Zierihessche Nieuwsbode D-MIneur» BIJVOEGSEL BUITEN LAN D. BINNENLAND. F E UILLETO W. behoorende bfl de vbb Maandag 16 Nor. 1925, no. 11313. DE CHINEESCHE WARBOEL. Berichten uit Tientsin, gepubliceerd in den New1 York Herald, kondigen aan, dat. China aan den vooravtond staat van een reusachtige sociale omwenteling. Daarbij vergeleken zouden zoowel de Frensche revolutie als de Russische re volutie maar onbeduidende bewegingen gèweest blijken te zijn. Terwijl te Peking het eindetooze ge praat over détails voortduurt, nadert een vernielende en nuttelooze oorlog. Over- al in Ch'na gaat de bevolking gebukt onder de ondraaglijke tyrannie der mi- litaristen, die door z.g. „press-gangs" het land laten afschuimen om er de j jonge, krachtige mannen met geweld op te pakken en bij de legers in te lijven. Zelfj jongens worden el door de ron- selaars aan de militairen overgeleverd. De beter-gegoeden vluchten naar de zee- j kust, waar zij een veilig verblijf zoeken in de verdragshavens. In Honan steekt 't rooverwezen weer driest het "hoofd op. Het handelsverkeer staat vrijwel overal stil. In de provincie Sjangtoeng zijn de producenten en de exporteurs op den rand van den ondergang, omdat zij niet bij machte zijn de waren uit het binnen land naar de kust te krijgen. Dit schrik bewind moet op den duur leiden tot nieuwe groepeeiringien voor het voeren van nieuwe oorlogen. Buitenlandsche cor respondenten, zelfs in de afgetegenste oorden, vrageto óilen in onheilspellende eensgezindheid, hoe lang het volk nog de ellende zal moeten verduren, die hard vochtige bestuurders het doen ondergaan. De correspondent, te Tientsin van de New-York Herald ziet enkel nog maar heal in een krachtig en eerlijk samen gaan van de Ver. Staten, Engeland en Japan. Met zwakke, halve maatregelen zal men niets kunnen bereiken. HET GEZANTSCHAP BIJ DEN PAUS. Het gezantschap bij den Pauselijken Stoel werd nadat Het in 1872 was op geheven in 1915 onder algemeene in stemming tijdelijk hersteld, ajs zijnde in het belang v?n de vredespolitiek. Hoewel dit motief na het eindigen van dan We reldoorlog vervallen was, besloot men in 1920, onder hevig verzet van wijlen Jhr. de Savornin Lohman het gezant schap permanent te maken. Bij de be grooting voor 1922 deed de heer Van de Laar een vergeefsche poging om op deze beslissing terug te komen. Na. de verkie zingen van 1922 trad ds. Kersten op als kampioen tegen de diplomatieke erken ning van den Paus. Wederom tevergeefs. De mislukking van al deze pogingen kon den heer Schokking er, in het zicht van de verkiezingen, in 1924 niet van weer houden een nieuwen aanval op het ge zantschap te doen met nog geringer re sultaat. Evenwel, ds. Kersten bleek vast houdend; hij kreeg medestanders in de genen, die in verband met de bezuini ging voor opheffing begonnen te gevoe len. Maakte de heer Nolens in 1922 nog goedmoedige grapjes over de onervaren heid van Ds. Kersten, thans was zijn. toon stug en afgemeten. Zoo werd het ge zantschap tenslotte het struikelblok voor deze Regeering. De aanhouder heeft ge wonnen. Ds. Kersten triumfeert. Men zal nu begrijpen, waarom hij „de horzel" vqn de Coalitie werd genoemd. DE CRISIS IN HET MINISTERIE. De Koningin heeft Zaterdag den voor zatter van den Ministerraad ontvangen, die, ofsclhoon er in constitutioneel-paj- lementaiiiren zin eigenlijk tussdhen kabi net en Kaarter geen conflict bestaat, niet temin naar aanleiding van de ontslag aanvrage der vier tot de R.