Zierikzeesche Nieuwsbode DERDE BLAD B1JTFÊNTXnd7~ ~BTnne~N LAND. Uit Stad an Provincie. FEUILLETON. LIEFDE EN HAAT. behoortndt bi) d« van Vrijdag 25 Mul 1928, no. 11701. DE ONTPLOFFING TE HAMBURG- Over de oorzaken van jde ontploffing van een t ank imlet phosgeengas te HamL burg, waarbij' 9 Idppiden jte betreuren val len, loofpen idie mleeningen uiteen- Des kundigen beweren edhter, dat de rarnfp is veroorzaakt door de pntleding van het !gtas. De zware Irejgenis hebben een einde laan de 'werking 'van de vergiftige gaswolk igeftnSaakt- Naar verluiidft zullen in jde eerstvolgen de idagten eeniige vragen dn 'het parlement worden (gesteld die pp de ramp betrek king hebfcan. In die leerste pilaats wie ver antwoordelijk is voor de opslag van ver giftige gaasen; voorts ,of in ,de buurt van Hamburg nog meer dergelijke opslag plaatsen aanwezig zijtn- Ten plotte tof de autoriteiten, genegen zijn, in idat ge val idergielijke opslagplaatsen, te verwiji- deren. I Het Was eenj geluk, dat de wind de gassen niet over dichtbevolkte streken van Hamburg (heeft verspreid, anders Was de (ofmlViang piet te pverzfein geweest. De werking 'wlas zoo sterk dat parsor nen, '13 kilometer van 'den haard verWijf- idJetd, 'door het gas 'zijn aangetast. De tank's met ihteit phosgeengas (C-O). Cl- 2) zullen vermoedelijk (wbbden Ver nietigd, dooir 'ze in oipein zee te laten zinken- i Het ongeluk is zeer te betreuren, m'aar kan niet als een bewijs vo-ar die geheime fabricage van giftige, {gassen door Duiitschland) gebruikt woTden- DE „VEENDAM". Nadat het grootste gedeelte van het gezwollen gr aan was gelost, is men er thans in geslaagd, de „Veendam" die, naar men weet, aan de pier te Hoboken (New-York) onder water zat, eenige voe ten te doen rijzen. De patrijspoorten be vinden zich weder boven den Waterspie gel; de ruimen zijn leeggepompt. Het schip hangt nog tusschen de kranen. Men gelooft, dat het voor de volgende reis 16 Juni a.s. wveder gereed Zal zijn:. ZIERIKZEE- Wij ontvipgeoi het eerste nujmimier viau „De ZeauWsche PoMef", hilaandblladl igeWijld aan de 'belangen der pldldlars en waterschappen la Zeeland', tevens pffilGiëel orgaan van den Zeeu'w- schen Polder- en Waterschap'sb.oinid!. Hoofdredacteur is de heer J. F- Magen dans, chef 'de 2e afd. der Prof, Griffie Vam Zeèlandl, terwijl o- a. imjedtewerklen dje heeren (m!r. H. v. d. Beke Callenffels, Mr. P. DMemlam en A. v. d. Weijde. In een 'inleiding schrijft de secretaris van dien Zteeuwschen PoJderbfand, idat het noodzakelijk jiS, Idat die Bond de beschik- kimgl heeft over een (orgaan, Idiat den ledlen voorlichting verschaft t. a. Y. idiatgene 'Wat op! 't igdbSed! van het polderwezen de aandacht verdient en op de hoogte houdt van hetgeen door 'den bond wordt verricht. LAKDB6ÜW SU YEBTEELT. PELLORUMZIERTE. Hebben we in een vorig artikeltje deze ernstige ziekte der kruikens beschreven, thans willen we de middelen aan de hand doen om ze te vooikjojmen en zoo moge lijk te genezen. Want het is een w'aar Naar het Engelsch van RHODA PLUMER. 21 ,JLordj Varian stapte af (en vnoelg: „D behoprt tot het dienstpersoneel Van Eikenzidit, niet (waar? Maar ik 'wil nie[t dat mijh bediendejn aalmloezen uitreiken ap«i (bedielaars- Zoo iets m|ag niet meer gebeuren! Inidjem u vjo,or jde tweede Maal Opj diergelijke liefdadigheid 'wordt jb'eJ- trapt, fdani wiopndt u ontslagehj!"1 Haji (reedt Veirldar en 'Zij' ging naar huis terug, (dlopdelijk! beangst dat hij' 'haar Zou •hebben herkend- De zenuwspanning gedurende zooVeel weken hadden Gertrude echter tot eep sjdhaduw [gejrmakt van de (bloeiende jon ge vrouw' van VrOeger, Zootdat Must DriSr- doll rich. ernsltig ongerust beglotn te mfar ken (over haar gezondheid. op (Zekeren dag Verhalm Mrs!