Zierikzeesche Nieuwsbode iZEELANDs ROEM !en Excelsior Theebon. VRAAGT abonnement: Woensdag 28 Sept. 1927. zierikzeesche courant, de iooz?gaum', advertentien Inzending Advertentiën binnenland. UWEN WINKEUER DUBBELE WAARDE Uit Stad ©ri Provincie. Pr§» per 8 maanden f 1,80, franco per post ƒ1,80. Voor bet buitenland per jaar f 10, Afzonderlijke nummers 5 cent. Yeraobijnt Maandag, Woensdag en Vrijdag. No. 11600. .-DltMni u j. kosten tsb 18 regels 60 et»., t»b 4 regels ea daarboven 20 ots. per regel. Reclames 30 ots. p. regel. Bij oontraot belangrijke korting. Inzending op den dag Tan uit gave vóór 10 ure. Zij, die zich van af heden op ons blad abonneeren, ontvangen de tot 1 Oct. a.s. verschijnende nummers GRATIS. uiterlijk 10 uur op den dag v. uitgaaf ONS LEVENSPEIL. De vraag", of het gemiddelde levens peil, waarop de volken van Europa op het oogen'blik staan, d. w. z. de vraag, of wij' in het Wiestien onze eischen inzake stoffelijke toe v redig in gs m i d del en zullen kunnen handhaven, is noch bevestigend, noch ontkennend te beantwoorden. De knapste eoonomitat zal ons niet kunnen vertellen, waartoe het samenstel van krachten in het wielvasatr televen in de komende jarletn zal leiden. Maar wèl we ten Wij, hlthams kunnen wij, ook zonder economist te 'zijln, Weten, dat de hand having van Ons levenspeil afhankelijk is van onze bereidwilligheid lot werken. Ar beid, maar Ook alleen arbeid, is bron van welvaart. Het is steeds zoo geweest en het zal ook nimmer anders worden. Zelfs bij eene verdere ontwikkeling van de techniek tot in het oneindige, zal de mensch het grootste deel van zijn krach ten voor hot arbeidsleven moeten bestem men. Immers,: 'elke vooruitgang van tech niek leidt tot uitbreiding van het aantal behoeften. Vrijigekomen ynensehelijke ar beidskracht zal (steeds weer een nieuwe bestemming vinden. Wij' zuilen 'dezen onzen geiachtengang niet theoretisch ïuhdeeren. Het boven staande wilden Wij fevenwei zeggen, naar aanleiding van leen bewering van den En- gelsöhen gedelegeerde PurCell op het jongste I.V.V.-Congres te Parijs. Genoem de vakvereenigingsleider zeide o.m.". „Indien het 'Oosten ier niet in slaagt het kapitalisme te overwinnen, zal de arbeidersbeweging van Europa verstik ken in lellende". De „Maasbode1' noemt, in een com mentaar, dieze bewering een „sombere profetie" en sluit haar betoog met tie opmerking, dat door de Concurrentie van den bruinen en gelen broeder, de blanke voor verlaging vajn het levenspeil zal worden gesteld. Zoo somber is ihet o. i. niet gesteld. Wij öordeeien aldus: Wat Pureell deed opmerken, kunnen Wij o,ok in andere be woording zeggem: Wanneer in Europa de arbeidersbeweging blijft wat zij' is en naasst versterking van materiëele eisehen, vermindering van arbeidskracht bepleit, zal op den dUur het Oosten even snel in welvaart toenemen als in het Westen de welvaart afneemt. Maar wan neer het Westen ,op' de daden van het Oosten .antwoordt met daden, zal in lie toekomst blijken of .een historisch ge groeide samenleving, vol levenskracht en levenswil het moet afleggen tegen ras sen, die zonder die Westersche samert_ leving niet tot ontwikkeling kunnen ko men. (Wanneer het Westen aan den arbeid gaat, wanneer denken en handelen Weer beheersCht worden door ons levenspeil op te voieren, is er.... igeen vujltje aan de lujcht. Maar ook alleen onder deze voor waarde. Wordt er niet aan voldaan, dan zal Purcell's profetie