ZEELAND's R6EI
Zierikzeesche Nieuwsbode
ROOMBOTER
TWEEDE BLAD
B I Nft E N LA N P.
Uit Stad en Provincie.
SMAAKT
ALS
EN aS EVEN
VOEDZAAM.
FEUILLETON.
behoorende bi] da
van Vrijdag 18 Maart 1927, no. 11519.
HET BELG. TRACTAAT.
Na de speeches van de tegenstanders
van bovengenoemd tractaat, heeft de heer
van Embden Woensdag in de Eerste Ka
mer den Minister gesteund, door een plei
dooi te houden vóór het verdrag.
De grondslag van het verdrag zag deze
spreker zóó. Onder eenigen druk hadden
wij niet onderhandeld in 1919, maar men
was toen algemeen bezig geweest aan
een nieuwen status voor heel Europa,
óók op economisch gebied. En daaraan
mochten wij onze medewerking niet ont
trekken. Alleen moesten wij daarbij blij
ven binnen het algerneene kader van 1839.
(Door de tegenstanders is herhaaldelijk
betoogd, dat dit tractaat verre buiten dat
kader gaat). Nu zijn er tal van bezwaren
geopperd en spreker wilde den ernst
daarvan niet miskennen. Maar hij voor
zich kan daardoor toch niet tot tegen
stemmen komen.
Wat het kanaal Antwerpen—Moerdijk
betrof, hiervan maakte spr. zich al heel
gemakkelijk af. Zulk een kanaal moeten
wij toestaan, tenzij is aan te toonen dat
het levensbelang van onze havens daar
mede wordt aangetast. Positief aan te
toonen is dat natuurlijk noioit, alleen
maar waarschijnlijk te maken.
Ten slotte betoogde de heer Van Emb
den, dat wij, na verwerping van dit trac
taat zeker geenerlei geweld of dwang
zullen hebben te duchten, maar wel een
onaangename gezindheid die ons allengs
zal brengen onder een moreelen druk.
In een slechtere en meer afhankelijke
positie dan door dit tractaat kunnen wij,
na de verwerping, zeker niet konjen.
THOLEN. Vervolg Gemeenteraadsverga
dering, gehouden op Vrijdag 11 Maart 1.1.
De heer Goedegebure vraagtof
het de bedoeling is Kuijpers alles te
doen uitvoeren, en of dan door hem in
het bestek zal worden opgenomen, dat
75 pCt. der arbeiders Tholenaars moeten
zijn. De voorz. zegt, dat Kuijpers alleen
het bestek maakt en toezicht heeft. De
rest behoort tot het werk van den raad.
Waar de ingenieur f 20.000 verdient aan
dit plan, zag de heer Goedegebure gaar.
ne, dat hij zelf persoonlijk opzicht hield.
De voorz. merkt op, dat Kuijpers de ver
antwoording op zich neemt en hij wel
gelooft, dat deze de zaak serieus zal
behandelen. Waar voor de onteigening
f55000 noodig is, zal het brugplan de
gemeente komen, na aftrek van circa
f 5000 voor afbraak, op de som van
f470000, zoodat jaarlijks met rente en
aflossing ongeveer f 25000 noodig zal zijn.
Dhr. Moelker merkt op, dat de annuï-
teitsleening dan in 50 jaar kan afgelost
zijn, en dat de totale rente met aflossing
komt op 5,5 pCt. De heer Goedegebure
informeerde naar eenige veranderin
gen, die in het bestek gebracht waren,
o. a. aan den wal. De voorz. zeide, dat
niets is veranderd, maar wel bijgevoegd,
o.a. het huis en pakhuis op dien wal,
omdat dit voor 't verkeer een gevaarlijk
punt was. Aan de Waterleiding-Mij. werd
concessie verleend voor het leggen van
buizen langs de brug, met bepaling, dat
zij de kosten, ad f 1800, vóór 1 Mei 1927
"betaalt en een jaarlijksche retributie heft
van f 100. Besloten werd een geldleening
ad f 9060 en 20.000 te converteeren tegen
een nieuwe leening van gelijk bedrag
4.75 pCt. Waar indertijd een raadsbesluit
was genomen een muur dwars door de
haven te leggen en dit met het oog op
de hooge kosten niet is gebeurd, daar
het een bedrag vorderde van f 14000, stel
len B. en W. voor dit te doen uitvoeren
door de Bredasche* Beton-Mij. voor f8700
en genoemd besluit in te trekken. De
heer Moelker informeerde of ook ande
ren zijn gevïaagd, wat de voorz. toe
stemmend beantwoordt. De heer Goede
gebure kan zijn stem hieraan geven, mits
in het bestek wordt opgenomen, dat
Thoolsche krachten 'moeten worden ge
bruikt en een goed uurloon vastgesteld.