- Drdisf- cfoli iVan de andere bedienden, ;da|t er ty phus! wiajs uitgebroken olp )de kostschool tan .Glajdjy®, en dat jalle leerlingen, diie nog niet waren' aangetast, lonmiid'delljjfe naar (hui® Werden gestuurd- Lord Varian ging gijln zuslter 'Zelf (halen. Hij scheen plotseling) Vol Zorg) /voor Gla/dys te rijh Gertrude Vroeg zich iaf, of haar, iver- -mlomlmtilnig o)Okl voldoende Zou Wezen vppr den sdherpZienden Mik Va/n haaT vroe gere leerling. Ze legde deze vraag (aan Mn»'- Drisr ooll voor, die haar aanried ofm' Gladyö in haar Vertrouwen te pemfen- „Vertel {haar alles", iridd Mrs- Drisf- •coll |aan- „De knapste detective zou u spreekwoord dat zegt, dat voorkomen be ter is dan 'genezen. Ee(rst dan iets over het voorkomen. ZooaJs we ,el gezien hebben is de pul- loirumziekte of witte kuikendiarrhee eigen lijk' een ziekte der volwassen kippen. Willen we dan pok d'e ziekte in Zijln oojr- sprong aantasten, dan zullen we moeten beginnen bij' de volwassen kippen, wiaajr- van we b'roedeieren betrekken. Meestal 's aan deze dieren nog heel weinig te zien, maar nu is er nog niet zoo heel lang 'geleden een serum gevonden, waarmede men de kippen, die de broedeieren moe ten leveren, kan laten inspuiten. De die ren welke de ziekte onder de leden heb ben, krijgen op de inspuitingsplaats een lichte verzwering. Dat is dus op dezelfde wijze als het inenten met tuberculine van koeien en met pokstof b'ij kinderen te gen de tuberculose en de pokken. Kan men met tuberouline meestal de ziekte niet genezen, ma(3;r wel aantponen, hier is het amders. daar door de serum'-inspui- ting tegelijk ook het geneesmiddel is toegediend. Door de N. F. F. (Nederland- sclhe Pluimvee Federatie) is het vorige jaar het instituut van erkende hoender- pairken in het leven geroepen en een van de eischen, waaraan deze moeten vol doen, is dat de kippen moeten behandeld Zijn tegen pnUoirum. Willen we bij het broeden dus zeker zijn, dat we met dezJe ziekte niet te maken zullen hebben, d;an 'zal het noodig zijn 'de broedeieren van een diergelijke inrichting te betrekken. In de diverse pluimveeteelfb]aden 'komen de ad vertenties dezer hoenderparken geregeld voor. Er is ook nlojg een vrij eenvoudige manier om te onderzoeken of een kip aan pullorum lijdt. Men gaat daarbij als volgt te wfeirk: Men brengt een beetje bloed van een kip in een buisje met bouillon, waarin pullorum-bacteriën voorkomen. Bevat het bloed ook dergelijke bacteriën, dan ziet men onmiddellijk het bloed samenklon teren, terwijl het bloed van niet besmette dieren helder blijft. Wil men heelem'aal niets riskeeren, dan zal het goed Zijd de besmette diepen uit den toom te ver- Wijderen, te verkloppen of te dooiden. Het voorkomen der ziekten moet dus begin nen bij de oude kippen. Het voorkomen bij1 kuikens moet hierin bestaan, dat zoodra bemerkt wordt, dat een ziek kjui- ken 'aanwezig is, deze direct uit den kop pel verwijderd wordt en de kUnstmoe- der terdege wordt ontsmet. Hebben de kuikens in een beperkte ruimte gel/op pen, dan zal 'het nuttig zijn, ook den grond flink te ontsmetten, omdat immers de ziekte vooral ook met de mest van het besmette kuiken pp den grond is (terecht gekomen. Het hok of de kunst- moeder moet daartoe met heet sodawater worden afgeschuurd of met carholineum behandeld'. De grond wordt eveneens miet üaibolineum overgoten en diaiatop flink omgespit. De besmette kuikens doode men zoiodra men ze heeft opgemerkt en ver brande