Zierihzeesche Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
Uitgifte van Rijbewijzen
Uit Stad en Provincie.
behoorende bl) da
vin Vrijdag 16 Dec. 1927, no. 11634
volgens de voorschriften der nieuwe
Motor- en Rijwielwet.
De BURGEMEESTER van Zierikzbe brengt
het volgende ter kennis van de ingezetenen
die zich volgens de desbetreffende bepalingen
van de op 1 November 1927 in werking
getreden Motor- on Rjjwielwet en de daaruit
voortvloeiende reglementen moeten voorzien
van een nieuw rijbewijs, ter vervanging
van bet oude:
1°. dat de aanvraagformulieren tot het be
komen van een nieuw rijbewijs ter
Gemeente-Secretarie kosteloos verkrijg
baar zijn, alwaar alle inlichtingen omtrent
de invulling daarvan en de daarbij over
te leggen stukken verstrekt worden,
terwijl voor de doorzending aan den Heer
Commissaris der Koningin, uitsluitend
door tusschenkomst van ondergeteekende
wordt gezorgd;
2°. dat bij de aanvrage moet worden over
gelegd
a een officieel stuk, waaruit de geboorte
datum van defnl aanvrager(ster) blijkt;
b. twee wel gt-lij ken de foto's van ongev
4 c.M. by 3 c M voor hen die alleen
een rybewys A verlangen en diie van
deze foto's voor hen die tevens oen
rybewys B behoeven
c. eene formeele volgens wetteljjk vast
gesteld mod*l vereisckte geneeskun
digverklaring waaruit blijktdat
bij de(n) aanvrager(ster) geen lichaams-
of zielsgebreken zijn waargenomen,
welke hem of haar htt naar behoo-
ren besturen van een motorrijtuig
zoude kunnen beletten
d door hen, die na 1 Mei 1924 voor
het eerst een rybewijs verkregen, een
bewjjsstuk van vaardigheid in het
besturen van een motorrijtuig, waar
voor het rijbewijs wordt gevraagd
Zij, die in een der andere Provinciën
een rybewijs verkregen, waarvan thans
verwisseling wordt verlangd moeten by
de aanvraag de autoriteit door welke,
het jaar waarin en het nnmmer waar
onder dat rybewijs werd uitgereikt, ver
melden; geschiedde dit laatste vóór 1
Mei 1922, dan moet by de aanvrage een
verklaring van den Commissaris der
Koningin in die andere Provincie wor
den overgelegd, waarby de opgaven van
den aanvrager worden bevestigd; of wel
het rybewys zelf wordt 'overgelegd. Be
doelde verklaring kan nu reeds by den
betrokken Commissaris der Koningin
worde a aangtvraagd.
Wanneer wegens verloren raken of
om eenige andere reden destijds een
nieuw rybewijs aan iemand is uitgereikt,
b v. na 1 Mei 1924, kan hij niettemin
bij de aanvrage zich op het oudere
eerst uitgegeven rybewijs beroepen
3°. dat met het oog op het groot aantal
te vernieuwen rijbewijzen de aanvrage
voor een nieuw rybewys VOLGENS DE
ONDERSTAANDE AANWIJZING TER
SECRETARIE DIENT TE GESCHIE
DEN:
door hen, die in het bezit zyn van
een oud rybewys, uitgegeven:
a. in het jaar 1921van 27 tot en met
31 December 1927
b. in het jaar 1922 van 8 tot en met
14 Januari 1928
c. in het jaar 1923: van 22 tot en met
28 Januari 1928
d. in het jaar 1924van 13 tot en met
18 Februari 1928;
e. in het jaar 1925 (tot en met 31 Oct)
van 19 tot en met 24 Maart 1928
De rybewyzenafgegeven in bet tjjdvak
1 November 1925 tot 1 November 1927. ver
vallen twee jaren en acht maanden na de
dagteekening van afgifte Teneinde dus niet
in ongelegenheid te gerakenmoeten de
hoodeis van de in dit tjjdvak volgens de
onde voorschriften afgegeven rybewyzen
TIJDIG, dwz één maand vóór het vervallen
van het te vernieuwen rybewijs, de aanvraag
daartoe ter Gemeente-Secretarie indienen
De aanvragen van hen, die voor het eerst
een rybewys verlangen, worden als gewoonlijk
rechtstreeks bij den Heer Commissaris der
Koningin ingewacht, vergezeld van de hier
boven onder sub 2°., a tot en met d ge
noemde stukken.