verwezenlijkt wor den, in dien vorm, dat het Westen in ellende zal verstikken. Er kan o. i. niet te dikwijls en niet te nadrukkelijk hierop gewezen worden. met bon van ELKERZEE. Een ipaard van de geb'r. De Vrieze was in een sloot terecht geko men. Een gewone methode om1 zoo'n dier uit zijn benarde positie te verlossen, is het te verbinden aan een wagen met twee paarden en het aldus op het droge te halen. Maar bij het aantrekken schoot de halster over den kop van het beest met het gevolg, dat de lus van den hal ster de bovenlip voor een groot deel afknelde. Het paard kwam wel uit het water, maar leed veel pijn en had heel wat bloedverlies. Of het behouden kan worden is nog een groote vraag. THOLEN. Zaterdagavond vervoiegde zich in den Winkel van P. Geluk een ker. miskoopnian, welke een 'pakje sigaretten te koop vjnoeg en betaalde met een toe gevouwen i lObiljet. Hij ontving f 9,70 terug en rende 'direct de straat op, waar door de Winkelier argwaan koesterde. Het 'biljet 'bleek slechts een reclame-bil jet van f 10 t e zijn. Ofschoon de politie direct ingreep, was de dader reeds over het veer vertrokken. Bij' het graven der rioleering op de Botermarkt werd een volledig geraamte gevonden. Spoedeischende Gemeenteraadsvergadering van Zierikzee, gehouden op Maandag 26 Sept. 1927, des namiddags 2 uur. ZIERIKZEE. Na afloop der algemeene vergadering van het Waterschap Schou wen werd Maandagmiddag door het ooi lege van hoofdingelanden de navolgende voordracht opgemaakt ter voorziening van de nw)t 1 Nov. vaceerende betrekking van voorzitter van het waterschapsbe stuur: 1. S. J. Gast, 2, W. G. Boot en 3, J. Klompe. Hetzelfde college stelde de volgende candidaten voor de vacature-heemraiaid, ontstaan door de periodieke aftreding van detn. heer W. G. Boot: 1, W. G. Boot; 2, J. Steur en 3, J. Smallegange. In deze tijden, nu ook de tuinbouw en met name de groenten- en fruitcultuur met groote moeilijkheden te kampen heeft meent het Centraal Bureau van de Veilin gen. in Nederland niets te mogen na laten om de Nederlandsche bevolking aan te zetten tot gebruik van producten van eigen, bodem. Tot dit doel verspreidt het bureau ge heel gratis reclameplaten van groenten en fruit, ter beschikking van de winke liers, benevens receptenboekjes voor het publiek. Van deze receptenboekjes is een oplage gedrukt van een half millioen, die bij de leveranciers van groenten en fruit gratis te verkrijgen zijn. Deze han dige boekjes bevatten voor de huisvrouw waardevolle gegevens voor 't klaarma ken van groenten en fruit. DE ZOMERTIJD. We herinneren er aan, dat de Zomer tijd in den nac'ht van Zaterdag op Zon dag a.s. hier te lande eindigt. Voorzitter, de 'burgemeester, mir. A. J F. Fokker van Crayesteyn van Rengers- kerke- Afwezig de heer van Schelven. De voorzitter deelt den Heden mede, (dat deze vergadering Ib'ijfeen geroepen is oip Voorstel van eenige raadsleden, naar aan leiding van de door den heer de Broe- kert aan B. en W. gestelde vragen. Deze vragen luidein als volgt: 1. Is het B. en Wt bekend, dat de in de pijlers aange brachte 120 ijzeren staven onderbouw brug Zuid-Havenpoort, met de stelling hiervan, een dusdanige vergissing heeft plaats gehad, dat afbreken van het met- eiwe'rk tot een diepte van. V/2 M. nood zakelijk is geworden? 2. Zijn B,. en W|. van oordeel, dat bij1 het herstellen dezer fout, nog kan gesproken -worden van eep werk, dat den naam kan dragen van soli diteit? 