Zierihessche Nieuwsbode
D-MIneur»
BIJVOEGSEL
BUITEN LAN D.
BINNENLAND.
F E UILLETO W.
behoorende bfl de
vbb Maandag 16 Nor. 1925, no. 11313.
DE CHINEESCHE WARBOEL.
Berichten uit Tientsin, gepubliceerd in
den New1 York Herald, kondigen aan,
dat. China aan den vooravtond staat van
een reusachtige sociale omwenteling.
Daarbij vergeleken zouden zoowel de
Frensche revolutie als de Russische re
volutie maar onbeduidende bewegingen
gèweest blijken te zijn.
Terwijl te Peking het eindetooze ge
praat over détails voortduurt, nadert een
vernielende en nuttelooze oorlog. Over-
al in Ch'na gaat de bevolking gebukt
onder de ondraaglijke tyrannie der mi-
litaristen, die door z.g. „press-gangs"
het land laten afschuimen om er de j
jonge, krachtige mannen met geweld op
te pakken en bij de legers in te lijven.
Zelfj jongens worden el door de ron-
selaars aan de militairen overgeleverd.
De beter-gegoeden vluchten naar de zee- j
kust, waar zij een veilig verblijf zoeken
in de verdragshavens. In Honan steekt 't
rooverwezen weer driest het "hoofd op.
Het handelsverkeer staat vrijwel overal
stil. In de provincie Sjangtoeng zijn de
producenten en de exporteurs op den
rand van den ondergang, omdat zij niet
bij machte zijn de waren uit het binnen
land naar de kust te krijgen. Dit schrik
bewind moet op den duur leiden tot
nieuwe groepeeiringien voor het voeren
van nieuwe oorlogen. Buitenlandsche cor
respondenten, zelfs in de afgetegenste
oorden, vrageto óilen in onheilspellende
eensgezindheid, hoe lang het volk nog
de ellende zal moeten verduren, die hard
vochtige bestuurders het doen ondergaan.
De correspondent, te Tientsin van de
New-York Herald ziet enkel nog maar
heal in een krachtig en eerlijk samen
gaan van de Ver. Staten, Engeland en
Japan. Met zwakke, halve maatregelen
zal men niets kunnen bereiken.
HET GEZANTSCHAP BIJ DEN PAUS.
Het gezantschap bij den Pauselijken
Stoel werd nadat Het in 1872 was op
geheven in 1915 onder algemeene in
stemming tijdelijk hersteld, ajs zijnde in
het belang v?n de vredespolitiek. Hoewel
dit motief na het eindigen van dan We
reldoorlog vervallen was, besloot men
in 1920, onder hevig verzet van wijlen
Jhr. de Savornin Lohman het gezant
schap permanent te maken. Bij de be
grooting voor 1922 deed de heer Van de
Laar een vergeefsche poging om op deze
beslissing terug te komen. Na. de verkie
zingen van 1922 trad ds. Kersten op als
kampioen tegen de diplomatieke erken
ning van den Paus. Wederom tevergeefs.
De mislukking van al deze pogingen kon
den heer Schokking er, in het zicht van
de verkiezingen, in 1924 niet van weer
houden een nieuwen aanval op het ge
zantschap te doen met nog geringer re
sultaat. Evenwel, ds. Kersten bleek vast
houdend; hij kreeg medestanders in de
genen, die in verband met de bezuini
ging voor opheffing begonnen te gevoe
len. Maakte de heer Nolens in 1922 nog
goedmoedige grapjes over de onervaren
heid van Ds. Kersten, thans was zijn. toon
stug en afgemeten. Zoo werd het ge
zantschap tenslotte het struikelblok voor
deze Regeering. De aanhouder heeft ge
wonnen. Ds. Kersten triumfeert. Men zal
nu begrijpen, waarom hij „de horzel"
vqn de Coalitie werd genoemd.
DE CRISIS IN HET MINISTERIE.