Om te voorkomen, dat de over te leggen
geneeskundige verklaring van onwaarde zou
zyn is het noodig dat aan bovenstaande
datums streng de hand wordt- gehouden
Het in die verklaring bedoelde onderzoek
mag n I. niet vroeger dan veertien dagen
voor de dagteekening der aanvrage heb
ben plaats gehad.
Nauwkeurigheid en stiptheid zullen moeten
worden betracht, want zonder geldige genees
kundige verklaring kan geen rybewys wor
den uitgereikt.
Met den meesten nadruk wordt er op ge
wezen dat geenszins kan worden gegaran
deerd, dat spoedige vernieuwing zal plaats
hebben, wanneer bij bet indienen der aan
vrage niet volgens bovenstaande aanwijzingen
wordt te werk gegaan
Zibhikzee, 16 December 1927
De Burgemeester voornoemd,
A. J. F. FOKKER VAN CRAYESTEYN
VAN RENGERSKERKE,
ZIERIKZEE. Woensdag maakten wij
zonder eenige opmerking melding vam de
inschrijvingen voor de werken tot aan
leg van een klinkerweg naar de water-
winpLaats der waterleiding in de hooge
duinen van Schouwen. Wij komen daar
op nu terug, omdat met de besteding
van dit eerste werk, de werken voo<r
den bouw der waterleiding zijn aange
vangen. Al naar de voortgang zal zijn
der verdere werken, kan de waterleiding
na 16, 18 of 20 maanden water gaan
leveren.
Behalve de vermelde besteding op
Woensdag j.I. had voor de waterleiding
maatschappij' een andere handeling tje Zie-
rikze-e plaats, die voor het geheel van
nog grooter gewicht is dan de uitschrij
ving van het eerste bestek.
De gemachtigde der Rijksverzekerings
bank te Amsterdam, die het maatschap
pelijk kapitaal vo,or de waterleiding tot
een maximum' van f 1609500 leent, sloot
de daartoe betrekkelijke leeningsacte af
met de 16 deelnemende gemeenten en de
waterleiding-maatschappij. Daartoe waren
zonder eenige uitzondering alle burge
meesters, alle secretarissen, alle ontvan
gers verschenen, waarbij wel bijzonder
mag vermeld worden de aanwezigheid
van de ruim tachtigjarige ontvanger van
Dreischor, de heer Anth. Verjaal Jacz.
De burgemeesters die tevens secretaris
zijn, waren voor deze functie vervangen
door een wethouder. Het mag wel als
een merkwaardigheid worden vermeld,
dat geen enkele der gemeente-autoritei
ten, in. totaal' 39, ontbrak.
In de zaal van hotel „Juliama" hield
Woensdagavond het Chr. Gem- Koor „De
Lofstem", dir. de heer H- G. v. d. Doel,
een uitvoering voor een flink bezette
zaal.
De voorzitter der vereenigling, de heer
J. v. d. Doel, verzocht die aanwezigen te
zingen Ps. 100 1 en 3, waarna hij voor
ging in gebed.
Daarna riep de voorzitter de talrijke
aanwezigen het w'elkom toe. In een keu
rige toespraak gewaaigde spr. van de ont
wakende liefde Ln Chr. kringen voor mu
ziek en zang en ging hij' aan de 'hand
der bijb'elsche geschiedenis na, dat God
den zang wil. Spr. hoopte, dat dezen
avond er toe zal mogen medewerken om
de liefde vooir den zang op te voeren.
Daarna was t woord aan de vereni
ging onder leiding van haar directeur.