3. Komt het B. en W. niet ge- wenscht voor, ter voorkoming van erger, alvorens tot wederopbouw te beginnen, het advies wordt ingewonnen van een alleszins bekwaam m!an op het gebied van bruggenbouw1? 4. Kunnen B. en W-. m'if miededeelen aan wien de schuld' te wijten is en voor wiens rekening de klos ten, welke hierdoor ontstaan, zullen ko men? 5. Zijh B-. en W. wel voldoende doordrongen van het feit, welk een na deel hieruit "zaL voortvloeien voor Han del en Landbouw, nu in dezen tijd van het drukste vervoer, alles moet geschie den via het Sas en de oplevering van het werk veel langer op zich Zal laten wachten dan aanvankelijk werd gedacht? 6. Herinneren B. en W. zich nog de vraag, welke gesteld werd in uWe vergadering van 22 Maart 1927 en is uw college niet van oordeel, diat hiermede meer reke ning had moeten gehouden worden? De heer de Broekert wenscht de vra gen niet verder toe te lichten, waarna de voorzitter tot (beantwoording over gaat. Op vraag 1 antwoorden B. en W. dat dit feit hun inderdiaad Ib'ekend is- Wat de vergissing betreft, hierop ant woorden B. en W., dat de zaak eenvou dig zoo is, dat de staven te hoog zijn vast'gemJetsteld, zoodat er geen speling was. De monteur van die firma Braait had zoodoende bezwaar om het bloven- stel op een dergelijke manier op te zet ten. Toch had dit wel gekund, maar dan had het meer geld en tijd gekost. Op vraag 2 kunnen B. en W. volmondig ja antwoorden. Vraag 3 beantwoorden B. en W. ontkennend. Biiji vraag 4 willen B. en W. opmerken, dat er niet gespro ken kan worden van schuld, maar wel van vergissjng. B. en W, laten in het mid den of deze te Wijlten is aan den ge- meente.toouwmeester of aan een ander. Ook de kwestie van de (kosten wenschen B. en W. voorloopiig nog in het midden te laten. Bi. en W. zijln het wel eens met de 2 laatste vragen. Deze toestand levert wel degelijk nadeel op voor landbouw, handel enz. De voorzitter deelt verder mede, dat er absoluut geen gronden toe. staan voor de (onzinnige verhalen die in de stad over de brug ld© ronde doen alleen de staven hadden lager moeten I zijn, zoodat de moeren 'geimlakkelijker had den kunnen worden bevestigd. Aan ,de pijlers mankeert absoluut niets. De heer de Broekert zegt, dat deze vergadering onnoodig had geweest, indien B. en W. zich de moeite hadden getroost om in de laatste vergadering een bevre digend© oplossing te geven. Spr. heeft deze vragen schriftelijk gesteld, omdat hij weet, dat aan het bijeenroepen van een vergadering kosten verbonden zijn. Dat B. en W. en de meerderheid van de 'commissie van fabricage gedurende de laatste weken zoo weinig aandacht aan dat werk geschonken hébben, vindt £pr. te bejammeren. Hoofdzakelijk 'gaat het bij hem echter om vraag 3 (zie boven). Op het eilanti zijln wel bekwame mannen te vintien als -door spr. bedoeld worden. Hij is voorts 'de meening toegedaan en werd daarin ook versterkt door deskun digen op dit gebied, dat, (indien men het werk ig.aiat herstellen» zooais men 'dit aan vankelijk voornemens wias, dit knoeiwerk is 'en blijft. Spr. gaat inog eens terug naar de vergadering vain 22 Maart j.l., w'aar het besluit (genomen werd om de op dracht tot het maken van de brug bui ten de Zuidhavenpoort te verleenen aan de firma Braat te Rotterdam', als zijnde de laagste i\nsöhrljv(er, voor de totale som van f 30.900, dus b'ijtna een bedrag va,n f31000, hetwelk men niet'te gering moet achten. In bedoelde vergadering