De voorz. ziet bezwaar in een dergelijke
belemmering voor den aannemer. Hij acht
het veel beter, indien B. en W. hierop wij
zen, doch willen hem hiertoe niet dwin
gen. Waar Thoolsch kapitaal verwerkt
wordt, is dhr. Moelker er voor, dat ook
Thoolsche menschen in 't werk worden
genomen. Doch voor inlassching van de
clausule als bedoeld door dhr. Goedege
bure, kan hij niet medewerken. De heer
Goedegebure zegt, dat dit overal gebeurt.
Kijk maar eens naar Rotterdam. De voor
zitter zegt, dat wij hier slechts in Tholen
zijn. De heer Goedegebure verwacht, dat
Vriens eigen volk uit Breda zal mee
brengen en dan hebben de menschen hier
weer niets. Wij1 zullen zien als wij dit
met de brug ook niet bepalen, dat er
dan misschien nog menschen uit Zwitser
land hier komen werken. Hier wordt to
taal niets gedaan voor de arbeiders. De
heer Goedegebure gaat druk gesticulee-
rend voort met 'zijn rede,, wat door het
gehamer van den voorzitter niet Icon wor
den verstaan. De heer Goedegebure dient
daarna een voorstel in om 75 pCt. der
arbeiders voor den betonmuur uit Tho
len te doen nemen door den heer Vriens
uit Breda en dit in de voorwaarden in
te lasschen. Dit voorstel werd verwor
pen met 6 tegen 5 st.vóór, die van den
voorsteller en de heeren Quist, Corne-
lisse, Braai en Jansen. Het voorstel van
B. en W. tot gunning van het werk aan
Vriens is alzoo aangenomen, terwijl B.
en W. zullen aandringen op gebruik van
Thoolsche arbeiders. De aangeboden reke
ning der Gezondheidscommissie werd
goedgekeurd en aan A. du Burck een
perceel gemeentegrond verkocht voor
bouwterrein. Bij de rondvraag dringt de
heer Goedegebure aan op het plaatsen
van een urinoir aan de Herv. Kerk. De
voorz. merkte op, dat reeds hierover met
het Kerkbestuur was onderhandeld. Ver
der zag de heer Goedegebure gaarne, dat
de gasprijs werd verlaagd met 1 et. de
ku'b. M. Waar indertijd deze verhooging
was aangebracht door de hooge koop
prijzen, heeft dit nu geen zin meer. De
voorz. zeide, dat, als het juiste oogenblik
hiervoor is aangebroken, B. en W. dien
aangaande, na overleg met de gasconv
missie, met voorstellen zullen komen. De
heer Goedegebure vroeg verder, of reke
ning werd gehouden met de schade, die
huurders van onteigende woningen kun
nen hebben, b.v. door een door hen aan
gebracht schuurtje enz., dat ze bij verhui
zing niet meer kunnen plaatsen. Indien
deze menschen meenen schade te hebben,
ziet de voorz. dan van hen een verzoek
om vergoeding tegemoet. Ook was dhr.
Goedegebure het er niet over eens, dat
indertijd een woning uit de 'hand was
gegund aan schilder Jansen, daar dit had
moeten aanbesteed worden. Doordat het
werk viel in een tijd, dat er weinig werk
was, had dit allicht goedkooper kunnen
gebeuren. Bij hem was een schilder we
zen klagen. Ook bij den heer Moelker was
een schilder geweest, doch hij had hem1
gezegd niet op praatjes af te zullen gaan,
doch hem aangeraden een verzoek bij
den raad in te dienen. De voorz. zeide.
dat dergelijke praatjes meest onbelrouw.
