Zierikzeesche Nieuwsbode B IJ VOEGSEL Uit Stad en Provincie. FEUILLETON. Een wanhopige keuze behoorende bi] de van Maandag 21 Maart 1927, no. 11520. THOLEN. Gemeenteraadsverg. van Woensdag 16' Maart. Voorz. Mr. A. J. van der Hoeven. In behandeling komt een door de heeren Quist, Goectegebuure en Jansen ingediend voorstel, tol intrekking van een raadsbesluit d.d. 11 Maart '27, betreffende het geven van opdracht tot (Uitvoering van den bouw eener kademuur. De voorz. zegt met verwondering kennis te hebben genomen met het schrijven van bovengenoemde heeren- Hij stelt er prijs op, alvorens tot behandeling, over te) gaan, een en ander omtrent een dergelijke me thode van werken op te merken. Hoewel een aantal van drie raadsleden overeen komstig de gemeentewet het recht heeft een vergadering van den raad te doen bijeen roepen, is het echter nooit de be doeling van den wetgever geweest, dat raadsleden van de bevoegdheid gebruik zouden maken, om een aangelegenheid, die tot tweemaal toe volledig in den raad is behandeld en waaromtrent met alg. st. een besluit is genomen, voor de derde maal te doen behandelen met het kennelijk doel tot intrekking van een ge nomen besluit te komen. Een dergelijke methode van handelen verlamt noodwen dig elke poging tot vruchtbare samen werking omdat daardoor alle eenmaal genomen besluiten en tenminste de ge heel© geim.-huishouding op losse schroe ven wordt gezet- Voor 'n dergelijke wijze van doen past en bestaat slechts ééin qualificatie: ze is in wezen revolutionair. Een dergelijke wijze van handelen onder mijnt het gezag en het prestige van het hoogste regeeringslichaam in de gem. en den raad zelf. Een dergelijke wijze van doen blameert ook de leden van' den raad die tot zulk een daad medewerken, per soonlijk. Immers mag men veronderstel len dat een raadslid, dat na volledig te zijn ingelicht en na de gelegenheid te hebben gehad tot tweemaal toe omtrent alle punten, wenschen en verlangens te kennen te geven zijn stem uitbrengt, dit niet klakkeloos doet, doch well en gemo tiveerd. Spr. meende goed te doen de hee ren in het kort zijn zienswijze mede te deelen en hij hoopte, dat zij speciaal dezen middag hun gezond verstand zul len laten spreken en geen overhaast be sluit zullen nemen, he|tgeen ten nadeele van de gemeente zou zijn. De heer Goe- degebuure zegt, dat toen eenmaal het raadsbesluit in de vorige vergadering was genomen, men eerstdaags daarna tot de overtuiging kwam, dat wel prijsopgaaf was gevraagd, doch dit niet was gebeurd bij mensehen te dezer plaatse. Toen hem daarna gevraagd werd, wist hij nergens van en kon geen afdoend antwoord ge ven. Gezien dit Mt was deze vergade ring aangevraagd, omdat ook de ingeze tenen in de gelegenheid moeten worden gesteld naar een werk in de gemeente in te schrijven. Hij hoorde gaarne van den voorzitter met welk recht hij alzoo. heeft gehandeld, daar de gemeentewet alleen spreekt van aanbesteding en geen enkel punt zegt, dat dit kan gebeuren, zoo als nu met Vriens uit Breda. Heit is gemeente belang de werken publiek te besteden en daarom mag dit althans niet' voor zoo'n bedrag onderhands geschieden en dient dit te worden gepubliceerd in de Aan nemerscourant en andere bladen- Nu is geen enkel ingezetene gevraagd in te schrijven, wat zeer onrechtvaardig is- en onbedacht. Nu kwami hij hedenmiddag bij inzage der stukken tot de conclusie dat het werk reeds was gegund- Hij vroeg verder of dit kan en mag gebeuren zon der goedkeuring van Geri. Staten, Hij gelooft niet dat zij zoo'n handelswlijzö goed zullen keureta. Spr. kan 'met der gelijke handels wijzlein van B- en W. niet meegaan. De heer Moelker zegt, dat hij in de vorige vergadering heeft gevraagd door MARIE CORNER LEIOHTON. HOOFDSTUK XVII. Het complot. 