Zierikzeesche Nieuwsbode
B IJ VOEGSEL
Uit Stad en Provincie.
FEUILLETON.
Een wanhopige keuze
behoorende bi] de
van Maandag 21 Maart 1927, no. 11520.
THOLEN. Gemeenteraadsverg. van
Woensdag 16' Maart. Voorz. Mr. A. J.
van der Hoeven. In behandeling komt een
door de heeren Quist, Goectegebuure en
Jansen ingediend voorstel, tol intrekking
van een raadsbesluit d.d. 11 Maart '27,
betreffende het geven van opdracht tot
(Uitvoering van den bouw eener kademuur.
De voorz. zegt met verwondering kennis
te hebben genomen met het schrijven van
bovengenoemde heeren- Hij stelt er prijs
op, alvorens tot behandeling, over te) gaan,
een en ander omtrent een dergelijke me
thode van werken op te merken. Hoewel
een aantal van drie raadsleden overeen
komstig de gemeentewet het recht heeft
een vergadering van den raad te doen
bijeen roepen, is het echter nooit de be
doeling van den wetgever geweest, dat
raadsleden van de bevoegdheid gebruik
zouden maken, om een aangelegenheid,
die tot tweemaal toe volledig in den
raad is behandeld en waaromtrent met
alg. st. een besluit is genomen, voor de
derde maal te doen behandelen met het
kennelijk doel tot intrekking van een ge
nomen besluit te komen. Een dergelijke
methode van handelen verlamt noodwen
dig elke poging tot vruchtbare samen
werking omdat daardoor alle eenmaal
genomen besluiten en tenminste de ge
heel© geim.-huishouding op losse schroe
ven wordt gezet- Voor 'n dergelijke wijze
van doen past en bestaat slechts ééin
qualificatie: ze is in wezen revolutionair.
Een dergelijke wijze van handelen onder
mijnt het gezag en het prestige van het
hoogste regeeringslichaam in de gem.
en den raad zelf. Een dergelijke wijze van
doen blameert ook de leden van' den raad
die tot zulk een daad medewerken, per
soonlijk. Immers mag men veronderstel
len dat een raadslid, dat na volledig te
zijn ingelicht en na de gelegenheid te
hebben gehad tot tweemaal toe omtrent
alle punten, wenschen en verlangens te
kennen te geven zijn stem uitbrengt, dit
niet klakkeloos doet, doch well en gemo
tiveerd. Spr. meende goed te doen de hee
ren in het kort zijn zienswijze mede te
deelen en hij hoopte, dat zij speciaal
dezen middag hun gezond verstand zul
len laten spreken en geen overhaast be
sluit zullen nemen, he|tgeen ten nadeele
van de gemeente zou zijn. De heer Goe-
degebuure zegt, dat toen eenmaal het
raadsbesluit in de vorige vergadering was
genomen, men eerstdaags daarna tot de
overtuiging kwam, dat wel prijsopgaaf
was gevraagd, doch dit niet was gebeurd
bij mensehen te dezer plaatse. Toen hem
daarna gevraagd werd, wist hij nergens
van en kon geen afdoend antwoord ge
ven. Gezien dit Mt was deze vergade
ring aangevraagd, omdat ook de ingeze
tenen in de gelegenheid moeten worden
gesteld naar een werk in de gemeente in
te schrijven. Hij hoorde gaarne van den
voorzitter met welk recht hij alzoo. heeft
gehandeld, daar de gemeentewet alleen
spreekt van aanbesteding en geen enkel
punt zegt, dat dit kan gebeuren, zoo als
nu met Vriens uit Breda. Heit is gemeente
belang de werken publiek te besteden
en daarom mag dit althans niet' voor zoo'n
bedrag onderhands geschieden en dient
dit te worden gepubliceerd in de Aan
nemerscourant en andere bladen- Nu is
geen enkel ingezetene gevraagd in te
schrijven, wat zeer onrechtvaardig is- en
onbedacht. Nu kwami hij hedenmiddag bij
inzage der stukken tot de conclusie dat
het werk reeds was gegund- Hij vroeg
verder of dit kan en mag gebeuren zon
der goedkeuring van Geri. Staten, Hij
gelooft niet dat zij zoo'n handelswlijzö
goed zullen keureta. Spr. kan 'met der
gelijke handels wijzlein van B- en W. niet
meegaan. De heer Moelker zegt, dat hij
in de vorige vergadering heeft gevraagd
door
MARIE CORNER LEIOHTON.
