Zierikzeesclie Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
B I N N E N L A N D.
FEUILLETON.
Verbroken banden.
buhoorenda bij da
van Vrijdag 17 Aug 1928, no. 11736
BOTER EN MARGARINE.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
brengt de jaargegevens over 1927 van de
margarine-industrie in ons land, schrijft
de heer G(eluk), secretaris van den Alg.
Ned. Zuiveibond, in het bondsorgaan eu
hij vervolgt:
„Hieruit blijkt dat de productie van
margarine in 1927 weer belangrijk is toe
genomen. Er zijn 3 nieuwe fabrieken bij
gekomen haar aantal is thans 16
en de productie is van 134,384 ton get-
stegen tot 140,784 ton. dus met 6,4 mill,
k.g. of 4,8 o/o. Deze meerdere productie
is gtheel in het binnenland afgezet, naar
vertvuding heeft de margarine' in 1927
haar afzetgebied in het binnenland inog
meer vergroot, daar de export 1,7 mill.
k.g'. is teruggegaan. In 1927 werd in ons
land rond 6,5 mill. k.g. margarine meer
verbruikt, dan in 1926. Per hoofd der be
volking steeg dit verbruik van 7,4 k.g.
tot 8,1 k.g. In 1922 bedroeg het mar-
garinever'bruik per hoofd der bevolking
in ons land nog maar 5,4 k.g. het is dus
sindsdien toegenomen met 2,7 k.g. En
hoe staat het in dit opzicht met onze
boter'? De productie van boter steeg van
83,000 ton in 1926 tot 85,111 ton in 1927.
Het binnenlandsch 'verbruik bleef onge
veer gelijk, het steeg n.l. van 43 mill. k.g.
tot 43,2 mill. k.g. Het verbruik per jaar
per hoofd der bevolking daalde van 5,8
tot 5,7 k.g. Deze daling houdt ongetwij
feld velband met de toeneming der be
volking, waartegenover geen evenredige
stijging van het totaal verbruik staat. In
1923 bedroeg het boterverbruik per hoofd
der bevolking in ons land 6,8 k.g., zoo-
dat dit in 4 jaar met 1.1 k.g. is terugge
gaan. Evenals het vorig jaar w'ijizen deze
cijfers dus in de richting van een grooter
margarine- en kleiner boter verbruik.
LANDBOUW m VEETEELT
DE VOEDING DER KIPPEN.
De maand Augustus en ook September
brengt de jonge hennen op de boerderij'.
Het zelf opfokken Van de kuikens tot leg-
rijipe hennen, mag een aardig werk zijn,
voordeelen werpt het niet veel af en zoo
kunnen we dan beter zesmaandsche hen
nen koopen, dan zelf ze zioo ver groot
te brengen. Alleen, mits we zeker ervan
overtuigd Zijn, dat ze van prima afstaml-
ming zijn. Zesmaandsche kippen zijn leg-
rijip, en wanneer we die Augustus, beter
nog September, thuis krijgen, dan zullen
-jê-biji een doelmatige verzorging, ,0,0k den
geheelen winter eieren leggen. En daar
gaat het maar |om. De wintereieren zij'n de
meest waardevolle. Daar de hokken zoo
moeten zijn ingericht, dat ze ook voi>r
dagverblijf kunnen dienen, zulÜJen in het
gure jaargetijde de kippen niet veel bui
ten vinden. We baseeren dus ons voer o,p
vastzittende leggende kippen. En dan is
wel gebleken uit tal van proeven te Beek
bergen, zoowel als in Amerika genomen,
dat de kippen plus minus 120 gram voer
per dag en per dier noodig hebben. Daan-
van wordt 60 a 70 gram als meelvoer
gegeven en 50 a 60 gram als korrelvoer.
