Zierikzeesche Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Schouwsch dialect.
Uit Stad en Provincie.
bahooranda bi] da
van Vrijdag 14 Dao. 1928, no. 11787.
TABAKSBELASTING.
De Rijksontvanger te Nieuwerkerk ver
zoekt om opname van tiet volgende: Bij
staking van het bedrijf moet schrifte
lijk een verzoek om intrekking der be-
drijfsvergunning ingediend' worden aan
den ontvanger.
Bi] indiening van dit verzoek nog in
December van dit jaar is over het jaar
1929 geen vergunningsrecht verschuldigd:
bijl indiening eerst in Januari a.s. of later
is dit wel verschuldigd.
Het vergunningsrecht ad f 5 voer het
jaar 1929 moet betaald wzrden uiterlijk
vófdtr 20 Januarri a.s. en tij deze betaling
moet de kaart der tèdrij'fsvergunning me-
getracht worden. Bij* niet-tijdige beta
ling wordt tot vervolging overgegaan,
waardoor extra-kosten verschuldigd Zijn.
HET VEER TE ZIJPE.
Bij! de Dinsdagavond in de Tweede Ka
mer voortgezette behandeling van de be
grooting van Waterstaat, heeft de heer
Krijger het woord gevoerd over de on-
houdbaren toestand van de verbinding
over hel Zijpe, die blijft voortduren; een
toestand, die een gevolg is van terreur
van de zijde dier R.T.M. volgens spr. Hoe
is de toestand?
Vanaf de indijking van den Anna Ja-
cotapolder, bestaat er een particuliere
veerdienst over het Zijjpe.Dag en nacht
was er gelegenheid om te worden over
gezet. Op behoud van rechten en van
de instandhouding v,an het veer werd prijs
gesteld toen, nu 30 jaren geleden, door
en voor rekening van het Rijk san teide
oevers van het Zijpe havens werden aan
gelegd ten behoeve van de veerbooten
van de Rotterdamsche Tramwegmpij1. Deze
booten vormen een schakel in de tram-
verbindingen van Rotterdam en Steen
bergen met Schouwen en Duiveland.
Bij .overeenkomst tusschen den Staat
en de R.T.M. werd zoo iets van een
alleenheerschappij in de tramweghavens
aan deze Maatschappij toegekend. Maar
ook werd het recht vastgelegd om van
een der ha vendammen gebruik te maken
door reizigers, die gebruik zouden maken
van het toen reeds een halve eeuw be
staande en ook na dien in stand te hou
den particuliere veer.
Dit recht was vastgelegd in een tus
schen den Staat en de eigenaren van den
Anna-Jacobapolder en de Willempolder
gesloten overeenkomst.
Mede als gevolg van de ontwikkeling
van het rijwiel verkeer en het klein aan
tal veerdiensten van de R.T.M. heeft dit
oude veer zich dermate ontwikkeld, dat
de laatste jaren gemiddeld 18 a 20,000
reizigers met of zonder rijwielen werden
overgevaren. Overgevaren duis door den
ouden particulieren veerdienst, die de; laat
ste jaren door middel van motorbooten
wordt onderhouden.
De R.T.M. heeft deze ontwikkeling kun
nen waarnemen, doch geen vinger uitge
stoken om er zich meester van te ma
ken. Wel heeft zij, gesteund door hooge
subsidies uit de Provinciale kas en door
buitensporige tarieven voor auto-transport,
eenige diensten meer ingelegd, dan waar
toe zij' verplicht is en zich aldoor bereid
verklaard tot meer uitbreiding onder be
ding, dat de provincie zwaar zou dok
ken. Aan vermeerdering van inkomsten
door het auto-verkeer te bevorderen door
verlagifig van tarieven schijnt de Directie
niet te hebben gedacht. Zij' zong en zingt
nog steeds het liedje: wij zaaien niet, wij
maaien niet, wij' teeren op den boer,
d.w'.z. op de provinciale kas en de por-
temonnaie van de eilandbewoners.
Eenvoudige menschen, d.w.Z. de oude
IV.