19 „Het is nu tijd", zei Joan Tempest tot Stephen Blacklock, op een middag, on geveer zes weken na de verdwijning van Malcolm King, terwijl ze 'rusteloos heen en weer liep' in de saLon van Deep Deen House. „Morgen gaat ze naar Blythswoiod, dus 'mloet je vandaag maar met haar spireken". „Wat denk je, dat ze zal zeggen?" vroeg Blacklock met een trillling Ln zijn stem, terwijl een donkere blos zijn knap maar schurkachtig gelaat overtoog. „Ik denk dat ze „Ja" zal zeggen»', ant woordde Joan Tempest- „Ik heb alles, zooveel als in mijn vermogen ligt, voor bereid. Ze weet, dat ij gaarne zou zien, dat ze je aanneemt en ze houdt genoeg van me om daarmede rekening te houden nu Malcolm1 King van het toon-eel ver dwenen is. Ze gelooft, dat hij van alle eergevoel is ontbloot en haar inwendige of er meer inschrijvers waren- Indien de heer Goedegebuure het noodig had geoordeeld, haf hij toen moeten optre den, maar niemand heeft dit punt nader naai" voren gebracht en was er over ge sproken, dan was het besluit misschien anders geweest. Hij kent niemand hier in Tholen die een specialiteit is in beton bouw, anders had hij zelf dit wel naar voren gebracht. Ook was het de plicht geweest van de ambachtslui dat zij, toen zij de raadsvergadering zagen aangekon digd in de „Th. Courant", bij B. en W. inlichtingen vroegen. Hij is er even wel sterk voor, dat indien miein het hier kan uitvoeren, het werk in Tholen blijft. Als wij echter overgaan het werk Vriens op te zeggen, zal hij de gemeente zeker in gebreke stellen en schadevergoeding vragen, wat wij beslist zullen moeten geven. Spr. heeft al eens meer toege stemd tot het aangaan van een procedure, doCh raadt dit den raad af, daar wij hier de verliezende partij zullen zijn. Hij zag evenwel gaarne dat B- en W. in het ver volg ieder in de gelegenheid stelde in te schrijven. Als men meent dergelijk werk te kunnen uitvoeren, moet de aan nemer ook de volle verantwoordelijkheid dragen. De heer Quist acht het een vreem de wijze van aanbesteding, en gelooft- niet dat deze volgens de gewoonte en wet is, daar alleen werken beneden f 50 on derhands gegund mogen worden. Wal pot heeft reeds honderden M3- 'beton gemaakt en zou nu alleen Vriens ui't Breda het maar kunnen? Hij vindt het verschrikkelijk, dat eigen burgers worden achteruitgezet bij vreem den. Die heer Jansen is het niet eens met den heer Moelker dat hier zulke beton werken niet kunnen worden uitgevoerd. Men 'moet maaT eens zien of de door Walpot gezette muur aan de kleine kade niet goed is. Hij acht het' 'beter, dat waar nu werkloosheid heerscht, de gemeente het in eigen beheer .had gedaan, onder een goede opzichter. Hij heeft ook zijn naam' onder het verzoek gezet, maar dit alleen uit den aard der liefde, tegenover den burgemeester, opdat hij voortaan voorzichtiger zou doen. Hij vraagt ver der, of dé burgemeester soms onder den opzichter staat en of hij daarom niet doen kan wat hij wil? De voorzitter vraagt wat de 'bedoeling van den heer J. is? Hij zegt nogmaals ,uit iiefde deze vraag te doen en dit gezegd te hebben omdat hij het niet begrijpt dat zooiets is gebeurd- De heer Moelker komit terug op het gezegde van den heer Jan sen. Deze doet het voorkomen of hij de vaklui hier diskwalificeert. Hij heeft niet gezegd, dat men in Tholen geen beton werk kent, maar dat hier geen beton- mpij. gevestigd is. Hij zou wel eens aan getoond willen zien wie hier een specia list is in 'betonwerken? De heer Braai zegt, dat Blaas