Zierihzeesche Nieuwsbode B IJ VOEGSEL Uitgifte van Rijbewijzen Uit Stad en Provincie. behoorende bl) da vin Vrijdag 16 Dec. 1927, no. 11634 volgens de voorschriften der nieuwe Motor- en Rijwielwet. De BURGEMEESTER van Zierikzbe brengt het volgende ter kennis van de ingezetenen die zich volgens de desbetreffende bepalingen van de op 1 November 1927 in werking getreden Motor- on Rjjwielwet en de daaruit voortvloeiende reglementen moeten voorzien van een nieuw rijbewijs, ter vervanging van bet oude: 1°. dat de aanvraagformulieren tot het be komen van een nieuw rijbewijs ter Gemeente-Secretarie kosteloos verkrijg baar zijn, alwaar alle inlichtingen omtrent de invulling daarvan en de daarbij over te leggen stukken verstrekt worden, terwijl voor de doorzending aan den Heer Commissaris der Koningin, uitsluitend door tusschenkomst van ondergeteekende wordt gezorgd; 2°. dat bij de aanvrage moet worden over gelegd a een officieel stuk, waaruit de geboorte datum van defnl aanvrager(ster) blijkt; b. twee wel gt-lij ken de foto's van ongev 4 c.M. by 3 c M voor hen die alleen een rybewys A verlangen en diie van deze foto's voor hen die tevens oen rybewys B behoeven c. eene formeele volgens wetteljjk vast gesteld mod*l vereisckte geneeskun digverklaring waaruit blijktdat bij de(n) aanvrager(ster) geen lichaams- of zielsgebreken zijn waargenomen, welke hem of haar htt naar behoo- ren besturen van een motorrijtuig zoude kunnen beletten d door hen, die na 1 Mei 1924 voor het eerst een rybewijs verkregen, een bewjjsstuk van vaardigheid in het besturen van een motorrijtuig, waar voor het rijbewijs wordt gevraagd Zij, die in een der andere Provinciën een rybewijs verkregen, waarvan thans verwisseling wordt verlangd moeten by de aanvraag de autoriteit door welke, het jaar waarin en het nnmmer waar onder dat rybewijs werd uitgereikt, ver melden; geschiedde dit laatste vóór 1 Mei 1922, dan moet by de aanvrage een verklaring van den Commissaris der Koningin in die andere Provincie wor den overgelegd, waarby de opgaven van den aanvrager worden bevestigd; of wel het rybewys zelf wordt 'overgelegd. Be doelde verklaring kan nu reeds by den betrokken Commissaris der Koningin worde a aangtvraagd. Wanneer wegens verloren raken of om eenige andere reden destijds een nieuw rybewijs aan iemand is uitgereikt, b v. na 1 Mei 1924, kan hij niettemin bij de aanvrage zich op het oudere eerst uitgegeven rybewijs beroepen 3°. dat met het oog op het groot aantal te vernieuwen rijbewijzen de aanvrage voor een nieuw rybewys VOLGENS DE ONDERSTAANDE AANWIJZING TER SECRETARIE DIENT TE GESCHIE DEN: door hen, die in het bezit zyn van een oud rybewys, uitgegeven: a. in het jaar 1921van 27 tot en met 31 December 1927 b. in het jaar 1922 van 8 tot en met 14 Januari 1928 c. in het jaar 1923: van 22 tot en met 28 Januari 1928 d. in het jaar 1924van 13 tot en met 18 Februari 1928; e. in het jaar 1925 (tot en met 31 Oct) van 19 tot en met 24 Maart 1928 De rybewyzenafgegeven in bet tjjdvak 1 November 1925 tot 1 November 1927. ver vallen twee jaren en acht maanden na de dagteekening van afgifte Teneinde dus niet in ongelegenheid te gerakenmoeten de hoodeis van de in dit tjjdvak volgens de onde voorschriften afgegeven rybewyzen TIJDIG, dwz één maand vóór het vervallen van het te vernieuwen rybewijs, de aanvraag daartoe ter Gemeente-Secretarie indienen De aanvragen van hen, die voor het eerst een rybewys verlangen, worden als gewoonlijk rechtstreeks bij den Heer Commissaris der Koningin ingewacht, vergezeld van de hier boven onder sub 2°., a tot en met d ge noemde stukken. Om te voorkomen, dat de over te leggen geneeskundige verklaring van onwaarde zou zyn is het noodig dat aan bovenstaande datums streng de hand wordt- gehouden Het