Zierikzeesche Nieuwsbode
DERDE BLAD
B1JTFÊNTXnd7~
~BTnne~N LAND.
Uit Stad an Provincie.
FEUILLETON.
LIEFDE EN HAAT.
behoortndt bi) d«
van Vrijdag 25 Mul 1928, no. 11701.
DE ONTPLOFFING TE HAMBURG-
Over de oorzaken van jde ontploffing
van een t ank imlet phosgeengas te HamL
burg, waarbij' 9 Idppiden jte betreuren val
len, loofpen idie mleeningen uiteen- Des
kundigen beweren edhter, dat de rarnfp
is veroorzaakt door de pntleding van
het !gtas. De zware Irejgenis hebben een
einde laan de 'werking 'van de vergiftige
gaswolk igeftnSaakt-
Naar verluiidft zullen in jde eerstvolgen
de idagten eeniige vragen dn 'het parlement
worden (gesteld die pp de ramp betrek
king hebfcan. In die leerste pilaats wie ver
antwoordelijk is voor de opslag van ver
giftige gaasen; voorts ,of in ,de buurt van
Hamburg nog meer dergelijke opslag
plaatsen aanwezig zijtn- Ten plotte tof
de autoriteiten, genegen zijn, in idat ge
val idergielijke opslagplaatsen, te verwiji-
deren. I
Het Was eenj geluk, dat de wind de
gassen niet over dichtbevolkte streken
van Hamburg (heeft verspreid, anders Was
de (ofmlViang piet te pverzfein geweest.
De werking 'wlas zoo sterk dat parsor
nen, '13 kilometer van 'den haard verWijf-
idJetd, 'door het gas 'zijn aangetast.
De tank's met ihteit phosgeengas (C-O).
Cl- 2) zullen vermoedelijk (wbbden Ver
nietigd, dooir 'ze in oipein zee te laten
zinken- i
Het ongeluk is zeer te betreuren,
m'aar kan niet als een bewijs vo-ar die
geheime fabricage van giftige, {gassen
door Duiitschland) gebruikt woTden-
DE „VEENDAM".
Nadat het grootste gedeelte van het
gezwollen gr aan was gelost, is men er
thans in geslaagd, de „Veendam" die,
naar men weet, aan de pier te Hoboken
(New-York) onder water zat, eenige voe
ten te doen rijzen. De patrijspoorten be
vinden zich weder boven den Waterspie
gel; de ruimen zijn leeggepompt. Het
schip hangt nog tusschen de kranen. Men
gelooft, dat het voor de volgende reis
16 Juni a.s. wveder gereed Zal zijn:.
ZIERIKZEE- Wij ontvipgeoi het eerste
nujmimier viau „De ZeauWsche PoMef",
hilaandblladl igeWijld aan de 'belangen der
pldldlars en waterschappen la Zeeland',
tevens pffilGiëel orgaan van den Zeeu'w-
schen Polder- en Waterschap'sb.oinid!.
Hoofdredacteur is de heer J. F- Magen
dans, chef 'de 2e afd. der Prof, Griffie
Vam Zeèlandl, terwijl o- a. imjedtewerklen
dje heeren (m!r. H. v. d. Beke Callenffels,
Mr. P. DMemlam en A. v. d. Weijde.
In een 'inleiding schrijft de secretaris
van dien Zteeuwschen PoJderbfand, idat het
noodzakelijk jiS, Idat die Bond de beschik-
kimgl heeft over een (orgaan, Idiat den ledlen
voorlichting verschaft t. a. Y. idiatgene 'Wat
op! 't igdbSed! van het polderwezen de
aandacht verdient en op de hoogte houdt
van hetgeen door 'den bond wordt verricht.
LAKDB6ÜW SU YEBTEELT.
PELLORUMZIERTE.
Hebben we in een vorig artikeltje deze
ernstige ziekte der kruikens beschreven,
thans willen we de middelen aan de hand
doen om ze te vooikjojmen en zoo moge
lijk te genezen. Want het is een w'aar
Naar het Engelsch
van
RHODA PLUMER.