ze. Doet men dit laatste niet, maar zou men ze begraven, dan is het lang niet uitgesloten, dat men na jaren weer met dezelfde ziekte te doen krijigt, omdat de bacteriën een zeer taai leven hebben. Genezen van de besmette kui kens is tot op heden helaas noig niet mo gelijk. Waar, door de groote kjuiken- sterfte zoo enorm veel waardevol ma teriaal verloren gaat is een krachtdadig ingrijpen van de 'belanghebbenden zelf zeker ten zeerste gewenscht. KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. EEN OUDHEIDKUNDIGE VER.EENIGING VOOR SCHOUWEN-DUIVELAND. II. Gebrek aan dergelijke overblijfselen is er niet. Tallooze geslachten zijn elkander opgevolgd, en elk' van deze liet wel een en ander na. Het is echter niet altijd even gemakkelijk deze erfenis te pakken te krijgen. niet /Van zjojojveel dienst (kunnen wezen, alg j2fijl". Gertrude inajmj dien iraaid ju ernstigje overwegüpg. Hpt jonigtei imfeaBfje, dat /na peii, jaar in den vPeejmfde terug jkWaim', iwas een heel anidiere Gladys dan (vroeger. Hlaar vroiolij'kheiild; 'was verdw'enein. De d|ood vani den (geliefden bipeder had ze Zich blijkbaar eng aangetrokken. 'In huis gevoelde ze zoo'n akelige leegte, nu hij er niet meer was en nu ook Gertrude dood was Haar eenige troost vond ze nu UDg in Weeny. Uren lang kon ze in de kinder kamer doorbrengen in aanbidding voiojr de baby, die toch het kind was van twee menschen, die zij' het meest bad' liefgehad in haar jonge leven. Behalve met Nanny had ze tot nog toe met niemand gesproken over Cecil, mlear op een goeden middag kwam haar, droef heid tot een hevige uitbarsting tegenover de vriendelijke kindermeid, en ze riep snikkend: „O, als je ooit Weeny's vader had ge zien, dan zou je begrijpen, hoe ik hem mis; ieder hield van hem! Er wiss geen tweede man op de wereld ials hij! Aan Denis heb ik een hekel, want ik wieet hoe heerlijk hij het vindt, dat, hij nu Lord Varian is geworden. En Weeny's moe der! - O, arm kleintje, dat nooit zal weten wat voor een lieve moeder ze heeft igehad. Als je wat grpoiter bent, zal ik je er van ver tellen". Gertrude vroeg nu zacht, en met haiar gewone stem: „En Ms ik nu eens zei, dat je broer hoogstwaarschijnlijk niet do,od is?" Gladys ontstelde hevig. Ze drukte de handen tegen het verhitte voorhoofd, „Ik geloof dat mijn verbeelding mij pa/rten speelt", zei ze met een zenuwiach- tigen lach. „Ik kreeg ineens een gevoel In bergachtige streken vond men veel in holen, die toen tot woning dienden. De wianden ervan waren versierd met afbeeldingen van holenbeer, mammouth en dergelijke uitgestorven dieren. Uit de voorwerpen in mesdagen en vuurhaarden heeft men zeer veel kunnen afleiden om trent het leven dier m'enschen. Zooiets is in onze streken niet te ver- we,dhten; evenmin rijke vondsten als in de Egyptische koningsgraven. Inplaats van hooge bergen of steen achtige bodem1 was het hier in de duinen en op de heide, het losse zand, dat alles overdekte en voor eeuwen ven de buiten wereld afsloot. En ook' de menschen- geslachten, die labgen tijd een en, dezelfde plaats bleven bewonen, stapelden om hun buis de eene laag op de andeire, zoodat ook hier veel bleef bewaard. Vandaar dat steeds bij graving iets' uit vlroeigeren tijd te voorschijn komt, ,al is het dan niet altijd belangrijk. V,an de volgende plaatsen staat ons nu het materiaal ten dienste na tallooze on derzoekingstochten. Het strand van Schouwen van Westen- schouwen voorbij den vuurtoren tot Qude Hoeve. Ten N. daarvan tot voorbij Renesse leverde het zeer weinig. De duinen v,in Westenschouwen voorbij den Vuurtoren tot de Verklikker