De Koningin heeft Zaterdag den voor
zatter van den Ministerraad ontvangen,
die, ofsclhoon er in constitutioneel-paj-
lementaiiiren zin eigenlijk tussdhen kabi
net en Kaarter geen conflict bestaat, niet
temin naar aanleiding van de ontslag
aanvrage der vier tot de R.-K. Staats
partij behoorende ministers en de daar
mede samenhangende politieke moeilijk
heden, de portefeuilles der .overige leden
van het kabinet ter beschikking van de
Koningin heeft gesteld.
De Koningin heeft een en ander in
overweging genomen en zoowel inmid
dels eerstgenoemden bewindslieden, als
ook den anderen ministers verzocht, zich
met de behandeling en afdoening zoo
mogelijk der leppende zaken te willen
blijven belasten. i
Mededeoüugen alt de onde
rechtspraak te Zierikzee.
i. -■
Om het dagelijksoh leven der voorge
slachten te leeren kennen, kunnen onder
scheidene bronnen van zeer uiteemloo-
pende soort worden bestudeerd. De stuk- j
ken welke voor rechtspraak gegevens be- 1
vatten, zijn dikwijls zeer belangwekkend.
Men ziet er uit dat, gelijk heden ten dage,
alle klassen der samenleving ai eens met 1
den burgelijken of met den strafrechter
>fn aanraking kwamen en men leert vele
bijzonderheden kennen over de zeden-
geschiedenis der voorvaderen.
Ten opzichte van Zierikzee en de aan
de rechtspraak dezer stad onderhoprige
plaatsen be-Oosten-Schelde, bevatten de
oude rechtsregisters van Zierikzee, de
zoogenoemde „Waerheijdstboecken", tal
van merkwaardigheden.
Eenige aanteekeningen uit deze met
1498 beginnende registers laten Wij' hier'
onder volgen.
Op 22 Mei 1498 werd Nele Huge Wad-
dinszoon, die zijn moeder met een stok
zwaar mishandeld had en ander geweld
in huis had bedreven, veroordeeld in
eene boete aan den Graaf en aan de
Stad, bannissement uit de Stad en Poort
ambacht en het doen van eene bedevaart
naar Sint Pieter te Rome, waarna hij
wederom terug mocht komen. Kwam hij
terug zonder aan het opgelegde te hebben
voldaan, dan werd hem de hand afgekapt.
Den 25 September 1500 werd Cornells
Matthijszoion, die met anderen met messen
en hellebaarden note- en esschebloonien
in den kloostertuin van Skxn ondeT Noord-
gouwe had vernield, veroordeeld tot een
boete, een bedevaart naar de Heilige Drie
Koningen te Keulen, de vernielde bom
men viervoudig te betalen, een kaars
van een pond was aan het klooster te
schenken en de broederen aldaar om
vergiffenis te vragen.
Op 5 Januari 1502 werd Pieter Gornelis
zoon veroordeeld om [gedurende 3 jaren
op een 'oorlogsschip tegen de Turken te
dienen. Zijn misdaad bestond in het des
nachts gewelddadig binnendringen in het
huis van Heer Cornelis Moensz, priester,
dien hij van het leven had willen beroo-
ven, nadat hij de dienstmaagd, haast ont
kleed, op straat had gejaagd.
In hetzelfde jaar werd Maerten Cor-
nelisz. tot boete en een jaar bannisse
ment veroordeeld, omdat hij 's nachts „iim
Sinte Anna strate, dair de gemeens
meijskens woeneri", de deur opengeloo-
pen had en de bewoonsters grooten last
had aangedaan. De Sint Anlnastraat strekte
zich uit van den ingang van het tegen
woordige Slingerbosch bij de Oude Ha
ven toit omtrent Parklust.
Op 21 Ocitober 1502 werd een vonnis
gewezen, dat aan verslaggevers onzer
dagen den schrik op het lijf zou jagen.
Jonge Jansz. de Backer was in October
van de markt te Antwerpen alhier thuis
gekomen en had tijdingen medegebracht,
naar hij zeide uit Sptanje, die lateT ble
ken onwaar te zijn.
Deze onbetrouwbare nieuwtjes-aanbren
ger werd gestraft met eene boete van 11
pond en een bedevaart naar de Heilige
Drie Koningen te Keulen, waarheen hij
binnen 8 dagen moest vertrekken, bij
niet voldoening )op het verlies van zijn
hand.
