ZierikzeescbB Nieuwsbode
DERDE BLAD
Uit Stad en Provinole.
FEUILLETON.
Het meisje uit de Stad.
bahooranda bi) da
ran Vrijdag 24 Jan 1930, do. 11966
BRUINlSSE. Zaterdagavond j.l. hield
de vereen. Algemeen Schippers- en Vis-
schersbelang, de jaarvergadering in „Het
Veerhuis', waarbij 28 leden tegenwoordig
waren. Nadat de voorzitter, dhr. M. Vij
verberg, de vergadering had geopend en
de aanwezigen welkom had geheeten,
kreeg de secretaris, dhr. W. Otte, ge
legenheid tot voorlezing der notulen en
daarna bracht de penningm., dhr. Joh.
de Koning, verslag uit van de financieele
toestand der vereen., waaruit blijkt, dat
de rekening over 1929 sloot met een
goed slot van f 65,83. Bij de verkie
zing «van 4 bestuursleden werden de 3
periodiek aftredende leden M. Vijverberg,
W. Otte en Joh. de Waai—Hirdes met
meerdeuieid van stemmen herkozen, ter
wijl in de plaats van Joh. de Koning,
die wegens gevorderde leeftijd als be
stuurslid bedankte, werd gekozen I. Ju-
melel Mathz. De voorzitter deelde daarna
inede, dat verleden jaar van de zuster
vereniging „Helpt Elkander" te Zierik-
zee een brief was ontvangen, behelzende
het verzoek adhaesie te betuigen op hun
verzoek aan het Bestutir der Visscherijen
om het visschen van mossels, oesters enz.
te verbieden op Zondag. Het bestuur
heeft geantwoord hiermede wel accoord
te kunnen gaan, mits „zaaien" niet onder
visschen wordt verstaan. Van deze zaak
heeft men later niets meer vernomen.
Verder deelde de voorzitter mede, dat
door deze vereen, meermalen bij bevoeg
de autoriteiten is aangedrongen het vaar
water naar Wemeldinge te verlichten,
doch steeds vruchtelpos. Nu is verleden
jaar omstreeks Juni contact gezocht met
den Rijnschippersbond en verzocht deze
zaak eens bij de autoriteiten te bepleiten.
"Wel heeft men hierover niets naders
meer vernomen, doch na dien tijd zijn
in bedoeld vaarwater gasboeien gelegd
en ondervinden ook de mosselschippers,
die geregeld op België varen, daarvan
veel gemak. Hierna hield de voorzitter
een korte beschouwing over het jaar
1929, dat zich kenmerkte door een te
kort aan mosselen en daardoor redelijke
prijzen. Over het algemeen is er reden
tot tevredenheid. Buitengewone rampen
heeft de visschersvloot niet getroffen, be
halve dan, dat de gebr. Haeck het on
geluk hebben gehad door aanvaring hun
vaartuig te verliezen en laten wij dit
hier nog memoreeren het droevige on
geval te Godua, waarbij schipper W.
de Koning Pz. op zoo'n diep tragische
wijze om het leven kwam. Uit de verga
dering kwam een voorstel om aan de
Gebv. Haeck een vergoeding toe te ken
nen van f 300, uit de kas der vereeni-
ging, hetwelk met inachtneming van be
paalde omstandigheden, algemeen werd
goedgekeurd. Mede nemens zijn broeders
dankte de heer J. Haeck de vergadering
hartelijk voor deze tegemoetkoming in
de geleden schade. Een voorstel van den
heer Th. Kik om door middel van de
Ver. een fonds te stichten ter verzeke
ring van houten mosselvaartuigen, vond,
gezien de* vele moeilijkheden daaraan
verbonden, geen bijval. Op voorstel van
den heer St. Kik zal aan het Bestuur der
Visscherijen worden verzocht te willen
bewerkstelligen, dat de schippers hun
consenten hier ter plaatse of te Zierik-
zee kunnen bekomen in plaats van te
Middelburg. Een ernstig punt van be
spreking vormde nu de inwerking tre
ding van de Ziektewet op 1 Maart a.s.,
en de voordeeligste manier waarop de
schippers hun personeel kunnen verze
keren. Algemeen was men van meening,
bij een solide maatschappij voordeeliger
uit te zijn, dan ingedeeld te worden bij
de Raden van Arbeid en werd het be-
Uit het Engelseh van H. A. VanhelL
stuur opgedragen dienaangaande inlich
tingen in te winnen. Den laatsten tijd is
het voorgekomen, dat consummabele mos
selen van de Zuiderzee hier worden
aangevoerd. Gezien de vereeniging hier
tegen vroeger altijd heeft geageerd, acht
te de vergadering het wenschelijk bij be
voegde autoriteiten aan te dringen hier
aan paal en perk te stellen. Niets meer
aan dc orde zijnde sloot de voorzitter
de vergadering.