baar zijn; concurrentiezucht is daaraan
meestal niet vreemd. Weth. Goossen zei
de, dat Vriens destijds de schilders heeft
gevraagd voor inschrijving voor een wo
ning, evenwel met de bepaling er bij,
dat misschien het aantal tot 5 kon kto
pen. Reden tot klachten zijn er dus niet,
daar iedere schilder kon weten, dat meer
dere woningen konden volgen. Het stuitte
den heer Goedegebure tegen de borst,
dat men jonge krachten laat werken voor
25 ct. per uur, terwijl een oude man
daarvoor 30 ct. kreeg. Niet dat deze geen
goede kracht is, maar hij zag gaarne
voor allen het loon op dit peil. Odk kwam
hij op tegen een opzichter over twee
mannen, die er als een korporaal bij
staat en niets uitvoert. Deze moet ook
maar medewerken. Hij zag gaarne, dat
alle werkeloozen aan het werk werden
gezet en tegen een goed uurloon. De
voorz. was van meening, dat, ofschoon hij
de goeden er buiten laat, men dikwijls
van de gemeente wil profiteeren, zoo dat
er niet gewerkt wordt. Dit is maar een
bewering van kapita'isten en werkgevers,
zeide dhr. Goedegebure. Deze zeggen al
tijd, dat de arbeiders te lui zijn. Hij
diringt nogmaals aan, op te werkstelling
van alle werkeloozen. De voorzitter was
van meening, dat als deze menschen alle
aan het werk werden gezet, men slechts
voor 11/2 dag werk zou hebben. Indien de
ingenieur klaar is met zijn werk, zullen
B. en W. ook direct de werken doen uit
voeren. Wat de bewering betreft van den
heer Goedegebure, dat hij gezegd heeft
dat de arbeiders te lui zijn, laat hij' ge
heel voor zijn rekening, daar hij dit nooit
beweerd heeft. Spr. iging maar na wat
gebeurd is bij' vorige werken. Hij zal, als
het werk er is, de menschen werk geven,
doch is niet van plan de gemeente op
kosten te jagen door dingen uit te voeren,
die geen zin hebben. De heer G. meent,
dat de voorz. er met praatjes wil afko
men. Het stikt van het werk in Tholen,
indien men maar wil beginnen. De voor
zitter raadt den heer Goedegebure aan
kalm te blijven, daar met boos worden
niets wordt gewonnen. De voorz. is niet
van plan met bet gemeente-geld te gooi
en; als er straks tekort is, hebben B. en
W. het gediaan. De heer G. zegt, hiervan
de volle verantwoording te wililen dra
gen. Heel de gemeenschap Wdt er onder,
dat de menschen werkeloos zijn en niets
verdienen. Daar de voorz. iets zegt tegen
weth. Wagemaker, stuift de heer Goede
gebure op, dat 'hij1 niet moet smoezen,
om hem straks een pil te draaien. De
voorz. wil dergelijke uitdrukkingen tegen
izich niet meer hooren. Indien de heer
G. zich niet matigt, zal hij genoodzaakt
''zijn, hem het woord te ontnemen. De heer
G. meent, dan ook te weten, waar hij
zich dan zal vervoegen. Hij doet daarop
het voorstel, gesteund, door de heeren
Cornelisse en Quist, om Maandag alle
werkeloozen aan het werk te zetten. De
heer Wagemaker wijst er op, daar dhr.
G. dit zelf wel weiQt dat voor het werk
aan den dam niet veel menschen gebruikt
kunnen worden en daar de duiker nog
niet is gelegd, tuien nog niet kan vor
deren met het werk en de menschen
direct 'klaar zijn.
Dhr. Braai gaf in overweging, 't werk
vlug te doen uitvoeren, daar het werk
op 'het- land spoedig zal beginnen. Da heer
Coirnelisse beweert, dat ook de molen-
kom kan aangevuld worden. De voorz.
zegt nogmaals, dat, indien het bestek er
niet is, men toch onmogelijk met het
werk kan beginnen. Het voorstel-Goede-
geburé om direct Maandag alle werke
loozen aan het werk te stellen, werd
daarna aangenomen met 6 st. voor en 5
tegen. Vóór de heeren Goedegebure, Cor
nelisse, Braai, Jansen, Quist en Deurloo.
Daarna sluiting.
ZEEUWSCHE KALENDER.
Herinneringen der week.
20 Maart.
1346. Hertog Willem van Beijeren geeft
aan die van Poortvliet belangrijke
vrijdommen.