In 1503 werd iemand tot 6 pond boete
veroordeeld, die zich in dronkenschap
in eene herberg beroemd had, dat hij
in de nabijheid geweest wias, toen Klaas
van Ruyven, schout van Haarlem, door
't Kaas- en Broodvolk was doodgeslagen.
In 1505 werd een ongehuwde vrouw,
die een kind had gewonnen bij een pries
ter, veroordeeld in eene boete van 10
pond en 3000 steenen, te leveren aan de
Stad binnen 14 dagen.
In hetzelfde jaar werd het goed van
iemand, die zich verdronken had, ver
beurd verklaard, behoudens de helft voor
zijne vrouw en het lichaam naar de
galg gebracht en daar met het hoofd in
een mik gehangen.
In 1506 werd een vrouw uit Haamstede
voor zooveel jaren uit Zierikzee geban
nen, als rij oogen met een dobbelsteen
zou werpen. Zij wierp vier en moest dus
vier jaren wegblijven.
Op 6 November 1507 werd.Hugo Cop
de Costere zoon, die met zijn vader
zich had schuldig gemaakt aan drie moor
den in Walcheren, aan diefstal en aan
roof uit de kerk te Mariekerke aldaar,
veroordeeld om half ontkleed gebracht
te worden op een wagen voor 's-Graven-
steen, alwaar de scherprechter hem met
een gloeiend ijzer een steek in den rug
gaf, wat nog herhaald werd voor het
Sdnt-Janshuis op den Dam (staande waar
nu het huis B 83 gelegen is), voor de
Gasthuisbrug en onder de galg, op welke
plaats hij aan een paal gebonden en
levend verbrand werd.
In 1509 werd Jan Lievênse van Cats
(hij was van 15311547 baljuw van Zie
rikzee) tót 70 pond boete en 6 jaar ban
nissement veroordeeld wegens het wil
len verkrachten van eene dochter v,an
den secretaris Domus Cornelisse, aan
welk meisje hij bovendien eene vergoe
ding van 6 pond geven moest.
In hetzelfde jaar werden 2 leden van
den Stadsraad, die tegen den wil van den
burgemeester eene raadsvergadering ver
laten hadden, ieder veroordeeld een kaars
van 2 pond was te gaven voor den dienst,
die op het Stadhuis gedaan werd.
Ook werd in genoemd jaar Aren Si-
monsdochter, die haar broeder Heer Raas
in zijn huis leelijk uitgescholden had en
de buurt dikwijls in opschudding had ge
bracht, veroordeeld in eene boete en
tot het dragen aan haren hals van de
steenen, die voor het Stadhuis hingen,
daarmede op de Gasthuisbrug te gaan
voor de processie en ze weder te bren
gen voor het Stadhuis. En als ze daartoe
niet bereid was, dan de Stad te ver
laten tot den tijd, dat zij ze zal gedragen
hebben.
In 1510 werd iemand, die bij de West
poort staande, de personen die wegens
den grooten nood en geve.ar, waarin het
land van Schouwen verkeerde, onwillig
had gemaakt en teruggehouden om te
arbeiden, in eene boete van 10 pond ver
oordeeld, benevens tot het leveren van
3000 steenen, zoowel aan de Stad als aan
de kerk, en op Sint Paulusdag voor de
processie gaan in linnen kleederen met
een brandende kaars in de hand, wegende
drie pond, welke kaars hij na'afloop der
processie moest offeren ten bate van
het feest.
Qok in 1510 werden nog een paar per
sonen wegens gelijke overtreding ten
tijde toen de hooge vloed voorviel, op
ongeveer gelijke wijze gestraft.
In 1517 werden Cornelis Rombouts en
Thonis Pieter Lopsz, die in hunne stoof
te Serooskerke meede gereed hadden
met derrie, veroordeeld in eene boete
van 20 pond.