Liever geven w'e 50 gram korrelvoer,
dan 60 gram. Het korrelvoer achten we te
dienen voor pnderhoudsvoer. En dpn is
50 gram1 te 'weinig. Daarbij houden de kip
pen dus honger, waardoor ze gedwongen
worden van het meelvoer te gebruiken.
Dat is vooral in 't begin van belang, aiis
de kippen aan het meelvoer moeten wen
nen. Het graan wordt alleen des avonds
gegeven, b.v. een uur voor dat de kippen
op stok gaan. Verder moet gezórgd weid
den, dat de djroogvoerbak den heelen dag
voor het gebruik gereed staat. Daar het
droogvoer niet zoo> heel gemakkelijk te
verwerken is, moet de bak groot genoeg
zijn. De praktijk heeft uitgewezen, dat
3 c.M. per kip voldoende is. Voor 25
kippen moet de bak dus tenminste 75
c.M. lang zijn. Het graan strooit men
door het haksel of kaf op den vloer. Dat
geeft actieve kippen, en actieve kippen
leggen meer dan luie. Willi men een goed
meelvoer hebben, dan kan men terecht
bij de verschillende vertrouwde firma's
als Sluis, Ten Hope, Koudijzer en(z. Hel
Centraal Bureau gaat ook een kippenvoer
in den handel brengen. 100 k.g. voer,
met 27'A 0/0 eiwit, 43,2 °/o zetmeel,
38 o,0. vet, komt op) f 17,50. Dit is het z.g.
Standasrdvoer, samengesteLd op grond
van de voederproeven te Beekbergen ge
nomen.
De heer van Asperen Vervenne heeft
een eenvoudige, samenstelling gegeven, die
ook goed voldioet, n.l. 15 K.G- tarwej
zemelen 12 K.G. gerstemeel, 25 K.G- mais-
mfeel, 10 K.G. erwtenmfeel, 10 K.G- haver-
(mleel, 5 K.G. lijnmfeel, 3 K.G. fosforzure
voederkalk, 20 K.G. vischmeel. Ten slotte
wijzen we nog op Bertels kunstk'oirrpl,
die zonder bijvoer van graan gegteven
kan wördien, m'aiar die nogal eens afwis
selt in samenstelling.
KEU500EDWS.
Ned, Herv. Kerk-
ST.-ANNALAND. Daar het kerkgebouw
alhier geheel opgeschilderd moest Wor
den, zullen de godsdienstoefeningen gedu
rende een viertal weken worden gèhcuden
in de lokalen der Bijz. schoiolL
Ge-ref. Kerk.
Bedankt: Voor Zierikzee, B. Telder te
Vianen (Z.-H.)
SPORT.
ZIERIKZEE, 12 Aug. Wedvlucht der
postdiuivenver. „Prins Hendrik" alhier,,
van Quievrain, afstand 140 K.M. In de
vlucht 59 stuks jonge duiven. Gelost 8,30
uur. Wind Zuid1. Ie en 3e pr. J. v. a.
Kasteelt; 2e, 4e en 5e. B. A. Post; 6e
en 7e L. Tuinder; 8e. P. Hillebrand; 9e
en 12e. J. W. Leijdekkers Wz,; 10e, 11e
en 13e. W. PankoW; 14e en 15e. J. Nies_
kens; le prijswinnende duif, aankomst
10.7J.27 uur; laatste prijswinnende duif,
aankomst 11.3.4 uur.
VAN HEINDE EN VEE.
Naar thans bekend is geworden,
heeft het onweer van Maandag ,jl. een
(groot deel van het Beiersche Alpenland
geteisterd. Onweer, siaghagel en storm
richtten overal buitengewoon groote scha
de aan. De te velde staande gewassen en
'den nog niet geheel binnengehaalden oogst
werden groetende els vernield.
Te Lemberg (Polen) is een slagers
gezel, die een &-jarig meisje trachtte aan
te randen en Idjop'r den vader van bet kim|d
werd verrast, dotor de vexbittejre^e me
nigte gelyncht. Toen de politie ter pjlaatse
verscheen vond Zij1 alleen het vreeseïijk
Verminkte lijk van den taan.