-K. Staats partij behoorende ministers en de daar mede samenhangende politieke moeilijk heden, de portefeuilles der .overige leden van het kabinet ter beschikking van de Koningin heeft gesteld. De Koningin heeft een en ander in overweging genomen en zoowel inmid dels eerstgenoemden bewindslieden, als ook den anderen ministers verzocht, zich met de behandeling en afdoening zoo mogelijk der leppende zaken te willen blijven belasten. i Mededeoüugen alt de onde rechtspraak te Zierikzee. i. -■ Om het dagelijksoh leven der voorge slachten te leeren kennen, kunnen onder scheidene bronnen van zeer uiteemloo- pende soort worden bestudeerd. De stuk- j ken welke voor rechtspraak gegevens be- 1 vatten, zijn dikwijls zeer belangwekkend. Men ziet er uit dat, gelijk heden ten dage, alle klassen der samenleving ai eens met 1 den burgelijken of met den strafrechter >fn aanraking kwamen en men leert vele bijzonderheden kennen over de zeden- geschiedenis der voorvaderen. Ten opzichte van Zierikzee en de aan de rechtspraak dezer stad onderhoprige plaatsen be-Oosten-Schelde, bevatten de oude rechtsregisters van Zierikzee, de zoogenoemde „Waerheijdstboecken", tal van merkwaardigheden. Eenige aanteekeningen uit deze met 1498 beginnende registers laten Wij' hier' onder volgen. Op 22 Mei 1498 werd Nele Huge Wad- dinszoon, die zijn moeder met een stok zwaar mishandeld had en ander geweld in huis had bedreven, veroordeeld in eene boete aan den Graaf en aan de Stad, bannissement uit de Stad en Poort ambacht en het doen van eene bedevaart naar Sint Pieter te Rome, waarna hij wederom terug mocht komen. Kwam hij terug zonder aan het opgelegde te hebben voldaan, dan werd hem de hand afgekapt. Den 25 September 1500 werd Cornells Matthijszoion, die met anderen met messen en hellebaarden note- en esschebloonien in den kloostertuin van Skxn ondeT Noord- gouwe had vernield, veroordeeld tot een boete, een bedevaart naar de Heilige Drie Koningen te Keulen, de vernielde bom men viervoudig te betalen, een kaars van een pond was aan het klooster te schenken en de broederen aldaar om vergiffenis te vragen. Op 5 Januari 1502 werd Pieter Gornelis zoon veroordeeld om [gedurende 3 jaren op een 'oorlogsschip tegen de Turken te dienen. Zijn misdaad bestond in het des nachts gewelddadig binnendringen in het huis van Heer Cornelis Moensz, priester, dien hij van het leven had willen beroo- ven, nadat hij de dienstmaagd, haast ont kleed, op straat had gejaagd. In hetzelfde jaar werd Maerten Cor- nelisz. tot boete en een jaar bannisse ment veroordeeld, omdat hij 's nachts „iim Sinte Anna strate, dair de gemeens meijskens woeneri", de deur opengeloo- pen had en de bewoonsters grooten last had aangedaan. De Sint Anlnastraat strekte zich uit van den ingang van het tegen woordige Slingerbosch bij de Oude Ha ven toit omtrent Parklust. Op 21 Ocitober 1502 werd een vonnis gewezen, dat aan verslaggevers onzer dagen den schrik op het lijf zou jagen. Jonge Jansz. de Backer was in October van de markt te Antwerpen alhier thuis gekomen en had tijdingen medegebracht, naar hij zeide uit Sptanje, die lateT ble ken onwaar te zijn. Deze onbetrouwbare