B IJ VOEGSEL
BUITENLAND.
8SNNENLAND.
Uit Stad @bi ProvSnoi©
behoorende bQ de
Tan VrUdag 15 Jan. 1926, no. 11838.
EEN MEDIUM VOOR HET GERECHT.
Mme. Eugénie Picquart, een Parijsche
weduwe, die behalve als huisnaaister
haar brood verdient met waarzeggen en
met hel houden van spiritistische séan
ces, heef: terechtgestaan, niet wegens
hekserij, maar meer prozaïsch
wegens diefstal. Bij het echtpaar Chedi-
vilie, waar zij eiken Vrijdag als huisnaais-
ster' komt werken had zij eenige kost
bare juweeien ontvreemd. Aanvankelijk
viel de verdenking in het geheel niet op;
zelfs riepen de bestolenen haar medewer
king in om met behulp harer occulte ga
ven den dief op te sporen, die uiteraard
onvindbaar bleef. Eenigen tijd later be
sloot het echtpaar Chedeviile daarom niet
langer de geesten, maar de politie te
raadplegen; deze spande een valstrik,
waar Mme Picquart leeiijk invloog.
In de'rechtzaal bestond groote belang
stelling voor de zaak van de zijde der
spiritisten, magnetiseurs, somnabules en
helderzienden, die Mme Picquart hooge
lijk waardeer en en van oordeel waren,
dat zij het slachtoffer is geworden van
„kwade geesten". De president van de
rechtbank verzocht niet zonder humor
Mme- Picquart geen dooden of geesten
op te roepen, maar zich aan de levende
feiten te houden. Om haar onschuld te
bewijzen, verklaarde zij zich bereid ;,uit
zich zelf te treden" en een of andere
persoon te reïncarneeren, die de waar
heid zou spreken. Doch de president
wees hoffelijk en beslist deze weinig ju
ridische proceduren van de hand. Tij
dens de zitting hadden tal van vreemde
incidenten plaats; nu eens miste de bek!,
zelf haar taschje, dat op mysterieuse
wijze was verdwenen, dan weer waren
dames uit het publiek haar taschjes
kwijt... Met veel moeite kon de recht
bank tenslotte uitspraak doen: Mme Pic
quart kreeg vier maanden voorwaarde
lijke gevangenisstraf.
BELASTIING BETALEN OP DE
POSTKANTOREN.
Naar het orgaan van den Centralen
Bond van Post-, Telegrafie- en Telefonle-
personeel verneemt, is voorloopig afge
zien van het voornemen om de betaling
van belasting op de postkantoren te doen
geschieden.
DE MILITAIR-FASCISTISCHE PARTIJ.
De RsL\ deelt thans mede, dat eind
van deze maand te 's-Gravenhage do
oprichtingsvergadering zal worden gehou
den van de Militair-Fascistische Partij.
Ook meldt het blad, dat deze Partij ge
heel afzijdig staat van het Verbond van
Actual isten.
DE CRISIS.
Omtrent de Dinsdag gehouden verga
dering der 'katholieke Kamerfractie deelt
„De IRsb." mede, dat dè kans van slagen
van het compromis-voorstel van _dr. De
Visser, dat door het demissionaire Ka
binet aan de Katholieke fractie was toe
gezonden om de opinie daarover te ver
nemen, zeer gering geworden is en met
een nog zeer langen duur van de crisis
ernstig moét gerekend worden.
ZIERIKZEE. Het bestuur van de Wijk
verpleging heeft aan de Commissie voor
de Gemeentekamer het gebruik van die
kamer tegen 1 Juli opgezegd.
Door Gedep. Staten is o.a. met in
gang van 1 Jan. j.l. benoemd tot ïid van
dc Provinciale commissie ter bevordering
van Rijkswege van de rundveefokkerij in
Zeeland, de heer D. Koopman Pz. te
Nieuwerkerk.