In de wouden van Casa de la Silva
nabij1 Geron (Spanje) woedt een boschh
brand, die ontzaglijke afmetingen begint
aan te nemen en zich thans reeds over
een gebied van meer dan 100 vierkante
kilometers uitstrekt. Tien gebouwen en
een kerk Zijn inmiddels een prooi der
vlammen geworden. De schade wordt op
zes millioen peseta's (circa f 2,400,000)
geraamd.
In de Krim heerscht nog altijd een
ontzettende droogte, welke groote schade
aanricht aan deland- en tuinbiouwcultiu)-
res aldaar. In' 3 (maanden tij'ds is er vriju
wel geen druppel regen gevallen. Hel
fruit is verdroogd aan de boomen.
Te St.-Petersburg heerscht, volgens
de Krasnaja; Gazeta, een Ware riattenpüaag.
Niet alleen in de kelders en magazijheu,
maar ook in de woningen en ,op straat
vertonnen de dieren zich. Een verdeLgingsi-
actie op groote schaal zal worden op
touw gezet.
Tussc'hen Londen en Liverpool is
de eerste motordiligence-dienst in Europa
geopend, die langs den gewonen weg
gaat en slaapkooien heeft voor de pas
sagiers.
YKRSCRILLENPR BERICHTEN.
K zrdate dames. Dinsdagmididiag werd
ter kennis van de Gronicvgsche politie ge
bracht, dat in het tijdelijk onbewoonde
perceel van ds. Coolsma, iemand was
binnengedrongen. De recherche begaf
zich derwaarts en zag, dat in den tuin
grenzend aan den tuin van ds. Coolsma
drie dames een man vasthielden. Zij rie
pen luide om politiehuJIp. De recherche
nam den man in arrest. Het bleek te
zijn een 18-jarige bakkersknecht. Hij h,ad
den dag doorgebracht in het huis van
ds. Coolsma en droeg de kleeren van diens
zoon. Ook' 'had Wijl zich tegoed gedaan aan
eetbare waar. Een 'der dames was den
inbreker op zijn vlucht door de tuinen
over een schutting gevolgd.
Ongelukken. Woensdagmiddag zijn op
de Merwede bijl Sliedrech't 2 joinjgens, resp
van 10 en 11 jaar bijl 't zwemmen door
den stroom medegesleurd. Zij' verdron
ken jammerlijk. De mloeder van een hun
ner heeft eenige jaren geleden ook haar
man en anderen zoon door verdrinking
verloren- Het 3i/2-jarig zoontje van
A. Pijffers te Rijssen viel in een pot met
kokende melk en is aan de bekomen
brandwonden overleden. Het 5-jarig
zoontje van den heer P. D. te Enschede
is bij' 't spelen in de Spoorhaven gevallen
en verdronken- Te de Punt (Gr.) is
het 8-jarig dochtertje van den melkrijder
J, K. van den wagen van haar vpder,
waarop Zij' reed, gevallen, waardoor de
wielen over haar heen gingen. Zij is
kort daarop overleden.
VOOR DE HUISVROUW.