21
,JLordj Varian stapte af (en vnoelg:
„D behoprt tot het dienstpersoneel Van
Eikenzidit, niet (waar? Maar ik 'wil nie[t
dat mijh bediendejn aalmloezen uitreiken
ap«i (bedielaars- Zoo iets m|ag niet meer
gebeuren! Inidjem u vjo,or jde tweede Maal
Opj diergelijke liefdadigheid 'wordt jb'eJ-
trapt, fdani wiopndt u ontslagehj!"1
Haji (reedt Veirldar en 'Zij' ging naar huis
terug, (dlopdelijk! beangst dat hij' 'haar Zou
•hebben herkend-
De zenuwspanning gedurende zooVeel
weken hadden Gertrude echter tot eep
sjdhaduw [gejrmakt van de (bloeiende jon
ge vrouw' van VrOeger, Zootdat Must DriSr-
doll rich. ernsltig ongerust beglotn te mfar
ken (over haar gezondheid.
op (Zekeren dag Verhalm Mrs!- Drdisf-
cfoli iVan de andere bedienden, ;da|t er ty
phus! wiajs uitgebroken olp )de kostschool
tan .Glajdjy®, en dat jalle leerlingen, diie
nog niet waren' aangetast, lonmiid'delljjfe
naar (hui® Werden gestuurd- Lord Varian
ging gijln zuslter 'Zelf (halen. Hij scheen
plotseling) Vol Zorg) /voor Gla/dys te rijh
Gertrude Vroeg zich iaf, of haar, iver-
-mlomlmtilnig o)Okl voldoende Zou Wezen vppr
den sdherpZienden Mik Va/n haaT vroe
gere leerling.
Ze legde deze vraag (aan Mn»'- Drisr
ooll voor, die haar aanried ofm' Gladyö
in haar Vertrouwen te pemfen-
„Vertel {haar alles", iridd Mrs- Drisf-
•coll |aan- „De knapste detective zou u
spreekwoord dat zegt, dat voorkomen be
ter is dan 'genezen.
Ee(rst dan iets over het voorkomen.
ZooaJs we ,el gezien hebben is de pul-
loirumziekte of witte kuikendiarrhee eigen
lijk' een ziekte der volwassen kippen.
Willen we dan pok d'e ziekte in Zijln oojr-
sprong aantasten, dan zullen we moeten
beginnen bij' de volwassen kippen, wiaajr-
van we b'roedeieren betrekken. Meestal 's
aan deze dieren nog heel weinig te zien,
maar nu is er nog niet zoo heel lang
'geleden een serum gevonden, waarmede
men de kippen, die de broedeieren moe
ten leveren, kan laten inspuiten. De die
ren welke de ziekte onder de leden heb
ben, krijgen op de inspuitingsplaats een
lichte verzwering. Dat is dus op dezelfde
wijze als het inenten met tuberculine van
koeien en met pokstof b'ij kinderen te
gen de tuberculose en de pokken. Kan
men met tuberouline meestal de ziekte
niet genezen, ma(3;r wel aantponen, hier
is het amders. daar door de serum'-inspui-
ting tegelijk ook het geneesmiddel is
toegediend. Door de N. F. F. (Nederland-
sclhe Pluimvee Federatie) is het vorige
jaar het instituut van erkende hoender-
pairken in het leven geroepen en een van
de eischen, waaraan deze moeten vol
doen, is dat de kippen moeten behandeld
Zijn tegen pnUoirum. Willen we bij het
broeden dus zeker zijn, dat we met dezJe
ziekte niet te maken zullen hebben, d;an
'zal het noodig zijn 'de broedeieren van een
diergelijke inrichting te betrekken. In de
diverse pluimveeteelfb]aden 'komen de ad
vertenties dezer hoenderparken geregeld
voor. Er is ook nlojg een vrij eenvoudige
manier om te onderzoeken of een kip
aan pullorum lijdt. Men gaat daarbij als
volgt te wfeirk:
Men brengt een beetje bloed van een
kip in een buisje met bouillon, waarin
pullorum-bacteriën voorkomen. Bevat het