21 Maart.
1573. Hevig gevecht op de Westerschelde
tusschen de Zeeuwsche en Spaan-
sche vloten.
22 Maart.
1769. Eerste vergadering van directeuren
van het Zeeuwsch Genootschap te
Vlissingen gehouden.
23 Maart.
1478. Maximiliaan van Oostenrijk te Zie
rikzee gehuldigd als voogd over
zijne vrouw Maria van Bourgondië-
24 Maart.
1325. Einde van de belegering van Aar-
den'burg door opstandelingen uit
Brugge.
25 Maart.
1758. Privilege tot de uitgaaf der Mia-
'delburgsche Courant.
26 Maart.
1577. Afkondiging der Satisfactie te Goes.
werden veroordeeld, in een cel in de
gevangenis van Joliet (V.S.) tot rede ge
bracht, terwijl de drie anderen er op
sensationeele wijze in slaagden uit de
gevangenis te ontsnappen. Zij ontkwa
men naar Chicago, waar één hunner twee
politiemannen vermoordde. De zes ver
oordeelden waren voor de helft Ameri
kanen, voor de he'ft Mexicanen. De Mexi
canen slaagden erin te ontsnappen.
Het Boliviaansche hof heeft een
merkwaardig vonnis geveld ten aanzien
van vier mannen, die schuldig werden ver
klaard aan den moord op generaal Pan-
do, die in 1917 president van Bolivia (Z.
Am.) was. Krachtens het vonnis zullen de
veroordeelden moeten loten, wie .hunner
zal worden geëxcuteerd, terwijl de drie
anderen tien jaar gevangenisstraf zullen
moeten ondergaan.
Den laatsten tijd schijnt de sowjet-
justitie weder royaler te zijn met haar
doodvonnissen dan de laatste jaren het
geval was. Zoo wordt gemeld, dat in
het district Odessa 27 leden eener anti-,
bolsjewieksche organisatie tot den kogel
zijn veroordeeld. Hetzelfde lot trof een
administrateur en een ingenieur van een
staatsonderneming, die zich hadden schul
dig gemaakt aan „verkwisting".
VAN HEINDE EN VER.
Officiéél verluidt, dat het aantal
dooden bij1 de jongste aardbeving, die
Japan teisterde, 3274 bedraagt. 6734 per
sonen werden gewond. De schade wordt
op 120 millioen gulden geraamd.
In de Kilb'ygevangenis te Mont
gomery (Alabama, V.S.) hebben Zondag
avond de bewakers een bloedigen veld
slag geleverd met meer dan 500 gevange
nen in de eetzaal. De bewakers maakten
gebruik van pistolen, bommen met traan-
verwekkende gassen en gummistokken.
Vier gevangenen Werden neergeschoten
en 12 ernstig gekwetst De oorzaak van
den opstand der gevangenen was, dat on
langs verscheidene gunsten ingetrokken
waren, omdat er vuurwapens, whiskey en
verdoovende middelen binnengesmokkeld
bleken te zijn.
De eigenaars van struisvogel-parken
in Zuid-Afrika, die eraan wanhopen, dat
de veeren-mode nog ooit zal terugvkeeren,
hebben in de laatste paar dagen ongeveer
200.000 struisvogels gedood, daar de on
kosten niet meer dekten de opbrengst
der veeren. In sommige districten zijn
de veeren als volkomen waardeloos op
den asohbelt terecht gekomen.
Blijkens een Reuter-telegram, te Lon
den ontvangen, is men te Sjanghai 200 be
nauwd; voor plundering van de stad door
de troepen uit Sjantoeng, die de plaats
heeten te verdedigen, dat de Fransche
autoriteiten in Shanghai geseind hebben
om onverwijlde uitzending van 1000 man
koloniale troepen.
- Het Fransche dorpje Concizat werd
al sedert bijna drie jaair bezocht door
geheimzinnige brandstichtingen, die veel
al vooraf werden gegaan door anonieme
brieven. Dat was echter niet alles: op
zekeren dag bleek een put van een der
bewoners vergiftigd te zijn; in een wei
land 'werden eenige malen doosjes met
vergiftigde suiker gevonden. Het open
baar gerucht wees een 39-jarige vrouw,
een .vreemdelinge", want zij kwam uit
een andere streek, als de -dader aan.
Dezer dagen heeft de politie haar gear
resteerd.