Dat in sommige streken gekleurd goed
zoo snel in de wasch verbleekt, kan het
gevülg zijn van 'het feit, dat het water
„hard" is. Door de zeep ontstaat in dat
water dan een soort kalk, die onopfosr
baar is en die in het goed gaat zitten,
vooral bij1 het uitspoelen. Bij het strijken
wordt deze (bijna onzichtbare) kalk ver
der in het (goed geperst en zoo verkleurt
bet heelemaal. In zul'ke gevallen moeten
we dus het water „zachter" mlaken, zoo-
dat alle zeep goed opjlost en er een
glad, goed sopje ontstaat- Daartoe voegt
men een weinig borax bij het water. Nog
een andere ervaring? Dat gaat over die
rubber-hUislioudschjOr'tjes, die men tegen
woordig zoo veel ziet dragen. Er zijn
heel wat huisvrouwen, die denken, dat
ze onbruikbaar zijn geworden, als er een
scheur of winkelhaak in is gekomen, om)-
dat naaien met naald en dr,a(ad on|m!ogej-
lijk is. Maar we kunnen een winkelhaak
of scheur heel goed en afdoende repareet-
ren, door er een stuk hechtpleister of
isolatieband onder te leggen en de scheur
netjes bijeen te houden en aldus op het
hechtpleister te drukken. Er zal dan niets
meer van/te zien zaj'n en 'het jpleister kleeft
zófö sterk aan den achterkant van het
schortje vast, dat bet niet meer van zijn
plaats gaat.
Knip die wenk uit de krant,
Het helpt a uit den brand.
Last van mieren? Sprenkel wat .petro
leum in hun gaatjes of hoppen, als U
ze vinden kunt.
Er zal geen mot in uw kleed komen,
wanneer uhet eens in de week schuiert
met een' schuier die in heet water (waar
in een weinig terpentijn is opgelost) ge
doopt is.
Om de kleur goed te houden, wanneer
men gekleurde kleedingstukken wascht,
dioet men goed te onthouden, dat men
op ongeveer elke 5 liter spoelwater een
eetlepel aZijn doet, wanneer het rooide
of bruine wollen stoffen betreft. Voor
mauve of violette linnen stoffen en voor
flanellen goed, doet men een handvol zout
in het weekwater en ook in het spoeL-
water.
Drukkertjes aan jurken enz. hoeven niet
kapot te! gaan, als men het goed door een
wringer of mangel haalt, wanneer men
maar vooraf de drukkertjes sluit.
Men moet echter nooit zout doen in
het water, waarin zwarte stoffen gewas-
schen of gespoeld worden. Deze wascht
men het beste in een sopje, waarin inoen
een paar theelepeltje borax heeft gedaan.
Een lekkere puddingsaus.
Dat is zeker chocolade-saus! Daarvoor
neemt taen op 1/1 L. melk 1 CPgr. maizena,
15 gr. cacao-poeder, 30 gram suiker en l/\
stokje vanille. De melk wordt met de
suiker en de vanille aan de kook ge
bracht. De maizena roert men door de
cacaor-poeder en mengt dit samen met
een scheutje achtergehouden koude melk.
Dit giet men roerende bij de koken/de
melk, waarna men de saus een minuut of
5 laat doorkoken. De vanille er uit nemen
en de saus gebruiken over een maizena
of griesmeelpudding.
HUISVROUW.
INGEZONDEN STUKKEN.
Buiten verantwooroelffkheid der redactie).
Copy wordt niet teruggezonden.
Zonnemaire, Augustus 1928.
Qeaehte Rwladtie,
Vergun mijl s.v.p. een plaatsje in uw
veel gelezen büad. Bij1 voorbaat mijd dank.
De mededeeiing .in het laatste raadsver-
slag van de gemeente Zonnemaire, dat
onder,geteekende vroeg, hoe of het stond
met de aan te 'brengen verbeteringen van
woningen, verdient nadere toelichting. Uit
het jaarverslag over 1927 van de gezon L
heidsoommissie blijkt, lat eenige percee-
len in Zonnemaire verbeterd en in over
eenstemming gebracht} moeten worden met
de bouwverordening. Het gemeentebe
stuur stond den eigenaren een termijn
van 5 tnaanden toe, welke termijn bij na
vraag op 23 Mei geëindigd was. Ieder
weidenkend mensch zou verwachten, dat
het gemeentebestuur, dat met de nale
ving der bouwverordening is belast er
zorg voor zou dragen, dat tegen dien dta.