HOOFDSTUK XVII.
Het complot.
19
„Het is nu tijd", zei Joan Tempest tot
Stephen Blacklock, op een middag, on
geveer zes weken na de verdwijning van
Malcolm King, terwijl ze 'rusteloos heen
en weer liep' in de saLon van Deep Deen
House. „Morgen gaat ze naar Blythswoiod,
dus 'mloet je vandaag maar met haar
spireken".
„Wat denk je, dat ze zal zeggen?"
vroeg Blacklock met een trillling Ln zijn
stem, terwijl een donkere blos zijn knap
maar schurkachtig gelaat overtoog.
„Ik denk dat ze „Ja" zal zeggen»', ant
woordde Joan Tempest- „Ik heb alles,
zooveel als in mijn vermogen ligt, voor
bereid. Ze weet, dat ij gaarne zou zien,
dat ze je aanneemt en ze houdt genoeg
van me om daarmede rekening te houden
nu Malcolm1 King van het toon-eel ver
dwenen is. Ze gelooft, dat hij van alle
eergevoel is ontbloot en haar inwendige
of er meer inschrijvers waren- Indien
de heer Goedegebuure het noodig had
geoordeeld, haf hij toen moeten optre
den, maar niemand heeft dit punt nader
naai" voren gebracht en was er over ge
sproken, dan was het besluit misschien
anders geweest. Hij kent niemand hier in
Tholen die een specialiteit is in beton
bouw, anders had hij zelf dit wel naar
voren gebracht. Ook was het de plicht
geweest van de ambachtslui dat zij, toen
zij de raadsvergadering zagen aangekon
digd in de „Th. Courant", bij B. en W.
inlichtingen vroegen. Hij is er even
wel sterk voor, dat indien miein het hier
kan uitvoeren, het werk in Tholen blijft.
Als wij echter overgaan het werk Vriens
op te zeggen, zal hij de gemeente zeker
in gebreke stellen en schadevergoeding
vragen, wat wij beslist zullen moeten
geven. Spr. heeft al eens meer toege
stemd tot het aangaan van een procedure,
doCh raadt dit den raad af, daar wij hier
de verliezende partij zullen zijn. Hij zag
evenwel gaarne dat B- en W. in het ver
volg ieder in de gelegenheid stelde in
te schrijven. Als men meent dergelijk
werk te kunnen uitvoeren, moet de aan
nemer ook de volle verantwoordelijkheid
dragen. De heer Quist acht het een vreem
de wijze van aanbesteding, en gelooft- niet
dat deze volgens de gewoonte en wet
is, daar alleen werken beneden f 50 on
derhands gegund mogen worden. Wal
pot heeft reeds honderden M3- 'beton
gemaakt en zou nu alleen Vriens ui't
Breda het maar kunnen?
Hij vindt het verschrikkelijk, dat eigen
burgers worden achteruitgezet bij vreem
den. Die heer Jansen is het niet eens met
den heer Moelker dat hier zulke beton
werken niet kunnen worden uitgevoerd.
Men 'moet maaT eens zien of de door
Walpot gezette muur aan de kleine kade
niet goed is. Hij acht het' 'beter, dat waar
nu werkloosheid heerscht, de gemeente
het in eigen beheer .had gedaan, onder
een goede opzichter. Hij heeft ook zijn
naam' onder het verzoek gezet, maar dit
alleen uit den aard der liefde, tegenover
den burgemeester, opdat hij voortaan
voorzichtiger zou doen. Hij vraagt ver
der, of dé burgemeester soms onder den
opzichter staat en of hij daarom niet
doen kan wat hij wil?
De voorzitter vraagt wat de 'bedoeling
van den heer J. is? Hij zegt nogmaals ,uit
iiefde deze vraag te doen en dit gezegd
te hebben omdat hij het niet begrijpt dat
zooiets is gebeurd- De heer Moelker komit
terug op het gezegde van den heer Jan
sen. Deze doet het voorkomen of hij de
vaklui hier diskwalificeert. Hij heeft niet
gezegd, dat men in Tholen geen beton
werk kent, maar dat hier geen beton-
mpij. gevestigd is. Hij zou wel eens aan
getoond willen zien wie hier een specia
list is in 'betonwerken?