in die verklaring bedoelde onderzoek mag n I. niet vroeger dan veertien dagen voor de dagteekening der aanvrage heb ben plaats gehad. Nauwkeurigheid en stiptheid zullen moeten worden betracht, want zonder geldige genees kundige verklaring kan geen rybewys wor den uitgereikt. Met den meesten nadruk wordt er op ge wezen dat geenszins kan worden gegaran deerd, dat spoedige vernieuwing zal plaats hebben, wanneer bij bet indienen der aan vrage niet volgens bovenstaande aanwijzingen wordt te werk gegaan Zibhikzee, 16 December 1927 De Burgemeester voornoemd, A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN VAN RENGERSKERKE, ZIERIKZEE. Woensdag maakten wij zonder eenige opmerking melding vam de inschrijvingen voor de werken tot aan leg van een klinkerweg naar de water- winpLaats der waterleiding in de hooge duinen van Schouwen. Wij komen daar op nu terug, omdat met de besteding van dit eerste werk, de werken voo<r den bouw der waterleiding zijn aange vangen. Al naar de voortgang zal zijn der verdere werken, kan de waterleiding na 16, 18 of 20 maanden water gaan leveren. Behalve de vermelde besteding op Woensdag j.I. had voor de waterleiding maatschappij' een andere handeling tje Zie- rikze-e plaats, die voor het geheel van nog grooter gewicht is dan de uitschrij ving van het eerste bestek. De gemachtigde der Rijksverzekerings bank te Amsterdam, die het maatschap pelijk kapitaal vo,or de waterleiding tot een maximum' van f 1609500 leent, sloot de daartoe betrekkelijke leeningsacte af met de 16 deelnemende gemeenten en de waterleiding-maatschappij. Daartoe waren zonder eenige uitzondering alle burge meesters, alle secretarissen, alle ontvan gers verschenen, waarbij wel bijzonder mag vermeld worden de aanwezigheid van de ruim tachtigjarige ontvanger van Dreischor, de heer Anth. Verjaal Jacz. De burgemeesters die tevens secretaris zijn, waren voor deze functie vervangen door een wethouder. Het mag wel als een merkwaardigheid worden vermeld, dat geen enkele der gemeente-autoritei ten, in. totaal' 39, ontbrak. In de zaal van hotel „Juliama" hield Woensdagavond het Chr. Gem- Koor „De Lofstem", dir. de heer H- G. v. d. Doel, een uitvoering voor een flink bezette zaal. De voorzitter der vereenigling, de heer J. v. d. Doel, verzocht die aanwezigen te zingen Ps. 100 1 en 3, waarna hij voor ging in gebed. Daarna riep de voorzitter de talrijke aanwezigen het w'elkom toe. In een keu rige toespraak gewaaigde spr. van de ont wakende liefde Ln Chr. kringen voor mu ziek en zang en ging hij' aan de 'hand der bijb'elsche geschiedenis na, dat God den zang wil. Spr. hoopte, dat dezen avond er toe zal mogen medewerken om de liefde vooir den zang op te voeren. Daarna was t woord aan de vereni ging onder leiding van haar directeur. We hebben van deze uitvoering een heel goeden indruk medegenomen en 't speet ons, dat Wijl met de pauze aan andere, meer prozaïsche, werkzaamheden moesten beginnen. De vereeniglng 'beschikt vooral over goede dameskrachten, 'het geen moge blijken uit het feit, dat velen voor 't forum- kwamen om soli of du etten te zingen. Zooi werd No. 3 heel goed gezongen en voorgedragen, eveneens 5 en 8. Ook No- 13 mocht een dankbaar applaus oogstien. Dit num'mer werd door een der mannelijke leden goed gezonden. Het verheugde ons, dat ook thans voor al op de uitspraak en teekens gelet werd, hetgeen aan het voorgedragen© zeer ten goede kwam. De a capella gezongen ko ren voldeden evenzeer. Het publiek ge noot en dankte telkens met gul applaus. Het programma telde niet minder dan 23 nummers, behalve het slotnummer, „Het beleg en ontzet van Leiden", dat uitstekend werd vertolkt. Wie t zangstuk kent, weet 'wat het aan stu die en oefening kost. Om behalve dat, nog 23 ^nummers op 't programma