nieuwtjes-aanbren ger werd gestraft met eene boete van 11 pond en een bedevaart naar de Heilige Drie Koningen te Keulen, waarheen hij binnen 8 dagen moest vertrekken, bij niet voldoening )op het verlies van zijn hand. In 1503 werd iemand tot 6 pond boete veroordeeld, die zich in dronkenschap in eene herberg beroemd had, dat hij in de nabijheid geweest wias, toen Klaas van Ruyven, schout van Haarlem, door 't Kaas- en Broodvolk was doodgeslagen. In 1505 werd een ongehuwde vrouw, die een kind had gewonnen bij een pries ter, veroordeeld in eene boete van 10 pond en 3000 steenen, te leveren aan de Stad binnen 14 dagen. In hetzelfde jaar werd het goed van iemand, die zich verdronken had, ver beurd verklaard, behoudens de helft voor zijne vrouw en het lichaam naar de galg gebracht en daar met het hoofd in een mik gehangen. In 1506 werd een vrouw uit Haamstede voor zooveel jaren uit Zierikzee geban nen, als rij oogen met een dobbelsteen zou werpen. Zij wierp vier en moest dus vier jaren wegblijven. Op 6 November 1507 werd.Hugo Cop de Costere zoon, die met zijn vader zich had schuldig gemaakt aan drie moor den in Walcheren, aan diefstal en aan roof uit de kerk te Mariekerke aldaar, veroordeeld om half ontkleed gebracht te worden op een wagen voor 's-Graven- steen, alwaar de scherprechter hem met een gloeiend ijzer een steek in den rug gaf, wat nog herhaald werd voor het Sdnt-Janshuis op den Dam (staande waar nu het huis B 83 gelegen is), voor de Gasthuisbrug en onder de galg, op welke plaats hij aan een paal gebonden en levend verbrand werd. In 1509 werd Jan Lievênse van Cats (hij was van 15311547 baljuw van Zie rikzee) tót 70 pond boete en 6 jaar ban nissement veroordeeld wegens het wil len verkrachten van eene dochter v,an den secretaris Domus Cornelisse, aan welk meisje hij bovendien eene vergoe ding van 6 pond geven moest. In hetzelfde jaar werden 2 leden van den Stadsraad, die tegen den wil van den burgemeester eene raadsvergadering ver laten hadden, ieder veroordeeld een kaars van 2 pond was te gaven voor den dienst, die op het Stadhuis gedaan werd. Ook werd in genoemd jaar Aren Si- monsdochter, die haar broeder Heer Raas in zijn huis leelijk uitgescholden had en de buurt dikwijls in opschudding had ge bracht, veroordeeld in eene boete en tot het dragen aan haren hals van de steenen, die voor het Stadhuis hingen, daarmede op de Gasthuisbrug te gaan voor de processie en ze weder te bren gen voor het Stadhuis. En als ze daartoe niet bereid was, dan de Stad te ver laten tot den tijd, dat zij ze zal gedragen hebben. In 1510 werd iemand, die bij de West poort staande, de personen die wegens den grooten nood en geve.ar, waarin het land van Schouwen verkeerde, onwillig had gemaakt en teruggehouden om te arbeiden, in eene boete van 10 pond ver oordeeld, benevens tot het leveren van 3000 steenen, zoowel aan de Stad als aan de kerk, en op Sint Paulusdag voor de processie gaan in linnen kleederen met een brandende kaars in de hand, wegende drie pond, welke kaars hij na'afloop der processie moest offeren ten bate van het feest. Qok in 1510 werden nog een paar per sonen wegens gelijke overtreding ten tijde toen de hooge vloed voorviel, op ongeveer gelijke wijze gestraft. In 1517 werden Cornelis Rombouts en Thonis Pieter Lopsz, die in hunne stoof te Serooskerke