hondenbelasting over een half jaar. Voorts besluit de raad geen verdere toepassing te geven aan art. 4, 2e lid der Drankwet. Hier werd het aan tal vergunningen bereids van 7 tot teruggebracht. Alsnu komt ter tafel het door de Wegencommissie uit Ged. Staten bij brief van 11 Dec. j.l. ter kennisneming toegezonden plan voor verbetering van den weg Scherpenisse—Stavenisse met kostenberekening. De nieuw aan te leggen kunstbaan over een lengte van 8.150 K.M. zal deels bestaan uit een bestrating van klinkers, breed 4,50 M., met aan weers zijden een rijwielpad ter breedte van 0,60 M., en deels uit een gewalsten steen- slagweg, ter breedte van 5,50 M.} afge dekt met een slijtlaag van goudalitebeton. De laatste constructie zal worden toe gepast op het wegvak Scherpenisse—St.- Maartensdijk, op een gedeelte van den Steenenpadweg en op den Stavenisseweg. De totale kosten worden geraamd op f337000, waarvan naar de lengte (1.610 K.M.) ongeveer f17.000 zal komen voor rekening der gemeente Stavenisse. De voorz. deelt mede, dat B. en W., indien eenigszins mogelijk, gaarne zullen mede werken aan de uitvoering van dit plan. Naar den opzet blijven de traversen voor rekening der betrokken gemeenten, wat onder de gegeven omstandigheden niet anders mogelijk schijnt. Stavenisse, dat in het afgeloopen jaar met steun uit het wegenfonds een voorziening tot stand wilde brengen aan zijn traversen, welke steun mogelijk is en vroeger ook princi- piëel werd toegezegd, heeft de noodige voorziening zonder medewerking der provincie getroffen, nadat verklaard was, dat daarvoor vooralsnog geen gelden konden worden bestemd. Intusschen kost ten de voorzieningen circa f19000. Waar de traverse in het ontwerp echter naar het oordeel van B. en W. voor Stavenisse veel te ver wordt doorgetrokken, zal daaromtrent eenige voorziening moeten worden getroffen. Men laat deze thans aanvangen van buiten de kom af, waar voor geen redelijke grond aanwezig is. Op die manier zou deze gemeente on evenredig veel moeten bijdragen. Voor den Stavenisseweg zijn in vergelijk met de andere wegvakken betrekkelijk ge ringe kosten te maken. In de meerdere kosten van de andere wegvakken moet ook worden bijgedragen, wat door een een der wethouders, dhr. Potappel, reeds als een groot bezwaar wordt beschouwd- Deze meent, dat het aangewezen is, dat ieder onderhoudsplichtige de kosten draagt van zijn eigen wegvak. B. en W. in meerderheid zouden echter naar het ontwerp der Wegencommissie kunnen medewerken, mits een oplossing wordt gevonden ten aanzien van het wegvak, dat naar redelijken maatstaf niet onder de traversen is te begrijpen. Zoo 't plan onveranderd uitgevoerd werd, zou Sta venisse nog een aanzienlijk bedrag moe ten uittrekken om het overig gedeelte behoorlijk te doen aansluiten. Zij doen een betrekkelijk voorstel. De discussiën omtrent dit punt geopend, verklaart Weth. Potappel, dat z.i. in deze geen billijke verhouding is aangenomen voor verdeeling der kosten. Het wegvak Sta venisse verkeert, ook wat de breedte van den weg betreft, in een goeden staat, terwijl de toestand der andere wegvak ken veel te wenschen overlaat. Hij meent, dat de kosten over elk wegvak afzonder lijk berekend moeten worden. Wanneer dit plaats vindt, moet deze gemeente toch nog aanzienlijk bijdragen, als hij in aan merking neemt, dat Tholen, Poortvliet en Scherpenisse zoo goed als niets heb ben te betalen voor de hoofdverbindings weg. Waar de inkomsten dalen moet z.i. voorzichtig met de finantiën worden om gesprongen. De verbetering komt boven dien in hoofdzaak het snelverkeer ten goede, waarvoor de gemeente toch fei telijk niet behoeft te zorgen. Dhr. D. Stoutjesdijk ziet in de uitvoe ring van het plan een algemeen belang. Eventueel zal een veel beteren weg ver kregen worden, zonder