te hebben, is al een prestatie op zich zelf. De orgelbegeleiding was in de handen van dhr. J. C. v. d. Doel, die zich uit stekend van z'n niet gemakkelijke taak kweet. De uitvoering van „De Lofstem" mag als uitstekend geslaagd beschouwd wor den! HAAMSTEDE. (Vervolg installa.'ie bur gemeester van CiitersDaarna nam de nieuwe burgemeester het woord. Geachte Vergadering, Het zij mij ver gund in die eerste 'plaats 'baf de aanvaar ding van mijb. ambt H. M- Onze geëer biedigde Kontogin mijtne zeer groote er kentelijkheid van deze plaats te betuigen voor het zeer groote vertrouwen, dat Zij wel in m!ij heeft willen stellen door mij te benoemen tot burgemeester der ge meente Haamstede en tevens voeg ik hier bij gaarne mijnen hartelijken dank aan Z.E- den Min. van Bimneid. Zaken voor Zijn voordracht en aan den Heer Com missaris der Koningin voor Zijne gewaar deerde aanbeveling, die deze 'benoeming hebben willen bevorderen. Z.E-A. wijdde een enkel woord ter na gedachtenis aan Zijn ontslapen voorgan ger, de heer J. A- van Züijen, die geduren de een 9-tal jaren aan het hoofd dezer gemeente heeft gestaan. Door het zoo plotseling heengaan van den heer J. A- v. Zuijien, hebt U, mijn heer Blom, als waarnemend burgemee ster, aldus spr., voorwaar geen gemak kelijke taak gehad. Vele zaken moesten direct geregeld worden. Ook het over lijden van den gemeente-ontvanger tij dens uw 'burgemeesterschap gaven U zeer vele zorgen. De gemeentezaken en ge- meen'tezorgen hebt U derhalve in een zeer moeilijken tijd clp Uwe schouders gedragen. Daarom wil ik U van af deze plaats hulde brengen voor de uitnemen de Wijfee, waarop U zich in dien zeer geruimen tijd van de waarneming van het burgemeesterschap van uw moeilij ken taak hebt gekweten. Mag ik U nu hier mijhen grooten dank betuigen, dat gij die taak zoolang met grooten ernst en toewijding hebt vervuld en waar ik thans die taak van U heb overgenomen, doe ik maar diadelijk een beroep op U en Uw collega, dhr. Gilijamse. Ik hoop dat onze samenwerking steeds eene hoogst aangename moge zijn, zooals ik dit in mijln vorige standplaats te Kort- gene steeds in hooge mate mocht on dervinden 'en daarbij' vraag ik tevens den £teun van den tijdelijk gemeente-secre taris en den toekomstigen secretaris. De gemeente-secretaris maakt immers een zeer belangrijk deel uit van het college van B. en W- en van het college van den gemeenteraad, bij' hem berust het grootste deel van de administratieve han delingen der gemeente, zoodat 't voor eene gemeente van zeer groot belang is, dat er tusschen hem en den burge meester steeds nauwe aanraking be staat. Waar nu ln mijn vorige standplaats tusschen mij en den secretaris, dhr. J. G Schuilwerve steeds nauw contact bestond in het beleid der gemeentezaken, door dat het iemand was mef groote kunde en uitnemende eigenschappen, hoop ik derhalve dit evenzoo in Haamstede te l mogen aantreffen. Voorts mag ik zeker wel alle reden hebben tot zeer groote dankbaarheid, om- I dat mijn groote wensch om op het eiland I Schouwen terug te keeren, thans in ver- I vulling is gegaan, door dat het H. M. I 'de Koningin en Hare Regeering het heeft 1 mogen behagen mij het ambt van bur- I gemeester der gemeente Haamstede op te dragen, eene gemeente bekend uit de j historie en beroemd, om Zijn natuur- I schoon. Toen ik nauwelijks de bij de wet ver- I eischite leeftijd voor het burgemeesters- I ambt had, mocht ik den 2en Juli 1925 te Kortgene dit hooge ambt aanvaarden, zx>odat ik destijds de jongste burge- I meester in Nederland was en ging m'ijn I wensch om in de provincie Zeeland te- I rug te keeren, reeds in vervulling. Mijn I eerste loopbaan aldaar is voor mij' een I hoogst aangename gefeest. Ik mocht van I de wethouders en raadsleden steeds groo- I