meede gereed hadden met derrie, veroordeeld in eene boete van 20 pond. Tenzelfden ja re werd een chirurgijn, die zich onttrokken had aan een bevel van den burgemeester om een paitiënt, die met een lang mes gekwetst was, te onderzoeken, veroordeeld in eène boete van 4 pond en tot het offeren van twee kaarsen, elk 2 pond zwaar, ten profijbe van het gilde van het Heilige Sacrament en van het Sint Cosmus-gilde. In 1519 werd weder een persoon, die beklaagd was van vechten, stelen, be delen en moorden en zulks ook op de pijnbank bekend had, onder de galg le vend verbrand. Naast de gewone misdaden, waarvan er reeds enkele genoemd zijn deden zich sedert 1535 alhier feiten voor, welke naar het toenmalig begrip niet minder strafwaardig waren, n.l. het aanhangen der Nieuwe Leer. Reeds in het begin van 1535 trachtte de Raad van Zierikzee maatregelen te nemen „om te verhoeden de infectie van de nieuwe valsche secte". Dat de vrees daarvoor niet denkbeel dig was bleek reeds spoedig, want op 8 Mei van dat jaar werd Adriaan Aartsz, een wever, die zich door zekeren Gerrit van Bentschap te Schiedam had laten her- doopen en verscheidene herdoopers had gehuisvest en onderhouden, veroordeeld tot verbeurdverklaring zijner goederen en om voor 's-Gravensteen te worden onthoofd, waarna zijn lichaam echter nog in gewijde aarde werd begraven. Tenzelfden dage werd Job Willemsz., kleermaker van 'Goedereede, voor 3 ja ren gebannen, omdat hij 2 a 3 jaren het sacrament en de mis verzuimd had. (Worclt vervolgd.) RECHTZAKEN. gedetineerd, wegens meshandeling van den agent van politie Jelsma, gepleegd in den nacht van 22—23 Aug. j.l. in den Gortmolen. Bekl. zouden den agent geslagen hebben met bierfleschjes en voorts gestompt -en geschopt met het gevolg, dat de agent verschillende ver wondingen en verder een hersenschud ding bekwam. De bekl. legden nogal uit- eenloopcnde verklaringen omtrent het hun ten laste gelegde af. Verschillende getuigen werden gehoord. Een hunner heeft den eersten beklaagde met een bierfleschje zien slaan; een an der had dit gezien van den vierden bekl., terwijl deze tevens de andere bekl. heeft zien schoppen. Ook een derde getuige heeft de verschillende bekl. den agent zien mishandelen. Slechts met zeer veel moeite en na. herhaaldelijk op het ge wicht van den eed en de ernstige ge volgen van meineed te hebben gewezen, wist de president de verklaringen uit de bedoelde getuigen, die den bewusten avond eveneens in gezelschap van de bekl. waren geweest, te krijgen. Het O. M. noemde het feit, waarvoor deze bekl. terecht staan, zeer ernstig". De gevaar lijke zijde van het beroep van agent van politie is hier weer duidelijk aan het licht getreden. Aan het cordaat optreden van den agent, wien spr. een spoedig, algeheel herstel toewenschte, is het te danken, dat de gevolgen niet ernstiger zijn geweest. Na nagegaan te hebben, wat ten aanzien van ieder der bekl. is komen vast te staan, merkte spr. op, dat de veiligheid van de politie ernstige maatregelen eischt. Eisch: tegen elk der bekl. een jaar en 6 m. gev.str. Uitspraak 26 dezer. BOEKENNIEUWS. door J. M. 53 „Clara, zei hij opeens, wat gaat er met me gebeuren, wat is die vreeselijke pijn lin mijn hoofd?" Ze 9dhrok, hiij sprak samenhangender, met meer klank lin zijn stem dan in langen tijd 't géval