bloed ook dergelijke bacteriën, dan ziet
men onmiddellijk het bloed samenklon
teren, terwijl het bloed van niet besmette
dieren helder blijft. Wil men heelem'aal
niets riskeeren, dan zal het goed Zijd de
besmette diepen uit den toom te ver-
Wijderen, te verkloppen of te dooiden. Het
voorkomen der ziekten moet dus begin
nen bij de oude kippen. Het voorkomen
bij1 kuikens moet hierin bestaan, dat
zoodra bemerkt wordt, dat een ziek kjui-
ken 'aanwezig is, deze direct uit den kop
pel verwijderd wordt en de kUnstmoe-
der terdege wordt ontsmet. Hebben de
kuikens in een beperkte ruimte gel/op
pen, dan zal 'het nuttig zijn, ook den
grond flink te ontsmetten, omdat immers
de ziekte vooral ook met de mest van
het besmette kuiken pp den grond is
(terecht gekomen. Het hok of de kunst-
moeder moet daartoe met heet sodawater
worden afgeschuurd of met carholineum
behandeld'. De grond wordt eveneens miet
üaibolineum overgoten en diaiatop flink
omgespit. De besmette kuikens doode men
zoiodra men ze heeft opgemerkt en ver
brande ze. Doet men dit laatste niet,
maar zou men ze begraven, dan is het
lang niet uitgesloten, dat men na jaren
weer met dezelfde ziekte te doen krijigt,
omdat de bacteriën een zeer taai leven
hebben. Genezen van de besmette kui
kens is tot op heden helaas noig niet mo
gelijk. Waar, door de groote kjuiken-
sterfte zoo enorm veel waardevol ma
teriaal verloren gaat is een krachtdadig
ingrijpen van de 'belanghebbenden zelf
zeker ten zeerste gewenscht.
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
EEN OUDHEIDKUNDIGE VER.EENIGING
VOOR SCHOUWEN-DUIVELAND.
II.
Gebrek aan dergelijke overblijfselen is
er niet. Tallooze geslachten zijn elkander
opgevolgd, en elk' van deze liet wel een
en ander na. Het is echter niet altijd even
gemakkelijk deze erfenis te pakken te
krijgen.
niet /Van zjojojveel dienst (kunnen wezen,
alg j2fijl".
Gertrude inajmj dien iraaid ju ernstigje
overwegüpg.
Hpt jonigtei imfeaBfje, dat /na peii, jaar in
den vPeejmfde terug jkWaim', iwas een heel
anidiere Gladys dan (vroeger.
Hlaar vroiolij'kheiild; 'was verdw'enein. De
d|ood vani den (geliefden bipeder had ze
Zich blijkbaar eng aangetrokken. 'In huis
gevoelde ze zoo'n akelige leegte, nu hij
er niet meer was en nu ook Gertrude
dood was
Haar eenige troost vond ze nu UDg in
Weeny. Uren lang kon ze in de kinder
kamer doorbrengen in aanbidding voiojr
de baby, die toch het kind was van twee
menschen, die zij' het meest bad' liefgehad
in haar jonge leven.
Behalve met Nanny had ze tot nog toe
met niemand gesproken over Cecil, mlear
op een goeden middag kwam haar, droef
heid tot een hevige uitbarsting tegenover
de vriendelijke kindermeid, en ze riep
snikkend:
„O, als je ooit Weeny's vader had ge
zien, dan zou je begrijpen, hoe ik hem
mis; ieder hield van hem! Er wiss geen
tweede man op de wereld ials hij! Aan
Denis heb ik een hekel, want ik wieet
hoe heerlijk hij het vindt, dat, hij nu Lord
Varian is geworden. En Weeny's moe
der! - O, arm kleintje, dat nooit zal
weten wat voor een lieve moeder ze
heeft igehad. Als je wat grpoiter bent,
zal ik je er van ver tellen".