We hebben van deze uitvoering een
heel goeden indruk medegenomen en 't
speet ons, dat Wijl met de pauze aan
andere, meer prozaïsche, werkzaamheden
moesten beginnen. De vereeniglng 'beschikt
vooral over goede dameskrachten, 'het
geen moge blijken uit het feit, dat velen
voor 't forum- kwamen om soli of du
etten te zingen. Zooi werd No. 3 heel goed
gezongen en voorgedragen, eveneens 5
en 8. Ook No- 13 mocht een dankbaar
applaus oogstien. Dit num'mer werd door
een der mannelijke leden goed gezonden.
Het verheugde ons, dat ook thans voor
al op de uitspraak en teekens gelet werd,
hetgeen aan het voorgedragen© zeer ten
goede kwam. De a capella gezongen ko
ren voldeden evenzeer. Het publiek ge
noot en dankte telkens met gul applaus.
Het programma telde niet minder dan
23 nummers, behalve het slotnummer,
„Het beleg en ontzet van Leiden",
dat uitstekend werd vertolkt. Wie
t zangstuk kent, weet 'wat het aan stu
die en oefening kost. Om behalve dat,
nog 23 ^nummers op 't programma te
hebben, is al een prestatie op zich zelf.
De orgelbegeleiding was in de handen
van dhr. J. C. v. d. Doel, die zich uit
stekend van z'n niet gemakkelijke taak
kweet.
De uitvoering van „De Lofstem" mag
als uitstekend geslaagd beschouwd wor
den!
HAAMSTEDE. (Vervolg installa.'ie bur
gemeester van CiitersDaarna nam de
nieuwe burgemeester het woord.
Geachte Vergadering, Het zij mij ver
gund in die eerste 'plaats 'baf de aanvaar
ding van mijb. ambt H. M- Onze geëer
biedigde Kontogin mijtne zeer groote er
kentelijkheid van deze plaats te betuigen
voor het zeer groote vertrouwen, dat Zij
wel in m!ij heeft willen stellen door mij
te benoemen tot burgemeester der ge
meente Haamstede en tevens voeg ik hier
bij gaarne mijnen hartelijken dank aan
Z.E- den Min. van Bimneid. Zaken voor
Zijn voordracht en aan den Heer Com
missaris der Koningin voor Zijne gewaar
deerde aanbeveling, die deze 'benoeming
hebben willen bevorderen.
Z.E-A. wijdde een enkel woord ter na
gedachtenis aan Zijn ontslapen voorgan
ger, de heer J. A- van Züijen, die geduren
de een 9-tal jaren aan het hoofd dezer
gemeente heeft gestaan.
Door het zoo plotseling heengaan van
den heer J. A- v. Zuijien, hebt U, mijn
heer Blom, als waarnemend burgemee
ster, aldus spr., voorwaar geen gemak
kelijke taak gehad. Vele zaken moesten
direct geregeld worden. Ook het over
lijden van den gemeente-ontvanger tij
dens uw 'burgemeesterschap gaven U zeer
vele zorgen. De gemeentezaken en ge-
meen'tezorgen hebt U derhalve in een
zeer moeilijken tijd clp Uwe schouders
gedragen. Daarom wil ik U van af deze
plaats hulde brengen voor de uitnemen
de Wijfee, waarop U zich in dien zeer
geruimen tijd van de waarneming van
het burgemeesterschap van uw moeilij
ken taak hebt gekweten. Mag ik U nu
hier mijhen grooten dank betuigen, dat
gij die taak zoolang met grooten ernst
en toewijding hebt vervuld en waar ik
thans die taak van U heb overgenomen,
doe ik maar diadelijk een beroep op U
en Uw collega, dhr. Gilijamse. Ik hoop
dat onze samenwerking steeds eene
hoogst aangename moge zijn, zooals ik
dit in mijln vorige standplaats te Kort-
gene steeds in hooge mate mocht on
dervinden 'en daarbij' vraag ik tevens den
£teun van den tijdelijk gemeente-secre
taris en den toekomstigen secretaris. De
gemeente-secretaris maakt immers een
zeer belangrijk deel uit van het college
van B. en W- en van het college van
den gemeenteraad, bij' hem berust het
grootste deel van de administratieve han
delingen der gemeente, zoodat 't voor
eene gemeente van zeer groot belang
is, dat er tusschen hem en den burge
meester steeds nauwe aanraking be
staat. Waar nu ln mijn vorige standplaats
tusschen mij en den secretaris, dhr. J. G
Schuilwerve steeds nauw contact bestond
in het beleid der gemeentezaken, door
dat het iemand was mef groote kunde
en uitnemende eigenschappen, hoop ik
derhalve dit evenzoo in Haamstede te l
mogen aantreffen.