dat de meerdere kosten te drukkend zijn. Wat de op merking van weth. Potappel omtrent de gemeenten Tholen en Poortvliet betreft, meent hij, dat deze niet opgaat. Die gemeenten liggen eenmaal buiten dit plan. Hij verklaart daarom met het voor stel van de meerderheid van B. en W. te zullen medegaan. Weth. van IJssel- dijk wil zijn stem nog nader motiveeren. Hij is zich bewust, dat dit plan inder daad weer offers vraagt en dat we ons goed rekenschap hebben te geven omtrent de doelmatigheid en noodzakelijkheid van nieuwe uitgaven. Maar waar we hier voor een niet te hoog bedrag een behoorlijken toestand kunnen krijgen, meent hij dat medewerking aangewezen is. Hij be schouwt deze aangelegenheid niet te op timistisch. De onderhoudskosten zullen aanvankelijk stellig gering zijn, maar na enkele jaren zal daarvoor toch ook weer bijgedragen moeten worden. Deze kunnen echter niet van dien aard zijn, dat het geheel te bezwarend zou worden. Wat z.i. echter van overwegend bezwaar is, dat is het uitlichten uit het plan van een gedeelte van den Stavenisse-weg, welk gedeelte toch niet onder de traversen mag gerekend worden. Bleef het plan ongewijzigd, dan zou de gemeente daar voor misschien wel f 10,000 extra moeten uitgeven om een sluitend geheel te krij gen. En dit is na rijp beraad in Burg. en Weth. eenvoudig onmogelijk verklaard. Vandaar het eenigszins afwijkend voor stel, waaraan hij echter gaarne zijn stem zal geven. Dhr. Leune hoorde er over spieken, dat Tholen en Poortvliet niets voor den straatweg hebben bij te dra gen. Die omstandigheid kunnen we z.i. laten rusten, hoewel hij zou willen op merken, dat wij daarvan toch ook hebben geprofiteerd. Gehoord de uiteenzettingen, verklaart hij met het voorstel van B. en W. te zullen meegaan. Dhr. van Iwaar den vindt bijdrage in de extrakosten voor het wegvak Sint-Maartensdijk ook niet zonder bezwaren, maar wanneer de ge- heele Stavenisse-weg dan opgenomen zou worden, zooals B. en W. wenschen, zal hij voor de uitvoering van het plan stem men. De heeren Tazelaar en A. Stoutjes dijk verklaren zich in gelijken zin. Tot stemming overgaande wordt het voorstel van B. en W. aangenomen met 6 stem men. Tegen dhr. Potappel. Deze ver klaart ook voor de uitvoering van het plan te zijn, doch alleen onder voor waarde, dat ieder onderhoudsplichtige betale, wat aan zijn wegvak gebeurt. Het aandeel in de kosten van het plan ad f 85,53 zal worden voldaan. Tenslotte worden vastgesteld het sup pletoir kohier van de belasting op de honden voor 1929 en hetprimitief ko hier derzelfde belasting voor 1930, ter wijl in de vacature, ontstaan door het niet-aannemen van dhr. A. van der Slikke van zijn benoeming tot lid der Commis sie van toezicht op het Lager Onderwijs benoemd wordt met 6 stemmen dhr. J. W. van der Slikke; 1 stem uitgebracht op den mede-aanbevolene dhr. H. W. Za- chariasse. Bij de omvraag spreekt dhr. v. Iwaarden, hoewel het meer een belang zijner Vereeniging is, nog als voorzitter der geitenfokvereeniging over een tekort op de rekening dier vereeniging over 1929. Indien mogelijk zou hij gaarne zien, dat voor dit jaar het vroeger gemeen telijk subsidie iiog wordt uitbetaald. Te gelijk legt hij een rekening over, waaruit dat tekort blijkt. De voorzitter zegt toe hierover met de wethouders te zullen spreken. Weth. Potappel bespreekt de afwijzende houding van het Waterschap Stavenisse, terzake het dempen en rio- leeren van de slooten in den Margaretha- polder en nabij de armenhuizen en de school. Waar de gemeente principieel be reid was tegemoet te komen, gelooft hij dat het thans aangewezen is niet verder op samenwerking aan te dringen. Z.i. moet het Waterschap de zaak nu maar alleen uitvoeren, waartoe het toeh vol gens de verordening verplicht is. Dhr. D. Stoutjesdijk