Uit de rijke voorraad Schouwsche taal
eigenaardigheden, een voorraad, die bij
nadere beschouwing steeds rijker blijkt,
zou ik nog de volgende grepen willen
doen:
Persoon!. vozwaamivoord-izwJerwerp.
ikkte
jie, je
ie, 'n
zie, ze
ons, wulder, min
julder, jullie, je
zulder, zullie, zie.
Opgemerkt dient te worden, dat vooor
sommige van deze voornaamwoorden,
naar gelang van hun geiblruik in de in
versie (omgezette, Vragende vorm) of
idoor ac'centueering, de lange of de korte
vorm, en niet eens heel logisch, de Voor
keur schijnt te verdienen. Het beginnen
van( 't Volgende 'werkwoord met een klin
ker, sluit bijv. niet altijd' het gebruik
van de korte Vorm in, evenmin als het
gebruik van de lange Vorm door een
volgende medeklinker 'bepaald wordt:
1k bfegriepe 't )wè' en 'k 't wel 'ezie.
j(e begriep 't nie en jie eit 't 'edae.
iel za' noe gauw komme en dae konrt In.
ons kunne dat nie' doe en rni'n kun(ne)
dat nie> doe.
ju]dier motte nie' dienke en je mo' nie'
dienke.
veerlieden, toonden echter heel wat be
ter kijk op de dingen te hebben; zij schaf
ten een pair motorbootjes aan en brach
ten hel veer tot de zoo even omschreven
ontwikkeling en voorzagen adlus in de
verkeersbehoeften, en een 'wijze die slechts
reden tot tevredenheid gaf, en die moge
lijk was doordat de R.T.M. behoudens en
kele dreigingen en moeilijkheden, gedoog
de dat deze veerlieden gebruik maakten
van de Tramweghavens.
Zóó was de toestand, totdat de R.T.M.
in strijd met haar taak optrad als ver
keersobstakel en verdrukker van den klei
nen ondernemer.
Want Iviat deed die R.T.M.? Gebruik ma
kende van een der bepalingen van het
contract, dwong zij den Minister van Wa
terstaat aan de veerlieden van het oude
veer te verbieden gebruik te maken van
de Tramweghaven voor het ontschepen
en inschepen van reizigers.
Gevolg hiervan is, dat de veerbbotjes
thans aan den kop van een der havendam-
men moeten aanleggen, dat 't veer slechts
van ëlén zijde kan worden bediend, dat
het aan- en van boord gaan voor oude
menschen, vrouwen en kinderen vrijwel
ondoenlijk is, voor anderen hoogst moei
lijk en in sommige omstandigheden voor
ieder zeer gevaarlijk is.
Hier komt nog bij dat het jenden bij
donker en ietwat ruw weer volstrekt on
doenlijk is, zoodat het verkeer over het
Zijpe dan volstrekt onmogelijk is en het
verleenen van chirurgische hulp, die van
de overzijde moet komen, moet uitblij
ven. Tenzij de R.T.M. bereid is tot een
extra-dienst, waarmede echter voor het
ophalen van personeel zooveel tijd is
gemoeid, dat d!e hulp te laat kan kómen
en dat zóóveel geld kost, dat kort ge
leden arme stakkers, ouders, idie chirur
gische hulp noodig hadden voor hun kind,
het niet konden betalen. De chirurg te
Goes en de medici op de eilanden weten
er van te verhalen. Dit noemt de minis
ter geen terreur. Ik, aldus de heer Krijger,
veroorloof mij het wel te doen. Dit be
wind van de R.T.M. is oorzaak van angst
en schrik, gooit een goede bediening van
het verkeer voor gewoon verkeer onder
ste boven. Dit is een schrikbewind.
Iets is mij' in des ministers standpunt
duidelijk geworden door de Memorie van
Antwoord. Daar toch schrijft de Minister:
„De exploitatie van het veer over het
Zijpe is inderdaad bij overeenkomst op
gedragen aan de R.T.M."
Ja, indien dit inderdaad Zoo was, dan
zou ik kunnen begrijpen, dat de Minister
redeneerde: Die oudie veerlieden hooren
daer niet meer thuis. Hun mag ik niet
helpen. Hetgeen de R.T.M. doet, d.w.zl.
beslag trachten te leggen op al het ver
keer, acht iik rechtmatig.