Gertrude vroeg nu zacht, en met haiar
gewone stem:
„En Ms ik nu eens zei, dat je broer
hoogstwaarschijnlijk niet do,od is?"
Gladys ontstelde hevig. Ze drukte de
handen tegen het verhitte voorhoofd,
„Ik geloof dat mijn verbeelding mij
pa/rten speelt", zei ze met een zenuwiach-
tigen lach. „Ik kreeg ineens een gevoel
In bergachtige streken vond men veel
in holen, die toen tot woning dienden.
De wianden ervan waren versierd met
afbeeldingen van holenbeer, mammouth
en dergelijke uitgestorven dieren. Uit de
voorwerpen in mesdagen en vuurhaarden
heeft men zeer veel kunnen afleiden om
trent het leven dier m'enschen.
Zooiets is in onze streken niet te ver-
we,dhten; evenmin rijke vondsten als in de
Egyptische koningsgraven.
Inplaats van hooge bergen of steen
achtige bodem1 was het hier in de duinen
en op de heide, het losse zand, dat alles
overdekte en voor eeuwen ven de buiten
wereld afsloot. En ook' de menschen-
geslachten, die labgen tijd een en, dezelfde
plaats bleven bewonen, stapelden om hun
buis de eene laag op de andeire, zoodat
ook hier veel bleef bewaard.
Vandaar dat steeds bij graving iets' uit
vlroeigeren tijd te voorschijn komt, ,al is
het dan niet altijd belangrijk.
V,an de volgende plaatsen staat ons nu
het materiaal ten dienste na tallooze on
derzoekingstochten.
Het strand van Schouwen van Westen-
schouwen voorbij den vuurtoren tot Qude
Hoeve. Ten N. daarvan tot voorbij Renesse
leverde het zeer weinig. De duinen v,in
Westenschouwen voorbij den Vuurtoren
tot de Verklikker ongeveer. Ten N. v,?n
het dorp Renesse; de laan van het slot
Haamstede; het kerkhof te Bur,gh en om
geving. Verder het terrein van Leliëndale
in de Kloosterweg, en enkele plaatsen van
minder belang. De vhiehtfeergen van Wes
tenschouwen, Brijdiorpe, Duivendij'k'e en
die bij Ziexikzee. Uit Zierikzee zelf eenige
stukjes binnen den toren opgegraven en
één van andere plaats. Uit Duiveland nog
slec'hts een enkele gegeven; een kleine
vondst van Ouwerkerk, bij Vianen.
Verder van het strand van Noordbeve-
land, het terrein van Emelisse, en aan
de noordkust in Wanteskuip.
Op Zuidbeveland: vluchtbergen van Golu-
dorpe, 's Heer Arendskerke, Wemeldingë,
Ierseke, enz., benevens het Verdronken
land van Z.-Bev. Van strand en deinen
v.an Walcheren, ook' hier verschillende
vluchthepgen, zoo,als Ritthem, Biggekerke,
en tenslotte het strand van Oadzand.
Waarom wij dit onderzoek zoo uitbreid
den, en hoe het nu mogelijk! is, met het
verkregen materiaal te werken, zullen
Wij verder mededeelen.
Naast dit bodemonderzoek beschikken
w'ij' Verder over 'de weinige, sehaarsehe,
gesdliTeven stukken, die vroeger de eenige
bron der geschiedenis, vormden.
Bovendien leerde pas onze tijd ook op
juiste waarde schatten folklore, dialect
studie, kleeding en vooral het uiterlijk de
typus, zoo het heet, der bevolking.
Onder folklore veTStaat men de eigen
aardige zeden en gewoonten eener streek,
die dikWij'ls eeuwen oud zijn, evenals de
eigenaardige taal; gouwspraak, zeggen de
Vlamingen. Dit wil zegigehde taal eener
streek of gouw.