ongeveer. Ten N. v,?n het dorp Renesse; de laan van het slot Haamstede; het kerkhof te Bur,gh en om geving. Verder het terrein van Leliëndale in de Kloosterweg, en enkele plaatsen van minder belang. De vhiehtfeergen van Wes tenschouwen, Brijdiorpe, Duivendij'k'e en die bij Ziexikzee. Uit Zierikzee zelf eenige stukjes binnen den toren opgegraven en één van andere plaats. Uit Duiveland nog slec'hts een enkele gegeven; een kleine vondst van Ouwerkerk, bij Vianen. Verder van het strand van Noordbeve- land, het terrein van Emelisse, en aan de noordkust in Wanteskuip. Op Zuidbeveland: vluchtbergen van Golu- dorpe, 's Heer Arendskerke, Wemeldingë, Ierseke, enz., benevens het Verdronken land van Z.-Bev. Van strand en deinen v.an Walcheren, ook' hier verschillende vluchthepgen, zoo,als Ritthem, Biggekerke, en tenslotte het strand van Oadzand. Waarom wij dit onderzoek zoo uitbreid den, en hoe het nu mogelijk! is, met het verkregen materiaal te werken, zullen Wij verder mededeelen. Naast dit bodemonderzoek beschikken w'ij' Verder over 'de weinige, sehaarsehe, gesdliTeven stukken, die vroeger de eenige bron der geschiedenis, vormden. Bovendien leerde pas onze tijd ook op juiste waarde schatten folklore, dialect studie, kleeding en vooral het uiterlijk de typus, zoo het heet, der bevolking. Onder folklore veTStaat men de eigen aardige zeden en gewoonten eener streek, die dikWij'ls eeuwen oud zijn, evenals de eigenaardige taal; gouwspraak, zeggen de Vlamingen. Dit wil zegigehde taal eener streek of gouw. Zeden en gebruiken, taal, kleeding ver anderen, maar het volkstype 'doet dit wei nig, vooral in oinze afgelegen eilanden. Ook dit kan dus een belangrijk gegeven Zijn, mits streng wetenschappelijk' wordt gewelkt en niet gefantaseerd. Want dit laatste is het j,u,ist; men vraagt zidh af: is dit alles nul wel betrouwbaar? Vooral belangstellende leeken willen zich glaarae hiervan overtuigd zien. Wij' komen daarom nu tot de grond slag, de basis van dit alles. D/at is het begrip, cultuur of beschaving. Zoodira de mensch zijn eerste hut had gebouwd, een werktuig van steen had ge maakt of het gebruik van het vu,ur had geleerd, waren de eerste schreden gezet op den weg der ontwikkeling, die zich sedert zonder onderbreking heeft voort gezet. Maar daarnaast, want het stoffelijke en het geestelijke gaan hand aan hand, be gon ook zijn verstandelijke ontwikkeling. Hij zocht of bedacht, voor zoover hem alsof zij tegen me sprak, maar maar hoe kan je zooiets zeggen?" „Je verbeelding speelt je geen p,ar« ten", zei de kindermeid. „Maar als je plechtig belooft te zwijgen, dan zei ik de waaifheid vertellen". „Ja', j<a", riep Gladys in de hevigste op winding. „Maar je moet heel voorzichtig zijtn" ging Gertrude voort. „Een enkel onbe dachtzaam woord zou de vreeselijkste ge volgen kunnen hebben..." „Dat beloof ik", antwoordde Gladys, „maa,r vertel me nu, wie u is. Hoe weet u dit alles? En waarom spreekt u met haar stem? Leeft hij? O:, is hij hog in leven „Ja, hij1 leeft en eens zullen we hein terug zien", antwoordde ze. „Ma,ar wees kalm, kindje. Anders vrees: ik, dat ik een groote onvoorzichtigheid heb begaan om je dit te vqrtellen. Verbeeld je dat iemand hier nu kwam en je zoo opgewonden vond?" „O, maar hier komt nooit iemand an- dC(rs, dan N.anny. En zïj' weet zeker ook alles. Maar wie is u> dan?" Als eenig antwoord legde Gertrude haar hand op de knie van Gladys en toen zag die, wie srij' voor zich had. Hoe was het mogelijk, dat ze dit niet eerder had ont dekt! „Gertrude!" riep ze in tranen uit, ter wijl ze de armen omhaar heensloeg. „En