HAAMSTEDE. Met dank aan de geef
sters en gevers kunnen wij melden, dat
de inzameling voor 't kroonjaar ,.Kjnder-
'zorg" te Middelburg, in onze gemeente
heeft opgebracht de som van f 60,30.
Voor het Comité van Chr. Winter-
lezingen trad hier Woensdagavond in
hótel Juliana voor een matig opgekomen
publiek op, ds. D. A. v. d. Bosch uit
's-Gravenhage, met het onderwerp De
Fingel°n" Nadat de vergadering op de
gebruikelijke wijze was geopend en de
spreker door den heer D. Mulder, voor-
zittter van het Comité was ingeleid, be
gon ds. v. d. Bosch zijn reöe met te
herinneren aan het droomgezicht van Ja
cob, dat niet alleen voor dezen zoo'n
groote persoonlijke beteekeni$ had, maar
ook van wonderlijke profetische betee-
kenis was, terwijl voorts in de aangrij
pende beeldspraak tot uiting komt .een
blijvende relatie tusschen hemel en aarde,
gevormd door de Engelen, die God uit
zendt ten dienste dergenen, die de zalig
heid zullen beërven.
In het algemeen is het geloof in den
arbeid der epgelen bij het meerendeel
van het Ger. Prot. 'voük niet veel meer
dan een memoriepost op hun geestelijk
budget. De bedoeling van den welspre-
kenden redenaar was de gegevens die de
Schrift biedt, omtrent de engelenwereid,
te verzamelen, systematisch bijeen te
brengen en daaruit een beeld te vormen,
over wat we te denken hebben over de
engelenwereld.
Tot dat doel verdeelde spr. zijn rede
in drie sjukken, n.l. het wezen, de we
reld en het werk der engelen.
Ue vraag Beantwoordende: wat is een
engel, verwees spr. naar het Grieksche
woord Angelos, hetwelk beteekent: zend
bode. Ze zijn gedienstige geesten, be
gaafd met wil en rede, geschapen toen
de hemel werd geformeerd. De kunst,
schilderkunst en beeldhouwkunst, hebben
ons figuren gegeven van engelen, hun .ar
beid en wereld, die niet meer corres-
pondeeren met de Schrift en die daaraan
niet meer getoetst wordt. Het 'zijn geen
schuchtere, teere vrouwelijke figuren,
maar volgens de bijbel jonge mannen,
staande in den vollen bloei van het
mannelijke leven.
Hoewel het aantal engelen in die we
reld niet geteld is, is hun getal schier
ontelbaar. Welgeordend is deze wereld
met ouderlingen samenhang, waar hooger
en lager geplaatsten zijn in een einde-
looze verscheidenheid-- Enkele standen
worden in den Bijbel genoemd, n.ï. de
Cherubs en de Serafs, terwijl voorts Mi
chael en Gabriël met name worden aan
geduid. Gabriël wordt de evangelist on
der de engelen genoemd, terwijl Michaël
als de geweldige wprdt geteekend. Over
het werk der engelen het derde punt
der rede zeide spr., dat zij zijn de vol-
brengers van Gods wil; zij zijn bood
schappers, die worden uitgezonden tol oor-
deelen of beschermen. Nog altijd staat
als troost de blijvende Jacobsladder tus
schen hemel en aarde opgericht. In die
wereld der engelen is een voortdurende
belangstelling en gadeslaan van het le
venslot der geloovigen.
Bovenstaande is een zwakke poging
om hen, die deze lezing niet bijwoonden,
althans eenigen indruk te geven van het
geen Ds. V. d. Bosch op welsprekende
v/ijze en in gedegen taal zijn aandachtige
toehoorders dien avond schonk.
PROVINCIAAL WATERSNOOD-COMITÉ.