Maar zóó is de toestand niet en het
feit, dat aan de eigenaren van de Anna-
Jacobapolder is verleend het recht van
landing en van overweg ten behoeve van
het oude veer en de R.T.M., bij overeen
komst met den Staat, de mogelijkheid1 om
van dat recht gebruik te maken heeft
moeten verzekeren, ligt het bewijs, dat
op het voortbestaan van het oude veer
van meet af aan èn door den Staat èn
door de R.T.M. èn idiooir de beheerders
van het oude veer is gerekend.
De toestand is onhoudbaar. De men
schen die daar wonen, zijn ook Neder
landers, betalen ook hun belastingen, zelfs
zonder er veel voor terug te krijgen. De
minister behoort m.i. dan ook onverwijld
te helpen en niet langer te overwegen.
Afdoende hulp kan worden geboden ioor
aan de zijde van dten An na-Jacobapolder
een kleine havenkop uit te bouwen en
voorts voorbereidende maatregelen t;
treffen, dat het veer zoo spoedig moge
lijk worde ingericht ook voor antotrans-
port. Aan de R.T.M. kan dan worden ge
laten wiat haar toekomt, d.w.z. het veer
als schakel van het doorgaande tramver
keer. Niets minder, maar ook niets méér,
want alles wat méér is in deze handen,
loopt gevaar aanleiding te geven tot uit
buiting van het publiek en van de Pro
vinciale kas en tot een verkeersobstakel
En dit mag de Minister niet alleen niet
Zulder schreeuwe 't arst en z' t' a'
'ezie.
Omzetting brengt soms uitsluiting van
een bepaalde vorm met zich mee of ge
bruik van een andere vorm. Frappant
is dit wel met 'n en ie:
Ie kom daer al an en Dae' komt 'n.
'N zou niet in een bevestigende vorm
kunnen voorkomen en ,,'n komt daer"
is dus even onmogelijk Schouwsdh als
„dae' komt ie".
M'n, voor 't meervoud komt zoowel
bevestigend als vragend voor: M'n gae
weg en Gae m'n weg?, terwijl ons voor
al voor de bevestigende vorm gebruikt
wiordt:
Doe gin moeite, ons komme d'r wel
uut!
Maar niet:
Kom(me) ons te laete? Wel: Komme
m'n te laete?
Dat 'Jns, in 't algemeen beschaafd uit
sluitend als voorwerp voorkomend, in 't
Schouwsch ook onderwerp kan zijn, be
hoeft niet al te groote verwondering te
wekken, als men er het gebruik van d'n,
als onderwerp, mee vergelijkt
D'n tummerman kom mêrrege.
Dat ei d'n veeas 'ezeid.
D'n 'ond liêp weg.
Als voorwerp vertoonen deze voornaam
woorden ook grilligheden, die 't formu
leeren van regels ongeveer onmogelijk
maken
m'n, mien,
je, joe.
"n, zien.
ze, 'aar.
ons.
julder, je.
ulder, ze, 'eur.
NA DEN 8TORK. De herige orkaoen, dit aan het einde der vorige maand woedden, deden verichillende eohepen
vergaan en nog vereelt ligt de ramp van de „Salento" in het geheugen. De firma Wijsmuller en Co. te IJmuiden heeft
deze week een onderzoek ingesteld naar het w«k van dit bij Zandvoo't gtntrande It*liann°ch« rchio.
bevorderen maar moet hij, zoo krachtig
mogelijk trachten te keeren.
De Minister antwoordde hierop, dat er
tusschen de exploitanten van beide veren
steeds een goede verstandhouding be
stond. Toen echter de exploitant ven het
voetveer een aanvraag indiende om ook
toestemming te krijgen voor een auto-
busveer, heeft de tram gebruik gemaakt
van de in het contract verleende bevoegd
heid, om alleen in de haven te konten,
Spr. heeft de quaestie in onderzoek eo
hij hoopt, dat spoedig een betere oplos
sing van het veervraagstuk ter plaatse
zal worden gevonden.
ZIERIKZEE. De vereeniging „Alge-
meene Ontwikkeling" hield DinsdagavoniJ
een bijeenkomst in hotel „Julian"",
waarin als spreker .optrad Dr. L. M. v.
d. Werveke, archivaris te Brugge, die
na door een der bestuursleden, de heer
Biermasz, welkom Wi<=s geheeten, zijn cau
serie, tij lichtbeelden, aanving over de
Vlaamsche stad Gent.