te f medewerking ondervinden, benevens I van de ambtenaren in dienst dier ge meente, In de te Kortgene gehoudietn raadsvergadering op 7 December j.I. jiaim ik afscheid van de raadsleden en de ge- meente-ambfceniaren. M deze vergadering werd ik in warme en treffende bewoor dingen toegesproken door den wialarn. bur gemeester, dhr. Salome, de wethouder. Wolse, de oud-wethouder Dorst en den gemeente-secretaris' dhr. Schuilwerve, zoo- I dat mij het scheiden van Kortgene zeer moeilijk viel. In de vergaderingen van den Raad heerschte steeds een eendrach tige samenwerking, zoodat het meeren- deel der genomen besluiten meestal met algemeene stemmen geschiedde. Het ge meentebestuur van Kortgene kan. dan ook voor vele andere gemeentebesturen een voobbteeld Zijn. i En thans na een' bijna 21/2-jarig ver blijf te Kortgene, nog steeds de jongste burgemeester in de iprovincjie Zeeland Zijn de, valt mij de zeer hooge onderschei ding ten deel, om het burgemeestersambt verder in Haamstede te mogen bekleeden, voor mij zoo bijzonder gunstig gelegen in de nabijheid van mijn ouderlijk huis. Ik heb dan ook hiervoor ailla reden tot bui tengewoon groote dankbaarheid, daar het burgemeestersambt in den tegenwioordi- gen tijd zoo algemeen begeerd is. Mij is nu de aangename plicht ten deel geworden den Raad der gemeente Haam stede voor te zitten, het zal mijn ernstig streven zijn, als zoodanig niet minder dan in mijne verhouding tot de geheele bur gerij," mij steeds boven de partijen te houden, iedere meening te eerbiedigen en daaraan recht te doen wedervaren. Het Burgemeestersambt eischt liefde, toewijding evenzeer als kennis en ver stand. Tegen woiorcHg stelt het hooge eischen, men moet den polsslag van den tegenwoordigen tijd verstaan, maar Wi?n- "neer wij' toet den Raad steeds voor oogen houden het welzijn van de gemeente met hare ingezetenen dan wil ik U de stellige verzekering geven, dat ik steeds mijne voillle medewerking zal verieenen in het I belang van het dorp Haamstede. I T;oen mij zooeven het teeken mijner I waardigheid, de ambtsketen door weth. I Blom werd omgehangen, kwam onwille- I keurig in mijne gedachte wat Minister I Thorbeeke, de ontwerper der gemeente- 1 wet, in 1851 hieromtrent eenmaal zeide. I Volgens hemi is de wijze waarop de zil veren penning aan den ambtsketen ver- I bonden is, het symbool van het Burge- 1 meestersambt. Het wapen van het Rijk, I steeds naar buiten gekeerd wil zeggen, I dat de Burgemeester is „De hand van I het gouvernement", werktuig van het I Rijksgezag. Het wapen der gemeente rust I steeds op zijn borst, daarom is hij „De I man der gemeente", Zooals Minister Thor- I becke dit op eene zoo kernachtige wijze I uitdrukte. De Burgemeester heeft derhalve I eensdeels .een rijkstaak te vey vullen,. maar 1 in hoofdzaak een gemeentelijke taak, al- I dus Minister Thorbeeke. Ik zelf zal' echter aan de uitdrukking I „De man der gemeente" nooit de be- tcekenis hechten van de man, die auto ritair kan optreden, maar steeds wil ik voor oogen houden, dat artikel 143 der Grondwet uitdrukkelijk bepaalt, aan het hoofd der gemeente staat een raad, want immers de Raad is in de meeste geval len het wetgevend lichaam1 in de ge meente. Ik doe dan ook een beroep op Uwe hulpvaardigheid en hoop steeds qp j Uwe .medewerking te mogen rekenen, op dat wij mogen arbeiden en samenwerken tpt 'het welzijn der gemeente Haamstede met zij'n bloeiende land- en tuinbouw, kassencultuur en bloembollenteelt. Het steeds toenemende vreemdelingenverkeer te dezer plaatse zal te zijner tijd wel meer en meer de aandacht van het ge meentebestuur vragen en dientengevolge belangrijke raadsbesluiten met zich bren gen. Moge daardoor steeds ©ene aange name geetst in onze raadsvergaderingen heerschen. Het gem.