was geweest. „Heb je zoo'n pijn beste jongen? Kon ik je maar helpen, zullen we vragen of dokter Stein wil komen?" Hij keek haar aan, met vreemde wilde oogen. „Dokter Stedn, ja, mompelde hij. Nog een ppgenblik kreunde hij', het hoofd heen en weer schurend ove» het kussen. Daarop lag hij weer kalm dis slapend. Tegen tien uren kwam Ernst 4>innen. Ga nu naar bed Clara zei hij zacht, ik zal bij Pierre blijven. Je bent doodmoe. Ze wilde weigeren, maar één blik op hem deed haar zien dat het een vergeef sche weigering zou zijn. Stil verliet ze de kamer. Eenige dagen verstreken. Pierre had steeds vaker die vlagen van pijn gevolgd door uitputting en bewuste loosheid. Dokter Stein kwam en zag. j „Ik weet het niet, zei hij, ik weet het waarachtig niet". Een derde dokter, een bekend zenuw- arts, werd in cbnsult genomen. 4 Deze sprak als Stein: We kunnen niets 1 voor den patiënt doen moeten ge- j duldig afwachten. 1 De dagen werden weken. Clara gunde i zich Zeer weinig rust, en verliet slechts haar broer wanneer de anderen er haar toe dwongen. 't Was op een avond achter 'in Mei, dat Clara vermoeid en bedroefd voor het open raam zat, op Pierre's slaapkamer. Hij had sinds 's middags twaalf uur geslapen, en ze verwachtte elk oogen- MISHANDELING VAN EEN POLITIEAGENT. Donderdag hebben voor de Haagsche rechtbank terecht gestaan een 22-jarige koopman, een 24-jarig opperman, een 23- jarige hotelknecht en een 22-jarige va- rensgeizel, alle vier te Den Haag, thans blik, dat hij zou ontwaken en weer pijn krijgen. Vanuit oom Ernst's kamer klonk zacht vioolspel. In 't berkenboschje zong een nachtegaal. Ergens in de verte aan de rivier loeide af en toe dro.omerig 't vee, en 't was een echte zomer-avondstem ming, een zoete milde rust, die 't open t raam binnenstroomde. 't Was al tamelijk laat op den avond toen Pierre de oogen opende, sloot, nog maals opende, luisterde naar al de ge luiden, dié aan kwamen waaien, en toeh plotseling met een ruk zich oprichtte. „Clari!" Met één stap was ze bij hem, en keek hem in 't gelaat. Het duizelde haar. Dat was de Pierre van vroeger, welke haar aankeek, maar er lag verbijstering en angst op zijn gezicht. „Clari, wat is dit allemaal, waarom lig ik hier". Ze haalde even diep adem, eer ze kalm en langzaam begon te spreken. „Je bent immers ziek geweest, Pierre, maar nu ga je beter worden, is dat niet heerlijk?" „De Schauwsche Smzkkelaar",' door D. A. Poldermiainsy. - A. W. Sijthoff's Uitgevers-Mijl, Leiden. De heer Poldermans, die door Zijn voordrachten lin het Zeeuwsch dialect bier bekend is geworden, heeft een boek ge schreven, waarvan de titel boven deze recensie staat, waardoor hij nog meer bekendheid zal gaan genieten bij de be woners van ons eiland en misschien wel ver daarbuiten. H |fj „De Schouwsche Smokkelaar,, roept de herinnering wakker aan den Napoleon- tischen tijd, toen oök de bevolking van ons eiland gebukt ging onder de zege ningen van het Cootinentalestelsel en de oog -meer gehate C|on scriptie, die de lands- zonen wegvoerde naar verre slagvelden om de wapenen te voeren voor den ge- haten d winigeland. Het Gon-tinentalestelsel, het boycotten van Enigeland's handel, had tengevolge, dait allerwege de smokkelhandel welig tierde, om de 'toch zoo begeerde koffie, thee en tabak binnen te krijgen en te verhandelen. Het