en Wal pot ook de betonwerken uitvoerden aan de waterleiding, wat toch ook goe,cï is gegaan. Hier zijn dus wel terdege men- schen voot. De heer Quist zegt, dat vol gens de heer Moelker het hier alles on kundige mensehen zijn en zoo stom als een os. Het gaat hier om, waarom net werk niet publiek is aanbesteed? Nu is het teen groote. flater- Weth. Goossen mérkt op, dat hij met verbazing} de heeren heeft hooren spreken .over deze zaak'. Waarom' hebben zij dit Vrijdag niet ge daan. Toen spirak niemand, zoo-fat het mosterd na den maaltijd is. Hij begrijpt echter Wel, dat dit niet uit eigen koker komt, maar hier zitten derden achter- In dien men Vrijdag had gesproken was het anders geweest, doch toen hebben allen voot gestemd. Hij acht deze wijze van op treden belachelijk voor het publiek en niet in het belang der gemeente. Men was „mannen" geweest dit Vrijdag te berde te brengen, doch nu is het te laat, daar Vriens uit Breda het gelgun-d is- Hij waarschuwt verder dit raadsbesluit niet te verwerpen, daar dit de 'gemeente duur te staan zal komen. De heer Goede- igebure zegt, dat de heer Moelker straks beweerde, dat hij Vrijdag, toen hij sprak voor werkverschaffing, had moeten spre ken. Hij had toen hierin geen erg en meerderen met hem- De menschen uit Tholen had men ook moeten kennen en waar alles gaat volgens de A-H. en goede •afschuw over zijn gedrag doodt de diefde voor hem in haar." Op' het gelaat van Stephen Blacklock verscheen een wreede, voldane uitdruk king. „Ik 'heb dat spelletje- met succes ge speeld", zei hij. „In het geheel heb ik zes brieven gezonden, alle zoogenaamd van Maleolnr King en in elkeni brief toon de hij zich een grooter schurk dan in den vorigen. In den laatsten heb ik hem iaan haar iaten vragen om naair zijn schuil plaats te komen en daar met hem te trou wen. Ik heb haar een adres gegeven, waar ze het antwoord heen moest zen den en ze heeft teruggeschreven, dat, hoeveel ze ook van hem had gehouden, ze nooit met iemand van zijn karakter zou kunnen trouwen." „Dan zou je niet veel kans hebben, wanneer ze jouw verleden kende", merkte Joan Tempest op mét een hatelijk lachje. „Ik veronderstel van niet", antwoord de Blackloök. Toen keek hij naar de knappe, statig® vrouw voor hem met een eigenaardige uitdrukking in zijn oogen- „Wat zou ze wel zeggen, indien ze het jouwe kende?" vroeg hij. Een oogenblik verscheen er een uitdrukking van schrik in de mooie oogen van Joan Tempest. Ze strekte haar hand uit midt een ge baar, dat hem1 deed zwijgen- „Dat doet niet ter zake", zei ze scherp. „Wat jein de eeirste plaats dient te dóen is mij te beloven, dat, wanneer je Clara trouwt, je met geen woord oiver het borgen, had dit best in orde gekomen. Vrijdag is wel gezegd, dat meerdere prijsopgaven waren ingekomen, doch niet dat er geen uit de gemeente waren. Hij beweert, dat volgens art- 142 der ge meentewet dit werk niet uit de hand ge gund mocht worden en dat art- 194 spreekt van de goedkeuring van een on derhandsche aanbesteding, door Ged- Sta ten. Hij vraagt verder of Ged. Staten reeds dit besluit hébben goedgekeurd en het hen is medegedeeld, dat het niet pu bliek is gebeurd? De heer Quist mérkt op, dat: wethouder Goossen naar hem' toeslingert, waarop* de voorzitter hamert en 'zegt dat Quist niet 'beleedigeind (mag spreken- Dhr. Quist zegt verder: Nu hij was ook nog al lieftalJHgi, en waar de leden allen zonder uitzonde ring Vrijdag hebben geslapen, zijn ze toen in den arm genomen. Wat 'betreft de bewering, dat G. St. toestemming moe ten verleenen, daarmede is de voorzitter het 'niet eens, daar op de begrooting een IpiOiSt van