verklaart zich conform. Hij vindt ook, dat een goede verhouding in uitzicht was gesteld en uitvoering der verordening zonder bijdrage van den kant der gemeente thans noodzakelijk is ge worden. De voorz. merkt op, dat er de zerzijds nog geen besluit bestaat. Er zijn slechts onderhandelingen gevoerd, bevor derd door Ged. Staten, doch deze moes ten eventueel nog door bepaalde voor stellen bevestigd worden. Daarna sluiting, PROV. BRANDWEERBOND v. ZEELAND. Door het Comité van voorbereiding tot vorming van een Provincialen Brandweer- bond, onder voorzitterschap van den bur gemeester van Goes, is aan alle colleges van B. en W. in Zeeland een circulaire gericht, waarin het er op wijst, dat de groote brand, welke op 7 Dec. j.l. te Middelburg plaats greep den Commissaris der Koningin aanleiding gaf tot een on derhoud met den voorzitter van de Kon. Nederl. Brandweervereeniging, den heer mr. J. Dijckmeester, burgemeester van Zutphen, bij welk onderhoud besproken werd dc wijze, waarop de oprichting van een gewestelijken bond voor Zeeland, als afdeeling van genoemde Nederlandsche vereeniging het beste kans van slagen zou hebben. Het gevolg daarvan was de op richting van het comité, dat zich uit sluitend zal belasten met voorbereidende werkzaamheden, als het contact zoeken met de gemeentebesturen, het opstellen van ontwerp-statuten enz. Het behoeft geen betoog, dat groote rampen, zooals de recente ramp te Mid delburg, in de toekomst slechts zullen kunnen worden vermeden, althans tot den meest mogelijken geringen omvang be perkt, door organisatie op het gebied van het brandwezen; dat ééne gemeente in dergelijke gevallen is aangewezen op den steun van andere gemeenten, is bij den brand te Middelburg afdoende gebleken. Het comité is met den Commissaris der Koningin derhalve van oordeel, dat vor ming van een Provincialen Brandweer- bond voor Zeeland urgent is. Omtrent de wijze, waarop deze bond zal worden ingericht ert zal werken, kan uit den aard der zaak thans nog geene mede deeling worden gedaan. Wel wordt een uittreksel gegeven van ontwerp-statuten, zooals dit werd toe gezonden door de Nederl. Vereeniging, waarin doel, werkwijze en lidmaatschap met te betalen contributie worden ge regeld. Uitdrukkelijk wordt er de aan dacht op gevestigd, dat voor aansluiting bij de K. N. Br. allereerst noodig is toe treding tot een Prov. Bond. De contri butie moet daarom met twee worden vermenigvuldigd en zal b.v. een gemeente met minder dan 1000 inwoners f 6, een met 1000 tot 2000 inwoners f 8 enz. be talen. De kosten kunnen, naar het comité meent, geen bezwaar zijn, vooral, waar het geldt een zoo vitaal belang als het brandwezen, dat toch een voorname plaats in de gemeentehuishouding in neemt. Het denkbeeld bestaat reeds, dat, gezien de eigenaardige samenstelling der provincie. met hare waterwegen, verschil lende groepen zullen dienen te worden gevormd, die elk haar eigen bestuur be- hooren te hebben. Maar ook daaromtrent zal eerst later een beslissing kunnen worden genomen. Van de houding der gemeentebesturen zal het dus afhangen of de Prov. Bond tot stand komt. Samen werking der gemeenten zal den grond slag moeten vormen, waarop het nieuwe instituut, waarvan de zegenrijke werking zeker zal worden ondervonden, kan wor den opgebouwd. Het comité vertrouwt, dat de colleges van B. en W. van het groot belang der zaak overtuigd zijn en verzoekt hen, wel te willen bevorderen, dat door de ge meenteraden medewerking wordt ver leend en contributie toegezegd. Gaarne ziet het comité bericht voor 15 Februari a.s. aan de Provinciale Griffie tegemoet. Aan deze circulaire is een schrijven van den Commissaris der Koningin toe gevoegd, waarin deze o.a. schrijft: Het groote belang dezer aangelegen heid is in deze circulaire (met welks in houd