STAVENISSE. Verslag van den Raad
der gemeente, gehouden op Vrijdag 17
Jan. Voorzitter de burgemeester. Tegen
woordig alle leden. Waar het de eerste
vergadering in het nieuwe jaar is, geeft
de voorzitter een kort overzicht van het
afgeloopen jaar en spreekt hij zijn beste
wenschen uit voor de gemeente en voor
de leden van den Raad met hunne gezin
nen. Dhr. van Iwaarden als oudste lid
van den Raad, zegt den voorzitter dank
voor de gedane mededeelingen en uitge
sproken wenschen. Wederkeerig biedt hij
ook namens den Raad de zijne aan.
Voorts deelt de Voorzitter mede, dat de
bestratingswerken eind December zijn op
genomen en in orde bevonden en dat
f 404,03 werd ontvangen als verrekening
over de ontstane brandschade aan opstal
en inventaris der o. 1. school. Dhr. D.
Stoutjesdijk wijst op nog eenige putjes,
welke in de goten voorkomen. Weth. Pot
appel meent, dat 't blijven staan van wat
water speciaal ligt aan de omstandigheid,
dat de straatkolken en bestrating in de
goten ongelijk zijn gezakt. De voorzitter
zegt hierop, dat die putjes ook door
B. en W. zijn opgemerkt en dat de aan
nemer beproefd heeft ze zooveel moge
lijk te herstellen. Naar de voorschriften
mogen er echter afwijkingen van zekere
afmeting bestaan, welke intusschen hier
nog geringer zijn. Als ingekomen stuk
komt ter tafel het K. B., waarbij vastge
steld worden de rentedragende voor
schotten, toegekend aan de gemeenten
van het eiland Tholen als aandeelhoud
sters der N.V. Waterleiding-Mij. Tholen,
voor den bouw en de exploitatie der
Waterleiding. Te weten in totaal f 15000,
waarvan f1740 voor de gemeente Stave-
nisse. De mededeeling daarvan wordt
voor kennisgeving aangenomen. Insgelijks
mededeeling van het bestuur van het
„Centraal Archief" te Amsterdam, inzake
verlaging der contributie van f 10 tot f5.
Er worden vooralsnog geen termen voor
toetreding aanwezig geacht. Volgens op
gaaf van d-sn Inspecteur der D. B. te
Zierikzee zijn de kwade posten wegens
G. I. B. over 1930 geraamd op f360. Een
ontvangen exemplaar der begrooting van
den keuringsdienst van waren voor 1930
zal, evenals de jaarrekening van dien
dienst over 1928, bij de leden worden
rondgezonden. Het goed slot dier reke
ning bedraagt f3999,765. Aan M. Stoutjes
dijk Lz., Wed. A. C. van Zorge, Wed.
L. E. Roozemond en A. F. Hanssens
wordt vervolgens ontheffing verleend van
de betaling van hondenbelasting over een
half jaar. Voorts besluit de raad geen
verdere toepassing te geven aan art. 4,
2e lid der Drankwet. Hier werd het aan
tal vergunningen bereids van 7 tot
teruggebracht. Alsnu komt ter tafel het
door de Wegencommissie uit Ged. Staten
bij brief van 11 Dec. j.l. ter kennisneming
toegezonden plan voor verbetering van
den weg Scherpenisse—Stavenisse met
kostenberekening. De nieuw aan te leggen
kunstbaan over een lengte van 8.150 K.M.
zal deels bestaan uit een bestrating van
klinkers, breed 4,50 M., met aan weers
zijden een rijwielpad ter breedte van
0,60 M., en deels uit een gewalsten steen-
slagweg, ter breedte van 5,50 M.} afge
dekt met een slijtlaag van goudalitebeton.
De laatste constructie zal worden toe
gepast op het wegvak Scherpenisse—St.-
Maartensdijk, op een gedeelte van den
Steenenpadweg en op den Stavenisseweg.