Spr. wees in 't tlegin van zijn betoog
op 't onderscheid tusschen Gent en Brug
ge. Gent is niet meer, zooals haar zuster
een oude stad in haar ouden vorm; geen
doode stad. Men vindt er dan ook niet
meer zoo veel oude get louwen; veel
schoons is in den loop der tijldein ver
loren gegaan, maar twee machtige ge
tuigen van een schoon en grootsch ver
leden zijn nog over, n.l. het Gravesteen
en de St.-Baafs-Abdij1, het eerste het sym
bool van burgerlijke, de tweede, het sym
bool van geestelijke, macht.
Het kasteel dagteekent van 1182, ge-
fclouwd door Philippe d'Alsace; de St.-
Baafs-At'dij' van 630, gesticht door St.-
Amandus.
Eerbiedwaardig is deze abdij' en daar
om dubbel interessant, omdat 't oudste
overblijfsel is in België uit de Middel
eeuwen. Zuiver RomaansCh zijn enkele ge
deelten dezer ruïne, die nu nog getuigt
van de kerkelijke wereldmacht in de eer
ste eeuwen van het Christendom. Thans
dient het als 'museum. Veel is hier t'ijeen-
getiracht; de beeldhouwwerken, beelden,
zuilen, gekleurde tegels, oude grafzerken
van de 13e eeuw af. Zeer bezienswaardig,
uit bouwkundig oogpunt, Zijn de eetzaal
en de kapittelzaal.
Het Gravesteen is het zinnebeeld yam
een geweldige macht, die, vooral in
de middeleeuwen diende om de koppige
Gentenaren in toiom te houden. In de
groote feestzaal hielden de graven van
Ook hier geven vragende vorm of ac-
centueering meestal den doorslag. Even
wel, gebruik vaneen of ander voorzet
sel vóór het voornaamwoord (indirect
voorwerp) schijnt, en toch al weer zóó',
dat er geen logische lijn te herkennen is,
van invloed te zijn geweest. De volgende
voorbeelden mogen mijn bedoeling ver
duidelijken:
'E je m'n 'ezie?
Mien ka' je d'r nie 'ezie
Gae je mi' m'n mee? Mit mien lie'
je nie mee!
''k je wel 'ezie. 'k Kan joe wè< zie.
M'n "n 'esproke. Je mo' 't nie an
mien, mar an zien vraege.
'k Zie z' a' komme. Zie j' 'aófr .a'
komme? Zie je d'r a'?
Ze zié ons nie. Ze komme naer ons toe.
M'n julder nooit vo' de gek 'ouwe!
M'n zié ulder strakjes nog wè! M'n
zié ze nog wè'! Mi' wie bè je mee'ekom-
me? Mit ulder. Mit 'eur!
'Eur is waarschijnlijk bezig te verdwij
nen. Eurliengs, vroeger algemeen in 't
lage land, heb ik de laatste jaren niet
veel meer gehoord.
Z'n voor 't Nederlandsch hem, komt
slechts na een voorzetsel voor: M'n
zul(le) es over z'n motte klaege.
Maar ,,'k z"n ezie" of ,,'k zfn 'n
appel gegeve" Zij|n beide voor 't Schouwsch
onmogelijke constructies.
De ook in 't algemeen 'beschaafd se
dert tientallen van jaren verdwenen vorm
gij of ge komt ook in 't Schouwsch niet
voor. Evenmin, de zoogenaamde beleefd
heidsvorm U. Als een Schouwenaar u
zegt, doet hij, „stadsch" of heeft de „be-
schaving" hem te pakken. Hij tutoijeert
bij voorkeur ieder, ook booger geplaats-
Vlaanderen hun 'hof; in de groote vier
kante rechtszaal werd de vierschaar ge
spannen; achter de Zware tinnen en tran
sen stonden de krijgslieden; bij de „stort-
gaten" stonden de mannen klaar om ko
kende olie of gesmolten Jood op de aan
vallers uit te storten.