Voorts mag ik zeker wel alle reden
hebben tot zeer groote dankbaarheid, om- I
dat mijn groote wensch om op het eiland I
Schouwen terug te keeren, thans in ver- I
vulling is gegaan, door dat het H. M. I
'de Koningin en Hare Regeering het heeft 1
mogen behagen mij het ambt van bur- I
gemeester der gemeente Haamstede op
te dragen, eene gemeente bekend uit de j
historie en beroemd, om Zijn natuur- I
schoon.
Toen ik nauwelijks de bij de wet ver- I
eischite leeftijd voor het burgemeesters- I
ambt had, mocht ik den 2en Juli 1925 te
Kortgene dit hooge ambt aanvaarden,
zx>odat ik destijds de jongste burge- I
meester in Nederland was en ging m'ijn I
wensch om in de provincie Zeeland te- I
rug te keeren, reeds in vervulling. Mijn I
eerste loopbaan aldaar is voor mij' een I
hoogst aangename gefeest. Ik mocht van I
de wethouders en raadsleden steeds groo- I
te f medewerking ondervinden, benevens I
van de ambtenaren in dienst dier ge
meente, In de te Kortgene gehoudietn
raadsvergadering op 7 December j.I. jiaim
ik afscheid van de raadsleden en de ge-
meente-ambfceniaren. M deze vergadering
werd ik in warme en treffende bewoor
dingen toegesproken door den wialarn. bur
gemeester, dhr. Salome, de wethouder.
Wolse, de oud-wethouder Dorst en den
gemeente-secretaris' dhr. Schuilwerve, zoo- I
dat mij het scheiden van Kortgene zeer
moeilijk viel. In de vergaderingen van
den Raad heerschte steeds een eendrach
tige samenwerking, zoodat het meeren-
deel der genomen besluiten meestal met
algemeene stemmen geschiedde. Het ge
meentebestuur van Kortgene kan. dan ook
voor vele andere gemeentebesturen een
voobbteeld Zijn. i
En thans na een' bijna 21/2-jarig ver
blijf te Kortgene, nog steeds de jongste
burgemeester in de iprovincjie Zeeland Zijn
de, valt mij de zeer hooge onderschei
ding ten deel, om het burgemeestersambt
verder in Haamstede te mogen bekleeden,
voor mij zoo bijzonder gunstig gelegen in
de nabijheid van mijn ouderlijk huis. Ik
heb dan ook hiervoor ailla reden tot bui
tengewoon groote dankbaarheid, daar het
burgemeestersambt in den tegenwioordi-
gen tijd zoo algemeen begeerd is.
Mij is nu de aangename plicht ten deel
geworden den Raad der gemeente Haam
stede voor te zitten, het zal mijn ernstig
streven zijn, als zoodanig niet minder dan
in mijne verhouding tot de geheele bur
gerij," mij steeds boven de partijen te
houden, iedere meening te eerbiedigen en
daaraan recht te doen wedervaren.