- Na een langdurig gevecht met politie
agenten werden drie van zes veroordeel
den, die wegens moord tot den strop
VERSCHILLENDE BERICHTEN.
Inbrekerj gevat. Maandagavond te on
geveer één uur hoorde de veehouder
G. M. te Beemster (N.-H.) geluid in zijn
slaapkamer. Toen hij riep of er iemand
was, snelden een paar mannen weg. M.
haalde zijn geladen geweer, achtervolgde
de indringers en loste op hen eenige scho
ten. Zij vtisten echte|r op Tijwielen te
ontkomen. M. waarschuwde per telefoon
den burgemeester, die de rijks- en ge
meentepolitie gelastte de vluchtelingen
op te sporen. Te ongeveer twee uur na
derden in oe Kerkbuurt twee fietsrijders.
De politie gelastte hun af te stappen, doch
zij reden door en ontglipteln- Een hunner
werd nog; door een auto. aangereden en
ging toen er loopend van door. Ofschoon
er op hen geschoten werd, wisten) zij over
het land en door slo.oten aanvankelijk te
ontkomen. Doordat een politiebond het
spoor vond van den weg, dien de beide
inbrekers hadden genomen, wist de rijks-
en gemeentepolitie ze eindelijk te ontdek
ken. Ze werden aangetroffen in ue schuur
van een boerdeTij nabij Spijkerboor. De
aangehoudenen bleken te zijn twee jonge
mannen, uil Rotterdam afkomstig.
Ernstig auto-ongeluk. Woensdagnacht
heeft in de gemeente Raalte nabij, de
halte ,De Pleegste" een ernstig auto
ongeval plaats gehad', Waairbij 2 personen
om het leven zijn gekomen. De heer G. H.
B. uit Heino keerde met een tweetal
vrienden K. en S. terug van een auto
tocht naar Deventer. Nabij' bovengenoem
de 'halte is de auto door tot nu toe 'on
bekende oorzaak van den weg over den
kop in de sloot geslagen. De 3 inzittenden
kwamen onder de auto terecht Alleen
de 'heer K. kon zich van onder de auto
uitwerken en op den kant komen. Hij
hield een volgende auto, die spoedig aan
kwam, aan, om hulp te verkrijgen. De
reddingspogingen hadden evenwel geen
succes meer. Toen eenigen tijd later de
heeren B. en S. uit de sloot waren ge
haald, waren beiden reeds overleden.
De 1 doodsdraad. Te Koog a/d. Zaan ver
maakten zich Woensdagmiddag eenige
jongens met voetballen op een weiland.
Op een oogenblik kwam de bal in een
nabij gelegen sloot terecht. De 14-jarige
C. Pel kwam bij zijn pogingen om den
bal te pakken in aanraking met een niet
geïsoleerden eleclrischen draad. Toen hij
den draad ook met zijn andere hand vast
greep, viel hij in de sloot. Toegeschoten
monteurs hebben, na den draad doorge
knipt te hebben, tot geneeskundige en
politiehulp kwamen, kunstmatige adem
haling toegepast. Het mocht evenwel niet
meer gelukken de levensgeesten op te
wekken.
De korenmolen „de Haas" op het
Bolwerk te Zierikzee.
1727-1927.
Wanneer men vroeger een stad nader
de, werd het gezicht op de muren, wal
len en bolwerken ongemeen verleven
digd door de windmolens, die zich op
deze verdedigingswerken bevonden. Zoo
was het reeds in de middeneeuwen en
zoo hebben ook wij te Zierikzee naast
den molen op het Bolwerk ook nög den
molen „de Bloeme" gekend, welke,
1661 op een waltoren bij de Westbrug
gebouwd, in het voorjaar van 1899 ge
sloopt is. Op de stadswallen stonden ze
hoog en voor den wind steeds bereik
baar, terwijl daair het verkeer niet plaats
vond en dit er dus geen hinder van had.
Windmolens, vermoedelijk jonger dan
watermolens, worden al in de eerste jaren
der 12e eeuw in Normandië vermeld, op
het laatst dier eeuw in Vlaanderen en
in de 13e eeuw waren ze reeds bij me
nige stad in Zeeland en Holland te vinden.