boeiende verhaal van de Schouw sche smokkelaar speelt tijdens en na het bewind van Koning Lodewijk, toen de Schouwenaars een werkzaam aandeel namen in de smokkelarij. De hoofdpersoon in het boek wordt door den schrijver geteekend als een waardig nazaat der Geuzen, sterk, moe dig en doortastend, waardoor hij1 de aan voerder is geworden van een troep smok kelaars, die in de duinen hun geheime bergplaatsen hadden. Niet alleen, dat de smokkelavomturen de jeugdigen onider onze lezers van het I begin tot het eind zullen boeien, zij j zullen Zich thuis gevoelen, omdat de na- i men, der naar voren geschoven personen bier heden ten dage nog voortleven, i Bij overlevering is den bewoners van Schouwen—Duiveland nog wel eens wat medegedeeld uit die donkere dagen, maar veel is niet blijven voortleven, j De heer Poldermans heeft die dagen uit het begin der 19e eeuw voor onzen geest doen herleven en ons tevens een I kijkje gegund in het bloeiende, maar gevaarlijke smokkelaars vak, dat lin die dagen door zeer velen hier werd uitge oefend. i MMNM5 EN TTO Bij' Trenton iin den Amerikaanschen staat New-Yersey zijn in een dikken mist twee sneltreinen op elkaar geloopen en in brand gevlogen. Tot dusver zijn 13 lijken en 30 gewonden geborgen. Aan boord van den gezonken Engel- j sohe duikboot M I bevoinden Zich 4 offi- J deren en 64 minderen, welke alle om-ge- komen zijn. „Waarom praat je tegen me alsof ik een kind ben, hoe ls,ng ben ik ziek ge- w'eest, en, waar zijn we toch?" „Bfj oom Otto en tante Bertha, die zoo goed voor ons zijn". Hij sloeg de handen voor 't gezicht, en dacht na. Even later liet hij zich weer zakken. Clara zag dat hij doodsbleek was. „Clara, om Godswil, vertel me alles. Ben ik krankzinnig geweest, ik herinner me niets, ik weet niets. O God, wat is dit vreeselijk". Ze verlangde vurig dat er hulp zou komen opdagen, maar dorst hem niet alleen laten. Z'n beide handen in de hare nemend, begon ze zoo rustig en duide- lijk mogelijk te vertellen. j Ze begon met van zijn ziek worden dien winter, van vader's sterven en van hun nieuw tehuis. Ze dacht niet of 't goed zou zijn voor hem of slecht, om dat alles nu te hooren. Als door een ingeving vertelde ze al les, zijn handen stijf drukkend. In zijn angstige ontzette oogen zag ,ze dat hij begreep. Juist toen ze haar ver-' haal bijna uit had, kwamen oom Otto en tante Bertha binnen. De Egyptoloog Howard Carter, heeft de mummie van den phaxao Toet-ank- Amen uiit de binnenste der drie met goud overdekte kasten gebeurd, die binnen de sarkofaag aanwezig waren. Een prof. in de anatomie te Kaïro onderwierp de mummie aan een onderzoek met x-stralen. Het Al-Russische Centraal Uitvoe rend Comité heeft bij decreet bepaald, dat verschillende bepalingen van het bur gerlijk wetboek der Sovjet-Unie betref fende het erfrecht gewijzigd zullen wor den. In de plaats van het algemeen staats- erfrecht, dat sedert April 1916 bestond, wordt het testamentair erfrecht weer in gevoerd. Alleen als er geen testament aanwezig is of er geen wettige erfge namen zijn komt de erfenis aan den staat. De erfenis mag niet meer dan 10.000 tsjernowetsj bedragen. Het Berl. TbI. deelt mede, dat tot dusverre aan Frankrijk 30.000 bijenvolken, afkomstig van de Luneburger Heide, het eigenlijke rijk der bijen, op hersteldonto. zijn geleverd. Naar wordt medegedeeld, kan geen enkel van deze bijenvolken de Fransdhe lucht verdragen. Ze rijn alle uitgestorven. Volgens tè Berlijn ontvangen berich ten uit Sofia is George Madjarof, de burgemeester voor het raadhuis neerge schoten door Tomof, den onlangs ontsla gen directeur van de stedelijke badinrich ting. Nadat Tomof zich overtuigd had, dat zijn daad gelukt was, pleegde hij zelfmoord. 