Door den Commissaris der Koningin is
aan alle burgemeesters in onze provincie
een schrijven gericht, waarin hij herinnert
aan zijn circulaire van 17 October 1924,
waarin verzocht werd, bij het intreden
van een ramp van algemeenen aard zich
oogenblikltelijk rechtstreeks met den
voorzitter van het Provinciaal Water
snood-Comité in verbinding te stellen en
zich te onthouden van elk beroep op de
particuliere liefdadigheid. Door dit ver
zoek wenschte de Commissaris te voor
komen, dat de bij verschillende comité's
ingekomen giften op ongelijke wijze zou
den worden verdeeld. Beheer en verdee-
ling der geiden moet bij een algemeene
ramp in Zeeland door het daartoe aan
gewezen lichaam, n.i. het Provinciaal Wa
tersnood-Comité plaats vinden.
Terwijl vorenbedoelde circulaire onge
wijzigd van kracht blijft, zal de Commis
saris het thans, waar de watersnood niet
slechts enkele plaatsen in Zeeland, maar
daarnaast ook groote gedeelten van an
dere provincies heeft geteisterd, zeer op
prijs stellen, wanneer ten behoeve van
dc slachtoffers (voer zoover zulks nog
niet mocht zijn geschied) alsnog onder
leiding of toezicht van den burgemees
ter eene plaatselijke oommissie wordt ge
vormd of inzamelingen worden gehouden,
mits de gelden, voor zoover bestemd
voor de schadelijdenden in Zeeland, wor
den overgemaakt aan den penningm. van
het Provinoiaal Watersnood-Comité, den
heer mr. J. F. van Deinse te Middelburg.
De giften, bestemd voor de slachtoffers
in andere provinciën, dienen gezonden
te worden aan den penningm. van. de
Alg, Ver. Commissie tot leniging van ram
pen door watersnood in Nederland, den
heer jhr. H. M. van Loon, Keizersgracht,
Amsterdam. De verdeeling van de op
brengst der gelden over deze provincie
eenerzijds en de andere provinciën an
derzijds meent de Commissaris aan het
beleid van den burgemeester te moeten
overlaten.
OOSTERLAND. Vergadering van den
gemeenteraad, gehouden op Vrijdag 8
Jan. j.l. Vporzitter de heer J. M. de
Weeze. Afwezig met kennisgeving dhr.
De Vos. De voorzitter heet alle leden
welkom ia de eerste vergadering van het
nieuwe jaar en wijdt waardeerende woor
den aan den overleden burgemeester. In
het afgeloopen jaar werd besloten tot
aansluiting bij de waterleiding. Pogingen
werden aangewend tot het bekomen van
een vroedvrouw-verpleegster, welke alle
faalden. Schilderwerk vond plaats aan
het Tuindorp en a,an schoolbanken. Do
Boschblokdreef werd in orde gebracht.
De draineering op de begraafplaats werkt
uitstekend. Dit aar zullen nog eenige
werkzaamheden moeten plaats vinden aan
het Tuindorp. De schoollokalen zullen een
beurt krijgen. De kaaimuur zal noodza
kelijk hersteld moeten worden. Van de
familie van der Have is bericht ontvan
gen van het overlijden van den burge
meester en een dankbetuiging voor de
verleende krans. Volgt het proces-ver
baal van kasopneming, waaruit blijkt, dat
op 23 December bij den ontvanger in
kas was en moest zijtn) f 8482,22. Vierder,
dat de Koninklijke goedkeuring is ver
leend aan de wijziging der verordening
op de heffing van keurloon en door
Ged. Staten en den Minister van Arbe'd
de huren van het Tuindorp Voor 1926.
Worden besproken de tarieven voor ver
zekering der gemeente-eigendommen te
gen stormschade. Men besluit daartoe In
verband met de hooge premie en de ge
ringe schade, die werd aanger'cht, niet
tot assureeren over te gaan. Komt ter
tafel een sollicitatie van mej. W. G.
van der Hoeven te Zierikzeè naar de be
trekking van vroedvrouw-verpleegster in
deze gemeente. Met alg. stemmen wordt
deze als zoodanig benoemd met ingang
van 1 Januari j.l. Wordt besloten aan
Ged. Staten vrijstelling te vragen van
het geven van onderwijs in vak' j van
art. 2 der L.O.-wet 1920. Met alg. stem
men wordt vastgesteld oen verordening
op het brandwezen. Van de geldieening
aangegaan in 1918 wordt uitgeloot obli
gatie no. 13, aflosbaar 1 Februari a.s.