-bestuur van Haam stede is gelukkig niet bevreesd om be langrijke besluiten te nemen al vereischen deze wel eens financieel© offers voor de gemeente, getuige de bouw' van dit mag nifieke raadhuis, hetwelk men maar hoogst zelden zal aantreffen in gemeenten van dezen omvang. Het is voor mij dan ook een lust en groote voldoening om mijn arbeid in dit prachti.ge gebouw te mogen verrichten. Ik hoop1, dat de ingezetenen mij steeds op eene aangename wijze hunne wenschen en grieven kenbaar zullen maken en hoop ik deze steeds goedgunstig te beantwoor den voorzoover de wet of het algemeen belang dit toelaat. Als Burgemeester zal ik tegenover allen zonder onderscheid., zonder aanzien des persoons dezelfde wel willendheid en rechtvaardigheid betrach ten en hoop ik steeds personen van za ken en zaken van personen weten te onderscheiden. Nogmaals beveel ik mij aan bij den gemeenteraad, het College van Burgemeester en Wethouders, den ge- meente-secretaris, den gemeente-ontvan ger, den gemeente-veldwachter, alle ove rige ambtenaren zonder onderscheid, in dienst dezer gemeente en bij de gemeente naren van 'Haamstede. Moge God Zijn Hoogen Zegen schenken op onzen ge- meenschappelijken arbeid ten bate van de mooie, welvarende, belangrijke en. na- tuürschoone gemeente Haamstede en haar burgerij. Daarna bracht spr. dank aan het Col lege van B. en W. te Kortgene, den oud wethouder, den gemeentebode, den gem.- veldwiachter en de brigadier der rijks- veldwacht vopr de hooge eer hem op deze plaats noig een laatste afscheids groet te komen brengen. Mijn hartelijken dank aan Collega's uit Schouwen en uit de provincie en aan allie vrienden en be kenden voor de zeer groote belangstel ling welke ik en mijne ouders mochten ondervinden bij mijne benoeming tot bur gemeester dezer gemeente. Spr. besloot met allen aanwezigen dank te zeggen voor de belangstelling betoond bij deze plechtigheid. Dhr. Blom dankte dhr. v. Citters voor de hartelijke woorden hem toegesproken. (Zeer zeker waren dit geen ij dele lof tuitingen; meermalen hebben wij een raadsvergadering onder leiding van dhr. Blom' bijgewoond, en trof het ons in 't bijzonder, welk een helder inzicht ge noemde heer (op denzelfden dag in func tie als nieuwbenoemd wethouder ep 'w'aar- netoend burgemeester) in ^gemeentezaken I had en hoe correct en zakelijk de ver gaderingen door hem1 werden geleid. Corr.) Vervolgens werd dhr. v. Citters toegesproken door den burgemeester van het naburige Burgh. Spr. wenschte hem allb goeds in zijn nieuwe gemeente^ drukte den wensch uit voor een goede en vriend schappelijke samenwerking met zijn nieu' v/en ambtgenoot, en hoopte, dat Weste- l lijk Schouwen met zijn mooie, boschrijke I oto'geving, duin en strand een genoeglijke I verblijfplaats vcor hem' moge zijn. Ook I de tijdelijke secretaris^ dhr. W. G. Boot 1 Jz., wenschte den burgemeester geluk, I zegde hem zijn volle medewerking toe I en uitte den wensch hem ook dikwijls I te ontmoeten voor samenwerking op an- I der gebied; eveneens volgde een gel.uk- I wensch van dhr. C. v. d. Velde, werk- I zaam ter gemeente-secretarie, rjie tevens I dhr. Blom dankte voor diens wel'willend- I heid en medewerking tijdens zijn waar- I nemend burgemeesterschap. Dhr. v. Cit- I ters dankte daarop de verschillende spre- I kers en alle belangstellenden, waarna de vergadering gesloten werd. Na een ofp- name door den fotograaf van „Ons Zee land" werd de nieuwe titularis van ver schillende zijden gecomplimenteerd en bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen. Gemeenteraadsvergadering van Zierikzee, gehouden op Dinadag 13 Dec. 1927, des namiddags 2 uur. Voorzitter, de burgemeester, mr. A- J. F. Fokker van Craijesteijm van Remgers- kerke. Alle leden aanwezig. Na opening deelt die voorzitter mede, d.at o. a- is ingekomen de nieiiwe begrooting der ge zondheidscommissie voor 1928, welke ge raamd wordt op f658. Ged- Staten be richten, dat zij' geen termen aanwezig achten het verzoek betreffende de ver lichting der Nieuwe Haven in te willigen^ Van de Gymn.