1 INGEZONDEN STUKKEN» (Buiten verantwoordelijkheid der redactie). Copy wordt niet teruggezonden DE GASKWESTIE. (Vrij naar Muitatua). 't Kind dr,t vergeefs den vader aanroept [doet geen kwaad De vader, die vergeefs zijn kind laat [roepen, handelt wreed. En schooner is 't geloof: daar is geen gas, Dan dat het niet voor hem verkrijgbaar is. Misschen lichten we eenmaal zelf! Eens [misschien Zien we in, dat het er is, dat het ook [warmte geeft, En dat het zwijgen oorzaak had en [grond: Welnu Zoodr.a wij 't weten, zullen wïj tevreden [zijn. Maar eerder niet, thans niet. 't Zou één [verdrieten Te ontwaren, dat wij dankbaar waren [zonder grond. En dwaasheid is 't, het duistere gas [met te geringe druk Te willen helder denken tot een licht- [en warmtebron. Hem vragen? Dwaashedd! Hij duldt geen [vragen. Hij heeft alleen de wijsheid in zijn [groote macht. En ongerijmd is 't, dat een ander van [gas iets Weteiyzou, van warmte... van druk, en zoo Omtrent de wijze hoe men er het meest [van profiteert. De Post- en Weststraat, 't Vrije bij elkaar Krijgen gieen gas, geen druk, en hunne [schuld is 't niet! Intusschen tot we wijzer zijn wat [is goed gas zonder druk! X. BURGERLIJKE STANDEN. Over de maand October, j STAVENISSE. Geboren: 2, Cornelia, d. van Cornelis v. d. Gouwe en. Adr.a Ket ting; 10, Jacoba Isabella Cornelia, d. van Joh. C. Luijk en Janna P. van Zanten; 20, Helena Cornelia, d. van Jan Geluk en Pietern.a Smits; 30, Jan Jacob, z. van AJ>r. 8 J. van t)om!mele en Marina J. den Braber. Overleden: 11, Pieter v»n Zetten, 84 j., wed. van Jacoba Moerland. ZEETIJDINGEN. ZIERIKZEE, 12 Nov. Uitgeklaard: zeil schip „Vier Gebroeders", Ned. vlag, ka pitein H. Sloots, geladen met aardewerk van Utrecht naar Londen. Uitgeklaard: Zeilschip j.Catharina", Ned. vlag, kapitein H. Kramer, geladen met metselsteen van Nijmegen naar Lon den. 13 Nov. Ingekla-ard: s.s. j.Bonn". Noorsche vlag, kapitein Johansen, in bal last van Gent naar Kralingen. Plots stak Pierre de handen naar hen uit, en snikte wild, ,oom tante, kom bij me, ach, mijn zuöje, alléén, al dien tijd, wat moet ze geleden hebben, help me toch, ik ben zoo bang dat ik weer weg zak". Ontsteld en getroffen ijlden ze naar 't bed, en lang waren ze bezig met hem, kalmeerende, sussende woordjes spre kend. Daar klonken voetstappen op de trap. Ernst had zijn spel gestaakt, en zooveel stemmen boo rend op Pierre's kamer, kwam hij er opaf. In een oogenblik had hij begrepen, en was hij bij 't bed. „Pierre, mijn jongen!" „Oom Ernst, help me toch, Ik 'ben zoo bang". Ernst keek hem vast en rustig aan. „Beste jongen, er is niets om bang te wezen, er is alleen reden tot blijdschap. Je bent nu weer beter, en we zullen al len sameln erg gelukkig zijn. „Kijk, zie je zusje eens, riet ze er niet beter en sterker uit dan vroeger, zie haar eens goed aan". (UAcwif ver.uzlgd).

Krantenbank Zeeland

Zierikzeesche Nieuwsbode | 1925 | | pagina 5