Zeden en gebruiken, taal, kleeding ver
anderen, maar het volkstype 'doet dit wei
nig, vooral in oinze afgelegen eilanden.
Ook dit kan dus een belangrijk gegeven
Zijn, mits streng wetenschappelijk' wordt
gewelkt en niet gefantaseerd.
Want dit laatste is het j,u,ist; men vraagt
zidh af: is dit alles nul wel betrouwbaar?
Vooral belangstellende leeken willen zich
glaarae hiervan overtuigd zien.
Wij' komen daarom nu tot de grond
slag, de basis van dit alles.
D/at is het begrip, cultuur of beschaving.
Zoodira de mensch zijn eerste hut had
gebouwd, een werktuig van steen had ge
maakt of het gebruik van het vu,ur had
geleerd, waren de eerste schreden gezet
op den weg der ontwikkeling, die zich
sedert zonder onderbreking heeft voort
gezet.
Maar daarnaast, want het stoffelijke en
het geestelijke gaan hand aan hand, be
gon ook zijn verstandelijke ontwikkeling.
Hij zocht of bedacht, voor zoover hem
alsof zij tegen me sprak, maar maar
hoe kan je zooiets zeggen?"
„Je verbeelding speelt je geen p,ar«
ten", zei de kindermeid. „Maar als je
plechtig belooft te zwijgen, dan zei ik
de waaifheid vertellen".
„Ja', j<a", riep Gladys in de hevigste op
winding.
„Maar je moet heel voorzichtig zijtn"
ging Gertrude voort. „Een enkel onbe
dachtzaam woord zou de vreeselijkste ge
volgen kunnen hebben..."
„Dat beloof ik", antwoordde Gladys,
„maa,r vertel me nu, wie u is. Hoe weet
u dit alles? En waarom spreekt u met
haar stem? Leeft hij? O:, is hij hog
in leven
„Ja, hij1 leeft en eens zullen we hein
terug zien", antwoordde ze. „Ma,ar wees
kalm, kindje. Anders vrees: ik, dat ik een
groote onvoorzichtigheid heb begaan om
je dit te vqrtellen. Verbeeld je dat iemand
hier nu kwam en je zoo opgewonden
vond?"
„O, maar hier komt nooit iemand an-
dC(rs, dan N.anny. En zïj' weet zeker ook
alles. Maar wie is u> dan?"
Als eenig antwoord legde Gertrude haar
hand op de knie van Gladys en toen zag
die, wie srij' voor zich had. Hoe was het
mogelijk, dat ze dit niet eerder had ont
dekt!
„Gertrude!" riep ze in tranen uit, ter
wijl ze de armen omhaar heensloeg. „En
die ellendeling! van een Denis heeft ge
zegd, dat je dood was! Toe vertel me
alles!"
En Gertrude deed dit. Uitvoerig wijdde
ze uit over het doorzicht en de scherp
zinnigheid van Ambrosius, die er zeker
in zou slagen om Cecil te vinden en
terug te brengen.
„I'k begrijp nu heel goed, waarom De-
nis aan Cecil heeft verteld, dat je dood
was", zei Gladys. „Hij is natuurlijk ra-
met zijn beperkt inzicht mogelijk was, een
verklaring voor alles wat hij om zich
heen zag in samenleving en natuur. Hij
schiep zich, zooals men dat noemt, een
ideologie. Een hecht verband moet er
noodzakelijk bestaan tusschen stof en
geest, het doen en het denken. En de
uitingen van deze vormen samen de be
schaving of cultuur.