f 10000 voor dit werk is uitge trokken en bereids' door Ged. Staten is goedgekeurd. Er is toen niet geztegld hoe B.. en W. dit werk moesten uitvoeren. B. en W. hébben geineend in het belang te handelen met het werk aan Vriens, als zijnde de laagste inschrijver, f1300 be neden de begrooting te moeten gunnen. Spoedige uitvoering le^k hun het ge- wensehfe toe. Toep cpk deze. post op de begroeting is goedgekeurd door den raad, is geen enkele op- of aanmerking gedaan, dat ook ThoiolsChe menschen dit werk kenden. B. en W. hebben gemeend, omdat het werk is voor speciale beton constructie, hiervoor opgave :te- vragen bij le klas Mpijen zoodat een firma uit Rotterdam, Amsterdam, Leiden en Breda opgave hebben verstrekt en omdat men zulke mpijen hier niet heeft, is ook' hier niet gevraagd- Hij acht ook eenj procedure indien Vriens werd op'geiz'egd, niet ge- wensoht, daar de gemeente de verliezen de partij zou zijn. Ook acht hij het ige-en gemeentebelang alles publliek aan te be steden, daar het dan wed eens kon ge beuren dat alles naar buiten gaat- Steeds hebben B- en W. onderhandsche prijsop gave gevraagd bij de ambachten en zoo is ook het wérk van den duiker gegund aan Deurloo én daarover is niets gezegd, wat toch ook onderhands is gebeurd. Bij hem' is nooit een aanmerking ingekomen over deze handelwijze. Hij zegt evenwel toe naméns B. en W. dat voortaan bij onderhandsche aanbesteding, voor een flink bedrag, de raad zal worden ge vraagd of zij in de onderhandsche gun ning berust- Waar reeds hèft bericht is verzonden aan Vriens van gunning en Zijn dank is ingekomen, acht de heter Goedegeburei het niet meer in het belang dit 'besluit in te trekken, daar het nu toch tij laat is. Hij isc evenwel ingenomen, met de toezegging van B- en W. Het verwondert hem' evenwel -dat Ged. St. nu niets meer met deze zaak hebben te maken en zégt nogmaals dat het; in strijd is mét de gemeentewet. Waar Walpot- ook degelijk betonwerk levert, had men het hier» eerst moeten vragen en het maar niet moeten gunnen, omdat Vriens nu f 1800 beneden de begrooting is. De vooTZ. zegt, dat door goedkeuring der begroeting, Ged- Staten zij ook permisise gaven voor dit werk, zoodat niets in strijd is met de wet, B. en W. hébben niet geweten, dat de raad met zoo iets zou komen. Altijd was ingestemd met onderhandsche gunning, waardoor B- en W. steeds hebben getoond het werk in iTholen te willen laten, doch dit was n.u een bijzonder geval- Verder dringt de heer Goedegebure aan op goed toezicht 'bij het werk. De voorzitter zegt,' dat hier mede rekening zal worden gehouden. Daar niemand aandrong op stemming, werd alzoo het vorig raadsbesluit ge handhaafd. Aan de bijzondere scholen werd over 1927 een vergoeding toege kend van f 600 en f 300. Bij de rond vraag merkt de heer Goedegebure op, dat aan S- Quist bouwgrond is afgestaan voor een huis en schuur, maar dat hij nu niet achteruit weg kan, daar deze grond van Geluk is. De voorzitter weet hier niets van en zal informeer en en in dien noodig dan andere maatregelen ne men. Hierna sluiting. jgeld zult rep'pen. Dat moet je mij schrif telijk verklaren. Het zal niet van k'racht z'ijn voor de wet. maar als je oioit aan spraak op het geld zoudt willen maken, kan ik daarmede tenminste aantoonen, dat je even schuldig bent, als ik. Ik 'ben heelemaal niet bevreesd voor gevangenis straf of zelfs voor de galg; ik 'ben een wanhopige vrouw en durf alles onder de oogen te zién. Maar wat mij ooit overkomt, zul jij ook meemaken." „Zeer goed", antwoordde haar elegant gekleed© 'medeplichtige met één van zijne eigenaardige glimlachjes". Mijn ©enige