voerden verschillende hoeren het wo,ord en spr. had het over de controle, die toch serieus had moeten geschieden voor een werk waarmede zulk een groot be- üdr ag gemoeid was. Wanneer iemand daar voor niet de bekwaamheden bezit, hoeft men hem dat nog niet euvel te duiden, maar als men het niet weet en men doet alsof men het Wei! weet, dan ziet men gebeuren Wa:t nu hier het geval is en hadden We verlost gebleven van al die zichtblare ellende, met ia|l den aankleve van 'dien. Spr. b'l'ijft het verder ernstig betreuren, dat men veel te ïaiat begonnen is en bovendien, dat B. en W. niet ge zorgd hebben, dat tie termijn van ver- keersstrem'ming de 6 Weken niet zou overschrijden. Men zegt wel, dat de brug half O'Ctolbier gereed zal zjijn, maar dat kan spreker niet igeloovein. Nog Wel 6 weken zullen voor de openstelling heen gaan. Die voorzitter heeft in een vorige vergadering dien heer Versteeg geant woord, dat er (op gerekend was, dat een deel wordt afgebroken en verzwaard. Was bef nu 'werkelijk niet de bedoeling, vraagt spr. om iaf ite breken tot de fun deering en deze te verzwaren en niet, zooals gebeurd is, nieuwe stukken tegen de oude aan te plakken? Deskundige? verklaren unaniem, dat het Werk in zijh geheel absoluut niet deugt: nieuw werk tegen oud voegt niet saam; de verbin ding ontbreekt absoluut. In idsze meening is spr. nog versterkt door de verklaring van het lid van Fa bricage, dhr. Panny, die spr. op een desbetreffende vraag antwoordde: Het 2!du mijn werk niet zijn, In de vergade ring van. 6 Sept. kreeg spr. ten antwoolrd dat 'het goed verankerd was, uit welk antwoord b'leek, dat het werk goedge keurd was. Spr. zou willen vragen: Wiojr- den we nu heelemaal buiten de zaken gehouden? Miji werd altijd geleerd, vervolgt spr., dat ankers dienen om een werk te steu nen maar niet om een hoofdrol te spelen en wanneer men nu zegt: het is goed verankerd en de muren moeten hierbij reeds hun steun en kracht zoeken, dan verklaar ik, dat het werk knoeiwerk is. Voorts heeft spr. nog deze vraag: Is een onderzoek ingesteld naar de soliditeit der fundeering of is de bijmuur ge plaatst op de rand van de oude muur. Deskundigen beweren dat het gevaarlijk is als men die groote gaten tot een diepte van 1 ein ll/2i M. dicht gaat lappen, waa,r door bovendien de buitenzijde van de muur totaal verknoeid wordt. Opi spjrje kers vraag, of de zaak nog in orde kan komen, antwoordde de monteur, die kwam kijken of alles in orde was en tot deze treurige ontdekking kwam, kort en bondig: neen. Later heeft men nog ge poogd om de staven met een zuurs tol apparaat warm te maken en zoo te bu:- gen, maar na het bezoek van een hoogere chef is toen het werk, zooals men dat nu zoo ziet, begonnen. Spr. zegt ten slotte dat hij zich niet verantwoord acht zoo in zee te gaan en hij doet het voor stel om onmiddellijk het metselwerk te doen onderzoeken in den toestand zoo als het nu verkeert, door een bekwaam Waterbouwkundige en het rapport binnen enkele dagen in te dienen. De heer Panny wil niet heelemaal in gaan. op al hetgeen de heer de Broekert naar voren heeft gebracht. Hij wil het bij eenige algemeene beschouwingen la ten. Hetgeen gebeurd is, vindt spr. ook te bejammeren, maar men moet niet ver geten dat ieder wel eens een fout kan maken, ook de waterbouwkundige amb tsnaren, waar de heer de Broekert zoo mee weg loopt, en ook de ingenieurs van de firma Braat. Spr. vindt de fout des te