tum de voorgeschreven verbete,ringen wa
ren aangebracht, maar 30 Juli 1928, de
dag, waarop bovengenoemde raadsverga
dering werd; gehouden, was nog n:ets ge
beurd Ik vroeg daarom den voorzitter,
hoe dit kwam, en deze antwoordde mij,
dat de termij'n, door B. en W. verleng 1
was tot 1 Augustus 1928. Ik wees B. en
Wi. naar aanleiding dajfllrv(a(n lop hun slappe
houding, en zeide 1 Aug. proces-verbaal
te doen opmaken tegen de volgende eige
naren. Onder smadelijk gelach van eenige
leden zei de voorzitter, dat dit een zaak
is tusschen de gezondheidscommissie en
(het gemeentebestuur. Maar nog altijd geldt
het gulden spreekwoord: wie het laatst
laóht, lacht het best; want mijn navraag
heeft in elk geval tót gevoülg gehad, dat
de voorgeschreven verbeteringen inmid
dels rijln aangebracht. Ik zOu hiermee
willen zeggen: lacht niet meer om mij',
maar lacht om u zeiven, of mankeert het
aan op.......!
U, mïjlnheer de redacteur, dankend voor
de plaatsruimte,
A. HOOZE,
Lid van den raad.
Af. de R.,
Het is wel opvallend, dat in uw blad
van 13 Aug. j.l. in dezelfde kolom, waarin
„Ben uit velen" z!ijn ingezonden stuk ein
digt. de 'begrafenis van den 'boerenleider
Raditsj 'beschreven wOrdt. Welk een
enorme 'belangstelling w'as er voor deze
plechtigheid. Al zal wellicht het tragiscfrfe
van rijln dood eenigen invloed gehad heb
ben op de ontzaglijkheid van de belang
stelling, toch is Raditsj stellig een man
van groote gaven en buitengewone ver
diensten geweest voor de 'boerenpartij
in Zujd-Slavië.
Waar nu beide namen „Een uit velen",
de kampioen der 'bberen te Schutje en
Raditsj, de groote 'boerenleider van Kro
atië. zioo heel dicht 'bij elkaar gedrukt
staan, moet men onwillekeurig wel een
vergelijking maken, niet waar? En dan
blijkt, dat het weer is, zooals in de Ge
schiedenis zoo vaak te bespeuren valt,
dat, indien het ééne genie valt, weder
een ander genie opstaat.
Wij hopen, dat „Een uit velen" nog
lang mag leven, om met zijn vele talen
ten en zijn welversneden pen de belan
gen te dienen van hen, voor wie hij zoo
kranig op de 'bres is gesprongen (n' en
déplaise Kamerlid Braat). Hoe breed is
zijn blik, hoe omvangrijk zijn kennis, hoe
altruïstisch zijn levensopvatting, hoe lo
gisch zijn betoog. Immers, het staat ot
zoo zonneklaar: Daar, waar een (arbei
ders) blond 'bestaat, zijn juist de loonen
het laagst. Zie naar Dreischor, kijk naar
Ouwerkerk. Dit laatste is een kleine ver
gissing; op Ou,werkerk 'bestaat wel een
boerenbond, 'maar geen arbeidersvereeni-
ging. Nu ja, het 'beste paard struikelt wel
eens.
Zoo zou men kunnen aanvoeren, dat in
het Noorden van ons land, waar sterke
arbeidersbonden bestaan, de loonen veel
hooger zijn dan hier. Of dat op Flipland,
waar een afbeidersvereenlging (nog wel
christelijk) is, ook hoogere loonen 'be
taald worden dan hier. In Friesland en
Groningen zullen de arbeiders ook wel
harder werken en 'met Flipland hebben
We toch eigenlijk niets te maken.