streven is er voorloopig sléchts op "ge richt je knappe stiefzuster tot vrouw te krijgen. Ik heb al jaren naar haar veir- langd en ik "begeer haar des te meer, nu een andere man haar bemint. Ik zal haar trouwen, haar medenemen naar Al giers en daar een nieuw leven begin nen, terwijl Malcolm King zucht of sterft in het hol van den ouden'Tom'. Maar jij1 - hoe zal het met jou en .het werk gaan, wanneer ik er niet meer ben?" „Uitstekend", antwoordde Joan Telm- pest koelbloedig, terwijl ze haar ruste loos heen en wepr geloop plotseling staak te. „Je bent een goede onderwijzer ge weest, maar nu ben ik je boven het hoofd gegroeid. Jij bent al tweemaal met de gevangenis in aanraking geweest, maar ik heb nog nooit mét de ptolitié te maken gehad. Dit Blythswood-zaakje is het laat ste, dat we samen zullen behandelen- En het moet een volkomen succes worden", RECHTZAKEN. KINDERMOORD. Vrijdag werd voor de Rechtbank te Mid delburg behandeld de zaak tegen J. yfcn S., vtrouw de G., 28 jaar, wonende te Drei schor, thans in bewaring te Middelburg. Aan Verdachte was ten laste gelegd in den nacht van 28 op 29 Februari li. te Dreischor opzettelijk haar 4 weken oud kind t© hebben gedood door het gezichtje met dekens te bedekken, waardoor het is gestikt. Verdachte werd bijgestaan door mr. Hugenholtz, advocaa/t te Goes. Als eerste getuige werd gehoord S. M. Bogaard, huisVr. Hoogstrate te Dreischor, die verklaarde het kind omstreeks half Januari te hebben gezien en haar het toen was opgevallen, dat het kind er zoo* slecht uitzag. Verdachte erkent hel feit te hebben gepleegd, omdat zij 'bang was er in de toekomst niet voor te kunnen zorgen, en niet wist waar zij er mee zou moeten blijven. Haar was ook de huur der Woning opgezegd. De getuige P. Lyk, wed. vian Splunter, wonende te Dreischor, thans te Zierikzee, moeder Van verdachte, zegt bij haar dochter te hebben ingewoond en met deze herhaaldelijk eroVer te hebben ge sproken, dat zij zoo slecht konden rond komen. Beiden ontvingen ondersteuning Van het Armbestuur, doch haar dochter was aangezegd, dat haar steun zou wor den verminderd, terwijl een kostganger weg ging. Den aVond voor de daad had haar dochter het plan opgéVat, het kind om het leVen te brengen. Getuige zegt niet te hebben gezien, op wélke wijze dit geschiedde, doch ontdekte den Vol genden morgen, dat (het kindje eén doods kleur had, waairop zij' haar dochter naar den dokter heeft gezonden, die daarop inmiddels is Verschenen. Volgens getuige zorgde Verdachte goed voor haar kinde ren en hield er Veel van. Getuige P. J. Gaanderse, timmerman te Dreischor, zegt op 5 Februari er bij te zijn geweest, toen het kistje Voor de lijk schouwing werd geopend. Het lijkje was het kind Van verdachte. Ook volgens deze getuige was Verdachte over het algemeen goed Voor haar kinderen. Op e en vraag van den verdediger, zegt deze getuige, dat het op Dreischor ge- tyvoonte is, wanneer iemand uit Zijn wo ning wordt gezet, dat dan in het arres- tanteniokaal ter plaatse huisvesting wordt Verleend. Het zou haar man niet gemak kelijk Vallen in Dreischor werk te krij gen. t i Dr. Hulst uit Leiden, die de lijkschou wing Verrichtte, zegt op het lijkje geen sporen Van geweld te hebben aangetrof fen en acht het mogelijk dat het kind onder dekens is gestikt. Dolkter R. Van Eek te Dreischor zegt de 'dood te Ihebben geconstateerde De Ver dachte stond als een goede huigVrouw bekend en 'het Was dezen arts ook be kend, dat Verdachte's moeder ziekelijk was. i 1-iTI De officier Van justitie requisitoir ne mende, zegt, dat Verdachte ten laste ge legd is moord op haar kindje. De deskun