die ellendeling! van een Denis heeft ge zegd, dat je dood was! Toe vertel me alles!" En Gertrude deed dit. Uitvoerig wijdde ze uit over het doorzicht en de scherp zinnigheid van Ambrosius, die er zeker in zou slagen om Cecil te vinden en terug te brengen. „I'k begrijp nu heel goed, waarom De- nis aan Cecil heeft verteld, dat je dood was", zei Gladys. „Hij is natuurlijk ra- met zijn beperkt inzicht mogelijk was, een verklaring voor alles wat hij om zich heen zag in samenleving en natuur. Hij schiep zich, zooals men dat noemt, een ideologie. Een hecht verband moet er noodzakelijk bestaan tusschen stof en geest, het doen en het denken. En de uitingen van deze vormen samen de be schaving of cultuur. De beschaving nu van elk volk of vol kengroep in den ouden tijd droeg een bepaald karakter of een bepaalden stem pel. Het is dikwijls mogelijk deze, in over gebleven gebruiken, nog te herkennen, al worden Ze in hun oorspronkelijke bedoe ling door de- thans levenden niet meer begrepen. Maar vooral is deze te bepalen door de daarmee samengaande, in de zelfde streek gevonden, beschavingsresten Deze Vrijwel theoretische beschouwin gen worden het best verduidelijkt door een voorbeeld en natuurlijk kiezen wij daartoe het oudste vMk, dus de oudste cultuur dezer streek. In vroeger tijd nu zouden de volgende opvattingen niet an- foers zijn geweest, dan een meer of minder waarschijnlijke fantasie; sedert dfe herken ning der ceramiek is dit alles zekerheid geworden. Dezelfde overblijfselen van Ger- tmaansch gebmiksvaatwerk, die hier in massa op strand en duinen voorkomen, vonden andoren in de Rijnstreek!, in de Firiesche en Grpningsche terpen, enz. Het is dius niet aan twijfel onderhevig.: de Germanen Zijn die lo/udlste bewoners hier geweest. Slechts zeer enkele sporen zijn ier van vroeger tijden; (doch dit is onzeker. Daarnaast is ook onze streektaal over wegend Germaansdh, natuurlijk niet zon der enkele vreemde bestanddeelen, die in alle Nederlandsche dialecten voorkomen. De typus van de bevolking is eveneens Gejrmaansch, doch lang niet zuiver; ook hier zijn vele vreemde elementen aan wezig, wat overeenstemt met de taal. En op het gebied der folklore, oude zeden en gewoonten, lijkt veel ons alleen verklaarbaar uit Germaansohe opvattin gen. Veel belangwekkender dan d'e kennis van oude potten en pannen is voor den niet-vakman dit laatste. Het is daarom noodig dit uitvoerig toe te lichten. Natuurmenschen waren onze voorouders en eeuwen lang zijn zij dit gebleven. Zij vereerden de natuur in hare uitin gen en verkeerden zelve nog vrijwel in den natuurstaat. Slechts levend van jacht, visdhvangst. veeteelt en een Weinig land bouw, voelden zij juist hunne groote af hankelijkheid van al wat hen omringde. De vreugdelooze 'koude wintertij'd, de komende lente, de zomer met zijn lange dagen, al deze 'werden gevierd door groo te feesten; midwinter, ostara- of laente- feest .en midzomerfeest. In overeenstemming met de natuur zelve, beminden zij het grootöche en ver hevene; hun godenleer was stroef en sombereens zou de dag komen, in den strijd der reuzen tegen de (goden, dat het 'heelal zou vergaan. „Ruw en bar- baarsch", züo noemen hen de predikers van het Christendom nog in de 7e en 8e eeuw. Buitengewoon primitief, eenvoudig, wa ren deze menschen nog. Als groote kin- doren 'dansten zij op midwinter-, of ao- zomerfeest, onder leiding hunner pries ters, in groote menigte om 'hun vreugde vuren. Dit alles drukte de blijdschap uit, dat de koude, doodsohe winter met kijn kiorte dagen voorbij was en de zomer in al zijn volheid, naderde. Met