Voor het maken der Nieuwe haven te
Zierikzee (1596 tot 1599) werd de stad
aan de Zuidzijde reeds béspoeld door
water, dat toen*met de nu als Zoutegracht
bekende vest een geheel uitmaakte. Maar
toen de Nieuwe haven werd gegraven,
veranderde de toestand aan den Zuid
westhoek der stad en werd daar aan de
'Zoutegracht een afsluiting gemaakt door
den nog aanwezigen Westhavendljk. Er
kwam toen gelegenheid om tot bescher
ming van den ingang der haven bij het
latere Luitje een 'bolwerk aan te leggen,
op welks vlakte al spoedig een houten
korenmolen gebouwd werd. Op een
plaatje in een in 1635 gedrukt boekwerk
ziet men dezen reeds op het Bolwerk
staan. Spoedig kwam er een paardenstal
bij en in 1694 werd daarnaast een wagen
huis voor de molenkar gebouwd.
Ongeveer eene eeuw* was die houten
molen in werking geweest, toen de beide
eigenaars ervan in 1723 aan den Raad ver
zocht en hem voor afbraak te mogen ver-
koopen, daar er naar hunne meening ge
noeg molens in de stad waren, zij wei
nig er mede verdienden en daardoor niet
in staat zouden zijn de toen benoodigde
herstellingen eraan te bekostigen. De ver
zoekers verkregen de gevraagde vergun
ning en in de tweede helft van 1723 ver
dween de molen van het Bolwerk.
Niet lang evenwel was deze plaats ledig,
want reeds in 1726 verzochten de eige
naars van den houten korenmolen „de
Flesse", staande op den wal aan 't eind
der Karnemelksvaart, dezen te mogen
breken en in plaats daarvan een nieuwen
steenen molen met galerij op het Bol
werk te doen bouwen. Het verzoek dier
eigenaars, Willem van Schelven en Gijs-
brecht Blom, werd door de andere mole
naars der stad gesteund en in December
1726 gaf de Raad daartoe vergunning,
onder bepaling, dat er in dezen molen
twee paar maalsteenen moesten aange
bracht Worden, terwijl gedurende 20 jaren
vrijdom van Cijns of rente voor den te
gebruiken grond werd verleend. Vrijstel
ling van den dubbelen honderdsten pen
ning werd door belanghebbenden van de
Staten van Zeeland in het voorjaar van
1727 voor den tijd van 25 jaren verkregen.
Spoedig werd nu met het werk begon
nen en aan Hubrecht Kooijman, metse
laarsbaas te Brouwershaven, het bouwen
vergund. Op Donderdag 20 Maart 1727
werden de eerste steenen gelegd en aan
deze omstandigheid herinnert een in den
molen geplaatsten steen met opschrift On
der een loopenden haas tusschen de woor
den „Den Haas" leest men: „Kornelia
„Blom En Jakomina De Kok Met haar
„Tweeën legden den Eersten en Twee-
„den Steen den 20 Maerte als Men 1727
„Schreven. Willem van Schelven en Gijs-
„bregt Blom".
Dat bouwen van een steenen molen
door iemand van buiten de stad, wekte
de verontwaardiging op van het Zierik
zeesche metselaarsgilde, dat onmiddellijk
een verzoek tot den Raad richtte om
diie vermeende inbreuk op zijn gilde-
recht te 'weren. De Raad stelde het ver
zoek in handen van Burgemeesters en
Thesaurieren, die den Overdeken van het
metselaarsgilde moesten hoorenmaar van
verdere stappen blijkt niets, zoodat de
Regeering van Zierikzee blijkbaar geen
aanleiding heeft gevonden den bouw aan
dien aannemer te ontnemen.
Over de eigenaars en eerste steenleg-
sters het volgende: Willem van Schei-
veen Was géboren te Biert (op Voome)
in Mei 1699 en overleed te Zierikzee in
Augustus 1763, terwijl Gijsbrecht Blom te
Zzee in April 1701 geboren werd en er
in Juli 1780 overleed. Toen de eerste stee
nen gelegd werden, Was van Schelven nog
niet gehuwd, Blom wel. Het dochtertje
van den laatste, Cornelia Blom, was ge
doopt alhier 23 Mei 1726 en werd te dezer
stede begraven 18 Mei 1785. Zij woonde
tot zijn dood Wij haar vader (die in 1745
weduwnaar werd en niet meer hertrouw
de) in cn was ongehuwd. Hun huis stond
aan de Zuidzijde def Hoofdpoortstraat.