digen Verklaren, dat haar kind aan ver stikking is gestorven en verdachte be kent het feit. De ^officier Vraagt zich af, wat er met deze Vrouw moet gebeuren. Er zijn voor haar vernachtende omstan digheden. De toekomst leek haar te zwiaar, ze is aan het tobben geraakt en de wan hopige gedachte om haar kind weg te maken heeft bij' haar de overhand gekre gen. De bij haar inwonende moeder heeft haar in deze afschuwelijke zaak nog ge stijfd. De officier meende tegen Verdachte wegens moord een gevangenisstraf van 2 jaar te moeten eischen. De Verdediger vangt zijn pleidooi aan door te zeggen, dat het bedekken Van een gezicht van het kindje nog geen dood door verstikking behoefde te weeg te brengen. Verdachte 'was Van meening dat het kind niet gezond w'as. Verdediger is het met het O. M. eens, dat het hier een moeilijke zaak is, watt de strafmaat betreft. Verdachte is reeds op jeugdigen leeftijd getrouwd, fa^t huwelijk Was goed en zïj hadden 3 kinderen. De man was molenaarsknecht en zij hadden hun brood. Er is evenwel in hun levensomstandighe den een geweldige ommekeer gekomen, voegde ze erbij, terwijl ze dicht op hein toetrad en er een nieuw vuuir de on dernemingsgeest voor een nieuwe inbraak in hare oogen gloeide. „Die diamanten zijn waard om1 er alles voor op het spel te zetten". Blacklock (knikte; toen vroeg hij waar Clap was. „Het laatst héb ik haar in de eetkamer 'gezien", antwoordde Joan snel- De gloed in haar oogen werd nog begeeriger cn nog meer koortsachtig- Haar knap' ge laat scheen te veranderen in dat van een duivelin met een mooie menschelijke ge daante. „Ga nu naar haar toe", ging ze voort, „er is geen tijd te verliezten. En in het belang van je eigen hartstocht Voor haar, piraat verstandig. Doe je uiter ste biest om haar over te halen. Vandaag Zal ze (moeten kiezen tusschen jouW liefde en het Lot van hare zusters." HOOFDSTUK XVIIL Teruggekeerd. Het hart van Stephen Blacklock klopte hevig, toen hij de eetkamer binnentrad en daar Clara Eseott bemerkte. Ze stond voor het venster en staarde met! een treu rige, 'peinzende uitdrukking naar buiten- Een ieder, die haar niet meer had gezien sedert de verdwijning van Malcolm King, zou ontsteld hebben, gestaan over de ver andering, die ze had ondergaan- De menschen, die haar meer van nabij leenden, had Jen diep> medelijden met haar. Men vond het verschrikkelijk, dat zoo'n hetgeen op Verdachte een sterke uitwer king had. De man raakte zijn betrekking kWijt, ze moesten uit hunne woning en het denkbeeld stond haar steeds voor oogen, dat zij in het arrestantenlokaai zouden terecht komen. Ook hadden ze een kostganger, die weg ging, terwijl haar man ziek werd en in het gasthuis werd opgenomen. Verdachte heeft een dagenlange strijd gevoerd en de bij haar inwonende moeder heeft haar niet ge holpen, doch tot de daad aangezet. Ten einde raad en door armoede gedreven, beeft Zij' ten slotte de daad bedreven, waarover zij lhans veel berouw heef't, en waartoe Zij inderdaad in wanhoop is overgegaan. Gelet op deze omstandighe den meent Verdediger een beroep to moeten doen op de clementie der recht bank. Deze vrouw is niet slecht. Uitspraak 1 April a.s. EEN OUDE SMOKKELZAAK. In October 1925 werden twee koop lieden te Winschoten aangehouden met een bootje met smokkelwaar. Een van hen werd veroordeeld tot f50 subs. 50 dagen hechtenis, terwijl de andere van rechtsvervolging werd ontslagen. De Hoo- ge Raad Verwees deze zaak naar het Arnhemsche Gerechtshof. Het Hof heeft thans ieder Veroordeeld tot f 15.000 boete, bij niet betaling te Vervangen door vier maanden hechtenis. VAN HEINDE EN VER. Vo.or den