betreurenswaardiger, daar hij den bouwmeester en den aannemer van te voren nog gewaarschuwd heeft •tegen het geheel vastmetselen van de bouten. Te genover de Commissie van Fabricage be kende /Ie bouwmeester volmondig, dat de fout bij hem ligt en dat hij te moedig en te brutaal is geweest, door te zeggen dat de bouten goed zaten. De Commissie heeft daarna Zelf nog eens bij het werk wezen kijken. Volgens spr. is de zaak echter gemakkelijk te herstellen, nl. door een deel schuin in verband met boven af te breken en niet li/gl M. diep en op de hoeken met ankers te versterken. Wat het metselwerk betreft, dat durft sp(r. gerust solide te verklaren, voofjal wat de gebruikte materialen betreft. Al zou spr. zelf het werk anders uitgevoerd heb ben, dit neemt niet weg dat het nu toch goed in orde kan komen. i De heer de Broekert is den heer Panny dankbaar voor zijn parlementairie wijze van spreken. Men moet niet vergeten, dat spr. er als leek tegenover staat. On gelukkig vindt spr. het dat het advies van dhr. Panny niet is opgevolgd. Vol gens spr. kan men in het vervolg de ver schillende commissies dan wel opdoeken. Men taioel niet uit het oog verliezen dat er op kosten van de gemeente gewerkt wordt >en dat hij er zelf hoegenaamd geen voordeel bij heeft. Spr. handhaaft zijh meening dat de brug binnen de eerste 2 maanden niet klaar zal zijn. Boven dien wordt de nieuwe brug zwaarder en ide fundeer ing zal niet bestan^d zijn tegen de zware lasten zooals bieten- voeren. Men kan gerust een 2de persoon er bij nemen, even als bij de gasfabriek. De voorzitter vindt, dat de heer de Broekert groote woojrden gebruikt, die niet op' hun plaats zijn en waarop hij geen recht heeft. Het gebeurde is gewoonweg een vergissing van den gemeente-bouw meester en men moet niet gaan spreken van knoeiwerk. Het zit hem alleen in de 84 staven. De fundeering is voldoende onderzocht en gepeild en in de beste orde bevonden. Een waterbouwkundig ambtenaar acht spr. niet noodig, daar deze toch geen verstand van metselwerk heeft. De Commissie van Fabricage heeft het (metselwerk goedgekeurd en daar moeten we op vertrouwen. Neemt de raad een besluit zooals de heer de Broe kert het voorstelt, dan veroorzaakt dit weer een uitstel van eenige weken, ter wijl 'we er nu metï 1 of 2 (weken afkomen. De heer de Broekert: Dat gelooft U zelf niet. De heer Versteeg was vroeger ook ge rustgesteld door B. en W. en Fabricage, maar nu heeft hij de meening van eenige vaklui gehoord en deze verklaarden het metselwerk prutswerk. Spr. zou van de firma Braat een schriftelijke verklaring wenschen dat zij de verantwoordelijkheid hiervoor op zich nemen, dat de brug op die pijlers kan blijven. De voorzitter merkt op dat de firma Braat met den onderbouw niets te maken heeft. De heer de Broekert weet niet meen wie van de deskundigen hij gelooven moet: de heer Houtkamp of de heer Panny. Zij verklaren ieder iets tegenove^- sstelds. De voorzitter zegt dat djt 'niet zoo. is. Dhr. Panny kan zich nu \best met den, bouwmeester vereenigen. De heer Panny bevestigt dit. !Het gaat bij hem uitsluitend over de (pianier van bouwen en niet over de (kwaliteit van -de steen enz. De heer Doeleman yerklaart er als leek geheel buiten te staan. De heeren de Broe kert en Versteeg hebben van 'vakmenschen gehoord dat het werk niet Igoed is. Spr. zou daarom wel eens namen (willen hoe ren. De voorzitter zou hiervoor even een geheime vergadering kunnen voorstellen. D-e heer de Broekert zegt geen missie te hebben om namen te noemen. Bovendien wordt er wel eens geklapt uit een geheime zitting. Wel wil spr. zeggen dat het geen concurreerende inschrijver was. Weth. Koopman is ook niet deskundig, maar hij durft gerust op het oopdeel van den heer Panny te vertrouwen. Als de heer de Broekert er een waterbouw kundig ambtenaar bij wil halen, is dit een bewijs dat hij dhr. 