Maar op Schutje, zie je, dat is vlak
bij. Daar ziijn landbouwers, die f24 voor
het wieden van een gemet bieten betalen,
(Per Schouwsch gemet natuurlijk, want
per Blooisch of Duivelandsch gemet is
dat pl. m. een halven gulden minder). Diat
is f3,50 per dagl! Wel duurt zoo'n dag
13 a 14 uren, want In 't aangenomen wer
ken de menschen van donker tot donker,
ta'aar 't is dan ook f3,50 per dag. Is dat
dan nog niet genoeg? De arbeiders mop
peren altijd, of het noodig is of niet. Als
iemand zóó 300 dagen op een jaar werkt
(Zon-, feest- en verletdagen op 65 ge
rekend) dan verdient hij toch nog f1050
per jaar. En dat terwijl de 'boeren veelal
met verlies werken.
Maar bovendien, het zou van de bloa
ren wel aartsdom zijn, als zlij hun werk
volk niet ordentelijk betaalden. Wie hon
ger lijdt, kan imtaers onmogelijk hard
Werken. Waarom' wordt anders een paaird
zoo goed verzorgd? Wie trekt 't meeste
profijt van zijn varkens, die ze slecht
of die ze goed voert? Wat een kletskoek
dan om1 van hongerloonen, ten mins/te
van onbehoorlijk lage loonen te spreken'.
De arbeiders mochten ook werkelijk
wel eens wat meer om hun baas denken,
dat zeg ik met „Eén uit velen". Om hun
baas, die de veel te hooge pachten moet
opbrengen. Hebblen zij er wel eens over
nagedacht, dat het uit de lengte of uit
de 'breedte moet komen. Een boer, die
een hooge pacht moet opbrengen, moet
die nu eenmaal .op de loonen van zijïi
arbeiders verhalen, dial spreekt toch van
zelf. De boer is er tocb niet voor de ar
beiders.
En zooals „Eén uit velen" aantoont
de arbeiders lijden geen gebrek. Een
arbeider kan van de opbrengst van zijn
stukje aardappelland nog goed overhou
den, nadat hij' er de huur van betaalfd
heeft en er zij'n winterprovisie afgenomen
heeft. Maar de boer zelf kan dat niet.
Die zit op veel te hooge kosten, wat
pacht, arbeidsloon, bemesting, paardenr
werk enz. enz. betreft. Daarom legt hij
pp zijp vele igemeten aardappels idjeml zO'Or
veel toe. Heb je nog eens een goedie
opbrengst, dan rijn de prij'zen weer laag.
Zoo het met de aardappels gaat, is het
feitelijk met aljljes. Neen, het gaat de
boeren niet voor den wind.
En niettegenstaande dit, zijn ze heel
wat dankbaarder dan hun arbeiidbrs. Hoor
je ze ooit klagen, als ze in hun auto's
rijden? (Of het moest zijn, dat een auto
zoo duur is). Mopperen zie ooit, als ze een
kwartje voor het aanzetten van een scheer
mes taoeten betalen? (En dat is dan toch
niet te weinig, zou ik zeggen). Maken zij
ooit eenig bezwaar tegen hun aanslag in
personeele-, inkomsten- of vermogensbe
lasting? Ik houd het met „Eén uit velen":
het is onchristelijk om den één boven den
ander te bevoordeel en of om de boeren
tegen de arbeiders op te zetten.
En daarom, Raditsj II, wij danken U
voor Uw prachtig ingezonden stuk. Wees
er van verzekerd* dat velen naar Uw lei
ding snakken en ik ben
EEN VAN DIE VELEN.
Nlaar 't Engelsch van F. C. ARMSTRONG.
10«
Lancelot was dan al heel onrustig, ter
wijl hij rich kleedde voor het diner. Dat
oujdierlooze meisje talet haa:r ontzaglijk
fortuin w'as veel te veel aan zichzelve
overgeladen. Ze had geen vrouw, die zij
eens om raadl kon, vragen en dit, terwijl
rif toch Zoo noodig wat voorlichting be
hoefde. O, zij'n hart kromp ineen, als
hij daaraan dacht...