Nog deelt de voorzitter mede, dat de
kaaimuur gescheurd is en dringend be
hoort hersteld te worden. Besloten wordt
het nieuw gedeelte van de Kaai af te
sluiten. Daarna wordt de vergadering ge
sloten.
THOLEN. Vergadering van den gemeen
teraad, gehouden op Dinsdag 12 Jan.
Voorzitter mr. A. J- van der Hoeven.
Aanwezig 10 leden en de secretaris. Af
wezig met kennisgeving de heer Klompe.
Bij de opening dankte de burgemeester
alle raadsleden en gemeentenaren voor
de goede wenschen bij de intrede van
het nieuwe jaar ontvangen en wenschte
hen allen en hun gezinnen Gods onmis-
baren zegen toe. Ofschoon we dankbaar
mogen wezen, dat we in 1925 voor vele
rampen gespaard mochten blijven, toch
kunnen we niet zeggen, ging de voorz.
verder, dat dit jaar zoo voorspoedig is
geweest, want wanneer we bezien de
prijzen, die gemaakt zijn voor de land-
bouwvruchten en ^ok wat betreft de
mossel- en oestercultuur, benevens de
visscherij, heeft dit alles de gestelde
verwachtingen wel teleurgesteld. De sa
menstelling der bevolking onderging geen
verandering. Het afgetreden raadslid, de
heer Baaij, werd opgevolgd door dien
heer Jansen. Een belangrijk besluit werd
genomen, n.l. de overbrugging der Een
dracht. Op 29 Dec. werd onze gemeente
getroffen door een ernstig ongeval, dat
nog in de gezinnen en harten onzer
burgers voortleeft. Wij weten niet wat
deze nieuwe jaarkring ons zal brengen,
maar spr. hoopt, dat allen onder Gods
zegen mogen werkzaam zijn in het be
lang der gemeente. Eenige ingekomen
stukken van Ged. Staten worden voor
kennisgeving aangenomen. B. en W- stel
len voor op een Ingekomen verzoek van
„Concordia" om vtruoi g'r g van subs-
die, goedgunstig te beschikken en hen
f 25 verhooging toe te kennen.
De heer Braai kan zjch hiermee niet
vereenigen, daar hij het een onnutte
instelling vindt. De voorzitter meent, dat
andere leden hier wel anders over zul
len denken. Hij zelf vindt het wel dege
lijk een goede instelling. De heeren Jan
sen en Quist steunen het voorstel-Braal,
en waar op Zondag door dit gezelschap
wordt gespeeld, meent de heer Jansen,
daar zijn stem niet aan te mogen geven.
De heer Goedegebuure zegt, dat het juist
de ontwikkeling der jongelui bevordert
en het voor hen opvoedend werkt. De
voorz. zegt, dat op Zondag hier niet
gespeeld wordt, en wat men elders doet
is voor hun rekening. Het voorstel wordt
aangenomen met 7 voor en 3 stemmen
tegen, n.l. de heeren Jansen, Braai en
Quist. Aan de vereeniging tot afschaf
fing van alcoholische dranken werd met
algemeene stemmen, weder f 25 subsi
die verleend. Het in de vorige vergade
ring aangehouden verzoek vaiv M. Hoek
en anderen, om met de Chr. feestdagen
weder muziek voor den dans te mogen
geven, stellen B. en W. voor hierop
afwijzend te beschikken. De voorz. wil
de even in herinnering brengen, dat de
bedoeling van dit verzoek was, art. 13
der politie-verordening zoodanig te wijr
zigen, dat alleen de burgemeester de
bevoegdheid werd gelaten al of niet op
die dagen muziekvergunning te geven.