De imposante tlurcht heeft tijden van
vernedering gekend toen men er een ka-
toeaispinnerij in vestigde. Maar die smaad
is geleden. Nu staat het „Gravesteen" in
hooghartige rust; 'n monumentale tijdfi-
guur; stoer en fier; één met den Viaam-
schen -bodem.
Zelden hebben we zliilke duidelijke beel-
jden op 't fwjitte doek gezien als dezen keer
en 't is ook daarom dat we, blij 't ver
der zeer interessante dat verteld werd,
zeer betreuren, dat zpo weinigen zich
de moeite hadden getroost, deze lezing
ti| te wonen. Populaire wetenschap trekt
hier maair zelden publiek. Jammer!
Aan het einde dezer causerie dankte
ds. Hoektra den spreker, idle als niet-
Nederlander dien moed had, in onze taal
veel merkwaardigs van de stad Gent te
vertellen.
OGSTERLAND. Hiertoe door het ge
meen tet es tuur uitgenoodigd waren Dins
dagavond eenige genoodigden, deel uit
makende van de Directie van de P.Z.E.M-
en leden van de ProV. Staten, op het
(eiland woonachtig, bijeen, om tegenwoor
dig te zijn bij het in bedrijf stellen der
electrische straatverlichting. Tot onge
veer 7 uur de povere petroleumverlich
ting en daarna de heldere stralenbun
del der electrische verlichting. Ongeveer
40 lampen spreidden hun licht door het
dorp, wat, in aanmerking genomen de
onvoldoende petroleumverlichting een
groot gerief voor de inwoners beteekent.
Met de muziekvereenigïng Oosterland's
Fanfare voorop, werd een rondgang door
het idoijpgemaakt. Na beëindiging hier
van verzamelden B. en Wi., Raad, genoo
digden en belangstellenden zich Sn het
gemeentehuis, Waar door den burge
meester in jhet kort het welslagen der
verlichting iwerd gememoreerd en aan het
bestuur der P.Z.E.M- dank gebracht voor
hun overleg en activiteit in deze. Door
de opgewekte tonen der muziek verkreeg
het een feestelijk karakter. Een en an
der bracht veel menschen op de been
Bij de smederij van den heer P.
Kesteloo iS door de American Petro
leum-Company „A.P.C." een bCnzine-pomp
geplaatst, welke door zijn mopie bouw
bij' het autoreizend publiek onmiddellijk
in het pog moet vallen.
ten. Je komt zelfs in 't gebed voor en
is daarin zeker geen bewijs van oneer
biedigheid). (Het Onze Vader van de
Fransche protestantenNotre Père qui
es aux cieux; Que ton nom soit béni, etc.!)
Bezittelijke v ócrnaaniwpc rden geven
geen aanleiding tot bij'zondere opmerkin
gen:
Mien paerd, m'n paerd, mien paeren,
m'n paeren.
Joe paerd, je paerd, joe paeren, je
paeren.
Zien paerd, z'n paerd, zien paeren, z'n
paeren.
'aar paerd, d'r paerd, 'aar paeren, d'r
paeren.
ons paerd, onze paeren.
julder paerd, je paerd, julder paeren,
je paeren.
(Z)ulder paerd, d'r paerd, (z)uller
paeren, d'r paeren.
Zelfstandig gebruikt: 't miene, 't joewe,
't ziene, 't 'aare, 't onze, <'t juldere, 't
uldere.
Eur komt ook nog voor: 'eur paeren,
't 'eure.
Aanwijzende v zzrnaamwoorden wijken
in 't Schouwsch evenmin veel af van de
in 't algemeen 'beschaafd gebruikelijke:
Dit 'uus in Hat 'uus.
Deze kaemers in die kaemers.
Wat mo' j' Dit te of datie?
Het Nederlandsche ginds wordt gint:
D'n ginten diek en: Dit 'uus in 't ginte.
Eigenaardig is wel het zelfstandig ge
bruik dezer woorden, waarbij weinig ver
schil tusschen mannelijk en vrouwelijk
wordt gemaakt:
Wêlleken 'oed zet j'op? D'n dezen of
d'n dieën? Mit wêllek melsse bè j'uut
THOLEN. Spoedeischende verg. van den
raad dezer gemeente, op Woensdag 12
Dec. Voorzitter Mr. A. J. van der Hoeven.