Tenzelfden ja re werd een chirurgijn,
die zich onttrokken had aan een bevel
van den burgemeester om een paitiënt,
die met een lang mes gekwetst was, te
onderzoeken, veroordeeld in eène boete
van 4 pond en tot het offeren van twee
kaarsen, elk 2 pond zwaar, ten profijbe
van het gilde van het Heilige Sacrament
en van het Sint Cosmus-gilde.
In 1519 werd weder een persoon, die
beklaagd was van vechten, stelen, be
delen en moorden en zulks ook op de
pijnbank bekend had, onder de galg le
vend verbrand.
Naast de gewone misdaden, waarvan
er reeds enkele genoemd zijn deden
zich sedert 1535 alhier feiten voor, welke
naar het toenmalig begrip niet minder
strafwaardig waren, n.l. het aanhangen
der Nieuwe Leer.
Reeds in het begin van 1535 trachtte
de Raad van Zierikzee maatregelen te
nemen „om te verhoeden de infectie van
de nieuwe valsche secte".
Dat de vrees daarvoor niet denkbeel
dig was bleek reeds spoedig, want op
8 Mei van dat jaar werd Adriaan Aartsz,
een wever, die zich door zekeren Gerrit
van Bentschap te Schiedam had laten her-
doopen en verscheidene herdoopers had
gehuisvest en onderhouden, veroordeeld
tot verbeurdverklaring zijner goederen
en om voor 's-Gravensteen te worden
onthoofd, waarna zijn lichaam echter nog
in gewijde aarde werd begraven.
Tenzelfden dage werd Job Willemsz.,
kleermaker van 'Goedereede, voor 3 ja
ren gebannen, omdat hij 2 a 3 jaren
het sacrament en de mis verzuimd had.
(Worclt vervolgd.)
RECHTZAKEN.
gedetineerd, wegens meshandeling van
den agent van politie Jelsma, gepleegd
in den nacht van 22—23 Aug. j.l. in
den Gortmolen. Bekl. zouden den agent
geslagen hebben met bierfleschjes en
voorts gestompt -en geschopt met het
gevolg, dat de agent verschillende ver
wondingen en verder een hersenschud
ding bekwam. De bekl. legden nogal uit-
eenloopcnde verklaringen omtrent het
hun ten laste gelegde af.
Verschillende getuigen werden gehoord.
Een hunner heeft den eersten beklaagde
met een bierfleschje zien slaan; een an
der had dit gezien van den vierden bekl.,
terwijl deze tevens de andere bekl. heeft
zien schoppen. Ook een derde getuige
heeft de verschillende bekl. den agent
zien mishandelen. Slechts met zeer veel
moeite en na. herhaaldelijk op het ge
wicht van den eed en de ernstige ge
volgen van meineed te hebben gewezen,
wist de president de verklaringen uit de
bedoelde getuigen, die den bewusten
avond eveneens in gezelschap van de
bekl. waren geweest, te krijgen. Het O.
M. noemde het feit, waarvoor deze bekl.
terecht staan, zeer ernstig". De gevaar
lijke zijde van het beroep van agent van
politie is hier weer duidelijk aan het
licht getreden. Aan het cordaat optreden
van den agent, wien spr. een spoedig,
algeheel herstel toewenschte, is het te
danken, dat de gevolgen niet ernstiger
zijn geweest. Na nagegaan te hebben,
wat ten aanzien van ieder der bekl. is
komen vast te staan, merkte spr. op,
dat de veiligheid van de politie ernstige
maatregelen eischt. Eisch: tegen elk der
bekl. een jaar en 6 m. gev.str.
Uitspraak 26 dezer.
BOEKENNIEUWS.
door J. M.
53
„Clara, zei hij opeens, wat gaat er
met me gebeuren, wat is die vreeselijke
pijn lin mijn hoofd?"
Ze 9dhrok, hiij sprak samenhangender,
met meer klank lin zijn stem dan in
langen tijd 't géval was geweest.
„Heb je zoo'n pijn beste jongen? Kon
ik je maar helpen, zullen we vragen
of dokter Stein wil komen?"
Hij keek haar aan, met vreemde wilde
oogen.
„Dokter Stedn, ja, mompelde hij.
Nog een ppgenblik kreunde hij', het
hoofd heen en weer schurend ove» het
kussen.