Het Burgemeestersambt eischt liefde,
toewijding evenzeer als kennis en ver
stand. Tegen woiorcHg stelt het hooge
eischen, men moet den polsslag van den
tegenwoordigen tijd verstaan, maar Wi?n-
"neer wij' toet den Raad steeds voor oogen
houden het welzijn van de gemeente met
hare ingezetenen dan wil ik U de stellige
verzekering geven, dat ik steeds mijne
voillle medewerking zal verieenen in het I
belang van het dorp Haamstede. I
T;oen mij zooeven het teeken mijner I
waardigheid, de ambtsketen door weth. I
Blom werd omgehangen, kwam onwille- I
keurig in mijne gedachte wat Minister I
Thorbeeke, de ontwerper der gemeente- 1
wet, in 1851 hieromtrent eenmaal zeide. I
Volgens hemi is de wijze waarop de zil
veren penning aan den ambtsketen ver- I
bonden is, het symbool van het Burge- 1
meestersambt. Het wapen van het Rijk, I
steeds naar buiten gekeerd wil zeggen, I
dat de Burgemeester is „De hand van I
het gouvernement", werktuig van het I
Rijksgezag. Het wapen der gemeente rust I
steeds op zijn borst, daarom is hij „De I
man der gemeente", Zooals Minister Thor- I
becke dit op eene zoo kernachtige wijze I
uitdrukte. De Burgemeester heeft derhalve I
eensdeels .een rijkstaak te vey vullen,. maar 1
in hoofdzaak een gemeentelijke taak, al- I
dus Minister Thorbeeke.
Ik zelf zal' echter aan de uitdrukking I
„De man der gemeente" nooit de be-
tcekenis hechten van de man, die auto
ritair kan optreden, maar steeds wil ik
voor oogen houden, dat artikel 143 der
Grondwet uitdrukkelijk bepaalt, aan het
hoofd der gemeente staat een raad, want
immers de Raad is in de meeste geval
len het wetgevend lichaam1 in de ge
meente. Ik doe dan ook een beroep op
Uwe hulpvaardigheid en hoop steeds qp j
Uwe .medewerking te mogen rekenen, op
dat wij mogen arbeiden en samenwerken
tpt 'het welzijn der gemeente Haamstede
met zij'n bloeiende land- en tuinbouw,
kassencultuur en bloembollenteelt. Het
steeds toenemende vreemdelingenverkeer
te dezer plaatse zal te zijner tijd wel
meer en meer de aandacht van het ge
meentebestuur vragen en dientengevolge
belangrijke raadsbesluiten met zich bren
gen. Moge daardoor steeds ©ene aange
name geetst in onze raadsvergaderingen
heerschen. Het gem.-bestuur van Haam
stede is gelukkig niet bevreesd om be
langrijke besluiten te nemen al vereischen
deze wel eens financieel© offers voor de
gemeente, getuige de bouw' van dit mag
nifieke raadhuis, hetwelk men maar
hoogst zelden zal aantreffen in gemeenten
van dezen omvang. Het is voor mij dan
ook een lust en groote voldoening om
mijn arbeid in dit prachti.ge gebouw
te mogen verrichten.
Ik hoop1, dat de ingezetenen mij steeds
op eene aangename wijze hunne wenschen
en grieven kenbaar zullen maken en hoop
ik deze steeds goedgunstig te beantwoor
den voorzoover de wet of het algemeen
belang dit toelaat. Als Burgemeester zal
ik tegenover allen zonder onderscheid.,
zonder aanzien des persoons dezelfde wel
willendheid en rechtvaardigheid betrach
ten en hoop ik steeds personen van za
ken en zaken van personen weten te
onderscheiden. Nogmaals beveel ik mij
aan bij den gemeenteraad, het College van
Burgemeester en Wethouders, den ge-
meente-secretaris, den gemeente-ontvan
ger, den gemeente-veldwachter, alle ove
rige ambtenaren zonder onderscheid, in
dienst dezer gemeente en bij de gemeente
naren van 'Haamstede. Moge God Zijn
Hoogen Zegen schenken op onzen ge-
meenschappelijken arbeid ten bate van
de mooie, welvarende, belangrijke en. na-
tuürschoone gemeente Haamstede en haar
burgerij.