Hij wis>t. dat zij aan alle kanten door
gevaren omringd1 'was. waar zij' Zich totaal
onbewust van was. Zijn 'tante achtte hij
er ook niet op 'berekend, om' haar eens
te helpen. Miss Savo,ry, taet haar stijve
vormelijkheid drong nooit tot 't wezen
der dingen dooir. Neen; Winifred had
volstrekt niemand behalve dan mis
schien dat kleine ding imet de vergeet-mijl-
niet-opgen, dat haar in ieder geval op
recht lief had en iwier vader ook be-
kenid wias om de groote toewijding en
zielfverlopchening, waarmee hij rijn poa
moeilijke taak vervulde.
Ja, tot dien zou Carden zich wenden;
het adres van dominé Fane in Londen
zou w^el Zoo mbeilijk niet uit te vinden
rijn.
HOOFDSTUK VI.
„We rekenen op je-hulp".
Met deze Woorden stond Mrs. Guy
op eenmaal voor Lancelot Carden, toen
die wegging van zÜjh plaats in de rook
kamer, Waar hij even in der haast een
briefje had zitten schrijven aan zijn hos
pita in Londen, ota die te wlaarschuwen,
dat hij den volgenden middag tafet 'het
diner Zou thuis Zijn.
„Mijn hulp?... Ja zeker", antwoordde
hij, tafet veel m'eer geestdrift, dan zijn
gastvrouw wel verwiacht had', want inder
daad wfas hij nog geheel vervuld van
Winnie's belangen en niets verlangde hij
vuriger <lan als kampioen voor haar te
mogen optreden.
„Nu, 'beste jongen, van zooveel belang
is (die zaak nu niet", lachte mrs. Gay,
„taaair w'e zouden wel heel graag zien,
dat je ook een rol op je nam".
„O, juist, ja; nu vat ik het", ant
woordde hij. „Och je (moet weten: ik
schreef net een. zakenbrief en daar was
ik nog geheel met tajijn gedachten".
„Toch mloet je dien nu eerst even uit
je hoofd zetten", vermaande Mrs. Guy,
terwijl ze heel gezellig naast hem ging
zitten in dlit heerenheiligdom'. „Ik w,'ou,
dat jij de rol van Marlow op je nam
in dat stuk, wiaar Winnie Bathurst: Kat©
Hardoastle speelt".
„Marlow is een lastige rol, Sophie!"
„Maar een heel dankbare... je moet
Kate het hof' makenof heb je er
bjzOnder op tegen? Zou je misschien lie
ver zien, dat Eddy York die partij speel
de?"
„Neen", antwoordde Lancelof, zoo
kalm 'mOgelijk. „Maar wanneer wordt het
stuk opgevoerd? Misschien kan ik niet
eens verlof krijgen".
„Onzin! Het wObd't in Cornchester ge
geven in den Towerhall. Je regiment
zal om Kerstmis toch geen orders krij
gen, om' uit te rukken. Kom, zeg nu
maar dadelijk gul „ja!" Winnie Bathurst
is een goed kind en... ik zou haar graag
veilig getrouwd zien. Heusoh, het is een
zeer verkieslijke partij, al zou zij pu
ook niet eens dat groote vermogen 'be
zitten en de heerlijkheid Bickershead".
„Misschien he'b1 je gelijk", lach te v blij,
maar zoo luchtig mlogelij'k. „Winifred is
een goed kind, m'aair jij ook! Guy was
gelukkig; in meer dan een opzicht,
toen hij jou vroeg".
Ze keek hem' in de oogen, met vroolijk
lachenden blik.
„Waarschijnlijk zal jij nog gelukkiger
zijn, als je haar vraagt! Want zij heeft
een veel beter opvoeding genoten, zie
je en ze is dus meer de „groote cianve".
Maar kom; ze zPllen niet weten, waar
ik blijf'.
Dit zeggende, deed ze de deur open
en stond' nu op eenmaal, van aangezicht
tot aangericht, tegenover Lord Roo-
keoley.