De totale kosten worden geraamd op
f337000, waarvan naar de lengte (1.610
K.M.) ongeveer f17.000 zal komen voor
rekening der gemeente Stavenisse. De
voorz. deelt mede, dat B. en W., indien
eenigszins mogelijk, gaarne zullen mede
werken aan de uitvoering van dit plan.
Naar den opzet blijven de traversen voor
rekening der betrokken gemeenten, wat
onder de gegeven omstandigheden niet
anders mogelijk schijnt. Stavenisse, dat in
het afgeloopen jaar met steun uit het
wegenfonds een voorziening tot stand
wilde brengen aan zijn traversen, welke
steun mogelijk is en vroeger ook princi-
piëel werd toegezegd, heeft de noodige
voorziening zonder medewerking der
provincie getroffen, nadat verklaard was,
dat daarvoor vooralsnog geen gelden
konden worden bestemd. Intusschen kost
ten de voorzieningen circa f19000. Waar
de traverse in het ontwerp echter naar
het oordeel van B. en W. voor Stavenisse
veel te ver wordt doorgetrokken, zal
daaromtrent eenige voorziening moeten
worden getroffen. Men laat deze thans
aanvangen van buiten de kom af, waar
voor geen redelijke grond aanwezig is.
Op die manier zou deze gemeente on
evenredig veel moeten bijdragen. Voor
den Stavenisseweg zijn in vergelijk met
de andere wegvakken betrekkelijk ge
ringe kosten te maken. In de meerdere
kosten van de andere wegvakken moet
ook worden bijgedragen, wat door een
een der wethouders, dhr. Potappel, reeds
als een groot bezwaar wordt beschouwd-
Deze meent, dat het aangewezen is, dat
ieder onderhoudsplichtige de kosten
draagt van zijn eigen wegvak. B. en W.
in meerderheid zouden echter naar het
ontwerp der Wegencommissie kunnen
medewerken, mits een oplossing wordt
gevonden ten aanzien van het wegvak,
dat naar redelijken maatstaf niet onder
de traversen is te begrijpen. Zoo 't plan
onveranderd uitgevoerd werd, zou Sta
venisse nog een aanzienlijk bedrag moe
ten uittrekken om het overig gedeelte
behoorlijk te doen aansluiten. Zij doen
een betrekkelijk voorstel. De discussiën
omtrent dit punt geopend, verklaart
Weth. Potappel, dat z.i. in deze geen
billijke verhouding is aangenomen voor
verdeeling der kosten. Het wegvak Sta
venisse verkeert, ook wat de breedte
van den weg betreft, in een goeden staat,
terwijl de toestand der andere wegvak
ken veel te wenschen overlaat. Hij meent,
dat de kosten over elk wegvak afzonder
lijk berekend moeten worden. Wanneer
dit plaats vindt, moet deze gemeente toch
nog aanzienlijk bijdragen, als hij in aan
merking neemt, dat Tholen, Poortvliet
en Scherpenisse zoo goed als niets heb
ben te betalen voor de hoofdverbindings
weg. Waar de inkomsten dalen moet z.i.
voorzichtig met de finantiën worden om
gesprongen. De verbetering komt boven
dien in hoofdzaak het snelverkeer ten
goede, waarvoor de gemeente toch fei
telijk niet behoeft te zorgen.
Dhr. D. Stoutjesdijk ziet in de uitvoe
ring van het plan een algemeen belang.
Eventueel zal een veel beteren weg ver
kregen worden, zonder dat de meerdere
kosten te drukkend zijn. Wat de op
merking van weth. Potappel omtrent de
gemeenten Tholen en Poortvliet betreft,
meent hij, dat deze niet opgaat. Die
gemeenten liggen eenmaal buiten dit
plan. Hij verklaart daarom met het voor
stel van de meerderheid van B. en W.
te zullen medegaan. Weth. van IJssel-
dijk wil zijn stem nog nader motiveeren.