-ver. „Rust Roest" is een verzoek ingekomen om kwijtschelding van de achterstallige huurschuld voor het ge bruik van het gymnastieklokaal der U. L. O- School. B. en Wi- achten geen ten- men aanwezig dit verzoek toe te staan. Staat men deze aanvrage toe, dan komt een andere vereenigimg met een ander motief voor kwijtschelding. Conform het voorstel van B. en W- wordt besloten. Op een verzoek van P. J. Priemus c.s. om de slacht- en brandplaats te verplaat sen met het oog op den last, die de be woners aldaar bij' Zuid-Westenwind daar van ondervinden, stellen B. en W. even eens voor afwijzend te beschikken. De slachtplaats is daar tientallen jaren ge weest en bovendien wisten requestr anten het, toen zij' daar gingen, bouwen. Na eenige discussie hierover wordt 't voor stel van B. en W. aangenomen. Over het 'beplanten van een strookje grond ter plaatse, wat al veel helpen zal, kan al tijd nog gesproken worden. Aan het ver zoek van de heeren Boogerd en de Broe- kert om het slop tusschen de houtloods en de pakhuizen der firma Boogerd te verharden, is voldaan. De heer de Broe- kert is hiervoor dankbaar, maar nog nïet ten volle voldaan. Hij' vestigt verder de I aandacht op det straat pp ide Visischersddjk, die volgens hem noodig herstel behoeft. Nieuwe steenen zijtn volgens Douw niet noodig. De heer Versteeg vraagt, hoe het zit met de verbetering van den Achterweg? Hij zag liever dat fabricage er Werk van maakte, wat hemi liever is d;an „aandacht schenken". De heer Panny antwoordt den heer de I Broekert, dat de door hem bedoelde weg 1 dit jaar bizonder heeft geleden door het I aanbrengen van de nieuwe brug. De I kosten raamt Itij' op ongeveer f400. Het I volgend jaar komt de zaak in orde. Wat I den Achterweg betreft, hierover is reeds I gesproken om voorzieningen te treffen. De begrooting voor het Burger-Wees- 1 huis voor 1928, welke geraamd wordt op f 1Q.937,661/2, wordt goedgekeurd. De com- I missie verzoekt B. en W. regenten en I regentessen van bedoelde inrichting mede te deelen, dat men graag zou zien, dat van de tot nu toe gevolgde gewoonte ten aanzien der verpachtingen, werd afgewe ken, en het om beurten gunde aan de drie hier ter stede gevestigde notaris sen. B. en W. zeggen zulks toe. Verschil lende ontheffingen betreffende schoolgeld warden verleend. De voormalige woning van het hoofd van School A wordt voor vier gulden per week verhuurd aan mej. M. de Bruyne. Het verzoek van de Gebr. Schot, be treffende verlenging der pacht van de oestervisscherlj en oesterteelt op de bui tenoevers ten zuiden van den zuidelijken zeedijk van Schouwen, wordt op voor stel van B. en W- afgewezen. Het komt B. en W- nog te vroeg voor om over verlenging der pacht te beschikken, die eerst eind Mei 1932 afloopt De raad besluit, met de stemtoen van de heeren Timmerman en Quaint tegen, in 'beroep te gaan bij! de Kroon, tegen een besluit van Ged. Staten, betreffende toekenning van vergoeding volgens, art 100 der L. O.