En waar indertijd op verzoek van de
herbergiers deze bepaling is ingesteld,
zag hij gaarne, dat de raad hierin geen
verandering bracht. De heer Moelker
meent, dat het een hard gelag is voor
de zakenmenschen in deze gemeente, dat
ze met feestdagen drommen menschen
naar elders zien vertrekken. Indien het
eenige besparing gaf, was hij ook niet
voor muziek met die dagen, doch men
ziet, dat men het geld toch naar Noord-
Brabant brengt en dit vindt hij bedroe
vend. De heer Goedegebure kan zich
hiermee volkomen vereenigen. Hij voor
zich vindt het een onschuldig vermaak
en ziet liever dat de jongelui hier onder
toezicht blijven, dan dat ze naar elders
gaan. Ook zijn het maar dagen door
de menschen ingesteld, zoodat mlen er
geen kwaad in behoeft te zien. Hij' stelt
voor het verzoek toe te staan en tevens
tapverbod voor die dagen in te stellen.
De voorz. zegt, dat het geven van mu
ziek alleen de burgemeester in handen
heeft. De heer Moelker meent, dat deze
menschen gemeend hebben, dan te kun
nen vertrouwen op den burgemeester,
die "toch altijd getoond heeft onpartijdig
te zijn en mee te leven met de ge
meente, en als er nu een gepast gebruik
van wordt gemaakt, kan men daar toch
niets tegen hebben. Weth. Wlagemaker
is het hiermee volkomen eens. De heer
Braai acht zich verantwoordelijk vioor
God en de gemeente. Hij moet hier ver
klaren, dat hij er volstrekt niet voor is.
Weth. Goossen zegt, dat de heer Moel
ker juist den spijker op den kop heeft
geslagen, door te beweren, dat de men
schen vertrouwden op den burgemees
ter, daar hij' voor kermis en festival
toch ook muziek toestaat- Men heeft
zeker gedacht, dat hij zich daarmee op
glad ijs had begeven en hij nu wel zou
over te halen zijn. Hem bevreemdt het,
dat men met dit voorstel durft te ko
men, daar hij toentertijd zelfs van an
dersdenkenden hoorde, dat ze gruwen
van het vloeken en de janboel op die
dagen. Waar indertijd onder zijn lei
ding dit besluit was vastgesteld, ook
mede op verzoek der herbergiers, kan
hij niet anders dan tegen stemmen. De
heer Moelker acht, dat aan zijn gezegde
door den heer Goossen een verkeerde
uitlegging wordt gegeven, als wou hij
speculeeren op de zwakheid van den
burgemeester. Hij kan integendeel be
weren, dat deze geheel niet zwak staat,
maar alleen maar zou doen, als zijn
geestverwant In Amsterdam, die zelfs
geen bezwaar ziet in voetballen op Zon
dag en bals, en alleen ziet op *t belang
der gemeente. Waar wij deze gemeente
niet kunnen vergelijken met Amsterdam
en gezien de janboel, die hier altijd
heerscht, geeft de voorz. den raad in
overweging, niet vóór te stemmen. Den
heer Jansen spijt het, dat men niet eerst
met het verzoek' voor werkverschaffing
is gekomen, dan was men vast niet voor
dit voorstel, want als van de eene zijd©
van groote nood gesproken wordt, kan
men aan de andere toch niet voor fees
ten zijn. De heer Quist vindt het ver-
verschrikkelijk op dagen, die instellin
gen Godes zijn, en niet der menschen,
zoo iets te willen toestaan. Hij zag
het gaarne blijven, zooals het nu is. Ook
de heer Aartsen acht de Chr. feestdagen
niet geschikt, om daarop muziek voor
den dans toe te staan. Den heer Goede
gebure bevreemdt het. dat op kermis
en festival muziek voor den dans geen
zonde is en op de andere wel. Daar
weet hij zich niet mee te vereenigen? Ook
wil hij Jansen even opmerken, dat de
dansmuziek niets met de werkeloozen
heeft te maken, maar dat dit voor het
publiek gegeven wordt. Ook zou hij gaar
ne van den heer Quist vernemen, waar
geschreven staat, dat Kerstmis, Paschem
en Pinksteren, door het Opperweven zijn
ingesteld. Hij is voor dansmuziek, te