Hij is zich bewust, dat dit plan inder
daad weer offers vraagt en dat we ons
goed rekenschap hebben te geven omtrent
de doelmatigheid en noodzakelijkheid van
nieuwe uitgaven. Maar waar we hier voor
een niet te hoog bedrag een behoorlijken
toestand kunnen krijgen, meent hij dat
medewerking aangewezen is. Hij be
schouwt deze aangelegenheid niet te op
timistisch. De onderhoudskosten zullen
aanvankelijk stellig gering zijn, maar na
enkele jaren zal daarvoor toch ook weer
bijgedragen moeten worden. Deze kunnen
echter niet van dien aard zijn, dat het
geheel te bezwarend zou worden. Wat
z.i. echter van overwegend bezwaar is,
dat is het uitlichten uit het plan van een
gedeelte van den Stavenisse-weg, welk
gedeelte toch niet onder de traversen
mag gerekend worden. Bleef het plan
ongewijzigd, dan zou de gemeente daar
voor misschien wel f 10,000 extra moeten
uitgeven om een sluitend geheel te krij
gen. En dit is na rijp beraad in Burg.
en Weth. eenvoudig onmogelijk verklaard.
Vandaar het eenigszins afwijkend voor
stel, waaraan hij echter gaarne zijn stem
zal geven. Dhr. Leune hoorde er over
spieken, dat Tholen en Poortvliet niets
voor den straatweg hebben bij te dra
gen. Die omstandigheid kunnen we z.i.
laten rusten, hoewel hij zou willen op
merken, dat wij daarvan toch ook hebben
geprofiteerd. Gehoord de uiteenzettingen,
verklaart hij met het voorstel van B. en
W. te zullen meegaan. Dhr. van Iwaar
den vindt bijdrage in de extrakosten voor
het wegvak Sint-Maartensdijk ook niet
zonder bezwaren, maar wanneer de ge-
heele Stavenisse-weg dan opgenomen zou
worden, zooals B. en W. wenschen, zal
hij voor de uitvoering van het plan stem
men. De heeren Tazelaar en A. Stoutjes
dijk verklaren zich in gelijken zin. Tot
stemming overgaande wordt het voorstel
van B. en W. aangenomen met 6 stem
men. Tegen dhr. Potappel. Deze ver
klaart ook voor de uitvoering van het
plan te zijn, doch alleen onder voor
waarde, dat ieder onderhoudsplichtige
betale, wat aan zijn wegvak gebeurt. Het
aandeel in de kosten van het plan ad
f 85,53 zal worden voldaan.
Tenslotte worden vastgesteld het sup
pletoir kohier van de belasting op de
honden voor 1929 en hetprimitief ko
hier derzelfde belasting voor 1930, ter
wijl in de vacature, ontstaan door het
niet-aannemen van dhr. A. van der Slikke
van zijn benoeming tot lid der Commis
sie van toezicht op het Lager Onderwijs
benoemd wordt met 6 stemmen dhr. J.
W. van der Slikke; 1 stem uitgebracht
op den mede-aanbevolene dhr. H. W. Za-
chariasse. Bij de omvraag spreekt dhr. v.
Iwaarden, hoewel het meer een belang
zijner Vereeniging is, nog als voorzitter
der geitenfokvereeniging over een tekort
op de rekening dier vereeniging over
1929. Indien mogelijk zou hij gaarne zien,
dat voor dit jaar het vroeger gemeen
telijk subsidie iiog wordt uitbetaald. Te
gelijk legt hij een rekening over, waaruit
dat tekort blijkt. De voorzitter zegt toe
hierover met de wethouders te zullen
spreken. Weth. Potappel bespreekt de
afwijzende houding van het Waterschap
Stavenisse, terzake het dempen en rio-
leeren van de slooten in den Margaretha-
polder en nabij de armenhuizen en de
school. Waar de gemeente principieel be
reid was tegemoet te komen, gelooft hij
dat het thans aangewezen is niet verder
op samenwerking aan te dringen. Z.i.
moet het Waterschap de zaak nu maar
alleen uitvoeren, waartoe het toeh vol
gens de verordening verplicht is. Dhr. D.
Stoutjesdijk verklaart zich conform. Hij
vindt ook, dat een goede verhouding in
uitzicht was gesteld en uitvoering der
verordening zonder bijdrage van den kant
der gemeente thans noodzakelijk is ge
worden. De voorz. merkt op, dat er de
zerzijds nog geen besluit bestaat. Er zijn
slechts onderhandelingen gevoerd, bevor
derd door Ged. Staten, doch deze moes
ten eventueel nog door bepaalde voor
stellen bevestigd worden. Daarna sluiting,
PROV. BRANDWEERBOND v. ZEELAND.