De heer Braai zegt, dat Blaas en Wal
pot ook de betonwerken uitvoerden aan
de waterleiding, wat toch ook goe,cï is
gegaan. Hier zijn dus wel terdege men-
schen voot. De heer Quist zegt, dat vol
gens de heer Moelker het hier alles on
kundige mensehen zijn en zoo stom als
een os. Het gaat hier om, waarom net
werk niet publiek is aanbesteed? Nu is
het teen groote. flater- Weth. Goossen
mérkt op, dat hij met verbazing} de heeren
heeft hooren spreken .over deze zaak'.
Waarom' hebben zij dit Vrijdag niet ge
daan. Toen spirak niemand, zoo-fat het
mosterd na den maaltijd is. Hij begrijpt
echter Wel, dat dit niet uit eigen koker
komt, maar hier zitten derden achter- In
dien men Vrijdag had gesproken was het
anders geweest, doch toen hebben allen
voot gestemd. Hij acht deze wijze van op
treden belachelijk voor het publiek en
niet in het belang der gemeente. Men
was „mannen" geweest dit Vrijdag te
berde te brengen, doch nu is het te laat,
daar Vriens uit Breda het gelgun-d is-
Hij waarschuwt verder dit raadsbesluit
niet te verwerpen, daar dit de 'gemeente
duur te staan zal komen. De heer Goede-
igebure zegt, dat de heer Moelker straks
beweerde, dat hij Vrijdag, toen hij sprak
voor werkverschaffing, had moeten spre
ken. Hij had toen hierin geen erg en
meerderen met hem- De menschen uit
Tholen had men ook moeten kennen en
waar alles gaat volgens de A-H. en goede
•afschuw over zijn gedrag doodt de diefde
voor hem in haar."
Op' het gelaat van Stephen Blacklock
verscheen een wreede, voldane uitdruk
king.
„Ik 'heb dat spelletje- met succes ge
speeld", zei hij. „In het geheel heb ik
zes brieven gezonden, alle zoogenaamd
van Maleolnr King en in elkeni brief toon
de hij zich een grooter schurk dan in
den vorigen. In den laatsten heb ik hem
iaan haar iaten vragen om naair zijn schuil
plaats te komen en daar met hem te trou
wen. Ik heb haar een adres gegeven,
waar ze het antwoord heen moest zen
den en ze heeft teruggeschreven, dat,
hoeveel ze ook van hem had gehouden,
ze nooit met iemand van zijn karakter
zou kunnen trouwen."
„Dan zou je niet veel kans hebben,
wanneer ze jouw verleden kende", merkte
Joan Tempest op mét een hatelijk lachje.
„Ik veronderstel van niet", antwoord
de Blackloök.
Toen keek hij naar de knappe, statig®
vrouw voor hem met een eigenaardige
uitdrukking in zijn oogen-
„Wat zou ze wel zeggen, indien ze het
jouwe kende?" vroeg hij. Een oogenblik
verscheen er een uitdrukking van schrik
in de mooie oogen van Joan Tempest.
Ze strekte haar hand uit midt een ge
baar, dat hem1 deed zwijgen-
„Dat doet niet ter zake", zei ze scherp.
„Wat jein de eeirste plaats dient te dóen
is mij te beloven, dat, wanneer je Clara
trouwt, je met geen woord oiver het
borgen, had dit best in orde gekomen.
Vrijdag is wel gezegd, dat meerdere
prijsopgaven waren ingekomen, doch niet
dat er geen uit de gemeente waren. Hij
beweert, dat volgens art- 142 der ge
meentewet dit werk niet uit de hand ge
gund mocht worden en dat art- 194
spreekt van de goedkeuring van een on
derhandsche aanbesteding, door Ged- Sta
ten. Hij vraagt verder of Ged. Staten
reeds dit besluit hébben goedgekeurd en
het hen is medegedeeld, dat het niet pu
bliek is gebeurd?
De heer Quist mérkt op, dat: wethouder
Goossen naar hem' toeslingert, waarop* de
voorzitter hamert en 'zegt dat Quist niet
'beleedigeind (mag spreken- Dhr. Quist zegt
verder: Nu hij was ook nog al lieftalJHgi,
en waar de leden allen zonder uitzonde
ring Vrijdag hebben geslapen, zijn ze
toen in den arm genomen. Wat 'betreft
de bewering, dat G. St. toestemming moe
ten verleenen, daarmede is de voorzitter
het 'niet eens, daar op de begrooting een
IpiOiSt van f 10000 voor dit werk is uitge
trokken en bereids' door Ged. Staten is
goedgekeurd. Er is toen niet geztegld hoe
B.. en W. dit werk moesten uitvoeren. B.
en W. hébben geineend in het belang te
handelen met het werk aan Vriens, als
zijnde de laagste inschrijver, f1300 be
neden de begrooting te moeten gunnen.