'Panny niet ver trouwt. Spr. heeft de overtuiging ldat Fabricage in deze zoo actief mogelijk zal zijn, maar van te voren kon zij niets doen, daar zij nergens van af wist. De gem.-bouwmeester is te vlug geweest, maar nu tracht hij zijn fout zoo spoedig mogelijk weg te maken. De heer de Broekert herhaalt, dat de heer Panny gezegd heeft, dat (het Zijn werk niet zou Zijln. De heer Quant zegt, dat, als hij gewe ten had, wait hij nu (weet, bij het verzoek schrift om te vergaderen, niet had on derteekend, maar tevoren Wist hij' ner. gens van. De architect had z. i. moeten waarschuwen. Nu ben ik echter tevreden, besluit spr. De heer Versteeg verduidelijkt het door hem gesprokene. Hij vindt 't echter jam'mer, dat, hoewel we nu een goede toestand krijgen, er weer 8 dagen verloou pen zijln, waarin men beter werk had kunnen doen. De heer de Broekert is dit eens met den heer Versteeg. Het werk in massa is igeen knoeiwerk, maar spr. voelt zich niet gerust. De heer Catshoek zégt, er in tegen stelling met den heer Quant geen spijt van te hebben, %dat hij aan het bij eenroepen dezer ^vergadering heeft mee. gewerkt. We bereiken er ten eerste mede, dat de commissie van Fabricage wat meer actief wordt en ten 2e dot er betere maatregelen genomen worden. Voor spir, blijft er echter maar eene groote kwestie ov(er: De fundeerinjg van de pijlers is destijds berekend op de draagkracht vian de oud© 'brug. Nu wordt de brug echter aanmerkelijk verzwaard en ook de lasten. Spr. kan zich echter nu niet voorstellen, dat die oude fundeering toch nog solide zal b'lïjken te zijn. Daarom vindt spr. het niet kwaad, dat er hieromtrent nog eens een ander geraadpleegd wordt. De wei nige kosten hiervoor wegen ruimschoots op tegen het feit, dat men later zou komen t© staan vöor verzakking of scheu ring. Dan zou men weer geheel nieuwe pijlers noodig hébbén en zou de bezui niging vian nu zich later wreken. Ook zou spr. gaarne eens een oordeel van een bevoegd persoon hooren over de ondergrond van de pijlers. Voorts steit spr. de Vraag hoe groot de meerdere kosten zijn, die het herstel vorderen. Z. i. kan de voorzitter die gerust noemen. De voorzitter merkt op, dat de heer Catshoek begint met mosterd na den maaltijd. Men behoeft nu de pijlers niet meer te laten onderzoeken, dat had vroe ger mö©!en gebeuren. Als men dit nu ging doen zou de zaak in de war loopen. De gemeen teJbbuwhieester heeft reeds in het begin peilingen verrecht, waarna hij! ver klaarde, dat de p alien sterk genoeg waren, ev©najs de pijlers. Bij de kaaimuren heeft men een dergelijk (geval: Die rusten allen op oude palen en kunnen toch de nieu we last©n dragen. Wat de meerdere kos ten betreft, deze zullen vermoedelijk on geveer f 600 bedragen. Voor wiens reke ning die zijn, kon spr. nog niet zeggen. De heer van der Kwast betuigt ook z'ijn voldoening over deze vergadering. Spr. maakt echter de opmerking, dat indertijd toegezegd is, tlat het ingenieurs, werk zou zijh, buiten den bouwmeester om, waardoor de zaak goed in