Daarop lag hij weer kalm dis
slapend.
Tegen tien uren kwam Ernst 4>innen.
Ga nu naar bed Clara zei hij zacht, ik
zal bij Pierre blijven. Je bent doodmoe.
Ze wilde weigeren, maar één blik op
hem deed haar zien dat het een vergeef
sche weigering zou zijn. Stil verliet ze
de kamer.
Eenige dagen verstreken.
Pierre had steeds vaker die vlagen van
pijn gevolgd door uitputting en bewuste
loosheid.
Dokter Stein kwam en zag.
j „Ik weet het niet, zei hij, ik weet het
waarachtig niet".
Een derde dokter, een bekend zenuw-
arts, werd in cbnsult genomen.
4 Deze sprak als Stein: We kunnen niets
1 voor den patiënt doen moeten ge-
j duldig afwachten.
1 De dagen werden weken. Clara gunde
i zich Zeer weinig rust, en verliet slechts
haar broer wanneer de anderen er haar
toe dwongen.
't Was op een avond achter 'in Mei, dat
Clara vermoeid en bedroefd voor het
open raam zat, op Pierre's slaapkamer.
Hij had sinds 's middags twaalf uur
geslapen, en ze verwachtte elk oogen-
MISHANDELING VAN EEN
POLITIEAGENT.
Donderdag hebben voor de Haagsche
rechtbank terecht gestaan een 22-jarige
koopman, een 24-jarig opperman, een 23-
jarige hotelknecht en een 22-jarige va-
rensgeizel, alle vier te Den Haag, thans
blik, dat hij zou ontwaken en weer pijn
krijgen.
Vanuit oom Ernst's kamer klonk zacht
vioolspel. In 't berkenboschje zong een
nachtegaal. Ergens in de verte aan de
rivier loeide af en toe dro.omerig 't vee,
en 't was een echte zomer-avondstem
ming, een zoete milde rust, die 't open
t raam binnenstroomde.
't Was al tamelijk laat op den avond
toen Pierre de oogen opende, sloot, nog
maals opende, luisterde naar al de ge
luiden, dié aan kwamen waaien, en toeh
plotseling met een ruk zich oprichtte.
„Clari!"
Met één stap was ze bij hem, en keek
hem in 't gelaat.
Het duizelde haar. Dat was de Pierre
van vroeger, welke haar aankeek, maar
er lag verbijstering en angst op zijn
gezicht.
„Clari, wat is dit allemaal, waarom lig
ik hier".
Ze haalde even diep adem, eer ze
kalm en langzaam begon te spreken.
„Je bent immers ziek geweest, Pierre,
maar nu ga je beter worden, is dat niet
heerlijk?"
„De Schauwsche Smzkkelaar",' door
D. A. Poldermiainsy. - A. W. Sijthoff's
Uitgevers-Mijl, Leiden.
De heer Poldermans, die door Zijn
voordrachten lin het Zeeuwsch dialect bier
bekend is geworden, heeft een boek ge
schreven, waarvan de titel boven deze
recensie staat, waardoor hij nog meer
bekendheid zal gaan genieten bij de be
woners van ons eiland en misschien wel
ver daarbuiten. H |fj
„De Schouwsche Smokkelaar,, roept de
herinnering wakker aan den Napoleon-
tischen tijd, toen oök de bevolking van
ons eiland gebukt ging onder de zege
ningen van het Cootinentalestelsel en de
oog -meer gehate C|on scriptie, die de lands-
zonen wegvoerde naar verre slagvelden
om de wapenen te voeren voor den ge-
haten d winigeland.
Het Gon-tinentalestelsel, het boycotten
van Enigeland's handel, had tengevolge,
dait allerwege de smokkelhandel welig
tierde, om de 'toch zoo begeerde koffie,
thee en tabak binnen te krijgen en te
verhandelen.
Het boeiende verhaal van de Schouw
sche smokkelaar speelt tijdens en na
het bewind van Koning Lodewijk, toen
de Schouwenaars een werkzaam aandeel
namen in de smokkelarij.