De beschaving nu van elk volk of vol
kengroep in den ouden tijd droeg een
bepaald karakter of een bepaalden stem
pel. Het is dikwijls mogelijk deze, in over
gebleven gebruiken, nog te herkennen, al
worden Ze in hun oorspronkelijke bedoe
ling door de- thans levenden niet meer
begrepen. Maar vooral is deze te bepalen
door de daarmee samengaande, in de
zelfde streek gevonden, beschavingsresten
Deze Vrijwel theoretische beschouwin
gen worden het best verduidelijkt door
een voorbeeld en natuurlijk kiezen wij
daartoe het oudste vMk, dus de oudste
cultuur dezer streek. In vroeger tijd nu
zouden de volgende opvattingen niet an-
foers zijn geweest, dan een meer of minder
waarschijnlijke fantasie; sedert dfe herken
ning der ceramiek is dit alles zekerheid
geworden. Dezelfde overblijfselen van Ger-
tmaansch gebmiksvaatwerk, die hier in
massa op strand en duinen voorkomen,
vonden andoren in de Rijnstreek!, in de
Firiesche en Grpningsche terpen, enz.
Het is dius niet aan twijfel onderhevig.:
de Germanen Zijn die lo/udlste bewoners hier
geweest. Slechts zeer enkele sporen zijn
ier van vroeger tijden; (doch dit is onzeker.
Daarnaast is ook onze streektaal over
wegend Germaansdh, natuurlijk niet zon
der enkele vreemde bestanddeelen, die in
alle Nederlandsche dialecten voorkomen.
De typus van de bevolking is eveneens
Gejrmaansch, doch lang niet zuiver; ook
hier zijn vele vreemde elementen aan
wezig, wat overeenstemt met de taal.
En op het gebied der folklore, oude
zeden en gewoonten, lijkt veel ons alleen
verklaarbaar uit Germaansohe opvattin
gen. Veel belangwekkender dan d'e kennis
van oude potten en pannen is voor den
niet-vakman dit laatste. Het is daarom
noodig dit uitvoerig toe te lichten.
Natuurmenschen waren onze voorouders
en eeuwen lang zijn zij dit gebleven.
Zij vereerden de natuur in hare uitin
gen en verkeerden zelve nog vrijwel in
den natuurstaat. Slechts levend van jacht,
visdhvangst. veeteelt en een Weinig land
bouw, voelden zij juist hunne groote af
hankelijkheid van al wat hen omringde.
De vreugdelooze 'koude wintertij'd, de
komende lente, de zomer met zijn lange
dagen, al deze 'werden gevierd door groo
te feesten; midwinter, ostara- of laente-
feest .en midzomerfeest.
In overeenstemming met de natuur
zelve, beminden zij het grootöche en ver
hevene; hun godenleer was stroef en
sombereens zou de dag komen, in den
strijd der reuzen tegen de (goden, dat
het 'heelal zou vergaan. „Ruw en bar-
baarsch", züo noemen hen de predikers
van het Christendom nog in de 7e en
8e eeuw.
Buitengewoon primitief, eenvoudig, wa
ren deze menschen nog. Als groote kin-
doren 'dansten zij op midwinter-, of ao-
zomerfeest, onder leiding hunner pries
ters, in groote menigte om 'hun vreugde
vuren. Dit alles drukte de blijdschap uit,
dat de koude, doodsohe winter met kijn
kiorte dagen voorbij was en de zomer in
al zijn volheid, naderde. Met feestelijke
omgangen, versierde wagens, en blijde
samenkomsten, werd het lentefeest ge
vierd.
Wodan, de Alvader, werd in de heilige
wouden vereerd; boomen en verschillen
de dieren, vooral het paard, waren hem
gewijd. En bij gelegenheid van godsdien
stige bijeenkomsten, die steeds de volks
vergadering voorafgingen, werd dikwijls
een paard geofferd.
Een gedeelte werd plechtig verbrand,
maar het beste diende voor den /offer-
zend op Cecil. Daiairom wilde hij! dat
jullie elkaiar nooit Zouden terug zien. Ik
denk, dat hij' dit haast even sterk ver
langde, als dat hij begeerde, Lord Varian
te worden, en Eikenzicht te bezitten. Die
airme Cicil! Wat zal hij ongelukkig zijn.