orde zou komen. Bij' het leveren moet men natuurlijk ook met de fundeer ing reke. ning houden, zegt spr. De heer den Boer zou de zaak willen vereenvoudigen. De persoon of de firma, die de 'bovenbouw moet uitvoeren, zou eenvoudig moeten verklaren iof hij het aandurft de brug op dezen onderbouw te plaats©n. Verklaart deze van wel, dan kunnen We gerust zijd. Spr. acht het ook overbodig 10m er nog iemand bij te laten komen. Durft de betrokken persoon of firma het niet aan, dan is dit een bewijs dat de fundeering en de pijlers niet deu gen. Men gaat nu allerlei fouten opsom men, maar we hebben nu alleen te ma ken met de 'boven'bouwer. De heer panny zegt, dat de fa. Braat de tooven'bbuw heeft en niets te maken heeft m(et onderbouw'. Spr. heeft ook van den gemeente-bouwmeester gehoord, dat de ondertouw igoei is. Het verwijt, dat de 'Commissie van Fabricage niet ac tief is, acht spr. onverdiend. Toen de vergissing bekend was, 'was spr. juist uït- stediig, maar direct na zijh terugkomst heeft Fabricage vergaderd en den bouw meester om inlichtingen gevraagd. De heer de Broekert is het eens met dhr. Panny, dat de firma Braat niets met den onderbouw te maken heeft, maar men kan wel degelijk alles afbreken, al wordt beweerd van niet. Beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald, zegt spr., die toch bij zijn meening blijft, dat er een deskundig© aan te pas moet komen. Dr. van der Kwast schijnt de schuld op den aannemer te willen schuiven, maar dien kan men niets verwijten; de schuld jigt bij hem, die de leiding heeft. De voorzitter zegt, dat deze vergade ring feitelijk niets met dezen heelen on derbouw uit te staan heeft, wel met de boi- venbouw. Als (we de pijlers moesten laten onderzoeken, zouden we een groot af- dammingswerk krïjlgen en (bovendien heeft de gemeente-bouwmeester ze goedge keurd. De heer Panny Iweet (niet hoe tie onder bouw er uit ziet, maar hij herinnert er aan, hoe stevig indertijd de ondertouw van het Sas was. We kunnen Igerust aan nemen, dat de ondertouw van de brug Oven solide is, daar deze uit denzelfden tijd stamt. Wethouder Koopman zegt nogmaals, dat de Commissie van Fabricage geheel onschuldig is. Hij1 deelt verder mele, idat de bouwmeester hem medegedeeld heeft, dat er op zware lasten gerekend is. Die heer v. d. Kwast komt op tegen, de bewering Van dhr. de Broekert als zou 'hij verteld hebben, dat v. Velthoven de schuldige is. Spr. vraagt zich alleen af: Is de brug stevig genoeg en geschikt? Is dit waar, dan vindt spr. alies goed'. Als de onder- en bovenbouw niet aan elkaar sluiten, zïjn er 2 schuldigen, n.l. de gemeente-bouwmeester en de boven- b|ouweir. De voorzitter izegt, dat de gemfeente- bOuWmeeS'ter eerst overleg had. mioeten plegen njet den fcovenbouwer, maar deze kwam te laat ihier. Hij! Wilde de zaak op tijd klaar krijgen en is toen wat voor barig igeweost. De heer de Broekert handhaaft zijh voorstel (om ie©n deskundige aan te stel len, hetwelk door B. en W. wordt ont raden. Daar het voorstel 'door geen der leden ondersteund wordt, Wordt het niet in stemming 'gébracht. Voordat de rondvraag aan de beurt is, deelt de voorzitter mede, dat 'door hem een brief is ontvangen van Gedep. Staten omtrent het besluit van 6 Sept. betref fende de leening voor de gasfabriek van f 23000 en de leening voor de brug ven f 30900. Gedep. Staten achten het nood;®

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1927 | | pagina 1