Daarna bracht spr. dank aan het Col
lege van B. en W. te Kortgene, den oud
wethouder, den gemeentebode, den gem.-
veldwiachter en de brigadier der rijks-
veldwacht vopr de hooge eer hem
op deze plaats noig een laatste afscheids
groet te komen brengen. Mijn hartelijken
dank aan Collega's uit Schouwen en uit
de provincie en aan allie vrienden en be
kenden voor de zeer groote belangstel
ling welke ik en mijne ouders mochten
ondervinden bij mijne benoeming tot bur
gemeester dezer gemeente.
Spr. besloot met allen aanwezigen dank
te zeggen voor de belangstelling betoond
bij deze plechtigheid.
Dhr. Blom dankte dhr. v. Citters voor
de hartelijke woorden hem toegesproken.
(Zeer zeker waren dit geen ij dele lof
tuitingen; meermalen hebben wij een
raadsvergadering onder leiding van dhr.
Blom' bijgewoond, en trof het ons in 't
bijzonder, welk een helder inzicht ge
noemde heer (op denzelfden dag in func
tie als nieuwbenoemd wethouder ep 'w'aar-
netoend burgemeester) in ^gemeentezaken
I had en hoe correct en zakelijk de ver
gaderingen door hem1 werden geleid.
Corr.) Vervolgens werd dhr. v. Citters
toegesproken door den burgemeester van
het naburige Burgh. Spr. wenschte hem
allb goeds in zijn nieuwe gemeente^ drukte
den wensch uit voor een goede en vriend
schappelijke samenwerking met zijn nieu'
v/en ambtgenoot, en hoopte, dat Weste-
l lijk Schouwen met zijn mooie, boschrijke
I oto'geving, duin en strand een genoeglijke
I verblijfplaats vcor hem' moge zijn. Ook
I de tijdelijke secretaris^ dhr. W. G. Boot
1 Jz., wenschte den burgemeester geluk,
I zegde hem zijn volle medewerking toe
I en uitte den wensch hem ook dikwijls
I te ontmoeten voor samenwerking op an-
I der gebied; eveneens volgde een gel.uk-
I wensch van dhr. C. v. d. Velde, werk-
I zaam ter gemeente-secretarie, rjie tevens
I dhr. Blom dankte voor diens wel'willend-
I heid en medewerking tijdens zijn waar-
I nemend burgemeesterschap. Dhr. v. Cit-
I ters dankte daarop de verschillende spre-
I kers en alle belangstellenden, waarna de
vergadering gesloten werd. Na een ofp-
name door den fotograaf van „Ons Zee
land" werd de nieuwe titularis van ver
schillende zijden gecomplimenteerd en
bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen.
Gemeenteraadsvergadering van
Zierikzee,
gehouden op Dinadag 13 Dec. 1927,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter, de burgemeester, mr. A- J.
F. Fokker van Craijesteijm van Remgers-
kerke. Alle leden aanwezig. Na opening
deelt die voorzitter mede, d.at o. a- is
ingekomen de nieiiwe begrooting der ge
zondheidscommissie voor 1928, welke ge
raamd wordt op f658. Ged- Staten be
richten, dat zij' geen termen aanwezig
achten het verzoek betreffende de ver
lichting der Nieuwe Haven in te willigen^
Van de Gymn.-ver. „Rust Roest" is een
verzoek ingekomen om kwijtschelding van
de achterstallige huurschuld voor het ge
bruik van het gymnastieklokaal der U.
L. O- School. B. en Wi- achten geen ten-
men aanwezig dit verzoek toe te staan.
Staat men deze aanvrage toe, dan komt
een andere vereenigimg met een ander
motief voor kwijtschelding. Conform het
voorstel van B. en W- wordt besloten.