Door het Comité van voorbereiding tot
vorming van een Provincialen Brandweer-
bond, onder voorzitterschap van den bur
gemeester van Goes, is aan alle colleges
van B. en W. in Zeeland een circulaire
gericht, waarin het er op wijst, dat de
groote brand, welke op 7 Dec. j.l. te
Middelburg plaats greep den Commissaris
der Koningin aanleiding gaf tot een on
derhoud met den voorzitter van de Kon.
Nederl. Brandweervereeniging, den heer
mr. J. Dijckmeester, burgemeester van
Zutphen, bij welk onderhoud besproken
werd dc wijze, waarop de oprichting van
een gewestelijken bond voor Zeeland, als
afdeeling van genoemde Nederlandsche
vereeniging het beste kans van slagen zou
hebben. Het gevolg daarvan was de op
richting van het comité, dat zich uit
sluitend zal belasten met voorbereidende
werkzaamheden, als het contact zoeken
met de gemeentebesturen, het opstellen
van ontwerp-statuten enz.
Het behoeft geen betoog, dat groote
rampen, zooals de recente ramp te Mid
delburg, in de toekomst slechts zullen
kunnen worden vermeden, althans tot den
meest mogelijken geringen omvang be
perkt, door organisatie op het gebied van
het brandwezen; dat ééne gemeente in
dergelijke gevallen is aangewezen op den
steun van andere gemeenten, is bij den
brand te Middelburg afdoende gebleken.
Het comité is met den Commissaris der
Koningin derhalve van oordeel, dat vor
ming van een Provincialen Brandweer-
bond voor Zeeland urgent is. Omtrent
de wijze, waarop deze bond zal worden
ingericht ert zal werken, kan uit den
aard der zaak thans nog geene mede
deeling worden gedaan.
Wel wordt een uittreksel gegeven van
ontwerp-statuten, zooals dit werd toe
gezonden door de Nederl. Vereeniging,
waarin doel, werkwijze en lidmaatschap
met te betalen contributie worden ge
regeld. Uitdrukkelijk wordt er de aan
dacht op gevestigd, dat voor aansluiting
bij de K. N. Br. allereerst noodig is toe
treding tot een Prov. Bond. De contri
butie moet daarom met twee worden
vermenigvuldigd en zal b.v. een gemeente
met minder dan 1000 inwoners f 6, een
met 1000 tot 2000 inwoners f 8 enz. be
talen. De kosten kunnen, naar het comité
meent, geen bezwaar zijn, vooral, waar
het geldt een zoo vitaal belang als het
brandwezen, dat toch een voorname
plaats in de gemeentehuishouding in
neemt. Het denkbeeld bestaat reeds, dat,
gezien de eigenaardige samenstelling der
provincie. met hare waterwegen, verschil
lende groepen zullen dienen te worden
gevormd, die elk haar eigen bestuur be-
hooren te hebben. Maar ook daaromtrent
zal eerst later een beslissing kunnen
worden genomen. Van de houding der
gemeentebesturen zal het dus afhangen
of de Prov. Bond tot stand komt. Samen
werking der gemeenten zal den grond
slag moeten vormen, waarop het nieuwe
instituut, waarvan de zegenrijke werking
zeker zal worden ondervonden, kan wor
den opgebouwd.
Het comité vertrouwt, dat de colleges
van B. en W. van het groot belang der
zaak overtuigd zijn en verzoekt hen, wel
te willen bevorderen, dat door de ge
meenteraden medewerking wordt ver
leend en contributie toegezegd.
Gaarne ziet het comité bericht voor 15
Februari a.s. aan de Provinciale Griffie
tegemoet.
Aan deze circulaire is een schrijven
van den Commissaris der Koningin toe
gevoegd, waarin deze o.a. schrijft:
Het groote belang dezer aangelegen
heid is in deze circulaire (met welks in
houd ik mij ook overigens geheel kan
vereenigen) voldoende uiteengezet. Ook
mij wil het voorkomen, dat vorming van
een dergelijke bond eene zaak van groote
urgentie is.
Ik meen daarom te mogen verwachten,
dat uw college al het noodige zal doen,
om de totstandkoming van eene Provin
ciale organisatie op het gebied van het
brandwezen te bevorderen en zal het op
prijs stellen, wanneer Gij aan den Raad
eveneens mijne zienswijze zult willen te
kennen geven.
MARKTBERICHTEN.
€o8perat!oTe yelling Zterlkxee.