krijgsraad te Lyon (Fr.) hebben twee broeders terecht gestaan, die in Sept. 1914, toen zij onderscheioen- lijk 30 en 33 jaar waren en moesten opkomen, gedeserteerd waren. Ze han den zich sedert bijna 12 jaar schuil ge houden in de grotten van een berg in de Boven-Alpen, toen ze in Januari van dit jac.r waren aangehouden toen zij een preek bijwoonden. Zij hadden er ztoh op beroepen, dat hun protestantsch geloof hun verbood te dooden. Zij werden tot 3 jaar voorw- gevang, veroordeeld. De politie te Parijs hield Woensdag een oud vrouwtje aan, dat in lompen ge kleed was en een zak met allerlei afval bij zich droeg, toen zij, achter een bruid stoet, een huis in een van de voornaam ste wijken van Parijs wilde binnengaan. Op het politiebureau kon het vrouwtje aantoonen, dat zij verscheidene huizen te Parijs en boerderijen in het departe ment van de Oise bézit, welke te zamen een 'bezit ter waarde van meer dan 300 duizend gulden vertegenwoordigen- De zonderlinge vrouw pleegt in lompen ge huld de groote markten af te loopen en te leven van wat zij daar opraapt en in restaurants aan afval ophaalt. VERSCHILLENDE BERICHTEN. Een \cverval. Drie gemaskerde bandie ten hebben, naar de ,,'s-Hert- Crt." meldt, des nachts zich toegang verschaft door verbreking van een .vensterraam tot de vzoning van den bejaarden Van den Heu vel, die woont op „Weijen" onder Nis- telTode. Van den Heuvel, die reeds om streeks 70 jaar oud is, woont samen met een dochter en een schoondochter. Op het gerucht van de inbraak ontwaak ten de bewoners. De gemaskerde roovers begaven zich naar de slaapplaats van den ouden man, terwijl de beide vrouwen met revolvers in bedwang' werden ge houden. Dadelijk werd een grondig on derzoek ingesteld in het bed van den man- Na een worsteling, waarbij Van den Heuvel bloedend verwond werd, wist een der roovers een tabaksdoos, inhou dende f 65, onder het hoofdkussen van daan te halen- De verwondingen, welke Van den Heuvel opliep, werden hem hoofdzakelijk toegebracht aan het hoofd. Zoodra de inbrekers hun buit in handen hadden, verlieten zij de woning, om in de duisternis te verdwijnen. ZEETHDING1EH. ZIERIKZEE, 17 Maart. Uitgeklaard; Mo torschoener „Ella", kapt- E. Tulp, met metselsteen van Lobilh naar Rochester. knap en bekoorlijk meisje haar hart had geschonken aan iemand, die na een ver loving van slechts, een dag een schurk bleek te zijn en die niet alleen haar, maar ook zijne vrienden had bedrogen- Ze wist, dat er op die wijze werd gesproken en dat stemde haar bitter. Maar nóg ver schrikkelijker was het en ze moest wel aannemen dat het waar was dat hetgeen men vertelde juist was- Toen Stephen Blacklock het vertrek binnenkwam, keek ze op, maar de uit drukking op haar bleek gelaat onder ging geen verandering. Ze gevoélde niet meer als vroeger een soort afkeer voor hem- Hoe zou ze nog iemand kunnen veroordeelen nu haar vertrouwen zoo zeer geschokt was in den (m'an, dien ze had liefgehad en van wiens eerlijkheid ze overtuigd was geweest? Malcolm King, voor haar het ideaal van den man, wem thans immers door het geheiele land doen de politie gezocht! Iets in haar blik scheen Blacklock tet vertellen, wat ér in haar ontging. Hij vond de stoutmoedigheid dadelijk op haar toe te treden en hare smalle* koude handjes in de zijne te nemen- „Clara", Zei hij, „je vermoedt zeker wel, wat ik je kom vragen. Morgfen ga je heen en ik zou zoo gaarne zekerheid willen hebben- Wil je mijn vrouw wor den Het meisje trok hare handen terug ere drukte ze tegen haar voorhoofd. (Wordt vervolgd )K

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1927 | | pagina 5