Spoedige uitvoering le^k hun het ge-
wensehfe toe. Toep cpk deze. post op
de begroeting is goedgekeurd door den
raad, is geen enkele op- of aanmerking
gedaan, dat ook ThoiolsChe menschen dit
werk kenden. B. en W. hebben gemeend,
omdat het werk is voor speciale beton
constructie, hiervoor opgave :te- vragen
bij le klas Mpijen zoodat een firma uit
Rotterdam, Amsterdam, Leiden en Breda
opgave hebben verstrekt en omdat men
zulke mpijen hier niet heeft, is ook' hier
niet gevraagd- Hij acht ook eenj procedure
indien Vriens werd op'geiz'egd, niet ge-
wensoht, daar de gemeente de verliezen
de partij zou zijn. Ook acht hij het ige-en
gemeentebelang alles publliek aan te be
steden, daar het dan wed eens kon ge
beuren dat alles naar buiten gaat- Steeds
hebben B- en W. onderhandsche prijsop
gave gevraagd bij de ambachten en zoo
is ook het wérk van den duiker gegund
aan Deurloo én daarover is niets gezegd,
wat toch ook onderhands is gebeurd. Bij
hem' is nooit een aanmerking ingekomen
over deze handelwijze. Hij zegt evenwel
toe naméns B. en W. dat voortaan bij
onderhandsche aanbesteding, voor een
flink bedrag, de raad zal worden ge
vraagd of zij in de onderhandsche gun
ning berust- Waar reeds hèft bericht is
verzonden aan Vriens van gunning en
Zijn dank is ingekomen, acht de heter
Goedegeburei het niet meer in het belang
dit 'besluit in te trekken, daar het nu
toch tij laat is. Hij isc evenwel ingenomen,
met de toezegging van B- en W. Het
verwondert hem' evenwel -dat Ged. St.
nu niets meer met deze zaak hebben te
maken en zégt nogmaals dat het; in strijd
is mét de gemeentewet. Waar Walpot-
ook degelijk betonwerk levert, had men
het hier» eerst moeten vragen en het
maar niet moeten gunnen, omdat Vriens
nu f 1800 beneden de begrooting is. De
vooTZ. zegt, dat door goedkeuring der
begroeting, Ged- Staten zij ook permisise
gaven voor dit werk, zoodat niets in
strijd is met de wet, B. en W. hébben
niet geweten, dat de raad met zoo iets
zou komen. Altijd was ingestemd met
onderhandsche gunning, waardoor B- en
W. steeds hebben getoond het werk in
iTholen te willen laten, doch dit was n.u
een bijzonder geval- Verder dringt de
heer Goedegebure aan op goed toezicht
'bij het werk. De voorzitter zegt,' dat hier
mede rekening zal worden gehouden.
Daar niemand aandrong op stemming,
werd alzoo het vorig raadsbesluit ge
handhaafd. Aan de bijzondere scholen
werd over 1927 een vergoeding toege
kend van f 600 en f 300. Bij de rond
vraag merkt de heer Goedegebure op,
dat aan S- Quist bouwgrond is afgestaan
voor een huis en schuur, maar dat hij
nu niet achteruit weg kan, daar deze
grond van Geluk is. De voorzitter weet
hier niets van en zal informeer en en in
dien noodig dan andere maatregelen ne
men. Hierna sluiting.
jgeld zult rep'pen. Dat moet je mij schrif
telijk verklaren. Het zal niet van k'racht
z'ijn voor de wet. maar als je oioit aan
spraak op het geld zoudt willen maken,
kan ik daarmede tenminste aantoonen,
dat je even schuldig bent, als ik. Ik 'ben
heelemaal niet bevreesd voor gevangenis
straf of zelfs voor de galg; ik 'ben een
wanhopige vrouw en durf alles onder
de oogen te zién. Maar wat mij ooit
overkomt, zul jij ook meemaken."