ik mij ook overigens geheel kan vereenigen) voldoende uiteengezet. Ook mij wil het voorkomen, dat vorming van een dergelijke bond eene zaak van groote urgentie is. Ik meen daarom te mogen verwachten, dat uw college al het noodige zal doen, om de totstandkoming van eene Provin ciale organisatie op het gebied van het brandwezen te bevorderen en zal het op prijs stellen, wanneer Gij aan den Raad eveneens mijne zienswijze zult willen te kennen geven. MARKTBERICHTEN. €o8perat!oTe yelling Zterlkxee. Veiling van 21 Januari. Appels: goudreinette 7—14; campagne 2e 7—9; bellefleur 2e 613; cuijper's eersteling 9; Gron. kroon 2e 6; ermgaard 2e 7—10; sterappels 2e 7; grauwzoet 7— peren: kleiperen 2e 7; comtesse 7—13; pondsperen 10; gieser wildeman 2e 10; Bieaerode 2e 9; spruiten 8—14; suiker- boonen 13. wijnpeeën 5—1; kroten H/sl raapkool 4,/a". per k.g.; prei f 3,20—7,60 per 100 bos. 24 En waar denk je dat die zaken tot stand kwamen? In de kantoren? Abso luut niet! Bij de menschen thuis, na tafel. Ze hadden allen vrouwen van de juiste soort. Zie je, dat is het. Wij samen zou den den boel op pooten kunnen zetten. Je z'ou je heusch niet dood vervelen, als je met mij getrouwd was. En wat Oakland betreft, wel, ik voor mij sta klaar om op San Francisco aan te val len, als ik jou aan mijn zijde heb. Hij probeerde haar hand te pakken, want hij merkte, dat hij indruk op haar had gemaakt, maar op dat moment ver scheen juffrouw Spragge, gevolgd door George, op de waranda. Hazel zei ge jaagd: Ik kan je op dit oogenblik geen antwoord geven. Zij stonden van de bank op, toen juf frouw Spragge nader kwam. Hazel stel de beiden aan elkaar voor en toen volgde Je zou je heusch niet dood vervelen, George. Wat er er? vroeg Hazel. Niets! antwoordde George. Hij stond naar het kostbare water te staren, vloeibaar goud in dezen tijd van het jaar. Duizende liters waren verspild. Goede genade! murmelde Hazel. Dat had ik vergeten! Juffrouw Spragge lachte grimmig. HOOFDSTUK XI. Pizzicato. Wilbur kwam tot het wijze besluit om Hazel niet tot een uitspraak te dwin gen. Bovendien vond hij ook geen ge legenheid haar alleen te spreken na het middagmaal gedurende hetwelk hij zich bij de Spragge's een wit voetje had we ten te bezorgen. Hazel van haar kant, stelde Wilbur's fijnen tact op prijs, hoewel ze zich, met een gevoel van angst niet ontveinsde, dat hij niet uit Aguila zou vertrekken, voordat hij een ultimatum had gesteld. Hij beloofde morgen weer naar de val lei terug te zullen komen. In dien tus- schentijd keek hij verlangend uit naar een zakenpraatje met Adolf Geldenhei- mer. Twintig jaar geleden was er een aanlegplaats geweest iets bezuiden het strandje waar George zijn „clams" haal de. Van een kleinen steiger, die door de spoorwegmaatschappij de machtige Octo pus, tot onbruik gedoemd was, werd daar vroeger koren verscheept uit het land achter het kustgebergte. Nu waren allen, de zuivelboeren, de squatters, die vroege aardappelen en groenten kweek ten, de vruchtentelers, om kort te gaan, iedereen, die iets op afgelegen markten te verkoopen had, gevangen in de armen van het spoorwegmonster, dat zijn slacht offers op de vreeselijkste manier uit zoog. Het was een theorie van Wilbur, dat de oude aanlegplaatsen aan de kust weer konden herleven, indien een nieuwe generatie begreep, dat dit in haar belang was. Maar George vermoedde de waarheid." Zijn langzaamwerkend maar sluw ver stand wees al Wilbur's verhalen over aanlegplaatsen van de hand als geleuter. Hier kwam een gladde prater uit Oak land op Hazel af. Dat feit knaagde aan zijn hart en maakte hem diep ongelukkig. Natuurlijk kwam hij tot de overijlde overtuiging dat Hazel om Wilbur gaf, omdat ze ver geten had het water af te sluiten. Hij had haar nog wel op het hart gedrukt, dat in