feestelijke omgangen, versierde wagens, en blijde samenkomsten, werd het lentefeest ge vierd. Wodan, de Alvader, werd in de heilige wouden vereerd; boomen en verschillen de dieren, vooral het paard, waren hem gewijd. En bij gelegenheid van godsdien stige bijeenkomsten, die steeds de volks vergadering voorafgingen, werd dikwijls een paard geofferd. Een gedeelte werd plechtig verbrand, maar het beste diende voor den /offer- zend op Cecil. Daiairom wilde hij! dat jullie elkaiar nooit Zouden terug zien. Ik denk, dat hij' dit haast even sterk ver langde, als dat hij begeerde, Lord Varian te worden, en Eikenzicht te bezitten. Die airme Cicil! Wat zal hij ongelukkig zijn. Als we zijn adres maar wisten om hem alles te vertellen. Je kunt er zeker van zijn, dat 'hij geen brieven krijgt van Ce cil, waar die het adres op heeft gezet, Ik' zal maar dikwijls aanloopen op het postkantoor; wie weet of ik ook nog niet voor detective kan spelen!" „Wees toch vooral voorzichtig, kind lief", waarschuwde Gertrude. „Elk wjoord moet je wikken en wegen! Denk er nu bijvoorbeeld aan, dat je opeens niet te vroolijk kijkt!" „Maar wat een vermomming, Gertrude", zei Gladys lachend'. „Je hebt eer van je WejrkMijn hemel, hoe kon je je zoo lee- l'ijk maken! Veibeeld je, dat Cecil nu eens thuis kwam en je zoo zag? Nu, wanneer is Ambrosius gegaan? Als hij slaagt, dan kunnen ze over zes weken tenug züjh. En nu heb ik je ook nog wat te vertellen. Een heerlijke tijding! Denis gaat over veertien dagen op reis, hij blijft het heele najaar weg!" t HOOFDSTUK XVI. Gladys gedroeg zich heel verstandig en ze zorgde er voor, d'at Ze Gertrude en Nanny op de hoogte hield ven het milienieuws. De gewichtigste tijding: w'as het bericht, dal een Duitsdhe gouver nante zou komen en diat Lady Varian ook op, reis zou gaan een week nadat Denis naar Schotland zou zijn vertrokken. Hierdioor zouden de samenzWeersters althans eenige meerdere vrijheid van be weging verkrijgen. Ongeveer een week nadat Gladys door Gertrude in het geheim yw'&s betrokken. maaltijd; ook hier dus een vrij kinderlijke opvatting: zij bewijzen Wodan de eer, maar houden zelf het beste. Het ging werkelijk zoo: ook in later tijd, toen het Christendom in deze streken doordrong, gold het eten van paardevleesch als be wijs van heidendom. Vandaar bij vele mensdhen nu nog een afkeer tegen dit voedsel en ook de uitdrukking: hij heeft zeker paardevleesch gegeten. Men zegt dit van iemand die zich wild en woest aanstelt, dus als een echte heiden. Hieirmede is aangetoond, hoe buiten gewoon lang de invloed eener vroegere beschaving merkbaar is. Dit is de regel der continuïteit of traditie. In onze vrijwel afgelegen streek zijn verschillende oude gebruiken langen tijd in stand gebleven, die alle op deze wijze verklaard moeten worden: Stra rijden, de lenteviering met Pasohen, aan den duinkant te Haamstede, de kermis daar, midden in den zomer, enz. Later komt, over deze Germaansche, de Zuidelijke of Romeinsche beschaving, die ook in Zee land talrijke sporen heeft nagelaten. Over de gevonden Rom. munten en ceramiek een andermaal. WaaT wij deze echter reeds vonden in den berg te Dui- vendijke, dus eveneens aan den oostrand van het eiland, en van Slabberswerf te Zierikzee een 10e eeuwsche scherf be zitten, billen wij' hopen dat, evenals in Duitschland b.v., bij de aanstaande gra ving voor den watertoren een en ander nauwkeurig wordt verzameld. Ook die- renbeenderen zijn van belang. Volgens cle kronieken zou Zierikzee reeds in 849 zijn gesticht; dit zal, als stad namelijk, wel niet zoo zijn. Maar een bewoning