„Zeer goed", antwoordde haar elegant
gekleed© 'medeplichtige met één van zijne
eigenaardige glimlachjes". Mijn ©enige
streven is er voorloopig sléchts op "ge
richt je knappe stiefzuster tot vrouw te
krijgen. Ik heb al jaren naar haar veir-
langd en ik "begeer haar des te meer,
nu een andere man haar bemint. Ik zal
haar trouwen, haar medenemen naar Al
giers en daar een nieuw leven begin
nen, terwijl Malcolm King zucht of
sterft in het hol van den ouden'Tom'.
Maar jij1 - hoe zal het met jou en .het
werk gaan, wanneer ik er niet meer
ben?"
„Uitstekend", antwoordde Joan Telm-
pest koelbloedig, terwijl ze haar ruste
loos heen en wepr geloop plotseling staak
te. „Je bent een goede onderwijzer ge
weest, maar nu ben ik je boven het
hoofd gegroeid. Jij bent al tweemaal met
de gevangenis in aanraking geweest, maar
ik heb nog nooit mét de ptolitié te maken
gehad. Dit Blythswood-zaakje is het laat
ste, dat we samen zullen behandelen- En
het moet een volkomen succes worden",
RECHTZAKEN.
KINDERMOORD.
Vrijdag werd voor de Rechtbank te Mid
delburg behandeld de zaak tegen J. yfcn
S., vtrouw de G., 28 jaar, wonende te Drei
schor, thans in bewaring te Middelburg.
Aan Verdachte was ten laste gelegd in
den nacht van 28 op 29 Februari li. te
Dreischor opzettelijk haar 4 weken oud
kind t© hebben gedood door het gezichtje
met dekens te bedekken, waardoor het
is gestikt. Verdachte werd bijgestaan door
mr. Hugenholtz, advocaa/t te Goes.
Als eerste getuige werd gehoord S. M.
Bogaard, huisVr. Hoogstrate te Dreischor,
die verklaarde het kind omstreeks half
Januari te hebben gezien en haar het
toen was opgevallen, dat het kind er zoo*
slecht uitzag. Verdachte erkent hel feit
te hebben gepleegd, omdat zij 'bang was
er in de toekomst niet voor te kunnen
zorgen, en niet wist waar zij er mee zou
moeten blijven. Haar was ook de huur
der Woning opgezegd.
De getuige P. Lyk, wed. vian Splunter,
wonende te Dreischor, thans te Zierikzee,
moeder Van verdachte, zegt bij haar
dochter te hebben ingewoond en met
deze herhaaldelijk eroVer te hebben ge
sproken, dat zij zoo slecht konden rond
komen. Beiden ontvingen ondersteuning
Van het Armbestuur, doch haar dochter
was aangezegd, dat haar steun zou wor
den verminderd, terwijl een kostganger
weg ging. Den aVond voor de daad had
haar dochter het plan opgéVat, het kind
om het leVen te brengen. Getuige zegt niet
te hebben gezien, op wélke wijze dit
geschiedde, doch ontdekte den Vol
genden morgen, dat (het kindje eén doods
kleur had, waairop zij' haar dochter naar
den dokter heeft gezonden, die daarop
inmiddels is Verschenen. Volgens getuige
zorgde Verdachte goed voor haar kinde
ren en hield er Veel van.
Getuige P. J. Gaanderse, timmerman te
Dreischor, zegt op 5 Februari er bij te
zijn geweest, toen het kistje Voor de lijk
schouwing werd geopend. Het lijkje was
het kind Van verdachte. Ook volgens deze
getuige was Verdachte over het algemeen
goed Voor haar kinderen.
Op e en vraag van den verdediger, zegt
deze getuige, dat het op Dreischor ge-
tyvoonte is, wanneer iemand uit Zijn wo
ning wordt gezet, dat dan in het arres-
tanteniokaal ter plaatse huisvesting wordt
Verleend. Het zou haar man niet gemak
kelijk Vallen in Dreischor werk te krij
gen. t i
Dr. Hulst uit Leiden, die de lijkschou
wing Verrichtte, zegt op het lijkje geen
sporen Van geweld te hebben aangetrof
fen en acht het mogelijk dat het kind
onder dekens is gestikt.
Dolkter R. Van Eek te Dreischor zegt
de 'dood te Ihebben geconstateerde De Ver
dachte stond als een goede huigVrouw
bekend en 'het Was dezen arts ook be
kend, dat Verdachte's moeder ziekelijk
was. i 1-iTI
De officier Van justitie requisitoir ne
mende, zegt, dat Verdachte ten laste ge
legd is moord op haar kindje. De deskun
digen Verklaren, dat haar kind aan ver
stikking is gestorven en verdachte be
kent het feit. De ^officier Vraagt zich af,
wat er met deze Vrouw moet gebeuren.