meer daar de kinderen onder toezicht
hunner ouders kunnen blijven. Wethou
der Goossen zegt, dat hij volstrekt niet
heeft beweerd, als zou de burgemeester
op zwakke beenen staan, maar dat het
zou kunnen gebeuren, dat men hem wist
over te halen en tevens zou bij aanne
ming deze hinderpaal uit den weg zijn,
indien men nog eens een andere burge
meester zou krijgen. Doch waar wij hier
een anti-rev. burgemeester hebben, durf
de hij wel verklaren, dat bij al of niet
aanneming, toch geen dansmuziek zou
worden gegeven- Tevens wilde hij nog
maals herinneren, dat juist de herber
giers gevraagd hebben, dit artikel toen
tertijd als 't U belieft te willen wijzi
gen in den zin als nu vastgesteld. Bij
de stemming over dit verzoek waren
6 stemmen tegen en 4 stemmen voor,
n.l. de heeren Moelker, Wagemalcer, Goe
degebure en Cornelisse. Van de S.D-A.P.
was een verzoek ingekomen, betreffen
de bestrijding der werkeloosheid. Was/
de gemeente bereids reeds enkel© kleine
werken heeft doen uitvoeren, meent de
voorzitter, dat het de beste weg is, dat
B. en W. dit verzoek in nadere over
weging nemen, om dan te zijner tijd
met nadere voorstellen te komen. De
heer Goedegebure kan zich hiermee wel
vereenigen, mits dit dan spoedig gebeurt,
daar de menschen, die nu zonder werk
loopen, geholpen moeten worden. D<?
.voorzitter: Dit is gebeurd. Da heer Goe
degebure: Ja, 10 zijn er geplaatst, doch
er loopen er op het oogenblik 31 zonder
werk en deze menschen moeten toch
ook leven. Als men het Kaaihoschje uit
graaft en met zand vult, Is er vooreerst
voorbereidend werk genoeg. Ook kan de
(Markt woTden verbeterd en deze stee-
nen dan voor het Kaaiboschje worden
gebruikt. Als men de Markt dan herstelt
met glimax, heeft men niet meer dan
f 4000 kosten. De voorz. is wel bereid,
dit ernstig onder oogen te zien, doch
zou gaarne dit met B. en W. nader in
overweging nemen. De heer Cornelisse
is van oordeel, dat zoo spoedig mogelijjr
werk moet worden gegeven, want als
men de menschen ziet die achter ons
staan, moet men rekenen, dat die toch
ook moeten eten. De voorz. meent, dat
het niet. de taak is van de gemeente, als
de menschen maar een dag zonder werk
zijn, hen dan direct te werk te stellen.
De heer Cornelisse is van meening, dat
de gemeente voor hen moet zorgen. De
heer Braai meent, dat bij werkeloosheid
de gemeente als een vader wordt be
schouwd, maar bij het geven van dans
muziek voelt men van dien vadernaam
niets. Nochtans voelt hij wel voor het
voorstel-Goedegebure, mits men eerst eens
berekent, wat het de gemeente zal kos
ten. De heer Jansen voelde, zelf werkman
zijnde, wel voor -dit voorstel, doch zoo
als men het nu deed, achtte hij het niet
goed. (Men moest telkens voor een week
vast 10 man in het werk stellen, dan zou
men zien, dat er minder werkeloozen
kwamen, want als er nu wat beters
komt, laat men de gemeente staan ert
neemt dan een ander het werk maar
af. De voorzitter meent, dat als alle werk-
loozen aansloten bij het bemiddelings
bureau, velen werk kregen en de werke
loosheid dan tot een minimum zou wor
den beperkt. Weth. Goossen geeft in
overweging het plan-Goedegebure eerst
goed onder de oogen te zien, want als
het materiëel der markt moet worden
gebruikt voor het kaaiboschje, zou het
geld weggooien zijn, en kreeg men dan
bovendien dubbele kosten. De voorz. zegt
dat uit alles blijkt, dat men het plan
wel eerst mag overwegen. Waar er reeds
menschen zijn, die 4—6 weken zonder
werk zijn, is de heer Goedegebure van
oordeel, dat er direct moet worden ge
holpen. De voorz. zegt, dat het niet waar
is, dat er zoolang zonder werk zijn. De
heer Goedegebure: Wel waar. De voorz.