Men vond het blijkbaar aardig, dat een
kind van 10 maanden als eerste steenleg-
ster genoemd werd. De legster van den
tweeden steen, Jacomina de Kok, was
toen ruim1 4 jaar. Zij was gedoopt 6
December 1722, maar overleed reeds in
Maart 1735 (begraven 31 dier miaiand), dus
pas :ruim 12 jaar oud.
Toen de termijn van vrijstelling van
cijns 20 jaren na de stichting van den
molen om was, dus in 1747, beliep he't
jaarlijks aan de stad verschuldigd be
drag f 9, wat nu, tengevolge van den
■aftrek van na ds invoeringf der grond
belasting, tot f7,20 is terug gebracht.
Na het overlijden van Willem van Schel
ven in 1763 volgde hem als bezitter van
de helft van den molen zijn zoon Izak
van Schelven op (17281804), die blijk
baar in 1780 na het overlijden van Blom
eenig eigenaar van „Den Haas" werd. Zijn
zoon, Johannis van Schelven (1761—1827)
werd in 1799 als molenaar toegelaten en
nam van zijn vader den moien ove{r.
Reeds vóór zijn overlijden, 11.1. in 1821,
trad zijn zoon Izak van Schelven (1799
—1844) als molenaar op. Tot dusverre
hadlden de Ibézitters van „Den Haas" niet
op het Bolwerk, maar in de Hoofdpoort-
straat of in de Ravestraat gewoond. Maar
in het voorjaar van 1838 liet laatstge
noemde bij den molen een woonhuis bou
wen. Dit ging met vele moeielijkheden
gepaard, want de vergunning tot die
stichting werd niet spoedig verleend.
Men vreesde n.l., dat door het wonen
naast den molen ontduiking van de be
lasting op het gemaal zou plaats hebben.
De Raad verkocht dus geen grond op
het Bolwerk en zelfs op een deswegen
door van Schelven tot den Koning ge
richt verzoek, Werd afwijzend beschikt.
Maar daar ten slotte de Raad van mee
ning werd, dat van het wonen naast den
molen geen fraude te duchten was, wilde
hij belanghebbende helpen en gaf aan hem
de voor de woning noodige oppervlakte
gronds in erfpacht uit. Lang woonde van
Schelven er niet. In 1839 verkocht hij
molen en huis aan Francois Jan: vanSchel-
verbéke, die uit Goes zich hier vestigde.
Deze Werd als molenaar in 1855 opge
volgd idoor Pieter Aalbregtse, die van
Zuidzande herwaarts kwam, in 1870 een
nieuwen ijzeren as in den molen legde
en tot' 1882 de zaak dreef. Diens zoon,
mede Pieter Aalbregtse geheeien, was van
1882 tot 1898" korenmolenaar. Van 1 Mei
1898 tot Seplember 1902 was Leendert
van Oeveren opvolger en deze gaf het
bedirijf op laatstgenoemd tijdstip over aan
Hendrik van Dijke Hzeen af stommeling
van eene sedert 1798 te Zierikzee békende
molenaarsfamilie, welke den in 1899 af
gebroken, ireeds vermelden, molen „de
Bloeme" bezat.
Bijna 25 jaren dirijft laatstgenoemde
deze inrichting en den daaraan verbonden
graanhanc'e' en mensebe1 ijkerwij ze gespro
ken, kan de tegenwoordige bezitter nog
langen tijd in zijn beroep werkzaam zijn.
Moge deze molen, die ondanks zijn
tweehonderdjarig bestaan nog buitenge
woon hecht en sterk is en op de ruime
omgeving van het Bolwerk door al het
geriefelijke is omringd, wat het vak ver-
eisc'ht: schuur, pakhuizen, paardenstal,
varkenshokken, enz., nog zeer lang zich
daar blijven verheffen, niet alleen a|ls eene
onderneming, die haren bézitters een goed
béstaan waarborgt, maar tevens ook als
een teekenachtig gebouw, dat aan het
stadsbeeld van Zierikzee een groote be
koring verleent en dat, naar wij hopen,
'beveiligd moge blijven tegen het sloo-
pingswerk der nieuw er wetsche molenin-
riohting, waaraan voor en na nu reeds
zoo menig soortgelijk bouwwerk der
voorgeslachten is ten offer gevallen.