Er zijn voor haar vernachtende omstan
digheden. De toekomst leek haar te zwiaar,
ze is aan het tobben geraakt en de wan
hopige gedachte om haar kind weg te
maken heeft bij' haar de overhand gekre
gen. De bij haar inwonende moeder heeft
haar in deze afschuwelijke zaak nog ge
stijfd. De officier meende tegen Verdachte
wegens moord een gevangenisstraf van 2
jaar te moeten eischen.
De Verdediger vangt zijn pleidooi aan
door te zeggen, dat het bedekken Van
een gezicht van het kindje nog geen dood
door verstikking behoefde te weeg te
brengen. Verdachte 'was Van meening dat
het kind niet gezond w'as. Verdediger is
het met het O. M. eens, dat het hier
een moeilijke zaak is, watt de strafmaat
betreft. Verdachte is reeds op jeugdigen
leeftijd getrouwd, fa^t huwelijk Was goed
en zïj hadden 3 kinderen. De man was
molenaarsknecht en zij hadden hun brood.
Er is evenwel in hun levensomstandighe
den een geweldige ommekeer gekomen,
voegde ze erbij, terwijl ze dicht op hein
toetrad en er een nieuw vuuir de on
dernemingsgeest voor een nieuwe inbraak
in hare oogen gloeide. „Die diamanten
zijn waard om1 er alles voor op het spel
te zetten".
Blacklock (knikte; toen vroeg hij waar
Clap was.
„Het laatst héb ik haar in de eetkamer
'gezien", antwoordde Joan snel- De gloed
in haar oogen werd nog begeeriger cn
nog meer koortsachtig- Haar knap' ge
laat scheen te veranderen in dat van een
duivelin met een mooie menschelijke ge
daante. „Ga nu naar haar toe", ging ze
voort, „er is geen tijd te verliezten. En
in het belang van je eigen hartstocht
Voor haar, piraat verstandig. Doe je uiter
ste biest om haar over te halen. Vandaag
Zal ze (moeten kiezen tusschen jouW liefde
en het Lot van hare zusters."
HOOFDSTUK XVIIL
Teruggekeerd.
Het hart van Stephen Blacklock klopte
hevig, toen hij de eetkamer binnentrad
en daar Clara Eseott bemerkte. Ze stond
voor het venster en staarde met! een treu
rige, 'peinzende uitdrukking naar buiten-
Een ieder, die haar niet meer had gezien
sedert de verdwijning van Malcolm King,
zou ontsteld hebben, gestaan over de ver
andering, die ze had ondergaan-
De menschen, die haar meer van nabij
leenden, had Jen diep> medelijden met haar.
Men vond het verschrikkelijk, dat zoo'n
hetgeen op Verdachte een sterke uitwer
king had. De man raakte zijn betrekking
kWijt, ze moesten uit hunne woning en
het denkbeeld stond haar steeds voor
oogen, dat zij in het arrestantenlokaai
zouden terecht komen. Ook hadden ze
een kostganger, die weg ging, terwijl
haar man ziek werd en in het gasthuis
werd opgenomen. Verdachte heeft een
dagenlange strijd gevoerd en de bij haar
inwonende moeder heeft haar niet ge
holpen, doch tot de daad aangezet. Ten
einde raad en door armoede gedreven,
beeft Zij' ten slotte de daad bedreven,
waarover zij lhans veel berouw heef't, en
waartoe Zij inderdaad in wanhoop is
overgegaan. Gelet op deze omstandighe
den meent Verdediger een beroep to
moeten doen op de clementie der recht
bank. Deze vrouw is niet slecht. Uitspraak
1 April a.s.
EEN OUDE SMOKKELZAAK.
In October 1925 werden twee koop
lieden te Winschoten aangehouden met
een bootje met smokkelwaar. Een van
hen werd veroordeeld tot f50 subs. 50
dagen hechtenis, terwijl de andere van
rechtsvervolging werd ontslagen. De Hoo-
ge Raad Verwees deze zaak naar het
Arnhemsche Gerechtshof. Het Hof heeft
thans ieder Veroordeeld tot f 15.000 boete,
bij niet betaling te Vervangen door vier
maanden hechtenis.