Op een verzoek van P. J. Priemus c.s.
om de slacht- en brandplaats te verplaat
sen met het oog op den last, die de be
woners aldaar bij' Zuid-Westenwind daar
van ondervinden, stellen B. en W. even
eens voor afwijzend te beschikken. De
slachtplaats is daar tientallen jaren ge
weest en bovendien wisten requestr anten
het, toen zij' daar gingen, bouwen. Na
eenige discussie hierover wordt 't voor
stel van B. en W. aangenomen. Over het
'beplanten van een strookje grond ter
plaatse, wat al veel helpen zal, kan al
tijd nog gesproken worden. Aan het ver
zoek van de heeren Boogerd en de Broe-
kert om het slop tusschen de houtloods
en de pakhuizen der firma Boogerd te
verharden, is voldaan. De heer de Broe-
kert is hiervoor dankbaar, maar nog nïet
ten volle voldaan. Hij' vestigt verder de
I aandacht op det straat pp ide Visischersddjk,
die volgens hem noodig herstel behoeft.
Nieuwe steenen zijtn volgens Douw niet
noodig.
De heer Versteeg vraagt, hoe het zit
met de verbetering van den Achterweg?
Hij zag liever dat fabricage er Werk van
maakte, wat hemi liever is d;an „aandacht
schenken".
De heer Panny antwoordt den heer de
I Broekert, dat de door hem bedoelde weg
1 dit jaar bizonder heeft geleden door het
I aanbrengen van de nieuwe brug. De
I kosten raamt Itij' op ongeveer f400. Het
I volgend jaar komt de zaak in orde. Wat
I den Achterweg betreft, hierover is reeds
I gesproken om voorzieningen te treffen.
De begrooting voor het Burger-Wees-
1 huis voor 1928, welke geraamd wordt op
f 1Q.937,661/2, wordt goedgekeurd. De com-
I missie verzoekt B. en W. regenten en
I regentessen van bedoelde inrichting mede
te deelen, dat men graag zou zien, dat
van de tot nu toe gevolgde gewoonte ten
aanzien der verpachtingen, werd afgewe
ken, en het om beurten gunde aan de
drie hier ter stede gevestigde notaris
sen. B. en W. zeggen zulks toe. Verschil
lende ontheffingen betreffende schoolgeld
warden verleend. De voormalige woning
van het hoofd van School A wordt voor
vier gulden per week verhuurd aan mej.
M. de Bruyne.
Het verzoek van de Gebr. Schot, be
treffende verlenging der pacht van de
oestervisscherlj en oesterteelt op de bui
tenoevers ten zuiden van den zuidelijken
zeedijk van Schouwen, wordt op voor
stel van B. en W- afgewezen. Het komt
B. en W- nog te vroeg voor om over
verlenging der pacht te beschikken, die
eerst eind Mei 1932 afloopt
De raad besluit, met de stemtoen van
de heeren Timmerman en Quaint tegen,
in 'beroep te gaan bij! de Kroon, tegen
een besluit van Ged. Staten, betreffende
toekenning van vergoeding volgens, art
100 der L. O.-wet 1920 over 1925. Een
zelfde besluit, met dezelfde heeren tegen,
wordt genomen ten aanzien van een ver
zoek om vergoeding over 1926 volgens
hetzelfde, art. dier Onderwijswet.
Het gewone jaarlijksche erediet aam de
gasfabriek wordt ook nu weer verleend.
B. en W- stellen voor met ingang van
1 Jan. 1928 mej. M. E. de Ruijter, te Am
sterdam te benoemen tot onderwij'zeree
aan de U. L. O. School.
Dr. van der Kiiïast bevalt dieze geschie
denis niet; het lijkt hem een methode
om' de onderwijzeres te dwingen bij het
gewoon onderwijs terug te komen. Doet
ze het niet, dan vervalt haar wachtgeldi.
De inspecteur wijst die dame aan en
dat vindt spr. geen manier. Spr. meent,
dat de overheid een goed voorbeeld moet
geven.
De Voorzitter zet den toestand uiteen.