meent, dat de raad eerder hem als voorz.
zal gelooven. De heer Goedegebure: Ze
ker, omdat we maar Soc.-Dem. of ar
beiders zijn. De voorz: zegt, dat de heer
Goedegebure onbillijk is, want het is
gebleken, dat er niet zoo lang staan in
geschreven. De heer Goedegebure wil dan
dit wel laten vallen, doch 20 dagen weet
hij zeker en dringt daarna op directe
uitvoering aan. De heeren Wagemaker
en Moelker achten het beiden beter, dat
deze plannen eerst door B- en W. worden
overwogen. Het voorste^ Goedegebure
wordt daarna verworpen raat 8 tegen 2
stemmen, de heeren Goedegebure en Cor
nelisse. Daarna stelt de voorz. voor het
verzoek der S. D. A. P. voor werkver
schaffing, voor kennisgeving aan te ne
men. De heeren Goedegebure en Corne
lisse: Wij zijn er voor en dienen een
tegenvoorstel in. Bij stemming wordt het
voorstel van B. en W. aangenomen met
7 stemmen vóór en 8 st tegen, de heeren
Jansen, Cornelisse en Goedegebure. Op
een verzoek van J. Vos, ontheffing hoa
denbelasting, wordt afwijzend beschikt.
Tot onderwijzer met verplichte hoofdacte
aan de openb. school wordt dhr. A-
Kievit benoemd met 6 stemmen. De heer
Nieuwenhuijzen, No. 1 der voordracht,
verkreeg 1 stem, en de heer Heiboe^
No. 2, 3 stemmen. Aan de veerbaas werd
weder een gratificatie verleend van f500
en aan den gemeente-veldwachter een
van f50. Besloten werd aan den heer
M. van Noort een gedeelte grond in
erfpacht af te staan en tevens het door
hem te bouwen slachthuis met winkel,
aan te wijzen voor noodslachtplaats en
hem daarvoor een vergoeding toe te ken
nen van f150 per jaar, voor den tijd
van 5 jaar. Aan C. Russcher werd een
stuk grond verkocht voor f875. Aan de
biz. school werd f 170 over de laatste
vier maanden toegestaan. De heer Cor
nelisse gaf in een uitvoerige bespreking,
B. en W. in overweging bij 't aangaan
eener geldieening voor de brug, de gel
den zoo laag mogelijk trachten te krij
gen. De heer Moelker meent dit wel
aan B. en W1. te kunnen toevertrouwen,
terwijl de voorz. opmerkt, dat er staat,
tegen ten hoogste öi/a pCt Nadat bij
de rondvraag de heeren Goedegebure en
Braali hebben gewezen op het onvoldoend
reddingsmateriëel aan het Veer en de
heer Goedegebure op den slechten toe
stand der Julianastraat, sluit de voorz.
de vergadering.