VAN HEINDE EN VER.
Vo.or den krijgsraad te Lyon (Fr.)
hebben twee broeders terecht gestaan,
die in Sept. 1914, toen zij onderscheioen-
lijk 30 en 33 jaar waren en moesten
opkomen, gedeserteerd waren. Ze han
den zich sedert bijna 12 jaar schuil ge
houden in de grotten van een berg in
de Boven-Alpen, toen ze in Januari van
dit jac.r waren aangehouden toen zij een
preek bijwoonden. Zij hadden er ztoh op
beroepen, dat hun protestantsch geloof
hun verbood te dooden. Zij werden tot 3
jaar voorw- gevang, veroordeeld.
De politie te Parijs hield Woensdag
een oud vrouwtje aan, dat in lompen ge
kleed was en een zak met allerlei afval
bij zich droeg, toen zij, achter een bruid
stoet, een huis in een van de voornaam
ste wijken van Parijs wilde binnengaan.
Op het politiebureau kon het vrouwtje
aantoonen, dat zij verscheidene huizen
te Parijs en boerderijen in het departe
ment van de Oise bézit, welke te zamen
een 'bezit ter waarde van meer dan 300
duizend gulden vertegenwoordigen- De
zonderlinge vrouw pleegt in lompen ge
huld de groote markten af te loopen
en te leven van wat zij daar opraapt en
in restaurants aan afval ophaalt.
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
Een \cverval. Drie gemaskerde bandie
ten hebben, naar de ,,'s-Hert- Crt." meldt,
des nachts zich toegang verschaft door
verbreking van een .vensterraam tot de
vzoning van den bejaarden Van den Heu
vel, die woont op „Weijen" onder Nis-
telTode. Van den Heuvel, die reeds om
streeks 70 jaar oud is, woont samen
met een dochter en een schoondochter.
Op het gerucht van de inbraak ontwaak
ten de bewoners. De gemaskerde roovers
begaven zich naar de slaapplaats van
den ouden man, terwijl de beide vrouwen
met revolvers in bedwang' werden ge
houden. Dadelijk werd een grondig on
derzoek ingesteld in het bed van den
man- Na een worsteling, waarbij Van
den Heuvel bloedend verwond werd, wist
een der roovers een tabaksdoos, inhou
dende f 65, onder het hoofdkussen van
daan te halen- De verwondingen, welke
Van den Heuvel opliep, werden hem
hoofdzakelijk toegebracht aan het hoofd.
Zoodra de inbrekers hun buit in handen
hadden, verlieten zij de woning, om in
de duisternis te verdwijnen.
ZEETHDING1EH.
ZIERIKZEE, 17 Maart. Uitgeklaard; Mo
torschoener „Ella", kapt- E. Tulp, met
metselsteen van Lobilh naar Rochester.
knap en bekoorlijk meisje haar hart had
geschonken aan iemand, die na een ver
loving van slechts, een dag een schurk
bleek te zijn en die niet alleen haar, maar
ook zijne vrienden had bedrogen- Ze
wist, dat er op die wijze werd gesproken
en dat stemde haar bitter. Maar nóg ver
schrikkelijker was het en ze moest
wel aannemen dat het waar was dat
hetgeen men vertelde juist was-
Toen Stephen Blacklock het vertrek
binnenkwam, keek ze op, maar de uit
drukking op haar bleek gelaat onder
ging geen verandering. Ze gevoélde niet
meer als vroeger een soort afkeer voor
hem- Hoe zou ze nog iemand kunnen
veroordeelen nu haar vertrouwen zoo
zeer geschokt was in den (m'an, dien ze
had liefgehad en van wiens eerlijkheid
ze overtuigd was geweest? Malcolm King,
voor haar het ideaal van den man, wem
thans immers door het geheiele land doen
de politie gezocht!
Iets in haar blik scheen Blacklock tet
vertellen, wat ér in haar ontging. Hij vond
de stoutmoedigheid dadelijk op haar toe
te treden en hare smalle* koude handjes
in de zijne te nemen-
„Clara", Zei hij, „je vermoedt zeker
wel, wat ik je kom vragen. Morgfen ga
je heen en ik zou zoo gaarne zekerheid
willen hebben- Wil je mijn vrouw wor
den
Het meisje trok hare handen terug ere
drukte ze tegen haar voorhoofd.
(Wordt vervolgd )K