Veiling van 21 Januari.
Appels: goudreinette 7—14; campagne
2e 7—9; bellefleur 2e 613; cuijper's
eersteling 9; Gron. kroon 2e 6; ermgaard
2e 7—10; sterappels 2e 7; grauwzoet 7—
peren: kleiperen 2e 7; comtesse 7—13;
pondsperen 10; gieser wildeman 2e 10;
Bieaerode 2e 9; spruiten 8—14; suiker-
boonen 13. wijnpeeën 5—1; kroten H/sl
raapkool 4,/a". per k.g.; prei f 3,20—7,60
per 100 bos.
24
En waar denk je dat die zaken tot
stand kwamen? In de kantoren? Abso
luut niet! Bij de menschen thuis, na tafel.
Ze hadden allen vrouwen van de juiste
soort. Zie je, dat is het. Wij samen zou
den den boel op pooten kunnen zetten.
Je z'ou je heusch niet dood vervelen,
als je met mij getrouwd was. En wat
Oakland betreft, wel, ik voor mij sta
klaar om op San Francisco aan te val
len, als ik jou aan mijn zijde heb.
Hij probeerde haar hand te pakken,
want hij merkte, dat hij indruk op haar
had gemaakt, maar op dat moment ver
scheen juffrouw Spragge, gevolgd door
George, op de waranda. Hazel zei ge
jaagd:
Ik kan je op dit oogenblik geen
antwoord geven.
Zij stonden van de bank op, toen juf
frouw Spragge nader kwam. Hazel stel
de beiden aan elkaar voor en toen volgde
Je zou je heusch niet dood vervelen,
George.
Wat er er? vroeg Hazel.
Niets! antwoordde George.
Hij stond naar het kostbare water te
staren, vloeibaar goud in dezen tijd van
het jaar. Duizende liters waren verspild.
Goede genade! murmelde Hazel. Dat
had ik vergeten!
Juffrouw Spragge lachte grimmig.
HOOFDSTUK XI.
Pizzicato.
Wilbur kwam tot het wijze besluit om
Hazel niet tot een uitspraak te dwin
gen. Bovendien vond hij ook geen ge
legenheid haar alleen te spreken na het
middagmaal gedurende hetwelk hij zich
bij de Spragge's een wit voetje had we
ten te bezorgen.
Hazel van haar kant, stelde Wilbur's
fijnen tact op prijs, hoewel ze zich, met
een gevoel van angst niet ontveinsde,
dat hij niet uit Aguila zou vertrekken,
voordat hij een ultimatum had gesteld.
Hij beloofde morgen weer naar de val
lei terug te zullen komen. In dien tus-
schentijd keek hij verlangend uit naar
een zakenpraatje met Adolf Geldenhei-
mer. Twintig jaar geleden was er een
aanlegplaats geweest iets bezuiden het
strandje waar George zijn „clams" haal
de. Van een kleinen steiger, die door de
spoorwegmaatschappij de machtige Octo
pus, tot onbruik gedoemd was, werd
daar vroeger koren verscheept uit het
land achter het kustgebergte. Nu waren
allen, de zuivelboeren, de squatters, die
vroege aardappelen en groenten kweek
ten, de vruchtentelers, om kort te gaan,
iedereen, die iets op afgelegen markten
te verkoopen had, gevangen in de armen
van het spoorwegmonster, dat zijn slacht
offers op de vreeselijkste manier uit
zoog. Het was een theorie van Wilbur,
dat de oude aanlegplaatsen aan de kust
weer konden herleven, indien een nieuwe
generatie begreep, dat dit in haar belang
was.
Maar George vermoedde de waarheid."
Zijn langzaamwerkend maar sluw ver
stand wees al Wilbur's verhalen over
aanlegplaatsen van de hand als geleuter.
Hier kwam een gladde prater uit Oak
land op Hazel af.
Dat feit knaagde aan zijn hart en
maakte hem diep ongelukkig. Natuurlijk
kwam hij tot de overijlde overtuiging
dat Hazel om Wilbur gaf, omdat ze ver
geten had het water af te sluiten. Hij
had haar nog wel op het hart gedrukt,
dat in dezen tijd uiterst zuinig met het
water moest worden omgegaan.
Het kwelde "hem, dat hij zoo dwaas
was geweest te beloven, de dingen niet
te overhaasten en te wachten tot zij
hem een welwillend teeken zou geven.