Afwezig 'met kennisgeving de heeren Baay
en Goossen. Ingekomen is een schrijven
van het Centraal Bureau voor verificatie
en fin. adviezen, dat ide boekhouding op
gasfabriek door haar is gecontroleerd en
in orde bevonden. In kas was en moest
zijh f 2447,265. Besloten werd niet toe te
treden als begunstiger van de Koninklijke
Ned. Politiebond. B- en W. werd mach
tiging verleend tot het verweer in rech
ten, met de Z.-N. Beton-Mpij- te 's-Her-
togenbosch en het voeren van een rechts
geding. Door het lot werd als tijldeiijk
wethouder benoemd Ide heer C. van den
Berge. Bij eerste stemming verkreeg hij1 3
st., de heer Moelker 2 st., de heer Quist
2 st., de heer Overbeekej 1 st. eni 1 blanco.
Bij tweede stemming van den Berge 4
st., Moelker 3 st., Quist 1 st. en Over-
bleeke 1 st. Bij derde stemming van den
Berge 3 en Moelker 3 st. en 1 blanco-
De heer van den Berge nam deze benoe
ming aan. Waar het de laatste vergade
ring is die dit jaar wordt gehouden, sprak
de voorzitter een woord van diank tot
alle landen, voor hun ijver en medewer
king, waarna hij er zijn spijt over uit
drukte, dat nu op het laatst van het jaar,
weth. Goossen zijn taak door ongesteld
heid tijdelijk moest neerleggen.
Hierna sluiting.
SCHERPEN ISSE. De oude standaard-
korenmolen, genaamd het „Zeepaard" al
hier, is helaas ook ten doode opgeschre
ven. In het aanstaande voorjaar wordt ze
gesloopt. Men vermoedt dat ide molen is
gebOuwd in de 15e eeuw, dioch zeker is,
dat de eerste groote inwendige herstel
ling reeds in 1574 heeft plaats gehad.
Terwijl in het reglement van het Ciove-
niersgilde alhier, opgericht in 1594, door
Maria van Nassau, we vermeld vinden, dat
den Gildebroeders op de toen nog eeni
ge korenmolen het recht van vrij maal
loon werd toegekend. Velen zuJlen het
bejammeren dat weder zulk een oude mo
len in Zeeland staat te verdwijnen, tenzij
de vereeniging van oudheidkundigen dit
nog kan verhinderen. De eigenaar, Car.
Hartog Cz. alhier, zal tot slooping over
gaan om der wille van. de te groote kos
ten van onderiioud en ter vervanging van
de molen, een mo to rgr aanbemal ing stich
ten.
OUD-VOSSEMEER. Een haas vangen
midden in een dorp zal wel tot de hoog
ste uitzonderingen behooren: toch kwam
het dezer dagen alhier voor, diat een
'ewist? Mit d'n dezen of dip dieën? 't
Bin aomae teste beêsten, ma' de deze
tin toch zwaerder as de dieë.
Bij de betrekkelijke vz ernaamwozrden
manifesteert zich weer het algemeen stre
ven naar vereenvoudiging. Naamvalsver
schillen als die en dien, wie of wien,
wiens of wier lost het Schouwsch heel
aanvoudig op:
De man, die dae' komt.
De 'man, die 'k 'ezie
De man, die 'k da' geld 'eleênd
De man, die z'n beên kipot is.
Welk, welkehetwelk komen in deze
functie niet voor; ze zijn waarschijnlijk
te deftig, evenals trouwens degene, dat
gene, hetgeen.
Ook de vragende voornaamwoorden be
kommeren zich weinig om buigingsver-
schillen.
Wie Wie komt daer?
Wiens wie z'n 'oêd is dit? Van wie
is dien oêd?
Wien an wie mo'k 'et vraege?
Wien Wie j' 'esproke?
De naamvals n verdwijnt ook bij welk,
wdke:
Wêlléke vint zouw zraies noe doe?
Wêlleke waegen mo' 'k vandaege tie-
me?
Wêlleke(n) eminer is ter kapot?
In „wêlleken emmer" is de n natuur
lijk geen beigimgsletter, maai- een ge
makkelijke verbinding met het oog op
de volgende klinker.
K. K. (W\zrdt vervolgd.)