Als we zijn adres maar wisten om hem
alles te vertellen. Je kunt er zeker van
zijn, dat 'hij geen brieven krijgt van Ce
cil, waar die het adres op heeft gezet,
Ik' zal maar dikwijls aanloopen op het
postkantoor; wie weet of ik ook nog
niet voor detective kan spelen!"
„Wees toch vooral voorzichtig, kind
lief", waarschuwde Gertrude. „Elk wjoord
moet je wikken en wegen! Denk er nu
bijvoorbeeld aan, dat je opeens niet te
vroolijk kijkt!"
„Maar wat een vermomming, Gertrude",
zei Gladys lachend'. „Je hebt eer van je
WejrkMijn hemel, hoe kon je je zoo lee-
l'ijk maken! Veibeeld je, dat Cecil nu
eens thuis kwam en je zoo zag? Nu,
wanneer is Ambrosius gegaan? Als hij
slaagt, dan kunnen ze over zes weken
tenug züjh. En nu heb ik je ook nog wat
te vertellen. Een heerlijke tijding! Denis
gaat over veertien dagen op reis, hij
blijft het heele najaar weg!"
t HOOFDSTUK XVI.
Gladys gedroeg zich heel verstandig en
ze zorgde er voor, d'at Ze Gertrude en
Nanny op de hoogte hield ven het
milienieuws. De gewichtigste tijding: w'as
het bericht, dal een Duitsdhe gouver
nante zou komen en diat Lady Varian ook
op, reis zou gaan een week nadat Denis
naar Schotland zou zijn vertrokken.
Hierdioor zouden de samenzWeersters
althans eenige meerdere vrijheid van be
weging verkrijgen.
Ongeveer een week nadat Gladys door
Gertrude in het geheim yw'&s betrokken.
maaltijd; ook hier dus een vrij kinderlijke
opvatting: zij bewijzen Wodan de eer,
maar houden zelf het beste. Het ging
werkelijk zoo: ook in later tijd, toen het
Christendom in deze streken doordrong,
gold het eten van paardevleesch als be
wijs van heidendom. Vandaar bij vele
mensdhen nu nog een afkeer tegen dit
voedsel en ook de uitdrukking: hij heeft
zeker paardevleesch gegeten. Men zegt
dit van iemand die zich wild en woest
aanstelt, dus als een echte heiden.
Hieirmede is aangetoond, hoe buiten
gewoon lang de invloed eener vroegere
beschaving merkbaar is. Dit is de regel
der continuïteit of traditie.
In onze vrijwel afgelegen streek zijn
verschillende oude gebruiken langen tijd
in stand gebleven, die alle op deze wijze
verklaard moeten worden: Stra rijden,
de lenteviering met Pasohen, aan den
duinkant te Haamstede, de kermis daar,
midden in den zomer, enz. Later komt,
over deze Germaansche, de Zuidelijke of
Romeinsche beschaving, die ook in Zee
land talrijke sporen heeft nagelaten.
Over de gevonden Rom. munten en
ceramiek een andermaal. WaaT wij deze
echter reeds vonden in den berg te Dui-
vendijke, dus eveneens aan den oostrand
van het eiland, en van Slabberswerf te
Zierikzee een 10e eeuwsche scherf be
zitten, billen wij' hopen dat, evenals in
Duitschland b.v., bij de aanstaande gra
ving voor den watertoren een en ander
nauwkeurig wordt verzameld. Ook die-
renbeenderen zijn van belang. Volgens
cle kronieken zou Zierikzee reeds in 849
zijn gesticht; dit zal, als stad namelijk,
wel niet zoo zijn. Maar een bewoning op
die plaats, is zeer wel mogelijk, zelfs
nog vroeger, want de stukken vani Duiven-
dijke zijn ook 2e eeuwsch.
B. J. A. H.
INGEZONDEN STUKKEN.
Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
Copy wordt niet teruggezonden.
Poortvliet, Mei 1928.
Mijnheer dë Rédacteur
Mag ik s.v.p. een plaatsje voor het vol
gende in uw blad? Bij vooibaat mijn be
leefden dank.