RECHTZAKEN»
HET DRAMA IN DE SCHIESTRAAT-
Het Gerechtshof te 's-Gravenhage heeft
de Rotterdamsche vrouwen G. de J. en
J. de G-, recidiviste, beiden gedetineerd,
wegens berooving van een schipper, 'wel
ke berooving het drama in de Schiestraat
te Rotterdam, waarbij de molenaar Am-
brosius is gedood, tot gevolg heeft ge
had, veroordeeld iéder tot 2 jaar gevan
genisstraf, beiden schuldig verklarende
aan diefstal in vereeniging. De vrouwen
hddden thans een volledige bekentenis
afgelegd. De rechtbank te Rotterdam had
de vrouwen onderscheidenlijk wegens
diefstal en medeplichtigheid aan diefstal
veroordeeld eveneens ieder tot 2 jaar ge.-
vangenisstraf.
MELKWASSCHERS.
Voor het kantongerecht te Delft is
tegen den landbouwer N. te Stompwijk,
die door hem afgeleverde melk met 48
pCt. water had vervalscht, f1500 boete,
subs. 6 maandeu hechtenis geëischt. De
kantonrechter veroordeelde hem tot f 500
boete, subs. 1 maand hechtenis.
Wegens hetzelfde delict, waarbij de
toegevoegde hoeveelheid water varieerde
van 3—20 pCt., werden nog vier land
bouwers, een winkelier en een melk-
slijter veroordeeld tot boeten van f200
—f500, subs. 2 tot 3 weken hechtenis.
POGING TOT DOODSLAG?
D. Z., geboren te Leeuwarden, 23 jaar,
marechaussée 2de klasse bij de 4e di
visie Kon. Marechaussee^ gedetineerd te
's-Hertogenbosch, is voor den krijgsraad
aldaar verschenen, beklaagd terzake, dat
hij op; 1 Nov. 1925 te Groningen opzette
lijk uit zijn met scherpe patronen gela
den revolver scheten heeft gelost, gericht
op en in de onmiddellijke nabijheid van
gebroeders B. en M. K., waardoor de
eerste door een der afgeschoten kogels
is getroffen, resp. tweemaal in en aan
den linkerbovenarm en in den linker
onderbuik, tengevolge van welke toege
brachte verwondingen M. in levensgevaar
heeft verkeerd en aan "beiden zwaar licha
melijk letsel is toegebracht.
Er werden 5 getuigen gehoord in een
zeer langdurig verhoor. Beldl. beriep zich
op angst of noodweer. Hij en zijn col
lega waren ieder met een meisje uit ge
weest. Toen de meisjes zagen, dat ze
werden opgemerkt door familieleden, ge
neerden zij zich en lieten het voorkomen
als werden ze door de marechaussee's
lastig gevallen. Daarop volgden tusschen
de marechaussee's en die familieleden,
gebroeders K. voormeld, oneenigheden,
met ongelukkige gevolgen.
De auditeur-militair kwalificeerde het
misdrijf als mishandeling met zwaar li
chamelijk letsel tengevolge. Spr. was van
oordeel, dat een marechaussée, die zich
zoo aanstelt en zich niet kan beheersehein,
niet geschikt is voor het politieambt. De
auditeur-militair eischte 9 m. gev.str., met
ontslag uit den dienst, zonder ontzetting
uit de bevoegdheid om "bij de gewapen
de macht te dienen. De verdediger laakte
streng de lage praktijken van straatmeis
jes, die fatsoenlijke jongelui de dupe ma-
.ken harer ondeugende listen. PI. stelde
voorts de noodweer van bekl. in het licht
en pleitte op verschillende gronden, oók
óm het onberispelijke gedrag van oekl.,
vrijspraak, subsidiair de uiterste clemen
tie in den vorm van voorw. veroordeeling,
zonder degradatie. Na re- en dupliek
werd de behandeling der strafzaak, die
ruim drie uren in beslag genomen had,
gesloten. De uitspraak volgt later. j
ONDERWIJS.
Mej. A. E. Smelt, litt. doctoranda te
's-Gravenhage. is benoemd tot leerares
voor Nederlandsche taal, letterkunde en
handelscorrespondentie aan de Rijks H.
R. S. te Zierikzee.