De wet zegt, dat bij! nieuwe benoemin
gen wachtgelders de voorkeur hebben,
maar daar tegenover geeft de wet een
aantal excuses aan, waarop de wlacht-
gelders zich kunnen beroepen, waarom
ze n i e t aangesteld, kunnen worden. Wel
ke motieven 'bedoelde dame aan zal voe
ren, weten we niet. We Weten, dat ze
bij" het vrije onderwijs is en bedanken
Zal voor hare benoeming te Zierlikzee.
De inspecteur is van oordeel, dat Wijl de
juffrouw moeten benoemen.
Dr. van der Kunst merkt op, afgeven,
wat er volgens de wet moet gebeuren,
dat het met onwillige dames goed diver-
teeren is.
De heer Catslioek betoogt, dat we met
het voorstel geen onderwijzeres krijge.i-
alleen wprdt voor de dame de moge
lijkheid geopend, dat de minister haar
wachtgeld inhoudt. Spr. is van meening
dat de inspecteur treedt in de rechten
van den raad. Deze kan een keuze doen
die zij" wenseht. Nu schrijft do wet wel
voor, wachtgelders eerst, maar B. en W.
hadden een voordracht kunnen opmaken,
waar nog anderen op stonden en daarom
stelt hij voor, de voordracht terug te
nemen en B. en W. op te dragen, een
nieuwe voordracht op te maken.
Weth. Koopman ontraadt zulks. B. en
W. zouden dan weer op zoek moeten
gaan naar een sollicitante die veel aktes
moet bezitten. Wanneer we pogingen aan
wenden om zoo iemand te krij'gen en
het lukt niet met een wachtgeidster, dah
kan bij den minister om dispensatie ge
vraagd worden. Spr. meent dat men het
beste opschiet als men handelt zooals
wiordt voorgesteld.
De voorzitter is het met weth. Koop
man eens die het idéé van B. en W. heeftj
vertolkt. Het is de eenige methode om
vlqg tot een decisie te komen. Benoe
ming we geen wachtgelder dan krijgen
we ook geen subsidie.
Gehoord de toelichtingen trekt de heer
Catslioek zijn voorstel in.
Mej. M. E. de Ruijter wordt daarop
met algemeene stemtoen benoemd.
Thans is aan de orde de benoeming
van een klokkenist. In verband met het
raadsbesluit van 15 September betref
fende de opheffing van de betrekking
van stedelijk muziekdirecteur dragen B.
en W. ter benoeming tot klokkeniste de
zer gemeente voor, mej. H. L. Klimmer-
boom, zulks met ingang van 1 Jan. 1928
op een jaarwedde van f 300. Omtrent;
het adres van G. C. J. Misset deelen zij
mede, dat de sollicitatiestukken moes
ten worden ingezonden voor 15 Septem
ber, zoodat de sollicitatie van Misset
veel te laat is.
Volgens den heer Doste man is diens
sollicitatie niet te laat, daar er geen op
roeping is geweest.
De voorzitter bestrijdt dat. Verschei-
dene menschen hebben zich na de ge
dane oproeping aangeboden.
De heer Doeleman zegt dat dit niet
was voor klokkenist alléén. Wat B. en
W. toededeelen geldt niet. Er is geen
aparte oproep gedaan voor klokkenist.
Ook dr, van der Kwast is het er niet
mede eens. Spr. vergelijkt deze kwestie
met kop en schotel. De kop is benoemd
en voor de schotel is geen advertentie
geplaatst in de Nieuwsbode.
De voorzitter herinnert aan den toe
stand die wel honderd jaar bestaan heeft,
dat de organist der Nieuwe Kerk tevens
het ambt van klokkenist waarnam, miaar
door 't buiten B. en W. benoemen van
een organist, lag de heele zaak tegen
den grond.
De heeT den Boer betoogt, dat B. en
Wl beter hadden gedaan allebei de solli
citanten op de voordracht te plaatsen.
De voorzitter merkt op, dat het geen
voordracht is, maar «en aanbeveling.
Tot stemming overgaande benoemt de
raad den heer G. C. J. Misset toelt 9 stem
men tot klokkenist. Mej. Klimmerboom
verkreeg 4 stemmen.