-wet 1920 over 1925. Een zelfde besluit, met dezelfde heeren tegen, wordt genomen ten aanzien van een ver zoek om vergoeding over 1926 volgens hetzelfde, art. dier Onderwijswet. Het gewone jaarlijksche erediet aam de gasfabriek wordt ook nu weer verleend. B. en W- stellen voor met ingang van 1 Jan. 1928 mej. M. E. de Ruijter, te Am sterdam te benoemen tot onderwij'zeree aan de U. L. O. School. Dr. van der Kiiïast bevalt dieze geschie denis niet; het lijkt hem een methode om' de onderwijzeres te dwingen bij het gewoon onderwijs terug te komen. Doet ze het niet, dan vervalt haar wachtgeldi. De inspecteur wijst die dame aan en dat vindt spr. geen manier. Spr. meent, dat de overheid een goed voorbeeld moet geven. De Voorzitter zet den toestand uiteen. De wet zegt, dat bij! nieuwe benoemin gen wachtgelders de voorkeur hebben, maar daar tegenover geeft de wet een aantal excuses aan, waarop de wlacht- gelders zich kunnen beroepen, waarom ze n i e t aangesteld, kunnen worden. Wel ke motieven 'bedoelde dame aan zal voe ren, weten we niet. We Weten, dat ze bij" het vrije onderwijs is en bedanken Zal voor hare benoeming te Zierlikzee. De inspecteur is van oordeel, dat Wijl de juffrouw moeten benoemen. Dr. van der Kunst merkt op, afgeven, wat er volgens de wet moet gebeuren, dat het met onwillige dames goed diver- teeren is. De heer Catslioek betoogt, dat we met het voorstel geen onderwijzeres krijge.i- alleen wprdt voor de dame de moge lijkheid geopend, dat de minister haar wachtgeld inhoudt. Spr. is van meening dat de inspecteur treedt in de rechten van den raad. Deze kan een keuze doen die zij" wenseht. Nu schrijft do wet wel voor, wachtgelders eerst, maar B. en W. hadden een voordracht kunnen opmaken, waar nog anderen op stonden en daarom stelt hij voor, de voordracht terug te nemen en B. en W. op te dragen, een nieuwe voordracht op te maken. Weth. Koopman ontraadt zulks. B. en W. zouden dan weer op zoek moeten gaan naar een sollicitante die veel aktes moet bezitten. Wanneer we pogingen aan wenden om zoo iemand te krij'gen en het lukt niet met een wachtgeidster, dah kan bij den minister om dispensatie ge vraagd worden. Spr. meent dat men het beste opschiet als men handelt zooals wiordt voorgesteld. De voorzitter is het met weth. Koop man eens die het idéé van B. en W. heeftj vertolkt. Het is de eenige methode om vlqg tot een decisie te komen. Benoe ming we geen wachtgelder dan krijgen we ook geen subsidie. Gehoord de toelichtingen trekt de heer Catslioek zijn voorstel in. Mej. M. E. de Ruijter wordt daarop met algemeene stemtoen benoemd. Thans is aan de orde de benoeming van een klokkenist. In verband met het raadsbesluit van 15 September betref fende de opheffing van de betrekking van stedelijk muziekdirecteur dragen B. en W. ter benoeming tot klokkeniste de zer gemeente voor, mej. H. L. Klimmer- boom, zulks met ingang van 1 Jan. 1928 op een jaarwedde van f 300. Omtrent; het adres van G. C. J. Misset deelen zij mede, dat de sollicitatiestukken moes ten worden ingezonden voor 15 Septem ber, zoodat de sollicitatie van Misset veel te laat is. Volgens den heer Doste man is diens sollicitatie niet te laat, daar er geen op roeping is geweest. De voorzitter bestrijdt dat. Verschei- dene menschen hebben zich na de ge dane oproeping aangeboden. De heer Doeleman zegt dat dit niet was voor klokkenist alléén. Wat B. en W. toededeelen geldt niet. Er is geen aparte oproep gedaan voor klokkenist. Ook dr, van der Kwast is het er niet mede eens. Spr. vergelijkt deze kwestie met kop en schotel. De kop is benoemd en voor de schotel is geen advertentie geplaatst in de Nieuwsbode. De voorzitter herinnert aan den toe stand die wel honderd jaar bestaan heeft, dat de organist der Nieuwe Kerk tevens het ambt van klokkenist waarnam, miaar door 't buiten B. en W. benoemen van een organist, lag de heele zaak tegen den grond. De heeT den Boer betoogt, dat B. en Wl beter hadden gedaan allebei de solli citanten op de voordracht te plaatsen. De voorzitter merkt op, dat het geen voordracht is, maar «en aanbeveling. Tot stemming overgaande benoemt de raad den heer G. C. J. Misset toelt 9 stem men tot klokkenist. Mej. Klimmerboom verkreeg 4 stemmen.

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1927 | | pagina 5