„Prettig gerookt, Mrs. Guy?" vroeg
deze, blijkbaar met dubbelzinnige bedoe
ling.
„Niet zoozeer„prettig gerookt", ,als
wel: „prettig gepraat", verbeterd© zij on
middellijk. „Voor m'ijn neef he'b ik geen
geheimen uw Lordjscliap. Met hém' ver
handel ik al m'ijn ziaken".
„Neven hebben geen onaardige voor
rechten", meende Lprd Rookesley, toen
hij uit den 'Weg ging, om Mrs. Guy te
laten passeeren.
Toen Lancelot haar volgde, langs den
qorridior, voelde hij, dat hij den Lord
haatte. Lang was de jonge man niet
bezig met zijin toilet: hij hoorde tot een
van de eersten, die 2ioh a.lweer in den
groeten hall vertoonden. Winifred talm
de langer; maar toen zij eindelijk ver
scheen, droeg ze zulk een smaakvol toi
let, dat ook de meest Ongevoeligen voor
dergelijk schoon nu toch met bewonde
rende 'blikken geno,tein van de zacht
groene zijde, met het kleine 'bbuquetje
viooltjes in de ceintuur.
Nu ditmaal mlocht Lancelot dan toch
zoo gelukkig zijn, zich van haar gezel
schap te verzekeren; en onmiddellijk be
gon Zij:
„Wij zullen samen optreden, naar ik
hoor. Dan kaïn ik weer eens mijn ouden
luist botvierenik verlang er naiar!"
„Maar je zdudt toch nooit aam het
tooneel zijn doorgegaan?" vroeg hij na
drukkelijk.
„Natuurlijk! Ik voel ontzettend veel
voor het drama! Er is zeker een acteur
en een actrice onder mijn vooroudere
geweest, want het tooneel trekt mij1 dan
al verbazend aan!"
„Ik zou het toch nooit gewild heb
ben..." begon hij, toen ze hem in het
gezicht uitlachte.
„Jij? Hoe ter wereld zou je iets van
mij geweten hebben?" riep Ze.
„Ik zou je wel uitgevonden hebben",
zei hij. „Ik kwam' hier mét het vaste
plan, je te zoeken en te vinden".
Ze keek hem! recht in het gelaat met
een lUitdirukking in de oogen, die hem
pijn deed.
„Dat is makkelijk gezegd, nu!" sprak
ze langzaam en wendde het gelaat
weer ,af
Lancelot was als verslagen. Zijn hajrt
klopte hem tot in de keel.
„Dat is makkelijk gezegd, nu!?... Be
doelde ze daarmee, dat het makkelijk
te zeggen was, nu ze zoo goed als bui
ten alle 'bereik w'as, doordat ze door
haar fortuin als 't Ware zoo hoog in
rang en aanzien gestegen was, dat ze
half de wereld aan haar voeten had?...
Hij voor zich, wist toch anders, dat hij
haar wijd en zijd gezocht en ook ge
vonden zou heb'bén, om haar te redden.
En dan zou hij |met haar getrouwd zijn,
hoe arm' zij toen ook wezen mócht. Maar
vtoionspocd had de lieflijke, in 't wild
bloeiende 'bloem bedorven.
Nu keerde ze zich weer tot hem met.
het hoofd fier omhoog en een kouden
glans in de oogen. Hij wist haast niet,
wat hij zei, maar eindelijk maakte hij
toch de eenigszins bittere opmerking
„Het verwondert mij, dat je over het
geheel nog tot mij spreken wilt!"
„Wat vat u alles toch ernstig op, ka
pitein Carden!" lachte zij.
„Mij dunkt: het is altijd maar t «beste,
om' van het oogenblik te genieten en
geen acht te slajan noch op hetgeen vóór,
noch op hetgeen achter je ligt".
(W\vrdt v*r»ol&d).