Een dezer dagen passeerde ik te Poort
vliet de plaats waar de oude school stond-
Deze is opgeruimd. Hier is een nieuwe
woning en slagerij (geprojecteerd. Als die
projectie definitief moet zijn, dan zou
ik willen vrsgen of hier geen Burgerlijk
Wetboek en Bouwverordening bestaan?
Het moet toch niet noodig rijn dat de
aangrenzende eigenaars zelf ten uiterste
voor hun reeht-m mzeten opkomen. Die
menschen moeten waarde hebben evenveel
als de houwer en zif hehbfenl ook het recht
op bescherming door de wet.
Men ontwerpt de nieuwe woning maar
vlak voor de ramen van derden alspf die
menschen buiten de wet staan of naast
de eigendommen van anderen, alsof die
niet op eenige bescherming van de wet
te rekenen hebben. Met Burgerlijk Wet
boek en Bouwverordening schijnt men
niets te maken te hebben, als het zoo
door mioet gaan. Zoo zou ook het geheele
aspect van deze buurt ten zeerste ge
schaad worden, dus het algemeen aan
zien dezer buurt ten zeerste lijden. Wij
zouden den ^aad dezer gemeente willen
opwekken een deskundig gemeente-op
zichter aan te stellen, die dan wetten en
verordeningen in acht zoude nemen en
zoodoende ieder ontsloeg van den strijd
voor rechten en bezittingen. Dan in zijn
instructie niet te vergeten dat hij niet
als bouwmeester der burgers mag .optre
den, dan komt hij niet ju verzoeking twee
heeren te dienen, die strijdige belangen
hebben. Don bestaat er kans dat ieder
volgens recht en ivet naar billijkheid van
overheidswege behandeld wordt en dat
vriendendiensten en persoonlijke belangen
geen opgeld meer doen.
Hoogachtend,
JANTJE RECHTUIT.
kwam die op haar schoonzuster toeren-
nen in de kinderkamer.
„Ik heb het! Ik heb' het!" riep Gladys
jubelend «uit. „Ik heb het afdires! Nu kan
je zelf schrijven en vertellen dat je nog
in leven bent! Vraag een dag vrijaf om
dien brief op je gemak' te schrijven.
Doe of je je goeden «oom in Londen
gaat opzoeken, die ziek is; en dan kan
je den brief in Londen op de post dpem".
„Maar, hoe ben je het adTes te weten
gekomen?" vroeg Gertrude.
„Door een brief, dde nu weer veilig
en wel in den postzak zit", antwoordde
Gladys lachend. „Denis zal hem zoo da
delijk ontvangen. Hier is het adres; ik
heb het overgeschreven. Leer het nu goed
uit het hoofd en verbrand1 het snippertje
paipier."
„Ja, 'heelemaal! Ik da-cht, dait je zoo
iets misschien heel verlteerd. zou vinden,
en daarom heb ik' hem ook maar niet
meegebracht. Cecil zal hef wel goed m'a-
ken, wat zijn gezondheid1 betreft, nuaar
je begrijpt, dat het nu niet bepaald een
opgewekt schrijven wfas, want het was
hel antwoord op de mededeeliug van De-
nis dat je dood was!"
Gladys trad in alle omstandigheden ver
standig en zakelijk op. Ze zond Mrs.
DriscOII naar de huishoudster, die derge
lijke zaken van het personeel regelde.
Mrs. Johnson kreeg verlof om den vol
genden dag een bezoek te bbengen in
Londen- Mrs. Drisooll zei, dat ze v|ojofr
een enkelen dag haar hulp kon missen.
Het verlof werd dus toegestaan, en Ger
trude begon terstond 'haar brief te schrij
ven. Ze schreef en schreef en hoe
lang die brief werd1 - en dat wist nie
mand. dan zij, die schreef en degeen voor
wie het epistel bestemd was.
W7rdt vervolgd).