op die plaats, is zeer wel mogelijk, zelfs nog vroeger, want de stukken vani Duiven- dijke zijn ook 2e eeuwsch. B. J. A. H. INGEZONDEN STUKKEN. Buiten verantwoordelijkheid der redactie). Copy wordt niet teruggezonden. Poortvliet, Mei 1928. Mijnheer dë Rédacteur Mag ik s.v.p. een plaatsje voor het vol gende in uw blad? Bij vooibaat mijn be leefden dank. Een dezer dagen passeerde ik te Poort vliet de plaats waar de oude school stond- Deze is opgeruimd. Hier is een nieuwe woning en slagerij (geprojecteerd. Als die projectie definitief moet zijn, dan zou ik willen vrsgen of hier geen Burgerlijk Wetboek en Bouwverordening bestaan? Het moet toch niet noodig rijn dat de aangrenzende eigenaars zelf ten uiterste voor hun reeht-m mzeten opkomen. Die menschen moeten waarde hebben evenveel als de houwer en zif hehbfenl ook het recht op bescherming door de wet. Men ontwerpt de nieuwe woning maar vlak voor de ramen van derden alspf die menschen buiten de wet staan of naast de eigendommen van anderen, alsof die niet op eenige bescherming van de wet te rekenen hebben. Met Burgerlijk Wet boek en Bouwverordening schijnt men niets te maken te hebben, als het zoo door mioet gaan. Zoo zou ook het geheele aspect van deze buurt ten zeerste ge schaad worden, dus het algemeen aan zien dezer buurt ten zeerste lijden. Wij zouden den ^aad dezer gemeente willen opwekken een deskundig gemeente-op zichter aan te stellen, die dan wetten en verordeningen in acht zoude nemen en zoodoende ieder ontsloeg van den strijd voor rechten en bezittingen. Dan in zijn instructie niet te vergeten dat hij niet als bouwmeester der burgers mag .optre den, dan komt hij niet ju verzoeking twee heeren te dienen, die strijdige belangen hebben. Don bestaat er kans dat ieder volgens recht en ivet naar billijkheid van overheidswege behandeld wordt en dat vriendendiensten en persoonlijke belangen geen opgeld meer doen. Hoogachtend, JANTJE RECHTUIT. kwam die op haar schoonzuster toeren- nen in de kinderkamer. „Ik heb het! Ik heb' het!" riep Gladys jubelend «uit. „Ik heb het afdires! Nu kan je zelf schrijven en vertellen dat je nog in leven bent! Vraag een dag vrijaf om dien brief op je gemak' te schrijven. Doe of je je goeden «oom in Londen gaat opzoeken, die ziek is; en dan kan je den brief in Londen op de post dpem". „Maar, hoe ben je het adTes te weten gekomen?" vroeg Gertrude. „Door een brief, dde nu weer veilig en wel in den postzak zit", antwoordde Gladys lachend. „Denis zal hem zoo da delijk ontvangen. Hier is het adres; ik heb het overgeschreven. Leer het nu goed uit het hoofd en verbrand1 het snippertje paipier." „Ja, 'heelemaal! Ik da-cht, dait je zoo iets misschien heel verlteerd. zou vinden, en daarom heb ik' hem ook maar niet meegebracht. Cecil zal hef wel goed m'a- ken, wat zijn gezondheid1 betreft, nuaar je begrijpt, dat het nu niet bepaald een opgewekt schrijven wfas, want het was hel antwoord op de mededeeliug van De- nis dat je dood was!" Gladys trad in alle omstandigheden ver standig en zakelijk op. Ze zond Mrs. DriscOII naar de huishoudster, die derge lijke zaken van het personeel regelde. Mrs. Johnson kreeg verlof om den vol genden dag een bezoek te bbengen in Londen- Mrs. Drisooll zei, dat ze v|ojofr een enkelen dag haar hulp kon missen. Het verlof werd dus toegestaan, en Ger trude begon terstond 'haar brief te schrij ven. Ze schreef en schreef en hoe lang die brief werd1 - en dat wist nie mand. dan zij, die schreef en degeen voor wie het epistel bestemd was. W7rdt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1928 | | pagina 9