De hoofdpersoon in het boek wordt
door den schrijver geteekend als een
waardig nazaat der Geuzen, sterk, moe
dig en doortastend, waardoor hij1 de aan
voerder is geworden van een troep smok
kelaars, die in de duinen hun geheime
bergplaatsen hadden.
Niet alleen, dat de smokkelavomturen
de jeugdigen onider onze lezers van het
I begin tot het eind zullen boeien, zij
j zullen Zich thuis gevoelen, omdat de na-
i men, der naar voren geschoven personen
bier heden ten dage nog voortleven,
i Bij overlevering is den bewoners van
Schouwen—Duiveland nog wel eens wat
medegedeeld uit die donkere dagen, maar
veel is niet blijven voortleven,
j De heer Poldermans heeft die dagen
uit het begin der 19e eeuw voor onzen
geest doen herleven en ons tevens een
I kijkje gegund in het bloeiende, maar
gevaarlijke smokkelaars vak, dat lin die
dagen door zeer velen hier werd uitge
oefend. i
MMNM5 EN TTO
Bij' Trenton iin den Amerikaanschen
staat New-Yersey zijn in een dikken mist
twee sneltreinen op elkaar geloopen en
in brand gevlogen. Tot dusver zijn 13
lijken en 30 gewonden geborgen.
Aan boord van den gezonken Engel- j
sohe duikboot M I bevoinden Zich 4 offi- J
deren en 64 minderen, welke alle om-ge-
komen zijn.
„Waarom praat je tegen me alsof ik
een kind ben, hoe ls,ng ben ik ziek ge-
w'eest, en, waar zijn we toch?"
„Bfj oom Otto en tante Bertha, die zoo
goed voor ons zijn".
Hij sloeg de handen voor 't gezicht, en
dacht na. Even later liet hij zich weer
zakken. Clara zag dat hij doodsbleek was.
„Clara, om Godswil, vertel me alles.
Ben ik krankzinnig geweest, ik herinner
me niets, ik weet niets. O God, wat is
dit vreeselijk".
Ze verlangde vurig dat er hulp zou
komen opdagen, maar dorst hem niet
alleen laten. Z'n beide handen in de hare
nemend, begon ze zoo rustig en duide-
lijk mogelijk te vertellen. j
Ze begon met van zijn ziek worden
dien winter, van vader's sterven en van
hun nieuw tehuis. Ze dacht niet of 't
goed zou zijn voor hem of slecht, om
dat alles nu te hooren.
Als door een ingeving vertelde ze al
les, zijn handen stijf drukkend.
In zijn angstige ontzette oogen zag ,ze
dat hij begreep. Juist toen ze haar ver-'
haal bijna uit had, kwamen oom Otto
en tante Bertha binnen.
De Egyptoloog Howard Carter, heeft
de mummie van den phaxao Toet-ank-
Amen uiit de binnenste der drie met goud
overdekte kasten gebeurd, die binnen de
sarkofaag aanwezig waren. Een prof. in
de anatomie te Kaïro onderwierp de
mummie aan een onderzoek met x-stralen.
Het Al-Russische Centraal Uitvoe
rend Comité heeft bij decreet bepaald,
dat verschillende bepalingen van het bur
gerlijk wetboek der Sovjet-Unie betref
fende het erfrecht gewijzigd zullen wor
den. In de plaats van het algemeen staats-
erfrecht, dat sedert April 1916 bestond,
wordt het testamentair erfrecht weer in
gevoerd. Alleen als er geen testament
aanwezig is of er geen wettige erfge
namen zijn komt de erfenis aan den
staat. De erfenis mag niet meer dan 10.000
tsjernowetsj bedragen.
Het Berl. TbI. deelt mede, dat tot
dusverre aan Frankrijk 30.000 bijenvolken,
afkomstig van de Luneburger Heide, het
eigenlijke rijk der bijen, op hersteldonto.
zijn geleverd. Naar wordt medegedeeld,
kan geen enkel van deze bijenvolken de
Fransdhe lucht verdragen. Ze rijn alle
uitgestorven.