dezen tijd uiterst zuinig met het water moest worden omgegaan. Het kwelde "hem, dat hij zoo dwaas was geweest te beloven, de dingen niet te overhaasten en te wachten tot zij hem een welwillend teeken zou geven. Het kwelde hem nog erger te merken, dat Wilbur iemand het hoofd van de schouders en het hart uit het lijf kon praten. Zelfs in kleine dingen liet het geluk hem in den steek. Drie nachten achter elkaar was hij opgebleven om een hert te vangen. Vannacht wou hij het weer probeeren. De vreemde overtuiging kwam in hem, dat hij, als hij den bok kreeg, Hazel ook zou krijgen. En dan waren de ratelslangen ook moeilijker te van gen. Hij had nu zeven prachtstukken, exemplaren met groote ratels, maar hij moest er nog zes hebben om het be loofde aantal vol te maken. Toen Wilbur wegreed, ging George met zijn zak en gevorkten stok de heuvels in en liet Hazel bij de vrouwen achter. Om lastige vragen te ontloopen, sloop hij de achter deur uit, maar ongelukkigerwijze had Ha zel een glimp van hem gezien en ze werd weer verteerd door nieuwsgierigheid. Er was toch wel iets geheimzinnigs aan George's zwerftochten. Ze probeerde Samantha uit te hooren, maar ze kon even goed geprobeerd hebben water uit de Arizona-woestijn te halen. Samantha's kort: „weet ik het?" maakte haar dol. Hhzel gooide het over een anderen boog. - Heb je geluisterd naar wat meneer Stocker over Spragge's hoeve heeft ge zegd? Dat er in het algemeen gesproken hier niet zoo heel veel meer te doen is! Heeft meneer Stocker dat gezegd? Samantha's toon was scherp gewor den. Je hebt zelf gehoord wat hij zei toen hij je tante err George zijn compli ment maakte dat ze er hier letterlijk let wel! alles hadden uitgehaald, wat er te halen viel. Wat heb jij daarbij gedacht Dat hij een beetje met de stroop kwast liepl Stocker is de eerlijkheid zelf. Hij meende precies wat hij zei, en hij heeft gelijk. Met zijn inzicht en zijn scherpen kijk op zaken heeft hij dadelijk gezien, dat het scheppende werk hier afgeloopen is. Een echt werkzame, ondernemende man kan in jullie vallei geen voldoend arbeidsveld meer vinden voor de ont plooiing van zijn gaven! Jij bent van plan George hier van Spragge's Hoeve weg te lokken! viel Sa mantha woedend uit. Omdat ik George's oprechte vriendin ben, zou ik hem graag tot zijn volle grootte zien uitgroeien. Ik vind het eenvoudig schandelijk schandelijk! Laten we er toch kalm over praten. Dat kan ik niet. Ik kan er heelemaal met jou niet over praten. Ik heb heele maal geen woorden er voor, alleen maar gedachten en gevoelens. Als jij George uit Spragge's vallei weglokt, ben je slecht en dom bovendien! Terwijl ze sprak was ze opgesprongen; Hazel was ook opgestaan, bleek en be vend, maar ze kreeg gauw haar zelf- beheersching terug. Met een flauw glim lachje en een nauw merkbaar schouder ophalen bewoog ze zich naar de voor deur, met het voornemen zich terug te trekken. Nee, dat zal niet gaan! zei Saman tha kortaf. Laat me er alsjeblieft door! Ik vind dat je heel lomp geweest ben, maar ik kan wel wat door de vingers zien. Je bent nog niet klaar met me! zei Samantha. Ik ga tante Almira roepen! Voordat Hazel kon tegenstribbelen had Samantha al*geroepen met krachtige, lui de stem. Ze hoorde juffrouw Spragge's zwaren stap in de gang; de deur ging open en daar was ze. Een oogenblik keek ze van het ééne meisje naar het andere, toen begon Samantha: Hazel wil George hier weglokken. Ik heb het haar voor de voeten gegooid en ze heeft het toegegeven. Ik vond dat u moest weten dat ik tegen Hazel heb gezegd dat ze slecht en dom is. Zoo, zei juffrouw Spragge, heb je dat? Ik denk dat je vergeten was dat Hazel onze gast is. Het hindert niet, juffrouw Spragge, murmelde Hazel. (Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1930 | | pagina 9