Het kwelde hem nog erger te merken,
dat Wilbur iemand het hoofd van de
schouders en het hart uit het lijf kon
praten.
Zelfs in kleine dingen liet het geluk
hem in den steek. Drie nachten achter
elkaar was hij opgebleven om een hert
te vangen. Vannacht wou hij het weer
probeeren. De vreemde overtuiging kwam
in hem, dat hij, als hij den bok kreeg,
Hazel ook zou krijgen. En dan waren
de ratelslangen ook moeilijker te van
gen. Hij had nu zeven prachtstukken,
exemplaren met groote ratels, maar hij
moest er nog zes hebben om het be
loofde aantal vol te maken. Toen Wilbur
wegreed, ging George met zijn zak en
gevorkten stok de heuvels in en liet
Hazel bij de vrouwen achter. Om lastige
vragen te ontloopen, sloop hij de achter
deur uit, maar ongelukkigerwijze had Ha
zel een glimp van hem gezien en ze werd
weer verteerd door nieuwsgierigheid.
Er was toch wel iets geheimzinnigs
aan George's zwerftochten. Ze probeerde
Samantha uit te hooren, maar ze kon
even goed geprobeerd hebben water uit
de Arizona-woestijn te halen. Samantha's
kort: „weet ik het?" maakte haar dol.
Hhzel gooide het over een anderen
boog.
- Heb je geluisterd naar wat meneer
Stocker over Spragge's hoeve heeft ge
zegd? Dat er in het algemeen gesproken
hier niet zoo heel veel meer te doen is!
Heeft meneer Stocker dat gezegd?
Samantha's toon was scherp gewor
den.
Je hebt zelf gehoord wat hij zei
toen hij je tante err George zijn compli
ment maakte dat ze er hier letterlijk
let wel! alles hadden uitgehaald, wat
er te halen viel. Wat heb jij daarbij
gedacht
Dat hij een beetje met de stroop
kwast liepl
Stocker is de eerlijkheid zelf. Hij
meende precies wat hij zei, en hij heeft
gelijk. Met zijn inzicht en zijn scherpen
kijk op zaken heeft hij dadelijk gezien,
dat het scheppende werk hier afgeloopen
is. Een echt werkzame, ondernemende
man kan in jullie vallei geen voldoend
arbeidsveld meer vinden voor de ont
plooiing van zijn gaven!
Jij bent van plan George hier van
Spragge's Hoeve weg te lokken! viel Sa
mantha woedend uit.
Omdat ik George's oprechte vriendin
ben, zou ik hem graag tot zijn volle
grootte zien uitgroeien.
Ik vind het eenvoudig schandelijk
schandelijk!
Laten we er toch kalm over praten.
Dat kan ik niet. Ik kan er heelemaal
met jou niet over praten. Ik heb heele
maal geen woorden er voor, alleen maar
gedachten en gevoelens. Als jij George
uit Spragge's vallei weglokt, ben je
slecht en dom bovendien!
Terwijl ze sprak was ze opgesprongen;
Hazel was ook opgestaan, bleek en be
vend, maar ze kreeg gauw haar zelf-
beheersching terug. Met een flauw glim
lachje en een nauw merkbaar schouder
ophalen bewoog ze zich naar de voor
deur, met het voornemen zich terug te
trekken.
Nee, dat zal niet gaan! zei Saman
tha kortaf.
Laat me er alsjeblieft door! Ik vind
dat je heel lomp geweest ben, maar ik
kan wel wat door de vingers zien.
Je bent nog niet klaar met me! zei
Samantha. Ik ga tante Almira roepen!
Voordat Hazel kon tegenstribbelen had
Samantha al*geroepen met krachtige, lui
de stem. Ze hoorde juffrouw Spragge's
zwaren stap in de gang; de deur ging
open en daar was ze. Een oogenblik
keek ze van het ééne meisje naar het
andere, toen begon Samantha:
Hazel wil George hier weglokken.
Ik heb het haar voor de voeten gegooid
en ze heeft het toegegeven. Ik vond dat
u moest weten dat ik tegen Hazel heb
gezegd dat ze slecht en dom is.
Zoo, zei juffrouw Spragge, heb
je dat? Ik denk dat je vergeten was dat
Hazel onze gast is.
Het hindert niet, juffrouw Spragge,
murmelde Hazel.
(Wordt vervolgd