Volgens tè Berlijn ontvangen berich
ten uit Sofia is George Madjarof, de
burgemeester voor het raadhuis neerge
schoten door Tomof, den onlangs ontsla
gen directeur van de stedelijke badinrich
ting. Nadat Tomof zich overtuigd had,
dat zijn daad gelukt was, pleegde hij
zelfmoord. 1
INGEZONDEN STUKKEN»
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
Copy wordt niet teruggezonden
DE GASKWESTIE.
(Vrij naar Muitatua).
't Kind dr,t vergeefs den vader aanroept
[doet geen kwaad
De vader, die vergeefs zijn kind laat
[roepen, handelt wreed.
En schooner is 't geloof: daar is geen gas,
Dan dat het niet voor hem verkrijgbaar is.
Misschen lichten we eenmaal zelf! Eens
[misschien
Zien we in, dat het er is, dat het ook
[warmte geeft,
En dat het zwijgen oorzaak had en
[grond: Welnu
Zoodr.a wij 't weten, zullen wïj tevreden
[zijn.
Maar eerder niet, thans niet. 't Zou één
[verdrieten
Te ontwaren, dat wij dankbaar waren
[zonder grond.
En dwaasheid is 't, het duistere gas
[met te geringe druk
Te willen helder denken tot een licht-
[en warmtebron.
Hem vragen? Dwaashedd! Hij duldt geen
[vragen.
Hij heeft alleen de wijsheid in zijn
[groote macht.
En ongerijmd is 't, dat een ander van
[gas iets
Weteiyzou, van warmte... van druk, en zoo
Omtrent de wijze hoe men er het meest
[van profiteert.
De Post- en Weststraat, 't Vrije bij elkaar
Krijgen gieen gas, geen druk, en hunne
[schuld is 't niet!
Intusschen tot we wijzer zijn wat
[is goed gas zonder druk!
X.
BURGERLIJKE STANDEN.
Over de maand October,
j STAVENISSE. Geboren: 2, Cornelia, d.
van Cornelis v. d. Gouwe en. Adr.a Ket
ting; 10, Jacoba Isabella Cornelia, d. van
Joh. C. Luijk en Janna P. van Zanten; 20,
Helena Cornelia, d. van Jan Geluk en
Pietern.a Smits; 30, Jan Jacob, z. van AJ>r.
8 J. van t)om!mele en Marina J. den Braber.
Overleden: 11, Pieter v»n Zetten, 84
j., wed. van Jacoba Moerland.
ZEETIJDINGEN.
ZIERIKZEE, 12 Nov. Uitgeklaard: zeil
schip „Vier Gebroeders", Ned. vlag, ka
pitein H. Sloots, geladen met aardewerk
van Utrecht naar Londen.
Uitgeklaard: Zeilschip j.Catharina",
Ned. vlag, kapitein H. Kramer, geladen
met metselsteen van Nijmegen naar Lon
den.
13 Nov. Ingekla-ard: s.s. j.Bonn".
Noorsche vlag, kapitein Johansen, in bal
last van Gent naar Kralingen.
Plots stak Pierre de handen naar hen
uit, en snikte wild, ,oom tante, kom bij
me, ach, mijn zuöje, alléén, al dien tijd,
wat moet ze geleden hebben, help me
toch, ik ben zoo bang dat ik weer weg
zak".
Ontsteld en getroffen ijlden ze naar
't bed, en lang waren ze bezig met hem,
kalmeerende, sussende woordjes spre
kend.
Daar klonken voetstappen op de trap.
Ernst had zijn spel gestaakt, en zooveel
stemmen boo rend op Pierre's kamer,
kwam hij er opaf.
In een oogenblik had hij begrepen,
en was hij bij 't bed.
„Pierre, mijn jongen!"
„Oom Ernst, help me toch, Ik 'ben zoo
bang".
Ernst keek hem vast en rustig aan.
„Beste jongen, er is niets om bang te
wezen, er is alleen reden tot blijdschap.
Je bent nu weer beter, en we zullen al
len sameln erg gelukkig zijn.
„Kijk, zie je zusje eens, riet ze er niet
beter en sterker uit dan vroeger, zie
haar eens goed aan".
(UAcwif ver.uzlgd).